Vlak naast de stad ligt het 'parque natural metropolitana'. Daar heb ik mijn honger naar natuur nog kunnen stillen want Frans had geen zin om nog een weekend de bergen in te trekken. Vlak bij de ingang hoorde de suppoost een toekan. Zijn geoefend oog had hem ook sneller gevonden. Hij liet zich goed bewonderen (de toekan).
Een beetje verder op het pad bekeek een groepje een luiaard. Hij was wel bezig maar zat nogal verstopt tussen het loof.
Bij de 2de ingang gaat het pad omhoog naar een uitzichtspunt. Aan deze zijde is het bos droger en kaler. Ik had dan ook niet verwacht om net hier een heel actieve luiaard aan te treffen. Het was een groot exemplaar dat zich heel bedachtzaam bewoog. Een soort klimballet maar dan in vertraagde film. In de kale takken konden we hem of haar goed volgen.
Verder waren er bankjes waar je alleen al zou gaan zitten om de vele vogelgeluiden te beluisteren. Ik heb dan ook nog een specht kunnen aankruisen. Plus een heleboel verschillende kleine vogels gezien.
Terug volgden we een ander paadje waar we nog 3 mooie vlinders en een motmot zagen.
Het peerdsbos kan hier niet mee concurreren.
Een kilometer van het bos ligt Albrook. Dat is een enorme transportterminal met daarnaast een groot shoppingcenter. Voor ons was het vooral genieten van de airco. De binnenzijde lijkt op Wijnegem. Er was een bijhuis van 'el trapiche', voor ons het beste restaurant met typisch Panamees eten. Voor de prijs heb je bij ons nog geen voorgerecht.
Winkelen moeten we niet doen want de vraag is nu al of we alles in onze bagage krijgen.
De infrastructuur is hier in alle geval heel goed. Vanuit het propere station vertrekken bussen naar alle uiteinden van het land. Het metrostation ligt ernaast. Dat brengt ons tot vlak bij ons hotel. Er komt net een enorme vrouw voorbij , haar borsten hangen tot haar navel maar alleen 15cm onder en boven de navel zijn bedekt. Een preuts volk is het hier niet maar dit is er wel over. We kijken nu op de oceaanzijde en schuin op het zwembad dat wordt opgeknapt.
Gisteren naar de kapper geweest, ik ben flink gekortwiekt maar voor 4 dollar voel ik me niet geplukt. Verder nog wat in de stad gewandeld, de central avenue blijft plezant om mensen te zien. Een shoppingcenter in de hoogbouwwijk, dat goed van architectuur moest zijn, was ik snel weer uit. Ik vraag me af of ze die dingen hier draaiende kunnen houden. In de volkse buurt wordt er duidelijk meer gewinkeld.
De nieuwkomers voor vandaag laten lang op zich wachten maar tijd speelt hier nog weinig rol. Zij hadden autopech, dus vertrekken we allemaal wat later voor ons volgende eilandbezoek. Ondertussen zat Frans bijna de hele tijd te snorkelen, ik hoop dat hij niet gaat krimpen. Vandaag is de bootrit gelukkig wat kalmer. Ook bij dit eiland ligt er een wrak maar een veel recenter. Je kan er niet naartoe want het ligt op de rand van het rif waar de golven hoog zijn. Onze bemanning kookt pasta met groenten en garnalenspiesjes met daarbij ananas en meloen. Er valt redelijk te snorkelen maar eigenlijk is ons eiland daarvoor nog het beste. Een oude man vertelt me dat het water soms zo glad is als een spiegel maar zo is het nu verre van. Het geeft ons wel zicht op flinke uitspattingen waar verschillende stromingen botsen. 's Avonds zitten we nog gezellig met zijn allen op het strand, er is vandaag nog een tof koppel vrouwen uit Toronto bijgekomen. De Duitsers doen hun reputatie eer aan door te veel te drinken (er zijn verschillende flessen abuelo mee, dat is goedkope Panamese rhum, maar wel lekker) Er vallen woorden als 'cocofobia'en 'cocoinsurance', je wil hier namelijk geen kokosnoot op je kop krijgen. Vannacht is mijn toiletbezoek een ietsje griezeliger met veel wind en weinig maanlicht. De volgende morgen waren de nieuwkomers er wel snel en vertrokken we vroeg naar isla Pelicano. Dat was echt een mini-eiland met 1 hutje. De schaduw van de paar palmbomen moesten we wel delen. Voor de lunch werden we weer op een ander eiland verwacht. Hier was het druk maar het was wel mooi, het was een dubbeleilandje, je kon pootjebaden naar het tweede deel. Je krijgt dan heel veel tinten met de verschillende dieptes. We lunchen ditmaal op ons eiland dat we in de namiddag weer verlaten voor het vasteland. We maken nog een stop op 1 van de overbevolkte eilandjes langs de kust. Onze kapitein woont daar. De mensen zitten er echt wel opeengepakt, de enen in rieten hutten zonder vloer, anderen in houten of stenen gebouwen. Veel meubels hebben ze hier niet, maar wel heeft ieder huis een zonnepaneel en staat er een grote wifischotel. Er zijn verschillende scholen, een medisch centrum, een gemeenschapshuis en natuurlijk een paar winkels. Het politiekantoor staat boven het water, de schooltoiletten ook. Vroeger zijn de kuna yala naar de eilanden verdreven maar nu wonen ze er omdat de eilanden malariavrij zijn en ook wel frisser met de wind. Het grootste gebouw op een ander eiland blijkt van Amerikaanse mormonen te zijn. De kustlijn van het vasteland is in alle geval geen voorbeeld, er ligt heel veel rommel. Op de derde rij zitten in de auto op een weg die veel weg heeft van een achtbaan valt niet mee. Meestal geniet ik van de bergen maar nu was ik blij om op de grote weg te komen. Uiteindelijk zijn we om 8 uur bij het hotel. We zijn best moe, vuil en een beetje verbrand.
Om 5 uur zaten we in de lobby, we werden als eersten om 6u opgepikt,niet zo'n goed begin. Met 3 koppels in de auto waren we compleet. Nog een stop gemaakt in een chique supermarkt en dan kon de rit beginnen. Eerst langs snelweg, dan een kleinere baan tot de noordelijke afslag naar Carti. Daarna ging het vooral flink draaien en kwamen er steile stukken. De weg is bijna helemaal geasfalteerd, dat valt dus mee. De omgeving is mooi met weer heel veel groentinten en verschillende boomvormen. Kuna yala is een autonoom gebied en we krijgen hier dus ook een paspoortcontrole. Dit is dan ook een uitweg naar de zee waarlangs je bijv. naar Colombia kunt. Vandaag echter niet, denk ik, er staat nogal wind en de zee is ruw. Spijtig genoeg zit ik vooraan in de sloep, daar gaat het flink omhoog om dan met een smak terug neer te komen. Zwaar voor de rug. Op het eerste eiland zetten we ons onmiddelijk in badpak om een paar eilanden verder te gaan snorkelen. Rond de eilanden zijn de kleuren van het water onwaarschijnlijk. De zon speelt verstoppertje met de wolken. Op isla del perro ligt een wrak voor het strand. Frans ziet er een paar bijzondere beesten. Ik vind het een beetje griezelig maar wel fascinerend. De lunch, vers gevangen vis, krijgen we op een ander eiland voorgeschoteld. Dit is groter en heeft in het midden begroeiing buiten de palmbomen. Ook op dit eiland woont een familie die het nu van de toeristen leeft. Je bent hier natuurlijk niet alleen want we zijn nog dicht bij de kust maar het is zeker geen overrompeling. Handig is wel dat er voorzieningen zijn zoals toiletten en een douche. Onze reisgenoten spelen een partijtje volleybal maar ik verstuik bijna onmiddellijk mijn duim en moet forfait geven. De ambiance in dit groepje is in alle geval goed. Rond 4u zijn we dan terug op ons eiland. We krijgen een privehut met 5 bedden. Ik hang het muskietennet maar op, dan hebben we het toch 1 keer gebruikt alhoewel er hier geen mug te zien is. Doordat de hut van bamboestokken is gemaakt hebben we heel veel paaltjes en touwtjes om gerief op te hangen, iets wat je in veel hotels mistte. De grond is gewoon zand. Hopelijk krijgen we wel geen storm want de muren zijn open en de vraag is hoe waterdicht een dak van palmbladeren is.
Aan de noordelijke kant zitten er veel pelikanen en dus zit er veel vis. Bij het snorkelen zag ik veel verschillende soorten, ik zwom ook door een hele school zilveren minivisjes, prachtig.
Om 6u krijgen we kip en rijst en sla. Er zijn twee kleine generators, die voorzien het eiland van verlichting. De familie die hier woont heeft een zonnepaneel.
We liggen vroeg in bed. Mijn nachtelijke wandeling naar het toilet is de beste ooit. Met de volle maan die schaduwen van de palmbomen op het zand werpt. Een lamp is niet nodig. Spijtig dat we niet eerder in zo'n hutten logeerden, ik slaap hier prima.
Er wordt hier op verschillende manieren gevist, met netten en een houten sloep of met de lijn. Gisteren vertrok er ook een primitieve zeilboot. Bij de eilanden waar we gisteren waren lagen er veel zeiljachten. De golven voorbij het rif leken me wel veel te hoog om uit zeilen te gaan.
Vandaag moest Frans nog wat zaken regelen. We zijn in de warme stad gebleven. Morgen om 5u vertrekken we naar een San Blas eiland in de Caraibische zee. Je zal dus pas zaterdag terug van me horen want we hebben daar geen internet (en wie weet wat nog allemaal niet).
We moesten vroeg de deur uit. Om 6u30 wordt er tegenover het hotel al heel druk ontbeten. Wij gaan voor een beker fruit en ik een tamale (die is geel). De rest van het uitgestelde eten is voornamelijk bruin. Niet moeilijk dat er hier zoveel mensen buitenshuis ontbijten, wie heeft er nu zin om al zo vroeg biefstuk met ui te gaan bakken. We hebben een hele uitleg op papier waar we achtereenvolgens moeten zijn en hoe we er geraken. De tolweg is gelukkig niet druk. Je kan hier op minder dan een uur van de ene naar de andere oceaan rijden. Alle uitleg ten spijt vinden we toch niet direct het eerste kantoor. Het valt hier verder wel mee, de kantoren waar de shippers zitten zijn nieuw en de omgeving is verzorgd (het zijn dan ook veel Amerikaanse bedrijven). De eerst stap is wel snel gezet, zonder aanschuiven. Stap 2 ; de douane had snel moeten gaan was het internet niet een tijd uitgevallen. De douane was wel minder goed behuisd. Stap drie duurde nog het langst. Als je alle papieren hebt kan je de auto afleveren. Alleen Frans mocht mee door de poort. Dan werd de auto nagekeken. Ik kan niet zeggen volledig, want de fietsjes mochten blijven staan. De onderkant werd met een spiegel bekeken en er kwam ook nog een drugshond aan te pas. De tassen werden ook onderzocht. Gelukkig was alles OK. Toen was het al na de middag. Frans had in het eerste gebouw een kantine gezien, daar hebben we prima gegeten. Daarna werd hier ook alle afval netjes gesorteerd. Frans wilde meteen terugkeren naar de hoofdstad maar dat vond ik zonde. Gelukkig zijn we eerst nog de sluizen van Gatun gaan bekijken. Niet dat die zooo indrukwekkend zijn maar ze zijn wel 100 jaar oud. De hedendaagse schepen passen er maar net in. Zes treintjes begeleiden de schepen met kabels vanaf de kant zodat de boot van de rand af blijft. Een cruiseschip was net door de sluis en een tanker kwam er net in. In de andere sluis zat ook een boot in dezelfde richting. Vanaf een terras kan je de activiteit goed volgen. Ik dacht vroeger altijd dat het panamakanaal er uitzag zoals het Albertkanaal maar dan smaller en dieper. Het grootste gedeelte is geen kanaal maar een stuwmeer. Dat was natuurlijk een stuk makkelijker en goedkoper. Toch is het voor die tijd wel een huzarenstuk geweest. In 2007 zijn ze begonnen met de bouw van grote nieuwe sluizen die ook een deel van het gebruikte water kunnen recupereren. De werken in Gatun zijn in alle geval nog volop bezig. Langs de randen van het meer en onderweg naar Panama city is er in alle veval nog veel groen. Terug, zijn we gaan horen voor een uitstap naar de San Blas eilanden. We zijn maar in een hostel gaan boeken, die zijn gewoon om kort op de bal te spelen. Veel confort zullen we dus niet moeten verwachten. Morgen worden we dus om 5u opgepikt en maken we een driedaagse groepsuitstap naar een kokosnoot-(toeristeneiland). Op het eiland zelf zal er dus niet veel te zien zijn, hopelijk onder water wel. De archipel schijnt in alle geval erg mooi te zijn. Ondertussen is het hier wel erg warm, alleen 's avonds is het ideaal, dat is genieten.
Deze voormiddag hebben we alles gekregen om morgen de auto in de haven af te leveren. Onze volgende job was het herinpakken. Een aantal zaken kunnen in de auto blijven. Ondertussen komt er op straat wel 3 keer een optocht van de brandweer voorbij met hun fanfare. Het zijn er veel meer dan op de foto. Wij zitten ook heel dicht bij het loterijgebouw en daarrond zit het vol met verkopers. Aan klanten die lotjes uitkiezen is er ook geen gebrek. Daarna zijn we naar het oude stadsgedeelte gewandeld. Het oostelijke deel is grotendeels gerenoveerd en behoort nu toe aan de toeristen en diegenen die daarmee hun brood winnen(niet de sukkelaars wel te verstaan) Het voelt dus steriel aan ondanks de mooie pasteltinten. De westelijke kant is niet gerenoveerd en heeft veel houten huizen. Een groot deel ervan is in erbarmelijke staat, velen staan leeg. Maar het hout in vele verweerde tinten heeft wel zijn charme. Het noordelijkste deel is het levendigste. Daardoor loopt de winkelwandelstraat die ook op zondag goed druk is. Er is vooral een groot contrast in properheid. Het toeristische deel blinkt omzeggens, daarbuiten kunnen de straten ronduit smerig zijn. Er hangt ook vaak een vieze lucht. Er staan vuile plassen waarvan je je afvraagt hoe ze er komen want het regent haast niet. Toch vind ik die volkse buurten plezanter. Er spelen kinderen, het publiek is ongelooflijk gevarieerd. In de winkelstraat liep ik bv. achter een drietal zwarte dames met heel ronde vormen maar bovendien met enorme krulspelden in hun haar. Daarnaast zijn er ook kleine indigenas waarvan de vrouwen wel erg kleurig gekleed gaan. De bevolking heeft hier alle tinten. De winkels kunnen ook erg varieren, van houten kotjes tot grote magazijnen en gewoon winkelwagentjes om je waar aan de man te brengen. 25% van de stadsbewoners is hier arm en als je hier van de hoofdbaan afwijkt zie je daarin nog een heleboel gradaties. De grond is vaak heel vuil maar toch vind je dan wel weer kleurrijke muurschilderingen. Bovendien ziet bijna iedereen er proper uit. Zondag is blijkbaar ook de dag om naar de kapper te gaan, die zaten vol. Er wordt hier veel aandacht aan het uiterlijk besteed. Zelfs in het nieuwe stadsgedeelte zie je dat ze moeite hebben om de straten proper te houden. Voetpaden zijn denk ik ook de verantwoordelijkheid van het gebouw aan de straat met als gevolg dat ze erg varieren en soms onbestaande zijn. vanavond hebben we nog eens de metro genomen, die is nieuw en die blinkt nog.