We hebben zeker 6uur rijden voor de
boeg. Om halfnegen zijn we op weg. De omgeving blijft mooi. Een hele
tijd volgen we een brede bruine rivier. Het gaat zachtjes op en af.
Tot we aan de klim beginnen. Daar waar de bergen stijl worden hebben
ook de Colombianen het moeilijk om wegen aan te leggen. Bovendien zie
je dat er af en toe grondverschuivingen zijn. Dit is de hoofdweg van
Cartagena naar Medellin maar hij is zeker minder goed dan die van
Bourg SM naar Tignes. Er zitten ook veel vrachtwagens op die elkaar
willen voorbijsteken. De omgeving is gezond maar we hebben zeker te
veel diesel ingeademd. We steken een koppel trekkers op de fiets
voorbij. Moedige mensen! Het is warm en stijl. Als we in de wolken
komen veranderen de planten. Er zijn heel grote varens en reuze
bladeren. Er is wel heel veel bos verdwenen voor de veeteelt. In de
stadjes waar we nu passeren hebben ze geen geld of geen interesse
voor verf, je ziet veel snelbouwstenen.
Op de weiden hebben de koeien overdekte
paden! Vinden ze hier anders de weg niet naar hun stal, of wil de
boer geen natte koeien melken, kunnen ze niet tegen de zon? Van ver
zie je de witte linten over de heuvels lopen.
Santa Rosa de osos ligt boven, we zien
het van ver liggen. We zitten in het centrum in een klassiek hotel. Je moet hier niet logeren voor het uitzicht zoals je op de foto kan zien. Het is hier fris, dat is te begrijpen want we zitten toch op 2550m
hoogte. We halen hier dus onze truien en schoenen boven, die zijn een
hele tijd werkloos geweest.
In een stadje van een voorschoot groot
staan er wel drie kerken waarvan één wel speciaal is.
Om Cartagena uit te rijden moet je ook
geduld hebben en goeie zenuwen want er wordt hier constant van rijvak
gewisseld, zeker door de vele moto's. Daarna zien we vooral groen. En
dan komen de bordjes 'opgepast voor' : miereneters op de weg,
krokodillen, koeien, luiaards, leguanen en een soort knaagdier.
Spijtig genoeg is alleen de foto van het bord met de koe gelukt.
De weg is vaak dubbel in iedere
richting en OK. Om de haverklap moet je wel tol betalen, dat varieert
van 75ct tot 4€. Er zijn twee wegen naar het zuiden en onze gps
schijnt de verkeerde te hebben gekozen en stuurt ons over een baan
waar er evenveel tol is maar wel om de paar kilometer wegenwerken.
Er wordt hier veel fruit geproduceerd.
Op de weg verkopen ze alles wat van het veld komt. Er is ook een
stadje vol ambachten. In het kleurrijke restaurant waar we lunchen
zijn ze de kerstversiering al aan het ophangen.
Eindelijk komen we terug op de '25'.
Hier rijdt het tenminste. In Sahagun zoeken we een bankautomaat. De
hoofdwegen door de stadjes zijn meestal rommelig en stoffig. Maar als
je hier de zijstraten in rijdt zijn de huizen verzorgd. Het volgende
deel van de weg is afgezoomd met kleine valleitjes met gras met
daartussen allerlei soorten bomen die soms prachtig zijn. Hier graast
het vee allemaal buiten en hebben ze plaats genoeg. De weg zit vaak
onder een koepel van takken.
Planeta Rica is ook vol met moto's en
druk. Gelukkig woont Katherine (airbnb) in een rustigere straat. Zij
komt uit Bogota maar kan hier heel goed aarden alhoewel er hier echt
niks te zien is. Er hangen twee mountainbikes in de living waarmee ze
er in het weekend op uit trekken. Haar man organiseert de
veeverkoop. Zij studeerde voor veearts maar we begrepen niet goed wat
ze nu doet.
's Avonds bestellen we dan maar allebei
een steak van een gelukkig rund. Hij is dun maar erg lekker en voor
4€ per schotel kan je natuurlijk niet klagen. Op de terugweg zijn
er zeker 50 mensen aan het dansen op straat. Ze oefenen voor een
optocht. Er is dus toch nog iets te zien.
Dinsdag : 1 naar expeditiekantoor 2
naar de bank 3 naar verzekering 4 naar het douanekantoor 5 naar de
haven 20km verder
woensdag 1 naar de bank 2 naar het
douanekantoor 3 naar de verzekering 5 naar de haven 6 om halfvier
zitten we in onze vertrouwde ford escape. Probleempje met de motorkap
en bandenspanning opgelost, parking gezocht, van parking moeten
veranderen. Er zijn betere dagen geweest maar we zijn blij morgen te
kunnen vertrekken. En het moet gezegd worden dat iedereen vriendelijk
is, er is alleen veel papier en tijd voor nodig. En je ziet zo weer eens wat anders dan de doorsnee toerist.
Ja Frans heeft zijn bolhoed afgezet
zodat de camera zijn gezicht kon zien!
Foto twee is het douanekantoor, alles
werkt er maar bijzonder traag. Een stempel zetten is hier een soort
kunst, dat wordt uitermate zorgzaam en traag gedaan, misschien is het
hier een vorm van meditatie.
Frans heeft gisteren een boottocht
besteld naar de islas Rosarias. Ik voel me licht maar verder prima.
Na anderhalf uur wachten zijn we eindelijk onderweg. Tussen twee oude
forten varen we het zeegat in (of uit?). De tocht naar het grootste
eiland duurt een goed uur. We worden afgezet bij een vrolijk
geschilderd restaurant met een glijbaan, een zwembadje, en
flamingo's. Wij blijven niet lang want we gaan mee snorkelen naar een
rif. Het is een massasnorkel. Het ziet er grappig uit omdat ze
allemaal in clusters samenhangen. Wij zijn gelukkig maar een groepje
van vier zodat we niet aan een touw moeten vastzitten. De koralen
hier zijn zo dood als een pier maar er zit wel veel vis (tussen al dat vlees).
Als we terugkomen zit de rest al aan tafel. Ik hou het bij witte
rijst. 'Bamos', en we zijn onderweg naar een ander eilandje. Dit is
duidelijk overbevolkt, we hebben niet veel zin om uit te stappen. We
zwemmen toch maar een beetje, als ik terugkom blijken mijn teva's
gestolen te zijn.
We werden onmiddellijk
geviseerd door een paar jonge gasten, als enige buitenlanders op dit
strandje. Na een uur meert de boot terug aan. Wij waren de eerste bij het uitstappen en wisten niet dat we beter aan boord waren gebleven om nog een rondje te varen. Mijn
rugzak zat al in het ruim en ze vertellen ons dat we goed nat gaan
worden. De wind is fors toegenomen en ook de golven. We krijgen
honderden zware douches. Gelukkig is de temperatuur ook als douchewater.
Foto's van de terugtocht met zonsondergang zijn er dus niet. We lopen druipnat en ik bovendien op
blote voeten terug naar ons huis. Ik ben de vegers hier extra
dankbaar. Ik weet niet echt of ik deze tocht zou aanraden. Mijn vader
zou het niet overleefd hebben, die was al ongerust in een roeibootje
in het park van Brasschaat.
De vorige dagen heb ik volgens het
boekje gegeten en toch heb ik het zitten, toerista.
Dat wordt sinds we kind waren opgelost
met lactéol. Vandaag dus de maximum dosis en verder vasten en water
of thee drinken. Gelukkig voel ik me goed maar het huis verlaten zit
er niet in.
In de namiddag vat ik post op het dak.
Er zou hier een parade voorbij komen maar we weten niet hoe laat. Het
publiek ook niet denk ik want al vroeg zitten er mensen op de muur
voor ons en worden er voetzoekers gegooid en wordt er met schuim
gespoten. Onze buren die nogal marginaal zijn hebben de muziek alvast
op maximum gezet. Het aantal karretjes en tafeltjes met eten groeit
aan. Ik lees (homo sapiens) en kijk tussendoor of er iets verandert.
Er komt hoe langer hoe meer volk. Nog nooit in mijn leven hoorde en
zag ik zoveel bommetjes. Er komt een pausmobiel voorbij getrokken
door een ezel. De paus zwaait met een fles drank.
Een twintigtal minuten ga ik terug naar
de kamer. Als ik terug boven kom is er minder volk, ik heb de parade
dus gemist, of ze heeft een andere weg gevolgd en ik ben niet de
enige die aan het wachten was. Heel de namiddag waren er vegers aan
het werk, op een bepaald moment leek hun werk hopeloos maar kijk op
de laatste foto waar er alleen nog een paar agenten staan is de
straat weer spik en span. Een dertigtal politiemoto's staan nog
paraat op de muur. Om negen uur is al het feestgedruis afgelopen en
blazen ze de aftocht.
Vier à vijf uur in het busje staat eerst op het programma. De terugweg naar Cartagena lijkt me nog groener nu ik niet aan de zeekant zit.
Eerst tanken we nog wat pesos bij met de twee feestdagen in het vooruitzicht. We zien al een groepje pekzwarte mannen met gekleurde afropruiken lopen. Gelukkig aan de overkant van de straat, ze zien er vervaarlijk uit. Onze gastvrouw vertelde dat ze met olie zijn ingevet (volgens mij zijn ze ook zwart bijgekleurd) en je omhelzen als je geen geld geeft. We geraken proper terug. Onderweg zien we dat er op twee plaatsen podia worden afgewerkt.
s'Avonds is het hoofdstraatje van Getsemani (wijk) weer goed druk, er valt weer veel te zien van achter je bord of cocktail. Op het pleintje zijn er optredens aan de gang. De volksdansers die we zien zijn geweldig. Die mogen eens naar Schoten komen als ze er al niet waren. Ze doen 3 acts en dan is het al aan de volgende groep. Deze keer een salsaband. We dansen mee en trekken ons niks aan van het schuim dat in het rond wordt gespoten. Ze verkopen enorm lange spuitbussen waarmee in de lucht wordt gespoten, zodat het precies sneeuwt, of waarmee ze iemand belagen. Op de zwarten geeft het witte schuim wel veel meer effect dan op ons.
Na vier nummers mag ook dit bandje beschikken en krijgen we een bende ronde vrouwen op het podium, die mogen ze ook eens naar Antwerpen sturen. Zij worden door een mannelijk bandje opgevolgd. De wissels gebeuren bovendien er snel, soundchecks zijn niet nodig, belichting is er niet... gewoon op het podium stappen, hier en daar wat aansluiten en beginnen. En het klinkt nog goed ook!
Om halfelf houden we het voor bekeken, morgen gaan ze voort maar dan is het naar het schijnt verschrikkelijk druk. Nu was het gewoon top.
De eerste foto is van een fiets- en voetpad dat is opgehangen naast de grote weg. Het is maar een stuk veilig, voor de rest zou ik me hier niet met de fiets op die weg wagen.
Zwemspullen gepakt, me afgevraagd of ik
een paraplu zou meenemen, en op weg naar de collectivo voor Minca. We
moeten even wachten tot er genoeg medereizigers zijn en raken aan de
praat met een paar jonge gasten. Na de eerste rit besluiten we samen een jeep
te delen om ons naar de koffieplantage victoria op ongeveer 1000meter hoogte
te brengen. De chauffeur zegt dat papa vooraan mag zitten! Voor een
dag hebben we dus twee zonen gehad : Stijn uit Delft en Maxime uit
Quebec. De plantage hebben we niet gezien maar wel het verwerken van
de bonen. Dat doen ze hier al sinds 1892 en sindsdien is er niet veel
veranderd. Alle behandelingen gebeuren met water uit de rivier. De
bonen worden door buizen van het ene vat of bad naar het andere
gespoten om te worden gepeld, gesorteerd, gefermenteerd... De pellen
en het afval worden verwerkt tot humus. De laatste behandeling is het
drogen in een grote draaiende ton. De beste bonen zijn voor de
export, de Colombianen verwerken en drinken de derde keuze. Ze
roosteren hier maar een heel klein gedeelte van hun oogst zodat de
bezoekers kunnen genieten van hun wel heel lekkere bio fairtrade
koffie. We wandelen 'en famille' naar beneden. Dat is trouwens veel
prettiger dan dooreen geschud te worden op de slechte weg. Een
motortaxi is hier ook een optie. Er staat enorme bamboe, hier kunnen
reuzen mikado komen spelen.
Er wacht ons nog een attractie waar de
jongens niet op voorzien waren, de 'pozo azul' ongeveer halverwege de
wandeling. De poelen in de rivier zijn wel niet azul maar wel
uitnodigend. We klimmen naar het tweede maar niet naar het derde
niveau. Het water is koud en je moet moeite doen om ter plaatse te
blijven zwemmen. Zalig. Op de terugweg begint het plots te gieten.
Onder een afdakje besluiten we dat het beter is om in badpak (of
onderbroek) verder te gaan. Ons tempo ligt nu een stuk hoger want het
is wel fris. Terug op de grotere weg zit het terras van het restaurantje stampvol, we lopen
verder tot een restaurantje met groots uitzicht waar ze broodjes
en pizza verkopen. We stappen er als verzopen konijnen en in onderbroek en badpak binnen en krijgen toch, heel hartelijk, 'bienvenido' te horen. Je ziet er heel in de verte de hoogbouw van Santa
Marta onder een grijze wolk. Na het eten nemen onze zonen afscheid,
zij moeten terug naar Tayrona en de laatste bus halen. Ondertussen is
het opgehouden met regenen. Het busje van Minca naar beneden is weer
snel vol, hier is de weg super. Ik zou wel op de fiets willen
afdalen. De klim zou veel te warm zijn (bovendien stijl!)
Voor het bezoek van Minca had ik de
website 'practical wanderlust' bekeken ; zij hadden prima tips en
alles klopte tot de regen toe die we rond twee uur konden verwachten.
Mijn verrekijker eens bovengehaald om wat vogels te spotten. Het hele kleurenpalet is hier wel aanwezig. De groene parkietjes zijn het best gecamoufleerd, eindelijk blijven er een paar zitten en dan nog houdt ik ze eerst voor blaadjes. We pakken langzaam in en genieten nog van het terras en het uitzicht. We besluiten de bus te nemen die hier om het kwartier passeert. De buschauffeur denkt dat we teken doen naar de taxi die voor hem rijdt. Uiteindelijk doen we een goeie zaak want de taxi wil ons voor een goeie prijs meenemen. Er zit al een klant vooraan, met ons erbij doet ook hij een goede zaak, zijn rit is toch al betaald, hij is zeker op de terugweg. Wat we doen is tegen alle veiligheidsvoorschriften maar we zijn er al heel snel gerust in en genieten van de rit. In Santa Marta is het rustiger dan de vorige dagen. En nee, het was geen 'armageddon' aan de Caraïbische kust. Die wolk hebben we ook overleefd.
Voor 7 uur heb ik al gele, blauwe en
een rood vogeltje gezien. Spijtig genoeg krijgt hun gezang
concurrentie van de vrachtwagens die hier langs rijden. Na twee korte
busritjes kunnen we beginnen wandelen in park Tayrona. Dit is een
heeeeel populaire bestemming zelfs in het laagseizoen ben je hier
alles behalve alleen. Het eerste uur lopen we voor een groot deel op
verhoogde planken. Het gaat op en af, we zijn al snel aan het zweten.
Het eerste strand is levensgevaarlijk, bij de volgenden kan je
zwemmen. In de jungle rondom is het verbazend stil, misschien zijn
wij met te veel. Gisteren was er blijkbaar een hele groep aapjes maar
die zijn nu ergens anders aan het foerageren. Je bent dan wel in een
soort jungle maar met een pad dat zoveel belopen wordt voelt het niet
zo aan. Als we wat verder langs de weg een slang van anderhalve meter
zien krijg ik toch meer een junglegevoel. Voorbij het tweede strand
wordt de weg heel modderig. Sommige stukken worden ook door paarden
gebruikt en dat in combinatie met het regenseizoen geeft een vettige
brij. Mijn teva's zijn prima voor dit terrein. Eigenlijk heb ik hier
meer plezier dan van het lopen op het plankenpad. Op het laatste
strand ga ik mee snorkelen. Het is hier best druk maar ook heel mooi.
Het water is niet heel helder maar we
zien toch een prachtige vis (zo'n aquarium model maar dan wel 70 cm
groot met grote gele ogen) en ook een paar mooie blauwe vissen. Er
zijn heel veel jongeren die hier blijven overnachten, er zijn tenten
en hangmatten. Wij vangen om halfdrie de terugweg aan. Gelukkig is
het nu rustiger op de weg. De zon is wel verdwenen maar zweten doen
we toch. Pas om halfvijf zijn we bij ons vertrekpunt. Er vallen al
enkele druppels.
Ik zit nu op bed te schrijven en hoop
dat ons rieten dak waterdicht blijft want het is al een half uur aan
het gieten. Ik denk aan de kleine krottentjes die op de laatste
camping stonden. Ik hoop dat die niet allemaal bezet zijn en dat er
ruimte genoeg is onder het afdak van het restaurant om te schuilen.
Het is weeral heet als we met onze bagage naar de markt stappen. Daar stoppen ze onze bagage achterin de bus maar die blijkt al vol te zitten. Een kwartier later zou er een andere moeten zijn maar Frans spreekt een taxichauffeur aan en voor 25 brengt die ons 40km verderop.
Aanvankelijk gaat het niet vooruit. Er zijn veel vrachtwagens, voor de haven denk ik. Daarna wordt de weg mooi groen en rijdt het vlot. Een klein uur later zijn we bij ons verblijf, een stel bungalows met een rieten dak op een steil heuveltje gebouwd. Je hebt een schitterend uitzicht over de rivier en de bergen. In een kwartiertje kan je van hier naar een strand stappen. Het is wel langs de grote weg en in de zon.
Gelukkig is er op dat strand iets te eten. We zijn de enige gasten. Je kan hier ook tenten huren. Je zit hier wel op een mooi strand met daarachter kokospalmen maar zwemmen kan je hier niet, te gevaarlijk. Na onze lunch komt er wel een familie picknicken. We praten met een meisje uit Buenos Aires die hier twee maanden werkt en blij is een tijd aan de grote stad te ontsnappen. Ik maak nog een heel kleine wandeling naast het hotel. Daarna is het zwembadje hier extra welkom. In de tropen kan je gewoonlijk niet zomaar even een wandelingetje doen. Hier is bijvoorbeeld één geasfalteerde hoofdweg en één zijweg naar het natuurpark dat we morgen bezoeken. Wandelpaden zijn er niet, ofwel zit je op privéterrein ofwel moet het pad veel begaan worden want het groeit onmiddellijk dicht.
Ik zie wel enkele heel mooie vlinders maar ze laten zich niet fotograferen. Een van de twee gekortwiekte parkieten houdt van slippers.
We krijgen regen op ons rieten dak, hopelijk zijn de paadjes in het park morgen niet te glad.
Voor je op de 'microbus' kan gaan zitten moet je wel door een relatief grote draaimolen. Wij zijn ook relatief groot voor deze bus naar de quinta de san Pedro Alejandrino. Op deze voormalige rietsuikerplantage heeft Simon Bolivar zijn laatste levensdagen doorgebracht (gestorven in 1830). Hij is de grootste held omdat hij een aantal landen in centraal en zuid Amerika heeft bevrijd. In de jaren 80 heeft men hier een soort mausoleum voor hem gebouwd. Gelukkig hebben ze er nog een aantal galerijen aan toegevoegd. Van de plantage is een botanische tuin gemaakt. Het museo Bolivariano is wel de verrassing. Kunstenaars uit de landen die hij bevrijdde schonken een werk aan de galerij. Er waren ook nog een paar tijdelijke tentoonstellingen. Mijn favoriete schilderij is van Brooke Alfaro, een Panamees waar ik voor het eerst iets van zie (zwevende bomma). Zoek hem maar eens op, interessante kerel! Er zijn nog wel meer verassingen, spijtig dat buitenlandse kunstliefhebbers het hier niet weten te vinden. We zien alleen Colombianen die hun held komen bezoeken. De quinta is ook de moeite, spaarzaam maar mooi bemeubeld. De vlag die ze op Bolivars bed hebben gelegd vloekt wel met de sfeer van het huis. In de tuin bekijken we maar een klein gedeelte, we vergaten insecticide te spuiten, in de stad hebben we die niet nodig.
Waar vroeger waarschijnlijk rietvelden waren staat nu een grote 'mall'. Daar kunnen we even verkoeling zoeken.
We zoeken onze lunch in de buurt van de overdekte markt. Daar kunnen we onze bus voor morgen eens bekijken.
Na een siësta in en bij het zwembad verkennen we de buurt van de kathedraal en de plaats van de verliefden. Ze zijn hier begonnen met wandelstraten en er worden er nog nieuwe aangelegd. 's Avonds blijkt dit ook het uitgaanskwartier. Het schouwspel is hier stukken beter dan op de keizerlei!
Een busje dat je thuis komt ophalen,
wat een luxe! Zijn we niet zot dat we straks zelf gaan rijden vraag
ik me af. Frans is ondertussen heeeel blij dat onze auto echt
vertrokken is vanuit Florida.
Vier uur rijden is het naar Santa
Marta. De kuststrook hier is soms een vogelparadijs met ondiep water
met veel groen ertussen. Soms is het één en al ellende met
sloppenwijken die marineren in een bruine soep die bezaaid is met
plastic afval. De aanblik van de grote stad Baranquilla is dan weer
hoopgevend, veel nieuwbouw en hopelijk meer werkgelegenheid en een
gegoede middenklasse. Voorbij de stad is er een enorme brug in
aanbouw, de vraag is alleen hoe lang ze al aan het bouwen zijn. Dichter bij de bergen zien we hoe het toerisme zich hier ontwikkelt ; we passeren nieuwe hotels, villa's, een golfterrein, een all in...
Bij de eerste aanblik is Santa Marta heel druk en stoffig. Als we naar zee lopen valt ons oog eerst op de containerhaven. Dit is een diepe natuurlijke inham. Het strand ligt links, de haven rechts. Ook hier spreekt het me niet aan om in zee te zwemmen. De Colombianen genieten gewoon van het water. Ik ben blij dat ons hotelletje een klein zwembadje heeft. De 'strandboulevard' is hier dan weer gewoon theater van de bovenste plank.
Als Europese toerist kom je hier ver
met je geld. Ons verblijf is schitterend en een beetje duurder dan
een jeugdherberg bij ons. Wij zijn geprivilegieerd dat we kunnen
kiezen tussen een maaltijd van anderhalve euro zoals vanmiddag of een
diner in een 'beter' restaurant waar een dure schotel rond de 15€ kost.
Frans zijn saté op het strand kostte 1€. Voor sommigen hier is dat
nog te veel.
Na een stadswandeling en museumpje met
Frans ga ik in de namiddag naar het commerciële centrum in onze
wijk. Dat heeft niets te maken met het shoppingcentrum van gisteren.
De winkeltjes hier zijn een zakdoek groot. Ik ben op zoek naar een
kapsalon. Soms staat er maar één stoel en hangt er vooral vals haar, ik denk niet dat ik daar moet zijn. In één salon
moet ik te lang wachten. Ik kan terecht in een combisalon. Er werkt
een vrouw aan een naaimachine, er is een klein tafeltje om nagels te
lakken en er is één stoel en één wastafel. Ik moet flink
achteruitzakken om mijn haar te laten wassen. Later vraag ik me af of
de kapster wel een opleiding heeft gehad. Ze weet of durft haast niks
te doen en knipt gewoon de onderkant hier en daar bij. Ik vrees dat
het er niet beter op zal worden als ik haar meer vraag. Kort daarna
sta ik buiten, zes dollar armer, ik vergat nog te vragen om in
mijn nek bij te knippen. Colombia staat voor het ogenblik op de
laatste plaats voor een knipbeurt. Ten noorden van Rome staat een
vrouw met stip bovenaan, helaas is die wat ver weg.
We herpakken onze spullen om morgen
verder naar het noorden te gaan. We kunnen onze grote koffers in de
airbnb laten.
's Avonds eten we bij een vriendelijke
Nederlander in het enige Indonesische restaurant van Colombië. Ik
hoop dat de centen inderdaad naar een schooltje voor kansarme
kinderen gaan want prijs-kwaliteit scoorde het eten hier bijzonder
slecht.
Voor een keer krijg ik eens gezelschap
van Frans op mijn wandeling. Het grootste fort van de Amerika's is te
zien vanaf het dak van ons nieuwe logement. In de zestiende en
zeventiende eeuw zijn er hier verschillende gevechten om de stad
gevoerd. Bovendien was het hier in de buurt dat de piratenschepen het
goud wilden onderscheppen dat van de plaatselijke bevolking werd
geroofd.
Cartagena heeft dan ook een omwalling
van 12 km en een groot aantal forten. Het fort is flink gerestaureerd
en best indrukwekkend. De gangenstelsels hebben we maar niet bezocht.
Deels langs het water zijn we dan 4 km naar Bocagrande gelopen ; dat
is het strandgedeelte van de stad met voornamelijk hoogbouw. Je waant
je hier niet aan de Caraïben maar meer aan de Noordzee, alhoewel die
er properder en zelfs helderder uitziet. Bovendien is het vandaag
bewolkt en staat er een bries zodat we geen spijt hebben dat we
zonder badpak vertrokken zijn. We verkennen even het shoppingcentrum,
het eetgedeelte doet een beetje aan city 2 in Brussel denken maar dan
met zicht op zee.
De
oude stad heeft op zijn minst een gevarieerd winkelaanbod. Op nummer
1 staan de souvenirwinkels, er worden hier best wel wat mooie dingen
gemaakt. En allemaal willen ze je juwelen met emerald slijten. Dan
heb je exotische stoffenwinkels voor de plaatselijke bevolking en de
haute couture van hier.
Zie
je mij en Frans al aan de côte d'azur lopen met die bloemenprint of
zal ik het roze kleed eens gaan passen?
Sommige dingen zien er hier nog uit zoals bij ons 50 jaar geleden...
Nog
een paar kiekjes erbij van de oude stad en de wallen.
Na
het avondeten zetten we nog wat danspasjes, het groepje jongeren die
er een verjaardag vieren, vindt onze pogingen wel grappig. We zullen
nog veel moeten oefenen.
Het is een beetje als thuiskomen. Ik heb hier direct het gevoel dat er geen onderbreking is geweest tussen onze reis door centraal Amerika en nu. We zitten in een gezellig hotelletje in een heel kleurrijke wijk van Cartagena. De straatjes zijn bezaaid met hostels en eten vind je hier ook genoeg. Onze eerste maaltijd tussen de Colombianen heeft in alle geval gesmaakt. Ondertussen hebben we ieder een nieuwe simkaart voor een maand en duizenden Colombiaanse pesos, die bovendien lang kunnen meegaan (zeker in vergelijking met NY en Florida).
Meer dan je ogen de kost geven is er niet nodig om te genieten, kijk maar naar de foto's. De eerste is ons hotel.
Voor
het eerst ben ik naar het oude centrum gewandeld. Hier zijn de
straatjes ingenomen door luxe winkels, restaurants en hotels.
Minstens één beeld bewaakt elk plein.
Ik
kom langs het museo de arte moderne, daar moet ik natuurlijk naar
binnen. De meeste werken stemmen je niet vrolijk, zou het aan de
gewelddadige geschiedenis van het land liggen? De tijdelijke
fototentoonstelling van Martha Amorocho grijpt je ook naar de keel.
Zij klaagt het geweld tegen vrouwen aan, het lijdt geen twijfel dat
ze zelf slachtoffer is.
Gelukkig
brengt een (inmiddels overleden) beeldhouwer wat tegengewicht.
Vlak
daarbij ligt het klooster en de kerk van San Pedro Claver. Misschien
had ik één van de schilderijen moeten posten waarop te zien is hoe
de eerste heilige van de Amerika's de slaven beschermd. Aangezien het
vanavond Halloween is en morgen 'el dia de muertos' krijg je zijn
graf te zien. Zijn lichaam is aangekleed maar zijn doodshoofd is
gewoon zichtbaar. Gelukkig kijkt hij me niet aan vanuit zijn glazen
doodskist.
Dan
krijg ik toch wel liever een tegel in de gang verderop. Er zijn er
nog enkele vrij. Dan moet ik wel even deemoedig leren kijken als de
dame op de laatste foto. Ik hoop dat ik nog wat tijd krijg om daarop
te oefenen.
Sorry, de laatste twee foto's moet je lager zoeken bij 'el centro foto's'