Bij
mijn wandeling naar het immigratiemuseum kan ik me voorstellen hoe
het nu in Antwerpen moet zijn als je de leien over moet. Hier is het
onaangenaam. Het reuze gebouw, geopend in 1910 doet nog altijd dienst
voor immigratie. Voor de museo de “arte contemporaneo” kan ik
weer op mijn kin kloppen. De zalen over de immigratie zijn wel open.
Hier konden 3000 nieuwkomers worden opgevangen. De grote ruimtes
stonden toen vol met stapelbedden. Er zijn nog lange wasgoten tussen
de zalen. De gelukzoekers waren hier welkom, in dit gebouw kregen ze een goede verzorging en antwoorden op vele vragen.
Van
boven heb je een zicht op het dok met de busboten naar Uruguay en aan
de andere kant een eenzame schoorsteen. In de verte staat nog een geweldig modernistisch gebouw.
Gelukkig
is het beter wandelen als ik bij het smallere kanaal kom. Hier waan
ik me in Rotterdam met de nieuwbouw en de restaurants langs het
water. In een privé-museum bewonder ik verbaasd een Breughel (de
volkstelling in Bethlehem) en een toren van Babel van een tijdgenoot.
Turner is ook van de partij. Beneden is er een knappe selectie van
Argentijnse werken waarbij ik vooral de naam Berni onthou.
Voor
de “puente de mujer”, een slanke voetgangersbrug is er de “plaza
de la reina de Hollanda” met een beeldje van een spelend meisje.
Aan de andere kant kan je het Argentijnse schoolschip bezoeken. Om
terug de stad in te komen moet je spijtig genoeg weer langs de
wegenwerken. Ik kan oversteken bij een gebouw met een enorm beeld van
een strijdende vrouw. De indigena's hier hebben de strijd tegen de
immigranten verloren. De zoveelste massamoord op dit continent die de
Europeanen op hun geweten hebben. De foto is van de achterkant van
het monument.
Ik
besluit maar terug te wandelen als ik de vele wachtenden voor de bussen
zie. Ze staan hier wel netjes in de rij zoals in de UK.








|