Dit blog is een onderdeel van EVODISKU WAT IS DE BEDOELING EN WAAR STAAT DIT BLOG VOOR
****Wie meent dat alles inmiddels wel over de evolutietheorie gezegd is en dat de discussie gesloten kan worden, ziet over het hoofd dat de wetenschap niet stil staat.
***Wie meent dat inmiddels het creationisme definitief het pleit heeft verloren en dat de discussie gesloten kan worden , ziet over het hoofd dat het "creationisme" is geevolueerd ( en zal evolueren ) in nieuwere mimicrytische vormen( meme-complexen ) zoals bijvoorbeeld het ID(C)
***Dit blog is speciaal opgezet om de aktualiteit binnen het evolutie-creationisme debat te volgen en van kommentaren te voorzien ... waartoe de lezers zijn uitgenodigd bij te dragen ...
Let echter wél op het volgende :
"Je bent een rund als je hier met religie stunt " ....
01-12-2010
Levend arsenicum
'Buitenaardse' bacterie op aarde' ?
..... Het nieuws "lekte " eerst uit en (na te zijn voorzien van de nodig geachte sensationele beweringen , pakkende titels en spannende , nieuwsgierigheid -opwekkende suggesties ) gepubliceert in enkele Engelse kranten : The Daily Mail en de, als zodanig bekend staande , populaire boulevard en roddel- krant Sun ..... beiden altijd tuk op "primeurs"... (wat hen uiteraard niet altijd belet om toch , en als eersten , heet van de naald nieuws , te signaleren ) Het blijft echter een feit dat de met de nodige tamtam beschreven vermeende ontdekking van een arseen-bacterie door astrobiologen van de NASA en notabene op een eilandje in het Lake Mona , reeds in 2008 was gesignaleerd in de amerikaanse pers : zoals hieronder ook valt te lezen
http://www.upi.com/Science_News/2008/08/19/Old-bacteria-relied-on-arsenic-not-water/UPI-20021219165946/ Maar of die "ontdekking " reeds in 2008 al dan niet werd gedaan , veranderd niets aan het toch (mogelijk) grote belang van de ontdekking ... Althans wanneer de reeds in 2008 geopperde claim dat het hier gaat over een "andere " vreemde essenieele afwijkende vorm van leven (misschien zelfs een "vertegenwoordiger van een "schaduwbiosfeer " ) , stand houdt ... Maw ; het kan zeker geen kwaad om deze ontdekking opnieuw onder de aandacht te brengen....
"Arsène " : het Lab nageslacht van de arseen vreter bacteriestam GFAJ-1 (still gemaakt tijdens de life presentatie )
zie --> http://www.nu.nl/wetenschap/2393177/vondst-van-unieke-bacterie-bevestigd.ht Astrobiologen van de NASA hebben het over een bijzonder vreemde bacterie ( en na twee jaar onderzoek werd het resultaat overtuigend genoeg bevonden en bekend gemaakt ) De merkwaardige extremofiel ontdekt in 2008 , hebben ze verder gekweekt ( de stam GFAJ-1 ) met het oog op voortgezet onderzoek in het lab Een eerste presentatie van het Nas verhaal ( voor amerikaanse leken en pers ) was Donderdag 2 december om 20 uur live te volgen via NASA TV.
Veel zaaks was dat persgedoe , als kommunikatie vaardig item , helemaal niet ... en al zeker niet na alle verwachtingen die waren opgewekt , niet alleen bleef je hier zitten op je honger , maar het geheel was bovendien erg ondoorzichtig (en vooral ook , naar mijn smaak , erg amerikaans- naif en rammelend gebracht )
Het kan o.a. ook figureren als een schoolvoorbeeld van wat zo vaak gebeurd ; Eerst heb je de media heisa , en ( zoals Dave Pouw al neerschreef )" het wordt allemaal veel spannender gebracht dan het eigenlijk is." " Kunnen leven op Arsenicum is zeker een zeer interessante ontdekking , maar ik ben wel enigszins teleurgesteld hoe groots het werd aangekondigd in relatie tot het echte nieuws. Daarbij vermoed Dave .....dat het ook (gedeeltelijk) als subsidie trekker moet dienen." Maar dit alles is grotendeels gebaseerd op vorm -kritiek afkomstig van de teleurgestelde toeschouwers met tehoog gespannen verwachtingen ....Een noodzakelijke updating dropng zich dus opnieuw op ..Dat zal nu iets gemakkelijker worden daar het hele gebeuren ook op you tube is geplaatst (Alvast een paar eerste indrukken heb ik meegenomen in het onderstaande want ) er viel toch ( dacht ik) wat nieuws te rapen ___ voor mij althans en eventueel voor de vele verwittigde toeschouwer ( die alvast beslagen op het ijs komen en gestimuleerd wxerden tot het doen van wat noodzakelijke voorstudie tengevolge van wat brainstormerij en zoekwerk op het internet ) ... Gelukkig is er meer dan de aarzelende persconferentie alleen , voorhanden ; in Sciences verscheen immer het korte artikel van Wolfe et al , waarover deze persconferentie eigenlijk ging ... (en ook Nature gaf present met een voorzichtig en beknopt nieuwskommentaar) Belangrijk ook : De nog donderdag avond te lezen " blog bespreking van PZ Meyers ... Die goed van de tongriem gesneden wetenschappers zette (alweer en naar goede gewoonte ) erg helder en degelijk alles op een rijtje ... een grote hulp en het voorteken dat er een mogelijk een stroom ( ook peer review )kommentaren op gang zal komen die toch bewijzen dat het om redelijk belangrijk puntje gaat in een boeiend thema ... al was het maar om een "toekomstige voetnoot in de leerboeken " zoals iemand het formuleerde
There's a lot of news going around right now about this NASA press release and paper in Science before anyone had read the paper, there was some real crazy-eyed speculation out there.
".....What they also found, and this is the cool part, is that they(= the bacteria ) incorporated the arsenate into familiar compounds*. DNA has a backbone of sugars linked together by phosphate bonds, for instance; in these baceria, some of those phosphates were replaced by arsenate. Some amino acids, serine, tyrosine, and threonine, can be modified by phosphates, and arsenate was substituted there, too. What this tells us is that the machinery of these cells is tolerant enough of the differences between phosphate and arsenate that it can keep on working to some degree no matter which one is present. So what does it all mean? It means that researchers have found that some earthly bacteria that live in literally poisonous environments are adapted to find the presence of arsenic dramatically less lethal, and that they can even incorporate arsenic into their routine, familiar chemistry. It doesn't say a lot about evolutionary history, I'm afraid. These are derived forms of bacteria that are adapting to artificially stringent environmental conditions, and they were found in a geologically young lake so no, this is not the bacterium primeval. This lake also happens to be on Earth, not Saturn, ..... I don't know that it can even say much about extraterrestrial life. It does say that life can survive in a surprisingly broad range of conditions, but we already knew that. So it's nice work, a small piece of the story of life, but not quite the earthshaking news
* I've had it pointed out to me that they actually didn't fully demonstrate even this. What they showed was that, in the bacteria raised in arsenates, the proportion of arsenic rose and the proportion of phosphorus fell, which suggests indirectly that there could have been a replacement of the phosphorus by arsenic. ...."
Dat arsenicum de plaats inneemt van fosfor moet volgens vele sceptici nog beter bewezen worden, want DNA met arsenaat is wel erg onstabiel bij de hedendaagse temperaturen van dit meer, . Als ik het goed begrepen heb is het gegeven dat er arsenicum in het DNA zit alleen met blotting aangetoond .Het is dus indirect (ongeveer) aangetoond maar hoe of wat , dat wist Wolfe niet en dat zegt ze ook eerlijk.
Astrobiologie is, zo herinnerde de NASA life uitzending , al meteen bij het begin de kijkers en luisteraars "de studie van de oorsprong, de evolutie, de verspreiding en de toekomst van leven in het universum"
De reeds bekende oppervlakkige riedeltjes volgden ( en kon je al vooraf lezen in de kranten deze week -) die alleen maar meer vragen oproepen -Het gaat om een bijzondere microbe die kan gedijen in een arsenicum.millieu
- Dat scheikundig element werd tot nu toe beschouwd als ongeschikt om leven te kunnen ondersteunen. (Dat arseen ook nog eens erg giftig is voor veel andere wezens , is wel waar maar niets bijzonder : het levensnoodzakelijke element dat het ( volgens het onderzoek ) vervangt = Fosfoor , kan immers ook giftig zijn ....zelfs zuurstof kan giftig zijn )
Fosfor werd al altijd beschouwd als een onmisbaar levens- element ( en ik bedoel daarmee het scheikundige element --> het fosfooratoom) van een zestal elementen = CHNOPS ( maar natuurlijk zullen crea's erop hameren ( doen ze al meteen , zoals ik deze week al kon merken ) dat leven meer is dan zes " basisonderdelen " ; ze hebben natuurlijk gelijk maar dat is zo wanneer ze wijselijk verzwijgen dat het over een klein aantal scheikundige elementen ( atomen ) gaat en niet over de vele levens onderdelen / organische verbindingen ( in assimileerbare vormen ) waar die elementen in functioneren als wezenlijke componenten van het scheikundig stramien ...Bovendien zullen ze wel weer gaan schermen met de "immateriele" componenten ( vroeger was dat het élan vital ( vitalisme ) , tegenwoordig is dat een stroman -versie van het "informatiebegrip" .... en flirten met het wholisme :" het geheel is meer dan de delen" , weet je wel ...en andere gemeenplaatsen die zelfs het emergentieverschijnsel ( jawel ook uit de chaostheorie ) in hun santenkraam inbrengen , te pas en te onpas )
Niettemin is deze gevonden extremofiel een anderssoortige levensvorm dan de levensvormen die wij hier op aarde ( tot nu toe ) normaliter aantroffen. En zelfs onder extremofielen zou het wel eens het eerste ontdekte buitenbeentje kunnen zijn met een gesubstitueerde variant van het DNA ( misschien volgen er nog ? ) Het feit dat dit soort dingen nu pas wordt ontdekt , betekent natuurlijk niet dat ze niet al die tijd al aanwezig waren op de aarde .... bewijs dat het van buitenaardse oorsprong is , is het dus geenszins
DNA ( ook gedeeltelijk) gebaseerd op arsenicum is echt iets bijzonder ..... Iedereen die dat ontkent ( bijvoorbeeld om deze deze vondst minstens te minimaliseren ) weet niet waar ie over praat.... Zo bestaat notabene de ruggegraat van de dubbele helix van het DNA ( tot nu toe als )obligaat (bevonden ) ook uit fosfor ATP kan ook niet zonder : Dr Dartnell (London) Phosphorous is key and absolutely essential for life. It forms the backbone of DNA. Every form of life of Earth we have known so far depends on phosphorous as well as another molecule called ATP, an energy storage molecule, or biological battery. http://skymania.com/wp/2010/11/alien-life-form-is-here-on-earth.html 30 november )
De bacterie is ontdekt op een eiland in Mono Lake, nabij het Yosemite National Park in 2008 dat LAKE is een (geologisch) vrij recente watermassa vol met arsenaten ( hee ja er zijn eveneens fosfaten aanwezig )
mono lake http://en.wikipedia.org/wiki/Mono_Lake http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-1334628/Astrobiology-findings-Alien-bacteria-lives-arsenic-Californian-lake-opens-search-life-planets.html Het is lang niet de eerste keer dat arseen-eters zijn ontdekt (Bijvoorbeeld) Ook in Lake Searle zijn dergelijke extremofiele microben maar van andere groepen, gevonden ( spirocheten geloof ik ) In 2008 verklaarden astro- biologen van USGS en betrokken bij het eerste onderzoek (en vervolgonderzoek )naar de bacterieën in Lake mono : en ontdekking onder hen van " arsène " " The findings add an important dimension to the "arsenic cycle "and highlights a previously unsuspected process that may have been essential for establishing the arsenic cycle on the ancient Earth," * De arseen-cyclus treed op wanneer bepaalde enzymen in microorganismen inorganisch arseen gaan omzetten in organisch arseen Die zo genoemde arseen cyclus wordt tegenwoordig intensief bestudeerd omdat studies daarover een verhoopt middel kunnen verschaffen die chemische vervuilingen met dit giftig element kan saneren Research naar en verder kweken van - dergelijke microbieele gifsnoepers allerlei , begon nadat een bacterie werd ontdekt op een Japans chemisch stort die in staat was bevonden nylon te verteren ..... Ondertussen zijn reeds andere organismen bekend( en verder gekweekt ) die dergelijke jobs ( ook arseenvervuiling ? ) kunnen uitvoeren .... ( zoek op google) [PDF]The microbial arsenic cycle in Mono Lake, California http://en.wikipedia.org/wiki/Prebiotic_arsenic " While arsenic tolerance and exploitation has been demonstrated to exist in these modern extreme biospheres it has not yet been demonstrated to exist phosphorous-free. Some may argue that an arsenic-based DNA backbone would be too unstable to sustain life "
Volgens het nu gepubliceerde vervolg laboratorium onderzoek (in sciences ) van het team rond de ontdekster van deze bacterie , Wolfe ( en dus ook op de pers conferentie ) kunnen die bacterieen arseen gebruiken : en niet alleen maar als voedsel en in hun metabolisme maar ze kunnen arsenaten ook aanwenden voor de aanmaak van essentiële nucleïnezuren(ook in hun DNA, & uiteraard ook RNA) tijdens hun verdere groei ( en dat houdt noodzakelijk ook hun vertikale en horizontale verspreiding in ): nml arseen als uiiteindelijk atomaire substituten voor fosfor-atomen in hun DNA Er zit dus (met andere woorden ) arseen op sommige plaatsten waar anders fosfor zit in de DNA -helix en dat is een claim die door Wolfe opnieuw expliciet werd gemaakt tijdens de uitzending en wel dmv van een .... afgelikt animatie -filmpje
Vooral PZ Meyers maakt het in zijn commentator verder duidelijk : Het is, volgens hem , de belangrijke claim ( 'cool'part ) die deze research en ontdekking scoorde :
Blijkbaar zijn er dus ( natuurlijke) levensvormen op aarde die het zonder fosfor kunnen doen en dat noodzakelijke element vervangen door arsenicum Steve Benner was ook aanwezig tijdens de uitzending / in wezen vertelde hij ( part 2 op you tube ) net hetzelfde ; het reeds bekende biochemische verhaal : "The only stumbling block to the idea is that arsenic-based DNA tends to break down quickly. "You don't want to build your DNA out of a compound with a half-life in the order of a couple of minutes," ....it could be a good thing in extreme cold, where chemical reactions move very slowly. Microbes living in Antarctica or on Saturn's moon Titan might find phosphate-based DNA too sluggish to work with and have evolved to take advantage of faster-reacting arsenate instead." PIERRA http://www.vkblog.nl/bericht/358495/Persconferentie_NASA#commentaar(Uit de link naar New Scientist) Wolfe repliceerde (half en half ) dat de data die haar onderzoek opleverden , wel degelijk wezen op die arseensubstituties in het DNA van de bacterie onder de huidige aardse omstandigheden en temperaturen ... Hoe minder sterk die arseenverbindeningen ook mochten zijn in vergelijking met hun fosfoorevenknieen ...? is , volgens haar , een probleem dat ook ten dele aan de scheikundigen moet worden overgelaten Die zullen de verkregen data moeten verklaren binnen hun eigen denkmallen, vakgebied en verworven kennis ipv de data zelf meteen te trachten van de tafel te vegen of vooraf ongeldig te verklaren ( uiteraard mag de geldigheid van de methodes die deze data hebben opgeleverd worden nagegaan / gekontroleerd op fouten en/ of vooringenomen partijdigheid ) Een nogal flauw repliekje dat aantoont dat het verdere grondige en belangrijke onderbouw- werk eigenlijk rond de claim nog moet beginnen .. of zelf voorbarige conclusie-jumping kan zijn Afwachten dus .. net zoals bij de duivenmelkers ... Ondertussen verklaarden Wolfe-Simon et all in (www.nature.com/news/2010/10120..) dat " there is a lot more to be done. The first step is to see whether these or other bacteria replace phosphate with arsenic naturally, without being forced to do so in the lab..." Kan het , oppervlakkig gezien toch , nog altijd worden beweerd dat de gevonden resultaten allemaal gevolgen zijn van het verblijf in het lab van die bacteriestam GFAJ-1 d ie in het lab verder werd gekweekt op erg rijke arseenbasis en met "alle voedingsstoffen vitamines , andere mineralen , spoorelementen enzovoort , enzovoort " erop en eraan , maar met weinig en wisselende fosfoorpercentage al naargelang verscheidene kolonietjes afstammelingetjes ?
PZ Meyers : What they showed was that, in the bacteria raised in arsenates, the proportion of arsenic rose and the proportion of phosphorus fell, which suggests indirectly that there could have been a replacement of the phosphorus by arsenic. ...." ( creato PB)"Het zijn gewoon bacterien die zich in het lab aangepast hebben aan een omgeving met arsenicum"
Ontdekking , het kweken en het (genetisch) manipuleren van "gifsnoepers zijn niets nieuws en worden nu al ingezet voor bodemsanering en het neutraliseren van gifstorten ....Het is juist dat bacterieen uiterst flexibel zijn o.m. ook door hun massale groei en een snelle generatiewisselingen ( en zelfs onmisbaar voor al het andere "complexere " leven ) en ze bezetten ongelooflijk veel biotopen tot in de diepste lagen der aarde toe .... (extremofielen , chemotrofen , anaeroben ,aeroben , zwavelwaterstof -ademhaling ( HSO2) .....U vraagt en de bacterieen hebben het in huis )Hoe dacht je trouwens dat het basismateriaal oftewel de bacterieeen die verder kunnen worden gekweekt als saneerders van allerlei mens-gemaakte afvalprodukten en giften( die vroeger niet eens bestonden ) worden opgespoord ?Door ze te gaan zoeken op gifstorten natuurlijk ... waar de evolutie ze zelf al heeft laten onstaanDie voorlopige evolutie eind-produkten gebruiken als startmateriaal spaart trouwens heel wat tijd en geld ...Persoonliijk denk ik dat er ons nog vele verrassingen te wachten staan uit de microbieele wereld
In de eerste lab opstelling zat volgens Wolfe niet genoeg fosfor om de groei van de bacterie volledig te verklaren. Dat zou betekenen dat er ook arseen was opgenomen.
....Als die bacterie geen arsenicumvoedingsbodem heeft gedijt ie niet....? Wolfe liet zich ook terloops ontvallen ( tijdens haar repliek aan Benner ) dat er met haar team wordt gewerkt aan de redactie van een binnenkort te verschijnen studie van ( de haar reeds bekende )resultaten van verdere kweekexperimenten op fosfoorsubstraat met weliswaar zeer weinig arseen ... We weten dat de natuurlijke bacterieen in het meer niet arseen afhankelijk zijn ... maar geldt hetzelfde voor de verder gekweekte "stam" ? ( wat wordt hier dan gesuggereerd door dat geheimzinnig "ik weet al wat jij niet weet ? " ).... wachten dus Zich ergeren aan Felisa. ( JeroenJ03-12-2010 op het hieronder vermelde "creationistische " blog van PB ) " een begrijpelijke houding voor iemand die zijn baan wil houden, maar wetenschappelijk is het natuurlijk vertragend ....De bacteriën "Thrived" in hun potje zonder fosfor met veel arseen, zei ze eigenlijk .... Ze suggereerde daarmee dat de bacteriën liever arseen hebben dan fosfor..... (Kan men in het vervolg toch niet ) wat duidelijker te horen te krijgen wat wél en wat niét gevonden is. ? Ik begreep dat er in DNA blotjes "met DNA geassocieerde arsenicum verbindingen" zijn gevonden. Vragen over of, en in hoeverre, dat daadwerkelijk in de DNA ruggengraat zat , werden omfloerst beantwoord, maar zeer dwingend suggestief in een gelikte animatie vertoond. ATP werd wél genoemd in een suggestieve context, maar van functioneel ATAs is voorlopig geen sprake. Ik snap niet waarom er niet eenvoudig wat DNA van de bacterie in de GCMS gekieperd is, of waarom er niet een groeiexperiment heeft plaatsgevonden om een voor groei optimale verhouding P/As te bepalen.
Verder werd door felisa aangestipt dat nu ook geavanceerde genoomsequentie(s) van deze bacteriestam zich opdringen De wetenschap verwacht , naar zij ook nog zegt, dat het nog heel lang gaat duren voordat men van die data chocolade(letters) van zal kunnen maken. Dus vooralsnog nog is het meeste wat er wordt uit (speculatief ) afgeleid uberhaupt ook al een wassen neus.
Ondertussen lijkt dat alles te kunnen betekenen dat de microbe onafhankelijk van andere uitsluitend op fosfoor - DNA gebaseerde levende organismen , geëvolueerd kan zijn ...? . Dit .is natuurlijk belangrijk voor de zoektocht naar buitenaards leven, omdat tot nu toe werd aangenomen dat primitieve levensvormen alleen zouden kunnen bestaan ( of misschien slechts kunnen ontstaan )op basis van ( of bij aanwezigheid van ) fosfor. Maar het betekent veel meer dan dat alleen .... Is dit ook een aanwijzing dat leven misschien twee keer is ontstaan op aarde? ( of zijn de in het meer gevonden bacterieen maw afstammelingen van zo'n "andere" levensvormen )
"Arsène "GFAJ-1 is alleszins een extremofiel - extremofielen als "aparte " maar niettemin in het gewone levende inpasbare levensvormen( dus ook voorzien van fosfor metabolisme ) zijn allang ontdekt en als dusdanig erkend ... Daaronder zitten HSO2 (= rot eigeurtje ) zwavelwaterstof ademhalers en al die chemotrofe weirdo's uit het black-( en ook het " white" ) smokers pandemonium ( the lost city , bijvoorbeeld ) Substitutes waren allang bekend zoals ook hyperthermofielen zwavel kunnen gebruiken in plaats van zuurstof. Zo mag je misschien ook verwachten dat hyperthermofielen het prima doen in een omgeving waar Zwavel wordt vervangen door selenium. Zwavel en selenium lijken chemisch gezien nog meer op elkaar dan zuurstof en zwavel. -->extremofielen Het rare hier is echter dat de bacterie arseen niet alleen kan arsenicum consumeren, maar het ook kan gebruiken als ruggegraat voor het eigen DNA.( en dat is de hoofdclaim in deze hele hype en die is niet voldoende onderbouwd )
Dr Dartnell( LONDON ) (eerder deze week 30 november 2010) http://skymania.com/wp/2010/11/alien-life-form-is-here-on-earth.html/ " ......There is no reason to expect that life arose just once on Earth. It could have arisen any number of times. The only reason that all life we have found so far has all descended from the same progenitor the same mother of life is because weve been looking for life in the same way.But if you start looking in extreme environments like Mono Lake, where our kind of life doesnt survive very well, thats where you find fundamentally different life forms with a separate origin. Theyre aliens *, but aliens that share the same home as us. " (*Alien betekent : vreemd(en) , niet meer dan dat , en dat is dus niet noodzakelijk = een " buitenaardse" vreemdeling )
Leven zou zich dus ook d.m.v. andere elementen ( = substitutieve elemnten ) kunnen vormen dan die ons tot nu toe bekend zijn. Dat is nogal een aardverschuiving Maar Is dit wel een echte nieuwe (onhafhankelijk onstane )levensvorm ipv een aangepaste evolutionair ontwikkelde afstammeling uit een meer conventionele levensvorm = is er op onze planeet minstens een tweede vorm van anders-soortig leven onstaan ? of heeft het gevondene zich "evolutionair" ontwikkeld uit het "andere leven" ?= namelijk --> het is een extremofiele bacterie die erin geslaagd is zijn fosfor opportunistich te vervangen door arsenicum --> Net zoals sommige langdurig zich voortplantende coli- bacterieen populaties in de LENSKI experimenten hebben gedaan en dmv " gelukkige" mutaties zijn overgeschakeld op een andere "voeding " .... Maar hier is bovendien nog eens expliciet sprake van het vervangen van enkele materieele basisingedrienten ( elementen ) die elkaars functies kunnen overnemen op beopaalde plaatsen binnen DNA /RNA - ...? en dat is nooit gezien ? ook niet in de lenski experimenten ? -De bacterie is dus , hoe dan ook , toch een intrigerend en een vreemd buitenbeentje : " een uitzondering op de regel " zei Wolfe -Het suggereert tevens dat het aardse leven zoals we het tot nu toe kenden , geen unicum is . -Het zou tevens een welkome eerste vergelijkingsmodel met het reeds bekende " aardse " leven kunnen bieden
2.- De microbe uit Californië zou suggereren dat leven ook kan op planeten waar geen fosfor aanwezig is. Dit is een spannende ontdekking, verklaart astrobioloog Lewis Dartnell in The Sun. Als deze organismen arsenicum(kunnen) gebruiken bij ( al was het alleen maar in )hun metabolisme,( maar het is dus duidelijk ook een vervanger element van de fosfoor in gedeelten het DNA ) is dat een bewijs dat er andere vormen van leven ( ook op deze aarde ) bestaan dan de levensvormen die we nu kennen. Oftewel: de kans dat wetenschappers leven aantreffen op planeten en manen, zoals Titan, Europa en Mars, wordt alleen maar groter. -Onderzoek ( ook naar buitenaards leven ) kan je uiteraard pas beginnen doen op basis van dingen die je vind in de aardse omgeving---> -Over het onderwerp 'leven' hebben we vooralsnog alleen waarnemingen hier op aarde. Ook de vindplaats Lake mono is aards ... -Dat je verder eerst naar op zuurstof levend en op koolstof gebaseerd leven gaat zoeken is nogal wiedes We weten namelijk zeker dat die grondstoffen keuze gecompliceerde vormen ( en zelfs intelligentie) kan bouwen . Dus zoek je daar het eerst naar. Er wordt al heel lang gespeculeerd op andere mogelijke levensvormen maar een belangrijk probleem daarbij wordt ook gelijk erkend ; zouden wij die "anderen" nog ooit kunnen herkennen als levensvorm? -De ontdekking geeft in ieder geval aan dat extreme omgevingen niet automatisch leven uitsluiten . ....Maar dat is niets nieuws ... extremofielen zijn al lang als dusdanig gekend en erkent
Fosfor en Arsenicum lijken erg sterk op elkaar. Het zijn buren in de tabel van mendeljev Het is dus voorstelbaar dat de "forfor" microbe zich heeft aangepast en in het Lake is omgevormd naar een "arsenicum" microbe. Ouderwets aards maar dan een tikje anders.. Het leven is echter veel flexibeler dan ooit is gedacht
Deze microbe is het meest waarschijnlijk een afstammeling van een microbe die met fosfor werkte. ? ofwel : Het leven waaruit deze arseen bacterie is ontstaan , is dus ook minstens een stamouder van fosfoor-leven ? >de optie dat het ontdekte dichter bij de oudste levensvorm zou staan , is ook een mogelijke uitleg voor een andere 2 jaar oude hypothese van Felisa Wolfe-Simon Harvard University http://www.ironlisa.com/NewScientist_Arsenic.pdf Het ging toen ook nogal vlug over opduikende speculaties van Wickramasinghe enzo .... en of het zou kunnen gaan om buitenaards leven dat hier op Aarde is aangeland ( panspermia ? ) = de ontdekking zou dan een vertegenwoordiger zijn van hetgeen een schaduwbiosfeer wordt genoemd. Onderzoekster Felisa Wolfe-Simon zou in het Mono Meer in Californië in 2008 ( volgens pan spermia aanhangers ) reeds toen aanwijzingen hebben gevonden voor een dergelijke schaduwbiosfeer. Zij vond micro-organismen in dat meer die kunnen leven met arsenicum. Dat is niet hetzelfde als dat arsenicum onderdeel is van die micro-organismen.( zoals nu expliciet is geclaimd ) Maar in dat artikel uit 2008 van Wolfe speculeerde ze al dat er wellicht leven is dat wel op arsenicum gebaseerd is en dat misschien vanuit de ruimte op aarde terecht zou zijn gekomen. Dat leven kwam dus naast de bestaande biosfeer terecht en dàt zou dan die schaduwbiosfeer hebben opgeleverd. Het zou dus kunnen dat Wolfe in Mono Lake micro-organismen heeft gevonden die daadwerkelijk op arsenicum gebaseerd zijn __ maar de huidige studie is onvoldoende feitelijk om bewijs te leveren voor de rest van haar agenda . Hier is een 2008 artikel in "astrobiology magazine" van Wolfe zelf : http://www.astrobio.net/index.php?option=com_expedition&task=detail&id=3259 Dr Wolfe-Simon over haar toenmalige ontdekking en research It may prove that there are other possibilities that are beyond our imagination. It opens the door for us to think about biology in ways we have never thought.......We are going to look for life on other planets and we only know to look for that which we know. This may help us to develop tools to look for something we have never seen......
JeroenJ Overigens is het verdere feitelijke onderzoek naar deze bestaande extremofiel zeer veel nuttiger dan onderzoek naar mogelijk bestaand extraterrestrisch leven. Als je al zoekt naar extraterrestrisch leven moet je, lijkt mij, zoeken naar zelforganiserende systemen en verdachte chemische patronen, en niet zo specifiek naar CHNOPS vriendelijke milieus Het hele idee dat leven ergens anders ook op basis van fosfor DNA zou moeten bestaan , is natuurlijk nogal conservatief. (of er ook nog eentje ergens rondloopt met een betere of complexere genetische code dan de onze is natuurlijk nog komplete speculatieve science fiction ... maar je weet maar nooit ) Het nu bekend gemaakte verhaal rond een arseen extremofiel is alleen maar een klein stukje van een legpuzzel die alweer is aangegroeid en het beeld helpt construeren dat uiteindelijk zal te voorschijn moeten komen
De kans dat bepaalde fundamenteele levensvormen ontstaat als de juiste omstandigheden voor een bepaalde start als basis aanwezig zijn , is weer wat groter geworden , daarmee wordt de aanwezigheid en evolutie van gecompliceerd leven als universeel verschijnsel in het heelhal aannemelijker maar ook die aangekaarte evolutie naar het complexe vanuit eenvoudige basis is verre van opgelost - Het gevondene bewijst ander leven in het heelal niet maar het maakt het weer meer waarschijnlijker en het steunt vooral impliciet op de veronderstelling dat waarschijnlijk het onstaan van leven , geen exclusief aardse of unieke aangelegenheid is .. Heilaas is de voorliggende studie te onvoldoende en bevat te weinig feitelijk bewijs om het loutere " conclusieve giswerk" te overstijgen Eh wat moeten creationisten hier nu mee ? Uiteraard kunnen de sinds 2008 al gemaakte claims zonder twijfel op tegenstand rekenen van enkele mensen die geloven dat : het leven "niet normaal" is ; en/of (misschien ) in zijn bekende vorm uniek is want alleszins "optimaal " geschapen door een Intelligente Ontwerper ... Het ( eerste ) levende zelf ( en bij uitbreiding ook ander leven en alle voorgestelde vertakkingen ervan- kan dus , volgens die creationische mensen , niet "natuurlijk" (= normaal ? )zijn onstaan , hier niet (en ook elders niet ) ....
Maar echt belangrijk of relevant is dit niet meer ... Het is tijdverspilling( De wetenschap trekt er zich niets meer van aan en doet gewoon verder binnen haar vakgebieden en volgens de haar eigen en pragmatisch optimaal bevonden methodes ) om zich nog echt bezig te gaan houden met een herkauwde patstelling die het evo-creato (zogenaamde) "inhoudelijke en wetenschappelijke " debat zo langzamerhand is geworden ....
Iets heel anders is natuurlijk de voortdurende politieke en propagandistische media oorlog die de creationisten ( en de media smaakmakers zelf ) voeren en ( voor de creationisten -) met het oog op een beoogde effektieve blokkering van wetenschappelijk onderzoek dat hen niet zint : weze het astrobiologie ( uiteraard vanwege de implicaties en sterke connecties met abiogenese en "evolutie" )of was het bijvoorbeeld stamcelonderzoek ( vooral een paar jaar terug vanwege haar morele en ethische conflikten met religieuze richtlijnen in verband met manipulaties van embryonale cellen ) , maar voornamelijk ook politieke , manoeuvers ter afblokking van alle wetenschaps-opleidingen / projekten : die hun dogma's mogelijk kunnen onderuit halen of minstens zwaar bedreigen --> "Teach the controversy" en het drijven van wiggen in de (methodisch naturalistische ) wetenschap .... Dit is geenszins ongegrond complot getheoretiseer . Het wedge document is daar om voor de taktische bedoelingen van de creationitische bewegingen te getuigen ....
Maar hier zijn de crea's toch in het voordeel ; het zijn alleszins veel betere kommunikatoren( en populisten ) dan de doorsnee wetenschapper die ook wel eens in de publieke belangstelling wil staan , maar meestal maar halfbegrepen wordt en daardoor ook nogal vlug gewantrouwd en verdacht bevonden , en in het karretje gespannen van beroeps-ideologen ..... Bovendien is het creationisme slechts een onderdeel van de anti- en pseudo -wetenschap die teert op de goedgelovigheid en het universeel bijgeloof van alle mensen ( minstens toch in enkele fases van hun afzonderlijke levenslopen )
*Eentje van de Nederlandse créationisten en nieuwe trots van die "weet" sekte ,was een beetje paniekerig losgeslagen deze week en was alvast begonnen met het geijkte verontwaardigd briesen, liegen en zwartmaken ... hij tapte daarbij , samen met een kompaan( en aangever= net zoals dat gebeurt bij twee samenwerkende komieken of bij politiewerk ) , uit de bekende vaatje Maar dat is geeneens interessant , noch onbegrijpelijk ..... gaap ... en dergelijk geraaskaal is ook niet vol te houden Gelukkig heeft hij zich een beetje herpakt en is begonnen er een "serieus" blogje aan te besteden (weliswaar weer met de zelfde ingeredienten ..) maar je moet het vooral gaan lezen wegens de reactie's , daar zit altijd het interessante verborgen op de blogjes van die zure man "Pluriba " /alias teveel om op te noemen ... ... Het is evenwel altijd een goede aangever ... dat wél ( ik geef maar vlug het url / want anders komt hij hetzelf nog doen... hahahaha ) -->http://www.vkblog.nl/bericht/358756 Waarvan is de doorsnee creationist bang ? (dat de goddelijke openbaring in haar letterlijke vorm ( en volgens zijn eigen sektaire interpretatie ) op de schop staat , natuurlijk ) Maar voor de meer beslagen theololo -woordkunstenaar apologeet , is er altijd een groot aantal ontsnappingsclausules en vluchtwegen open voor zijn vluchtende god op zoek naar een nieuw schuilgat : *Uiteraard kan een almachtige God , overal in het universum " scheppen " *en/of is alles "gefrontloaded " in de Eerste en Enige scheppingsdaad ? (= het "onstaan" van het heelhal uit datgene wat niet "waarneembaar" is en daarom "niets " wordt genoemd ? ) Maar volgens Stephen Hawkins is ook hier een "scheppende" en afzonderlijke entiteit God (= de eerste beweger ) of de "deus ex machina" overbodig .... *Het begin van het ons bekende heelhal was het resultaat van diverse onvermijdelijke fysische wetten* Hier is een beginnertje http://www.scientias.nl/hawking-universum-had-god-niet-nodig/15333 Volgens chemisch technoloog John E. Rijsndorp zoekt men naar de 'theorie van alles', en dat is dan de afspiegeling van de overkoepelende Natuurwet die de kosmos beweegt: 'Als je niet in de schepping gelooft, dan zou zo'n Natuurwet er gewoon zijn, zonder verdere discussie. De vraag waar die wet vandaan zou komen, wil je niet beantwoorden, of zelfs kun je dergelijke vraag niet stellen, uiteraard als wetenschapper , omdat dit nog niet kan ( of misschien nooit kan ) verder worden onderzocht ' - Dat is precies wat Hawking doet. (maar dat wil daarom nog niet zeggen dat men niet meer moet blijven zoeken en dat geldt evenzeer voor "theisten " ) Zie over (speculaties rond ) alternative biochemieen http://en.wikipedia.org/wiki/Hypothetical_types_of_biochemistry (enkele) Nederlandse Bronnen/ verdere lectuur =Verder lezen (tsjok45) Volledige citaten vind je terug door te surfen naar de vermelde url's ( voor zolang die sites blijven bestaan uiteraard )
Onderzoekers hebben in een museum in Thailand het fossiel van een honderd miljoen jaar oude krokodil gevonden.
AP
Nov. 25: In this undated photo released during a news conference in Bangkok, Thailand, by the Northeastern Research Institute of Petrified Wood and Mineral Resources, the skull of an ancient crocodile which was dug in Nakhon Ratchasima, northeastern Thailand in 2006, is shown from the top.
Articles /Khoratosuchus jintasakuli gen. et sp. nov., an advanced neosuchian crocodyliform from the Early Cretaceous (Aptian-Albian) of NE Thailand K. Lauprasert1,2, G. Cuny3, K. Thirakhupt4 & V. Suteethorn5 1 Department of Biology, Faculty of Science, Mahasarakham University, Khamrieng, Kantharawichai, Mahasarakham, 44150 Thailand 2 Palaeontological Research and Education Centre, Mahasarakham University, Khamrieng, Kantharawichai, Mahasarakham, 44150 Thailand 3 Natural History Museum of Denmark, University of Copenhagen, Øster Voldgade 57, 1350 Copenhagen K, Denmark 4 Department of Biology, Faculty of Science, Chulalongkorn University, Bangkok 10300, Thailand 5 Bureau of Fossil Research and Museums, Department of Mineral Resources, Rama VI Road, Bangkok 10400, Thailand
*Corresponding author (e-mail: lauprasert@gmail.com) A new slender-snouted neosuchian crocodyliform, Khoratosuchus jintasakuli gen. et sp. nov., is described from the late Early Cretaceous Khok Kruat Formation of NE Thailand. This discovery represents the youngest and most advanced Mesozoic crocodyliform known in Thailand on the basis of the following cranial features: the secondary choanae are relatively posterior and almost enclosed by the pterygoid; the lateral margin of the maxilla is relatively straight without lateral constrictions; the dorsal surface of the skull lacks ridges and fossae; maxillary teeth are homodontous; the anterior end of the jugal and prefrontal terminate at the same level. The specimen bears resemblances to Chinese and European derived neosuchians and suggests a close relationship between the late Early Cretaceous neosuchians of China, Europe and SE Asia.
Dat maakten wetenschappers gisteren (donderdag ) bekend , tijdens een perskonferentie in Bangkok en in een paar artikels die verschenen in de thaise pers .Blijkbaar is het onderzoek nu rijp genoeg bevonden om in de gewone pers te worden aangekondigd
De krokodillensoort had langere poten dan hedendaagse krokodillen en at voornamelijk vis. Dat zou blijken uit zijn gebit.
"De Kroks leefden op land en konden niet erg hard rennen", aldus Komsorn Lauprasert, wetenschapper van de universiteit Mahasarakham.
Het fossiel is zo'n vijftien centimeter lang en werd opgegraven in de provincie Nakhon Rathchasima, ook Korat genoemd. Het werd niet als nieuwe soort gezien en belandde in een museum, waar het in 2006 werd herontdekt. (1)
Khoratosuchus jintasakulie
De soort is Khoratosuchus jintasakulie gedoopt, naar de provincie Korat en Pratueng Jintasakul, aldus de directeur van het Northeastern Research Institute of Petrified Wood and Mineral Resources De vondst is in 2009 al beschreven in een officieel artikel van de Geological Society of London.
Het noordoosten van Thailand (2) is de afgelopen jaren een belangrijke onderzoeksplek geworden voor paleontologen.In de zogenaamde dinosaurus-riem, een plek waar sedimentair gesteente uit het Mesozoïcum door het aardoppervlak puilt, zijn tal van prehistorische fossielen gevonden.
(1) Musea bergen waarschijnlijk nog veel onbekende gegevens ....in zowel de reserves die nauwelijks grondig zijn onderzoek , als zowel in de bekende blikvangers en erkende belangrijke fossiele materialen . Die laatsten wachten op nieuwe onderzoekingstechnieken ( bijvoorbeeld CT scans ) als op nieuwe speutrtochten naar mogelijke overblijselen van zacht weefsel en ( mogelijk ook ) dito oud-DNA
(2.) Het gebied Khorat Plateau NO Thailand De meest spectaculaire vindplaats(en ) bevinden zich in en rond Baan Na Kum
Sirindhorn museum 30km ten Noorden van Kalasin is het belangrijkste dino- museum in de regio het toont vooral vondsten uit en de Phu Kum Khao vindplaats en van de daar gevonden Phuwianggosaurus sirindhornae De beroemste Issan fossielen van Thaise Dino's bevinden zich in het Phu Wiang Museum
Phylogenetic framework of major clades and taxa of crocodilomorpha based on Larsson and Sues (2007).
Eind augustus 2009 verscheen de jongste studie over een belangrijke vertegenwoordiger van de Burmese fossiele primatengroep die een scharnierpositie blijkt te vervullen : Siamopithecus eocaenus http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/ar.20998/pdf
De groep werd hieronder <--LIBYA al vermeld en is een van de eerste aanleidingen geweest om de oorsprong van de oude wereld apengroep (waaronder ook de antropoidea-voorlopers ?) in azie te gaan zoeken .....Vandaar dat deze belangrijke studie , doorgedrongen in de gewone plaatselijke siamese pers in november 2009 en algemeen bekend geworden in januari 2010, hier als eerste item verschijnt ...
Christoph P.E. Zollikofer. de hoofdauteur van het artikel , claimt dat het fossiel -40MY oud is en noemt het verder veeleer het " oudste antropoide fossiel ", dan het "oudste primaten fossiel " wat al met al een zinvoller claim is dan het l:aatste ...
Siamopithecus: De eerste anthropoide aap
De gevonden fossiele maxillofaciale en onderkaak fragmenten van het Siamopithecus specimen uit het laat-eoceen van de krabi-formatie , Thailand (ong -40 MY )spelen een scharnier-rol in het onderzoek naar de vroege evolutie van de anthropoidea en binnen de lemuur stamgroepen . Computer-geholpen reconstructies van het vervormde en platgedrukte materiaal lieten een serie van anthropoide eigenschappen zien , die werden( en nog steeds worden ) vergeleken met een uitgebreide relevante verzameling van fossiele en extante prosimiaanse and simiaanse specimens. Geomorphometrische analysen focussen op de quantitative eigenschappen die de taxon-specifieke verwantschappen tussen mandibulaire , maxilaire en orbitale morfologie bij prosimaanse en simiaanse monsters , belichten .
Recent fossil discoveries have demonstrated that Africa and Asia were epicentres for the origin and early diversification of the major living primate lineages, including both anthropoids (monkeys, apes, and humans) and crown strepsirhine primates (lemurs, lorises, and galagos). Competing hypotheses favouring either an African or Asian origin for anthropoids rank among the most hotly contested issues in paleoprimatology. The Afrocentric model for anthropoid origins rests heavily on the >45-million-year-old fossil Algeripithecus minutus from Algeria, which is widely acknowledged to be one of the oldest known anthropoids. However, the phylogenetic position of Algeripithecus with respect to other primates has been tenuous because of the highly fragmentary fossils that have documented this primate until now. Recently recovered and more nearly complete fossils of Algeripithecus and contemporaneous relatives reveal that they are not anthropoids. New data supports that Algeripithecus and its sister genus Azibius are the earliest offshoots of an Afro-Arabian strepsirhine clade that embraces extant toothcombed primates and their fossil relatives. Azibius exhibits anatomical evidence for nocturnality. Algeripithecus has a long, thin, and forwardly inclined lower canine alveolus, a feature that is entirely compatible with the long and procumbent lower canine included in the toothcomb of crown strepsirhines. These results strengthen an ancient African origin for crown strepsirhines and, in turn, strongly challenge the role of Africa as the ancestral homeland for anthropoids.
For more details, see : Tabuce, Marivaux et al. (2009). Anthropoid vs. strepsirhine status of the African Eocene primates Algeripithecus and Azibius : craniodental evidence. Proceedings of the Royal Society, London276 : 4087-4094.
De ontdekkingen en nieuwe studies bleven echter niet beperkt tot de hogere primaten
Een aapje ter grootte van een muis valt de eer te beurt de eerste Amerikaanse primaat in de geschiedenis te zijn geweest. Vermoedelijk is het diertje via de Beringstraat het continent binnen gekomen.
Teilhardina magnoliana heet het diertje, en het paste precies in de palm van je hand. Het woog nog geen 30 gram, en had een sierlijke, lange staart. Het was een goede klauteraar en kon vermoedelijk enorme sprongen maken. De kleine primaat leefde op een dieet van fruit, bessen en kleine insecten. Dat leidt onderzoeker Cristopher Beard van het Carnegie Museum of Natural History in Pittsburgh allemaal af van een handjevol tanden en kiezen, opgegraven in de Tuscahoma Formatie in de staat Mississippi.
Uit het afzettingsgesteente waarin de tanden zijn gevonden, constateert Beard deze week in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences dat de eerste Amerikaanse Teilhardinas zon 55 miljoen jaar geleden via de Beringstraat vanuit Azië het continent moeten zijn binnengekomen, en niet, zoals tot nog toe werd aangenomen, via een transatlantische landroute.
Beide landroutes ontstonden zon 55 miljoen jaar geleden als gevolg van de extreme zeespiegeldaling tijdens het Paleo-Eocene Thermale Maximum (PETM), een periode van zon 100.000 jaar waarin de aarde fors warmer werd. De Beringroute kwam als eerste boven water, de landverbindingen tussen Schotland, Groenland en Noord Amerika ontstonden later in het PETM.
Tot nog toe leken de wereldwijd gevonden fossielen van Teilhardina te wijzen op een transatlantische immigratieroute. Dat leidden onderzoekers heel eenvoudig af uit de ouderdom van de fossiele overblijfselen. De oudste zijn gevonden in Azië en behoren tot Teilhardina asiatica. Die lijkt naar Europa te zijn getrokken, afgaande op de iets jongere restanten van Teilhardina belgica die zijn opgegraven in de Tienen Formatie in België. En omdat de meest bekende Noord Amerikaanse fossielen, opgegraven in het Bighorn Basin in Wyoming, van recentere datum zijn dan de Belgische, móest het kleine diertje wel van Europa naar de Nieuwe Wereld zijn getrokken.
De fossielen die Beard in Mississippi heeft opgegraven, zijn echter ouder dan de fossielen uit Wyoming, en zelfs ouder dan die van Teilhardina belgica. En daarom denkt Beard dat de primaten een andere weg hebben gekozen om het nieuwe continent binnen te trekken: via de Beringstraat, want die route kwam eerder boven water te liggen in het PETM dan de transatlantische.
Maar de datering van Beard is omstreden. Die is gebaseerd op de geologische afzettingen, die volgens Beard bewijzen dat de zeespiegel ten tijde van Teilhardina magnoliana nog te hoog was om een immigratie via de transatlantische route mogelijk te maken. Die geologische afzettingen zijn volgens de Amerikaanse geoloog Philip Gingerich onvoldoende om zulke harde uitspraken te doen over de ouderdom van de fossielen. Gingerich is een voorstander van de transatlantische immigratieroute, en die staaft hij met name op grond van koolstofdateringen (C13-isotopen) van de gesteentelagen waarin de fossielen die Gingerich bestudeerde, zijn gevonden. Zon koolstofdatering heeft Beard niet gemaakt, en daardoor is zijn claim moeilijk hard te maken, aldus Gingerich.
Jacqueline de Vree
K. Christopher Beard, The oldest North American primate and mammalian biogeography during the Paleocene-Eocene Thermal Maximum, in: PNAS, 4 maart 2008
Image de lholotipus de Pseudoloris pyrenaicus. ICP
Terug naar de " hogere "apen in April >
Uiteraard was er de vondst van het jaar AUSTRALOPITHECUS SEDIBA
Australopithecus SEDIBA STERKFONTEIN 2010
maar er was ook Pliopithecus canamensis - 11,7 My Gevonden = diverse kaken en enkele tanden
Una de las mandíbulas de pliopiteco (vertedero de Can Mata./Barcelona ) - SINC Can Mata in het Vallès-Penedès basin (Catalonia) Pliopithecus canmatensis This is the jaw of a male Pliopithecus canmatensis. (Credit: Alba et al.)
1.Alba et al. A New Species of Pliopithecus Gervais, 1849 (Primates: Pliopithecidae) from the Middle Miocene (MN8) of Abocador de Can Mata (els Hostalets de Pierola, Catalonia, Spain. American Journal of Physical Anthropology, 2009; NA DOI: 10.1002/ajpa.21114
Het gaat om een geheel nieuwe soort die de naam pliopithecus canmatensis heeft gekregen. Het dier behoorde tot een uitgestorven superfamilie van (voorouderlijke)mensapen apen die van Afrika tot Eurazië voorkwamen de Pliopithecoidea.
De onderzoekers hebben het dier op basis van verrschillende kaakfragmenten en tanden weten te identificeren. De ontdekking van de nieuwe soort werpt licht op de evolutie van de hogere primaten.
De ontwikkeling van de superfamilie is waarschijnlijk te situeren op een aftakking uit de gemeenschappelijke voorouder - groep der oude wereld apen en de hominoidea Maar de Spaanse wetenschappers schuiven ook de kenya(dryo)pithecinen naar voren als naaste verwante groep
En er is nog de eerder ontdekte enigmatische A. brevirostris waarvan nog steeds de phylogenetische positie niet is vastgesteld <--Alweer eentje ? .....
De P. catalaunicus blijft echter wél een vertegenwoordiger van de basale mensaapachtigen ( waaruit dus later ook de mensapen en het genus homo onstonden )
Er hebben dus heel wat primaten met mensachtige trekjes rondgelopen in het Spaanse mioceen Maar dit betekent nog niet dat de vroegste voorouders van de hogere apen in Spanje zijn onstaan en later terug verhuisd naar (Noordelijk) afrika waar ze zich verder ontwikkelden tot en met de "grote afrikaanse apen "en de mensachtigen (Overigens is ook AZIE kandidaat als bakermat van die hogere apen ... )
De pliopithecus canmatensis zou oorspronkelijk uit Azië komen. De Spaanse wetenschappers vermoeden dat de nieuwe soort zon vijftien miljoen jaar geleden in het huidige Spanje arriveerde.
A. turkanensis ( incertae Sedis = fylogeny is nog onbekend ) was discovered in the mid 1980's on the western side of Lake Turkana.by Leaky A. turkanensis dates to about 18-16 MYA. The skull is characterized by small supraorbital tori, what seems to be a broad interorbital region, somewhat small orbits, long premaxilla, procumbent incisors and a smallish brain. Body size is estimated to be in the Proconsul major.
In Juni komen de apen van de nieuwe wereld op het voorplan Antillothrix bernensis, (catharini)
* Er zijn eerst en vooral een aantal nieuwe onderzoek-technieken ontwikkeld zoals bijvoorbeeld ; een PALEO-thermometer
Waren Dino's koud- of warmbloedig ? 25/05/10
Amerikaanse wetenschappers hebben een nieuwe techniek ontwikkeld om uit te maken of dinosauriërs warm- of koudbloedig waren. De zogenaamde 'paleothermometer' zal onder meer kunnen aantonen of prehistorische vogels warmbloedig werden vóór of nadat ze pluimen ontwikkelden. De techniek zou ook kunnen uitwijzen waarom de evolutiegeschiedenis de weg van de warmbloedige vertebraten insloeg , terwijl deze warmbloedigen toch meer energie nodig hebben.
Werking De paleothermometer analyseert de concentratie van twee zeldzame isotopen, die de neiging hebben meer of minder samen te klonteren naargelang de temperatuur, zegt onderzoeker Robert Eagle van het California Institute of Technology (Caltech). "Bij hoge temperaturen klonteren de isotopen veel minder samen, terwijl ze dat bij lage temperaturen net meer doen".
Thermometer Bij levende wezens kan de samenklontering van de isotopen afgelezen worden uit een mineraal waaruit beenderen, tandglazuur en eierschalen ontwikkeld worden. "Wanneer dit mineraal in het bloed beenderen of tanden vormt, dan stolt de isotopische samenstelling. Die kan miljoenen jaren bewaard blijven", vervolgt Eagle. "Het is bijna alsof we een thermometer in de anus van al lang verdwenen wezens stoppen", besluit één van de onderzoekers. (afp/sam)
Uit een vergelijkende analyse van enkele prehistorische reptielen blijkt dat zij naar alle waarschijnlijkheid warmbloedig waren. De warmbloedige varianten van de tegenwoordig koudbloedige reptielen zijn uitgestorven, maar zouden nog opvallend laat in de evolutie naast de koudbloedige dieren hebben bestaan.
De onderzoekers bestudeerden ichthyosauria , plesiosauria , en mosasaurus . De eerste twee reptielen -types bleken inderdaad warmbloedig te zijn. De wetenschappers baseren zich daarbij op de gefossiliseerde tanden. Ze vergeleken de verhouding tussen zuurstof-16 en zuurstof-18. Deze verhouding verandert wanneer de lichaamswarmte verandert. Door de verhouding in beeld te brengen, wisten de onderzoekers te achterhalen hoe warm het lichaam van de dieren ten tijde van de groei van hun tanden was.
Volgens de onderzoekers is het niet zo dat de koudbloedige dieren de warmbloedige dieren per direct vervingen; de twee soorten hebben naast elkaar bestaan. Dat dat ook geldt voor de ichthyosauria en plesiosauria is overigens wel bijzonder; dat betekent dat de koudbloedigen en warmbloedigen veel later in de evolutie nog naast elkaar leefden.
De onderzoekers menen dat er nu eerst onderzocht moet worden welk dier als eerste tot een koudbloedige (of vice versa warmbloedige ? ) evolueerde. Maar andere onderzoekers trekken de conclusies toch in twijfel en vinden dat er eerst meer onderzoek gedaan moet worden naar de lichaamswarmte. Want waren de dieren wel echt warmbloedig? Waren ze niet gewoon goed in staat om hun lichaamswarmte op peil te houden?( spierbewegingen ? )
Vandaag de dag zijn alle (extante) reptielen koudbloedig( voor zover bekent ) . Dat betekent dat ze hun lichaamstemperatuur niet intern regelen, maar aanpassen aan de temperatuur van hun omgeving. Dat heeft als gevolg dat de reptielen in periodes van kou zeer langzaam zijn en bij hitte pas echt actief worden.
De mosasaurus
- In vorige blogartikels heb ik o.a; reeds september tot de dino-maand uitgeroepen , maar het houdt blijkbaar niet op ...
-Alleen al de grote hoeveelheden fossielen ( en de vele nieuwe "types "dino's )die steeds weer in de laatste jaren werden en worden gevonden zijn nog onmogelijk te minimaliseren (door bijvoorbeeld de literalistische YEC- creationisten die zo denken genoeg leef -en stapelruimte te kunnen vinden voor deze dieren , op hun eigenste mythische "ark van noach " ? )....
Uitzonderlijk is het vinden van fossiel materiaal dat de basale voorlopers van de dinosauriers verder documenteerd in het bijzonder de dinosauropodomorfen en de basale vroege sauropode-achtigen ...
2010 is vooral het jaar van de basale dinosauriers
Bovendien beginnen langzaam maar zeker allerlei diverse vondsten van deze reusachtige puzzel , een redelijke inschatting / ruwe schets van hypothetisch dino- "gedrag" (en levenswandel )op zijn minst aannemelijk te maken ...
Hieronder volgen een aantal links( die ik op de een of andere manier was vergeten en/of helemaal niet had opgemrkt ) uit het rijke jaar 2010 en een paar nieuwe artikels van nà september, zoals ze verschenen zijn in de (voornamelijk ) Nederlandstalige pers, en die op dit blog nog niet aan bod waren gekomen ... ( en uiteraard waar mogelijk aangevuld met relevant materiaal afkomstig van buitenlandse berichtgevingen )
Amerikaanse onderzoekers stellen dat dinosauriërs een stuk groter waren dan tot nu toe werd gedacht. De oerdieren zouden veel meer kraakbeen hebben gehad dan altijd is aangenomen.
De meeste dinosauriërs waren in feite groter dan de skeletten die we nu in de musea zien. Bij het in elkaar zetten van dinosaurus-skeletten ging men er tot op heden van uit dat de botten vrij nauw op elkaar aangesloten moesten worden, net als bij moderne zoogdieren. Omdat nu blijkt dat de sauriërs in vergelijking met de moderne zoogdieren een stuk meer kraakbeen hadden, zouden deze botten eigenlijk een stuk verder uit elkaar moeten komen te staan.
De onderzoekers stellen dat de sauriërs tussen de vier en tien procent groter waren dan werd aangenomen.
Dr Casey Holliday van de Missouri University en z'n team van paleontologen zijn tot deze conclusie gekomen, nadat ze de structuur van de beenderen van alligators en struisvogels nauwkeurig analyseerden en met de botten van Tyrannosaurus rex, Allosaurus, Brachiosaurus en Triceratops vergeleken
Botten zonder knorbeen Daarbij letten de vorsers speciaal op de knorbeenderen. Bij de dino-geraamtes in de musea zijn die uiteraard niet meer aanwezig omdat ze met de rest van de weke delen zijn verrot. De skeletten geven dus de grootte van de beesten maar onnauwkeurig aan. Uit het onderzoek van de botten van de moderne sauriër-verwanten bleek nu, dat ze vier tot tien procent kleiner waren nadat ze van het knorbeen ontdaan werden. Deze bevindingen pasten Holliday en z'n kollega's vervolgens op de skeletten van de sauriërs toe.
Het resultaat: De Brachiosaurus, een van de grootste landbewonende dieren ooit, zal rond dertig centimeter groter zijn geweest en dus een hoogte van dertien meter hebben bereikt. Ook de vleesverterende sauriërs zoals Tyrannosaurus rex en Allosaurus waren meerdere centimeters groter.
Krachtiger en sneller Doordat de dinosauriërs kennelijk meer kraakbeen hadden, waren ze mogelijk ook een stuk atletischer den veerkrachtiger /wendbaar dan gedacht Sommige van de uitgestorven giganten zouden dus ook efficientere benen en armen hebben gehad dan vroeger was verondersteld, en zij waren sneller toen ze op hun prooi jaagden . Het onderzoeksteam heeft de onderzoeksresultaten gepresenteerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONe.
BRACHIOSAURUS
De Brachiosaurus, een van de grootste sauriërs ooit, zou hierdoor ongeveer dertig procent groter zijn geweest. De soort zou een hoogte van zeker dertien meter hebben gehad. Ook andere soorten, zoals de Tyrannosaurus rex en Allosaurus, waren centimeters groter dan werd aangenomen.
Voorlopers en Co zie ook <Dino's onstonden in zuidamerika ... <Voorouder dino's ? Asilisaurus kongwe
Dat concludeert een Amerikaans-Pools onderzoeksteam in Proceedings B, het wetenschapsblad van The Royal Society of Biological Sciences.
Het onderzoeksteam analyseerde eeuwenoude voetafdrukken ( gevonden in minstens drie verschillende vindplaatsten met diverse dino sporen-sets uit andere tijdperken en waarschijnlijk ook van andere soorten ) van relatief kleine viervoetige gewervelde dinosaurusvoorvaderen in Polen. Ichnofossielen dus
Volgens het team zijn die afdrukken vijf tot negen miljoen jaar ouder dan alle eerder gevonden fossielen van dinosaurusverwanten. Dat betekent dat de afdrukken 247 tot 251 miljoen jaar geleden achtergelaten zijn.
Volgens de algemeen geaccepteerde theorieën ontwikkelden de dinosauriërs zich in het trias. Dat tijdperk begon ongeveer 251 miljoen jaar geleden, maar voorheen zijn er nooit fossielen van dinosauromorfen ouder dan 244 miljoen jaar gevonden.
De fossielen wijzen erop dat dinosaurussen evolueerden uit kleine reptielen met vier poten. Deze reptielen overleefden de Perm-Trias-massa-extinctie en konden zo evolueren tot o.a. de bekende giganten.
De bloedlijn van de dinosaurussen overleefde om wat voor reden dan ook de massa-extinctie, vertelt onderzoeker Stephen Brusatte. We weten niet precies waarom en het kan wel eens(niet) meer dan een beetje geluk zijn geweest. Daarna hadden ze de vrijheid om in een wereld die net een apocalyps had meegemaakt, te floreren.
Dinosauromorpha De voetafdrukken in de Poolse gesteenten zijn afkomstig van, (minstens twee verschillende ) reptielen uit de groep Dinosauromorpha. Dinosauromorpha zijn de meest nabije familieleden van de dinosaurussen. Het zijn dieren die op het punt stonden om dinosaurussen te worden en veel kenmerken met ze delen. Ze zagen er waarschijnlijk uit als dinos en gedroegen zich ook zo.
Een lid van de familie van Dinosauromorpha. Afbeelding: Arthur Weasley
Huiskat Brusatte en zijn collegas bestudeerden de voetsporen in de gesteenten. De grootste sporen zijn zon 1,2 centimeter lang. De onderzoekers concluderen dan ook dat deze "voorouders "niet veel groter waren dan een normale huiskat en hooguit zon 1,8 kilo woog. De achterpoten van het dier waren langer dan de voorpoten, want de voetstappen stappen elke keer over de sporen van de handen heen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat van beide gevonden reptielen , GEEN skeletresten zijn ontdekt en/of reeds bekend
Enthousiast Onderzoekers zijn enthousiast over de vondst. Deze ontdekking dwingt ons om na te denken over een oudere evolutionaire geschiedenis van deze groep, meent expert Martin Ezcurra. En voor het eerst lijkt deze geassocieerd te worden met de grootste massa-extinctie in de geschiedenis van de aarde.
De aarde werd verwoest door grote veranderingen in het klimaat en perioden van extreme warmte bleven de aarde tijdens het vroege Trias teisteren, weet professor Michael Benton. Zo bleef het milieu gedestabiliseerd en werd het herstel van de ecosystemen vertraagd. Dat was de akelige wereld die de eerste dinosaurussen wellicht gezien hebben.
reconstructie van Prorotodactylus Credit: Grzegorz Niedźwiedzki
U. of Warsaw , Institute of Paleobiology http://en.wikipedia.org/wiki/Prorotodactylus Dit dier is tot nu toe uitsluitend bekend als ichnofossil ...maar waarvan er weliswaar toch meerdere vindplaatsen bekend zijn in Frankrijk , maar vooral in Polen (2000 2010 )
Er wordt VERMOED ( en eventueeel " verwacht " ? ) op grond van de bekende ichnofossielen , dat de eventuele Prorotodactylus skeletresten "verwantschap " met de Lagerpeton (dinosauromorophs ) zullen vertonen http://en.wikipedia.org/wiki/Lagerpeton
http://paleobiology.si.edu/dinosaurs/info/everything/what_3.html Ancestors and Higher Groups Paleontologists have not yet discovered fossils of the ancestral dinosaur, but they have found fossils of animals quite close to it. These animals, called lagosuchians (rabbit crocodiles) or dinosauromorphs, lived during the Middle Triassic Period. They were small (about one meter long, weighing about one to five kilograms), perhaps bipedal, and had upright limbs with many features in common with dinosaurs. They are quite rare, with four species known from Argentina (Lagosuchus, Lagerpeton, Lewisuchus, and Marasuchus), and one from England (Agnosphytis)
The found ichnofossils also belong to that group ....?
The 250 million year old footprints of Prorotodactylus isp. from the Early Olenekian of Stryczowice, Poland show reduced digits I and V and parallel three middle digits, traits of the dinosaur-lineage. The gait, though, was quadrapedal. These are the oldest known fossils of the dinosaur lineage.
-Een andere oude ichnofossiele " dinosauromorfe voorouder" kwam ook te voorschijn :
Deze poolse afdrukken worden voorlopig gelinkt aan de reeds vroeger ontdekte en bestudeerde dino-sporen uit het Franse "carrières de la Pissoire (Plateau dAntullySaône-et-Loire ) en in die steengroeve ergens tussen - 228 245 MY gedateerd )
The 246 million year old footprints of Sphingopus isp. from theEarly Anisian of Baranów, Poland( http://en.wikipedia.org/wiki/Holy_Cross_Mountains )are associated with a trackway that is even more dinosaur-like in that the gait was bipedal. These tracks are the oldest record of a large-bodied (track length 15 cm) and bipedal member of the dinosaur lineage.
The remains of the dinosaur, Sarahsaurus aurifontanalis, were discovered in Arizona in 1997. Since the researchers could not reach the site by car, they had to spend days lugging chunks of the rock-encased fossil back to camp. Credit: Tim Rowe.
Waarom dit dier zelke sterke handen had, is nog steeds onduidelijk.
We hebben nog nooit zoiets in het westelijk deel van Amerika gevonden, vertelt onderzoeker Tim Rowe. Zijn hand is kleiner dan mijn hand, maar veel sterker gebouwd en de dinosaurus heeft enorme grote klauwen. Het is een vreemd dier. Het deed iets met zijn handen waar hij enorm veel kracht bij nodig had, maar we weten niet wat.
Gigant De Sarahsaurus leefde ongeveer 190 miljoen jaar geleden en had een lengte van zon 4,2 meter. Hoewel de lengte en hoogte van het dier niet echt uitzonderlijk is er zijn veel grotere dinosaurussen gevonden heeft de Sarahsaurus wel de fysieke kenmerken van een gigant. Zo zijn de botten in diens dijbanen flink lang en kaarsrecht.
Artist reconstruction of Sarahsaurus aurifontanalis, a dinosaur that lived about 190 million years ago in a setting much like today's Nile Valley. Credit: John Maisano.
Evolueren De gevonden dinosaurus was duidelijk hard aan het evolueren naar een grotere variant. Dat dat uiteindelijk ook lukte, heeft het dier volgens de onderzoekers te danken aan een natuurramp die alle concurrenten uitroeide. Kort na de massa-extinctie die zon 200 miljoen jaar geleden plaatsvond, kwamen de Sarahsaurusen nog twee andere Sauropoda plots Noord-Amerika binnen. Daarvoor kwamen ze in dit gebied helemaal niet voor.
Als we aan dinosaurussen denken, denken we vaak aan sterke dieren die anderen uitschakelden, meent Rowe. Nu beginnen we in te zien dat dat niet het geval is. Ze waren bescheiden. ( ) Ze vielen hun buren niet aan, maar wachtten tot deze vertrokken en wanneer niemand keek, betrokken ze het gebied zelf.
CT-scan van de hand van de dinosaurus. Afbeelding: Matt Colbert and Tim Rowe
Cladogram indicating how Sarahsaurus is related to other dinosaurs; Credit: Tim Rowe)
Phylogenetic relationships of North American sauropodomorphs (highlighted in red), based on pruned matrices omitting all taxa less then 50% complete (except Seitaad) from (a) the augmented Yates [24] matrix and (b) the Upchurch et al. [25] matrix. Total evidence results including strict, 50% majority, and Adams consensus trees are detailed in the electronic supplementary material.
De 'Seitaad ruessi', beschreven in het wetenschappelijk tijdschrift PLoS ONE, is een familielid van de sauropoda, ooit de grootste dieren op Aarde
Het fossiel werd gevonden( in 2004 ontdekt ) in de rode zandsteen van de Amerikaanse staat Utah en stamt uit de vroege Jura-periode, tussen 175 en 200 miljoen jaar geleden. In vergelijking met zijn familiegenoten was de S. ruessi relatief klein, ongeveer een meter hoog en 4 meter lang. Het gewicht bedroeg tussen de 70 en 90 kilo.
De restanten van deze bijzondere dinosaurussoort werden uiteindelijk geanalyseerd en in maart gepubliceert . De dino heeft een lichaam als van een schaap, een lange nek en een flinke staart. Het dier at planten en leefde zon 185 miljoen jaar geleden in de woestijn van Utah.
Hoewel de seitaad in een zandduin is geconserveerd, moet deze woestijn ook natte gebieden hebben gehad met genoeg planten om deze kleine dinosaurussen en andere dieren te voeden, vertelt onderzoeker Joseph Sertich. Net als in de woestijnen van tegenwoordig, moet het leven lastig zijn geweest in Utah.
De botten van de dinosaurus werden onder stenen en huizen van de oude Anasazi-mensen een prehistorische cultuur in Amerika gevonden. Het bijzondere dier heeft de naam seitaad ruessi gekregen.
Het skelet in de positie waarin het werd aangetroffen Schedel , nek en staart ontbreken grotendeels
the fossil of the new dinosaur species Seitaad ruessi. (Photo Credit: Utah Museum of Natural History, University of Uta
De seitaad is een voorouder van de langgenekte dinosaurussen diplodocus, apatosaurus en brachiosaurus. Naar alle waarschijnlijkheid heeft de gevonden dinosaurus het niet gemakkelijk gehad in het woestijnachtige Utah.
De seitaad is een basala sauropodomorpha, De seitaad kon zich zowel op twee als op vier poten voortbewegen. Sauropodomorphea als S. ruessi zijn gevonden in Zuid-Amerika en Afrika. In het vroege Jura waren de continenten ( = pangea ) nog aan elkaar aangesloten ... vandaar
Wetenschappers hebben in China het eerste, complete skelet van een zeer vroege vorm van de sauropoda gevonden. De 200 miljoen jaar oude dino heeft de naam Yizhousaurus sunae gekregen en is zon negen meter lang. Het skelet laat zien hoe de sauropoda ooit zijn ontstaan en is een missend puzzelstukje in de evolutie van de grootste landdieren ooit.
De ontdekte dinosaurus leefde zon 200 miljoen jaar geleden en vertoont al de kenmerken van de latere sauropoda. Het dier heeft een lange nek, een zwaar skelet en een houding die erop wijst dat het op vier poten liep.
Schedel De wetenschappers zijn het meest enthousiast over de schedel. Deze is namelijk nog intact en dat maakt de vondst wel extra speciaal. De schedel voorziet ons van heel, heel cruciale informatie over diens familie, vertelt paleontoloog Sankar Chatterjee. De schedel is breed en kort. De ogen zitten aan de zijkanten zodat het dier eventuele roofdieren goed kon zien naderen. Ook de kaken lijken op die van de latere sauropoda.
Planteneter De tanden van het beest pasten in elkaar en maakten het mogelijk om planten los te trekken en kapot te hakken. Het lijkt er bovendien op dat het dier in staat was om zijn hoofd op te tillen en bladeren en takken van de bomen te halen.
De vondst is enorm belangrijk voor paleontologen. Enige jaren geleden vonden zij ook al enkele voorouders van de sauropoda, maar de overgang tussen deze voorouders en de latere giganten bleef wazig. Dit complete skelet maakt een hoop duidelijk
Image 1: Skull and lower jaw of Yizhousaurus, an early sauropod dinosaur from the Lower Jurassic (~200-million-years-old) of southern China. Photo credit: Bill Mueller
Image 2: Selected bones of Yizhousaurus, a dawn sauropod from the Early Jurassic (~200 million years ago) of China showing skull and few hip and leg bones; inset, part of the skeleton as found in the field. Photo credit: Bill Mueller
Een team van paleontologen hebben een nieuwe dinosaurussoort ontdekt, de Abydosaurus. De Abydosaurus behoorde tot de Sauropoda, een groep van dinosauriërs met lange nekken. Paleontologen vonden vier schedels van de dinosauriërs in de Amerikaanse staat Utah. Dit is een unieke vondst. Tot nu toe hebben wetenschappers van slechts acht verschillende sauropoden schedels gevonden. Er zijn al meer dan 120 soorten Sauropoda bekend, dus de vondst van vier schedels waarvan twee compleet van één nieuw soort sauropod is opmerkelijk.
Hun hoofden zijn lichter gebouwd dan de schedels van zoogdieren, omdat ze aan het eind van lange nekken zitten, vertelt Brooks Britt, een paleontoloog van de Brigham Young universiteit. In plaats van een paar dikke botten, bestaat de schedel van een sauropod uit veel kleine, dunne botjes die aan elkaar zitten met zacht weefsel. Meestal vallen de schedels uit elkaar na de dood.
Toch lukte het paleontologen om een paar complete schedels uit 105 miljoen jaar oud verhard zandsteen te halen.
En de theropoden ?
Vogelverwanten zoals de Velociraptor, hadden dezelfde soort polsen als latere vogels. Het flexibele soort gewricht zorgt ervoor dat vogels kunnen vliegen. Wetenschappers denken dat de Velociraptor zijn polsen gebruikte om zijn veren te beschermen.
Uiteindelijk werden de veren zo groot, dat het mogelijk was om ermee te vliegen. Het onderzoek richtte zich dan ook op dinosauriërs die leidde tot de ontwikkeling van de eerste vogels.
De betreffende pols is zeer mobiel, maar slechts in één richting. Sommige soorten kunnen niet eens hun vleugelgewrichten volledig uitstrekken of in een andere richting buigen. Waarschijnlijk was dat ook niet nodig in de historie van de evolutie. Daarnaast is een pols die één kant op buigt zeer efficiënt. Hierdoor slagen Noordse sternen om jaarlijks grote afstanden te vliegen.
Als de pols niet op deze manier zou buigen, dan zouden de veren van een dinosaurus of vogel op de grond slepen, legt paleontoloog en onderzoeker David Hone uit. Hierdoor worden de vleugels vies/onbruikbaar ( bijvoorbeeld voor het behouden van het evenwicht bij het snelle rennen van de raptors ) of worden ze vernield door de vegetatie . Het beschermen van de vleugels was voor deze dinosauriërs belangrijk en is dat ook gebleven voor hedendaagse vogels.
This artist's rendition of the small predatory dinosaur Velociraptor, a close relative of birds, shows the feathered arm partly folded at the wrist. Credit: John Conway.
* Over dinosaurussen gesproken, waar horen deze dieren thuis in het schema van de creationisten ?
In de creationistische visie hebben mensen en dinosaurussen en elke andere diersoort, uitgestorven of nog bestaand, in dezelfde tijd voor de Vloed op aarde geleefd. Alle te zamen werden ze door de wateren van de Vloed in één chaotische mengeling weggevaagd. Hoe valt dan de ordelijke opeenvolging te verklaren waarin de fossielen in de afzettingsgesteenten voorkomen, te beginnen met eenvoudige levensvormen in de onderste lagen en gevolgd door steeds gevarieerder en ingewikkelder schepselen in de hogere lagen? Zij kunnen alleen maar met een stel onwaarschijnlijke en tegenstrijdige theorieën aankomen dat al die soorten planten en dieren uit een mengelmoes van karkassen zijn uitgesorteerd en in aparte lagen zijn neergelegd.
In hun poging dit willekeurige bouwsel van creatie-wetenschap" met zulke zwakke en vergezochte hypothesen te verdedigen, werden de creationisten door de wetenschap al lang grondig weerlegd Er is allang aan het licht gekomen dat creatie- voorstanders hun conclusies niet bereiken door de wetenschappelijke methode van het verzamelen van al het feitenmateriaal ten einde dat dan in een hypothese onder te brengen. In plaats daarvan beginnen zij met een vaste sektarische interpretatie van Genesis en zoeken dan bewijzen ter ondersteuning. Bewijzen van het tegendeel trachten zij te negeren( of gaan ze ridiculiseren ) . Wanneer dat onmogelijk is, verzinnen zij onwaarschijnlijke verklaringen voor het duidelijke conflict met de harde feiten. Tenslotte heeft sektarisch geloof bij dit soort mensen altijd het laatste woord ... altijd
Barbara Debusschere ( Bron : De Morgen november 2010)
Waarschuwing : Dit (kennisgeving) artikeltje is lichtjes gewijzigd : onder meer : alle mogelijke journalistieke sensatiezoekerij ( zoals steeds weer overvloedig aanwezig ) die de term "voorouder van de mens " nu eenmaal impliceert, is NIET weerhouden : Dat oneigenlijke gebruik van de term "menselijke voorouder(s) " zet trouwens veel lezers op het verkeerde been en is eigenlijk onnodig koren op de molen van sommige professionele manipulerende creationisten die niets liever willen dan "verwarring " zaaien over dit soort onderwerpen ... Uiteindelijk gaat het slechts om de mogelijke oeroude afstamming van de hypothetische voorouders van de hogere primaten en met als mogelijke oorsprongsplaats het aziatische continent
Samenvatting Mensapen vermoedelijk ontstaan in Azië
De evolutionaire oorsprong van anthropoïde apen (waaronder de mensapen en de apen van de Oude Wereld vallen) is nog steeds een onopgeloste vraag in de paleontologie. Sommige auteurs menen dat anthropoïden ontstonden in Afrika tijdens het krijt (ca. 150-66 miljoen jaar gelden), terwijl anderen een meer recente oorsprong in Azië tijdens het cenozoïcum (ergens de voorbije 65 miljoen jaar) vooropstellen. De recente vondst van antropoïde fossielen in Libië biedt ondersteuning voor de tweede hypothese. Jaeger en collega's beschrijven in een recent nummer van Nature fossielen van anthropoïden uit Dur At-Talah in centraal Libië, gedateerd rond 38 miljoen jaar oud. Een van de fossielen vertoont sterke gelijkenissen met een Aziatische apenfossiel. Anthropoïde apen waren in deze periode erg klein (amper tussen 120 en 470 gram); ze hadden opponeerbare duimen en een staart om zich te kunnen bewegen en te balanceren. De drie gevonden taxa zijn ook erg divers, wat enkel kan worden verklaard door aan te nemen dat ze reeds enige tijd geleden van elkaar zijn afgesplitst. Dat betekent ofwel dat deze diversificatie eerder plaatshad in Afrika (en dat fossiel materiaal daarvoor vooralsnog ontbreekt), ofwel dat mensapen oorspronkelijk uit Azië kwamen. Jaeger en collega's zijn meer te vinden voor die laatste hypothese.
Ontdekking van gefossiliseerde tanden in Libische woestijn werpt nieuw licht op afstamming "apen "
Een aapje van 120 gram
Niet in Afrika, maar in Azië leefden bijna 40 miljoen jaar geleden de oudste voorouders van de antropoide apen Ze zagen eruit als mini-aapjes, wogen gemiddeld 120 gram en migreerden later naar Afrika. Een Frans team antropologen komt tot die conclusie na belangrijke opgravingen in Libië. Het is de zogenaamde voorouderlijke Dur At-Talah anthropoidea fauna
Dur At Talah formatie / Westelijk
Discovered : teeth from three completely different groups of anthropoids: Afrotarsiidae (which now includes Old World monkeys such as macaques), Parapithecidae (extinct primates also known from the Fayum region of Egypt), and Oligopithecidae (primates from the Fayum that gave rise to some Old World and New World monkeys). Other kinds of animal fossils suggest that the site is between 38 million and 39 million years old, as does paleomagnetic dating, which relies on a pattern of well-dated reversals in Earth's magnetic field recorded in sediments.
zie vooral ---> http://www.nature.com/nature/journal/v467/n7319/fig_tab/nature09425_F2.html af, Karanisia arenula sp. nov. a, Right M3 (DT1-37), occlusal view. b, Right P3 (DT1-38), lingual view. c, Left P4 (DT1-39), occlusal view. d, Left M1 (DT1-41), occlusal view. e, Holotype left M2 (DT1-42), occlusal view. f, Fragmentary left M3 (DT1-43), occlusal view. gm, Afrotarsius libycus sp. nov. g, Left M2 (DT1-33), occlusal view. h, Right M2 (DT1-34), occlusal view. i, Right P3 (DT1-31), occlusal view. j, Left P3 (DT1-32), occlusal view. k, Holotype left M1 or M2 (DT1-35), occlusal view. l, Holotype left M1 or M2 (DT1-35), oblique buccal view. m, Right M3 (DT1-36), occlusal view. np, Talahpithecus parvus gen. et sp. nov. n, Holotype left M1 or M2 (DT1-31), occlusal view. o, Right P4 (DT1-30), mesial oblique view. p, Fragmentary right M1 or M2 (DT1-32), occlusal view. qw, Biretia piveteaui. q, Right M3 (DT2-23), occlusal view. r, Right M3 (DT1-28), occlusal view. s, Right M2 (DT1-27), occlusal view. t, Left M1 (DT1-26), occlusal view. u, Right M2 (DT2-24), occlusal view. v, Right M2 (DT2-24), oblique buccal view. w, Left M3 (DT1-29), occlusal view.
De resten van de drie soorten, opgediept in de Saharawoestijn, verschillen zodanig van andere vondsten uit die periode en tonen gelijkenissen met soortgenoten die in Thailand en Birma werden gevonden.
Ze illustreren een sleutelmoment in de evolutie van de antropoide apen , aldus de auteurs in het wetenschappelijke blad Nature.
Tweeëntwintig microscopisch kleine en gefossiliseerde tandjes die zijn opgegraven temidden van de Libische woestijn werpen een nieuw licht op de evolutie van onze vroegste verwante voorouders. Een Frans-Libisch team van antropologen en paleontologen maken uit de vondst op dat de gemeenschappelijke basis voorouders van de mens, de (mens) apen en de andere antropoide primaten niet in Afrika maar in Azië ontstonden en evolueerden.
De ontdekking kan een hevig wetenschappelijk debat beslechten over de vraag op welk continent de wieg van deze belangrijke voorouders van de mens stond, zo claimen Jean-Jacques Jaeger (Universiteit van Poitiers) en zijn medewerkers.
Met massas fossielen van primaten en hun voorlopers die in Afrika zijn gevonden is bewezen dat twee à drie miljoen jaar geleden de mens is ontstaan uit behoorlijk potige aapachtigen. De oudste gemeenschappelijke voorouder van de mens en de chimpansee liep vijf tot zeven miljoen jaar geleden over Afrikaanse vlaktes en ongeveer tien miljoen jaar geleden splitste de mens zich af van de gorilla.
Veel wetenschappers nemen aan dat ook de gemeenschappelijke voorouders van de grote Afrikaanse apen, de andere apensoorten en de mens zich eveneens in Afrika ontwikkelden.
De vondst van Jaeger en co. in Libië laat aan dat idee twijfelen . Het moet in Azië zijn geweest dat die vroegste gemeenschappelijke voorouder het levenslicht zag. De tanden die zijn ontdekt komen van drie verschillende soorten, waaronder één totaal nieuwe.
Tot nu toe kenden we maar één soort antropoïde primaat en die is 37 miljoen jaar oud. Wij vonden maar liefst drie soorten die minstens 39 miljoen jaar oud zijn, zegt Jaeger. Dat betekent eerst en vooral dat deze oude soorten ten laatste 39 miljoen jaar geleden in Afrika opdoken.
En ze kwamen volgens Jaeger uit Azië. Een exemplaar van de Libische fossielen vertoont namelijk opmerkelijk veel gelijkenissen met fossielen die in onder andere Thailand en Birma zijn gevonden en die liefst 55 miljoen jaar oud zijn.
Opmerkelijk is dat deze primaten erg klein en erg licht waren, zon 120 tot maximaal 500 gram. Ter vergelijking: de antropoïde primaten die tot nu toe bekend waren wogen ongeveer drie kilo en de oudste mensachtige moet ongeveer een meter lang zijn geweest en 35 kilo hebben gewogen.
Maar de minuscule wezens waar nu fossielen van zijn ontdekt zijn wel degelijk eveneens primaten, die net als de mens opponeerbare duimen,ogen aan de voorkant van hun hoofd en nagels hebben.
Die heel kleine wezens, die bij wijze van spreken in een mensenhand zouden hebben gepast, zouden zon 40 miljoen jaar geleden een cruciale migratie hebben ondernomen vanuit Azië naar Afrika, waar de levensomstandigheden veel gunstiger waren en waar ze konden uitgroeien tot de veel grotere en zwaardere directe voorouders van de homo sapiens.
In Azië zouden ze zijn uitgestorven. De levensomstandigheden waren er (misschien ) veel zwaarder dan in Afrika. Of ze vielen daar ten prooi aan toevallige plaatselijke ongelukken en/of predatoren .... Mochten deze soorten niet zijn geëmigreerd dan waren er nooit mensachtigen kunnen ontstaan, aldus Jaeger.
Blijft de vraag of de in Libië ontdekte soorten in drie aparte groepen uit Azië migreerden dan wel als één soort die zich later in Afrika opsplitste. Jaegers team suggereert het eerste. Drie verschillende soorten die samen opduiken in die periode en op die plek, dat wijst erop dat ze als drie aparte groepen van continent verhuisden.
Om dat hard te maken en om de Aziëtheorie echt te bewijzen moeten gelijkaardige fossielen worden gevonden in Azië. In tegenstelling tot in Afrika, zijn dat soorten vondsten daar echter ( voorlopig toch - )hoogst zeldzaam.
A map of early anthropoid discoveries. (Keep in mind that some taxa, such as Altiatlasius from Morocco, are enigmatic and may not be anthropoids.) From Beard, 2006.
Maxillary dentition of P. sylviae DPC 15518. Scanning electron micrograph crown view (Upper) and lateral view (Lower). Magnification, ×11. Note anterior groove on canine, large P4, subequal M12 with distinct hypocones, and small M3.
-interdisciplinaire studies hebben voorlopig aangetoond dat de vroegste anthropoidea verwant waren aan de kleine tarsier-achtige primaten en niet aan de lemur-achtighe adapiformes ( Ida en co ) , die traditioneel als de beste kandidaten waren naar voren geschoven ... Deze nieuwere opvattingen bepalen de hypothesen over het uitzicht van de voorouders en hoe lang geleden deze rondliepen ....
Sommigen van de vroegst bekende antropoidale primaten werden ontdekt in noord afrika - 37 MY Biretia vandaar dat afrika op de eerste plaats kwam
De oudste voorouder , -45 MY Eosimias werd echter ontdekt in Zuid China
Bewijsstukken voor de vroegste antropoidea afkomst uit azie groeit gestadig aan In 1999 beschreef hetzelfde team paleontologen olv .J. Jaeger , een verwant van Eosimia en gevonden in Myanmar : Bahinia. het leefde naast andere vroege anthropoiden zoals Amphipithecus.. Het was geen antropoiden voorouder maar Bahinia didbezat wel een aantal archaische eigenschappen die erop wezen dat het fossiel een sduccesvol lid was van een langlevende stamlijn , die zich al had vertakt aan de basis van de voorouderlijke antropoiden groep . De anatomy van dit "aapje " leek op een tijdscapsule die de opgeslagen veranderingen gedurende de voorafgaande miljoenen jaren , bewaarde ....
Dat breide het fossielen verlag uit naar het verleden toe die de afrikaanse fossielen met gemak achter zich liet
De-38 MY anthropoide Ganlea, Myanmar ( Beard & all ) was een ander geval waarbij een aziatische stamlijn van vroege antropoidea zich afsplitse
02-07-2009
<--(klik) GANLEA megacanina
Het afrikaanse voorouderlijke antropoide fossiel-archief komt nergens in de buurt , kwa ouderdom .... Voor -40MY is er nergens een afrikaans voorbeeld te vinden , tenzij het controversieele taxa Altiatlasius uit marokko en waarvan niet eens vaststaat dat het een antropoide betreft http://en.wikipedia.org/wiki/Altiatlasius Al met al vallen de nu gevonden fossielen perfect binnneneen patroon waarbij de antropoidea onstonden in Azie ; ter plaatste evolutionair gingen radiëren : Afrika koloniseerden en daar opnieuw begonnen te vertakken ( en nieuwe gebied te veroveren )
En waarbij ( veel later ) een paar zich ontwikkelde tot de mensapen die zowel uitwaaierden in afrika ( Toumai ...Tchadensis ) als een andere verwante stamlijn terug zag trekken naar azie/( -->en daar verder ontwikkelden tot bv. Gibbons / sicapithecus / gigantopithecus ? ) en misschien zelfs ( de oudste emigratiegolf ) naar zuid europa ?( P. Catalaunicus )) trok ?
Paleontologist Erik Seiffert of Stony Brook University in New York thinks that several of the fossils are so similar to those he and others have found in Egypt that they might be roughly the same age of 37 million years or youngerand thus not evidence for an earlier presence of anthropoids in Africa.
Paleontologist Richard Kay of Duke University in Durham, North Carolina, notes, however, that the Libyan fossils are smaller than those in Egypt, suggesting that they may indeed be older and more primitive. Their small size and other features, Jaeger says, also link the Libyan fossils to the earliest anthropoids in Asiabut not to Ida, a 47-million-year-old fossil primate from Germany whose discoverers controversially proposed her as an ancestor of anthropoids.
Only after the first wee primates migrated out of Asia and scooted rapidly to new habitats in Africa did some anthropoids begin to get larger and start evolving down the path toward becoming apes
En alweer een mooie site waar je zelf dingen kunt ontdekken.
Op de TimeTree site kun je zelf twee diersoorten intypen en uitvinden hoe lang het geleden is dat de veronderstelde gemeenschappelijke voorouder heeft geleefd.
TimeTree is a public knowledge-base for information on the evolutionary timescale of life. A search utility allows exploration of the thousands of divergence times among organisms in the published literature. A tree-based (hierarchical) system is used to identify all published molecular time estimates bearing on the divergence of two chosen taxa, such as species, compute summary statistics, and present the results. Names of two taxa to be compared are entered in the search window and the results are presented on a separate page.
Het is op zich wel eens aardig om uit te vinden hoe lang bepaalde splitsingen nou geleden zijn. Met de knaagdieren waarmee ik gewerkt heb (dwerghamsters, muizen en ratten) heb ik een gemeenschappelijke voorouder die ongeveer 100 miljoen jaar geleden leefde. De dwerghamster en de muis hebben een gemeenschappelijke voorouder ongeveer 40 miljoen jaar geleden.
En met 1 druk op de knop ben je ook zomaar bij de wetenschappelijke publicaties waar de getallen vandaan komen.
Het blog van Tomaso Agricola maakt ook deel uit van de groep
De maand september 2010 is rijk geweest aan berichten over allerhande "nieuwe "dino-vondsten Een kleine opsomming( en over de plaatstsing van die fossielen binnen de dino's ) dringt zich op
Spaanse wetenschappers hebben het tot dusver grootste dijbeen van een dinosaurus in Europa ontdekt. Het is een gaaf bot van 1,92 meter lang. Het bijzondere bot van wellicht zo'n 150 miljoen jaar oud is aangetroffen bij de plaats Riodeva bij Valencia. Dat meldde het paleontologische onderzoekscentrum in Teruel donderdag. Wetenschappers hadden bij Riodeva in 2006 al botresten van de grootste dinosaurus van Europa gevonden.
Het dier moet tijdens zijn leven 48.000 kilo en ruim dertig meter zijn geweest. Of het nu ontdekte dijbeen was van een dinosaurus van dezelfde soort, de Turiasaurus riodevensis, moet nog worden onderzocht.
Tegelijk met het dijbeen hebben de onderzoekers een scheenbeen, vijftien staartwervels, een ellepijp, meerdere tanden en een stuk schedel ontdekt.
- VS Wetenschappers hebben twee nieuwe dinosaurussoorten met hoorns beschreven : De schedels werden al in 2000 en 2007 gevonden De botten van de uitgestorven planteneters lagen in een afgelegen natuurgebied in het zuiden van Utah. Beide taxa zijn afkomstig van de Kaiparowits Formation of Grand Staircase-Escalante National Monument, southern Utah. Daar zijn al veel resten van dinosaurussen opgegraven, meldde Scott Sampson van de Universiteit van Utah in het wetenschapsblad PLoS On
Sampson, S. D., M. A. Loewen, A. A. Farke, E. M. Roberts, C. A. Forster, J. A. Smith, and A. L. Titus. 2010. New horned dinosaurs from Utah provide evidence for intracontinental dinosaur endemism. PLoS ONE 5(9): e12292. doi:10.1371/journal.pone.0012292 Getty, M.A., M.A. Loewen, E. Roberts, A. L. Titus, and S.D. Sampson. 2010. Taphonomy of Horned Dinosaurs (Ornithischia: Ceratopsidae) from the Late Campanian Kaiparowits Formation, Grand Staircase-Escalante National Monument, Utah. Pp. 478-494 in M. J. Ryan, B. J. Chinnery-Allgeier, and D. A. Eberth (eds.), New Perspectives on Horned Dinosaurs. Indiana University Press, Bloomington.
Beide soorten zouden ongeveer 7/76 miljoen jaar geleden hebben geleefd in zompige gebieden. Destijds was het westen van Noord-Amerika door een zee gescheiden van het oosten Het "westelijke" verloren continent Laramidia, dat ontstond toen het midden van Noord-Amerika onderliep. Het oostelijk en westelijk deel van wat nu de Verenigde Staten zijn, waren toen aparte werelddelen. Laramidia was ongeveer even groot als Australië.
Kosmoceratops would have been slightly smaller, perhaps 15 feet long and 2.5 tonnes, with 15 bony horns/horn-like features on its skull, making it one of the more ornate-headed dinosaur known. Subadults and adults are known for both of these new species.
de Kosmoceratops, die verwant is met de meer bekende Triceratops, ziet er nogal bizar uit. Het beest leefde 76 miljoen jaar geleden op aarde in de warme, vochtige moerassen van wat nu Utah is. Hij was ongeveer zo groot als een fors nijlpaard,(5 meter ? ) maar had een enorme schedel van wel twee meter lang. Opmerkelijk is dat het dier 15 grote hoornen op zijn hoofd droeg: een boven de neus een boven elk oog, een die uit elk jukbeen stak en een rij van tien hoornen aan de achterkant van het hoofd. De horens boven de ogen staan zijdelings maar zijn lang en scherp ...
De andere Dino is Utahceratops getty genoemd., was iets groter dan de Kosmoceratops, met een schofthoogte van twee meter en een lengte van zes tot zeven meter. , maar had slechts drie hoorns ... Utahceratops bezit korte en stompe ooghoorns ,die zijdeling uitwaaieren ipv rechtop te staan zoals bij Triceratops e.a. ceratopsiden : een beetje zoals de moderne bizon . Volgens Mark Loewen leek deze dino op een reusachtige neushoorn ''met een belachelijk grote kop''.
Utahceratops"The Whirlpool of Life" Utah, USA Age: Late Cretaceous, 70MYA Utahceratops was discovered in 2000 by Mike Getty and is thus far the most abundant ceratopsian found in the monument, known from 6 localities. It is estimated that Utahceratops would have stood 6 feet tall at the shoulder and hips and was 18 to 22 feet in length, weighing about 3-4 tonnes.
Sexuele attibuten Wetenschappers namen aanvankelijk aan dat dergelijke dieren hun hoofdgereedschap gebruikten om vijanden van zich af te schudden. Maar meer en meer vermoeden paleontologen dat de hoornen een seksuele functie hadden. In dat geval zouden de hoornen gediend hebben in de strijd voor een vrouwtje, zoals de veren van een pauw, of het gewei van een hert , waarbij de mannetjes de vrouwtjes probeerden aan te trekken en/of andere mannetjes te intimideren.
Noord-Amerikaanse Ceratopsiden
Distribution of ceratopsians during the Campanian stage of the Late Cretaceous period
Paleontologen hebben een nieuwe dinosoort ontdekt: de Concavenator corcovatus.( "gebochelde vleeseter van Cuenca")... Het vier meter lange roofdiier leefde -132 MY geleden
Francisco Ortega van de universiteit van Madrid http://dfmf.uned.es/biologia/personal/fortega/ , vond de dino-beenderen in de Los Hoyas vlaktes van centraal Spanje. Destijds was dat een moerasgebied dat nu vergelijkbaar is met de Everglades. De koosnaam van het fossiel werd "Quasimodo van Las Hoyas " De vondst is het tot nu toe meest volledige fossiel van met haaientanden uitgeruste drietenige theropoden, genoemd : de carcharodontosauria
theropoden,....." waren een erg bijzondere groep dinosauriërs, omdat vogels tot dezelfde groep behoren, verklaart onderzoeker Jose Franz op BBC News. De wereld zou niet hetzelfde zijn zonder vogels. Vogels zijn eigenlijk een soort gevleugelde theropoden.
Het opgegraven dier heeft twee verlengde ruggenwervels, waardoor een soort bochel is ontstaan. De onderzoekers denken dat deze theropode een bescheiden driehoekige kam op zijn rug had, , maar zon kam is bij verwante dinosaurussen nooit gevonden. Spinosaurus gebruikten rugkammen misschien om te pronken of om af te koelen, maar hun kammen bedekten een veel groter deel van de ruggegraat.
Eén van de meest in het oog springende karakteristieken van de Concavenator is de bijzondere verlenging van de laatste twee ruggenwervels, verklaart hoofdonderzoeker Ortega. Dit is nog niet eerder vertoond bij dinosauriës die tot nu toe zijn opgegraven. De functie van de bochel is onbekend.
Opvallend aan het beest is niet alleen de merkwaardige bultkam op zijn rug, maar ook het feit dat hij aan zijn voorpoten aanhangsels moet hebben gehad die mogelijk voorlopers waren van veren te vergelijken met die waarmee kan worden gevlogen. Maar , hoe ze er precies uitzagen en wat hun functie was, is eveneens ( nog ) onbekend.
Op de reconstructie (fig2) heeft de theropode aan de voorpoten een minimale franje gekregen, maar het zouden ook vertakte veerachtige structuren geweest kunnen zijn, aldus de onderzoekers.
De bulten /littekens op de voorarmen van de dino zouden wel eens een aanwijzing kunn en zijn dat het landdier mogelijk gevederd was ..al willen/kunnen de onderzoekers daar nog geen verdere speculaties aan verbinden .
De bobbels zijn mogelijk het oudste bewijs voor de groei van primitieve veren bij dieren, zo melden de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
Deze eigenschap is eerder waargenomen bij kleine dinosauriërs die nauwer verwant zijn aan vogels, zoals de Velociraptor, verklaart hoofdonderzoeker Francesco Ortega op Discovery News. Deze dinosaurus is vier keer groter dan de Velociraptor en( =de haaientanden /carcharodontosauria) werden tot nu toe beschouwd als te primitief ( in dit opzicht )om veren te hebben."
"Toch beschikt dit dier ook over deze kleine bobbels waaruit waarschijnlijk primitieve veren groeiden, aldus Ortega.
.The dinosaur's unusual skeleton included a hump over the ilium - where the hind legs join the spine - and around five bumps on the forearm.....these bumps( knobs ) have been seen in dinosaurs before - includingVelociraptor, it is interesting and new to find this characteristic in a dinosaur that is so far removed from either birds or previous known feathered dinosaurs.The bumps are very similar to those in present-day birds,(= quill knobs ) with just two differences. There are fewer bumps in the Concavenator and they are not in such a regular arrangement. The team interpret these differences in evolutionary terms. They suggest that over evolutionary time the bumps could have evolved into the feather attachments that are found in modern birds..
*The hump found on the dinosaur's spine is more of a mystery, however. Humps are common in dinosaurs, and can be used for heat regulation - when they might look like a kind of sail - for display, or for food storage.
The scientists from Madrid uncovered the bones in Cuenca, central Spain
The team cannot work out what this hump might be for, though.
It is probably not for heat regulation, since normally a hump of this type would need an extensive blood supply, and there would be evidence within the surrounding bone - the team did not find this.
Also, most previous dinosaur humps have been found around the shoulders or the centre of the back - this hump is further towards the tail...
The hump could also represent another ".....anchors to the ligaments that hold the flight feathers. Maybe Concavenator wasn't ( flight- )feathered, but its hump could represent an evolutionary step in that direction...."
Specimen MCCM-LH 6666 from the Lower Cretaceous series (Barremian stage) of Las Hoyas (Cuenca, Spain). a, Photograph under visible light. b, Schematic interpretation of the exposed right side of the skeleton. a, astragalus; aofe, antorbital fenestra; co, coracoid; d1112sp, neural spines of the eleventh and twelfth dorsal vertebrae; fe, femur; fi, fibula; hu, humerus; il, ilium; is, ischium; j, jugal; l, lacrimal; mt III, third metatarsal; mx, maxilla; na, nasal; po, postorbital; pu, pubis; ra, radius; sc, scapula; ti, tibia; u, ungual phalanx; ul, ulna.
back to article Figure 2: Time-calibrated reduced consensus of the phylogeny of Neotetanurae theropods.
a, Hypothetical flesh reconstruction of Concavenator corcovatus. b, The phylogeny resulting from a parsimony analysis of the data matrix6 in which Concavenator is incorporated (see Supplementary Information). If poorly represented carcharodontosaurian taxa are considered, Concavenator is located either as the sister group to the remaining Carcharodontosauria or as a basal carcharodontosaurian, but on removing the less informative taxa, Concavenator stands unequivocally as the most basal Carcharodontosauridae. Concavenator possesses two unambiguous synapomorphies of Carcharodontosauria: a deeply concave iliac articular surface on the ischia and a proximomedially inclined femoral head. Our analysis agrees with recent hypotheses6 in considering that Carcharodontosauria is basally split into Carcharodontosauridae and Neovenatoridae6. Two cranial synapomorphies would place Concavenator within Carcharodontosauridae: the lacrimal-postorbital contact and a large curving flange in the jugal process on the postorbital. Maa, Maastrichtian; Cam, Campanian; San, Santonian; Con, Coniacian; Tur, Turonian; Cen, Cenomanian; Alb, Albian; Apt, Aptian; Bar, Barremian; Hau, Hauterivian; Val, Valanginian; Ber, Berriasian; Tit, Tithonian; Kim, Kimmeridgian; Oxf, Oxfordian; Cal, Callovian; Bat, Bathonian; Baj, Bajocian; Aal, Aalenian
Figure 3: Details of the holotype of Concavenatorcorcovatus.
Specimen MCCM-LH 6666 from the Lower Cretaceous series (Barremian stage) of Las Hoyas (Cuenca, Spain). a, Lateral view of the skull. b, Middle part of the axial skeleton showing the distribution of the height of the neural spines of vertebrae around the pelvic region. c, Detail of distal phalanx of the right foot showing impressions of plantar pads and corneous sheaths of the ungual bones. d, Impressions of hexagonal scales associated with the fifth metatarsal. e, Distal portion of the tail vertebrae showing a body outline. f, Distal portion of the tail vertebrae showing a body outline and the disposition of some rectangular scales. il, ilium; ip, intraorbital process; ob, orbital brow; mt V, fifth metatarsal; sp1012, neural spines of the tenthtwelfth dorsal vertebrae.
Figure 4: Forearm of Concavenatorcorcovatus.
Specimen MCCM-LH 6666 from the Lower Cretaceous series (Barremian stage) of Las Hoyas in Cuenca, Spain. a, Forearm (radius and ulna) of Concavenator corcovatus. b, Detail of the posterolateral crest showing a series of feather quill knobs (arrows mark the available five elements of the series). c, Dorsal view of the ulna of an extant turkey vulture (Cathartes sp.). Scale bars, 1cm.
Amerikaanse wetenschappers hebben een prehistorische krokodil opgegraven, die ruim 100 miljoen jaar geleden op het land leefde. De resten van het opmerkelijke reptiel met de naam Pakasuchus kapilimai zijn gevonden in een 105 miljoen jaar oude rotspartij in Tanzania.
The specimen of Pakasuchus lies embedded in sandstone. It's only partially exposed and you can't see the skull. The animal's backbone runs from the bottom-left of the block to the top-right, where you can see its hips and two legs coming off it. The tail runs from the top-right across the top of the block. The twin rows of plates are called osteoderms - bony pieces of armour. Virtually all crocodiles have osteoderms all over their body but in Pakasuchus, they're only found in the tail. Credit: Patrick M. O'Connor
Vooral de kleine katachtige schedel van de krokodilachtige is erg bijzonder.De kaken en tanden van het dier lijken meer op het gebit van een zoogdier dan op de bek van een reptiel. Dat schrijven wetenschappers van de Universiteit van Ohio in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
Het bewuste fossiel komt uit het Krijt (145 65 miljoen jaar geleden). Opvallend aan die tijdsperiode is dat de krokodilachtigen op het toenmalige supercontinent Gondwana, waar Afrika deel van uitmaakte, veel diverser waren dan moderne krokodillen en alligators. Dat valt in ieder geval af te leiden uit de gebitten van verre verwanten, die afhankelijk van de soort waren afgestemd op het eten van alles van planten tot dierlijke prooi.
Om het gebit van Pakasuchus te onderzoeken stonden de onderzoekers voor de uitdaging dat het dier was gefossiliseerd met zijn kaken stijf op elkaar. Maar met een geavanceerde medische röntgen scanner wisten de onderzoekers zijn tanden bloot te leggen en die, op basis van de scans, in 3D te reconstrueren.
.
Krokodillen hebben vaak scherpe tanden om prooi mee te grijpen. Bij sommige soorten zijn de tanden wat dikker en minder puntig, om botten en schildpadschilden mee te vermorzelen. Maar echte kiezen om mee te malen hebben ze niet; een krokodil schrokt zijn prooi in grote stukken naar binnen.
All modern crocs have a skull that resembles this Nile crocodile - a long snout, full of conical teeth that all look the same and nostrils on top. Credit: Nancy J. Stevens
Het team van internationale onderzoekers ontdekten echter het voormelde fossiel met een tandopstelling met kiezen, die ook nog eens goed op elkaar passen. Heel indrukwekkende afmetingen heeft de krokodilachtige, genaamd Pakasuchus kapilimai, alleen niet. Het complete dier is slechts dertig centimeter lang met een schedel van zeven centimeter.
Opvallend was dat Pakasuchus veel minder tanden heeft dan een hedendaagse krokodil. En in plaats van een tamelijk willekeurige verdeling met veel ruimte tussen de tanden, heeft het fossiel een gebit dat sterk overeenkomt met dat van vleesetende zoogdieren.
Pakasuchus heeft namelijk in totaal achteraan zijn kaken acht kiezen, in elke mondhoek twee onder en twee boven, en meer naar voren een aantal hoek- en snijtanden. De kiezen passen vrij goed op elkaar, wat suggereert dat het dier op zijn prooi kauwde. De naam Pakasuchus kapilimai werd overigens gekozen omdat het dier met zijn kleine afmetingen, korte brede schedel en gebitsopstelling doet denken aan een kat (Paka betekent kat in het Swahili). De onderzoekers denken dat krokodilachtigen zoals Pakasuchus in het ecosysteem van Gondwana een hele specifieke rol vervulden, die elders door zoogdieren werd opgevuld.
Neusgaten Ook de neusgaten van het reptiel zijn opvallend. Ze zitten aan de voorkant van de schedel. Bij de meeste krokodillen zitten de neusgaten meer aan de bovenkant, zodat ze adem kunnen halen terwijl ze in het water liggen. De wetenschappers vermoeden dan ook dat het nieuw ontdekte reptiel voornamelijk op het land leefde.
Pakasuchus kapilimai was waarschijnlijk ongeveer 50 centimeter lang van kop tot staart en maakte jacht op insecten en andere kleine landdieren. Zijn dunne, relatief lange poten zouden daarbij goed van pas zijn gekomen.
Handpalm Op het eerste gezicht doet deze krokodil erg zijn best om op een zoogdier te lijken, verklaart hoofdonderzoeker Patrick OConnor in de Britse krant The Daily Telegraph. Zijn kop zou in de palm van je hand passen."
"Als je alleen naar de tanden zou kijken, zou je niet denken dat het om een krokodil ging. Je zou je dan afvragen of je met een vreemd soort zoogdier te maken had, aldus O' Connor.
Grofweg zes miljoen jaar geleden gebeurde er iets heel belangrijks in de geschiedenis van de mens. Dat was het moment waarop de voorouder van de mens en die van de huidige mensapen ieder een ander evolutionair pad insloegen. Zonder die splitsing zou er nu geen verschil zijn tussen ons, chimpansees en gorilla's.
Minstens zo belangrijk is het moment waarop de voorouder van de mensapen zich afsplitste van die van de overige 'oude wereld' apen.
Gelada (Theropithecus gelada),een van de vele soorten "oude wereld apen "
De nieuwe aap is ontdekt in Saudie Arabië door de Amerikaanse paleontoloog Lyad Zalmout en zijn team. Zij vonden alleen de schedel, kaak en tanden van het dier. Toch kunnen ze hier een hoop uit afleiden. De botresten behoorden ooit tot een volwassen mannetjesaap van zo'n vijftien tot twintig kilo, die de onderzoekers Saadanius hijazensis hebben gedoopt. Hij leefde zo'n 28 miljoen jaar geleden. En, het belangrijkste: het dier wijkt nogal af van andere apenfossielen uit grofweg dezelfde tijdsperiode.
Op basis van de kenmerken van de nieuwe aap betogen Zalmout en zijn collega's dat mensapen pas later van andere apen zijn afgesplitst dan wetenschappers tot nu toe dachten. De huidige schatting is dat dit zo'n 35 tot 30 miljoen jaar geleden is gebeurd. Maar op basis van de nieuwe vondst lijkt het waarschijnlijker dat de eerste mensapen zo'n 29 tot 24 miljoen jaar geleden ontstonden. De paleontologen gaan het fossiel nu verder bestuderen en nog uitgebreider vergelijken met andere fossiele apenresten. Zij hopen dat ze hierdoor gaten in de kennis over wanneer en waardoor mensapen een aparte evolutionaire groep werden verder kunnen dichten.
Een primaat niet groter dan een baviaan leefde in de warme , vochtige wouden dicht bij de Rode zee in wat nu Westelijk Saudi Arabia is .
Wetenschappers van de Universiteit van Michigan( en van de expeditie die de ontdekking deed in februari 2009) publiceerden nu de gegevens over die primaat, (genaamd Saadanius hijazensis,) in het vakblad Nature.
Het was een uitzonderlijke vondst, aldus doctor William Sanders, die het onderzoek leidde. De (tot nu toe ontdekte) ontdekte gefossilifieerde resten van de soort bestaan uit een gedeelte van het gezicht en ( vooral) tanden van de bovenkaak
De fragmentaire schedel heeft bepaalde kenmerken die gedeeld worden met apen uit de Oude Wereld als met mensapen (hominidea), en waar ook later de mens ( het genus homo )uit is voortgekomen. ( Hij is met andere woorden : op grond van de morfologische kenmerken hypothetisch goed inpasbaar in de huidige stamboom der catharini evolutie ...andere kenmerken doen dan weer zijn plaatsing dicht de basis van de "stamlijnen" en hun verwanten onder de catharini (propliopithecusen pliopithecus ) vermoeden
The skull and teeth show that the animal, named Saadanius hijazensis, had similar teeth to Old World monkeys. Unlike apes, it lacked a frontal sinus (which is responsible for the feeling of "brain freeze" sometimes caused by eating ice-cream).
( zie vooral ook de stamboom hierboven)
(BBC)
Saadanius zit dichtbij een soort die uiteindelijk tot ons leidde, ( volgens nu nl maar Sanders zei letterlijk ): . "....The roots of apes, humans and monkeys go back a long way. We were interested to know when these ancient primates diverged because, in a way, that's when we got our start..."
De schedel is ongeveer 29 miljoen jaar oud. Dat geeft volgens de onderzoekers aan dat de splitsing tussen de apen uit de oude wereld en de Hominidea veel later zou hebben plaatsgevonden dan altijd werd gedacht. Genetisch onderzoek zou eerder 30 tot 35 miljoen jaar hebben uitgewezen.
"Het is mogelijk,( = dat Sadaanius uit de groep stamt waarbinnen die voormelde splitsing plaatsvond ) maar er kunnen destijds nog zoveel andere wezens zijn geweest die erg op elkaar leken, en een daarvan werd een van onze (verre )voorouder", legt Sanders uit. Maar ook : "We moeten eerst meer onderzoek doen voor we zoiets kunnen zeggen.( over Saadabius )"
Tot nu toe zijn die bepaalde vermelde verwantschappen en aftakkingen in de evolutie van de catharini nog niet erg goed gedocumenteerd in het fossiel materiaal :Saadanius stamt uit periode en is dus cruciaal.
Als we iets wisten over de tijd en de omstandigheden waarin dit dier leefde, ontdekken we misschien wat voor de verandering zorgde die leidde tot de evolutie én van de apen van de oude wereld en van de Hominoidea , aldus Sanders.
Iyad Zalmout, lead author of the study, spotted the damaged skull of Saadanius lying upside down in the ironstone sediment with its teeth glinting in the sun. Serious wounds on the front of the skull suggest the creature met a violent end. He got in the way of a big carnivore and died in a horrible way, Zalmout said. The puncture marks in the skull suggest he was seized by the head, got chewed around a bit, and was then thrown away.
Brenda Benefit, professor of biological anthropology at New Mexico State University, said: For me this discovery is one of the most significant in my lifetime. Until now we have not had a very perfect fossil ancestor for the Old World monkeys and apes.
Some palaeontologists, including myself, thought that this is exactly what the common ancestor to Old World monkeys and (Great)apes ( Hominidea)would look like, based on resemblances between Miocene fossil Old World monkeys and (Great ) apes, whereas others thought they would be shorter snouted and more round-headed like modern gibbons (Hyloblatidea . op de stamboom uit het nature artikel te vinden onder dendropithecinea -).
Saadanius resolves this debate and demonstrates the importance of the fossil record for knowing what our ancestors looked like.
WAARSCHUWING Nota voor creationisten : Alle vermelde artikels en deze blogpostgaan niet over de validiteit van deze vondst Het zijn meer een verzameling reflectieve bezinningen over verschillende insteken (en werkhypothesen ) en over wat al dan niet wetenschappelijk van belang zou kunnen zijn in die vondst ....
Deze ontdekking is belangrijk aangezien de( verkeerdelijk zo genoemde ) "Cambrische explosie" door creationisten nog steeds wordt gezien .......als het scheppingsmoment van veelvuldig en verschillend(andersoortig apart geschapen ) meercellig en complex leven.
De fossielen worden door hun ontdekkers als giganten beschouwd in een 2miljard jaren oeroude microscopische wereld waarvan altijd(traditionaal) is gedacht dat ze uitsluitend uit eencelligen en prokaryoten bestond ( sommigen rekenen daar ook nog virrussen /(minstens )bacteriofagen bij )
Wat is het ?
Wetenschappers hebben waarschijnlijk fossielen gevonden van één van de eerste meercellige organismen. De tot 12centimeter lange ; " grote" cookie-achtige fossielen zijn 2,1 miljard jaar oud, 200 miljoen jaar ouder dan het fossiel van het vorige oudste meercellige organisme. "....afzonderlijke eencellige organismen ( tenzij prokaryote bacterieele matten en kolonies ? ) bereiken nooit die afmetingen "
De structuur laat immers zien dat het om meer gaat dan een dun laagje bacteriën en heeft een zekere dikte en duidelijk gedefinieerde randen. Er blijft nog twijfel bestaan of het inderdaad om eukaryoten gaat, hoewel de driedimensionele structuur dit wel doet vermoeden. Tegenwoordige bacterieplakken zijn veel dunner dan deze fossielen en hebben geen driedimensionele structuur.
"....de oudste sporen van complex meercellig leven zijn niet meer uitsluitend te vinden in lagen van 600 miljoen jaar geleden , (Noot A) zoals lang de voorhanden fossiele getuigen suggereerden , maar de limiet is nu waarschijnlijk opgeschoven door vondsten gedaan in lagen van 2.1 miljard jaar oud ...." zei Abderrazak El Albani, een onderzoeker van de universiteit van Poitiers en hoofdauteur van het artikel in Nature
De macrofossiele "kolonies " /Gabon./ de fossielen zijn gevonden in schalie-/ (c)El Albani De meting van de aanwezigheid van zwavel-isotopen maakte het mogelijk dit eens levende organisme te onderscheiden van de sedimenten.
1 2
Microtomografische morfologie reconstructies van buiten (links ) en binnenkant (rechts )van enkele " macro"fossielen (1 &2) / El Albani - Masurier
De fossielen zijn van pyriet (deels onstaan uit ) een afzettingmineraal uit de produkten van composterende en verterende afbraakbacteria Deze mineralisatie heeft de organismen afgegoten . bovendien is het oorspronkelijkke inbeddings materiaal ( = de matrix ) waarin de fossielen ziten , noch uitermate verhit noch onder grote druk veranderd ( morfonese )
Maar Seilacher (1)noemt de fossielen pseudo-fossielen want hij denkt dat het opeenhopingen van pyriet kunnen zijn, die als gevolg van druk op de sedimenten bepaalde vormen aannamen.
le Centre de microtomographie de l'Université de Poitiers, l'unité « Histoire naturelle de l'Homme préhistorique » (CNRS/MNHN), la Société « Etudes Recherches Matériaux » du CRI Biopole de Poitiers, l'unité « Géosciences Rennes » (CNRS/Université de Rennes), le bureau de recherches géologiques et minières, le Laboratoire d'hydrologie et de géochimie de Strasbourg (CNRS/Université de Strasbourg), le Centre de recherche sur la paléobiodiversité et les paléoenvironnements (CNRS/MNHN/UPMC) et le Laboratoire Géosystèmes (CNRS/Université Lille 1/Université d'Amiens).
2.1 miljard jaar oud fossiels en onderaan de afdruk in de schalie waarin het fossiel werd gevonden Albani et al., Fig. 2
De stap van eencellig leven naar meercellige organismen was een grote en belangrijke stap in de evolutie van leven op aarde. Alle dieren en planten die vandaag de dag met het blote oog te zien zijn, zijn meercellig.
De grote vraag is of de fossielen uit Afrika ooit daadwerkelijk meercellige organismen waren, of dat het veeleer te beschouwen is als een kolonie van(eukaryote ?) ééncelligen die verschillende rollen zijn gaan vervullen binnen hun samenleefverband of dat het de restanten zijn van groepen ( prokaryote ) eencellige bacteriën. (= Bacterieele matten: / stromatolieten ?) (1)
stromatolieten uit Minnesota
Uit de eerste analyse , van een hondertal monsters uit de eerste meegebrachte collectie van 250 fossielen , met behulp van de driedimensionale röntgenmicrotomagrafie blijkt volgens de onderzoekers dat de optie "meercellig organisme " de voorkeur verdient Bijkomend argument : De fossielen bevatten ook sporen van sterol dat kenmerkend is voor de membranen van eukaryoten, maar dit sterol zou ook kunnen ingesijpeld zijn uit sedimenten van jongere organismen.
Er zullen stappen en voorstellen gedaan worden ( door oa. de franse regering ? ) om de site te bewaren/ aan te kopen als wetenschappelijke werelderfgoed site
De fossielen komen uit een tijdvak uit het laat paleozoicum,toen de aardse atmosfeer werd verrijkt met veel zuurstof.( de eerste algen ?) De evolutie van de Gabon macrofossielen, is de eerste stap in de richting van grootschalige multicellulariteit, werd waarschijnlijk mogelijk gemaakt door de stijging van de hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer, zegt Dr. El Albani in een verklaring. De Cambrische "explosie " (542 tot 488 miljoen jaar geleden, red.) vormde de tweede stap.(2)
De organismen leefden waarschijnlijk in ondiep zeewater en profiteerden van een verhoging van zuurstof in de atmosfeer tussen 2,45 en 2 miljard jaar geleden (The Great Oxidation Event). Pas 700 miljoen jaar geleden nam het zuurstofgehalte nog meer toe en kon het meer complexe leven zich ontwikkelen tijdens de daaropvolgende "Cambrische explosie." (2)
http://en.wikipedia.org/wiki/Grypania GRYPANIA SPIRALIS, was tot nu toe met zijn 1.7 a 2.2 miljard jaar ,de recordhouder bij de vermoedelijke EUKARYOTE ALGEN (of toch minstens kolonies van met elkaar communicerende eencelligen(= cyanobacteria ? )
This is a specimen of 2.2 billion-year-old Grypania spiralis the oldest known eukaryotic (multicellular) organism and one of the rarest fossils on Earth.It is described as filaments of red algae from the middle Precambrian iron formations in upper Michigan (see Science, July 10, 1992, pp 232-235).
Grypania spiralis is by far the oldest known multicellular organism. All other Precambrian specimens of this age are prokaryotes (simple, single-celled organisms that lack a cellular nucleus) such as stromatolites.The discovery of Grypania in the 1980s caused great excitement in the world of paleontology because these organisms are over 1 billion years older than the next-closest-aged eukaryote. This singularly unique anomalous occurrence of early eukaryotes continues to confound paleontologists today.
The development of eukaryotes (that is, cells which contain a nucleus) is one of the fundamental great leaps forward in the evolution of life.From this template all other complex life became possible. Grypania is a cornerstone in this field of research.
Potomac Museum Group collected these rare specimens in the late 1980s as a paleontological rescue operation in an active iron mine in Michigan.They are known from only one small location in a single mine which we were allowed to access for a very brief amount of time.The area has since been lost to mining activity.The PMG specimens numbering only a few dozen pieces represent the bulk of what is known of these unique organisms.Most of the specimens are hand size or smaller.
This one, and a few others similar to it, were recently found in the field collections among stratigraphic samples taken in the mine during the excavation.Most of the stratigraphic samples were float pieces that never received an accession number for the PMG collections.
Specimen 1
This piece has two sides part and counterpart each measuring approximately 5 x 2.25 inches. Such complete specimens including both sides are very uncommon in these specimens chiefly because the field work was so rushed we had no way to locate the fossiliferous beds properly. It is only by chance that some of them have both sides. The primary side has many typical Grypania curls and partial sections. The secondary side has faint outlines of the fossils on the primary side. There are no reconstructions or enhancements in this specimen. And no repairs.
Specimen 2
This piece has two sides part and counterpart each measuring approximately 2.5 x 1.25 inches. Such complete specimens including both sides are very uncommon in these specimens chiefly because the field work was so rushed we had no way to locate the fossiliferous beds properly. It is only by chance that some of them have both sides. The primary side has many typical Grypania curls and partial sections. The secondary side has faint outlines of the fossils on the primary side. There are no reconstructions or enhancements in this specimen. The secondary side was broken into several pieces and has been professionally repaired in the lab.
Specimen 3
This piece has two sides part and counterpart each measuring approximately 2.5 x 1.25 inches. Such complete specimens including both sides are very uncommon in these specimens chiefly because the field work was so rushed we had no way to locate the fossiliferous beds properly. It is only by chance that some of them have both sides. The primary side has many typical Grypania curls and partial sections. The secondary side has faint outlines of the fossils on the primary side. There are no reconstructions or enhancements in this specimen. And no repairs
(1) voorzichtigheid is geboden Het zou niet de eerste keer zijn , dat voorbarige conclusies worden getrokken ;
Pseudofossielen :
1- Seilacher dacht zelf ooit 1,1 miljard jaar oude eukaryote fossielen te hebben gevonden. Nu is hij overtuigd dat dat pseudo-fossielen waren. Misschien is hij te sceptisch geworden. Het hoofd koel houden is de boodschap .
Once( 1998 )thought to be the fossils of shelled creatures, these features are actually the marks of gas bubbles trapped in bacterial mats .( stromatolites ? ) S. Bengtson et al
-Azmi, R. J. Jour. Geol. Soc. India 52, 381389 (1998). -Bengtson, S., Belivanova, V., Rasmussen, B. & Whitehouse, M. Proc. Natl Acad. Sci. USA doi:10.1073/pnas.0812460106 (2009).
Wetenschappers nemen aan dat alleen eencellige bacteriën en virussen zonder zuurstof kunnen leven. Uit een nieuw onderzoek blijkt echter dat ten minste één meercellig organisme datzelfde doet.
Daarmee wordt de link die wetenschappers als vanzelfsprekend tussen het leven en de behoefte aan zuurstof leggen minstens ,gedeeltelijk genuanceerd met mogelijke uigtzonderingen op deze oude vuistregel ... Het meercellige organisme is iets minder dan een millimeter lang en leeft onder het sediment van de Middellandse Zee. Eerder werden al dergelijke organismen gevonden die beperkte tijd zonder zuurstof konden leven.
Dit meercellige organisme heeft zuurstof echter helemaal niet nodig, omdat het simpelweg geen zuurstof en suiker gebruikt om zijn cellen van energie te voorzien. Het diertje heeft namelijk organellen die lijken op hydrogenosomen. Hydrogenosomen produceren waterstof en adenosinetrifosfaat. De laatstgenoemde levert energie. Waarschijnlijk moet het nieuw ontdekte organisme het van zon energievoorziening hebben, omdat op grote diepte geen of weinig zuurstof voorkomt.
De ontdekking is van grote betekenis voor diverse onderzoeksgebieden. Zo wordt er bijvoorbeeld in de zoektocht naar buitenaards leven nog vaak van uitgegaan dat op een planeet zuurstof aanwezig moet zijn. Dit onderzoek kan die zoektocht wel eens in een nieuw licht zetten.
Een walvis met de kaken van een orka, maar van het formaat potvis. De expeditie stond mede olv van de belgische paleontoloog Olivier Lambert Een paleontoloog uit Urk ,Klaas Post, vond hem in een woestijn in Peru, en op de laatste dag van de expeditie in 2008.
Op de afbeelding een detail van een reconstructie van Leviathan melvillei die een baardwalvis aanvalt door Charlène Letenneur (Muséum National dHistoire Naturelle, Parijs). De (uiteraard niet historisch correcte) duiker ( op de oorspronkelijke afbeelding )geeft een idee van de afmetingen
Dat soort grote bejagers van walvissen bestaan tegenwoordig niet meer. Orcas de grootste walvisrovers van nu, worden niet langer dan een meter of negen.
Dat deze walvis mét grote tanden daadwerkelijk een potvis is, maakt Reumer op uit zijn kenmerkende schedelvorm: hol aan de bovenkant tussen zijn relatief kleine oogjes en het puntje van zijn neus. Potvissen hebben hier plaats voor een kleverige witte massa die aan sperma doet denken. Niet voor niets heet de potvis spermwhale in het Engels. Moderne potvissen hebben op hun kop van dat spul een badkuipvol, zegt Reumer. Bij onze uitgestorven potvis was dit zogeheten spermaceti-orgaan kleiner, maar de plaats waar het gezeten heeft is op de schedel duidelijk herkenbaar.
Potvissen gebruiken het spermaceti-orgaan waarschijnlijk voor de echolocatie. De witte massa werkt als een soort lens die geluidsklikken opvangt die de potvis heeft uitgezonden om prooidieren te vinden, zegt Reumer. Waarschijnlijk focusseert het spermaceti-orgaan de geluidsgolven naar het gehoororgaan dat verder achterin de schedel ligt. Sommige andere walvissen hebben een vergelijkbaar meloenvormig orgaan op de kop. Het grote kussen op de kop van potvissen zou ook nuttig kunnen zijn om op rivalen of prooidieren in te rammen. Een aanwijzing dat dit daadwerkelijk zou kunnen gebeuren is het feit dat het spermaceti-orgaan van mannetjespotvissen relatief wat groter is dan dat van vrouwtjes. .
De drie meter lange schedel van de potvis is gevonden door een internationaal team van onderzoekers in .de Pisco-Ica , een woestijn aan de zuidkust van Peru, 600 meter boven de zeespiegel. Tien, twintig miljoen jaar geleden was dit de bodem van de Grote Oceaan. Destijds was de oceaan het domein van de walvis en de reuzenhaai, nu is de woestijn hun laatste rustplaats. De oude zeebodem werd op het land geduwd door de geologische krachten die ook hebben gezorgd voor het ontstaan van de Andes. Dit is de droogste woestijn ter wereld, vertelt Reumer. Toen wij het gebied bezochten zagen we nog overal noodwoninkjes staan. Het gebied was niet lang geleden door een aardbeving getroffen. De geologische krachten die zorgen voor de opstuwing van de Andes maken dit gebied ook kwetsbaar voor zware aardbevingen.
De fossielen liggen hier voor het oprapen. Walvissen, zeehonden, dolfijnen, schildpadden en pinguïns zijn er begraven. Zelfs de resten van luiaards die hier ooit in de kustwateren zwommen.
In deze woestijn was het waar Peruaanse paleontologen naar walvisfossielen zochten, samen met Klaas Post, een amateur-archeoloog uit Urk, tegenwoordig verbonden aan het Natuurhistorisch Museum van Rotterdam en een vermaard kenner van de walvis.
Zowel de onderkaak als de bovenkaak van de fossiele potvis bevat tanden(twee keer negen tanden in de bovenkaken en twee keer elf tanden in de onderkaken) die maar liefst 12 centimeter in doorsnee en 36 centimeter lang zijn..
De grootte van het gebit suggereert dat het dier(misschien ook ) jaagde op kleinere walvissen, zoals orka's of of baleinwalvissen. Dat schrijven de wetenschappers in het wetenschappelijk tijdschrift Nature
Moby Dick
Post en zijn Peruviaanse collegas hebben hun vondst Leviathan melvillei gedoopt, naar het bijbelse zeemonster en naar Herman Melville, de schepper van die andere legendarische potvis, Moby Dick. Het beest was naar schatting 13,5 à 17,5 meter lang , dat is niet groter dan een moderne potvis( die tot 20 meter lang kan wordern ) , en leefde zon twaalf à dertien miljoen jaar geleden, "Er zijn veel fossiele potvissen gevonden in het verleden", verklaart Lambert. "Maar de meeste van deze fossiele dieren waren veel kleiner dan moderne potvissen." .
Kaakspier
Een groot gat in de schedel wijst er verder op dat de potvis ook over een zeer grote en sterke kaakspier beschikte. "Dit was een jagend roofdier dat grote stukken uit een prooi kon bijten", verklaart hoofdonderzoeker Oliver Lambert op Discovery News.
Moderne potvissen hebben een totaal ander gebit dan het prehistorische dier uit Peru. Zo hebben ze veel kleinere tanden die alleen aan uit hun onderkaak groeien
Af en toe spoelt er aan onze kust wel eens een potvis (Physeter macrocephalus) aan. Met een lengte tot achttien meter is dit de grootste hedendaagse soort tandwalvis. Maar anders dan andere tandwalvissen (zoals bijvoorbeeld orkas, dolfijnen en bruinvissen) heeft een potvis enkel bruikbare tanden op de onderkaak. Ze worden bovendien uitsluitend gebruikt in pikorde, sexuele en territorium gevechten met soortgenoten Om hun prooien (hoofdzakelijk inktvissen) te vangen maken ze eerder gebruik van zuigkracht ze jagen bovendien in de diepzee op de reuzenpijlinktvis Ze zuigen die beesten naar binnen, ongeveer zoals wij een oester naar binnen slurpen, zegt jelle Reumer, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en één van de auteurs van het stuk in Nature.
Dolfijnen
De Leviathan was met zijn krachtige gebit een geducht jager die het (misschien)ook op de destijds veel voorkomende baleinwalvissen voorzien moet hebben. Alleen hun vette lijven konden zijn honger stillen.
Althans, dat is de werkhypothese van de onderzoekers. Die gedachte geeft hen ook een hint voor het mogelijke einde van het zeeroofdier. In het late Mioceen (23 tot 5 miljoen jaar geleden) koelde de wereld af en werden de voedselvoorraden in zee minder. Dat was vermoedelijk in het voordeel van de Moby Dicks die op grote diepte naar inktvissen speurden. En wellicht ook, speculeert Post, legde de Leviathan het af tegen de opkomende dolfijnen die het monster te snel af waren.
Olivier Lambert e.a.: The giant bite of a new raptorial sperm whale from the Miocene epoch of Peru, in Nature van 1 juli 2010
De resten van een reusachtige potvis . Het dier leefde waarschijnlijk 13 miljoen jaar geleden en jaagde mogelijk op andere walvissen.
ad, Schematic drawings of skull and mandible. Skull in dorsal (a) and ventral (b) view, mandible in dorsal view (c), skull and mandible in right lateral view (d). eg, Right lower teeth in labial view. h, i, Teeth of modern sperm whale Physeter (h) and killer whale Orcinus (i) for comparison. An, antorbital notch; As, alisphenoid; Ex, exoccipital; Fg, frontal groove; Fr, frontal; Iof, infraorbital foramen; La, lacrimal; Mc, mandibular condyle; Mf, mandibular foramen; Mg, mesorostral groove; Msb, margin supracranial basin; Mt, mesethmoid; Mx, maxilla; Or, orbit; Paf, palatine foramen; Pmf, premaxillary foramen; Pmx, premaxilla; Pty, posterior process tympanic; Rn, right bony naris; Sb, supracranial basin; Sq, squamosal; Tf, temporal fossa; Vo, vomer; Wf, wear facet; Zp, zygomatic process squamosal.
Figure 2: Phylogeny of physeteroids illustrating the relationships of Leviathan with other stem physeteroids, physeterids and kogiids.
A maximum parsimony cladogram obtained with a PAUP (phylogenetic analysis using parsimony) branch-and-bound search, using a data set modified from previous works. The consistency (CI) and retention (RI) indices of the single shortest tree are 0.61 and 0.65, respectively. Schematic skulls illustrate the presence or absence of functional upper dentition in each taxon. Question marks indicate unknown condition. The daggers indicate extinct species. See Supplementary Information for further details.
Figure 3: Comparison of the outline of the skull and mandible of Leviathan with modern giant sperm whale Physeter and killer whale Orcinus.
ac, Skull and mandible of Leviathan (a), Physeter (b) and Orcinus (c), in right lateral view. Note the large size and proportionally large temporal fossa and teeth of Leviathan. All outlines are to the same scale.
Zeezoogdieren versterken fotosynthese door ijzer in mest
IJzerbemesting van de Zuidelijke IJszee door potvissen leidt via-via tot onttrekking van 400.000 ton koolstof per jaar uit de atmosfeer. Dat is tweemaal zo veel als de hoeveelheid die de dieren zelf uitademen, zo rekenen Australische onderzoekers voor in Proceedings of the Royal Society B.
Wereldwijd is het effect mogelijk nog groter. Het totale aantal potvissen wordt geschat op enkele honderdduizenden, en daarvan zwemmen er maar 12.000 in de Zuidelijke IJszee.
Het woord ijzerbemesting moet je in dit geval heel letterlijk nemen. Potvissen (Physeter macrocephalus) jagen op grote diepte maar poepen aan de oppervlakte. Hun belangrijkste prooi is inktvis, waar van nature vrij veel ijzer in zit. Geschat wordt dat de potvissen in de IJszee op deze manier 50 ton ijzer per jaar naar boven brengen. Dat ijzer is weer een essentiële voedingsstof voor algen (fytoplankton) die via fotosynthese CO2 uit de atmosfeer vastleggen.
Na hun dood zakken de algen weer naar de bodem, waarmee de koolstof voor langere tijd uit de circulatie is.
Of dit in een gegeven oceaan zo werkt, hangt sterk af van de vraag of ijzer de limiterende factor is voor algenbloei. In de Zuidelijke IJszee schijnt dit in elk geval wél zo te zijn.
Het is echter nog de vraag of de Australische berekeningen helemaal kloppen. Er is al eens geprobeerd om het broeikaseffect kunstmatig te bestrijden door ijzerzouten over de reling van een onderzoeksschip te kieperen. Dat bleek weinig op te leveren: ( zie hieronder I ) de algen bloeiden inderdaad, maar ze werden meteen opgevreten door kleine zeediertjes. Dat doet vermoeden dat de potvissen met hun ijzerbemesting voornamelijk hun eigen voedselketen versterken, terwijl het voor het broeikaseffect weinig uitmaakt.
APPENDIX I Omstreden experiment laat nauwelijks CO2-opname zien bron: BBC News 24 maart 2009Arjen Dijkgraaf
Het bemesten van oceanen met ijzer teneinde een CO2-absorberende algenbloei te creëren, haalt weinig uit. In elk geval niet in de Antarctische wateren, zo is de uitkomst van het Duits-Indiase Lohafex-experiment.
Het experiment hield in dat zes ton ijzer werd verspreid over 300 vierkante kilometer oceeaan ten zuiden van Argentinië. Inderdaad leidde dat in eerste instantie tot de gehoopte algenbloei. Alleen kregen de algen (fytoplankton) niet de kans om veel CO2 op te nemen, aangezien ze binnen een paar weken werden opgevreten door minuscule eenoogkreeftjes (Copepoda). Die vielen op hun beurt weer ten prooi aan iets grotere vlokreeftjes (Amphipoda).
Mogelijk komt deze verrijking van de voedselketen uiteindelijk de walvisstand ten goede, maar het broeikaseffect wordt er niet echt door afgezwakt.
Het experiment was sowieso omstreden. Tegenstanders probeerden het te verbieden omdat onduidelijk is wat de langetermijneffecten op de ecologie zijn. Als het wél zou zijn geslaagd dreigde bovendien een wildgroei aan commerciële ijzerzaaibedrijven die rijk hoopten te worden met de verkoop van CO2-emissierechten.
Niet iedereen geeft intussen de hoop op. Eerdere experimenten slaagden wél. Het lijkt deels te liggen aan de algensoort die je er mee kweekt. In het beste geval zijn het diatomeeën met een silica-mantel die voor kreeftachtigen onverteerbaar is. Maar om die mantel op te bouwen hebben ze een ruime toevoer van kiezelzuur nodig, en in het gebied waar Lohafex is uitgevoerd zou de kiezelzuurconcentratie in het water te laag zijn.
Onduidelijk is intussen welk percentage van de oceanen dan wél voldoende kiezelzuur bevat.
bron: BBC News
APPENDIX II Originele manier om CO2 vast te leggen
1 maart 2010Arjen Dijkgraaf
Walvisjacht versterkt het broeikaseffect. Als de walvisstand zich herstelt op het niveau van 1900 haalt dat permanent 9 miljoen ton koolstof uit de atmosfeer, zo heeft Andrew Pershing (University of Maine, VS) berekend.
In een eerste berekeningen kwam hij zelfs op 105 miljoen ton uit, maar dát cijfer heeft hij volgens Nature sindsdien herroepen.
Tijdens een bijeenkomst van de American Geophysical Union vergeleek Pershing vorige week de walvisjacht met het verstoken van brandhout. Zolang koolstof is vastgelegd in een walvis, kan het voor de atmosfeer geen kwaad. Maar zodra je het beest slacht en verwerkt tot lampolie, margarine en andere voedingsmiddelen, wordt al die koolstof binnen korte tijd omgezet in CO2.
Uiteraard gebeurt dat laatste ook wanneer de walvis door natuurlijke oorzaken overlijdt. Alleen duurt het dan veel langer. Ten eerste omdat de walvis een hogere leeftijd bereikt, ten tweede doordat de meeste soorten na hun overlijden naar de oceaanbodem zinken alwaar het honderden jaren schijnt te kunnen duren voordat ze volledig zijn verteerd.
Momenteel bedraagt de walvisstand (alle soorten bij elkaar) minder dan 20 procent van wat hij was in 1900, vóór de introductie van 20e-eeuwse vangsttechnieken. Dat verschil komt volgens Pershing dus neer op 9 miljoen ton walvis. Dat is maar iets meer dan een promille van de jaarlijkse menselijke CO2-uitstoot, maar toch nog equivalent aan het verbranden van 11.000 vierkante kilometer bos, of 100 jaar rondrijden met 11.000 Hummers.
Nog afgezien van de propagandistische waarde van het hele verhaal.
Pershing wil het nu ook gaan uitrekenen voor andere bedreigde zeedieren, zoals blauwvintonijnen en haaien.
Sommige sauropoden broedden waarschijnlijk in de buurt van geisers om er voor te zorgen dat hun eieren warm bleven. Dat blijkt uit de vondst van fossiele eieren in Argentinië.
De fossiele eieren van de dinosauriërs zijn gevonden in Sanagasta in Argentinië in een vallei waar tijdens het krijt veel hydrothermische activiteit was. In totaal zijn er tachtig broedplaatsen aangetroffen.Bijna al die nesten liggen opvallend genoeg op drie tot vier meter afstand van oude geisers. Dat meldt Discovery News.
Broedmachines Volgens de onderzoekers van het Field Museum in Chicago en het onderzoeksinstituut CRILAR in Argentinië suggereert de vondst dat de dinosauriërs de geisers als een soort natuurlijke broedmachines gebruikten om hun eieren warm te houden. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.
De hitte van de bronnen is het broedproces waarschijnlijk ook ten goede gekomen. De eierschalen van de gevonden eieren zijn namelijk tussen de 1,29 en 7,94 millimeter dik. Dat is opvallend stevig. Ter vergelijking: een gemiddeld kippenei heeft een schaal met een dikte van slechts 0,3mm
dikte eischaal + 1cm
Titanosaurus
Het is nog onduidelijk door welke dinosauriërs de eieren zijn gelegd. Er zijn geen fossielen van botten gevonden in de omgeving van de broedplaatsen. De doorsnee van de eieren (20 centimeter) suggereert echter dat de broedplaatsen bij de geisers werden gebruikt door de Titanosaurus, een sauropode dinosauriër met een lengte van ongeveer twaalf meter.
Het dier was waarschijnlijk als een van de weinige dinosauriërs in het gebied in staat om eieren met een doorsnee van 20 centimeter te leggen.
(1) De reeds bekende dinosauriers legsels ( tot nu toe ) gevonden in Patagonie zijn voornamelijk toegeschreven aan titanosauriers Ook van de legsels uit Sanagasta ( die dus kunnen vergeleken worden met reeds bekende fossiele eieren ) mag worden verwacht dat ze afkomstig zijn van titanosaurus
Het is niet de eerste maal dat eieren ( en embryo's)van titanosaurus soorten zijn gevonden in Patagonie ....
Auca Mahuevo
In de negentiger jaren van vorige eeuw werd de bekenste/beroemde en grootste dinosauriers nestplaats ter wereld ontdekt : in Argentijns Patagonie = Het betreft de Auca Maheuvo site (deze belangrijke vindplaatst wordt nog steeds doorlopend onderzocht ) Het betreft een 2 vierkante kilometer en + 18 cm dikke afzetting van "mudstone " van -70 /-90 MY (Krijt)oud
In 1998 werd het grote publiek geinformeerd over de talrijke gefossileerde embryo's : naast de delicate bewaarde skeletresten , werden ook stukjes ( embryonale )huid gevonden die onomstotelijk aanwijzen dat het hier om reptielen gaat ...
The fossil skin reveals a scaly surface, much like the skin of a modern-day lizard. One of the fossils has a distinct stripe of larger scales near its center, which probably ran down the animal's back.
Meer nog ....vervolgonderzoek en studies rond de eeuwwisseling sugereerden dat minstens het patroon van één van de huid-specima erg goed overeen komt met dat van een bepaalde titanosaurus soort ....
Er zijn ook erg kleine potlood-achtige tandjes gevonden (= One embryo alone has at least 32 individual pencil-shaped teeth,) ; dat lijken mini-uitgaven te zijn van de beitelvormige tanden van de titanosauriers en dit in tegensgtelling tot de lepelachtige ( spatula -achtige) tanden van andere sauropoden uit diezelfde periode ... Ook deze eigenschappen ondersteunen de geopperde titanosaurus - aard van de embryo's
www.sciencedaily.com/.../981118081844.htm
MalawisaurusDixeyi, een "kleinere" titanosaurus .... let op de beitelvormige tanden ( een kenmerk van tatanosauriers)
a, Cluster of teeth of specimen PVPH-112. b, Left postorbital in dorsolateral view (PVPH-112). c, Right orbital region in lateral view (PVPH-112). d, Frontals of PVPH-113 in dorsal view; a to b and c to d show maximum width and length respectively. Fr, frontal; La, lacrimal; sc, sclerotic plates. PVPH, Paleontología de Vertebrados, Museo Municipal 'Carmen Funes', Plaza Huincul.
Is ID de wetenschappelijke (sic) uitleg voor creationiisten 150jaar Darwinisme... De evolutietheorie gewikt en gewogen David sorensen en revolutietheorie lalala DE VERRIJZENIS VAN DE JONGE VERDRONKEN KOE » Reageer (21) ID TOVERDOOS OVER SLECHTE ID-EETJES ,RESISTENTIE & TOVERDOCTORS c) OEC d) YEC
Een oeroud spoor Denisova : ZUID SIBERIË DENISOVA - mens
DMANISI AAP OF MENS DE OUDSTE ? » Reageer (1)Nakalipithecus nakayamai (<) Alweer eentje ? ..... De tand des tijds / Heidelberg-mens DE HEUPEN VAN EVA CASABLANCA MAN /erectus Hobbit is aparte soort ? » Reageer (2) NOG EEN BENDE BIJTERS POLONAISE met neanderthaler TANDEN UIT DE QESEM GROT Neanderthaler genoom Mitochondriale Genenkaart van Neanderthaler Xuchang mens
b)Biologie 1.-(EVOLUTIE ) NAS / IM Document 2008 (2) NAS / IM Document 2008 ( 1)
Cambrium & precambrium AVALON GABONESE chips
Evolutie in actie Opmerkelijk snelle adaptaties bij kroatische ruine-hagedissen:
EEN PLUIM VOOR CHINA Geef eens een pootje Pluimgewicht KLEIN DUIMPJE & DE REUS &VEREN Opnieuw gevederde Maniraptor Similicaudipteryx. Aerosteon riocoloradensis
Krokodillen
PAKASUCHUS KAPILIMAI Prestosuchus chiniquensis Terug naar zee viseter
Eritherium azzouzorum LJOEBA Darwinius masillae VLIEGENDE KATTEN ? Vleermuizen ALWEER EEN BELANGRIJK STUK UIT DE LEGPUZZEL Zee-zoogdieren ; Van de wal in de visgronden Indohyus / walvisevolutie Zeehonden-evolutie
*Blauwe en groene ( =nederlandse)teksten zijn meestal aanklikbare links *Engelse Wikipedia teksten verwijzen in de linkerkolom naar verschillende niet-engelse versies van het wikiartikel *Blauwe teksten tusssen "" , zijn voornamelijk ( gedeeltelijke)citaten afkomstig van mensen met andere meningen
Evolutie / Charles Darwin aan de basis: SELECTIE NATUURLIJK DE LEVENSBOOM UITSTERVEN DEEP TIME Biogeografie SEKSUELE SELECTIE Al jaren lang samen CO-EVOLUTIE De economie van de natuur Geleidelijke veranderingen
Unintelligent design:
IP Theorie Ons gebit , De appendix, Geboorte, De weg van het zaad , Nervus Laryngeus Recurrens, DNA , 75 mistakes , Het boek
Unintelligent design (1): Rechtop lopen Tomaso over het oog , oogspieren , Unintelligent Design (5): ZWEETVOETEN Unintelligent design (6): Vitamine C Unintelligent design (8): Kuitspieren
( zoals Dave Pouw al neerschreef )" het wordt allemaal veel spannender gebracht dan het eigenlijk is."
" Kunnen leven op Arsenicum is zeker een zeer interessante ontdekking , maar ik ben wel enigszins teleurgesteld hoe groots het werd aangekondigd in relatie tot het echte nieuws. Daarbij vermoed Dave .....dat het ook (gedeeltelijk) als subsidie trekker moet dienen." Maar dit alles is grotendeels gebaseerd op vorm -kritiek afkomstig van de teleurgestelde toeschouwers met tehoog gespannen verwachtingen
....Een noodzakelijke updating dropng zich dus opnieuw op ..Dat zal nu iets gemakkelijker worden daar het hele gebeuren ook op you tube is geplaatst (Alvast een paar eerste indrukken heb ik meegenomen in het onderstaande want ) er viel toch ( dacht ik) wat nieuws te rapen ___ voor mij althans en eventueel voor de vele verwittigde toeschouwer ( die alvast beslagen op het ijs komen en gestimuleerd wxerden tot het doen van wat noodzakelijke voorstudie tengevolge van wat brainstormerij en zoekwerk op het internet ) ...
Gelukkig is er meer dan de aarzelende persconferentie alleen , voorhanden ;
in Sciences verscheen immer het korte artikel van Wolfe et al , waarover deze persconferentie eigenlijk ging ...
(en ook Nature gaf present met een voorzichtig en beknopt nieuwskommentaar)
Belangrijk ook : De nog donderdag avond te lezen " blog bespreking van PZ Meyers ... Die goed van de tongriem gesneden wetenschappers zette (alweer en naar goede gewoonte ) erg helder en degelijk alles op een rijtje ... een grote hulp en het voorteken dat er een mogelijk een stroom ( ook peer review )kommentaren op gang zal komen die toch bewijzen dat het om redelijk belangrijk puntje gaat in een boeiend thema ... al was het maar om een "toekomstige voetnoot in de leerboeken " zoals iemand het formuleerde
PZ Myers http://scienceblogs.com/pharyngula/2010/12/its_not_an_arsenic-based_life.php
"It's not an arsenic-based life form"
There's a lot of news going around right now about this NASA press release and paper in Science before anyone had read the paper, there was some real crazy-eyed speculation out there.
".....What they also found, and this is the cool part, is that they(= the bacteria ) incorporated the arsenate into familiar compounds*. DNA has a backbone of sugars linked together by phosphate bonds, for instance; in these baceria, some of those phosphates were replaced by arsenate.
Some amino acids, serine, tyrosine, and threonine, can be modified by phosphates, and arsenate was substituted there, too.
What this tells us is that the machinery of these cells is tolerant enough of the differences between phosphate and arsenate that it can keep on working to some degree no matter which one is present.
So what does it all mean?
It means that researchers have found that some earthly bacteria that live in literally poisonous environments are adapted to find the presence of arsenic dramatically less lethal, and that they can even incorporate arsenic into their routine, familiar chemistry. It doesn't say a lot about evolutionary history, I'm afraid.
These are derived forms of bacteria that are adapting to artificially stringent environmental conditions, and they were found in a geologically young lake so no, this is not the bacterium primeval. This lake also happens to be on Earth, not Saturn, ..... I don't know that it can even say much about extraterrestrial life.
It does say that life can survive in a surprisingly broad range of conditions, but we already knew that.
So it's nice work, a small piece of the story of life, but not quite the earthshaking news
* I've had it pointed out to me that they actually didn't fully demonstrate even this. What they showed was that, in the bacteria raised in arsenates, the proportion of arsenic rose and the proportion of phosphorus fell, which suggests indirectly that there could have been a replacement of the phosphorus by arsenic. ...."
Dat arsenicum de plaats inneemt van fosfor moet volgens vele sceptici nog beter bewezen worden, want DNA met arsenaat is wel erg onstabiel bij de hedendaagse temperaturen van dit meer, . Als ik het goed begrepen heb is het gegeven dat er arsenicum in het DNA zit alleen met blotting aangetoond .Het is dus indirect (ongeveer) aangetoond maar hoe of wat , dat wist Wolfe niet en dat zegt ze ook eerlijk.
Astrobiologie is, zo herinnerde de NASA life uitzending , al meteen bij het begin de kijkers en luisteraars
"de studie van de oorsprong, de evolutie, de verspreiding en de toekomst van leven in het universum"