Duits Open Militair Kampioenschap in Warendorf: België heerst!
Jaren geleden is Den Duits hier lelijk huis komen houden om hun rijk uit te breiden. Het verzet was echter groot en na een felbevochten strijd is Den Duits met een nederlaag en zijn staart tussen zijn benen teruggekeerd naar eigen land om aldaar te gaan bezinnen en nooit of te nimmer meer te herbeginnen. Of we hem al vergeven hebben? Moeilijke vraag. Wel, misschien zijn we wel geneigd hem te vergeven na dit uitje van onze militaire ploeg naar het Open Duits Militair Kampioenschap. De kans is namelijk groot dat Den Gecamuflierten Deutscher nooit de bedoeling heeft gehad hier binnen te vallen, maar dat ze gewoon verkeerd gelopen waren in hun tocht naar de Fransen. Het is immers heel goed denkbaar dat hij zich vergist heeft met kaart en kompas. Onze eigen militaire ploeg is Den Duits namelijk een nieuwe nederlaag gaan bezorgen, en wel in zijn eigen hol. Den Duits had het kennelijk moeilijker om de kaart adequater te lezen dan den Belgiër. Zowel op de stadssprint, op het sprintje in hun aller-eigenste kazerne als op de lange afstand in het grote woud had de thuisloper had nakijken. Benjamin Anciaux pakte de eerste sprint, Gert Claes stak tijdens de tweede sprint de concurrentie in zijn achterzak, Geert Simkens won de overall (sprint) en hij won tevens de lange afstand. Den Duits kwam op geen enkel podium piepen. Volgens welingelichte bron is Jacky Mathyssen onderweg om er toch een positieve noot voor hen uit te halen.
Ikzelf had maandag duidelijk nog 20 springcupkilometers in mijn benen en de schrik om weer oververmoeid te geraken zat er dik in. Loslopen, ja zelfs bijna wandelen was de enige optie. Tijdens de eerste sprint op dinsdag voelde mijn benen erg goed, zowaar hersteld, al had ik mezelf opgelegd om niet door te lopen. Een fractie van onoplettendheid smeerde me 40" aan mijn broek en ik eindigde soepel maar quasivoldaan op 1' van de winnaar. Na de middag wilde ik wat harder te keer gaan, gezien de soepel en hersteld ogende benen van voor de middag. Na 4' had ik al in de gaten dat mijn benen me lelijk liggen hadden gehad. Niks hersteld! Vertragen was de boodschap en rustig uitlopen was mijn enige bekommernis. Op de lange afstand (9.5km, 350m stijgen) voelde ik me erg fris. Benen, hartslag, geest...nu wel hersteld? Ik denk het wel. Ik maakte 2 foutjes (2'30) en bleef erg ontspannen lopen (gemiddelde HS 168, in vergelijking met 179 op de springcup). Het was een heel zwaar terrein met steile hellingen. Die hellingen lieten uiteraard wel een beetje sporen na, ook al wou ik het rustig aan doen. Geert Simkens ging met de overwinning lopen, hij deed er 2' sneller over dan ik. Ik was heel tevreden, aangezien ik niet te diep in mijn krachtenarsenaal ben gegaan. De afgelopen 2 weken hebben me veel off-road-lopen opgeleverd, en dat zal de kracht wel ten goede komen. Volgende week gaan we met de Vlaamse seniorploeg op stage naar Fontainebleau. Ook daar zal de kracht nog verder toenemen. Het gaat de goede richting uit! Joehoew
En wel van 3x weg geweest. Eerst was er de periode van 8 dagen in Leopoldsburg waar ik sport moest gaan geven aan de rekruten op oefening. Hun sport ginds bestond uit oriëntatielopen, kaartlezen (IGN en militaire kledij), een sportdag met oriëntatielopen en een keertje duurloop. Met alle posten die moesten verkend, uitgezet en opgehaald worden kwam dat neer op een aardig aantal kilometers. de eerste twee dagen waren nog bescheiden, omdat er die zaterdag, 20 maart, de fysieke test op het programma van de nationale ploeg stond. Vorige maand had ik smalend om die test gedaan, zeg maar onderschat. Tegelijkertijd had ik een regeltje uit de trainingsleer aan mijn loopschoen gelapt, meer bepaald dat van 'rust is een wezenlijk onderdeel van training'. De gevolgen waren niet mals. Tot het aller-uiterste moeten gaan om de limiet te halen, en nadien 3 weken oververmoeid. Aangezien ik dus nog maar net weer hersteld was (of dacht te zijn), ging ik deze keer de test niet te licht opnemen en de dagen voor de test heb ik mezelf, zij het zonder dwangbuis, kalm gehouden. De omloop lag er deze keer niet besneeuwd bij, en de benen hadden er kennelijk meer zin in. Na een vlotte openingsronde en een wat kalmere tweede ronde duwde ik eventjes het gaspedaal in tijdens ronde drie en toen wist ik dat de test er deze keer geen zwarte dag van zou maken. Rond overslagpols liep ik de zeven rondjes uit, in exact dezelfde tijd als een maand eerder, maar deze keer wel met een opgeheven hoofd. Jammer genoeg zijn er velen die de limiet niet gehaald hebben, wat uiteraard jammer is voor de seniorploeg. Ik ben er van overtuigd dat sommigen mits een beetje verstandig trainen de volgende keer wel over de nodige 'snelle benen' zullen beschikken.
Diezelfde namiddag stond er met de leerlingen in Leopoldsburg al een duurloopje van 10km op het programma, en dat bracht de dagkilometerteller op 30. Een bijzonder flinke dag vond ik van mezelf.
In de komende dagen liep ik alle dagen om de nodige posten uit te zetten of op te halen of te verkennen, en woensdag werd wat dat betreft de meest markante dag in het rijtje, met 3 uitjes van respectievelijk 85', 55' en 58'. De benen draaiden lekker en dat laatste uurtje posten ophalen was tegen de klok zeg maar, of alleszins tegen de avondklok, want het ging al gauw schemeren en iets later moest ik al op een coördinatievergadering staan. De week in Leopoldsburg was een prima trainingsperiode met kaart en loopschoenen, een geschenk als het ware, met het zonnetje dat altijd van de partij was. En dat voor het werk! Keerzijde van de medaille was echter wel dat de coördinatievergaderingen en het organiseren van de sportdag en dergelijke veel tijd in beslag namen, waardoor we van 's ochtends 6 uur tot 's avonds 23.30 druk bezig waren. Nu ja, je kan niet alles hebben in't leven
Daags voor die bewuste woensdag had ik nog een intervaltraining op piste afgewerkt. Een dooddoenertraining op het melkzuur te laten botvieren. No Pain, No Gain, zo heet de leuze, en bij deze training was dat dan ook de achterliggende motivatie. 3x3x300 heet de bewuste, zelfgemaakte training. Pure kapotmakerij: je loopt 3x 300m, bijna aan je maximum snelheid, maar je neemt slechts 20 seconden rust. Noem het een gefractioneerde 900m. Na die 3x300 volgt er 5' rust en dan volgt de tweede 3x300 en weer 5' later de derde. In die reeks loop je de eerste 300m hard, maar je bent nog niet dood, zeker niet. Ik deed de mijne tussen 50,5 en 51,5 of 250/km. 20 seconden later vertrek je opnieuw voor hetzelfde tempo, en dan voel jet, na 150m overvalt het melkzuur uw spieren, volhouden en het melkzuur geen kans geven is de boodschap. Finish bereikt, Oef. 4x uitblazen en hopla, 20 seconden rust zijn weer om, alweer 300m, zelfde tempo. Deze keer steekt het melkzuur al na amper 70m de kop op, en veel harder. En toch mag je niet vertragen. Alsof 5 beren aan je benen trekken om je tegen te houden, en je mag niet vertragen. Doodgaan heeft een tastbare gedaante gekregen. Aan het einde van die 300m leek mijn hartslag geen hartslag maar een drilboor, die raasde tegen net iets meer dan 200 slagen per minuut. Gelukkig volgt er 5 rust. Duizelen en trippelen aan 5km/hr. Na de rust begint het hele verhaaltje weer opnieuw. De opgestapelde hoeveelheid melkzuur zou weg moeten zijn en een zelfde serietje zou er moeten in zitten. Uiteraard treedt vermoeidheid op en is niet alle melkzuur weg. De tweede reeks is pijnlijker dan de eerste, en de derde is zowaar nog pijnlijker. In reeks 2 kon ik mijn tempo handhaven tot op het einde, in reeks 3 was de laatste 300m er teveel aan. 52,3 ofeen verval van 1,5, het is niet veel, maar het einde van het Latijn was een feit. Duizelen, wankelen, naar adem happen love it, or hate it. Ik vraag me overigens af wat het lastigste is, een 900m aan dit tempo non stop, of deze gefractioneerde vorm. De korte rustpauzes zijn te kort om te herstellen, maar ze geven wel het melkzuur meer tijd om zich in uw spieren te nestelen, waardoor er misschien wel meer pijn optreedt dan bij de ononderbroken 900m.
Zonder dit soort pijn tijdens trainingen kan je nooit diep gaan tijdens een wedstrijd. En hey, een uurtje later tintelen de benen nog wel wat, maar dan ben je weer onder de levenden, dus zo erg is het ook weer niet.
Gisteren deed ik een ontspannen duurloopje van een dik uur en dat bolde wel heel lekker. Ik moest de benen constant intomen want ze leken wel op hol geslagen paarden. Om de 5' zag ik dan ook dat mijn HS toch net boven of tegen de 150 kwam, terwijl ik dara net onder wilde blijven. Het tempo zat meer dan snor en de energie was klaarblijkelijk erg goed te ontginnen. Vandaag stond er dan wel een intensievere training op het programma. In de voormiddag heb ik samen met een leerling een uurtje een combinatietraining gedaan: lopen met versnellingen, afgewisseld met een flink aantal buikspieroefeningen en pompen. Het tweede deel bestond uit een aantal hindernissen van de hindernissenpiste meermaals doen, in een circuitje, en dat dan 15' non-stop. Uithouding gecombineerd met krachtoefeningen dus. Noem het gerust een algemene conditietraining. Na de middag leek de zin om de sloefen aan te trekken wat verder weg, en tijdens de opwarming was er zin in interval nog steeds weinig spoor. Aber Aber, eens ik eraan begon leek het erg vlot te draaien. Ik deed 2x5 versnellingen van om en bij de 500m, in een driehoek, met een klimmetje erin. Zo kwam ik aan 1'32 à 1'38 snel lopen en 1'à1'10 rust. Tussen de twee reeksen van 5 nam ik 5' pauze. De benen draaiden heel erg soepel en de hartslag steeg erg gemakkelijk naar 175-180. Hoger niet, maar dat was niet nodig. De soeplesse en de snelheid waarvan ik mocht genieten was er eentje waar ik sinds Alicante niet meer had mogen proeven. Een goed teken dus. Vanaf morgen ben ik een week op oefening met de militairen in opleiding. Ik moet er 8 dagen IOF en IGN gaan geven en zal mijn dagen vullen met posten plaatsen en ophalen en de lessen geven. Daarnaast moet ik er nu zaterdag nog eventjes tussenuit voor de fysieke test, het oud zeer waar we langs moeten om kans te maken op een WOC-selectie. Normaal is het een haalbare kaart, maar met overtraining en sneeuw had ik me er in februari toch lelijk aan mispakt. De heropstanding (lente?) die ik deze week gewaarword zal me van pas komen! Het internet zal eventjes niet in mijn bereik zijn, schat ik, en dus volgt er meer nieuws later. Op 26 maart, direct na die week op oefening, vertrek ik met ploegmakker van Omega en van IF Brahe naar de Springcup, Denemarken, voor de eerste internationale wedstrijd van het seizoen. Toch zien dat ik tegen dan nog een aantal kwaliteitstrainingen kan invoegen irgendwo.
Gisterenavond werd er gestreden om de Belgische nachttitel in het provinciaal domein van Chevetogne. Ik herinnerde me de kaart nog van enkele wedstrijden en trainingen in mijn jonge(re) jaren en ik had het altijd wat lastig gevonden daar, zowel technisch als fysiek. Met die informatie in mijn hoofd trok ik eerder voorzichtig naar het domein van vertier. Ik liep erg voorzichtig, een beetje té. Zowel technisch als qua snelheid. Uit schrik voor fouten of risicovolle wegkeuzes koos ik voor iets te veel zekerheid en liep wat onnodig rond. Daarenboven liep ik wat te traag omp een podiumplaats in de wacht te slepen, nochthans voelden de benen erg goed. Ik had achteraf ook geen vermoeid gevoel. Aan post 14 maak ik mijn enige foutje, van 1'30 schat ik. Ander tijdverlies was er dus enkel door niet strijdvaardig genoeg te zijn. Helaas. Een deel van mijn voorzicghtigheid in het doorsteken valt te verklaren aan de hand van mijn scheenbeen. 4 weken geleden, op het VK nacht hadden mijn scheenbeen en ik ons ergens tegen gestoten (dat toen eventueel genaaid had moeten worden) en dat been baart me nog steeds wat zorgen. Niet aan de wonde, maar de binnenste rand van mijn been, het bot, is nog steeds dik en erg gevoelig. Misschien wat versplinterd bot? Als ik gewoon loop heb ik er geen last van, maar het minste dat ik ergens mee tegen stoot geeft het een stekende pijn. Op de 1e nationale en op de militaire wedstrijd vorige week liep ik ook duidelijk voorzichtiger dan normaal door het bos. Een beschermend laagje in de vorm van een windel zal in de komende weken misschien geen onverstandig plan zijn. Fabien Pasquasy won oververdiend met 5' voorsprong op Thomas VDK en Pieter H vervolledigde het podium. Hurraaaay en drie dikke kussen voor elk van hen
Omdat volgens de labotesten van 3 weken geleden gebleken was dat mijn weerstand dringend moest verbeterd worden, stond er vandaag een (lichte?) anaerobe training op het programma. Vijf maal zou ik 2' hard lopen, tot net boven mijn anaerobe drempel. Ik was echter erg voorzichtig met die term 'overslagpols', aangezien ik sinds die befaamde labotest blijkbaar in de verste verte niet meer aan een hoge hartslag geraak. 182 is mijn overslagpols, en rond 200 zou mijn maximum moeten zijn. In mei van vorig jaar heb ik nog 206 gehaald. Eerder dit jaar steeg hij ook nog vlotjes richting 190 op een intervaltraining. De laatste tijd krijg ik 'm amper naar 170-175, ook al lijk ik me quasi leeg te lopen. Normaal zegt de fysiologie dan: oververmoeid, je lichaam wil zo diep niet gaan. Maarrrr, dan voel je je ook moe, wat nu niet het geval is. Aan 135, 145, 160, loop ik soepel en aan een aardig tempo. Wat er dus gaande is, Zatopek mag het weten. Alleszins, vandaag ging ik diep, in die 2 minuten, en ik kreeg de hartslag tot 178, en later 180 en 183. Niet slecht, maar mijn hoofd is alleszins nog niet ontdaan van de zorgen, ontdanks behoorlijke conditie. Ach, nog een weekje trainen en dan is er weer een rustweek, wie weet volgt er nadien wel een joekel van een supercompensatie. Laten we hopen.
Na de training van gisteren mocht de intensiteit vandaag een beetje teruggedraaid worden, zodat er morgen weer op het gaspedaal mag geduwd worden. Vanochtend deden we met marathonien en ongekend supertalent Fred De Coninck (traint nauwelijks en schudt na een maandje voorbereiding 2.30'-2.35' uit zijn mouw) en allrounder-beer Iwan Vis (ex-Belgisch kamioen OL, en meermaals gelauwerd in het Franse raidcircuit) een rustige duurloop van 9km met wat loopoefeningen in de sneeuw. Na de middag kroop ik het warme fitnesslokaal in om de benen, buik en andere ledematen wat te versterken, waarna ik nog even ging afkoelen met mijn trouwe rakkers-loopschoenen in de snijdende wind. Een rustige tripje van 7km volstond. De benen voelden behoorlijk soepel aan en ik hoop dat dat morgen nog steeds zo zal zijn.
Na twee rustige dagen volgde vandaag weer wat intensiever werk. Bloktraining: 5x 6 minuten snel lopen en 3 minuten recuperatie. Het snelle deel was bedoeld om 'uithouding 3' te doen, zijnde aëroob, maar flink doorlopen. Ietsje onder de overslagpols dus, 170-175, om het aërobe vermogen te verhogen. Het bizarre gevoel van de laatste weken was ook vandaag van de partij. Aan lage hartslag voelde ik me heel fris en soepel, met een aardig tempootje voor een zeer lage hartslag (naar mijn normen). Bij de versnellingen gaat het dan wel heel vlotjes vooruit, maar ik heb de indruk dat ik immens moet pushen om aan 170 te geraken. Ik weet niet goed wat ikervan moet denken, aangezien ik aan die 170-173 tijdens bergop ook snel 'stil stond' precies. Alleszins, met opwarming en uitlopen aan 145 bij en de pauzes tussen de 6 minuten aan dribbeltempo kwam ik toch uit op 16.5km op 71', gemiddeld aan 4'30/km, wat toch geen onaardig tempo, alles overschouwd. Overmogen staat er een echte intervaltraining op piste op het programma, anaëroob, benieuwd hoe gezwind mijn tikker dan zal tekeer gaan.
Donderdag deden we met collega-speer Fred De Coninck en Iwan Vis 15km met 2x10 30"-30". Voor het eerst sinds de snotneus in mij eerder deze week voelde ik me weer fit, als het ware herboren en ik liep 15km lang te spelen als een blij kind. Versnellen lukte vlotjes, met soepele beentjes die met veel graagte ronddraaiden en een hartje dat ook gewillig voor jojo speelde (ging gemakkelijk de hoogte in zonder vermoeidheid te voelen en daalde telkens weer snel). Mijn vreugde en onstuimigheid was groot en ik was dan ook amper te temmen, ook al stond er vrijdag een wedstrijdje op mijn programma. Dat onstuimig gespeel zou zich wel wat laten gevoelen daags nadien, maar een kind dat wil spelen moet je soms gewoon laten spelen, dus liet ik begaan. Vrijdag was er dan die militaire wedstrijd in Leopoldsburg, op Spiekelspade. Een beruchte kaart omwillen van zijn moerassige karakter. Het weer was aan onze zijde, lekker zonnetje maar wel nog erg fris. De zompige weides, moerassen en stukken bos waren grotendeels bezaaid met een dun laagje ijs boven op het water. Fris... koud zeg maar. Tijdens de opwarming voelde ik me gretig en ik liep erg gezwind en met veel zin om door het bos te gaan sjeezen. Lang leefde dat gezwinde gevoel echter niet. De zompige bodem zoog al snel alle zwierigheid uit mijn lijf en de benen voelden al snel zwaar aan. Uiteraard gold dat voor iedereen, niemand bleef gespaard. Het water en modder stond geregeld tot kniehoogte, en mits wat tegenslag kon dat ook dieper gaan. Mijn concentratie was een beetje minder dan afgelopen zondag, met kleine foutjes tot gevolg. Gelukkig was het geen al te moeilijk terrein en werd een gebrek aan concentratie niet al te zwaar afgestraft. Met een kilometertijd van 5'27 had ik blijkbaar toch niet stilgestaan. Ik liep de snelste tijd, en wel met 6minuten sneller dan de twee, Jo Linten, ploegmaat van de militaire ploeg. Achteraf heb ik als kilometertraining nog een stuk van omloop 2 bijgedaan, om tenslotte tevreden aan een rustweekend kon beginnen. Dik verdiend!
Na een nachtje 9.5hr slapen leek de verkoudheid van gisteren op de terugweg. In tegenstelling tot de zee, die NA vloed op zijn terugweg is, is bij de mens nét die terugweg vloed. Al wat vast zat in mijn hoofd gisteren wordt onophoudelijk gelost. Een aardige secretie . Gelukkig voelde ik me al een tikkeltje levendiger, al idat dat lichtpunt nog wel het eerste positieve signaal. Kwiek en dynamisch was ik nog niet. Verder dan een uurtje joggen en een dik half uur in de fitness ben ik nog gekomen. Morgen gaan we nog eens zien hoe het gaat, en vrijdag moet er weer deftig op het gaspedaal geduwd worden. Adios
Gisteren en vandaag werden overschaduwd door het gevoel van de alomgekende snotvalling. Je hoofd lijkt propvol te zitten dat zelfs je ogen er dreigen uit te ploppen. Vele laagjes kleren aandoen, muts en al wat je maar wil, maar het feit is dat er schier oneindig snot blijft uitkomen. Na een nachtje van 9hr slapen was dat vandaag niet anders. Mogelijk was er zondag al een klein voorteken, aangezien ik me toch niet superfit voelde. De balans van de afgelopen 2 dagen staat, aangezien het een stevige trainingsweek moest worden, op 3 trainingen (enkel recuperatietempo) en 30 kilometer. Vanavond kruip ik weer vroeg onder het dons na een warm melkje met suiker en hopelijk merk ik morgen een briesje in mijn neusgaten.
Vrijdagavond stond er nog een heuveltraining/trappentraining op mijn schema. Donderdag had ik een wat rustigere dag, dus mocht er vrijdag nog getraind worden. Vandaag was het de 1e nationale van het jaar, en ik zou me er vrijdag niet voor sparen. Het trainingsschema was eveneens belangrijk. Vandaag is inderdaad gebleken dat de benen nog wat moe waren, maar slecht waren ze niet. Ik wou onder HS 180 blijven, en bij voorkeur dichter bij 175. Al snel had ik de net voor mij gestarte Nicolas Sillien bij de lurven, en die deed zoals zijn reputatie hem oplegde, er meteen vandoor gaan. Erg hijgend naar mijn mening, met nog 29 posten en zon 12km te gaan. Ik liet hem begaan en bleef trouw aan mijn opgelegd gematigd tempo dat mijn polar mij oplegde. Nicolas ging een aantal keren wat de mist in en kwam weer opnieuw erop en erover. Na post 22 was zijn kaars uit, en ik trachtte een tandje bij te steken, wat me eventjes lukte. Getuige daarvan is de splittime naar post 23, hoorray! Enkele minuten later was er van de versnelling al niet veel meer te merken. Technisch gezien was het geen slechte beurt. Een foutje van 30" aan post 2 en een dubbel ongeconcentreerd moment naar 18 (1'15") waren de 2 grootste fouten. Naar het einde toe zakte de concentratie wel wat weg.
Fabien Pasquasy was 2 maten te sterk voor de concurrentie. Ik ben tevreden met mijn uitslag, wetende dat dit nog een stukje beneden mijn top was.
De werkdag was wat drukker dan verwacht waardoor ik mijn trainingen er niet helemaal in gepland kreeg. Daarenboven voelde ik me wat loom... tot ik om 15hr met een groep moest gaan lopen. Het is het eeuwig wederkerend gevoel, een ontegensprekelijk feit dat menig loper al ervaren heeft. Je dag lijkt maar niet te willen starten, tot je plots aan het lopen bent. zeker zoals vandaag, een regenachtige, winderige dag, 6x een heuvel in open landschap in weer en wind bedwingen, en je wordt wakker, klaarwakker, helder. Plots lijkt de energie in heel je lijf rond te stromen alsof er een teveel aan is. Zo'n dag was het vandaag.
Sinds mijn 'comeback' na een jaartje afwezigheid (cursus sportonderrichter Eupen) ben ik sinds september weer aan het trainen. Stap voor stap, want mijn hele conditie hebben ze in dat jaar met een gommetje of een tintenkiller zorgvuldig gewist. Intussen is er al weer heel vel vooruitgang geboekt, maar mijn vermogen om bergop te lopen is nog steeds dat niet. Vandaar dat er vandaag, in combinatie met een lichte aerobe interval, heuvels op het programma stonden. Vanochtend was ik 35' gaan loslopen, en in de namiddag stond dan het wereldberoemde Montagne De Stockem op het menu. Een molshoop van een goeie 40-50m hoog. Al doorstekende heb ik die kluit een 7-tal keer op en af gelopen, met in het klimmen een HS van om en bij de 170-175 (Aeroob, maar toch intensief) en in de afdaling uiteraard een lagere pols. Na 35' jojo spelen voelden de quadriceps al dat dit voeldoende was wat klimwerk betreft en dan heb ik de resterende 20 minuten uitgelopen, waardoor de klok aftikte op 59'. Morgen geven we weer een lesje IOF aan gecamoufleerde stervelingen en een lesje duurloop aan leerling-camoustervelingen. Voeg daarbij nog een eigen training en wat krachthonkgedoe en we kunnen de riem eraf doen met het oog op de nationale van zondag.
rustig duurloopje - Knopen doorgehakt: geen WK veldlopen voor mij
Na de test van gisteren was het een evidente keuze wat we vandaag zouden uitspoken. Loslopen! Samen met de speerpunt van de sportsectie van Arlon, zijnde Fred De Coninck, ook wel Fred Raket, goed voor een marathon in 2.28 heb ik vandaag 16km losjes gaan joggen in de wijde natuur van de provincie Luxemburg. Met die 16km waren we welgeteld 80 minuutjes zoet. Buiten het regeneratiewerk was er ook de tussentijdse evaluatie na de fysieke van gisteren en het bijsturen van het schema. Ik zou dolgraag het militair WK van Oostende bij op mijn programma zetten, maar de wetten van de training zijn wetten die gerespecteerd dienen te worden. Doe je dat niet, dan krijg je een tik op je neus... of een klop van de hamer, kijk maar naar vorige dinsdag. De basisconditie zit op schema, no problemo about that. Nu moet de weerstand uitgebouwd worden, en er moet verder getraind worden. Het wedstrijdseizoen is nog niet echt aangebroken, dat is pas voor mei-juni, en dus moet het accent van de week op training liggen, en niet op wedstrijden en rust. Als ik voor Oostende wil gaan moet ik deze week rustig aan doen (loslopen) en als het dan meezit op die selectie, moet ik de week van 11 maart ook rustig aan doen. Dat zijn nog twee cruciale trainingsweken met anaeroob werk alvorens de periode springcup en technische trainingsstages(3) en selecties in te gaan. De concurrenten voor vrijdag kunnen dus al één kandidaat schrappen en al op één oortje meer slapen.
Vandaag ben ik in het sportlabo een test gaan afleggen om te zien hoe ver ik sta in mijn trainingopbouw. Je voelt normaal zelf wel of je fit bent of niet, en wat je sterke en zwakke punten zijn. Zo had ik de iindruk de laatste maand een goede basis e hebben, maar op crossen kon ik nooit mijn aanvangstempo handhaven, wat ik normaal wel kon. Geen paniek, want sinds de herstart van mijn trainingen in september was het hele programma hoofdzakelijk op basis gericht, met een beetje aeroob en anaeroob interval. Zo'n labotest bevestigt of de eigen gevoelens juist waren. En inderdaad, de resultaten tonen mijn vermoedens. De basisuithouding heb ik deftig uitgewerkt, aangezien die beter is dan een vorige test in januari 2007 en mei 2006. Opmerkelijk is dat ik toen van harslag 80 tot 150 op 2mmol zat, terwijl ik nu tot HS 140 aan 1mmol blijf. De aerobe drempel, 2mmol, ligt op HS 160 en komt overeen met ongeveer 4'/km. De anaerobe drempel, ook wel de overslagpols (4mmol, zuursofschuld, verzuring) is quasi onveranderd op HS 184 en stem overeen met een tempo van 18km/hr. Nice! Vanaf daar beginnen de minder goede resultaten. Waar 18km/hr nog mijn overslagpols was, was 20km/hr mijn maximum voor vandaag, met 9.3mmol. Vorige tests kwam ik tot 21km/hr en bleef ik aan een lager lactaagehalte. Conclusie: eens in het rood stapelt het melkzuur zich snel op en plafonneer ik. Het logische gevolg van nog weinig inervaltraining. Geen vuiltje aan de lucht dus. De basisconditie staat verder dan vroeger, wat een goed teken is. Nu moet er van die basisconditie verder gebouwd worden met de juiste intervals om ook die weerstand weer op te bouwen. Met andere woorden, de capaciteit is al flink uitgebouwd, nu is het de beurt aan het vermogen opdrijven.
Het nachtkampioenschap afgelopen vrijdag was een sisser van formaat. Nationaal tieneridool en tevens bleitgezicht van het Vlaamse veldrijden (cfr zijn manager) Niels Albert pompt zichzelf wekelijks moed in met de intussen befaamde woorden:" Het is algemeen geweten dat...," waarna hij dan kiest uit enkele mogelijkheden om zijn zin af te ronden. Zoals daar zijn: "ik niet graag rij in het donker," of "ik niet goed ben op sneeuw en ijs." Van de terril van Waterschei ben ik nog nooit met grootse prijzen afgedaald, in tegendeel. Om één of andere reden laat mijn inwendig kompas het zowel op als rond de terril er keer op keer afweten. Desalniettemin tracht ik om toch geen dergelijke Albertiaanse uitspraken te doen. In de eerste kilometer van het Vlaams nachtkampioenschap werden we al prompt over de befaamde terril gestuurd en ik kwam min of meer zonder tijdsverlies de berg afgedaald. Het gedeelte in het bos dat daarop volgde was me minder gunstig gezind. Hoewel de kaart wit en lichtgroen oogde, was het bos bijzonder slecht doorloopbaar, vooral door de onnoemelijk vele takken op de grond. Richting houden leek me onbegonnen werk en de eerste kemel was al snel een feit. Het lesje dat ik aan post 4 geleerd had zei me: niet meer doorsteken, enkel paadjes lopen. I don't like. Aan post 8 voltrok het drama zich compleet. Hoewel ik de post tot 3x toe heb aangevallen vanaf het pad, zag ik het hebbeding waar ik zo naar zocht niet staan. Ik stootte telkens op een andere post, maar de mijne... helaas pindakaas. Toen ik dan toch plots het kleinnood zag reflecteren kon ik niet begrijpen waarom ik (we, want ik was er niet alleen) die post niet eerder gezien had, want ik was er nooit ver af geweest, in tegendeel. De rest was louter nog een formaliteit. Binnenlopen. Eens aangekomen wierp ik ook nog een blik op mijn onderbeen dat bij elke pas toch wel duidelijk pijn deed van de schokken, nadat ik in de eerste kilometer ergens was tegen gestoten. Een kleine snee aan mijn onderbeen, maar volgens de dokter toch voldoende voor 2 draadjes, de terril behoudt zijn reputatie. Snel vergeten luidt de boodschap. Zaterdag ben ik een terreinverkenning gaan doen voor een kaartleesoefening met militairen. Gedurende 2hr45 heb ik wat afgewisseld tussen joggen en wandelen, kwestie van te recupereren en toch wat uithouding te doen. Omdat er vandaag een inspanningstest in het sportlabo op mijn menu staat mocht er gisteren ook niet te veel getraind worden. Een duurloopje van 70' aan heel gemoedelijk tempo (vrouwelijke haas) volstond wat mij betreft. De benen voelden vrijdag nog steeds wat vermoeid van de fysieke test, benieuwd wat het verdict in het labo straks zal zijn.
Na een nuchtere kijk op de afgelopen week en de planning deze week (est in labo, cross op vrijdag, cross op zondag) zal ik mijn trainingsprogramma wat moeten bijsturen. Wat sleutelen aan de mesocycli, meer niet
De fysieke test heeft zware sporen nagelaten, en dat was op de dag van de test zelf al duidelijk. Ik ben diep in de reserves moeten gaan en de quadriceps zijn daar het grote slachtoffer van geworden. Woensdag ben ik, als verkenning voor enkele oriëntatielessen met militairen, al een heleboel punten gaan verkennen in Vlasmeer. Als compromis tussen regenratietraining en pijn zo veel mogelijk minimaliseren viel de wonderbaarlijke oplossing 'wandelen' uit de bus. In plaats van al joggend de verkenning te doen heb ik een kleine 4 uur vlot gewandeld met kaart in de hand. Gisteren, donderdag, stond de CISM Day-Run op het programma, een jogging van Defensie die in het teken staat van sport en vriendschap over de hele wereld. In alle landen die lid zijn van CISM (conseil de sport international militaire) staat die dag in het teken van sport voor gezondheid en sport voor vriendschap. Ik liep rustig de 10km in 50'. De quadriceps voelden nog pijnlijk aan, maar daartegenover stond wel dat ik me gerecupereerd voelde in de zin dat de energie duidelijk weer aanwezig was. Vanavond is er het eerste kampioenschap van het jaar, het Vlaams nachtkampioenschap. Om 22hr weet ik of ik voldoende gerecupereerd zal zijn. Voor de komende week wordt he roer eventjes drastisch omgegooid. Er is nog één ticket riching miliair WK (CISM) in Oostende te winnen. Volgende week vrijdag kunnen de geïnteresseerden daarom strijden. Ik zal mijn best doen, maar er zullen nog enkele andere kleppers aan de start komen. spannend!!!