xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze moeten
het in Finland geweten hebben, dat de Belgen de dappersten onder de Galliërs
waren. Hoe verklaar je anders dat een Scandinavische club voor een wedstrijd
van een Scandinavische sport op Scandinavisch terrein 2 Belgen (for gods sake,
Belgen!!) inzet om de kastanjes uit het vuur te halen. Tijdens de Tiomila, een
aflossing met ploegen van 10 lopers, mochten Wouter Leeuws en ik, beide Omega
en Belg, de twee langste omlopen voor hun rekening nemen. Of het moet zijn dat
die Finnen wilden dat die Belgen hun dure vlucht terugbetaalden in gelopen
kilometers. Alleszins, de omlopen van 17.5 bij nacht en 17.8km (dag) waren
respectievelijk voor Bart en Wouter. Geen tijd om te treuzelen, ten aanval!
If Brahe
startte voort eerst met Filip Brunell die goed op dreef is de laatste weken. Hij
wist de nervositeit te kanaliseren maar stond versteld van het verschroeiende
ritme van de massastartlopers. Hij liep een goed wedstrijd, maar moest toch
meer dan 5 toegeven en kwam als 136e binnen. Daarna wist Filip al meteen de
prestaties van zijn ploeggenoten vorige jaren te waarderen als zij op minder
dan 5 van de leider over de meet kwamen J. Onze 2e en 3e loper
liepen een goede wedstrijd, maar konden niet meer dan 15 plaatsen goedmaken. En
toen was het de beurt aan ondergetekende.
Ik vertrok als
117e, voorzichtig naar post één, maar nauwelijks mijn eerste post
geknipt of er komen twee wervelwinden voorbij. Ik schrok me rot en liet hen
begaan, véél te snel voor een wedstrijd van 17.5km (bij nacht). De hazewinden
liepen snel weg, maar toch kon ik ze in het vizier houden (lang leve de straffe
hoofdlampen!). Ik hield hen nauwlettend int oog en trachtte daar waar zij wat
slalomden terrein terug te winnen. Achter mij had een drietal zich veilig
genesteld alsof ik hun betrouwbare leider was. De speedos vertraagden een
beetje, en als bij wonder konden we ze weer bijbenen en ik voel dankwoorden in
mijn nek van mijn volgelingen. Wie niet snel is moet slim zijn, denk ik om de
20 meter. De hazewind had, om het gemakkelijk te maken, een geel truitje aan,
dat ik later als reddingsboei en referentie zou gaan gebruiken. Hij raapte de
ene na de andere loper op, waaronder nog een tweetal dappere nachtraven en
samen woerden ze de achtervolging op al wat voor hen uit liep. Ik nestelde me
veilig in het pak, met maar één overtuiging: ik ben hier verre van de
sterktse, ook niet de zwakste, maar als ik wil overleven gedurende de nog meer
dan 10 km, dan zal het van de sluwheid van een hoogbegaafde vos moeten komen.
Ik liep eerder achteraan het groepje en trachtte elke versnelling vooraan te
negeren, omdat ze meestal toch gevolgd werden door wat zigzaggen en oriënteren
op zoek naar de post. Ik sprak me heel de tijd moed in, dat ik niet de kaart
moest lezen, maar de wedstrijd en het terrein. Daar waar anderen zich vast
liepen in moeras of struikgewas zocht ik beter beloopbare stroken om energie
uit te sparen. Ik bengelde zoveel als ik bengelen kon, zolang ik de gele baken
nog kon zien zat alles snor.
De groep
zwol aan en we waren zowat halfweg. Tijdens het doorsteken kon ik gemakkelijk
volgen, er ging steeds meer volk achter mij bengelen, ik verdapperde wat een
bewijs van mentale veerkacht. Wanneer we op een brede weg kwamen trokken de
koplopers alle registers open en leek het voor velen aanpikken of overboord
gegooid worden, maar niets was minder waar. Zelfs zonder die energieverkwisting
kon ik onze kanarie nog in het vizier houden. Hij en zijn collegas liepen foutloos
en genoten het vertrouwen van het hele peloton, alsof Cancellara de
achtervolging op zn eentje leidt op Chavanel. De groep moet intussen al wel 30
lopers tellen, en steeds vaker zie ik mannen aanklampen, en steeds vaker zie ik
wat hopeloze gekken naar voor spurten alsof ze energie te koop hebben, en later
herhalen ze die passeerbeweging opnieuw, telkens harder hijgend. Ik geniet van
het schouwspel en begin van deze groep te houden.
Ik bekijk
rustig waar ik mijn energiegel tot me zou nemen en wanneer ik zou gaan
opschuiven naar de voorste regionen, want, intussen voel ik dat ik zodanig veel
gespaard heb dat ik me wel erg zeker voel. Bluffen vanuit de achtergond, Laat
geeltje maar rennen, ik loop er wel heen
straks
straks doe ik dat wel. Ik
voel me zodanig lekker dat ik denk mijn energiegel niet eens nodig te hebben,
en besluit m dan ook niet voortijdig te nemen. Pas kort voor de wedstrijd zou
ik de ballast in mijn keelgat gieten. Helaas, in al mijn groeiend
zelfvertrouwen en mentale veerkracht had ik één ding over het hoofd gezien:
Pech! Mijn veter kwam los (beginnersfout, nochtans getapet!). Ik stopte, bond mn
veter en zette mijn koers verder, helaas was zowat de hele trein van 35-40
lopers daardoor voor mij, en mij uitgekiend plan om langzaam naar de kop te
rukken viel in duigen. Ik trok aan het gashendel, sprong met haasje over,
tijgersprong en salto over de concurrenten naar voor en wanneer er een stukje
brede weg was waande ik me op een
stratenloop. Dapper en met zekere gezwindheid trok ik naar voren, halfslachtige
Vikings achter mij latend. Maar ook dit was een beginnersfoutje, ik ging wat in
het rood en plafonneerde. We waren intussen bij de laatste 5 posten gekomen en
net dara maakt ons geliefkoosd leiderstrio een foutje, waardoor ik toch nog
iets korter kom. Naar de laatste post ben ik blij dat er na mij nog 6
ploegmaats komen, ik moet niet sprinten om kost wat kost de hele trein af te
houden, en eindig netjes vooraan in de trein, op 10 van de leiders van onze
trein, en met nog zon 30 man achter mij (en de gelosten verderop).
In totaal
heb ik 43 plaatsen goedgemaakt. Ik deed 1u50 over de 17.5km, waar de snelste
tijd (Vincent Coupat) 1u41 was. De grote kleppers zaten tussen 1u41 en 1u48
meer dan tevreden dus.
In de tent
van IF Brahe aangekomen is alom gejubel om de gewonnen plaatsen, alsof ik hen
weer helemaal in de strijd heb gebracht..; Maar eerlijk is eerlijk, zonder het
gele ventje was dit niet waar geweest
en als mijn ploegmaats voordien 2
trager waren geweest had ik het gele mannetje nooit gezien.
De ploeg
zet verder nog een goed resultaat neer, niemand kent een off-day, wat al veel
is als je met 10 man bent op zon terrein, en Wouter doet als slotloper wat hij
kan. We hoopten dat hij nog enkele plaatsjes kon terugpakken, maar hij blijft
op zijn positie.
Voor Brahe
is deze 88e plaats een record in hun Tiomilageschiedenis, en Wouter
en ik zijn maar al te blij dat wij mee de doorslag daartoe hebben gegeven door
de twee langste afstanden voor onze rekening te nemen.
Volgende
vrijdag vertrek ik naar het EK, opnieuw in Zweden
hopelijk is het gele
mannetje er dan nog
Groetjes,
Bart
|