Vandaag ben ik in het sportlabo een test gaan afleggen om te zien hoe ver ik sta in mijn trainingopbouw. Je voelt normaal zelf wel of je fit bent of niet, en wat je sterke en zwakke punten zijn. Zo had ik de iindruk de laatste maand een goede basis e hebben, maar op crossen kon ik nooit mijn aanvangstempo handhaven, wat ik normaal wel kon. Geen paniek, want sinds de herstart van mijn trainingen in september was het hele programma hoofdzakelijk op basis gericht, met een beetje aeroob en anaeroob interval. Zo'n labotest bevestigt of de eigen gevoelens juist waren. En inderdaad, de resultaten tonen mijn vermoedens. De basisuithouding heb ik deftig uitgewerkt, aangezien die beter is dan een vorige test in januari 2007 en mei 2006. Opmerkelijk is dat ik toen van harslag 80 tot 150 op 2mmol zat, terwijl ik nu tot HS 140 aan 1mmol blijf. De aerobe drempel, 2mmol, ligt op HS 160 en komt overeen met ongeveer 4'/km. De anaerobe drempel, ook wel de overslagpols (4mmol, zuursofschuld, verzuring) is quasi onveranderd op HS 184 en stem overeen met een tempo van 18km/hr. Nice! Vanaf daar beginnen de minder goede resultaten. Waar 18km/hr nog mijn overslagpols was, was 20km/hr mijn maximum voor vandaag, met 9.3mmol. Vorige tests kwam ik tot 21km/hr en bleef ik aan een lager lactaagehalte. Conclusie: eens in het rood stapelt het melkzuur zich snel op en plafonneer ik. Het logische gevolg van nog weinig inervaltraining. Geen vuiltje aan de lucht dus. De basisconditie staat verder dan vroeger, wat een goed teken is. Nu moet er van die basisconditie verder gebouwd worden met de juiste intervals om ook die weerstand weer op te bouwen. Met andere woorden, de capaciteit is al flink uitgebouwd, nu is het de beurt aan het vermogen opdrijven.
|