Eens de 50 voorbij voel je het toch wanneer je te lang hebt uitgezeten. Het wordt dus een vrij kalme dag want vanavond gaan we alweer op stap, maar nu wel iets rustiger dan gisteren, we gaan naar de opera.
De opera, Prodaná nevĕsta (de verkochte bruid), van Bedřich Smetana werd de eerste keer opgevoerd in 1866, weliswaar in een ander theater. Het verhaal vertelt hoe ware liefde alles overwint, ook de wil van de ouders die een andere, rijkere partner willen voor hun kind. Er wordt gezongen in het Tsjechisch, wat uiteraard voor ons nog altijd moeilijk is. Gelukkig zijn er Engelstalige en Duitstalige boventitels op een scherm boven het podium, zodat we het merendeel van het verhaal toch meekrijgen.
We genieten niet alleen van de muziek en dans, maar ook van het gebouw, Národní Divadlo of het Nationaal theater. In reisgidsen lees je wel eens dat Národní Divadlo een nationaal heiligdom is. Ik probeer met een paar fotos en een woordje uitleg jullie een idee te geven waarom.



Dit theater werd gebouwd door de Tsjechen, rijk en arm tastten diep in de buidel om een eigen theater te hebben. Ze wilden een ander theater dan Stavovské divadlo, dat vooral de Duitse cultuur omarmde. De regering weigerde met geld over de brug te komen, maar Tsjechen hebben een ijzersterke wil en het theater opende zijn deuren in juni 1881. Enkele weken later werd het gebouw in de as gelegd door onoplettendheid van een paar werkmannen. De Tsjechen lieten zich niet ontmoedigen en er werd opnieuw geld ingezameld voor de heropbouw van het theater. De koninklijke familie gaf deze keer - uit schaamte over haar vorige zuinigheid - een flink geldbedrag. Twee jaar later kon het theater opnieuw zijn deuren openen.
|