Zaterdag.
We trekken naar Zuid-Moravië, een streek rechts onder Praag. Na 150 km autostrade gaan we de kleine wegjes op richting Třebíč. Hier liggen tussen de rotsen van Hrádek en de rivier Jilhava de overblijfselen van een joodse stad, beschermd door Unesco. Tussen de vrij goed bewaarde huizen snuif je de sfeer van het oude getto op. De oudste gedenksteen op de begraafplaats dateert van 1631. Tussen de graven staan duizenden vergeet-mij-nietjes. Mooi en ontroerend.


Op weg naar Znojmo zien we de eerste wijngaarden. Dit stadje moeten we zeker zien, we dronken het laatste jaar veel lekkere wijntjes met deze naam.
Straatjes en steegjes slingeren door dit pittoreske stadje. Heel gezellig om rond te slenteren. Op een terrasje laten we ons bijna verleiden om een glaasje wijn te proeven, maar
.. we zijn met de auto en die verdomde 0-tolerantie houdt ons tegen. Dan maar een koffietje.



In Mikulov torent een kasteel hoog boven het dorp uit, het lijkt wel of je niets anders ziet wanneer je het dorp binnenrijdt. Het kasteel uit de 13° eeuw werd op het einde van de tweede wereldoorlog in brand gestoken door de Duitsers. Gelukkig werd het na de oorlog zorgvuldig in al zijn glorie hersteld.

Vlakbij de Oostenrijkse grens rijden we door het Lednicko-Valtický areál, een prachtig door de Unesco beschermd gebied. De kastelen van Lednice en Valtice worden met elkaar verbonden door een 7 km lange lindenlaan. Aangezien het al vrij laat begint te worden gaan we enkel naar het kasteel van Lednice, een echt sprookjeskasteel. In het park staat iets wat je hier helemaal niet verwacht, een minaret van 60 meter hoog. Dit zou de hoogste minaret zijn buiten de islamitische wereld. Rare mannen, die familie Lichtenstein.
En nu naar ons hotel, Comsa Brno Palace hotel. Een formidabel mooi gerestaureerd gebouw uit 1855 met binnen enkel design. Een gedurfde, maar geslaagde combinatie.
Te moe (of is het te lui) om nog op zoek te gaan naar een restaurant eten we dan maar in het hotel. Mannekes, mannekes, lekker eten en lekkere wijn!!!! Ik schrijf op een klein stukje papier de naam van de wijnbouwer en het dorp waar we hem kunnen vinden. Dit moet nog lukken in ons programma voor morgen.
Zondag
Wandeling door Brno, de tweede stad van Tsjechië. Mooie gebouwen, maar geef ons toch maar Praag. Een beetje chauvinisme mag best wel.
Eens in de auto geef ik Poddvorov in in de gps. Blijkt die wijnbouwer 50 km uit de weg te wonen, dus 100 km heen en terug. Maar ik heet niet voor niets Iliano en dus gaan we op zoek naar een waarschijnlijk onooglijk klein dorpje.
De velden staan vol koolzaad en de geur dringt door tot in de auto, zalig gewoon.
Het dorpje telt inderdaad maar 3 straten, maar nergens vinden we de naam Milan Sůkal. Dus maar met mijn papiertje de straat op, op zoek naar iemand die Milan kent. Een man met hakbijl in de hand tekent met zijn gevaarlijk wapen een plannetje op straat. Zo simpel kan het leven zijn. Als je mekaar niet verstaat los je dat toch op een andere manier op. En we vinden onze wijnbouwer. De Milan is stomverbaasd, maar ook heel vereerd dat 2 Belgen hem komen opzoeken omdat ze zijn wijn lekker vinden. Heel onverwacht verkoopt hij 18 flessen wijn, en in het zwart, meer moet dat niet zijn. Hij en zijn vrouw zwaaien ons uit aan hun hek, het doet me denken aan E40 in Man bijt hond.
Onze tocht gaat verder naar Moravský kras, een gebied van 85 km² met veel spelonken en grotten. Er zijn 4 grotten die je kan gaan bekijken. Maar denk nu niet dat we 1 wegwijzertje vinden, zoals zoveel hier wordt het goed verscholen gehouden voor de toerist. Maar ook zonder die grotten is het dicht beboste landschap zeker de moeite waard. Ik ben blij dat ik niet aan het stuur zit want mijn hoogtevrees begint me lichtjes parten te spelen.
|