 |
We zijn de 34de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
04-06-2017 |
Weemoedigheid 1. Constant Eeckels |
Kom, oude zuster, die in uw vergrijsde haren
ontkleurde, maar nog scherp gedoornde bloemen draagt,
en starlings naar het bewolkte westen staat te staren,
waar gij het gehavend zongezicht vertreuren zaagt.
Het is wel droef, maar toch zo innig, traag te waren
langs lange lanen, wijl de herfstwind snokkend vlaagt,
en het droog geknerp te horen van verdorde blaren,
bij het mussen-piepen, dat om de dode zomer klaagt.
Vele dagen drentelde ik door groen-bewassen landen,
met jonge levenslust, die dartel naast me sprong,
en schaterend het lied van wassende ogen zong.
Ik maaide en dorste. Ik hou wat kaf nog in de handen,
het lied verzwakte. Nu is alles kaal en stom.
Mijn oude zuster, lang, te lang verlaten, kom.
04-06-2017, 09:39
Geschreven door André 
|
|
 |
03-06-2017 |
De Fontein. Constant Eeckels |
In de kale tuin van het najaarskalm verleden
straalt de fontein der klare herinneringen,
als zilver blinkt ze tussen de oude bomen,
de naakte bomen van verbloeide dromen.
Zoet gonst het betekenisvolle droppelzingen:
een weemoedslied om veel verdwenen dingen
uit de jeugd die gauw verging, heel lang geleden.
Het lijkt bidden soms van diep-gebogen vromen,
dan is het weer of men fluistert schone sagen,
beweegloos staan, als luisterend, de oude bomen,
die nooit meer het groen der lente zullen dragen.
03-06-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-06-2017 |
Avondvrede 2. Constant Eeckels |
Geen rimpel kreukt den plas. De zoete vrede zonk
in de brede vijverschoot, en houdt het water tegen,
de varens slapen, daar haar beeld geheel verblonk;
en rond de bomen waast de weelderigste zegen
die ooit uit een volle hoorn van zoete vrede zonk.
De stilte is thans een zang, zo zacht, zo wonderfijn,
dat elk geluid, hoe teer, dit sprokig schoon zou breken,
o, zo in den avond, ver van het leven, hier te zijn,
zo ademloos luisterend. God in het stil te horen spreken
bij het bidden van de ziel, zo zacht, zo wonderfijn.
02-06-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-06-2017 |
Avondvrede 1. Constant Eeckels |
De dag verdroomt allengs in het spiegelend vijvervlak,
waarop een strakke rust heimzinnig komt gezegen,
stil hangt het bruin geblaarte aan de knobbelige tak,
en varens zijn in peins naar eigen beeld genegen
dat in het diep verlijnt van het spiegelend vijvervlak.
Hoog boven het wijde land, waarover de avond schuift
met vage schemering, die alles week omwikkelt,
met heilig zwijgen, lijk in een kloosterkerk, huift
de donker-purpere lucht, waardoor het gesternte tikkelt,
steeds heller flikkerend naar al nader de avond schuift.
Door de kleine ruiten van het lage huisje, ver
verloren staande in het veld, gloort gelig licht, ontstoken
voor de sombere uren die beginnen: schuchtere ster,
die vriendelijk fonkelen zal op de armen, daar verdoken
in ongerepte peis van het lage huisje ver.
01-06-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
31-05-2017 |
Een avondlichtje voor de Lieve Vrouw. Constant Eeckels |
Mijn hart hangt als een lampje voor uw beeld,
dat in een nis door de avond wordt omdonkerd,
zie, hoe verblijd het liefdevlammetje flonkert,
en hoe beschroomd het rode schijnsel speelt
op uw aanminnig beeld.
Het flonkt zo hel door het venstertje van eerbied,
ter hoogte van uw goud-geschoeide voet,
ik ben verrukt als gij, voor kleinen goed,
op het gloeiend hart, op het groeiend vlammetje ook neerziet.
Is het u zo wel? Bevalt u het simpel licht?
Mag het altijd zo voor uw voeten blinken?
En zult ge steeds, bij het rijzen of bij het zinken
der zon, uw blik gemoedelijk gericht
houden op het harte-licht?
Ik wil al mijn glans hier bij uw beeld vergloren,
totdat de wiek de levensolie derft,
maar wen hij dan, na zwak geflakker, sterft,
hij worde hoog toch, voor uw troon, herboren.
31-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-05-2017 |
Avondstond. Constant Eeckels |
Ovalig rekt het vlammetje en wiegelt zoet,
terwijl de stonden in bescheiden stoet
uit de klokkenkast door de kleine kamer glijden,
en zakken in het graf van vroegere tijden.
Het is of het laatste leven sneven moet,
kort klopt door het hart het loom-bewegend bloed,
als klepelslag na uitgestreden lijden,
wijl vrome handen het dodenlaken spreiden.
Het lampje brandt zo ziekelijk, zo mat,
er sluipen geesten door het winnend duisteren,
en blijven in de hoeken steelsgewijs fluisteren.
Het lijkt of men lange litanieën bad,
klagende litanieën die nooit einden,
om lichtjes, die, beroofd van olie, kwijnden.
30-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-05-2017 |
Populierenlaan. Constant Eeckels |
De populieren staan gelijk volwassen dromen
in de schemering, die de avond rond hun takken weeft,
wijl langs verpaarste lucht de dag, vermoeid van het zwalpen
op het azuren meer, zijn slappe zeilen reeft.
Geen wind sluipt door hun kruin, noch doet de blaren fluisteren
van het mystiek-heilig schoon, dat in hun schaduw leeft,
zelfs het lied der nachtegalen zou nu het zwijgen schenden,
dat ontzagwekkend over de landouwen zweeft.
De massa's lijnen zwart op gladde sterrenboog,
als reuzige armen, door de biddende aarde hoog
geschreven naar den Heer tot sprakeloos, machtig smeken.
De grassen, die ootmoedig buigen rond hun stam,
zijn, evenals het gebladerte, van dikke tranen klam,
die voor de zonden van den dag berouwend leken.
29-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-05-2017 |
Slaapliedje 2. Constant Eeckels |
Breng me op uw wieken naar het wonderland,
waar het liefdeslot rijst aan het veilig strand,
waar blauwe baren van het sprokenmeer
graflieders ruisen voor het droef weleer.
Waar statige palmen wuiven in het woud,
waar vreemde vogels orgelen in het hout,
slaap goede vader, koos toch uw kind,
krank, daar het al te veel heeft bemind.
Licht geeft ge een ure, licht geeft ge een stond
heil, dat het wakend zocht, doch niet vond.
28-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-05-2017 |
Slaapliedje 1. Constant Eeckels |
Slaap, zoete dover van felle brand,
kom, sluit mijn ogen met fulpen hand,
kom, wieg mijn weeën op uwen schoot,
kom, draag mijn trachten naar rustige dood.
Sprei over het krijt, waar het verlangen strijdt,
uw donzen deken voor luttel tijd,
laat al dat graven van het scherp gedacht
wat staken, het voerend in vrede-nacht.
Weef wollen windsel rond diepe wond,
kus gloeiende ogen met malsen mond.
27-05-2017, 11:12
Geschreven door André 
|
|
 |
26-05-2017 |
Het duistert 2. Constant Eeckels |
Het duistert. De aarde slaapt bedwelmend. Als dromend
staan de sterren thans rond de oude maan,
en zien hoe wolken, die van heel ver komen,
loom nader glijden en naar het Westen gaan.
Ze drijven naar de dag, ginds weggezonken,
en hoorden het gerummel niet van rusten
voor hen die keren naar bekende kusten,
en zien de lampen niet, die vriendelijk lonken.
Ze drijven voort, naar de dode dag. Wij blijven
saam bij de nacht, die klammig ons omkleeft;
Het gevaar steekt op, lijk vroeger, wijl elk sterkte
als vege kaarsvlam bij een sterfbed beeft.
Wij, God, wij blijven bij de nacht, en voelen,
wijl we in vertwijfeling naast elkander dringen,
zijn noorden-adem het hete hart verkoelen,
en horen diep in het woud een uitvaart zingen.
26-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-05-2017 |
Het duistert 1. Constant Eeckels |
Voelt ge om uw hoofd ook de avondkoelte labberen:
een aaien van de te vroeg gestorven dag,
die ons beblonk met een verarmde zon,
en smakkend ons groet met een meepse lach? (1)
Hij groet ons nog van het uiterste der wereld,
waar anderen, minnend ook, zijn zoenen wachten,
en laat ons als troost, de loze nachten,
waarvan reeds blo een sterrenoogje perelt.
Het duistert. Schimmen vlotten langs de velden,
en waren rond de bomen, die daar plomp
oparmen als in wanhoop, en sluiks ritselen,
of elke tak voor de nakende winter kromp.
Het duistert. Het grote bos waardoor we dwaalden,
dreigt donker, roerloos. Moe-gestoeide winden
suizen gedempt, of zij het gebed herhaalden
der dolers, die in het woud hun weg niet vinden.
(1): meeps=zwak
25-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-05-2017 |
Kaarsen 2. Constant Eeckels |
Rond Zijn gebogen koningshoofd
drumt weer het zwart geweef,
dat in het gruwelijke zoeningsuur
voor brekende ogen dreef.
Langs dunne kaarsen rollen zwaar
de wassen tranen neer,
en stollen gauw, als het ware gestremd
bij het lijden van den Heer.
De rosse vlammen wemelen
met rusteloos gesis,
en spatten rode vonkjes in
de dikke duisternis.
Soms krimpen ze, of een grote schrik
door hun lijven sluipt,
en doven smokig, of er bloed
op hun wieken druipt.
24-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-05-2017 |
Kaarsen 1. Constant Eeckels |
De lange, gele kaarsen staan
als magere wachters rond
de Boeter, die daar hangt aan het kruis,
één ijselijke wond.
Het ziekelijk vlammenschijnsel schimt
vaal op het beenderige lijf,
met blauwe striemen overstreept,
uiteengerokken, stijf.
Als aarzelend waart het rond de gleuf
die wijd de lippen spart,
en glimt op het uitgedropte bloed
van het wreed doorspeerde hart.
Maar verder hoger trilt het niet
dan de afgebeulde borst,
alsof het wat daarboven is
niet meer beklaren dorst.
23-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-05-2017 |
Oude herinnering. Constant Eeckels |
Nu wankelt weer langs wegen van het verleden
de oude herinnering, die haar doden zoekt,
door het leven in vergetelheid geboekt.
Ze komt aan het kerkhof, door het genot gemeden,
omringd met popels, ritselende jammerzangen,
met wilgen, die laag de armen laten hangen.
De bleke vrouw sluipt ruisloos langs de zerken,
en spelt met moeite het half-verwiste schrift,
in grof arduin van ieder graf gegrift:
"Geluk....Vertrouwen....Liefde...."
Grillig vlerken
de vleermuizen rond bij avonddalen,
gelijk gedachten die in waanzin dwalen.
22-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-05-2017 |
Avondwolken 2. Constant Eeckels |
Waar voert die drang u heen? Waar zult ge pozen
van een lange tocht langsheen de eindeloze baan?
Waar vindt ge een gloed die u uiteen zal rafelen,
en gans in warmte en licht zal doen vergaan?
Ontwaart ge ver, te ver voor des mensen blikken,
een glorie die geen schepsel schouwen mag:
de prille pracht van een feestelijke morgen,
de komst klaroenend van de zegedag?
O, neem me mee. Hier is het zo benepen,
niets kwam er dat voldoening geven kon,
het verlangen naar het oneindige verteert me,
o voert me bij de liefde in het land der zon.
07-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-05-2017 |
Avondwolken 1. Constant Eeckels |
Traag schuiven langs de lucht de logge avondwolken,
vergrijsd door het lijden van een gestorven tijd,
met op haar boorden nog het bloedig blaken
der zon, die zacht in het zuigend westen glijdt.
Ze dragen in hun dik-bebulte koppen
gedachten van de nacht, die wordend is,
de nacht die macht en zwakheid saam zal dekken:
de pratten eik en het nederig lis.
Hun boezems zijn bezwaard met al het jammer,
dat binst de dag naar de hoge hemel kloeg;
met al het begeren, dat vergeefs aan winden
naar tijding van vermiste schepen vroeg.
Doch kalm berusten houden ze ook besloten:
gedwee aanvaarden wat beproeving gaf,
tevredenheid, die zwijgt bij hitte of koude,
innig gebed van een kind bij moeders graf.
06-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-05-2017 |
Begrafenis 2. Constant Eeckels |
Een wijl hangt er een gorgel-knijpend zwijgen,
hun schouders schoren de onversierde kist,
ze schuiven uit de hoog-gewelfde hallen
naar buiten, in de opgetaste mist.
Log weegt het lijk van de verslagen denker,
ze hijmen onder pletterende last,
hoor hoe door de ruimte, zwak ververrend,
een zonderling gelui akelig glast.
In het meest verlaten hoekje van de heide
geult, lang en smal, een pas-gedolven kuil,
hoor hoe door de ruimt, zwak ververrend,
een gillen giept, als rekkend hond-gehuil.
Ze houden stil. Het schuine schrijn zakt moeilijk
in de nauwe groef, te spaarzaam uitgediept,
hoor hoe door de ruimte zwak ververrend,
het geluid versmelt en het huilen scherper giept.
05-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-05-2017 |
Begrafenis 1. Constant Eeckels |
Het uur is daar: nu sluipen de gedachten,
gehuld in lange, zwarte mantels, aan
uit het kaal portaal van liefdeloos verleden,
en komen rond de nog open doodskist staan.
Daarin ligt hij, de machtige, die allen
eens baarde uit zijn God bevruchten geest,
hij die, te vroeg geboren, de verkonder
van leven voor de toekomst is geweest.
Ze naderen één voor één. Diep buigen ze over
het verstramde lichaam, en hun ijzige adem
kilt nog de koude mond en het marmeren voorhoofd,
vroom vouwen zij de blanke handen samen.
En storen even het wegend stil door het neuzelen
der korte bede in een wereldvreemde taal,
dan sluiten zij het deksel. Het voegenknerpen
kriept spoedig door de duistere, silte zaal.
04-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-05-2017 |
Gij die dwaalt. Constant Eeckels |
O gij die dwaalt en wacht en wordt vergeten,
die hoopt en haakt, die vruchteloos vraagt en poogt,
die, wijl ge nooit het gasthof binnen moogt,
miskenning drinkt en spotternij moet eten.
Klaag, als het nacht, uw nood bij het open raam,
en luistert dan hoe menige onbekenden
vanuit de verten het medelijden u zenden
dat leeft voor u, al weten zij geen naam.
Want hier en daar schuilt één die heeft gezworen,
één die dus best verzwegen leed begrijpt,
één die zelf voelt hoe de eenzaamheid u nijpt,
en u troost biedt uit volle deerniskorven.
Maar bovenal, keert u naar aller Vriend,
naar Hem, die dood hangt aan het kruisend teken,
en hoopt hoe al zijn wonden-monden spreken:
moed, moed. Want ziet hoe zeer Hij u bemint.
03-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-05-2017 |
Zovelen. Constant Eeckels |
Zovelen dwalen langs beslijkte paden,
hun brandende ogen star ter kim gericht,
vol jonge hoop op het lang beloofde licht,
waarvoor ze 's nachts in hun naakte kamer baden.
Zovelen wachten in geschuwde hoeken,
en haken naar de spijs van broederwoord,
maar allen gaan voorbij, gaan achteloos voort,
en niemand komt die stumpers daar bezoeken.
Zovelen vragen slechts een zonneblik,
om als een bloem in des werelds tuin te ontvouwen,
doch blijven wolken regen brouwen,
en smacht de wind hun heftig gesnik.
Zovelen staan vergeten in het guur
hagel- en sneeuwgetij, geweerd door het leven,
ondanks hun pogen steeds teruggedreven
met barsheid van het koesterend liefdevuur.
02-05-2017, 09:23
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|