|
We zijn de 24de week van 2024
|
|
|
|
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
|
31-07-2016 |
Winterochtend. Felix Rutten |
De hoge luchten vochtig blauw,
de stille verte, wazig grauw,
en het lege weiveld, nat van dauw,
ligt stil te wachten.
Wijl uit der nevelen schemerdiep
waarin verborgen alles sliep
de morgenklok tot opstaan riep
en blij betrachten.
En zilverblinkend opwaarts ging
de zonne uit trage nevelkring,
en schittert in de schittering
der natte daken.
Maar lusteloos ligt het land er loom,
wat schitterschijn er over koom,
en kan maar uit de winterdroom
31-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
30-07-2016 |
December. Felix Rutten |
Keert de aarde nu tot kinderreinheid weer,
zij ligt zo blank in zachte sneeuw gehuld
door het bleke licht der gele zon verguld
als lag zij biddend in berusting neer.
Zo slaapt zij en sluimert voort in stil geduld,
en rustig-passieloos werd land en meer,
wijl vrede er nederwuift op donzen veer
en blanke droom haar koele rust vervult.
De dennen sneeuwbekuifd in het bosbegin
staren, alleen nog groen, mij vragend aan,
of nog geen lied klinkt van de torentin...
Straks ziet gij hen met hemelpracht belaen,
en duizend lichtjes, feestelijk, bloeiend in
de apotheose van de kerstnacht staan.
30-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
29-07-2016 |
Novemberavond. Felix Rutten |
Door de avond davert zwaar het geslagen brons
der klokken, luidend uitvaart over doden;
de kille stilte huivert rondom ons,
die luisterend staren op verdorde zoden.
En aldoor dalen op het dommelend dons
der donkere wijde blaren, gele en rode,
die even beven ritselend door het gegons
dier klokken, jammerklagend om wie vloden.
En treurgedenken heft met mat geklag
om meelij smekende ogen, tranenloom,
of vrederust de klacht niet stillen zal?
En zwijgend zwijmt de bleke schemerdag,
en aldoor daalt in donkere avonddoom
nauw ritselend dorre dode bladerval.
29-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
28-07-2016 |
Bij de vijver. Felix Rutten |
Herfst doet geel loof verdorren en verfrommelen,
de bladeren dalen droef in koele plas,
oktoberbloemen liggen in geel gras
van mei te mijmeren, en zijn gouden hommelen.
Roodborstje ligt in kaal struweel te schommelen
en flirt en fluit of het al nog zomer was,
als sneeuw zo blank op het spiegelend waterglas,
twee witte zwanen onverschillig dommelen.
Geen stem, als aldoor vogelijn wiet wiet,
waar het fladdert valt een blad, geluidloos vaal,
de sneeuwen vogels horen het kwetteren niet.
Al heel lang weet de vijver dat verhaal,
roodborstje zingt en zong geen ander lied,
de zwanen dromen van de nachtegaal.
28-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
27-07-2016 |
Sluimer. Felix Rutten |
Zie, de avond breidt ginds over het stille huis
de gouden handen uit en zegent het,
de wateren stromen voort met zacht geruis
als in gebed.
Ach donkere schipper op de gouden vloed,
die staart mij zwijgend van uw voertuig aan,
een groet, een groet,
één enkele nog, vaarwel en dan...welaan.
En de avond legt stil de handen ineen,
luikt de ogen toe, de trouwe, en gaat ter rust,
een vreemdeling draagt door troosteloos duister heen,
een droeve boot naar de andere, donkere kust.
27-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
26-07-2016 |
Herfstavond. Felix Rutten |
De luchten hangen zwaar van grijze dampen,
en de avond vloeit van vlotten horizon
naar het dal, waar trossen duisternis zich klampen
aan dor geboomte en vochtig-grauwe grond.
En ver verrommelt dof machinestampen,
het leven legt de vinger op de mond,
in het donker blinken, één voor één, de lampen,
en zien met groot verwonderde ogen rond.
Daar heerst een weevol luisterend zwijgen buiten,
het ligt al in doodslaap. Toch, in overklaard
gerucht, hoor ik 's levens harteklop zich uiten.
Schoon donkere nacht u zwijgend ook omwaart,
toch blijft een spreken zacht van lichte ruiten,
waaruit de hoop u troostend tegenstaart.
26-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
25-07-2016 |
September. Felix Rutten |
Nu pronkt de wei met nieuwe bloei vermooid,
de herfstbloei van het rood gerijpte fruit
blinkt tussen het geel getinte lover uit
zo feestelijk blijde, als stierf zijn glorie nooit.
Maar het schoonste wordt alras kwajongensbuit
en het onvolkomen, om het even, afgegooid,
straks ligt de hele schat in het gras verstrooid,
de koeien snuffelen het op met grage snuit.
De wijnstok siddert, wijl hij het roepen hoort
des plukkers, die zijn lange ladderen zet,
en bergt de volle tros, die donker gloort
in het trieste, dichtgetreste, bladerenbed.
Wijl flox en dahlia, laatste harer soort,
op het stervend blozen van de wingerd let.
25-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
24-07-2016 |
Juni. felix Rutten |
De donkere gloed der rozen, zwaar en loom,
brandt koortsig tussen het groen dat zwijgend smacht
wijl donkere vijver in verliefde droom
haar blos weerspiegelend stil geheimvol lacht.
De lucht is lauw bedwelmd van graanaroom,
en het ruist onrustig-bang door de arenvracht,
vaal hangt en schemerend langs de kimmezoom
der onweervolle wolken vreemde pracht.
Geen mens op het veld, het blanke landhuis dat
met glazige ogen uitziet in de stilt
zwijgt als beangstigd. Plots bruist over het pad
de korenzee die zwelt, een windvlaag wild
doorwoelt ze en zwenkt door het waaiend park, en vat
de blinden aan, dat heel de villa rilt.
24-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
23-07-2016 |
Fingals grot. Felix Rutten |
Een tempel van glazuur en blauw basalt
in het hart der rotsen gesneden door de zee
waar het lied dat van uw luit en lippen glee
al nog betoverend onverstoorbaar schalt.
En weent in zacht geklaag en heldenwee
en kwijnt van liefde in zoet geluid en valt
in brede jubel uit, wijl het donderen bralt
der golven, juichend met uw hymnen mee.
Is heldenzanger Fingal uw gewijd
om tot eeuwige dag met de echo van uw lied
de roem uw naam den volkeren te bewaren.
En, waakzaam wachter, dat dien geen ontwijd,
ligt eindeloos voor het eeuwenhecht graniet
de trotse leeuwenwacht der Noordzeebaren.
23-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
22-07-2016 |
Aan de verre 4. Felix Rutten |
En heel de nacht was in mijn stille cel
de blanke glorie van de zomermaan
die op mijn leger neerlag, licht en hel,
als blanke pas gevallen bloesemblaan.
En heel de nacht door staarde ik zwijgend vroom
uw blanke beeltenis tegen, vredelicht,
en heel de nacht door was mijn stille droom
een blanke extase, een maagdelijk minnedicht.
Maar bij het ontwaken stierf gelijk weer al die pracht
gelijk een lied dat wegwaait op de wind,
de wielewaal zocht met een luide klacht
naar het wederwoord dat hij niet wedervindt.
22-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
21-07-2016 |
Aan de verre 3. Felix Rutten |
Uw schone stem zong door mijn stille droom,
uw klare lach klonk door mijn kille huis,
en het was als wederkerend lenteruis,
als lang vergeten frisse mei-aroom.
Geheel uw zachte doen was als een lied,
de zon zonk luisterstil in het avondrood,
en schuchter zweeg de merel die pas nog floot,
gij waart er gij, en anders wist ik niet.
Toen ging jij heen met de ondergaande dag,
bleek zeeg de weemoed neer ter schemering,
maar lang bleef om mij een lichte gloriekring,
uw zangerige stem en klare lach.
21-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
20-07-2016 |
Aan de verre 2. Felix Rutten |
Zijt gij dan werkelijk heen? Zo eenzaam brandt
de roodgekapte lamp, in het gouden licht
mijn boek vergeten en versmeten, dicht,
het is al stil ik ver van u in het vreemde land.
Ik zie u, ja ik hoor uw lach, uw spraak
en het zoete woord, dat gij me fluisterend zei,
toen ge in mijn hand uw bevend handje lei,
dat gouden woord zo vaak herhaald, zo vaak.
Uw blonde goudbeschenen lokken zie ik,
uw ogen blauw, mijn zijt ge, mijn alleen,
ik heb u lief, en zijt gij werkelijk heen?
Door het lamplicht zwoel trekt verre droommuziek.
20-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
19-07-2016 |
Aan de verre 1. Felix Rutten |
Nu wij gescheiden zijn, gij en ik,
tussen ons beide breidt zich wijd de heide,
geen toren speurt meer aan de kim mijn blik
en voor hoelang nu, voor hoe lang gescheiden?
De zon gaat onder waar uw woon verdween
en blaast de lucht vol purperrode gloren,
en heel de heide en het al staart zwijgend heen
naar het westen waar zij het lieve licht verloren.
De vlammenrode lucht, de rosse hei,
wier tinten zacht in dromend paars verkeren,
zijn een weemoedig wazige mijmerij
van droef vaarwel en wenend zielsbegeren.
19-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
18-07-2016 |
Wij zaten zwijgend. Felix Rutten |
Wij zaten zwijgend starend op de zee,
die kwam van verre vrolijk aangevlogen,
wij zaten zonder vreugde en zonder wee,
naar het zwellend ruisen luisterend gebogen.
Maar toen zij plots met schelpenvolle vloed
en luid gejuich de stranden overviel,
werd zij heel stille, bleef voor onze voet
staan luisteren naar de stemmen onzer ziel.
En met een klacht van eindeloos verdriet
stierf het zeegeruis weg in geheimen tover,
wij zaten stil maar liefdes hoge lied
zon ziel tot ziel en het gleed de golven over.
18-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
03-07-2016 |
Pastorale. Felix Rutten |
Rood lag de zon in geel oranje en goud,
dat voren groef in de grauwe avondmist,
blauwgrijs een waas als schemerend amethyst,
viel over het veld en het verre vale woud.
De weg gleed met twee rijen bomen, door
de stilte, al smaller op door het avonddoom
en met een ver lied daalde uit de avondgloor
een herder laat, een lang vergeten droom.
Hij dreef der heerde witte wemeling mij
te moet en lachte, en zette in het gras zich neer,
en alles hoorde naar zijn melodij,
wit-vredig in der hemelen schmermeer.
Toen wist ik weer op eenmaal als ontwaakt
dat gij zaat naast mij, een glans op uw gelaat, en
dat gij uit de avondglorie tot mij spraakt
het andante-zacht der Beethoven-Sonate.
03-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
02-07-2016 |
Muziek. Felix Rutten |
De gouden stilte van zonsondergang
hangt vredig teer in de onbewolkte lucht
en het wijd vertrek, waar zwijgend elk gerucht
te luisteren zit naar klavecimbel-zang.
Van de aard vervreemd, verzonken in genucht,
speelt hij onbegrepen er eenzaam uren lang,
en het wordt de vink in het kooitje wonder-bang,
als het lied door het open raam is heengevlucht.
Nu ligt zijn hand stil op de toetsen neer,
de bonte zwerm der schuchtere melodieën
verschemert in de gouden atmosfeer.
Van achter diep geplooide draperieën,
blijft lang nog dromend ongemerkt, van veer,
de blondlokkige zon hem stil bespieën.
02-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
01-07-2016 |
Poëzie. Felix Rutten |
Een diepe struik vol geuren van seringen
weeft om zijn hoofd een blanke bloesemwade
en bergt hem in zijn bloeiende genade
die eenzaam stil zijn ziel zoekt uit te zingen.
Ginds staat een fonkelende fontein te springen,
trots slaan de rozen het spel der stralen gade,
een zwevende muziek kwam ongestade
vol vreemde aandoening in zijn oren dringen.
En op die klanken drijven zijn gedachten,
zacht zegen de ogen in ontroering dicht,
en het werd een onuitsprekelijk wee verlangen.
Zo zwevend teer, zo rein en zilverzacht,
rees voor zijn ziel licht schemerend een gedicht,
ver met de wind verwazen zacht zijn zangen.
01-07-2016, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
|
|
|