thuishaven
We zijn de 24de week van 2024
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • K3
  • Kathleen Aerts
  • Elke Taelman
  • Beatrice Egli
  • Elke Taelman
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
    Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
    31-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinnering. A.C.W. Staring
    Wij schuilden onder droppelend lover,
    gedoken aan een plas,
    een zwaluw glipte het weivlak over,
    en speelde om het zilveren gras,
    een koelte blies, met geur beladen,
    leven door de wilgenbladen.

    Het werd stiller, het groen liet af van droppen,
    geen vogel zwierf meer om, 
    de dauw trok langs de heuveltoppen,
    waarachter het westen glom,
    daar zong de mei zijn avondlied,
    wij hoorden het, en wij spraken niet.

    Ik zag haar aan, en diep bewogen,
    smolt mijn ziel haar ziel ineen,
    O toverblik van minnelijke ogen,
    je flonkering op mij scheen,
    O zoet gelispel van die mond,
    je adem mijn eerste kus verslond.

    Ons dekte vreedzaam wilgenlover,
    de schemering was voorbij,
    het duister toog de velden over,
    en dralend rezen wij.
    Leef lang in blij herdenken voort,
    gewijde stond, geheiligd oord.
    1838


    31-03-2014, 00:00 Geschreven door André  


    30-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charleroi in oude prentkaarten.
    Prentkaarten uit grootmoeders tijd. Zo schoon.

















    30-03-2014, 17:39 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Water en vuur. Jan Pieter Heije
    Brand klinkt het, brand,
    van alle kant,
    met donderend geklater,
    de vlam slaat uit,
    van Oost naar West, van Noord naar Zuid,
    waar is de spuit?

    Geef water toch, geef water,
    maar dwaalt hier ook,
    een beetje rook,
    en ziet ge vonken spatten,
    toch blijft het stil,
    het lijkt of het hier niet branden wil.

    Wij zijn te kil,
    zo schijnt het, om vlam te vatten,
    nu vreemd is het niet,
    zo tussen het riet,
    en midden in de baren,
    vliegt het waterland,
    zo gauw als de anderen niet in brand,
    je kunt de spuit hier sparen.

    Ik heb jullie geprezen,
    wees vroom en goed,
    maar brand dan ook waar het mag en moet,
    van binnen gloed,
    het dient er bij te wezen,
    zo trots en vreugd
    om burgerdeugd,
    u in het hart sluipt.





    30-03-2014, 08:12 Geschreven door André  


    29-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lands wijs. Jan Pieter Heije
    Van buiten ijs, van binnen gloed,
    het is winter in de Nederlanden,
    al is er turf om te branden,
    de grond is sneeuw en ijs de vloed,
    en ja, het huis zo dicht te sluiten,
    de jas te knopen tot de hoed,
    dat staat misschien wel kil van buiten,
    maar haard en hart zijn warm en goed,
    Van buiten ijs, van binnen gloed.

    Elk land heeft zo zijn eigen wijs,
    en ook zijn eigen eer, mijn vrienden,
    zo zult gij andere landen vinden,
    van buiten gloed, van binnen ijs,
    mocht iemand van jullie dan verkiezen,
    te zijn in Napels of Parijs,
    ik wil er geen woorden aan verliezen,
    en gun hem graag dat paradijs,
    van buiten gloed, van binnen ijs.

    Maar ik zeg het klaar en goed,
    ik hou het bij de Nederlanden,
    wij schijnen mogelijk niet te branden,
    maar doen het waar het mag en moet,
    wij hebben te allen tijd gegeven,
    de arme, wat zijn leed verzoet,
    de vriend ons hart, de trouw ons leven,
    en het lieve vaderland ons bloed,
    van buiten ijs, van binnen gloed.




    29-03-2014, 06:49 Geschreven door André  


    28-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eendracht. Jan Pieter Heije
    Wie met makkers moet verkeren,
    of moet werken dag aan dag,
    dient te weten of te leren,
    wat vereende kracht vermag.

    Het halve werk, het half vermoeien,
    het is, als de scheepslui roeien
    met gelijke slag.

    Mannen, vrouwen, wees eendrachtig,
    in uw huis en op de straat,
    dat maakt stevig, dat maakt krachtig,
    in de kerk en in de staat.

    Wat je gaarne zelf zou kunnen,
    dien je aan iedereen te gunnen,
    goede kameraad.

    Laat maar blaffen, laat maar fluiten,
    ruw en sterk of fijn en zacht,
    wie van binnen of van buiten,
    tweedracht zaaien wil bij nacht.

    Lacht wat met hun loze vonden,
    keert uw horens naar de honden,
    eendracht slechts maakt macht.
    1848
    Jan Pieter Heije is geboren te Amsterdam in 1809 en aldaar gestorven in 1876


    28-03-2014, 09:48 Geschreven door André  


    27-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dagen 2. Achilles Mussche
    De bloem van de zon aan alle verten,
    De bloem van de zon aan mijn mond
    kom, die voor aller harten smarten,
    de goedheid van een glimlach vond.

    Kom, met de rozen van alle wegen
    en uw wijsjes, mooi als een moederschoot,
    ik lach u tegen, ik lach u tegen,
    met open armen, o goede dood.

    Treed bij, nu de hemel stilt van de zon, en de
    harten van de mensen vol liefde en geluk zijn,
    Treed bij, het is de tijd om mijn hart te wenden,
    en te zetten als een vogel in een gouden schijn.



    27-03-2014, 07:38 Geschreven door André  


    26-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dagen 1. Achilles Mussche
    Het worden de laatste schone dagen,
    van verre hemelen en stille wind,
    vlei mij, doodmoe van alle dragen,
    nu de eeuwigheid van de herfst begint.

    Dood in de ijle wijle gordijnen,
    Dood in de deining van uw lied,
    waar alle donker en maneschijnen,
    bloesems van lachen, en parelend verdriet,

    zijn als het hart van één moeder. Luister,
    hoe mijn verlangen zacht zingt naar u,
    hoe mijn leven is een heel gefluister,
    naar de rustige kusten van de dood, van u.

    Want vreemd, in mijn eigen leven verloren,
    al liefden, alle wijsheid moe,
    van alle smarten uitverkoren,
    gaan op een traan mijn ogen toe.

    Moet nog mijn hart, eeuwen moede,
    barstende van gonzende grondeloosheid,
    de kermende dageraden verder bloeden,
    de rillende sterren verder hoeden?

    Heb ik niet reeds een afgrond van levens om mij heen?
    1920
    Gent 1896- Gent 1974





    26-03-2014, 09:53 Geschreven door André  


    25-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfsttij. A L De Rop
    Het loof wordt ijler, bruin en goud van tinten,
    bestikt met parels, wemelen langs de paden
    de naarjaarsdraden.

    Nog slaat in het bos de vink zijn heldere tonen,
    bij het weifelend zonlicht, purperrood van stralen
    in het vroege dalen.

    Ik dwaal naar mijn duinen, en zet mij op de glooiing
    in het mos neer, ik hoor de golven bruisen,
    de zeewind suizen.

    Het westen, de zee, mijn uitverkorene,
    mijn zielsgeliefde, zij zendt mij innig zoet,
    een tedere groet.

    De maan klimt hoger, en wint in glans,
    een zilveren sluier spreidt zijn lichtgetover,
    op beemd en lover.

    Ik droom en mijmer, ik hoor Keltische gezangen,
    en een Keltische harp, schimmen zie ik dwalen,
    door gindse dalen.

    Zo een droeve klachten ontstijgen aan de heide,
    en vreemde liederen stemmen mij het hart,
    tot weemoedssmart.

    Het is of geheimen die nooit het daglicht zagen,
    hun graf verlieten, en aan de bladeren,
    zich openbaren.

    Het is of legenden in het spoor des tijds verloren,
    de lucht vervullen, het nevelig verleden,
    herleeft in het heden.

    En ik droom en mijmer, een wondere wereld daagt mij,
    ruïnen, rotsen, sombere dennenwouden,
    wier kruinen grauwden.

    Een flikkerend dwaallicht, gevolgd door geestendrommen,
    in brede kringen stijgend tot de hemelen,
    zie ik wemelen.

    Zijn het Ierse helden of Schotlands grijze barden?
    De hal van Selma of Arduns berggrotholen?
    In de mist verscholen?

    Opeens wat ommekeer, de dampen trekken samen,
    nu zijn mijn dromen luchtspiegelingen,
    en mijmeringen.

    De wind blaast krachtig, de wolkenschepen naderen,
    mijn hoofd omfladdert een vlucht blanke meeuwen,
    die krijsend schreeuwen.

    Ik hervind mezelf, het was mij goed die gezangen
    weer te horen, peinzend op de kruinen,
    van mijn duinen.
    1878
    Antoon Leonard De Rop
    Den Haag 1837- Amsterdam 1895



    25-03-2014, 00:32 Geschreven door André  


    24-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onwetend. J N Van Hall
    Onwetend zijt gij zoals ik, in uw hoge zalen,
    met ontelbare zonnen, en nog veel meer. De reden
    van uw bestaan ontsnapt u, en gedwee, tevreden
    laat gij uw kwistige hand uw goud in de afgrond stralen.

    Gij rozen die uw knoppen pas ontsloot, gij dalen
    en bergen, woud en stromen, gij weet niets. Neen,
    de onzichtbare wereld en de wereld om mij heen,
    zij kennen plan noch doel van hun rusteloos dwalen.

    Onwetendheid alom. En noch het geringste atoom,
    noch de arme mensheid wekt de godheid uit hun droom,
    of roept hun toe: ik ben en wil me u openbaren.

    O wondere waarheid, wie die u geheel doorziet,
    wat kunt gij hart en brein een geweldige kwelling baren,
    zou het heelal God zelf zijn, en wij weten het niet.
    1882
    naar een gedicht van Sully Prudhomme




    24-03-2014, 00:00 Geschreven door André  


    23-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verloren tijd. J N Van Hall
    Zo weinig af gedaan, trots moeite en trots verdriet,
    de hele lange dag vol met onvruchtbare zorgen,
    zij jagen u in de dood. Zo gaat het vandaag, morgen,
    in dolle vaart, en het gunstig uur verdwijnt in het niet.

    Zeg aan de arme dat ik morgen hulp bied,
    het nauwelijks geopend boek heden weggeborgen,
    ik lees het morgen wel. Waarheen ik u leid? Morgen
    hoort gij het, mijn ziel. En dan zal ik recht doen, heden niet.

    Wat een drukte heden nog, hoeveel nog te verrichten,
    Wat een eindeloze zwerm onnuttige woekerplichten,
    krielt en dwarrelt om ons heen met onweerstaanbare drang.

    Zo blijft ons hart, onze boeken, onze gedachten,
    Zo blijft het leven tot de dood op ons wachten,
    de ware stille plicht, wacht op ons. Hoelang nog?
    1882
    vertaling van een gedicht van Sully Prudhomme

    23-03-2014, 09:40 Geschreven door André  


    22-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen rust. J N Van Hall
    Een zware drom heeft de ijzerhut gevuld,
    de reuzenstamper trilt, de scherpe zagen,
    de wrede scharen knarsen, zuchten, klagen,
    plethamers beuken, dreunen, alles brult.

    In de spelonk waar dag in nacht zich hult,
    en waar de nachten gloeien als de dagen,
    spookt Dante's schim rond, en schijnt te vragen,
    wat eeuwige wanhoop de lucht hier vult.

    Het is de hel der kracht, de sombere, de droeve.
    Heb ik de chaos niet ontward? kermt de groeve.
    Wat toch weerstaat mij, en dringt mij telkens weer?

    De mens is het. Hij die weet wat wondere krachten
    er is haar schuilen, doof voor al haar klachten,
    gunt haar in de eeuwigheid geen rust meer.
    1882
    vertaling van een gedicht van Sully Prudhomme




    22-03-2014, 09:26 Geschreven door André  


    21-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op wacht. J N Van Hall
    Het is nacht, maar de astronoom laat nog zijn blikken waren
    door het luchtgewelf, en zoekt als het laatste gerucht verdwijnt,
    naar de gouden velden. Zo, totdat het duister kwijnt,
    blijft hij steeds peinzend, in heldere diepten staren.

    De werelden, alsof het gewande korrels waren,
    verdwijnen. Heel de stoet van nevelsterren verschijnt.
    Oplettend volgt hij de komeet, die langzaam deint,
    en roept, als daagt hij uit: kom weer na duizend jaren.

    En zij zal komen, zij is getrouw en onwankelbaar,
    zij kan de eeuwige wetenschap geen voetstap misleiden,
    de mensen gaan voorbij, de mensheid wacht op haar.

    Hij blijft met vaste blik het groots gesternte verbeiden,
    en gaat ook zij te niet voor het uur van wederkomst naakt,
    dan staat op het hoog vertrek de waarheid nog, en waakt.
    1882
    Jacob Nicolaas Van Hall (ook Fortunio genoemd), werd geboren te Amsterdam in 1840.
    Het gedicht is een vertaling van een sonnet van de Franse dichter Sully Prudhomme. 

    21-03-2014, 08:42 Geschreven door André  


    20-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente. Cateau Damme
    Weer staan beloverd, bloesemblank de bomen,
    Weer zijn de landen ruig van warrig kruid,
    in een kring zich om stronk en bermen sluit,
    de weiden groen en goud met blauwe zomen.

    Een vogellied en zang van wind en stromen,
    vloeien samen tot één enkel blij geluid,
    dan breekt in jubelgolven daverend uit,
    een drift van levensvreugde niet te tomen.

    Voor zo een sterk leven, zo een klare dag,
    moet wijken al wat ziek en kwijnend lag,
    waar heel een schepping juicht in zelf-bevrijden,
    gaan stil mijn smartgedachten henen glijden.

    Ik kijk naar buiten, en hef het hoofd, en lach,
    overal is er licht, ik kan niet langer lijden.
    1901


    20-03-2014, 08:54 Geschreven door André  


    19-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schemering in de Dom. Elize Knuttel
    Schaduwen en maanlichtstralen,
    spelen op de marmerstenen,
    waarop rosse glansen dalen,
    die zij het kleurig glas ontlenen,
    van de ramen de hoge bogen.

    In de nissen staan heiligenbeelden,
    starend met geschilderde ogen,
    op de rijke tempelweelde,
    in het rond,
    geen adem beeft er.

    Slechts van zware wierrooknevelen
    door de stille gangen, zweeft er
    nog een walm,
    de heiligen prevelen,
    met hun koude, dode lippen,
    litanieën, doffe klanken
    aan de graven diepte ontglippen.

    Levenloze bloemenranken
    schitterend verguld, slingeren
    om het hek met ijzeren randen,
    onbeweegbare cherubijnenvingers,
    schimmen glijden langs de wanden.

    En een droeve bleke vrouw,
    knielt en bidt met zacht gefluister,
    en een kind in het kleed van rouw,
    blikt steeds angstiger in het duister.
    1886
    Elise Knuttel 1857-1944 Den Haag





    19-03-2014, 10:14 Geschreven door André  


    18-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brussel in oude prenten 2
    Prentkaarten uit grootmoeders tijd. Zo schoon.

















    18-03-2014, 09:44 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 6. Jan Adriaensen
    Stijf in het schoonste gestoelte,
    een rij schoorzuilen lijkend,
    pronkt de kerkraad thans,
    met een in zilver beslagen brevierband,
    nevens de Zeer Hoog Edel,
    geboren Mevrouw de Kasteelweduwe,
    zwaar rouwend in krep,
    net een lijkbaar tussen flambouwen.

    Lager af, stil en devoot,
    het genootschap van rentenierende kwezels,
    karyatiden des tempels,
    gebogen over hun vunzig kerkboek,
    verder aan de middenbeuk,
    de onverdorven helft der genodigden,
    prevelende moeders en kinderen,
    de rozenkransbolletjes achteloos,
    tussen hun vinger en duimpje
    verschuivend, gebeden droppend.

    Diep in het portaal, als gebonden,
    de handen gevouwen over de stoffen pet,
    in het Huis des Heren als een vreemdeling,
    verdrinkt en verduikt de boer zich daar,
    wat is dat bidden en danken,
    toch slafelijk te doorstaan,
    wat duurt die hoogmis lang.

    Snakkend naar het eindwoord, hoort 
    hij het vroeger dan de eersten vooraan,
    als zegenend de priester zich keert,
    Ite Missa Est.









    .

    18-03-2014, 08:12 Geschreven door André  


    17-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 5. Jan Adriaensen
    Later, te laat, wanneer het klokje is
    begonnen met beetjes te kleppen,
    waggelt de boer naar buiten,
    en wandelt dezelfde weg op,
    die dol kronkelend langs de akkers,
    toch uitloopt, zoals in een dorp,
    alles en alle gedachten en handelingen,
    toch uitloopt, vlak aan de kerk.

    Daar op de kansel geklommen,
    de vliegende mouwen in plooien,
    beurtelings dreigend en zalvend
    in de volkstaal, predikt de pastoor,
    nu fors beukend de vuisten,
    en onder de preekstoel al de kinderen,
    dichter zich dringen bij moeder.

    Dan stil bewijzend, verloren
    in de oneindige hoogte,
    van de Christelijke lering, zo hoog,
    dat de vrouwen zijn verbeelding
    onmogelijk volgen, en beneden
    zalig een dutje in de vreze
    des Heren verkiezen, 
    tot dan plotseling het rinkelen ,
    van de koperen sintel,
    het In  Nomine Patris van de priester,
    het orgelgepiep, het Introidus,
    dempig en schor begeleidend,
    gans de verademende schare,
    tot bidden en knielen komt noden.







    17-03-2014, 07:30 Geschreven door André  


    16-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 4. Jan Adriaensen
    Langzaam galmt het getamp
    van de bedeklok, over de velden,
    hoeven en hutten ontsluiten
    bescheiden, hun nederig deurtje,
    het kindervolkje, dan anders
    verwildert buitelt en heenwipt,
    blootshoofds en bar in de klompen,
    verschijnt bedremmeld op de drempel,
    in nijpende schoenen,
    en drukkend zondagspetje.

    Moeder, de voorschoot glad,
    in gemeten plaveien gestreken,
    snokt de geblauwselde muts,
    met haast op de glimmende haarbles,
    dichter en vaster, en volgt dan
    de traag voortstappende kinderen.

    Eenden en hoenderen rekken
    de nek, uit een dampende drinkbak
    heffen de boeien verwonderd
    en vragend,  de druipnatte stompkop.

    Halftijds buiten zijn hok,
    met de staartpunt tussen de poten,
    jammert en jankt tussen zijn tanden,
    de hond om zijn lieve bekenden,
    die samen zo vroeg heengaan,
    gaan waar hij nooit meemag.






    16-03-2014, 08:46 Geschreven door André  


    15-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 3. Jan Adriaensen
    Als Flora's hand de weiden tooit,
    in bonte bloemenlivrei,
    dan danst men op het dorpsplein rond,
    een schralen masten mei.

    Als kant en barm en weg en haag,
    vol hoge netels staan,
    dan ziet men jaarlijks gans het dorp,
    op een verre bedevaart gaan.

    Als iedere tuin in zomergloed,
    vol kriekrobijnen bloost,
    dan viert men in de kille kerk,
    Onze Lieve Vrouw half oogst.

    En ringaaneen in het groeiseizoen,
    is het zondag of heiligdag,
    of wappert aan de torennaald,
    alweer de kermisvlag.

    En tussendoor, en altijd aan,
    in volle werkensweek,
    een bid octaaf,  een boet noveen,
    een vreemde pater zegt zijn preek.

    En immer even gauw gereed,
    ontvlucht de boer zijn veld,
    en smijt zijn werktuig in de schuur,
    en komt naar de kerk gesneld.




    15-03-2014, 07:14 Geschreven door André  


    14-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 2. Jan Adriaensen
    De wintervorst viert er zijn lusten zonder toom,
    en vloert nu met schotsen het meer en de stroom,
    en sneeuwt op de bomen, op wegen en op wei,
    met dwarrelende pluimen een donzige sprei.

    En heft de zon nog haar roodvossen bol,
    soms tegen de middag van onder de wol,
    dan duikt ze ras, griezelend voor ijzel en kou,
    zo diep weg, of ze nimmer ontwaken zou.

    En lui als de zon, geduffeld in baai,
    met wanten en sokken van dubbel karsaai,
    het hofhek gesloten, bij het vee en zijn vrouw
    versteekt zich de boer, in de hoek van de schouw.

    Daar wintert hij door, als een das in het bos,
    als een egel en een otter, in bladeren en mos,
    als een vleermuis gevouwen, in hooischelf en schuur,
    als een insect, diep in een reet van de muur.

    Dan dampen de koeien op gistende mest,
    Dan walmen de plaggen in smeulende test,
    Dan doomt uit de ketel het stomende voer,
    Dan rookt als een stoomschouw, de pijp van de boer.

    De toebak per pond door de baardbrander trekt,
    De winter nog weken aan weken zich rekt,
    en huilen de winden door het muizegat heen,
    De boer zit geborgen, en stopt er nog een.

    14-03-2014, 08:56 Geschreven door André  


    13-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boer 1. Jan Adriaensen
    De boer die werkt wat werken heet,
    victorie zo ik hem bezig vond,
    als God het graan niet groeien deed,
    geen pijltje piepte er uit de grond.

    De boer die werkt wat werken heet,
    mijn vriend, kijkt gij eens rond,
    driehonderdvijfenzestig dagen,
    soms eentje meer, telt het jaar,
    wat nu lezer, laat mij u vragen,
    betrapte gij de boer, en waar,
    aan het werk, wat werken heet?

    Versta mij goed, en zeg mij wat hij deed,
    waar woont die boer die ik zo zoek,
    voor wie arbeid niet een last is of een vloek,
    maar het loon van grootse waarde,
    onze edelste zending op deze aarde.

    Ik vind er slechts hun tegenvoeters,
    die langs het veld, langs laan en baan,
    daar zitten, liggen, gaan of staan,
    en gelijk de meeste lieden,
    voor één dag werk, een week genieten.
    1889

    Jan Baptist Cornelis Adriaensen, geboren te Brussel in 1847
    en gestorven te Schaarbeek in 1932. Hij was onderwijzer te Lier
    en later schoolopziener te Antwerpen.
    Dit spotgedicht toont aan hoe weinig respect de bevolking had (heeft ?)
    voor de landbouwers. Nu nog te merken in ons taalgebruik: "stomme boer, lompe boer".











    13-03-2014, 08:14 Geschreven door André  


    12-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Loutering 2. Edward Brom
    In verre diepte woelt het leven voort,
    daar kruisen zich de duistere smartwegen,
    van het droef weleer, waar ik neergezegen,
    de handen strekte in gebeden nooit verhoord.

    Daar wordt nog de echo van mijn smart gehoord,
    de hoge hemel schreiend opgestegen,
    weeklagend om verloren vredezegen,
    tot mij het hoger licht heeft gegloord.

    Zwoel duisternis vaarde heen, al het aardgerucht
    stierf weg, waar ik opging in zuivere lucht,
    glorierijk in het heilig licht geheven.

    Hoog boven het leven en zijn marteling,
    Hoog boven de smartende herinnering,
    straalt mij Gods liefde en het liefelijke leven.



    12-03-2014, 08:55 Geschreven door André  


    11-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Loutering 1. Edward Brom
    Nu sta ik op de reuzen hoge top,
    van de louteringsberg, fier en alleen,
    in bange, roerige lijdenstocht steeg ik op,
    door rotsgegrim en duistere wouden heen.

    Hier troont de vrijheid, die mijn harteklop
    juichend versnellen doet, hier heerst slechts die enen,
    hij is de enige en de eeuwige, die mijn harteknop
    doet springend bloeien in een geur van gebeden.

    Hier lacht de klare goddelijke rust,
    oneindig als het hemelgewelf, onmetelijk wijd,
    grote eenzaamheid,  eindeloosheid van goudblank licht.


    Gods eigen rust, heerlijk koelend streelt mij
    het brandend voorhoofd, de God die ik belijd
    staar ik recht en fier aan, in het heilig aangezicht.



    11-03-2014, 09:27 Geschreven door André  


    10-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijding 5. Edward Brom
    Toen is de muze opnieuw tot mij gekomen,
    in klaar mysterie van de heilige nacht,
    ik dacht mij een spel van speelse schone dromen,
    tot mij haar stem riep zacht fluisterzacht.

    Toen zag ik hoger glorie haar omstromen,
    dan eertijds bij dagelijkse helle pracht, 
    licht wit als maanlicht puur, in bevend schromen,
    zag ik op, en hoog blonk de gouden sterrenwacht.

    Toen in die nacht, in sprakeloos aanschouwen,
    knielde ik devoot in biddend handenvouwen,
    voor haar als voor een grote heilige neer.

    Toen zag ik haar, haar eerste wijding
    gaf mij de kracht van Gods belijding,
    die nu zich geheel gaf, meer noch eindeloos meer.

    10-03-2014, 08:27 Geschreven door André  


    09-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijding 4. Edward Brom
    Ik ging gezegend, groot in het begeren
    van strijd en offer, om al het heil, genoten
    in klare aanschouwing, eindeloos te vermeerderen,
    weggevend alles wat ik hield in het hart besloten.

    En in mijn ziel de liefde en het hoog vereren,
    in het starend oog de aanbidding, stille devotie,
    in het hart de gloed van laaiend wit verteren,
    om de fiere mond de wil, de daad besloten.

    Ik mocht door het leven en zijn woelen schrijden,
    toen zag ik de hemelse glans plots openbreken,
    in gouden gestraal, in goddelijk verblijden.

    En van de heerlijkheid die ik zag pralen,
    ging ik in gouden verrukking spreken,
    en deed de hemel op deze aarde dalen.





    09-03-2014, 07:05 Geschreven door André  


    08-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijding 3. Edward Brom
    En als ik opstond was zij heen, ik schreide
    niet meer, een wonderzoete geur nog zweefde
    als een stille herinnering, een wijl ik leefde
    in licht gedroom, dat ik haar wederkomst bereidde.

    Toen was het mij, of zich een brede glorie wijdde
    rondom mijn hoofd, een witte wade weefde,
    van pure heiligheid om mijn leden, ik beefde
    van het heil, waarrond mijn stil verlangen zich vleide.

    Ik was als een jonge wijdeling, opgerezen
    voor het witte altaar, mij nu priester wetend,
    voelend mijn wijding, uitgelezen.

    En ik ging, zo rijk gezegend in genaden,
    in zielejubel mijn leed vergetend,
    op zegetocht naar dichterlijke heldendaden.



    08-03-2014, 09:39 Geschreven door André  


    07-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijding 2. Edward Brom
    Toen is mijn dode liefde mij verschenen,
    de schone muze in het goudlicht van de dag,
    om de zoete mond, in haar ogenpaar sereen,
    de zuivere glanzing van haar godenlach.

    Toen voelde ik eindeloos in mijn ziel opwenen,
    al de oude weeë smart, al het bange geklaag,
    waarin ik riep om haar, zij ging ver henen,
    waar ik in sombere wanhoop nederlaag.

    Maar hoger steeg, het extatisch hel opjuichen
    van het oude geluk, eens juichende getuigen,
    zegenende haar wederkomst in zielezang.

    Volzalig zonk ik aan haar voeten neer,
    ik vond die zang in klank noch woorden weer,
    en sprakeloos snikte ik het uit, heel lang, heel lang.





    07-03-2014, 09:15 Geschreven door André  


    06-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijding. Edward Brom
    O arm mensenhart dat sterven moet,
    zonder een grote liefde, die het geeft
    het hoge leven,  en het grote streven
    telkens wanneer het kwijnt,  het opleven doet.

    Hoe was mijn hart zo licht, toen daar de gloed
    van haar genade, ontbloeide in prachtvol beven
    van gouden vlammen, wonder tintelend leven,
    mij weelderig stroomde door het jonge bloed.

    Zij was mijn liefde, zij die grote en hoge,
    die wijding gaf aan mijn arme droeve zijn,
    hoog op mij voerde in gadeloos vermogen.

    Toen kwam de twijfel, de twijfel, de droefheid, de kilte,
    die dacht dat mijn liefde was een doem van laffe schijn,
    wat troost mij nu, mijn gewijde weedom in de stilte.



    06-03-2014, 08:03 Geschreven door André  


    05-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente 3. Edward Brom
    Dat is wellicht het allerlaatste opbloeien,
    van mijn hartejeugd, na bange droefenis
    en treurig kwijnen, het allerlaatste opgroeien
    van mijn levenskiem, die niet gestorven is.

    Wellicht de laatste sprank voor het heel vergloeien,
    van de gouden vlam, even voor het sterven wis,
    opflakkerend, ik voel de stilte, stil wegvloeien,
    mijn juichenskracht na een korte ontvangenis.

    O lente, moogt gij nog eenmaal ontspringen
    in goddelijke bloei, en heerlijk doen zingen,
    in zangenpracht uw kleur uw geur uw zon.

    Ga dan vrij dood, ga dan vrij dood , mijn hart,
    hoog boven de dode vreugde en de dode smart,
    leeft iets in mij, dat de dood overwon. 


    05-03-2014, 09:37 Geschreven door André  


    04-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente 2. Edward Brom
    Ik kan  het niet verklaren, al het verlangen,
    dat nauwelijks nog ademde in onze harten diep,
    springt op, en rijst zo heftig, dat ik bang,

    bang word, om zo een groot verlangen, dat sliep
    de stille slaap, of het slapend wilde ontvangen
    de koude dood, die somber weedom schiep.

    Toch het is zo wonder heerlijk, niet meer bang,
    verlangen stijgt naar het licht, dat hoger riep,
    hoor hoe verlangen stijgend lacht, heel luid,
    al weet ik niet wat die roep beduidt.

    Ik hoor een triomfkreet in die gouden lach,
    o nieuwe lente, o nieuwe hartemei,
    dat weet ik, dat ik uw wijding benedij,
    en juichend groet de nieuwe heilige dag.



    04-03-2014, 08:35 Geschreven door André  


    03-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente 1. Edward Brom
    Daar zijn de knoppen wonderbaar gebroken,
    de lentezegen breekt er stromend uit,
    op koele wuiving drijven zoete roken,
    de lucht is een wijd ruisen van geluid.

    Dat lijkt een liefelijke toversproke,
    van wijdse heerlijkheid, die plots ontspruit
    bij lichte feeënroede, leven is ontloken,
    glorieus, nog pas met rouwklokken uitgeleid.

    Zijn het nu mijn hartknoppen die daar breken,
    in weelde uitstromend, bij het lafenis leken
    van het warme licht, rein heiligend gespreid.

    Dat vreemd bedwelmen, zijn het mijn hartaromen,
    is het al een toversproke in lichte dromen,
    eens stil gedroomd als wondere werkelijkheid?
    1895
    Edward Theodoor Johannes Brom
    geboren te Amsterdam in 1862 en aldaar overleden in 1935
    Hij werkte mee aan verschillende Christelijke tijdschriften.

    03-03-2014, 07:38 Geschreven door André  


    02-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brussel in oude prenten 1
    Prentkaarten uit grootmoeders tijd. Zo schoon.

















    02-03-2014, 16:47 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tranen 2. Julius Flens
    De bloemen sloegen aan het kwijnen,
    en bogen het hoofdje op de borst,
    dat kwam van het felle zonneschijnen,
    de schepseltjes hadden zo een dorst.

    Een enkel lief roosje stond er,
    vol fierheid en frisheid en gloed,
    ach, riepen haar zusjes, het is een wonder,
    zij houdt in de hitte zich goed.

    Hoe kom je aan de dauw of de regen,
    die lavend, mijn kind, op je viel?
    Ach, zegt het een beetje verlegen,
    dat dank ik een droevige ziel.

    Die keek in mijn kelkje, bewogen,
    en weende daarin drop op drop,
    de liefelijk dauw harer ogen,
    die bracht mij er weer bovenop.

    02-03-2014, 09:22 Geschreven door André  


    01-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tranen. Julius Flens
    1
    Ach, vraag niet mijn oog,
    waarom het zo weent,
    geen zand is zo droog,
    geen steen zo versteend,
    zo hard is geen hout,
    en het ijs niet zo koud,
    of het wordt wel eens nat,
    begrijp je dat?

    2
    De bittere kelk van 's levens wee,
    leeg ik ten bodem nimmermeer,
    want als ik drink, dan schrei ik mee,
    en vul hem met mijn tranen weer.

    3
    Ik zat te turen droef naar de maan,
    die prompt tien uren was opgegaan,
    "Gij diep verslagen en bleke meid,
    mag ik u vragen, hebt gij ooit geschreid?"
    "Jawel confrater, mijn droefenis,
    dat hier geen water voor tranen is."
    1892

    Julius Flens is geboren te Nijmegen in 1835 en gestorven te Rotterdam in 1915.
    Pseudoniem van Bernardus Van Meurs. Hij was leraar in het seminarie van
    Kuilenberg en redacteur van het daar opgerichte tijdschrift "Studiën"










    01-03-2014, 08:43 Geschreven door André  


    Videoweerbericht
    De plaatselijke tijd in Brussel:
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Mijn favorieten
  • Venster op de wereld
  • Restaurantgids
  • boeken
  • Wikipedia
  • Nieuwe encyclopedie
  • Vertalingen
  • Synoniemen
  • Onze Taal
  • Wetenschappen

  • Zoeken met Google



    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs