|
We zijn de 24de week van 2024
|
|
|
|
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
|
31-01-2017 |
Grootheid. Caesar Gezelle |
Aan Guido Gezelle
Het moet nacht zijn, diep en duister,
eer in zijn volle luister
het licht der sterren schingt.
Het moet laster zijn en lijden
en onverdiend kastijden,
eer het licht der grootheid blinkt.
Uw grootheid, man van lijden,
gedoken daar, bezijden
de open zonnegloed.
Uit het duister opgedoken,
heeft door de nacht gebroken,
lijk het licht der sterren doet.
Heb dank gij die het duister
tot schaduw voor dien luister
gebracht hebt, want zijn glans
heeft toch, spijts u, geschenen,
hij blijft, gij zijt verdwenen
aan Gods sterrentrans.
31-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
30-01-2017 |
Nieuwe wegen. Caesar Gezelle |
Geen sterkgebolde boom,
maar, ten elke wind aan het rillen
een zwakke riet is, mens,
uw onstandvastig willen.
Verwaand, op eigen kracht
die bouwt een vast betrouwen,
die stichtend op het zand,
meent op de rots te bouwen.
Hoe treurig vaart ge, o mens,
die immer nieuwe wegen
weder ingaande, altijd komt
uw oude zwakheid tegen.
30-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
29-01-2017 |
Mismoedig. Caesar Gezelle |
Een zwerveling ben ik, bij dage aan het dolen,
door een groot land waar alles vreemd mij zijn,
zo druk is het rondom mij, zo spannend druk,
voorbij spoedt elk en volgt zijn eigen wegen.
Mij onbekend. Ik ben bij dage aan het dolen
door een groot land. En, spreek ik tot die mannen,
zij zetten mij een stuur gezicht, bedenkelijk
aanzien ze mij alsof ze zeggen wilden:
"Zwijg gij, want gij bevroedt ons spreken niet,
noch weten wij wat uwe taal bediedt",
dat is mysterie voor mij, of hadden mijne woorden
een zin voor mij, een andere zin voor hen?
Het avondt, en ik ga me alleen begeven
bewust dat niet met anderen, maar alleen,
ik een ben met mijn eigenzelf gebleven.
29-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
28-01-2017 |
Beatrix. Caesar Gezelle |
Daar kruisten onze wegen,
daar heb ik u zien staan,
uw oog sloeg mijn oog tegen,
uw ziel mijn ziel, en zaan
gij een hebt geen woord gesproken,
geen teken mij gedaan.
Heb ik, hoe diep gedoken,
uw zieletaal verstaan,
wat in mijn ziel gij legdet,
dat krijgt gij nooit meer weer:
uw, ziel, en wat gij zegdet
dien allereersten keer.
28-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
27-01-2017 |
In het woud. Caesar Gezelle |
Daar strekt in zonneweelde het wijde watervlak
en spiegelt in zijn schoot het blauwe hemeldak,
waarop, in trage vaart, er witte wolken drijven,
die, wijlend eenen stond, op het water hangen blijven, (1)
aanschouwend in zijn schoot, op hun klaar evenbeeld,
zijn waterschoonheid aan hun wolkenschoon toegedeeld.
De dichte wouden staan op stille wacht rondom
de gouden zonnesluimer in de waterkom,
en door de stammen voert het lijzig zomeraâmen
met rijkdom overlaan van veld en bosgeur samen,
de leliepracht voorbij, die op het water staat
en rilt, en door de zoele lucht hij verder gaat.
(1) wijlend=dralend
27-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
26-01-2017 |
De gulden zomer is voorbij. Caesar Gezelle |
De gulden zomer is voorbij,
voorbij zijn bloei, zijn blijheid,
zijn tenten slaat het herfstgetij,
en het mist in mijn nabijheid.
Het vonnis valt, alom geveld,
het doodsvonnis der blaren,
de winden lopen het, heengesneld
al over het land, vermaren.
Zij schudden het schamel Godssamaar
der bomen: duizendtallen
van blaadjes uit hun blinkend haar,
lijk gouden gensters, vallen.
Het staat alles nu verlaten en
zijn eigen dood te treuren,
ontbreken doet het zonlicht om
het bloed weer op te beuren.
Hun stem verliezen mens en dier,
hun ruisen, de oude bomen:
nog draalt hier het rood van het avondvier,
noch bleekt het ochtenddomen.
Heur kranke licht de zon bespaart,
de zieke dagen krimpen,
en krassend vliegt de raaf en vaart
die ondergang beschimpend.
26-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
25-01-2017 |
Onsterfelijkheid. Caesar Gezelle |
Door kille misten waart een winters ademjagen
en amper nog verlicht de zon de bleke dagen,
de zomer is voorbij.
Het weelderig loofgetooi, gedropen aan de voeten (1)
der bomen, bant alom de gulden afscheidsgroeten (2)
van het heerlijk jaargetij.
En alles wat weerom zijn levenspad gaat derven,
klaagt: het leven is een rook, het eind van al is sterven.
Het sterven? Niet voor mij.
Want, sterft hier al wie ooit verkreeg te mogen leven,
iets zal toch ongeroerd, onroerbaar, zijn gebleven
daar alles is voorbij.
Mijn ziel, mijn eeuwige ziel, wat tijdelijk is laat korten,
laat breken wat is broos, wat vallen moet laat storten,
onstoorbaar aan uw zij.
Want, als de aloude tijd de laatste zijner dagen
ook veegeworden, zal, en stervend, binnendragen,
onsterfelijk blijft gij.
(1): Gedropen=gevallen
(2): Bant=verkondigt
25-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
24-01-2017 |
Naar buiten. Caesar Gezelle |
Het wordt lente alweer, zie, alles bot
en blaart algauw en blomt,
ik heb zolang naar u verzucht,
en eindelijk gij komt.
Met nieuwe blijde hoop omstraalt,
met verse liefde omgeven,
ach lente, en het was naar u dat ik
gewacht hebbe om te herleven.
Het is uit met het eeuwig binnenzijn,
met het stoffig kamervier,
en weg moet ik en buiten zijn,
24-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
23-01-2017 |
's Avonds. Caesar Gezelle |
Het is zalig dromen, 's avonds, als het duister valt,
als het slaapgaande licht in het westen nederdaalt,
als het bloedig zonnerood door nevelwaas gezicht en
ongraag van hier verdwijnend, lang blijft twijfellichten.
Omhoog reeds hier en daar de sterrenwachten staan
als blinkend edelgesteente om het gouden beeld der maan,
de wind glijdt over het land en, op zijn adem mede,
gaat suizelend voorbij zijn avondboodschap: vrede.
En alles nijgt ter rust: de vaste oneindigheid
des hemels, voor mijn dromende ogen openspreidt
zijn wereldwijd gewelf, de sterren helder blaken
en roepen tot de wereld: slaap gerust, wij waken.
Caesar Gezelle is geboren te Brugge in 1875 en overleden te Moorsele in 1939.
Guido Gezelle is zijn oom en Stijn Streuvels zijn neef. Hij is een Gezelle en blijft in die
trant dichten. Maar toch persoonlijk. Voor het publiek is hij "de neef van..". Dat blijft hem
altijd achtervolgen wat in zijn nadeel is..
Hij wordt leraar in Kortrijk en later onderpastoor te Ieper. Na de wereldoorlog in 1919
wordt hij onderpastoor te Roesbrugge en leraar godsdienst aan de Rijksmiddelbare school.
Caesar Gezelle schrijft de eerste biografie van Guido Gezelle en is eigenaar van het Gezelle archief.
23-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
08-01-2017 |
Wekroep. Frans De Wilde |
Wij zijn maar kleine, zelfstandige poëten,
die van niets anders te vertellen weten
dan van ons hart, de tragisch-droeve dood
van al onze dromen, onze smart zo groot,
dat al het leed der wereld, het lot der mensen,
niet tellen naast onze onvervulde wensen.
08-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
07-01-2017 |
Laatste ogenblik. Frans De Wilde |
Nu moet ik scheiden
van licht en leven,
over mijn ogen
wordt snel geweven,
een donker doods web.
Van begeerten en lijden
eindelijk ontheven,
wacht, na het rauwe kampen
en het lusteloos streven,
eindeloze rust.
Toch wou ik zo graag, o God,
uw hemelse Eden geven,
de eeuwige zaligheid verbeuren hopeloos,
voor nog één nacht van lust,
voor nog één dag van leven.
07-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
06-01-2017 |
Het labyrinth. Frans De wIlde |
Hoe kwamen wij hier? Waar is de poort?
Is er dan niemand die onze vragen hoort?
Wij dolen tastend tussen donkere wanden,
stoten het hoofd, verwonden onze handen,
tot we in een hoek, gelaten, nederzinken.
Ademloos luisterend horen we, ver, het klinken
van een harde voetstap. plots blinkt een scheur
in de granieten rotswand. monkelend in de deur
der eeuwigheid, staat, wenkend ons, de dood.
06-01-2017, 08:44
Geschreven door André
|
|
|
05-01-2017 |
Trans oceaanvlucht 4. Frans De Wilde |
Witte stippen vooruit
klimmend dalend vleugelkleppen meeuwen
stijgen snel stijgen land land
mijn hart bonst luider dan de motor
het land groeit uit de zee
het land het land
naderen branding de kust
speelgoeddoos
vluchtend schaakbord
één sprong het veld
de aarde vliegt naar me toe
motor stil hoe stil stop
de aarde de wielen schuren stop
hoera schimmen achter het raampje
mensen gezichten hoera
handen schouders jubel tranen
"Thanks I'm all right.
05-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
04-01-2017 |
Trans oceaanvlucht 3. Frans De Wilde |
Deining ontzaglijk oceaan eindeloos
eens zag ik een weide met koeien
sneller sneller
de luchten suizen: wolken regen
ruisen en stormen blind blind
hoger of lager tweehonderd: blind
hoger of lager twee duizend: blind
de motor slaat slaat slaat
duisternis schemering klaarte licht
de zon de ether de zee
dertig uur aan boord
slapen nu slapen
kalm kalm
hoogte: zeshonderd snelheid: tweehonderd koers: oost.
04-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
03-01-2017 |
Trans oceaanvlucht 2. Frans De Wilde |
Schip! Vlag! Mensen !
deining, glinstering, eindeloos eindeloos
de motor hijgt, hort, stort, stilte
mijn hart stokt, de winden loeien
bliksemend visioen: vallende vuurpijl
het water, sissend smoort er de droom
seconde of eeuwigheid
de motor slaat, triomf, de winden zwijgen
twintig uur aan boord
kalm, kalm
hoogte: twee duizend, snelheid: driehonderd, koers oost.
03-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
02-01-2017 |
Trans oceaanvlucht 1. Frans De Wilde |
"Ready? Go!"
als een pijl
de aarde zwaait, zinkt, valt
hoogte: vierhonderd, snelheid: honderd koers oost
vluchtend schaakbord
speelgoeddoos
een zilte bries, de zee
mijn droom, nu of nooit
wolken en nevel, de wind rukt
de motor slaat zo rustig als mijn hart
hoogte: duizend, snelheid: tweehonderd koers oost
glinstering eindeloos, grijs, groen, diep: de oceaan
schittering eindeloos, blauw, wit, hoog: de ether
eenzaamheid eindeloos, vrij, vrij
trots, jubel, moeder...ai
kalm, kalm
al tien uur voorbij
hoogte: driehonderd, snelheid: driehonderd koers oost.
02-01-2017, 10:39
Geschreven door André
|
|
|
01-01-2017 |
Raadsel. Frans De Wilde |
In de klokkentoren
van blauw porselein
zit, strak, droom-verloren
de oud mandarijn.
Soms beroert de wind
één der kleine klokken,
eventjes vreemd tinkt
het in toverend lokken.
Rode vissen komen
plots dicht bij de boord
van de vijver lomen
loerend naar de poort.
In geel kimono
trippelt vlug naar buiten
waaierend, een jonge vrouw,
buigt, bidt, strooit beschuiten.
Als haar stap verluidt
zinken weer de vissen
met hun lichte buit
naar de koele lissen.
Waarom in de toren
van blauw porselein
glimlacht nu, herboren,
de oude mandarijn?
01-01-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
|
|
|