| 
		
				
					|  |  
					| We zijn de 44de week  van 2025 |  
					|  |  |  | 
				
					| Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |  
					| Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |  
					|  |  
				
					| 20-11-2016 |  
					|  Zangen van de nieuwe mens 2. Frans De Wilde |  
					| Thans heeft mij de vlakte gewonnen de vlakte waar de bezige mensen wonen de korenzee deint en zwelt op de brede adem der winden van het lage land. 
 Waar de zilveren stromen stuwen hun woelige pracht van wateren dragend hun rijke vracht van trotse schepen. 
 Waar de landman zaait en oogst in de eeuwige gang der gulden getijden, de fabrieksarbeider in de dompige grootsteden zwoegt en de grote miseries zijn. 20-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 19-11-2016 |  
					|  Zangen van de nieuwe mens 1. Frans De Wilde |  
					| O ziet, dat is het wonder het glanzend, nieuw-geboren wonder dat zich ter kim heft als een blij heraut met blinkend schild en zilveren bazuin. 
 Hoor hoe hij klaar de nieuwe dag verkondigt, treedt naderbij en luistert, luistert allen: Goddelijk schoon is de eenzame hoogte, zij heeft mijn ziel gelaafd met dromen en visioenen, met de bonte beelden van weidse panorama's. 
 De eeuwige melopee van het leven heb ik er beluisterd uit blank-betulbande verten, zo ruist een gave zeeschelp aan het oor. 
 Goud-vleugelige winden hebben mijn wangen geaaid, met vochtige vingeren koelde de regen mijn koorts-hete slapen, de sombere silhouetten  van reuzige wolken-rotsen torenden rings over mij en geen vrees verkleinde mijn hart. 
 
 19-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 18-11-2016 |  
					|  Nachtstraat. Frans De Wilde |  
					| Bleke bloei van lage lichten in de hoge straat, hoge huizengevels, evenwijdig-blankend gang zeer lang en licht, vernauwend-ver, donkere daken, klimmend, dalend klein schaduw-overspoeld uit duister hemelhol. 
 Aan een dakgootrand troost van een enkele ster, omlaag, vlak-uit de stenen, talloos-naakt, eenzaam-naakt, ver, vele, ver; onder de stijve schijn der strakke lantaarn-ogen die kijken, kijken naar u, star en stil, waar gij gaat zo laat en alleen. 
 Uw vallende stappen wekken een hol geluid in de wijde, lege kelderstilte, uw voeten reppen, zwaar drukt uw denkend hoofd, nachtwind holt door de straat met de spotjoel van een satanse geest bonzend op deuren en vensters toe, alle toe, dood-toe. 
 Uw schreden vallen, vallen vast en vlug en luider en luider, reppend naar het doel al rasser, rasser moe van eenzaamheid want heel de stad is dood. 
 
 
 18-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 17-11-2016 |  
					|  Nocturno 3. Frans De Wilde |  
					| Ogen-handschaduwend loert het klein-rentenierken door een reet in het gordijn-goud-brocaat, paradijspoort voor blinkende blikken. 
 Luid roept begeerte in zijn lust-gespeend lijf: troosten zal hem het gevlei en gestreel dier bacchanten over wet-gedwongen milde-huishuur-missen. 
 Over het leven dat thans te hoog voor zijn gretige hand de volle schaal zijner geneugden houdt, weifel-ziek tast zijn hand in de broekzak bevingert zijn portemonnaie. 
 Maar hij zucht en wendt het hoofd en sluipt henen door de avond, zoet als een zoen, naar zijn deftige gasarme woon toe, op zijn eentje, slef-slefjes, naar huis. 
           XXXXXXXXXXXXX 17-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 16-11-2016 |  
					|  Nocturno 2. Frans De Wilde |  
					| De avond liegt. De nacht zal luider liegen, het is licht, zo licht als waren al de sterren die aan de hemelen 's nachts de braven weten opeens gevallen op onze zondige aard. 
 Want, zonde loopt er in haar kortste rokje, op hoge hieltjes, luchtig, los en blij, na het burgelijk-saai dreinen van dien dag achter gesloten gordijnen. 
 Er is muziek in de avond, zachte cello's, die langoureus uitwenen een vreemd lied of een wiegende tango doet leven in die lijven driftige dans. 
 De lust van gedegenereerden, van buitzoekende avonturiers, van geringde en geridderde woekeraars,  uit "der frisscher, frohlicher Krieg" een broederlijk en zusterlijk zootje, maar de zonde, de zonde is zoet. 
 
 
 
 
   16-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 15-11-2016 |  
					|  Nocturno 1. Frans De Wilde |  
					| De avond is vol licht vol schitter-wit bits licht dat neerpletst uit de boog der elektrische lampen, de inferno-lucht boven de hoge huizen vaneenrijt met zijn snelle kleuren-slangen. 
 Staal-vonkend spettert uit wreed-gloeiende ogen van venijnige auto's, het roerloos-geel licht van bars en music-halls dat de vermoeide wezens der mensen die daar lopen boetseert tot wassen maskers, hard en koud. 
 Het is een woest kruisen, botsen van rauwe stralen naast hoogvlakken van diep-nachtelijk zwart waar plots de wandelaars allen in verdrinken maar rap weer rijzen uit die korte dood. 
 15-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 14-11-2016 |  
					|  Home 2. Frans De Wilde |  
					| Menselijke schimmen snel schuiven uit de schaduw, in het vechtend licht-vlak der lantaarnen of het woest geflonker van auto's, hoog drenzend slijk. 
 Dansende vlekken in het donker de armen vast tegen het lijf kragen rechtop, diep de handen verzonken in zakken van bont. 
 Is het spektakel uit of begint het? Mondainen heupwiegen voorbij, bepoederd, geöorringd, bemoffeld, rad ratelend hun Frans: "Vous savez...". 
 Ik ga, niet meer denkend om het leven dat veelstromig rolt om me heen, door de kilte, een gloed in het harte, door het duister, een zon in de ziel. 
 Ik ga, waar verlangend mij wachten onder het lampelicht, mijn jongen, mijn vrouw, ik ga, door de schreiende avond naar de lach van de huiselijke haard.                   XXXXXXXXXX 
 
 
 
 14-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 13-11-2016 |  
					|  Home 1. Frans De Wilde |  
					| Door de avond, de sneeuw-herfstavond ikzelf, snel trampend naar huis, langs de straten, de dooi-modderstraten, van lantaarnschijn koud-licht beglansd. 
 Het zwart-stil geweld van de bomen in het park wijd-naakt, wit-bedonsd, met mij gaande, een donkere lach lijk waar voorzichtig, plas-beenend ik schrijd. 
 Langs de huizen, de klam-hoge huizen waar hel licht leeft, een stem zingend luidt, visioenen wekkend van warmte en vreugd in het ver, eigen thuis. 
 De hemel gans toe, op de daken rust, grauw-rood en zwaar als gewelf waarvan immer blotten de brokken van ijzel-sneeuw, vlokkend hand-groot. 13-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 12-11-2016 |  
					|  De stille gast 2. Frans De Wilde |  
					| Voorbije dagen zullen blij ons wenken als jonge meisjes, zij zullen in wezen ver en onbereikbaar zijn als een hemelster, toch zullen zij aan ons zijn deze avond. 
 Met al hun vreugden, smarten, kampen, lavend de dorst van onze zielen, als een droom wiens zaligheid doet wenen en een schroom in het hart brengt: dat hij als zovelen gaan zal. 
 Mij dunkt daar bleef in het glas een druppel gal, schuif dichterbij, het is huiver-kil daarbuiten, hoor hoe de wind klaagt in de schoorsteen loeiend-luid, moet gij weer heen? Het vriendelijk huis nu uit? 
 Gij gaat, ik blijf, weer levend in dit leven nog licht van u. Na wat mij werd gegeven is diep in mij, die napeins op uw dood, mijn hart meer eenzaam en de nacht meer groot.                 XXXXXXXXXXX 12-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 11-11-2016 |  
					|  De stille gast 1. Frans De Wilde |  
					| Niet als de dag naar luide kusten streeft, maar wanneer hij moe de gouden zeilen reeft, ter purperkim traag heendrijft in zijn boot, en ver in zee stil sterft een schone dood. 
 Als schemering haar web weeft zoet en fijn en de avond komt met warmte en lampen-schijn, dan uit het duister van de dode nacht komt gij tot mij, mijn trouwe vriend, en zacht is uw stem sprekend in gulle groet. 
 Uw oog blauw-klaar, uw handdruk vast en goed, gij zet u op het laag bankje bij het vuur dat lustig vlamt. Het is late herfst en guur zijn de avonden. Schuif dichter bij, wij zullen de lege bekers dezer uren vullen met de oude wijn van wijding-rijk herdenken. 
 
 11-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 10-11-2016 |  
					|  Avond. Frans De Wilde |  
					| De avond neurt een oud weemoedig lied en heel mijn ziele zingt het zacht hem na om milde pijn, het is of ik schreien ga, waarom? Ik weet het zelve niet. 
 Is het een verlangen onvoldaan dat giet die zoete treurnis in mij? In de la van het harte sluimeren vele. Stik ik sta voor het open schrijn en vraag, maar weet het niet. 
 Ik weet alleen dat onbewust ik moest derven veel wondere extazen, menig gouden droom, de bloei der jeugd maar eens in ons kan sterven. 
 Ik weet alleen dat het in me schreit: o koom die lente weer. Laat me eens bewust weer erven de verre vreugd dier dagen blank en vroom. 10-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 09-11-2016 |  
					|  De schone stad 3. Frans De Wilde |  
					| O verre stad zo liet ik aanbiddend-vroom uw frisse schoonheid om mijn harte schijnen, O grijze droomster bij de groene Avon, waar ik geleefd, geliefd heb en geleden in het droef mysterie van een dubbele dood. 
 Ik de eigen zielsstrijd stil heb uitgestreden door donkere dagen, lief zijt gij me en groot zoals geen andere zijn, en mijn gedachten gaan diep-verlangend, dorstend naar uw schoon. 
 Als zachtjes gaan in zwoele zomernachten, de ranke reeën naar de wel in het woud. 
 Langs het ros-bemoste bochtig klimmend pad ga ik ter hoogte die mij geeft altijd de stille weelde waar mijn ziel om schreit de blauwe verten en de grijze stad. 
 (Avon is een rivier in Engeland.)            XXXXXXXX 
 09-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 08-11-2016 |  
					|  De schone stad 2. Frans De Wilde |  
					| Mij streelt de stilte als het handje van een kind, de zon weeft goudkant om de beukenhal hier op de top. Hoor, zoet gezang gaat plots daar droppelen uit het rein azuur vult heel de hemel met zijn zilveren klang, stijgt en verluidt, hoog in het zonnevuur. 
 Ik ben weer alleen, mijn oog dwaalt dromend naar de stad beneen, het ziet straten, pleinen en het ziet ze niet, want huizen, hoven, vormen lijn en kleur. 
 Want woud en water, het al te samen vliet in het gretig oor der ziele tot een keur van rijke tonen eener symfonie. 
 Waar harpakkoorden, het juichlied der violen, der hoornen klaagtoon, cello-melodie versmelten gaan, en onder voolen gedempt opruisen tot wie daar in droom zich wiegen laat op het zingend kleuren-deinen. 
 
 
 
 
 
 08-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 07-11-2016 |  
					|  De schone stad 1. Frans De Wilde |  
					| Door het wolkige waas der nevelen, melken linten het schemer-krullen van de schouwenrook vlotten de tonen weg in tere tinten wordt het een droomland uit een toversprook. 
 Hoe harmoniëren schoon in de vallei de leien daken en het heuvelgroen het zilver der rivier die vrij zich wendt en windt en na een zoen aan weide en woud, weer vlucht. 
 Gelijk een vrouw die om het gelaat een gouden glimlach, blank en blond ons toetreedt maar wier schone lijf zich nimmer nemen laat. 
 Het is hier zo goed. Hoe dauwig koel en breed om het hete voorhoofd strijkt de morgenwind, alle geluid klinkt dof op uit het dal. 
 07-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 06-11-2016 |  
					|  Avondstemming 2. Frans De Wilde |  
					| Muziek hangt op de lucht het is of daar alles beidt het ontbloeien van een lied een bloem van melodie. 
 Wat is de wereld schoon en goed in deze stond daar leeft het op, het lang-verwachte wonder in het hullend loof, de nachtegaal eenzame koorknaap in de dom bij avond. 
 Zijn offerzang ten zuivere hemel heft het zwijgt alles, alles luistert mee-deinend op dit klaar koraal o hart, o hart, zo rustig sloegt gij nooit. 
           XXXXXXXX 
 
 06-11-2016, 08:44 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 05-11-2016 |  
					|  Avondstemming 1. Frans De Wilde |  
					| Het avondkarmozijn dat van de kimmen leekte als het levensbloed van een gewonde god: van dag, de blijde blonde. 
 Vervloeide stil in zilverige wasem die aan de verre zoom der bronzen bossen doomt. 
 De hele hemel spant zich spiegel-klaar en al-geluid gaat op een zachtere voet. 
 De avond droomt, de nacht zal weldra openen zijn blauwe poort van peinzens-schone rust. 
 En zie, ginds uit zijn handen de gouden maneschaal glipte geel en groot, en uit de holle ronding rolden de zilveren sterren-appels over de hemelvloer. 
 Een groenige glimmer webt over het loom-hangend loof der somber-hoge bomen op de avondhemel scherp-klaar geëtst. 
 
 05-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 04-11-2016 |  
					|  Symbool. Frans De Wilde |  
					| Mijn ziel is een vlakte hoog in de venen waar de winden joelen, de wolken wenen hun groot grijs leed in regens zwaar, veel schuimende beken storten daar dof-loeiend naar het dal, diep groen en goud. 
 In mystiek zwijgen welft er een woud in wijd-zwarte krans om een duister moeras, een eenzame vogel wiekt loom langs de plas en stoort soms de stilte met weemoedige roep als in de nacht-zee de zang op een visserssloep. 
 Wat malve bloemen, lis en kruid om een glas-klaar ven, geen levend geluid, de stilte droomt wijd, bron-koel en sereen  over woud en hoogland, mos en steen. 
 Tot de bleek-gulden lijn van het verste verschiet waar de dag door de sneeuwige nevelen giet zijn zonnige, zijdige, blauw-blanke lach die soms hel in het ven hij herboren zag. 
 04-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 03-11-2016 |  
					|  Ecce Puer. Frans De Wilde |  
					| Zie daar het kind het blonde gezonde rozig blauw-oogig lach-graag gezind. 
 Wie die niet mint deze donzen wangen verlangen wekkend te plukken veel zoete zoenen al zachtjes rukken de rijpe vruchten der rijke takken van nooit-arme boom. 
 Geen gouden droom maar waar, het kind, dit levend kind met spartel-handjes knib-knabbel tandjes met lichte lachjes en blijde dagjes. 
 Op roze voetjes trippelend vlugjes en zoetjes met lieve lonkjes woorden als vonkjes knetterend-klaar ondeugend of strelend schaterend of kwelend immer waar. 
 Heel deze bloeiende heerlijkheid heb ik gegeven u, eeuwig leven. 
 Kan ooit een mens schoner iets geven?  
 03-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 02-11-2016 |  
					|  Waar anders. Frans De Wilde |  
					| Waar anders zult gij vrede vinden als in uw eigen hart? 
 Verhard tegen het woeden der winden van het leven dat nimmer geven zal al wat wij hopen of vragen. 
 Niet klagen. 
 Maar zien en wetend bedenken zal u schenken de rust, die eeuwige, hoog-stille rust die u kust en vrij en licht maakt als een durende, goddelijke lust. 02-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  
				
					| 01-11-2016 |  
					|  Klimmend en dalend 2. Frans De Wilde |  
					| Niet meer, nooit meer wil ik groot-vragend staan voor het diepe leven, breed daar uitgebreid, maar kalm-bewust, vast-wetend verder gaan mijn eigen weg, in stille heerlijkheid. 
 Want ik overwon fel-willend alle waan in stom-doorstreden, dag en nachtenstrijd, nu ben ik veilig, rustig ligt de laan van het komend leven, loverend koel en wijd. 
 Ik heb gezocht, was het zoeken soms een pijn, het doel zelf misschien, uit waarheid's zonnen koos ik mij deze die mijn rots zal zijn. 
 O zalig wie het verlangen heeft overwonnen, uit de eigen kracht zal de eigen blijheid bronnen het hoger licht leeft in ons diepste zijn. 
 
 
 01-11-2016, 00:00 
Geschreven door André   
 |  
| 
 |  
					|  |  |  |  |