 |
We zijn de 18de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
30-06-2016 |
Aan zee. Felix Rutten |
De hemel welfde weelde-wemelend blauw,
wijd-klarend boven het blinkend vlak der wateren,
gelijk een reuzige zeeschelp, vol van het klateren
en het klagen van de vloed, die vlieden wou.
De golven steigeren, statige, schuimbehaarde;
en donker-rijzend rent de trotse jacht
fel, wild en fier vooruit, maar trotser kracht
ontkracht de dolle vaart dier volbloedpaarden.
En nimmer staakt de zee dat zinloos streven,
zij klimt en klaagt en keert weer waar zij ging,
als mensenzielen die nooit rust beving,
nooit vragensmoede van verlangen leven.
O dat mijn hart toch eindelijk rusten wou
en dat mijn ogen boven het woeden der baren
heel stil en rustig enkel konden staren
naar het wijde-wemelend hemelblauw.
30-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-06-2016 |
Veldkruis. Felix Rutten |
De zomer spant een parasol
van vlinderend loof en vogelen vol
wijd schaduwend over het kruis, in het land
bij het kruis der wegen vroom geplant.
Hoe het ruist van roggehalmen om
de droeve Lijder, roerloos stom.
Hoe het blij van bloemen, waar ge al schouwt,
in het gelend goud der velden blauwt,
en rood van kollen fel doorgloeid,
al waar het uit Christi bloed gebloeid.
Het al leeft en lacht in het zomergoud,
bleek hangt de Dode aan het dorre hout.
29-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-06-2016 |
Lisbloem. Felix Rutten |
O lisbloem, geel op het blauwe schild
des waters, die niet elders wilt
in klaverveld of weilandgroen
te pronk staan als uw zusters doen.
Gedost in gelig goudgewaad,
geharnast in felle haat,
in het scherpgepunt geblaart gezet,
als waren het zwaarden wel gewet.
Uw jonge knop, nog niet ontvouwt,
gelijk een lans gespiest met goud.
Een gele fakkelvlam gelijk,
staat de open bloem in het vochtig rijk
des vijvers, wel een vlammenvlag,
fel geel te gloeien heel de dag,
en hatelijk brandt ze in de atmosfeer
die blauw omhoog en blauw omneer
en blauw alom van zonlicht loom
u insluit als een vrededroom.
Is straks de lichtdag uitgebloeid,
verschrompeld hangt uw pracht verschroeid,
uw haat verteerd, uw trots verzengd,
zo gaat het wie de liefde krenkt.
28-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-06-2016 |
Zomeravond. Felix Rutten |
In de zomeravond als de blauwe dag
in de eerste sluimering nog zijn lichtende ogen
niet gans geloken houdt, met glans bevlogen
en blonde droom en vredig lichte lach.
Staat stil de nacht van ver en ingetogen
al weifelend of zij wie daar slapend lag
in onbezorgde weelde neergebogen,
zij donkere schaduwrijk, wel naderen mag.
En bloemgelijk gaan in haar wijde handen
schuchter de sterren open: langzaam schrijdt
de nacht nu de trans in het ronde.
En schaduw legerend in de tenten van de
slaapmoede dag, in droom verzonken, spreidt
zij sterren neer als bloemen op zijn sponde.
27-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-06-2016 |
Béatrice. Felix Rutten |
Gij zijt het heilig vuur,
dat door de gulden hallen van mijn zang
in wondervolle duur
brandt, en blijft gloeien na mijn leven lang.
De mensen vragen, waar
dit lied klaart voor hun oog en brandt en gloeit
in vlammen wonderbaar,
naar uw gelaat, dat in het verborgen bloeit.
Ach neen, wat deert hen schoon
en min, gelijk de hemel hoog en rein,
gij draagt des zangers kroon
wel ongezien in mijner zangen schijn.
O witte duif, waarom
mijn liederen zweven in mijn mystieken ring,
wat deert het, wijl alom
uw droom en donker licht zal zijn, wijl ik zing.
26-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-06-2016 |
Wintermorgen. Felix Rutten |
Het klare hanekraaien rekt zich
helmend door de heldere morgen:
rijp-beladen bosjes borgen
morgenglans, en alles dekt zich,
twijg en halm, overal
met een tinteling van kristal.
Blauwig stijgt, uit rood gedaakte
diep gedoken hut in het blauw
het rookgeringel van de schouw,
waar het leven ook ontwaakte,
door de star-bevroren dag
lacht de zon haar zuivere lach.
Zal ik klagen om mijn zorgen,
al het geboomte rijst en strekt zich,
het klare hanekraaien rekt zich
helmend door de heldere morgen,
voort, gedachte, zie niet om,
jonge dag, wees wellekom.
25-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-06-2016 |
Winternacht. Felix Rutten |
Alles wit in neveldos,
sneeuw zo rein en ongeschonden,
aarde waak, de rouw der stonden
deinst en laat u los.
Manelicht de lucht bestrijkt:
zeilen, wit en wijd gespannen,
alle donkerte is gebannen,
alle wanhoop wijkt.
Zeilen in de nacht ontplooid,
blank van maneschijn geweven,
alle duisternis van leven
24-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-06-2016 |
Herfstdraden. Felix Rutten |
De lucht is zo blij om mijn hoofd
en het ijl doorzilverde blauw,
dat de herfstoverdonsde landouw
nog dagen van schoonheid belooft.
En ik laat mijn dromen gaan
in de wind als een waaiend blad
en ik vraag niet waarom en niet wat,
maar geniet mijn prachtig bestaan.
Mijn diepste vreugd vier ik uit,
eenzaam in zonnige rust
en belonk met minaarslust
mijner ziele heimelijk geluid.
Zij spint haar muziek tot een rag
van zilver uit, draad aan draad,
dat dromende zweven gaat
door de heldere, heerlijke dag.
23-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-06-2016 |
Laatste zomerdag 3. Felix Rutten |
Ik strek der open handen schaal
begerig u te moet,
dat me eens uw heil nog overstraal
en stroomt in mijn gemoed.
Ik zwelg u met mijn ogen op
en drink u met mijn ziel,
of blind-bedwelmend, drop voor drop,
er gouden regen viel.
Een zee van goud, van licht, van lust,
besloten in een droom,
en ik slaap, den winter onbewust,
tot weer de zomer koom(t).
22-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-06-2016 |
Laatste zomerdag 2. Felix Rutten |
De laatste die zij kleedt in gloed
en goud van rijke schijn,
de laatste dat de zomer goed,
en wij te samen zijn.
Maar komt de dag wiens wee-geween
geen zonne troost bereidt:
zolang gij van uw lieflijkheen
mij al de weelde spreidt.
Bedrink ik mij nog aan het geluk
te voelen u rondom,
die ik als een droom aan het harte druk
eer het avondduister kom.
Nu koester eens nog al mijn zin
en kus mijn heet gelaat
en hul mijn leden eens nog in
de pracht van uw gewaad.
21-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-06-2016 |
Laatste zomerdag 1. Felix Rutten |
De zon is warm en heel in goud
en schitteringen klaar,
of al de tijd niet dor en oud,
het winteren nakend waar.
Ik zie haar wenken voor mijn ruit,
die als met vleiertaal
mij roept nog eens in het bloeien uit
en het blinken van haar praal.
En lacht of ze al voor zich niet wist,
hoe na haar gang vandaag
geen blijde morgen uit de mist
meer schemert, of ik klaag.
En glimlacht, als wie eigen last
om ander leed ontziet
en bloeit zo vol en warm als was het
der dagen laatste niet.
20-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-06-2016 |
Herfstliedje. Felix Rutten |
Het eerste geel gevallen blad
bij het laatste korenblauw,
hoe vlucht een jaar of het wieken had
zo gauw.
De eerste prille lenteroos
en de eerste ontbotte blaan,
voorbij, verbloeid en sporeloos
vergaan.
Mijn eerste groen, mijn eerste min,
mijn blonde jeugd en gij,
zo trekt het al de herfst in,
voorbij.
19-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-06-2016 |
Maannacht. Felix Rutten |
De rode vrucht der volle maan
is in de grauwe nacht gerijpt,
het stil geboomte staat en grijpt
naar dromen die verijlen gaan.
De witte weg in de avonddoom
verliest het lang vervolgde spoor,
een zingen trekt het zwijgen door
van vreemde, schone, stille droom.
Van vreemde, schone, stille dag
en dingen die verloren zijn,
of ik wensloos, geliefde mijn,
weer aan uw hart gebogen lag.
18-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-06-2016 |
Aan de nacht 2. Felix Rutten |
Het is daar gij gestaag
de nieuwe morgen
verlangend ziet tegemoet
en wacht de stond die daagt
en bloemen strooiend
de wereld met de kus van vrede groet.
Geleid mij aan uw hand,
ik wil u volgen,
wanneer de schemer deint
van over het grauwe land,
de morgen zingend
die zegenstralend aan de kim verschijnt.
Wij gaan vereend, die bei
één morgen wachten,
gij nacht, de dageraad
en ik het zonnetij,
wanneer, na leven
en dood, de zon rijst die niet ondergaat.
17-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-06-2016 |
Aan de nacht 1. Felix Rutten. |
O milde moeder nacht,
die aller wereld
geheime weeën weet,
hoe zijn uw ogen zacht,
wanneer gij zwijgend
's avonds purperen schemerpaden treedt.
Hoe zijn uw armen wijd
naar alle kinderen,
die weenden in het licht,
vertroostend uitgebreid
en toont hun deernis
uw meelijvol en teder aangezicht.
Gij zijt zo groot in rust,
zo kalm verheven,
u zelve steeds gelijk,
dat ik mij onbewust
door uw aanschouwen
geheven voel als in een beter rijk.
Dat is, daar gij niet klaagt
en al standvastig
de blik gevestigd houdt
omhoog, en weent noch vraagt
en noodt de sterren
uw gang te volgen over veld en woud.
16-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-06-2016 |
Nachtlied. Felix Rutten |
Schone wereld, slaap gerust,
luide leven, u zij vree,
neem mijn grieven en mijn lusten
in uw donker zwijgen mee.
Neem mijn kommer en mijn zorgen,
neem mijn jammer en ellend,
tot mijn leven zich te morgen
weer uw leven heeft gewend.
Dat ik schaduwloos genake,
nacht, uw loutere eenzaamheid,
met mijn liefde alleen doorwake
de uren die gij vredig wijdt.
15-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-06-2016 |
Nacht. Felix Rutten |
O ziet, o ziet,
de hemel steekt zijn kaarsen aan,
wat maakt zo schuw en stil de blaan,
de bomen roeren niet.
De plechtigheid der nacht gaat in,
de zilveren kronen spreiden het licht,
dat wijdingsvol de stilte sticht
en zuivert ziel en zin.
Het aardse, donkere duikt,
mij wordt zo klaar, zo vrede-stil,
wijl niets dan schoonheid in mijn wil,
en lelie-lijk, ontluikt.
14-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-06-2016 |
Con Sordini. Felix Rutten |
(Met demper gespeeld)
Deze avond is geweven
van zilver en van stilt,
zo kalm, en alles even
melodieus en mild.
De witbewaarde weiden,
de spiegelblanke vloed,
en het smartelijk verscheiden
van de ijle avondgloed.
En immer donst van verre
het dauwen dichter aan:
een heimwee naar de sterren
heeft heel mijn ziel bevaan.
13-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-06-2016 |
Avondlied. Felix Rutten |
Wonderbaar, het dromend stijgen
van de schuchtere avondstond:
zwijgen en mysterie zijgen,
waar de luide dag verzwond.
Fluisterstil bewegen de aren
onder het luwen van de stilt,
wijl het duister om de blaren
der geveerde peppels rilt.
Ik hoor de nacht. Langzaam zwellend
als van ver een diepe vloed,
worden zwijgen en mysterie
melodie in mijn gemoed.
12-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-06-2016 |
Serenade. Felix Rutten |
Hoe heb ik nu maar één gedachte
en één liefde en één droom,
sinds mij uw ogenluister lachte,
werd heel mijn ziel zo rein en vroom.
Werd heel mijn leven stil en zwijgend,
als bij de opgang van de maan
de hemel, wijl de wolken wijken
en alle stormen ondergaan.
11-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-06-2016 |
Andante Cantabile. Felix Rutten |
(Langzaam zangerig)
Nu zing ik aldoor maar voor u,
gij zijt zo schoon en goed,
hoe werd van dromen helder nu
de nacht van mijn gemoed.
Uw schoonheid straalt een zonneschijn
van weelde door mijn lied,
hoe ge arme mij zo goed kunt zijn,
bevat ik niet.
10-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-06-2016 |
Afscheid. Felix Rutten |
Roerloze schepen aan de havenrand,
in goud verkoeld der zonne stervensbrand,
ik zoek vergeefs naar taal en zoet geluid,
dat u de ontroering mijner ziel beduidt.
Ik zie de gloed der laatste stond vergaan
en druk uw hand en zie u zwijgend aan,
ik zie de schepen wachtende den nacht,
en weet dat ons geen nieuwe morgen lacht.
Ik voel mijn tranen, maar mijn lach is hel,
ik zeg voor het leven lachend u vaarwel,
doch door het duister, nu de nacht inviel,
klinkt u de smart na mijner bange ziel.
09-06-2016, 08:27
Geschreven door André 
|
|
 |
08-06-2016 |
Schemer. Felix Rutten |
De lente, de zon, het zonnig bos,
vol geur en zoeten zang,
weer bloeit mijn ziel in liederen los,
die zweeg een winter lang.
Ik wandel als in wonderheid,
alwaar ik bloemen pluk,
terwijl gij aan mijn zijde schrijdt,
gelijk mijn nieuw geluk.
O leg ik met mijn bloemen nu
mijn armen om u heen,
en houd ik, en behoud ik u,
waar zoveel schoons verdween?
De schemer valt, de blanke dauw
bewaart al woud en land,
en mijn geluk en gij getrouw
verdwijnt weer, hand aan hand.
08-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-06-2016 |
Leidmotief. Felix Rutten |
Hoe draag ik zachte, zachte
en zorgelijk devoot
de bloemen, die ik plukte in uw gedachte,
door het avondrood?
Uw zoete witte woorden,
die leliën rein en rank,
aan zaligheden rijk en vol ten boorde,
als sneeuw zo blank.
Hoe draag ik langs de landen
door het brandend avondrood
die broze prachten in mijn slechte handen
genoeg devoot?
Hoe ik mijn schat beveilig
en zorgelijk behoed,
die het donker huis van mijn verlangen heilig,
en mijn gemoed?
07-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-06-2016 |
Praeludium. Felix Rutten |
Het is het verleden dat zacht mijn stille denken
bestrijkt als lauwe wind. Het was zo stil,
en was het niet wel? Daar dringt de onwillige wil
dien droom weer op. En witte handen wenken.
Maak los de boot. Van land. De riemen blinken,
het koele water lokt ter schone vaart,
wij zullen de oude wijn der vreugde drinken
in het bloeiend loverhuis van den ouden gaard.
Van land. De riem gerept, de wijdten over,
terug naar het zonnig land van jeugd en lied,
wel wenkt verledens hand door het nieuwe lover,
de dromen keren, de dagen niet.
Sittard 1882- Rome 1971
Felix Rutten zorgde voor de katholieke literaire heropleving in Nederland.
Hij schreef gedichten, mysteriespelen, Bijbelse toneelstukken, reisverhalen en sagen.
Enkele werken: Avondrood (1913), Goede Vrijdag (1914), Limburgse sagen (1916), Beatrijs (1918),
Sonnetten (1921), Brugge (1925), Polen een herboren land (1931).
Hij was gehuwd met de schrijfster Marie Koenen.
06-06-2016, 09:16
Geschreven door André 
|
|
 |
05-06-2016 |
Die avond en die roze. Willem Gijssels |
Die avond zocht ik naar een lied,
in het diepste van mijn wezen,
waarom te zoeken als het niet
vanzelf komt opgerezen?
Een moede roos ontviel den brank,
gelijk een zucht mijn herte,
och droef mijn leed van overlang
er mede ter verste verte.
Die avond zocht ik naar een lied,
verlangend naar verpozen,
ik bleef alleen met mijn verdriet
bij het vallen van de rozen.
En de avond kwam allengerhand
mijn moede ziele werven,
en ginder aan den westerkant
zag ik de rozen sterven.
05-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-06-2016 |
Krekelzang. Willem Gijssels |
Het windje toetert zachtjes aan
op zijnen rieten fluit,
het toetert:"gij moet slapen gaan,
het zonnelicht gaat uit".
En wordt er nog een stem gehoord,
ze ruist zo vredig vroom,
dat zij de nacht geen wijlken stoort,
in zijnen zoeten droom.
Kie, hoort ge het kirre, kirre, kie?
het windje luistert stil,
het fluistert:"is er iemand die
mijn lied beletten wil"?
Doch, kirre kirre, het krekelt al
met scherp en schel geluid,
en het windje zucht:"in dat geval
berg ik mijn rieten fluit".
04-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-06-2016 |
Primula Veris. Willem Gijssels |
Ik voel de banden breken,
de winter is voorbij,
van boven mij geweken,
ik voel de banden breken,
nu word ik weder vrij,
de winter is voorbij, voor mij.
Ik kom van onder de aarde,
waar ik te rusten lag,
het verlangen toch bewaarde,
daarbinnen diep in de aarde,
het verlangen naar de dag,
het is geworden dag.
De zonne zit te dopen,
de dag in haren roem,
ik doe de kerker open
van dag en dauw bedropen
en hoor het biegezoem,
ik ben de sleutelbloem.
03-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-06-2016 |
Zonnedag. Willem Gijssels |
Langs bebloemde wegen
gaat de blijde dag
in de gouden regen
van de zonnelach.
Ik loop langs veld en weide
lustig met hem mee,
onder zijn geleide
naar de wijde zee.
Ik blijf ter veilige randen
voor de branding staan,
van verlangen branden
om er door te gaan.
Rollende chrysanten
spoelen uit de vloed,
spatten diamanten
over mijnen voet.
Ik zie nu blanke zeilen
op de golvenslag
langzaam aan verijlen
met mijn blijde lach.
02-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-06-2016 |
Zeeschelpen. Willem Gijssels |
Ik loop verloren langs het strand,
schelpen vind ik velerhand,
parelmoeren, bloedgekraald,
roos en rood en wit geschaald.
Beelden zijn het van bitter wee
lang versteend in het zout der zee,
dromen zijn het die de golf
wiegend droeg en dan bedolf.
Schone dromen komen meer
als versteende beelden weer,
smaakt een droom van overlang,
eens zo zoet, niet zout en wrang.
01-06-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|