 |
We zijn de 18de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
31-08-2016 |
Hoe vieren wij de herfst. Felix Rutten |
Hoe vieren wij de herfst, geliefde mijn,
bij tuberrozen naast een schaal vol ooft,
met ronde druiven om ons dronken hoofd,
en de verrukking van verkoelde wijn.
Befeesten wij ons zomer-rood festijn
met vers-muziek die lust en zomer looft,
met heel de pracht van ons late min beloofd,
veratmosfeerd tot droom van zonneschijn?
Gij zijt mijn onherzegbare hymne zelf,
waarvoor ik mijn vroeger lied tot rag verrafel,
gij schoonste pronkjuweel van 's levens tafel.
Mijn zonnekoningin, mijn zomerelf,
kom met uw lippenfruit mijn dorsten blussen,
met al de rozen uwer rijpe kussen.
31-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-08-2016 |
Gelijk de maan steeds wentelt. Felix Rutten |
Gelijk de maan steeds wentelt om en om
van sikkel tot voltogen ring, en weer
van ring tot sikkel, drijvend in een meer
van klaarte langs der nachten koelen dom.
Steeds anders naar haar tal van dagen klom,
en steeds gelijk, aan het hoofd van het sterrenheer,
verluchtend met haar schemer, veren-teer,
de randen van verijlden wolkendrom.
Zo trekt gij langs de luchten van mijn zang,
in pracht van immer wisselende beelden,
verheerlijkt in uw eigen stralend licht.
Wordt elke dag niet schoon als ik verlang,
en ieder ogenblik is nieuwe weelde,
zichzelf vergoddelijkend tot gedicht.
30-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-08-2016 |
Mijn droom is in uw zoete ziel verzonken. Felix Rutten |
Mijn droom is in uw zoete ziel verzonken
gelijk de sagastad in de eeuwige zee,
de diepte heeft haar zwijgend ingedronken,
die als ten sluimer in haar schoot verglee.
Soms spelen langs de golven schuwe vonken;
soms hoort één, met de trage baren mee,
geluiden als van klokken opgeklonken,
gezangen van wereldverre, vreemde vree.
Ik ben mezelf niet meer, en luister schuw
naar de eigen, blijde, wonderbare klank.
Hoe werd mijn ziel zo diep en rijk door u?
Hoe werd de dag zo licht en parelblank,
en wiegt de zee nu zorgeloos en luw
die droommuziek, al dag en nachten langk?
29-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-08-2016 |
Smart B. Felix Rutten |
De doodsklok schudt met troosteloos rouwgeklag
haar lome hoofd, als stormbewogen fruit
dat vallen gaat, en slaat in slag bij slag
zwaardaverend over de aard haar weedom uit.
De klok weent met mijn wenend hart en luidt
met uw licht-leven uit: mijn blije dag,
die ik in uw stralende ogen dagen zag,
en vallen nu ge uw ogen voor immer sluit.
De doodsklok klaagt en kreunt om u met mij;
haar zwaar metalen slag bonst op mijn hart,
dat scheurt van pijn en splijt en springt aan stuk.
Terwijl bij dit lied van ondraagbare smart
feestjubelend heel de hemel daalt ten rei,
juichend om zijn nieuw, ontscheurd, geluk.
28-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-08-2016 |
Smart A. Felix Rutten |
Dood, dood, wat wil dat donker-kille woord,
dat op mijn ziel neerligt als klamme mist,
die het warm licht weert; als kruitdamp stikkend in het
rondom; waardoor het al luider-naderend voort-
klinkt, al maar sterker, dreigend: bloed en moord,
wijl vals gedekt in lage en donkere list
het fijnpuntig vlammend om me, onmachtige, sist
en flitst en duizendvoudig het hart doorboort.
Dood, dood, het bonst op mijn borst als bronzen brokken
loodzwaar als mokerslag, als schroeiend vuur:
regen van vuur op weerloos hoofd en handen.
Dood, dood, mijn lief verschijn me en scheur mijn banden
van onmacht, dat ik vluchte, of in dit uur
vergaan moog en niet hoor het luien dier klokken.
27-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-08-2016 |
Meditatie B. Felix Rutten |
De grauw-geribde bomen, wild verward
en winter-koud, dringen zich diep in hagen
dor-doornig op, in somberheid verstard,
waar goor, hun toppen over, wolken jagen.
Van het rouwgeween gezwollen en de smart
om het wreed verscheiden van de zonnedagen;
en de avond bangt rondom in droomloos zwart;
al scherper snerpt der stormen troostloos klagen.
Daar is maar één oord op deze aarde wijd,
waar vrede woont en mijn ziele troost:
daar waar uw schoonheid slaapt in stille rust.
Oase van mijn droom, waar onbewust
van wee, mijn stormontvluchte ziele poost,
en sterkt zich, strevensmoe, ten nieuwen strijd.
26-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-08-2016 |
Meditatie A.Felix Rutten |
Woud-varens staan met zwaargebogen bladen
roerloos als treurgroen bij dof kreupelhout
in het heuvelbos, waar, tussen het eeuwenoud
gebouw der donkere stammen, schaduw, waden
en stilte slapend hangen, een toverwoud.
Geel-rijpe velden ginds en blanke paden
zie ik door het struweel glanzend in zonlicht baden
op verdere hoogte, een land van louter goud.
O goudene, met uw zonnig warme lach
die naar de lichte heuvelen heengesneld
zijt, wijl deze aarde in zo zwart duister lag.
Wier schoonheid mij heel de natuur nu vermeldt
zo is mijn geheugenis op deze smartendag
nu Lief: als zonneschijn op een ver veld.
(Herdenken en de reeks Meditatie gaan over een jong gestorven meisje.)
25-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-08-2016 |
Herdenken. Felix Rutten |
Het stille woud zo blank van anemonen
en mijn ziel van dromenbloemen blank,
die beiden hebben heel een leven langk
elkaar verstaan: in het woud wou ik immer wonen.
Geliefde was mij rozen- en varenrank,
en broederen zangbevolkte beukenkronen,
zij kenden het lied, mij lief voor alle tonen,
en wisten wat ik hun zei met zachte klank.
En nu is het lieve woud mij plots zo vreemd:
der bomen schudden het hoofd stom heen en weer,
en schuchtere bloemen zien mij vragend aan.
Alom is kille leegte en koude leemt,
ik voel overal gemis, en niets is meer
als het vroeger was: sinds gij zijt heengegaan.
24-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-08-2016 |
Dromen. Felix Rutten |
Geel goudig lampenlicht, door groenig gaas
verkoeld, werpt weke weelde warme schijn
op bruinrood beukeloof en wit satijn
van bloesemtwijgen, roerloos in één vaas
verenigd, dromen spreidend en aroom
in de avondstille cel, een zoet gepeins
van naamloos heil, iets teers en innig-reins,
mijn hoofd rust achterover, dromenloom.
Daarbuiten hangt nu bloei en loverbruin
omluisterd van wit-zilveren maanlicht,
het komt me in de ziel lijk een schoon gedicht
het gedenken van een blanke bloesemtuin.
23-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-08-2016 |
Herinnering. Felix Rutten |
Over der zee lag en de zomerlucht
een glanzenwade, een gulden glorieschijn,
over het stranddamast en het zeesatijn,
en het ver verschemerde zeegehucht.
Er lag een stilte van bewondering
over der golven zachtgewiegde rust,
over de vrede van de gele kust,
wijl ik met mijn lieveling langs de golven ging.
Goud was de middagstilte door de pracht
van het goudgelokte kopje, en de zee
lachte met de glimlach van mijn lieveling mee,
gelijk een broer tot zijn klein zusje lacht.
22-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-08-2016 |
Wiegelied. Felix Rutten |
Sluimer mijn lieveling, sluimer zacht,
zoet rozengezichtje in lokkengoud,
met je ogen waar vlekkeloze hemel blauwt,
ik waak bij je wiegje in trouwe wacht.
Ik waak bij je wiegje in trouwe wacht,
en strengel melodische rijmen aaneen,
en leg ze om je hoofdje als bloemen heen,
en licht van muziek wordt de stille nacht.
En licht van muziek wordt de stille nacht,
als je engel bij rozen die ik je vlecht,
om het lokkig goudhaar je leliën legt,
sluimer mijn lieveling, sluimer zacht.
21-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-08-2016 |
De wind. Felix Rutten |
Hoor, hoor het verre komen van de wind,
schoorvoetend, schuchter-schuifelend door de wacht
van bomen, bevend in de stille nacht,
het roerloos zwijgend storend, als een kind
dat speels op een verrassing heimelijk zint,
en schrikken doen wil; hoor, zo sluipt hij zacht
zacht nader, tot opeens hij luidop lacht,
zich niet weerhoudend kunnend, en begint
van pret te schateren, springend met gezwaai
van armen, schreeuwend plots vooruit: een gil,
dat ik schrik; mijn oren tuiten van het lawaai.
Zo, nu is het goed, nu heeft de knaap zijn wil,
en keert weer met victoriënd gekraai,
de speelse; en lang nog lig ik luisterend stil.
20-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-08-2016 |
April. Felix Rutten |
Daar droomt iets wonder-innigs in de lucht,
iets teers in het parelmoer der avondkleuren,
de luwte lauw van bosviolengeuren
doordringt de ziel met weelde en zoet genucht.
De knoppen zwellen; sleutelbloemen beuren
hun lachend kopje; en jubelend onbeducht
de leeuwerik met zijn lied ten hemel vlucht
in het zonnig blauw waar nauw hem het oog kan speuren.
Lichtgroen van lover weeft een tere wade
door het wijde woud, en wolkt om al de twijgen,
en deint de velden langs, en groeit gestade.
De merel in de avond, stoort het wachtend zwijgen,
en zingt der lente rustig serenade,
dat luisterend zich de bloesemtakken neigen.
19-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-08-2016 |
Lenteregen. Felix Rutten |
Een lichtgedruppel trippelt door de luwt
en glipt de lovers langs, en springt en spat,
witfonkelend als kristal, uiteen, van blad
tot blad, en loopt van twijg op stam, omstuwd
van het ranke kamperfoelie-wemelen, dat
aan dor getakte, als jonge hoop zich huwt,
en glanst. Een groenvink duikt in het nestje, gruwt
van het weer, en zwijgt, en schuilt voor droppelend nat.
Daar fladdert als een zilverblinkend lint;
neen, vol en breed sonoor; een gouden vlag,
het vroom vredig merelgeluid. Een milde wind
loopt aan. De bomen knikken, het zacht geklag
van regen zwijgt, nu breekt de zon gezwind
de lucht, en dankt voor het lied met gouden lach.
18-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-08-2016 |
Hoe zoet te zien. Felix Rutten |
Hoe zoet te zien dat wondere lentegebeuren:
der meieweelde ontwaken, weifelend beven,
en dag na dag, in dorre winterdreven
het jong spruitend groen al groeiend na te speuren.
En over het bruine land de lichte kleuren
van het zwellend graan al verder te zien zweven,
en plots de vlierstruik dan vol bladeren-leven,
de tuin te vinden vol violengeuren.
Lang streven weer en wind en wolken tegen,
en slaan de zonne in het schuchter aangezicht,
en onverbiddelijk kletst en plast de regen.
Maar dan opeens is heel de hemel licht,
het al lacht en juicht en danst in vreugde zwierend:
de lente bestormde ons, zingend-zegevierend.
17-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-08-2016 |
Vroege ochtendhemel. Felix Rutten |
Vroege ochtendhemel hangt vol zoet gerucht,
de luide kloeke leeuwerik stijgt en bouwt
zijn liederen lustkasteel op in het blauwt,
en pluimt zijn zang uit in zacht donzen lucht.
De zonne straalt een teer waas van geel goud
uit, door de wijd gespreide wolkenvlucht,
die lodderdromend heendrijft op de zucht
van zoele meiverlangens, over het woud.
En trekt de blauwte door, als witte zwanen,
de lente tegemoet, van lang verwachten
en zoet begeer haar sprekend: dat zij kome.
En mede gaan, langs blauwe hemellanen
van blij geloof, nieuw-levens feestgedachten
en leeuwerikenzang van jonge lentedromen.
16-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-08-2016 |
Madeliefje. Felix Rutten |
Bloemenoog van gouden openhartigheid,
in wit van rein vertrouwen zacht gestoken,
gij hebt uw blanke wimperpracht ontloken,
zo vroeg, aleer april nog is verbeid.
En houdt het wakkere kopje niet gedoken
in het traag opdonzend groen: maar staart verblijd,
niet blode, in heerlijke onbevangenheid,
hooguit en vrij naar het rusteloos wolken-stroken.
Dat houdt met boze list en donkere lagen
de blonde schoonheid van de zonneschijn
omsingeld. Lied, we zullen niet versagen.
Maar heffen het hoofd, als bloemen rank en rein,
vast in geloof aan zoele zomerdagen,
en tonen dat wij sterk, standvastig zijn.
15-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-08-2016 |
Lentewandeling. Felix Rutten |
Hoe juichen de jonge geluiden:
"luister, luister eens weer",
hoe spreken de spruitende kruiden:
"buig je, buig je neer".
Het bos is vol fluiten en tjuiken,
vol zonnige stilte het land,
mij zegt een geruis in de struiken:
"er is iets bijzonders op hand".
Der primula's krullende blaren,
sprieten omhoog al zo zacht,
en steken mij toe, waar ik stare,
handekens van smaragd.
En ik ruik weer de geuren der aarde,
en ik voel weer een wel en een vree,
als toen ik voor jaren ze gaarde,
en nam ze voor moedertje mee.
14-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-08-2016 |
Zwaluwen. Felix Rutten |
Vrolijk en vrij,
luchtig en blij,
zwaluwen, zwiept gij mijn venster voorbij,
zwenkende, zwierende,
zwierende, gierende
zwaluwenrij.
Boden der lente,
jubelende jente,
rozige mei.
Vrolijk en vrij,
luchtig en blij,
levensillusiën, vliegt ge tot mij,
levende, lovende,
hoopvol gelovende
zwaluwenrij
Boden der lente,
juichende jente,
zielemei.
13-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-08-2016 |
Vroege vlinders. Felix Rutten |
Komt, dromen uit zoet-lauwe landen,
komt, fladderende bloemenlijn,
ga zitten op mijn stille handen,
en zeg me, waar uw zusteren zijn.
Dra zullen ze allen wederkomen,
geheel haar bloesemende heer,
getrouwer dan mijn lentedromen,
die keren nimmer weer.
12-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-08-2016 |
Buiten. Felix Rutten |
De landbouwer loopt met groot gezwaai
van armen en van zeisen,
zijn veld af door de zonnelaai,
om het koren uit de bodem taai
met kunst en kracht omhoog te hijsen.
En zingend gaat een dichter zacht
er langs bij het avondvallen,
en morgen eer de zon nog lacht,
ligt veld aan veld
vol bonte pracht
van bloemen, honderdduizendtallen.
11-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-08-2016 |
Teer-rozige avond. Felix Rutten |
Teer-rozige avond
dromezingt buiten
en mijmerkijkt
door gouden ruiten.
Om het vredig huis
luwt stilte-devotie
wijl het zacht geruis
der verlangens-emotie
van Griegs muziek
"tot de lente" steigert.
Wier zachte blik
al nog weifelt, en weigert
warm over ons
droeve hoofd te schijnen.
Een breed akkoord
en de klanken deinen
dromende weg
naar het wazige buiten.
Wijl de illusie, de goudene,
sterft van de ruiten.
04-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-08-2016 |
Sint-Jozef (19 maart). Felix Rutten |
Sint-Jozef met zijn leliestaf
weert al de zwarte wolken af
en scheurt hun zwarte sprei vaneen
en slaat ze stuk en drijft ze heen.
Hij veegt de blauwe hemel klaar,
terwijl de wolken hier en daar
als sneeuw versmelten, stijgt de zon
die zolang niet meer lachen kon.
En wijl haar zachte weelde warm
de winterbomen, bedelarm,
de koude leden lijze streelt
en lievend hun ellende heelt.
Komt met zijn bloeiverblijden staf
Sint-Jozef van de hemel af
en wandelt door de dorre gaard
der immermeer meer ontwakende aard.
En waar hij stille woorden zegt
staan sleutelbloem en viooltje recht
sneeuwklokjes bengelen blank van hoofd
alom: Sint-Jozef zij geloofd.
03-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-08-2016 |
Kerstnacht 2. Felix Rutten |
De winter vlokte op heuvel en gehucht
zijn witte weelde neer van sneeuwgevedert,
bleek schemerlicht heeft de donkere nacht vertederd,
een zweem van maanmist zweeft langs de lucht.
Mysterienacht vol wuivend wiekgerucht,
waarin Gods Zoon zich heeft tot mens vernederd,
zijn liefde en vree, zichzelve gevend. Sedert
hangt gij vol geuren van mystiek genucht.
Dank dat gij de aarde kleedt in bruidenpracht
van bloesemwit en maagdelijk hermelijn.
Dat Emmanuel te middernacht,
uw vorst vergetend en zijn kille pijn,
ontwakend ons gelukkig tegenlacht,
rondom ziende de aarde zo blank en rein.
02-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-08-2016 |
Kerstnacht 1. Felix Rutten |
Pluim, winternacht, uw sneeuwen wieken uit
en schud uw zilverwitte lokkenvracht
en laat u blanke vlokken dalen zacht,
haar wade wevend over veld en kruid.
Aandonzend tot fluwelige verenvracht,
opwolkend-wit en week, tot geen geluid
uit mijn spoedbezwaarde stappen spruit
die het zwijgen storen van deze schone nacht.
Gaat zacht, heel zachtjes, fluisterbiddend voort,
nog sluimert stil de blonde Christusknaap,
zacht dragen smetteloze engelen hem tot ons.
Spreid, blanke winter, alom het dommelend dons,
dat wij niet wekken het wicht in zoete slaap,
waar het dromend hemelzang nog ruisen hoort.
01-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|