Een busje dat je thuis komt ophalen,
wat een luxe! Zijn we niet zot dat we straks zelf gaan rijden vraag
ik me af. Frans is ondertussen heeeel blij dat onze auto echt
vertrokken is vanuit Florida.
Vier uur rijden is het naar Santa
Marta. De kuststrook hier is soms een vogelparadijs met ondiep water
met veel groen ertussen. Soms is het één en al ellende met
sloppenwijken die marineren in een bruine soep die bezaaid is met
plastic afval. De aanblik van de grote stad Baranquilla is dan weer
hoopgevend, veel nieuwbouw en hopelijk meer werkgelegenheid en een
gegoede middenklasse. Voorbij de stad is er een enorme brug in
aanbouw, de vraag is alleen hoe lang ze al aan het bouwen zijn. Dichter bij de bergen zien we hoe het toerisme zich hier ontwikkelt ; we passeren nieuwe hotels, villa's, een golfterrein, een all in...
Bij de eerste aanblik is Santa Marta heel druk en stoffig. Als we naar zee lopen valt ons oog eerst op de containerhaven. Dit is een diepe natuurlijke inham. Het strand ligt links, de haven rechts. Ook hier spreekt het me niet aan om in zee te zwemmen. De Colombianen genieten gewoon van het water. Ik ben blij dat ons hotelletje een klein zwembadje heeft. De 'strandboulevard' is hier dan weer gewoon theater van de bovenste plank.
Als Europese toerist kom je hier ver
met je geld. Ons verblijf is schitterend en een beetje duurder dan
een jeugdherberg bij ons. Wij zijn geprivilegieerd dat we kunnen
kiezen tussen een maaltijd van anderhalve euro zoals vanmiddag of een
diner in een 'beter' restaurant waar een dure schotel rond de 15€ kost.
Frans zijn saté op het strand kostte 1€. Voor sommigen hier is dat
nog te veel.






|