Na een stadswandeling en museumpje met
Frans ga ik in de namiddag naar het commerciële centrum in onze
wijk. Dat heeft niets te maken met het shoppingcentrum van gisteren.
De winkeltjes hier zijn een zakdoek groot. Ik ben op zoek naar een
kapsalon. Soms staat er maar één stoel en hangt er vooral vals haar, ik denk niet dat ik daar moet zijn. In één salon
moet ik te lang wachten. Ik kan terecht in een combisalon. Er werkt
een vrouw aan een naaimachine, er is een klein tafeltje om nagels te
lakken en er is één stoel en één wastafel. Ik moet flink
achteruitzakken om mijn haar te laten wassen. Later vraag ik me af of
de kapster wel een opleiding heeft gehad. Ze weet of durft haast niks
te doen en knipt gewoon de onderkant hier en daar bij. Ik vrees dat
het er niet beter op zal worden als ik haar meer vraag. Kort daarna
sta ik buiten, zes dollar armer, ik vergat nog te vragen om in
mijn nek bij te knippen. Colombia staat voor het ogenblik op de
laatste plaats voor een knipbeurt. Ten noorden van Rome staat een
vrouw met stip bovenaan, helaas is die wat ver weg.
We herpakken onze spullen om morgen
verder naar het noorden te gaan. We kunnen onze grote koffers in de
airbnb laten.
's Avonds eten we bij een vriendelijke
Nederlander in het enige Indonesische restaurant van Colombië. Ik
hoop dat de centen inderdaad naar een schooltje voor kansarme
kinderen gaan want prijs-kwaliteit scoorde het eten hier bijzonder
slecht.

|