In het begin van de week was ik erg moe en had weinig zin om de beentjes te laten werken. Dinsdag trok ik erop uit om posten te zetten in arlon, een uitje van 1hr45, maar er was geen greintje fut in mijn lijf te bespeuren. Gisteren, donderdag, was het de Challenge Autmans, samen met de Rik Thys de grootste en erg prestigieuze militaire aflossing. Onze ploeg bestond uit Iwan Vis en François Van der Ouderaa. Er waren grote verschillen in de omlopen (6.4-6.9km) waardoor je niet goed wist in welke positie je liep. Iwan opende goed, kwam als 7e of 8e aan, François rukte op en ik vertrok als 4e met 1'50 achterstand op Benjamin anciaux, de grootste concurrent. Na amper 3 posten had ik hem al te pakken, met dank aan enkele kortere posten in de aanvangskilometer. Ik liep quasi foutloos, maar wilde het tempo niet laten zakken, ook al zag ik Benjamin niet meer achter mij. Misschien had hij elders wel weer een korter stuk, dacht ik, en zou hij alsnog voor mij het stadion binnenlopen. Aan de kijkpost hoorde ik echter de speaker omroepen dat ik aan kop hing, wat enige rust in mijn hoofd bracht. Bij het binnenlopen hoorde ik dat ik nog steeds aan de leiding hing, en de geruststelling was nu helemaal een feit. 3'20 later kwam Benjamin over de meet. Een moie overwinning, en vooral een deugddoende, aangezien we met 'Team BABA' liepen. BABA is de club van Iwan, dokter in Arlon. De reglementen binnen Defensie keren zich dit jaar tegen Iwan, die met zijn burgercontract geen militaire wedstrijden meer mag lopen. Op die manier kunnen wij met arlon geen podiumplaatsen afsnoepen van andere eenheden. Net die andere eenheden, die graag hun ereplaatsen behalen, hebben mee het reglement aangepast, om Arlon buiten spel te zetten. Vandaar dat we, als protestactie, als burgerploeg ingeschreven waren, om Iwan te steunen... en dat konden we niet beter doen dan door met de overwinning te gaan lopen. Vanmiddag trekken we met een pelotonnetje Vlamingen naar de Tiomila (http://www.10mila.se/). Wouter Leeuws en ik treden aan met onze Finse club IF Brahe, en hooray, we mogen alletwee de 16.8km lopen. Wouter de lange nacht en ik het laatste been. funtime! Hopelijk laten de beentjes ons niet in de steek, en onze hoofden al evenmin.
De kogel is door de kerk, de namen die ons land gaan verdedigen zijn gekend. Ik mag me concentreren op het miltaire WK en de EOC, want ik ben er niet bij. Jammer maar helaas. Een samenvatting van de selectiewedstrijden:
Zaterdag AM: Middle
Na een lange reis met korte nachtrust was het bang afwachten welke gevolgen de reis op de benen zou hebben. Daarenboven was de laatste training er eentje met een vermoeid gevoel. Tijdens de opwarming voel de mix van vriendschap, de zenuwen voor de belangrijke wedstrijd, want elke fout wordt cash betaald en het steeds weerkerende ontspannen nonchalant gedrag om komaf te maken met de zenuwen. Ik voelde al tijdens de opwarming dat de benen niet overliepen van energie, en een kleine versnelling gaf een hoge hartslag die nadien nietsnel daalde. Gezien het technische terrein ben ik dan maar van de eerste post vrij traag vertrokken met als overtuiging: "geen fouten maken en gewoon niet panikeren om de slechte benen en je komt er wel." Aan post 2 vond ik geen aanvalspunt en dus koos ik voor de techniek "tijdig het bos ingaan en op de juiste afstand van de weg parallel blijven lopen, je zal'm wel zien, zoniet, opnieuw naar de weg". En hoera, ik kwam de post tegen, weliswaar na wat klein tijdsverlies. Geen vuiltje aan de lucht. De volgende 6 posten gingen foutloos, met dank aan het passen tellen en azimut lopen. Aan post 9 week ik af vanaf het aanvalspunt, maar ik merkte het al snel, waardoor het tijdsverlies daar beperkt bleef. Aan post 10 vond ik in het groen geen merkpunt en ik verloor 2'. Fabien haalde me wat later in, snelde me voorbij, ging in de fout en liep me later opnieuw voorbij. Ik liep mijn eigen wedstrijd, en op die fout van 2' na was het een goede wedstrijd. Resultaat: Fabien 40', Michel 43', ik 3e en 44' 20.
Zaterdag PM: Sprint
Tijdens de opwarming voelden de benen soepel, dat gaf spontaan een herboren gevoel. Onterecht, want na enkele meters lopen met wat bergop liep ik als een stijve hark die uit zijn winterslaap komt. De concentratie was goed tot post 5, maar daar viel het in duigen. Ik zag op de kaart een doorgang, die volgens mij gesloten leek (achteraf gezien was ie inderdaad open), en toen ik rond liep, zag ik plots mensen door de doorgang komen. Ik raakte erdoor opgejaagd en mijn concentratiewas weg. Post na post verloor ik tijd, ik vertrouwde de kaart geen seconde meer (of mezelf). Sprint om zeep. Resultaat Pieter 15'20, ik, 6e 19'
Zondag: Long
De kaart Vulcania vormde het decor. Was het drama, was het humor, ... het werd een lansgpeelfilm over kameraadschap, waar 3 vrienden elkaar vinden en samen over het stenige vulkaangebied hobbelen. Al moet ik ook zeggen dat ik een beetje het 'Alivegevoel had'... je weet wel, met dat neergestorte vliegtuig... als die twee kerels op zoek gaan naar de bewoonde wereld en na dagen stappen het dal zien met bomen... wel... dat gevoel had ik ook als we ergens iets herkenbaars vonden in het terrein . Tijdens de eerste 3 posten kon ik maar niet in de kaart komen. Te weinig kaartcontact wegens compleet geen ervaring in dit terrein. Na 4 posten zag ik echter dat, aan slakketempo, de kaart leesbaar was. Op dat eigenste moment hadden we al een groepje gevormd met de eerst gestarte Hoeckx en de laatst gestarte Hendrickx. We walen allemaal overtuigd dat het een soort zoektocht was ipv een selectie. we besloten er een gezellig zondagje uit van te maken en we zwegen geen seconde. Grappend en grollend vormden we een groepstaktiek: J doet het ruwe werk, B de fijnoriëntatie, P controleert. Alle wekeuzes werden besproken door samen op één kaart te kijken. Gevolg, de leukste wedstrijd uit mijn leven, geen krampen in de 8 uur durende terugrit met dank aan het wandeltempo en voor Pieter een tijd die voldeed om hem naar de WOC te helpen. Voor Jeroen en mij was het kwaad al geschied, tijdens de eerste 4 posten. Evaluatie: Kan je stellen op basis van deze wedstrijd wie fysiek of technisch capabel is om naar de WOC te gaan en wie niet? Jeroen Hoeckx en ik hebben evenzeer de kaart kunnen lezen als Pieter (en de anderen), enkel in de eerste 4 posten waren we nog niet vertrouwd met het terrein. De conditie was compleet onbelangrijk, maar die was eerder al getest geweest meen ik. Ik had graag een selectie op deze kaart gezien met alle kandidaten, en niet enkel met de geslaagden van de fysieke test. Benieuwd hoe de reacties dan zouden zijn.
Een eerste korte nieuwsmededeling: De gerenommeerde kaart Vulcania heeft zijn naam alle eer aangedaan, met als droevige gevolg dat ik alle WOC-wedstrijden live kan volgen op het world wide web. Een iets uitgebreider verslag volgt...
Daar is de lente, daar is ... maar 't zijn de selecties begot!
Het weekend was geboekt als een Delobelweekendje en traditioneel wordt er dan een duurloopje gedaan met de broers, nonkels en neven die al eens graag een sporttenueke aantrekken. Voor mij was het bedoeld als rustige training dus J. Vandaar dat ik vrijdagnamiddag nog eventjes ben gaan spelen in de achtertuin vant werk. Eerst een toertje van 7 km met 2 maal 5 maal 30-30. Tussen de 2 reeksen, 4 rust. Nadien trok ik verder richting watertoren om daar de steile helling 6x op en af te lopen. Dat het de steile kant was werd ik in de quadriceps al snel gewaar. Na 20 uitlopen trok ik nog 25 de fitnesszaal in om nog wat krachttraining te doen, kwestie van de training compleet te maken. Zaterdag met de familie deden we een duurloopje van 45, waar ik tijdens het gedeelte in het bos naast het pad liep om wat door te steken (en om mijn tempo wat op te schroeven zonder de anderen stelselmatig kapot te maken J). De benen voelden erg soepel aan.
Zondag kreeg ik enkel nog broer Jan mee, een oriënteur aan mijn wiel dus. En als het gezelschap voor de volle 100% uit oriënteurs bestaat, dan heeft dat een zekere invloed op de aard van de trainingsomloop. We namen de auto tot aan de voet van de kaart/berg Wolfsbusch. Zonder stijgijzers beklommen we de berg, in eerste instantie nog via een relatief lichthellend pad, maar later, waar het steiler werd, was er van het pad geen spoor meer, en vooraleer we er erg in hadden zaten we op een steile flank vol rotsen. Wie een beetje O-bloed in zijn lijf stromen heeft kent dat soort ervaring. Mijn berggeitbeentjes trippelden ontspannen naar boven, terwijl broer Jan eerder leek te zwoegen. Als je VDB heet, dan kan je al eens bluffen tegen een Bartoli, als je Bart Delobel heet, dan moet je je blufslachtoffers iets zorgvuldiger uitkiezen. Broer Jan bijvoorbeeld J Jan, mijn hartslag zit aan 155-160 en stijgt niet meer. Zwoegend met een blik omhoog en naar adem happend kon hij niet meer antwoorden. Olé J.
Gisteren, maandag kregen de benen een dagje rust. De geplande stage met de militaire ploeg werd afgelast wegens problemen met de toelatingen. De gymball kreeg alle aandacht op de relatieve rustdag en wel tijdens het uurtje fitness.
Vandaag had ik nog aardig wat afmatterij gepland, en morgen ook nog wat, om dan de rem op te zetten voor het selectieweekend. Vanochtend ging ik wat posten hangen (lintjes). Dat leverde een uitje van 45 off-road lopen op. Na de middag begeleidde ik samen met collega Fred Raket de eerste les start-to-run, wat me een uurtje buitenlucht met afwisselend doorwandelen en joggen opleverde. Nadien zou ik mezelf nog eens flink in het rood duwen op de piste, met 5 800en, maar dat werden er slechts 4. Het draaide wat moeilijk, de wind zat erg strak en het uurtje gymbal van gisteren had duidelijk zijn sporen in de hamstrings achter gelaten. De hartslag ging redelijk aardig de hoogte in, maar niet to the top. Stagneren aan 184. De eerste 3 800en gingen in een gelijkmatig tempo, maar bij de 4e kreeg ik in één klap 6 seconden aan mijn broek, door de hevig opstekende wind.
Dat het wat stroef draaide kruipt sowieso in het hoofd, al mag ik me daar niet door van de wijs laten brengen. De vorige rustdag is al even gelden, de conditie is goed. Laten we maar hopen dat de wat sputterende benen het gevolg zijn van de zware training voor de hamstrings, gisteren en dat na 3 dagen rust de conditie in het weekend snor zal zitten.
In de voorlaatste week voor de selecties voor het WK mag er nog aardig wat getraind worden. De selecties zijn wel een belangrijke mijlpaal op de weg naar Noorwegen, maar het is zeker geen eindpunt in de trainingsopbouw. Ook het EK is nog 6 weken verwijderd, en ondanks de komende wedstrijden (Selectieweekend, Tiomila, Nationale, en militaire wedstrijden als Autmans, Gailly en een wedstrijdweek in Slovenië) zal er nog stevig getraind moeten worden. De basisconditie mag niet verloren gaan. Mijn kracht is de afgelopen maand al goed toegenomen met al het werk off-road, maar het anaerobe werk mag nog wat opgevoerd worden. Dat wordt puzzelen om tussen al die wedstrijden ook nog kwalitatieve intervaltrainnigen in te passen, zonder te overtrainen. Deze week was er tot nu toe eentje met een rijk aanbod aan sporten, een weekje wat afwisseling na de afgelopen wedstrijd- en stageperiodes van de laatste 3 weken. Na Fontainebleau heb ik 2 dagen rust genomen om maandag kilometers en wat heuvels te doen. 's Ochtends een rustig duurloopje van 40'. De enkels waren kennelijk blij met die 2 dagen rust na het stenige terrein van Arlon. Na de middag deden we een lange heuvelduurloop met Wannes en Ken over de Kesselberg. anderhalf uur rustige duurloop met verdapperingen bij elke beklimming van de Kesselberg, wat het een behoorlijk stevige training maakte. Dinsdag gaf ik mijn loopspieren weer wat rust en trok een uur lang met de gymbal en een elastiek de zaal in om een stabilisatietraining en enkelversteviging te doen. De oefeningen waren erg zwaar, en de vele herhalingen heb ik dan ook 3 dagen gevoeld in de buikstreek (vooral schuine buikspieren), aauw! Woensdagvoormiddag heb ik 40' losgelopen. Na de middag mocht ik een groepje begeleiden met de mountainbike. Het tochtje duurde 1hr40 met een hartslag die schommelde tussen 120 en 170. 's Avonds vond ik niet dat het al volstond en dus ging ik nog een half uurtje de zaal in om er krachttraining voor de bovenbenen te doen. 3x gesport, samen 2hr50, een goeie dag. Donderdagochtend trok ik mijn loopschoenen 's ochtends vroeg al aan, want het zou een volgeboekte werkdag worden. Ja, het bestaat, zelfs hier in Arlon. Arbeidsgeneesheer + parade. Het traininkje liep ontzettend vlot, met een hartslag die bijna voortdurend onder 150 bleef, en dus loslopen betekent, terwijl het licht heuvelend toertje van 7km al op 30' en de spreekwoordelijke chic achter de kiezen was. De supercompensatie lijkt zich op te dringen Vanochtend stond er mij dan weer niets in de weg (letterlijk en figuurlijk) om wat dwars door het terrein te gaan lopen. een ommmetje van een uur, met 3km pad en de rest offroad was het resultaat. De benen draaiden al even soepel als gisterenochtend, en dat stemt een mens al eens vrolijk. Na de middag moet er nog wat heuveltraining gedaan worden, gecombineerd met nog wat krachttraining (oa stabilisatie). Vanavond trekt de Delobelclan op jaarlijks weekendje Ardennen, in de omgeving van Elsenborn, en aldaar staan mij ook nog 20 niet te vlakke kilometers te wachten. Laat maar komen, die kilometers!
Van 5 tot 9 april waren we met de Vlaamse seniorploeg op stage in de prachtige rotsrijke omgeving van Parijs. Ahum, Parijs, rotsen?? Qué? Jawohl, althans in de grote omgeving van Parijs, met name in Fontainebleau. De duizenden rotsblokken die er in de bossen liggen rondgestrooid zijn een ware trekpleister voor ontelbare klimtoeristen. De bossen zijn daarnaast ook nog eens gekend om hun andere trekpleister, met name de vrouwtjes van plezier die maar al te graag tegen de inhoud van de portefeuille van trekpleistertje spelen. De vrouwtjes stonden nogal gemakkelijk vindbaar op de grote wegen doorheen de bossen te pronken, wachtend om geknipt te worden. Wij, ervaren oriënteurs van de Vlaamse ploeg, zijn niet van een kleintje vervaard en willen maar graag wat meer moeite doen om ons postje te knippen. En zo dus trokken we dieper de bossen in om beter verstopte posten te knippen, ergens tussen de vele rotsen (of was het in de rotsen? Wannes, Ken??? J)
Na een erg vlotte reis deden we maandagnamiddag enkel een rustige duurtraining op paden om de reisbenen wat los te gooien. Grappend en grollend over hoge en lage hartslagen, trainingsfaciliteiten van de één en verlofdagen van de ander en uiteraard over Ken Peeters zijn ambities om de internationale Attackpoint-top-10 binnen te vallen bereikten we 13km en exact 1 uur later weer onze gezellige, ietwat op improvisatorische wijze geordende bungalow. Dag 1 lag achter ons en de honger naar het echte werk met de kaart werd niet gestild door de eerste avondlijke eetmarathon (uit een rij van 4).
Coach Patrick liet ons op dinsdag eerst in 4 duootjes 4 posten zetten, waarna we, in duo of individueel, een omloop met de 16 posten moesten doen. De eerste ontmoeting met de rotsen was er eentje zoals de eerste pasjes, met vallen en opstaan (niet letterlijk te nemen) en het lunchpakket leek vanuit het standpunt van mijn horloge eerder een 4-uurtje. Dat het geen 4-uurtje was maar regelrechte snekkietime (snackytime! Toch even snekkietime checken van Boemkltasch Feat Faberyayo Spikkeltjes topplaat van een noorderbuur aan de flippende middelen) viel af te leiden uit het gegrom uit mijn middenstreek. Na de middag stond er Vos en Jagers op het programma. Ken was de vos en strooiden aan elke post kleine papiertjes uit (er stonden geen posten, de papiertjes waren de posten). Enkele minuten later verscheen de eerste jager aan de start, klaar om te gaan jagen op Ken. Om de 2 minuten vertrok er een nieuwe jager en dat alles om die lepe vos te pakken te krijgen. Ik startte als laatste jager en kreeg alle jagers in mijn vizier, en later ook in mijn spoor, maar de vos, die 17 voor mij vertrokken was bleef buiten schot. Ik liep de snelste tijd, maar gezien Ken de papiertjes telkens op de juiste plaats moest droppen (extra moeilijkheid voor hem) kunnen we stellen dat Ken die dag de pluim verdiende. s Avonds stond er geen kip op het menu, maar ander lekkers kon onze gelauwerde vos ook smaken en eetmarathon nummer 2 was een feit.
Woensdagvoormiddag kregen we 2 duo-oefeningen voorgeschoteld. In de voormiddag was het een 2-man-relay. Benjamin Anciaux werd mijn ploegmakker en onze naaste concurrenten (volgens de internationale polls) waren Peeters-Claes en Oeyen-Hendrickx. Het werd een nek-aan-nek-race waarvan de haartjes op de armen stokstijf van gingen staan. Je kon ze zelfs breken en de bijhorende KRAK was hoorbaar tot in het Louvre. De zinderende spanning was echter nog voor de slotkilometer foetsjiewoestjie toen bleek dat Zheyun Ye aka de Gokchinees ook hier het haar in de boter was. Gert Claes was overduidelijk de man diemet het sjoemelgeld ervandoor ging, waardoor team Anciaux-Delobel de eer van snelste team kon opstrijken. Persoonlijk wil ik wel even toevoegen dat de benen naarmate de wedstrijd vorderde er alleen maar soepeler op draaiden. Na de middag stond er een paar-onpaar gepland. De nog om-de-voormiddag-rauwende Peeters was mijn ploegmakker en hij was nog duidelijk van slag. Het werd een ontspannen, rustige training, in tegenstelling tot de erg spannende en nerveuze ochtend. Terwijl we onze daguitstap aan het maken waren kwamen de kaboutertjes, geleid door de Ik haat rommel Kabouter aka Kabouter Wesley lelijk huishouden in de bungalow en bij onze terugkomst waren alle schoenen, kleren en tassen op wonderbaarlijke wijze in de kasten gerangeerd.
Donderdag was de laatste dag. In de voormiddag stond er een soort ping-pong-oefening op het menu. Bedoeling was om u daar wat te sparen, want na de middag zou alweer een clash van een aflossing worden. De bookmakers werden er weer bijgehaald. Tijdens die bewuste spaar uw krachten voormiddag smosten kemphanen-Kempenzonen Claes en Hendrickx nogal rijkelijk met hun energie, het zit er kennelijk in de streek nogal in om vroegtijdig te bluffen, nietwaar Tommeke-Balen-balen? Team Anciaux-Delobel werd weer opgesteld. Hun eerste opponent was het duo Claes-Oeyen. Peeters was duidelijk nog niet goed van de omkoopaffaire één dag eerder en koos eieren voor zijn geld. Geen Claes maar Hendrickx werd zijn teamgenoot. Peeters trok als een ware Ludo Dierckxsens van start en verwees Anciaux al direct naar de nabije achtergrond. Hendrickx, die s ochtends nog zo vrijpostig omsprong met zijn krachten moest nu alle registers open zetten om Delobel aka mezelf te kunnen volgen. Ieder moest 3 lussen lopen, en hoe Peeters ook streed, het gat dat Hendrickx keer op keer liet vallen was telkens te groot om het weer te dichten. Anciaux, ziek en gekwetst en dus in topvorm was meer dan sterk genoeg om Peeters van zich af te houden en een Delobel op dreef had aan Hendrickx in de laatste lus een makke klant. Anciaux-Delobel zegevierde alweer, en deze keer zonder de hulp van de illustere Chinees. Wat een team!
Op vrijdag hebben we met de dames erbij nog 50 losgelopen en dat bracht onze teller voor de stage op 8 trainingen oftewel 80km.
Dankuwel Patrick en dankuwel medegezellen-oriëntatiegazellen
Afgelopen weekend vond in Denemarken de Spring Cup, oftewel de opening van het internationaal seizoen plaats. . Ik trok erheen samen met Wouter Leeuws, om er een sterk team met onze Finse ploegmakkers van IF Brahe te vormen. Eén van onze twee beren uit Finland werd deze winter echter geveld door een ziekte en een vervanger zag zijn kans. Jon is de naam van de Brahe-reservist. We kenden hem al vaag. Volgens Fredric Portin, de snelle junior die op de laatste Sylvester (toen hij bij mij op trainingsstage was) nog het vuur aan de schenen van thuisloper Pieter Hendrickx legde, heeft Jon het record in Brahe in de discipline om ter langst in bos blijven. Een ander niveau dan de geplande Daniel dus.
Zaterdags liepen we de lange afstand. Wouter zette een heel knap resultaat neer (17e op 77) in H20E (6 na de winnaar), hoewel hij niet 100% tevreden was (zit die goed op schema zeg, ons talent van eigen stal). Ikzelf verloor aan weinig posten tijd, maar helaas wel teveel tijd om een goed resultaat te behalen. Met 10 na de winnaar (H21E2) kon ik niet tevreden zijn. Een resultaat halfweg het deelnemersveld was mijn deel, en in het eerste kwart had het moeten zijn om tevreden te zijn.Fredric Portin, onze ploegmakker liep in diezelfde reeks een heel knappe wedstrijd en eindigde 5e op 2 van de winnaar (als eerstejaars H21!!). Joost Talloen liep voor de Belgian Allstars en eindigde na een gemiste start een 3-tal minuten na mij. Daarmee was hij wel nog de beste van die befaamde Belgian Allstars.
Op zondag werd de aflossing betwist, en het beloofde een spannende strijd te worden tussen IF Brahe (50% Omega-50% Brahe) en de Belgian Allstars (25% Omega met Joost en 75% HamOK met de 3 Van der Kleys). Wouter liep alweer een dijk van een wedstrijd en stoof de bosrand uit op nauwelijks 2 van de leider. Onze juniorklepper leidde de achtervolgende trein, net voor de loper van Halden 2 (voor de leken, Halden is in het oriëntatielopen wat FC Barcelona in het voetbal is, dé grootste), en even verderop volgde ex-wereldkampioen (Woc 2001, middle) Pasi Ikonen. En dan weten dat Onze Wouter nog junior is!!! Directe concurrent en ploegmaat van de gouden ploeg (aflossing 2009) Joost Talloen kon Wouter net niet in zijn gezichtsveld houden, maar liep ook een fantastische wedstrijd, maar de snelste Omegabenen van het moment staan onder Wouter zn lijf. Joost verloor iets meer dan een minuut op Wouter. Ikzelf moest als 2e loper de kloof zien uit te diepen, aangezien Jon het 3e been zou lopen. Jeroen Van Der Kley zette voor de Allstars de jacht in, samen met Jeremy Genar, die tevens voor een Finse club loopt (ook Ken Peeters zou later als 4e loper in die ploeg aantreden). Ik kon, ondanks 2 fouten van samen 2' de kloof vergroten op onze naaste concurrenten tot zon 4, maar liep wel 4 trager dan startloper Wouter. Jon liep voor wat zijn leven waard was om Fredric niet buitenspel te zetten in de strijd IF Brahe-Belgian Allstars-Sibbo Värgarna (Met Ken en Jeremy). Hij werd voorbijgesneld door de twee jagers en slotlopers Thomas VDK en Ken Peeters kregen 4 krediet om De Meteoriet van Jakobstad (Fredric Portin) achter zich houden. Blok Beton on speed Fredric naderde met rasse schreden. En net voor het einde had hij de kloof van 4 gedicht. Hiervoor had hij echter zo diep in zijn krachtenarsenaal moeten tasten dat de jongste Van Der Kley hem in de loodzware schnitzel toch nog achter zich kon houden. Ken, die daags voordien een heel knap resultaat in H21E1 had neergezet had eerder in de laatste kilometer zijn meerdere al moeten erkennen in beide windhonden. Een puik resultaat voor deze Brahe-Omega-ploeg met hun twee youngsters, één iets mindere god en één oudgediende en een knappe prestatie van Omega-Allstar Joost om te onthouden.
Een bijzonder opmerkelijke prestatie werd ook geleverd door de snelste hinde van het Vlaamsche, zeg maar Belgische, bos dezer dagen, u allen bekend onder de naam Geypen Kim. Dat ze een tandje meer kan steken als een ander wisten we intussen al. Op de aflossing liep zij als gastloopster in een vreemde ploeg die ze van een 21e plaats terug naar een 7e plaats loodste. Dit deed ze door de 6e tijd van de 2e loopsters te lopen. 2 Zweedse wereldtoppers liepen 4230, 3 anderen kleppers hadden 4530 tot 4655 nodig en daarna was het onze eigen Kim die er 47 over deed. Knap!
Duits Open Militair Kampioenschap in Warendorf: België heerst!
Jaren geleden is Den Duits hier lelijk huis komen houden om hun rijk uit te breiden. Het verzet was echter groot en na een felbevochten strijd is Den Duits met een nederlaag en zijn staart tussen zijn benen teruggekeerd naar eigen land om aldaar te gaan bezinnen en nooit of te nimmer meer te herbeginnen. Of we hem al vergeven hebben? Moeilijke vraag. Wel, misschien zijn we wel geneigd hem te vergeven na dit uitje van onze militaire ploeg naar het Open Duits Militair Kampioenschap. De kans is namelijk groot dat Den Gecamuflierten Deutscher nooit de bedoeling heeft gehad hier binnen te vallen, maar dat ze gewoon verkeerd gelopen waren in hun tocht naar de Fransen. Het is immers heel goed denkbaar dat hij zich vergist heeft met kaart en kompas. Onze eigen militaire ploeg is Den Duits namelijk een nieuwe nederlaag gaan bezorgen, en wel in zijn eigen hol. Den Duits had het kennelijk moeilijker om de kaart adequater te lezen dan den Belgiër. Zowel op de stadssprint, op het sprintje in hun aller-eigenste kazerne als op de lange afstand in het grote woud had de thuisloper had nakijken. Benjamin Anciaux pakte de eerste sprint, Gert Claes stak tijdens de tweede sprint de concurrentie in zijn achterzak, Geert Simkens won de overall (sprint) en hij won tevens de lange afstand. Den Duits kwam op geen enkel podium piepen. Volgens welingelichte bron is Jacky Mathyssen onderweg om er toch een positieve noot voor hen uit te halen.
Ikzelf had maandag duidelijk nog 20 springcupkilometers in mijn benen en de schrik om weer oververmoeid te geraken zat er dik in. Loslopen, ja zelfs bijna wandelen was de enige optie. Tijdens de eerste sprint op dinsdag voelde mijn benen erg goed, zowaar hersteld, al had ik mezelf opgelegd om niet door te lopen. Een fractie van onoplettendheid smeerde me 40" aan mijn broek en ik eindigde soepel maar quasivoldaan op 1' van de winnaar. Na de middag wilde ik wat harder te keer gaan, gezien de soepel en hersteld ogende benen van voor de middag. Na 4' had ik al in de gaten dat mijn benen me lelijk liggen hadden gehad. Niks hersteld! Vertragen was de boodschap en rustig uitlopen was mijn enige bekommernis. Op de lange afstand (9.5km, 350m stijgen) voelde ik me erg fris. Benen, hartslag, geest...nu wel hersteld? Ik denk het wel. Ik maakte 2 foutjes (2'30) en bleef erg ontspannen lopen (gemiddelde HS 168, in vergelijking met 179 op de springcup). Het was een heel zwaar terrein met steile hellingen. Die hellingen lieten uiteraard wel een beetje sporen na, ook al wou ik het rustig aan doen. Geert Simkens ging met de overwinning lopen, hij deed er 2' sneller over dan ik. Ik was heel tevreden, aangezien ik niet te diep in mijn krachtenarsenaal ben gegaan. De afgelopen 2 weken hebben me veel off-road-lopen opgeleverd, en dat zal de kracht wel ten goede komen. Volgende week gaan we met de Vlaamse seniorploeg op stage naar Fontainebleau. Ook daar zal de kracht nog verder toenemen. Het gaat de goede richting uit! Joehoew
En wel van 3x weg geweest. Eerst was er de periode van 8 dagen in Leopoldsburg waar ik sport moest gaan geven aan de rekruten op oefening. Hun sport ginds bestond uit oriëntatielopen, kaartlezen (IGN en militaire kledij), een sportdag met oriëntatielopen en een keertje duurloop. Met alle posten die moesten verkend, uitgezet en opgehaald worden kwam dat neer op een aardig aantal kilometers. de eerste twee dagen waren nog bescheiden, omdat er die zaterdag, 20 maart, de fysieke test op het programma van de nationale ploeg stond. Vorige maand had ik smalend om die test gedaan, zeg maar onderschat. Tegelijkertijd had ik een regeltje uit de trainingsleer aan mijn loopschoen gelapt, meer bepaald dat van 'rust is een wezenlijk onderdeel van training'. De gevolgen waren niet mals. Tot het aller-uiterste moeten gaan om de limiet te halen, en nadien 3 weken oververmoeid. Aangezien ik dus nog maar net weer hersteld was (of dacht te zijn), ging ik deze keer de test niet te licht opnemen en de dagen voor de test heb ik mezelf, zij het zonder dwangbuis, kalm gehouden. De omloop lag er deze keer niet besneeuwd bij, en de benen hadden er kennelijk meer zin in. Na een vlotte openingsronde en een wat kalmere tweede ronde duwde ik eventjes het gaspedaal in tijdens ronde drie en toen wist ik dat de test er deze keer geen zwarte dag van zou maken. Rond overslagpols liep ik de zeven rondjes uit, in exact dezelfde tijd als een maand eerder, maar deze keer wel met een opgeheven hoofd. Jammer genoeg zijn er velen die de limiet niet gehaald hebben, wat uiteraard jammer is voor de seniorploeg. Ik ben er van overtuigd dat sommigen mits een beetje verstandig trainen de volgende keer wel over de nodige 'snelle benen' zullen beschikken.
Diezelfde namiddag stond er met de leerlingen in Leopoldsburg al een duurloopje van 10km op het programma, en dat bracht de dagkilometerteller op 30. Een bijzonder flinke dag vond ik van mezelf.
In de komende dagen liep ik alle dagen om de nodige posten uit te zetten of op te halen of te verkennen, en woensdag werd wat dat betreft de meest markante dag in het rijtje, met 3 uitjes van respectievelijk 85', 55' en 58'. De benen draaiden lekker en dat laatste uurtje posten ophalen was tegen de klok zeg maar, of alleszins tegen de avondklok, want het ging al gauw schemeren en iets later moest ik al op een coördinatievergadering staan. De week in Leopoldsburg was een prima trainingsperiode met kaart en loopschoenen, een geschenk als het ware, met het zonnetje dat altijd van de partij was. En dat voor het werk! Keerzijde van de medaille was echter wel dat de coördinatievergaderingen en het organiseren van de sportdag en dergelijke veel tijd in beslag namen, waardoor we van 's ochtends 6 uur tot 's avonds 23.30 druk bezig waren. Nu ja, je kan niet alles hebben in't leven
Daags voor die bewuste woensdag had ik nog een intervaltraining op piste afgewerkt. Een dooddoenertraining op het melkzuur te laten botvieren. No Pain, No Gain, zo heet de leuze, en bij deze training was dat dan ook de achterliggende motivatie. 3x3x300 heet de bewuste, zelfgemaakte training. Pure kapotmakerij: je loopt 3x 300m, bijna aan je maximum snelheid, maar je neemt slechts 20 seconden rust. Noem het een gefractioneerde 900m. Na die 3x300 volgt er 5' rust en dan volgt de tweede 3x300 en weer 5' later de derde. In die reeks loop je de eerste 300m hard, maar je bent nog niet dood, zeker niet. Ik deed de mijne tussen 50,5 en 51,5 of 250/km. 20 seconden later vertrek je opnieuw voor hetzelfde tempo, en dan voel jet, na 150m overvalt het melkzuur uw spieren, volhouden en het melkzuur geen kans geven is de boodschap. Finish bereikt, Oef. 4x uitblazen en hopla, 20 seconden rust zijn weer om, alweer 300m, zelfde tempo. Deze keer steekt het melkzuur al na amper 70m de kop op, en veel harder. En toch mag je niet vertragen. Alsof 5 beren aan je benen trekken om je tegen te houden, en je mag niet vertragen. Doodgaan heeft een tastbare gedaante gekregen. Aan het einde van die 300m leek mijn hartslag geen hartslag maar een drilboor, die raasde tegen net iets meer dan 200 slagen per minuut. Gelukkig volgt er 5 rust. Duizelen en trippelen aan 5km/hr. Na de rust begint het hele verhaaltje weer opnieuw. De opgestapelde hoeveelheid melkzuur zou weg moeten zijn en een zelfde serietje zou er moeten in zitten. Uiteraard treedt vermoeidheid op en is niet alle melkzuur weg. De tweede reeks is pijnlijker dan de eerste, en de derde is zowaar nog pijnlijker. In reeks 2 kon ik mijn tempo handhaven tot op het einde, in reeks 3 was de laatste 300m er teveel aan. 52,3 ofeen verval van 1,5, het is niet veel, maar het einde van het Latijn was een feit. Duizelen, wankelen, naar adem happen love it, or hate it. Ik vraag me overigens af wat het lastigste is, een 900m aan dit tempo non stop, of deze gefractioneerde vorm. De korte rustpauzes zijn te kort om te herstellen, maar ze geven wel het melkzuur meer tijd om zich in uw spieren te nestelen, waardoor er misschien wel meer pijn optreedt dan bij de ononderbroken 900m.
Zonder dit soort pijn tijdens trainingen kan je nooit diep gaan tijdens een wedstrijd. En hey, een uurtje later tintelen de benen nog wel wat, maar dan ben je weer onder de levenden, dus zo erg is het ook weer niet.
Gisteren deed ik een ontspannen duurloopje van een dik uur en dat bolde wel heel lekker. Ik moest de benen constant intomen want ze leken wel op hol geslagen paarden. Om de 5' zag ik dan ook dat mijn HS toch net boven of tegen de 150 kwam, terwijl ik dara net onder wilde blijven. Het tempo zat meer dan snor en de energie was klaarblijkelijk erg goed te ontginnen. Vandaag stond er dan wel een intensievere training op het programma. In de voormiddag heb ik samen met een leerling een uurtje een combinatietraining gedaan: lopen met versnellingen, afgewisseld met een flink aantal buikspieroefeningen en pompen. Het tweede deel bestond uit een aantal hindernissen van de hindernissenpiste meermaals doen, in een circuitje, en dat dan 15' non-stop. Uithouding gecombineerd met krachtoefeningen dus. Noem het gerust een algemene conditietraining. Na de middag leek de zin om de sloefen aan te trekken wat verder weg, en tijdens de opwarming was er zin in interval nog steeds weinig spoor. Aber Aber, eens ik eraan begon leek het erg vlot te draaien. Ik deed 2x5 versnellingen van om en bij de 500m, in een driehoek, met een klimmetje erin. Zo kwam ik aan 1'32 à 1'38 snel lopen en 1'à1'10 rust. Tussen de twee reeksen van 5 nam ik 5' pauze. De benen draaiden heel erg soepel en de hartslag steeg erg gemakkelijk naar 175-180. Hoger niet, maar dat was niet nodig. De soeplesse en de snelheid waarvan ik mocht genieten was er eentje waar ik sinds Alicante niet meer had mogen proeven. Een goed teken dus. Vanaf morgen ben ik een week op oefening met de militairen in opleiding. Ik moet er 8 dagen IOF en IGN gaan geven en zal mijn dagen vullen met posten plaatsen en ophalen en de lessen geven. Daarnaast moet ik er nu zaterdag nog eventjes tussenuit voor de fysieke test, het oud zeer waar we langs moeten om kans te maken op een WOC-selectie. Normaal is het een haalbare kaart, maar met overtraining en sneeuw had ik me er in februari toch lelijk aan mispakt. De heropstanding (lente?) die ik deze week gewaarword zal me van pas komen! Het internet zal eventjes niet in mijn bereik zijn, schat ik, en dus volgt er meer nieuws later. Op 26 maart, direct na die week op oefening, vertrek ik met ploegmakker van Omega en van IF Brahe naar de Springcup, Denemarken, voor de eerste internationale wedstrijd van het seizoen. Toch zien dat ik tegen dan nog een aantal kwaliteitstrainingen kan invoegen irgendwo.
Gisterenavond werd er gestreden om de Belgische nachttitel in het provinciaal domein van Chevetogne. Ik herinnerde me de kaart nog van enkele wedstrijden en trainingen in mijn jonge(re) jaren en ik had het altijd wat lastig gevonden daar, zowel technisch als fysiek. Met die informatie in mijn hoofd trok ik eerder voorzichtig naar het domein van vertier. Ik liep erg voorzichtig, een beetje té. Zowel technisch als qua snelheid. Uit schrik voor fouten of risicovolle wegkeuzes koos ik voor iets te veel zekerheid en liep wat onnodig rond. Daarenboven liep ik wat te traag omp een podiumplaats in de wacht te slepen, nochthans voelden de benen erg goed. Ik had achteraf ook geen vermoeid gevoel. Aan post 14 maak ik mijn enige foutje, van 1'30 schat ik. Ander tijdverlies was er dus enkel door niet strijdvaardig genoeg te zijn. Helaas. Een deel van mijn voorzicghtigheid in het doorsteken valt te verklaren aan de hand van mijn scheenbeen. 4 weken geleden, op het VK nacht hadden mijn scheenbeen en ik ons ergens tegen gestoten (dat toen eventueel genaaid had moeten worden) en dat been baart me nog steeds wat zorgen. Niet aan de wonde, maar de binnenste rand van mijn been, het bot, is nog steeds dik en erg gevoelig. Misschien wat versplinterd bot? Als ik gewoon loop heb ik er geen last van, maar het minste dat ik ergens mee tegen stoot geeft het een stekende pijn. Op de 1e nationale en op de militaire wedstrijd vorige week liep ik ook duidelijk voorzichtiger dan normaal door het bos. Een beschermend laagje in de vorm van een windel zal in de komende weken misschien geen onverstandig plan zijn. Fabien Pasquasy won oververdiend met 5' voorsprong op Thomas VDK en Pieter H vervolledigde het podium. Hurraaaay en drie dikke kussen voor elk van hen
Omdat volgens de labotesten van 3 weken geleden gebleken was dat mijn weerstand dringend moest verbeterd worden, stond er vandaag een (lichte?) anaerobe training op het programma. Vijf maal zou ik 2' hard lopen, tot net boven mijn anaerobe drempel. Ik was echter erg voorzichtig met die term 'overslagpols', aangezien ik sinds die befaamde labotest blijkbaar in de verste verte niet meer aan een hoge hartslag geraak. 182 is mijn overslagpols, en rond 200 zou mijn maximum moeten zijn. In mei van vorig jaar heb ik nog 206 gehaald. Eerder dit jaar steeg hij ook nog vlotjes richting 190 op een intervaltraining. De laatste tijd krijg ik 'm amper naar 170-175, ook al lijk ik me quasi leeg te lopen. Normaal zegt de fysiologie dan: oververmoeid, je lichaam wil zo diep niet gaan. Maarrrr, dan voel je je ook moe, wat nu niet het geval is. Aan 135, 145, 160, loop ik soepel en aan een aardig tempo. Wat er dus gaande is, Zatopek mag het weten. Alleszins, vandaag ging ik diep, in die 2 minuten, en ik kreeg de hartslag tot 178, en later 180 en 183. Niet slecht, maar mijn hoofd is alleszins nog niet ontdaan van de zorgen, ontdanks behoorlijke conditie. Ach, nog een weekje trainen en dan is er weer een rustweek, wie weet volgt er nadien wel een joekel van een supercompensatie. Laten we hopen.
Na de training van gisteren mocht de intensiteit vandaag een beetje teruggedraaid worden, zodat er morgen weer op het gaspedaal mag geduwd worden. Vanochtend deden we met marathonien en ongekend supertalent Fred De Coninck (traint nauwelijks en schudt na een maandje voorbereiding 2.30'-2.35' uit zijn mouw) en allrounder-beer Iwan Vis (ex-Belgisch kamioen OL, en meermaals gelauwerd in het Franse raidcircuit) een rustige duurloop van 9km met wat loopoefeningen in de sneeuw. Na de middag kroop ik het warme fitnesslokaal in om de benen, buik en andere ledematen wat te versterken, waarna ik nog even ging afkoelen met mijn trouwe rakkers-loopschoenen in de snijdende wind. Een rustige tripje van 7km volstond. De benen voelden behoorlijk soepel aan en ik hoop dat dat morgen nog steeds zo zal zijn.
Na twee rustige dagen volgde vandaag weer wat intensiever werk. Bloktraining: 5x 6 minuten snel lopen en 3 minuten recuperatie. Het snelle deel was bedoeld om 'uithouding 3' te doen, zijnde aëroob, maar flink doorlopen. Ietsje onder de overslagpols dus, 170-175, om het aërobe vermogen te verhogen. Het bizarre gevoel van de laatste weken was ook vandaag van de partij. Aan lage hartslag voelde ik me heel fris en soepel, met een aardig tempootje voor een zeer lage hartslag (naar mijn normen). Bij de versnellingen gaat het dan wel heel vlotjes vooruit, maar ik heb de indruk dat ik immens moet pushen om aan 170 te geraken. Ik weet niet goed wat ikervan moet denken, aangezien ik aan die 170-173 tijdens bergop ook snel 'stil stond' precies. Alleszins, met opwarming en uitlopen aan 145 bij en de pauzes tussen de 6 minuten aan dribbeltempo kwam ik toch uit op 16.5km op 71', gemiddeld aan 4'30/km, wat toch geen onaardig tempo, alles overschouwd. Overmogen staat er een echte intervaltraining op piste op het programma, anaëroob, benieuwd hoe gezwind mijn tikker dan zal tekeer gaan.
Donderdag deden we met collega-speer Fred De Coninck en Iwan Vis 15km met 2x10 30"-30". Voor het eerst sinds de snotneus in mij eerder deze week voelde ik me weer fit, als het ware herboren en ik liep 15km lang te spelen als een blij kind. Versnellen lukte vlotjes, met soepele beentjes die met veel graagte ronddraaiden en een hartje dat ook gewillig voor jojo speelde (ging gemakkelijk de hoogte in zonder vermoeidheid te voelen en daalde telkens weer snel). Mijn vreugde en onstuimigheid was groot en ik was dan ook amper te temmen, ook al stond er vrijdag een wedstrijdje op mijn programma. Dat onstuimig gespeel zou zich wel wat laten gevoelen daags nadien, maar een kind dat wil spelen moet je soms gewoon laten spelen, dus liet ik begaan. Vrijdag was er dan die militaire wedstrijd in Leopoldsburg, op Spiekelspade. Een beruchte kaart omwillen van zijn moerassige karakter. Het weer was aan onze zijde, lekker zonnetje maar wel nog erg fris. De zompige weides, moerassen en stukken bos waren grotendeels bezaaid met een dun laagje ijs boven op het water. Fris... koud zeg maar. Tijdens de opwarming voelde ik me gretig en ik liep erg gezwind en met veel zin om door het bos te gaan sjeezen. Lang leefde dat gezwinde gevoel echter niet. De zompige bodem zoog al snel alle zwierigheid uit mijn lijf en de benen voelden al snel zwaar aan. Uiteraard gold dat voor iedereen, niemand bleef gespaard. Het water en modder stond geregeld tot kniehoogte, en mits wat tegenslag kon dat ook dieper gaan. Mijn concentratie was een beetje minder dan afgelopen zondag, met kleine foutjes tot gevolg. Gelukkig was het geen al te moeilijk terrein en werd een gebrek aan concentratie niet al te zwaar afgestraft. Met een kilometertijd van 5'27 had ik blijkbaar toch niet stilgestaan. Ik liep de snelste tijd, en wel met 6minuten sneller dan de twee, Jo Linten, ploegmaat van de militaire ploeg. Achteraf heb ik als kilometertraining nog een stuk van omloop 2 bijgedaan, om tenslotte tevreden aan een rustweekend kon beginnen. Dik verdiend!
Na een nachtje 9.5hr slapen leek de verkoudheid van gisteren op de terugweg. In tegenstelling tot de zee, die NA vloed op zijn terugweg is, is bij de mens nét die terugweg vloed. Al wat vast zat in mijn hoofd gisteren wordt onophoudelijk gelost. Een aardige secretie . Gelukkig voelde ik me al een tikkeltje levendiger, al idat dat lichtpunt nog wel het eerste positieve signaal. Kwiek en dynamisch was ik nog niet. Verder dan een uurtje joggen en een dik half uur in de fitness ben ik nog gekomen. Morgen gaan we nog eens zien hoe het gaat, en vrijdag moet er weer deftig op het gaspedaal geduwd worden. Adios
Gisteren en vandaag werden overschaduwd door het gevoel van de alomgekende snotvalling. Je hoofd lijkt propvol te zitten dat zelfs je ogen er dreigen uit te ploppen. Vele laagjes kleren aandoen, muts en al wat je maar wil, maar het feit is dat er schier oneindig snot blijft uitkomen. Na een nachtje van 9hr slapen was dat vandaag niet anders. Mogelijk was er zondag al een klein voorteken, aangezien ik me toch niet superfit voelde. De balans van de afgelopen 2 dagen staat, aangezien het een stevige trainingsweek moest worden, op 3 trainingen (enkel recuperatietempo) en 30 kilometer. Vanavond kruip ik weer vroeg onder het dons na een warm melkje met suiker en hopelijk merk ik morgen een briesje in mijn neusgaten.
Vrijdagavond stond er nog een heuveltraining/trappentraining op mijn schema. Donderdag had ik een wat rustigere dag, dus mocht er vrijdag nog getraind worden. Vandaag was het de 1e nationale van het jaar, en ik zou me er vrijdag niet voor sparen. Het trainingsschema was eveneens belangrijk. Vandaag is inderdaad gebleken dat de benen nog wat moe waren, maar slecht waren ze niet. Ik wou onder HS 180 blijven, en bij voorkeur dichter bij 175. Al snel had ik de net voor mij gestarte Nicolas Sillien bij de lurven, en die deed zoals zijn reputatie hem oplegde, er meteen vandoor gaan. Erg hijgend naar mijn mening, met nog 29 posten en zon 12km te gaan. Ik liet hem begaan en bleef trouw aan mijn opgelegd gematigd tempo dat mijn polar mij oplegde. Nicolas ging een aantal keren wat de mist in en kwam weer opnieuw erop en erover. Na post 22 was zijn kaars uit, en ik trachtte een tandje bij te steken, wat me eventjes lukte. Getuige daarvan is de splittime naar post 23, hoorray! Enkele minuten later was er van de versnelling al niet veel meer te merken. Technisch gezien was het geen slechte beurt. Een foutje van 30" aan post 2 en een dubbel ongeconcentreerd moment naar 18 (1'15") waren de 2 grootste fouten. Naar het einde toe zakte de concentratie wel wat weg.
Fabien Pasquasy was 2 maten te sterk voor de concurrentie. Ik ben tevreden met mijn uitslag, wetende dat dit nog een stukje beneden mijn top was.