Zoals elk jaar rond deze tijd wordt op het vliegveld van Schaffen het militair BK veldlopen georganiseerd. Het parcours is al even legendarisch als prestigieus. Geliefd en gehaat. De ellenlange startstrook waar het uit 900 man bestaande deelnemersveld zicht uitrekt tot het over een strook van 5m breed kan is één lange moordende sprint die velen al naar adem doet happen. Sommigen haten het parcours hier al, na amper 500m. Later in de 3.5km lange ronde wordt er twee maal vlak na elkaar de wel heel erg lastige klim die dit parcours zo kenmerkt beklommen worden. Het groepje haters wordt hier met de klap verdriedubbeld. Een ronde later herhaalt dit fenomeen zich nogmaals. de liefhebbers zijn de overblijvers, zij die de haters nog niet vervoegd hebben. Schaffen is legendarisch; Ooit waren er plannen om een BK of zelfs een WK hier te laten beslechten, en oooh wat zou dat een gedroomde WK-omloop zijn.
Vandaag kreeg het decor net voor de start nog een extra laagje witte verf mee, om het allemaal nog wat spannender te maken zullen we maar denken. Na een 15e plaats in 2009 en 2007 als beste prestaties hoopte ik op een evenaring, of, in mijn stoute dromen, een tikkeltje beter. Sinds het BK sprint (oriëntatie) zijn er 9 weken verstreken. 9 weken waarin ik me wilde voorbereiden op dit kampioenschap. 9 weken, wat niet voldoende is om van een oriënteur een ware veldkomeet te maken. De motivatie was er, de nodige nieuwe trainingsmethodes ook. Helaas, een kleine knieblessure, een achillespeesblessure, een dik pak sneeuw en wat overmoedigheid reduceerden mijn 9 weken tot 4 à 5 weken effectief uitvoeren wat het plan was. Tel maximum 2 intervaltrainingen (die op van een normaal mens een komeetmens te maken) per week, en je weet dat de specifieke voorbereiding bestond uit zo'n 8 à 10 trainingen. Niet voldoende om echt top te zijn, dat weet iedereen. Daarenboven waren de laatste weken niet volledig zorgvrij en dus was het wat koffiedik kijken omtrent de eigen verwachtingen. Eén ding was zeker, de basisconditie was top.
De opwarming voelde soepel aan. De start deed me heel even twijfelen, al zat ik er met mijn hoofd goed bij. snelle eerste meters om 850 van die 900 man al niet meer tot last te hebben, geflankeerd door 3 topfavorieten. Hard genoeg dus. Bij de eerste bocht, na 500m, draaide ik rond 12e positie, en liet direct een gaatje vallen. Ik kende de koppen voor mij en wist dat die niet meer zouden gaan rollen. ik vormde een groepje aanhangers, en raapte 2 overgaloppeerders op. Later raapte ik ook nog nog Longerich, de profatleet halve fond. Het liep erg vlot, maar de schrik zat er dik in om stil te vallen. Te weinig interval betekent geen weerstand, en dat was vorig jaar zo het geval, en dat was 3 weken geleden in Kortenberg het geval. Hoewel ik de indruk had dat nummer 6 tot 9 niet veel wegliepen liet ik ze begaan, motor sparen. Na halfweg hoorde ik nog 2 man in mijn spoor, 2 man die mij konden beletten top 10 te halen. We liepen op plaats 9 tot 11. Ik beluisterde aandachtig hun ademhaling, en stelde vast dat zij het moeilijker hadden dan ik. Helaas, op dat eigenste moment nemen zij over, zij met meer interval in de benen dan de oriënteur, en ik moest passen. Ik merkte al snel dat het kalf verdronken was en stelde me meer dan tevreden met een 11e plaats. 't Zal wel zijn. de achtervolgers hadden zo'n 60-70m achterstand, dus besloot ik mij voorts enkel op hen te richten. stilaan kwamen ze korter, en ik voelde me de antilope met een bende jachtluipaarden achter mij. De jagers kwamen stilaan dichter, maar net traag genoeg om me geen zorgen te maken. Ik hield immers een tikkeltje (een heel klein tikkeltje ) reserve. Ik hield me sterk dat, als iemand tot op 5m kwam, hij nog niet bij mij was, laat staan over mij, dus mochten ze tot op 5m komen. In de laatste kilometer was het gat nog 20m, voeldoende om stand te houden. Een kleine verdappering zou moeten volstaan om de achtervolgers hun motivatie de kop in te drukken. Op een uiterst licht dalend stukje maakte ik handig gebruik van een wat vlottere pas (met dank aan de vele oefeningen loopscholing). De kloof was weer 5m groter, en de laatste 150-200m kon ik met zekerheid afhaspelen. Dood, maar met een schitterend resultaat. Tevreden, absoluut. Misschien moeten we ons deze winter toch eens ietsje meer op het lopen richten en het bos en kompas laten voor wat ze zijn...
Sinds zaterdag is de achillespees weer de oude, zijnde compleet zorgenvrij. Helaas is dat 'zorgenvrij' niet voor alles toepasbaar. De laag sneeuw, die in Arlon een stuk nadrukkelijker aanwezig is dan in ons Vlaand'renland, verhindert doorgedreven trainingen met intensieve of extensieve intervals. de adductoren zijn sowieso nooit opgezet met het witte tapijt, laat staan dat er nog een sduchtig op het gaspedaal wordt geduwd. Om toch iets van wezenlijke arbeid te verrichten heb ik dan maar het tempo eruit gehaald en de kilometers opgedreven. Start-to-run geven na er eerst 3km heen te zijn gelopen, gevolgd door nog een uurtje eigen durloopje, en daags nadien met twee pelotons kilometertjes (8+11=19km) gaan malen in de =Arlonese sneeuw, gevolgd door 's avonds nog wat fitness, daags nadien weer 50' en 40' krachtraining (stabilisatie en benen), het werd precies wat veel van het goede. Althans, in combinatie met nachtjes van 5-6-6 uur slapen was mijn kaarsje weer wat aan het doven gegaan. De alarmbel luidde en een nachtrust van 9 uur zou me er wel weer een beetje doorheen moeten helpen. nog één week te gaan voor Schaffen, dat wordt nog 1 deftige training, en dan afbouwen...
Na enkele dagen een minieme onzekerheid in de achillespees heb ik het onzekere gelaten voor wat het was en ben ik voor de zekere optie gegaan. Geen veldloop dus, en gewoon een rustige training. Sinds gisteren, zaterdag, was die pees wel weer volledig de oude, edoch, de omstandigheden (smeltende sneeuw) die me zouden dwingen tot het lopen met spikes (en eventueel nog wat harder ondergrond) leken me geen festijn voor een net uit revalidatie kerende achillespees. De testwedstrijd heb ik dan maar geschrapt, en in de week die volgt zal ik wel nog wat interval op mijn boterham smeren om tegen 15 december paraat te staan voor het militair kampioenschap.
Het Vlaams oriëntatiewereldje raakt er stilaan ook van overtuigd dat fysieke training niet enkel pure looptraining op paden of door bossen inhoudt. Dat kwam de redchterhand van de Finse ploeg Jukka ons op het teambuildingsweekend ook nog eens uitleggen aan de hand van loop-, sprong- en krachtoefeningen voor de oriënteur. Nu, het is fijn al de theorietjes te kennen, maar de uitvoering van die oefeningen laat dikwijls te wensen over. Velen krijgen de lezing, en daar blijft het bij. Als sportonderrichter heb ik het voordeel dat ik een fantastische infrastructuur ter beschikking heb, met sporthal, fitnesszaal, halters, ... en dat ik dat alles tijdens de uren kan toepassen. tja, dat zijn de keuzes des levens hé, een ingenieur heeft deze voordelen niet, maar die heeft er gegarandeerd andere waar ik geen aanspraak op kan maken In combinatie met mijn eigen overtuiging om eender welke conditie om te zetten naar een efficiënte loopbeweging, zonder kilometers te trekken, maar door looptechniek/loopcoördinatie te trainen, kwam ik tot een leuke, alternatieve training in zaal. De Ardeense sneeuw liet namelijk geen intervaltraining in de buitenlucht toe, dus moest het binnen gebeuren. Het werd een circuit dat als interval werd opgevat. Het circuit bestond uit, achtereenvolgens:
- 20m powerwalks, met halter 10kg - 20m buig-strek-sprongen - 30m snel over 10 dwarse banken lopen/springen - 2x 40 skippings op een dikke valmat met 10m joggen ertussen - opnieuw 30m snel over de10 dwarse banken lopen/springen
Dit geheel heb ik een 6-tal malen uitgevoerd, met telkens 1'30 rust. Voordien had ik een opwarming gedaan met 25' loopoefeningen (intensief)
Dat het een intensieve spiertraining was hebben mijn hamstrings en bilspieren nadien nog wel laten weten
Trainen is schipperen. Je wil je eigen grenzen aftasten en ze verleggen. Althans, je wil ze verleggen tot je ze echt bereikt hebt. Je grenzen zijn daarom nog niet je hoogtepunt, maar misschien simpelweg het maximum aan belasting of progressie dat je lichaam aankan. Anderhalve week geleden liep ik de veldloop in Kortenberg, net als vorig jaar. Het resultaat was niet zo denderend, maar het was naar verwachting, je kan immers geen wonderen verwachten zonder training. Er zijn geen geheimen in de sport. Nog geen interval is nog geen weerstand, punt andere lijn. In de 14 dagen die volgen op die veldloop zou ik me puur op interval richten, 2 tot 3x per week, de ene keer anaëroob, de andere keer aëroob. Erg belastende trainingen dus. Ken uw theorie, ken uw lichaam, en je weet dat je dan tussendoor moet rusten en niet als een gek nog kilometers moet gaan malen met je duurlooptrainingen. Helaas, soms is trainingszin een niet te stillen honger. In combinatie met de trainingen die ik afgelopen week gegeven heb (maandag na de veldloop 2x MTB, conditietraining, krachttraining (op z'n aerobics, met de leerkracht vooraan), en duurlopen) heb ik misschien net dat ietsje teveel gedaan. sinds dinsdag heb ik iets en niets gevoeld aan de achillespees, nog niet bij het ontwaken, niet bij het nemen van trappen, enkel als ik er op duw. Beginstadium dus. Gevaarlijk, want nog gene pijn, en op cruciale momenten wil je dan wel eens niet luisteren naar je lichaam en gewoon nog enkele trainingen afhaspelen. Fout! En dus wordt sinds gisteren het regime teruggeschroefd tot loslopen, wat werk in fitness en stretching. Ik vermoed dat de harde, bevroren ondergrond en de sneeuwtrainingen er ook wel voor iets tussen zitten. grote vraag is nu, wat met de veldloop van komende zondag? Die stond als 2e trainingswedstrijd op mijn agenda. Twijfel. We zien nog wel, we hebben nog 3 dagen.
Na het BK sprint was de motivatie erg groot om me voor te bereiden op het militair BK veldlopen, dat traditioneel half december in op het zware, heuvelende terrein van Schaffen plaatsvindt. Helaas werd de motivatie al erg vroeg in de kiem gesmoord, want nauwelijks 2 dagen na het BK trad een virusje mijn lijf binnen. Net als ik daarvan hersteld was, sukkelde ik enkele dagen met een dikke knie (gevolg van een valpartijtje op beton), en al gauw waren 2 weken bijna trainingloos voorbijgevlogen. Nadien heb ik de draad weer opgenomen. Fanatieke sporters weten dat de goesting het soms haalt van het verstand, of alleszins dat het een ware veldslag tussen beide is. Je wil trainen, lang, veel, hard, en daags nadien weer, en daags nadien,... wéér! Je hebt twee weken achterstand opgelopen en uw nieuwe, reine lijf wil er tegenaan. De wetenschap (het verstand) is nochtans dat teveel trop is, en dan overdaad schaadt, zeker in doorgedreven training. Je wil je kwalitatieve trainingen behouden, en je geplande rustdagen schrappen, om toch maar al je geplande trainingen in een kortere tijdspannen af te werken. Dangerous! Het is met heel voorzichtig wikken en wegen dat ik geprobeerd heb om de trainingsintensiteit op te drijven tot wat nét halabaar was, zonder te forceren. hypergevoelig was mijn hoofd voor vermoeidheidssignalen, en dat hoort zo. Half februari 2010 heb ik de signalen nog eens duchtig genegeerd, en mijn weerbarstig lijf liet me de komende weken al even duchtig in de steek... oververmoeidheid was het antwoord van de wetenschap op mijn koppigheid. Intussen draai ik op weken van om en bij de 10-12 uren training, bestaande uit eigen trainingen en de lessen die ik geef aan de recruten van ons legertje. Sowieso, ik streef tegenwoordig heel fel naar de toepassing van de wetenschap, met nieuwe methodes en theorieën. Dat betekent dat ik relatief weinig kilometers doe, in vergelijking met het aantal uren, maar dat er veel aandacht besteed wordt aan krachttraining (vormspanning, stabilisatietraining, sprongtraining, multisprongen) looptechniek, kortere intervals (type 30"-30"), max 1hr training per sessie, maar wel vaak 2x per dag, trainingen met Swiss Ball, gewichten en elastoband ... Benieuwd of het zal renderen, en hoe. Intussen schippert mijn hoofd voortdurend over de mogelijke doelen van volgend jaar. Leg ik me toe op het WK oriëntatielopen, as usual, of pits ik er eens een jaartje tussenuit en kies ik voor een voor-of najaarsmarathon, en wat trails/lange berglopen? Stilzitten is geen optie. Sinds 2 maanden ben ik ook overgeschakeld op 4/5 werk, om op die manier in bijberoep aan bedrijven of als personal coach trainingen te gaan geven. Dat project lijkt alleszins goed te gaan lopen... Een professionele vormgeefster verzorgt design van website, visitekaartjes, folders, ... in ruil voor privétraining uiteraard. Een andere makker zal een professionele website maken, en de steun van running Center Leuven heb ik inmiddels al in de vorm van sponsoring om kledij en schoenen te krijgen. Tegen het moment dat alles op punt staat om gelanceerd te worden, zal deze blog ook opnieuw meer leven vertonen, kwestie van heen- en weer linken ... De naam van het nog uit de grond te schieten project... FastForwardFitnessCoaching. Tot binnenkort,
Na een nipt gemist podium op het BK Middel van 14 dagen geleden op de Lommelse Sahara was het dan vandaag wél prijs. Geen Hoofdprijs, daar is Fabien Pasquasy té outstanding voor, maar een mooie tweede plaats, voor spurtkanon/spurtlegende Pieter Hendrickx heb ik wel in de wacht kunnen slepen. Het parcours was te gemakkelijk en dus te weinig slectief voor een BK. Veel tijd heb ik niet laten liggen, hoogstens 20" links en 5" rechts. In de laatste meters kon ik me richten op de rug van de voor mij gestarte Michel Bastin, en net dat mikpunt heeft mij de luttele seconden opgeleverd om Pieter Hendrickx in zijn gekende laatste honderden meters de loef af te steken. Hooray!!
Volgende doel is het militair BK Veldlopen in Schaffen, midden december. Voordien is training en Spielerei troef!
CISM (militair wereldkampioenschap) Noorwegen, 16-21 aug
De voorbereiding was wat lichter geweest dan andere jaren. Hoofdbetrachting was me tijdens de wedstrijd van begin tot einde te concentreren op de kaart, en net dat was dit jaar al vaker mijn zwak punt gebleken. Evident achtte ik het niet, want door minder te trainen, was de motivatie iets verder zoek, en met de motivatie was ook de focus wat zoek. Dus zat er maar één ding op, instant concentratie, op de dag van de wedstrijd. En alzo geschiedde, zowel op de middel als op de lange afstand koos ik voor zekerheid. Ik koos niet de snelste wegkeuzes maar ging voor de eenvoudigere, de veiligere, met meer houvast, beter aanvalspunt en stoplijn. En hoera, met nergens verloor ik meer dan een minuut. Er waren wel wat foutjes, maar die waren eerder van om en bij de 30-45seconden. Op de middel had ik wel de indruk ontzettend traag gewerkt te hebben en dus geen goed resultaat neergezet te hebben, maar op het resultatenbord verscheen ik als 1e Belg, een 57e plaats, wat tevens mijn beste resultaat is buiten de twee erg goede prestaties in 2004 op min of meer thuisterrein Nederland. Van de lange afstand was ik meer tevreden, heel erg gefocust, al was het resultaat net ietsje minder. 60e.
Tijdens de aflossing waren de benen erg moe en het was bengelen aan de groep om niet te lossen. De concentratie leed amper onder de vermoeidheid, maar perfect kaartcontact was er niet. Tijdens een moment van onoplettendheid trapte ik in de val van de parralelfout en weg was de groep. Mijn eindtijd was nog schappelijk, 2e tijd van de Belgen, maar het voelde aan als een slechte wedstrijd.
Al bij al was het een goede CISM voor mij. Alleszins een opsteker in het jaar dat niet het mijne was tot nu toe.
Reeds vroeger tijdens het jaar maakte ik me sterk eindelijk eens op visite te gaan bij de in de Pyreneeën gehuisveste vader, tevens dienst doende als sponsor. Een fiets zou me daar opwachten op in de bergen mijn cardiovasculair stelsel en mijn beenspieren ernstig op de proef te stellen. Vadertje lief had een koersfiets in full carbon voor mij in petto, en dat verdubbelde mijn enthousiasme al op slag. Na eerst wat rustige fietstochtjes en loopuitjes in het glooiende Pyreneeënlandschap moest en zou ik me aan een col buiten categorie. De voorgaande hellingen waren soms wel eens een kilometer of 6-7 lang, met hier en daar een steiler knikje, maar in de problemen raken was er niet bij. De goesting om op echte historische flanken te zwalpen, of eerder te trotseren zonder te zwalpen (dé illusie), groeide. De gastheer in kwestie had me al toevertrouwd dat de Col De Pailheres een heel lastige klim is, die hij, man die toch een 4-tal tochten per week in de Pyreneeën afhaspelt, met die carbonfiets niet bovenkomt. Die fiets is immers uitgerust voor vlakke ritten, met twee standaardplateaus vooraan, en dus niet geschikt voor echte kanjers van bergen. Daarvoor gebruikt mijn vader zijn andere fiets, met 3 plateaus vooraan, en een andere cassette achteraan. De tocht bedroeg zon 80km, en daar waar mijn vader (Onze Voadere!) eerder dit jaar vertrok langs de ¨Pailheres nadien moest afstappen op de wat kortere maar toch ook lastige Cioula, die op het einde van zijn tocht lag, vertrokken we nu aan de voet van de Cioula, zodat de Paillheires tot het einde van de rit werd bewaard.
De Cioula, zon 8km klimmen met steilste stukken van om en bij de 8% kreeg mijn tempo voort eerst onder de 15km/hr. Het kleinste verzet dat op mijn fiets zat bleek nog wat groot voor de zwaarste stukken, maar in de problemen kwam ik niet. Mijn voordien nog zo grote zelfverzekerdheid om die col buiten categorie te temmen met vingers in de neus slonk echter heel snel op die Cioula. De lastigste kilometer van die Cioula zou overigens overeenkomen met het gemiddelde stijgingspercentage van de 15km lange Pailheres. Onze Voadere, die ook wel altijd te vinden is om een grap, liefst eentje waarbij iemand bij de neus te nemen valt, zei me dat er in de komende kilometers, tussen de twee cols, een helling was van 15%, 300m lang een molshoop, dacht ik, en daar aangekomen trok ik een eerste verdappering uit mijn zakske cartouchen, maar al gauw merkte ik dat het een klim van enkele kilometers was met onderaan een steil stuk van 15%. Dankuwel, Voadere, één onnodige cartouce verschoten, quadriceps nu al een graad gevoeliger.
Aangekomen aan de Pailheres polste ik nog even:Waar ligt het steilste stuk? De schijnheiligaard toverde zijn heiligste glimlach tevoorschijn en sprak de wijze woorden:Dat zult ge wel zien tegen dat ge boven zijt. Hij schakelde onmiddellijk naar zijn kleinste verzet en trapje rondje als hij een slazwierder nabootste:Tot straks. Ik meende nog zo lang mogelijk bij hem te blijven, maar het kleinste verzet op mijn fiets maakte van mij geen kwieke slazwierder, maar een lome betonmolen. Stilletjes reed ik dan maar weg, kwestie van er toch een aanvaardbare trapfrequentie op na te houden. 3km gedaan, snelheid daalt onder 15km/hr. Nog 2x 3km, dan zit ik aan 9, daar nog eens 3 bij, en die laatste 3 zullen dan wel gaan, die col wordt een makkie. Kilometer 5, voor het eerst toont een bordje aan de zijkant dat de komende kilometer 8% stijgt, het gemiddelde van de col. Alle voorgaande kilometers waren vlakker dan het gemiddelde. De steile stukken zullen dus nog komen. De wind zit grotendeels pal in het aangezicht, de eerste haarspeldbochten glijden tergend langzaam onder mijn wielen door, en mijn benen vragen voort eerst voor een kleiner, lichter verzetje. Mijn snelheid daalt naar 12km/hr en halfweg de beklimming besef ik dat de helft afgelegd zoveel betekent als nog de helft af te leggen. Twijfel steekt de kop op. Een wat vlakker stuk, ogenschijnlijk bergaf, noemt papa het, verlicht het werk, maar enige gereserveerdheid (zeg maar pijn) raadt me aan om het zelfde tempo aan te houden en niet onnodig te verdapperen.
De berg knikt een knik naar boven, mijn hoofd knikt ook. Buigt. Er komen nu immens steile stukken aan en de kleine extra efforts die je nodig hebt om de haarspeldbochten te nemen zijn onvindbaar in mijn spieren. Ik ben nochtans een ervaren speurneus voor dergelijke extra reserves. Niets. De weg staat vol aanmoedigingen voor historische berggeiten, alsook voor zij die nooit berggeit zouden worden, maar vooruit geschreeuwd worden om op de Champs Ellysées voor het groen te kunnen spurten. De pijn in mijn traag draaiende spieren is intussen immens, zeg maar onhoudbaar. De kilometerteller schommelt rond 8km/hr met een dieptepunt op 6,5km/hr. Wandeltempo. Wankeltempo. Voortdurend komt een zelfde beeld in me op, opschriften op de weg: U dopeert toch ook?, Doping, al eens overwogen?, De apotheker, uw vriend! Ze staan er niet echt, maar het is het enige wat ik kan denken, naast de pijn en de schreeuw om een kleiner verzet. Ik tracht mezelf op te peppen met woorden als 5km per fiets is niet veel, maar de wiskunde zet me met beide voetjes snel weer op de grond als ik een blik op mijn snelheidsmeter werp. Traagheidsmeter? Het enige hoopgevende, Herr Delobel himself rijdt een heel eind achter me. Is in de diepte nergens te bespeuren. Ik trek me op aan de gedachten dat andere, niet-ervaren fietsers hier zijn boven geraakt met een mindere conditie, weliswaar met aangepaste versnellingen. Encore 100m, roept een inboorling. Ik staar scheel voor me uit, tussen de zweetdruppels door, en zie nergens iets wat de top moet zijn. De dénivelé!, vervolmaakt hij zijn zin, die waarschijnlijk zijn standaardgrap is waarmee hij dagelijks tientallen fietsers beetneemt en vervolgens plat ligt om zijn onsterfelijke situatiehumor. Het kwam hard aan, maar toch, dat wil zeggen dat de laatste kilometer begonnen was en dat ik al 1300m gestegen had.
Zwoegend kom ik boven, met trillende benen. Even later komen langs de andere kant twee ervaren Vlaamse fietsers boven die de berg voor de tweede keer die dag waren opgefietst. Eén van hen werpt een blik op mijn fiets: ah, een Vlaming, en nauwelijks 2 later voegt hij eraan toe:met die fiets, die versnellingen, daar geraken wij ook niet mee boven hoor vriend. Later die avond, met tintelende benen, las ik in een interview dat Jurgen VDB, onze nationale held van Tour 2010, de Tourmalet afdoet als een makkelijke, gezapige beklimming, maar die Pailheres, die is zóóó steil op het einde, dat is een echte klootzak. Waar ik me als het ware een slappeling voelde tijdens de beklimming, merk ik achteraf dat mijn prestatie misschien toch ook weer niet zo slap was, de wijze woorden van die andere ervaren coureurs (profs of niet) in acht genomen. Het smaakte alleszins naar meer, maar dan wel met een aangepaste fiets.
Na een periode van aangekondigde radiostilte zijn we er weer met een korte samenvatting van wat zich allemaal afspeelde afgelopen zomer. Na de EOC was de motivatie een beetje zoek, zeker gezien de zomer jaarlijks de nodige festiviteiten en een natuurverschijnsel genaamd terrasjesweer met zich meebrengt. Een lege batterij van mijn polar was daarenboven hét teken om de trainingen puur op gevoel te doen. Dat leidde tot eens een training van 40 die er 60 mochten zijn, ook eens in een uitje van 1 uur 45 terwijl ik het veel korter inschatte en te midden de Gentse Feesten een training langsheen enkele Gentse vrienden waar ik een glas water combineerde met een vriendenbezoek en zo uitkwam op een erg lange, rustige training. Daarnaast, als voorbereiding op het zwaardere Noorse terrein speelde het merendeel van de trainingen zich af op de trappen van de Kesselberg, gecombineerd met wat fitnessen en wat fietsen.De hoofdidee was met een aanvaardbare algemene conditie naar Noorwegen te trekken voor het militair WK om ginds vooral op de rust en concentratie te focussen en wat minder hard van stapel te lopen dan voorheen. Ietsje minder gefocust op het fysieke, en iets relaxter in de voorbereiding en we zien wel waar we uitkomen was het motto.
radiostilte tijdens de hittegolf en start van de zwoele zomer
Dat het een tijdje stil is op de blog wil niet zeggen dat er niet getraind wordt, al blijven de lopende kilometers erg beperkt bij deze verschroeiende hitte. De lopende kilometers hebben de afgelopen 2 weken wat meer plaatqs gemaakt voor fietsende kilometers en krachttraining. Het is zomer en dat betekent uietraard ook dat er plaatsen zijn waar het beter vertoeven is dan achter de PC om de blog dagelijks bij te houden, vandaar, ik geniet wat meer van de vrije tijd en het warme weer.
Ticket richting Noorwegen komt nu wel heel dicht bij
Afgelopen woensdag werd er onder militaire ploeg een selectiewedstrijd voor de CISM (Militair WK) gehouden. 8 lopers zouden er strijden voor een plaatsje in de delegatie van 6 atleten die ons land mag vertegenwoordigen in Noorwegen eind augustus. Een geblesseerde Claes verscheen niet aan de start en Fiston Heun was die dag Detachementscommandant voor zijn eenheid op de mars van de vriendschap (MESA), for god's sake. de opdracht was eenvoudig, had ik voor mezelf uitgemaakt, geen onnodige risico's pakken, op safe lopen, en dan kkon er niet vele verkeerd lopen. En alzo geschiedde. Het was en vrij heuvelachtige kaart met veel paden, en dus veel houvast. Grote fouten leken bijna onmogelijk door het dichte padennetwerk. In het groene gebladerte verloor ik wel 3x wat tijd, maar niet erg veel. Dat resulteerde in een tweede tijd, 37 seconden trager dan Geert Simkens, 7 minuten sneller dan Benjamin Anciaux, en 9 minuten sneller dan Jo Linten en Gunter Deferme. Of ik daarmee rechtstreeks geselcteerd ben weet ik niet, maar feit is dat die CISM me nu nog nauwelijks kan ontsnappen. Na de drukke periode met EOC en afgelopen weekend Jukola was deze week vrij rustig. De riem eraf, weet je wel. Een uurtje fitness, de selectiewedstrijd, op donderdag was het mijn beurt om mijn 32km te gaan stappen (in volle zon in militair kledij, toch altijd een beetje een belasting voor de spieren en voeten) en gisteren vrijdag ben ik als chauffeur-bevoorrdader mee geweest naar het Belgisch militair kampioenschap wielrennen. Vandaag staat er een MTB-tocht van 2uur op het programma en morgen zou de kesselberg nog eens onder mijn voeten mogen geschoven worden.
Ticket richting Noorwegen komt nu wel heel dicht bij
Afgelopen woensdag werd er onder militaire ploeg een selectiewedstrijd voor de CISM (Militair WK) gehouden. 8 lopers zouden er strijden voor een plaatsje in de delegatie van 6 atleten die ons land mag vertegenwoordigen in Noorwegen eind augustus. Een geblesseerde Claes verscheen niet aan de start en Fiston Heun was die dag Detachementscommandant voor zijn eenheid op de mars van de vriendschap (MESA), for god's sake. de opdracht was eenvoudig, had ik voor mezelf uitgemaakt, geen onnodige risico's pakken, op safe lopen, en dan kkon er niet vele verkeerd lopen. En alzo geschiedde. Het was en vrij heuvelachtige kaart met veel paden, en dus veel houvast. Grote fouten leken bijna onmogelijk door het dichte padennetwerk. In het groene gebladerte verloor ik wel 3x wat tijd, maar niet erg veel. Dat resulteerde in een tweede tijd, 37 seconden trager dan Geert Simkens, 7 minuten sneller dan Benjamin Anciaux, en 9 minuten sneller dan Jo Linten en Gunter Deferme. Of ik daarmee rechtstreeks geselcteerd ben weet ik niet, maar feit is dat die CISM me nu nog nauwelijks kan ontsnappen. Na de drukke periode met EOC en afgelopen weekend Jukola was deze week vrij rustig. De riem eraf, weet je wel. Een uurtje fitness, de selectiewedstrijd, op donderdag was het mijn beurt om mijn 32km te gaan stappen (in volle zon in militair kledij, toch altijd een beetje een belasting voor de spieren en voeten) en gisteren vrijdag ben ik als chauffeur-bevoorrdader mee geweest naar het Belgisch militair kampioenschap wielrennen. Vandaag staat er een MTB-tocht van 2uur op het programma en morgen zou de kesselberg nog eens onder mijn voeten mogen geschoven worden.
Met twee dagen vertraging komt er dan toch een verslagje van de Jukola van afgelopen weekend. Vooraf werd aangekondigt dat het decor waar de wedstrijd zich zou afspelen zich zou lenen tot een heroïsche strijd met legendarische verhalen. Echte Finse wildernis, vol struikgewas en zonder paden. Ik hoorde wel wat ze met die boodschap bedoelden, maar of het goed en wel zou doordringen was alsnog de vraag. Om 23hr werd het peloton het bos in geschoten en een kleine 3 uur later zou het mijn beurt zijn. Terwijl ik rond middernacht nog even in de tent lag te rusten om me daarna klaar te maken hoorden we over de wedstrijdradio dat Daniel stenlund, onze 1e loper van IF BRAHE na bijna 8km op kop hing. Hij knipte als allereerste de TV-post. Kolkend bloed, zenuwen, euforie, ongeloof, er spelt zich vanalles in je af op enkele seconden na dat bericht. bij zijn aankomst had Daniel wel wat tijd verloren (40"), maar hij zat bij de kopgroep. Vesa klampte nog lang vrij goed aan (op zo'n 6-7' van de leiders, maar op het einde moest hij ze wegens vermoeidheid laten gaan. Ik vertrok met 15' achterstand. Dat ik plots toch langer moest wachten dan wat ik het laatste uur had verwacht bracht me uit concentratie. Ik had me er mentaal op voorbereid in een goede positie mee te proifiteren van een groepje, maar helaas vertrok ik alleen. Ik was wat ontregeld en wist niet goed hoe het nu aante pakken, taktisch gezien. bij post 1, 3, en 6 liep het grondig mis. De wildernis zonder paadjes houdt in dat je, eens de weg kwijt, je niet terug vindt, zeker niet in de dockere nacht en in het donkere struikgewas. Nog voor halfweg had ik 30' verloren op de koplopers. In de resterende 6km kwam ik wel tussen andere lopers terecht, zoals ik gehoopt had, en al controlerend heb ik daar dan de juiste uitgepikt, of wanneer nodig mijn eigen post eruit geplukt als zij een andere post hadden. Ik verloor tussen kilomet 5 en 7 nog 3' op de leiders (wat al een enorme verbetering was), en in de laatste 4km verloor ik slechts 1'. Conditioneel was er niets op aan te merken, maar helaas was het begin te moeilijk. Het is enigszins een verzachtend dat ook vele internationale sterren flink de mist in gingen, en zelfs mindere sterren, want eerlijk is eerlijk, met de trainingsfaciliteiten die wij Vlamingen thuis hebben moeten we ons niet schamen als we op een dergelijke kaart wat te kort komen. Ik bedekn overigens dat ofwel de massastart (zoals in 2005, 2006, 2007) met beter ligt, ofwel een been later in de wedstrijd, bij daglicht.
Gezien er een reuzediscussie of -storm heeft gewoed rond de fysieke test met de nodige voor- en tegenstanders heb ik uiteraard op de EOC de ndoige vaststellingen gedaan met betrekking tot. Ik had zelf de Vlaamse seniorploeg geïnformeerd over het bestaan van loopoefeningen, die, vooleid naast uw gewone conditietraining, uw loopefficiëntie verhoogt en vooral uw snelheid op goed beloopbare ondergrond aanzienlijk kan verhogen. Volgens mij nog steeds verplicht voer voor al wie naar een WK of EK wil. Tegenstanders van de fysieke test waren dan ook niet overtuigd van het nut van een verbeterde loopefficiëntie en een hoger tempo op lichte ondergrond, aangezien een oriëntatieloop hoofdzakelijk op zwaardere ondergrond wordt betwist. Mijn vaststellingen op het EOC waren dat vele landen weldegelijk gelijkaardige oefeningen doen. - Tijdens de opwarming bij de sprint zag ik meerdere lopers en loopsters gevorderde loopoefeningen doen. Het feit dat het reeds gevorderde oefeningen zijn laat ons raden dat ze er meer kaas van gegeten hebben dan enkel wat skippings en hielen hebben. Btw, de uitvoeringen die ik zag waren technisch erg goed. - De Deense Maja Alm, brons op de sprint en fysiek niet de sterkste van de sprint, maar wel meer dan degelijke middenmoter, deed eerder deze week een 5000m in 17'09. Zonder aan je loopsnelheid (-techniek) kom je daar niet, als vrouw, denk ik. - Er waren tal van kijkposten (finale middle en lang, aflossing) waar ik mijn looptechnische ogen de kost heb gegeven. De soeplesse die het merendeel van de lopers daar etaleert (snelle en hoge hielheffing, snelle soepel pas) bekomt bij ons in Vlaanderen enkel Pieter natuurtalent Hendrickx zonder specifieke oefeningen, maar hij heeft die spoeplesse wel verworven door jaren op snelheid te trainen.
Als we mee willen met het moderne oriëntatielopen, op internationaal vlak, dan moeten we naast onze kracht ook onze looptechniek ontwikkelen, dat leidt geen twijfel. Aan de tegenstanders van de fysieke test nog dit, ik ben gen voorstander van enkel aan uw loopsnelheid te werken, laat dat duidelijk zijn. krachttraining, alternatieve training, en noem maar op zijn eveneens belangrijk, maar een beetje looptechniek vraagt weinig tijd in uw trainingsweek en het is geen killertraining die de rest van uw weekprogramma ondermijnt.
Afgelopen vrijdag deed ik één van de typetrainingen die ik de komende maanden nog gepland heb, namelijk deze waar loopoefeningen een eerder conditioneel karakter krijgen. Twee dagen ervoor had ik al eens lang in de fittnesszaal gezeten waar de bovenbenen het te verduren kregen, en dat had ik op donderdag gevoeld tijdens eenvoudige, lichte loopoefeningen. Vrijdag hoopte ik dus geen storende vermoeidheid van woensdag meer te merken, en hoera hoera, mijn wensen werden gehoord. Ik trok naar de piste alwaar ik op de onpare hoeken van het veld 3x 25m skippings deed en op de pare hoeken deed ik stabilisatieoefeningen. Na enkele ronden werdern de skippings vervangen door andere oefeningen. De loopoefeningen moesten uiteraard erg dynamisch uitgevoerd. De afstand was vrij lang, waardoor telkens de 3x lengte wel erg lastig werd om niet te verzwakken wat betreft snelheid en uitvoering. Zaterdag stond de tweede krachttraining voor de benen op het menu, zij het deze keer niet in een zaaltje, maar op de trappen van de Kesselberg. De 70m-hoge berg is in het eerste deel bezaaid met onregelmatige trappen, en het tweede, kortere deel is nog een pad dat aardig omhoog loopt. In de afgelopen jaren deed ik de trappen zo'n 3 à 5 keer na elkaar om vervolgens de training verder te zetten. nu trok ik ernaartoe om me gedurende 40' bezig te houden met de met trappen bezaaide flank. Met twee pauzes van 4' na de 4e en de 8e bracht ik het toaal op 12 beklimmingen. Het mag gezegd, tijdens de laatste twee-drie beklimmingen was het vet van de soep en de gelaatstrekken waren niet om over naar huis te schrijven, noch per priorpost, noch per postduif. Op de historische 13e juni -historisch voor de Belgische politiek, Bart Delobel mocht immers bijzitter spelen, en of 'm dat lag!- kregen de benen de verdiende rust, na het harde labeur van daags voordien. Vandaag, maandag, trok ik er met een groep op uit voor een mountianbiketocht van een kleine 30km, en morgenochtend doen we hetzelfde met een andere groep. De quadriceps worden duidelijk iets meer belast dan voorheen, en dat is zoals reeds aangehaald volledig volgens plan. Donderdagochtend vertrek ik naar de Jukola, waar ik eerst nog wat zal trainen en zaterdagnacht loop ik dan voor IF Brahe het 3e been...
De laatse EOC-race ligt alweer 5 dagen achter ons, en de 5 à 6 weken voordien waren wedstrijdweken waar amper nog iets anders gedaan werd dan loslopen, rusten en wedstrijd lopen. Vandaar dat de zin om er weer met een soort nieuwe start tegaan te gaan zich niet langer kon verschuilen. In de afgelopen maanden heb ik me vrij weinig op kracht geconcentreerd, en in Bulgarije zag ik toch maar weer eens dat je zowel snel moet zijn -wat vliegen die lopers daar toch hard aan die kijkposten, precies een veldloop type korte cross- als dat je krachtig moet zijn. Dat laatste niet enkel om bergop te lopen, maar ook om door het hobbelige terrein te lopen. Niet dat ik dat niet wist, maar door af en toe mijn weken slecht, en vooral te enthousiast te plannen, vielen hoofdzakelijk die trainingen in het spreekwoordelijke water. In de aanloop naar de CISM in Noorwegen zal de klok anders slaan. De basisconditie moet onderhouden worden, maar de kilometers mogen teruggeschroefd. Fietsen of mountainbiken kan ook al eens. Het aandeel van de krachttrainingen gaat gevoelig de hoogte in, met zowel stabilisatietraining, als ander fitnesswerk, maar ook de loopvarianten zoals trappen, loopsprongen bergop, ... De soeplesse en snelheid in het lopen wordt in de vorm van loopoefeningen gegoten. Daar waar voordien de oefeningen enkel gericht waren op de loopefficiëntie (korte oefeningen, weinig herhalingen), is het nu het plan om de oefeningen een conditioneel karakter te geven. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld skippings meermaals herhaalde worden, over een langere afstand, en zonder aan de juiste uitvoering in te boeten. De oefeningen krijgen een intervalkarakter, waardoor de weerstand ook aangesproken wordt, en waar door de spieren die deze bewegingen aanvoeren erg getraind worden. Ik ben zelf benieuwd of het plan ook daadwerkelijk zal gevolg worden en of ik met andere woorden een realistisch programma opstel, rekening houdend met de eigen persoon (fysiek en mentaal). De volle goesting is er alleszins...
Nu de EOC als grootste doel van het jaar erop zit is het eventjes analyseren en rusten geblazen. Analyseren van wat goed en niet goed was, zowel tijdens het kampioenschap zelf als tijdens de voorbereiding en de mogelijke oorzaken en oplossingen voor de tekortkomingen nagaan. Zowel mentaal als fysiek. Uitrusten wil niet zeggen dat er niet gesport wordt, maar dat het eventjes over een andere, meer ontspannen boeg gegooid kan worden. Over 11 dagen loop ik de Jukola, een grote wedstrijd die in de nasleep van het EOC mee in mijn piekperiode past. Tijdens het EOC heb ik enorm veel nagedacht over de essentie, mijn mogelijkheden en beperkingen, mijn technische vaardigheden en zwakke punten, net als de mentale kant. Soms nam dat gepieker een te grote plaats in tijdens het EOC, in die mate dat ik tijdens de opwarming aan het tobben was in plaats van geconcentreerd te zijn, en wanneer ik dan even in de fout ging tijdens de wedstrijd, ging ik er alweer over nadenken. Er is dus wel wat oplapwerk aan de winkel om tegen de Jukola mijn gedachten 100% bij de wedstrijd te kunnen houden. Het in Arlon gekazerneerd zijn brengt duidelijk een isolatie mee die mentaal zwaar is. Het feit elke training alleen te moeten doen en geen vrienden te zien tijdens de week weegt door op mijn discipline. Trainingspartners zouden heel welkom zijn. Het isolement en het uithuizig zijn van tijdens de werkweek maakt dat ik in de weekenddagen al mijn sociaal gemis (familiaal en amicaal) moet compenseren net als een huishouden en het leven thuis tijd en aandacht vergt. Dat resulteert dan weer in een tijdsgebrek/motivatiegebrek tijdens die twee weekenddagen om te trainen. Het geheel is mentaal vermoeiend (te!) en de mentale weerbaarheid is er de dupe van, met uiteraard in zijn kielzog afdwalende gedachten en minder nauwkeurig kaartlezen. Dat alles doet dan weer nadenken of het allemaal wel de moeite is om tijd, geld en energie te investeren, als je toch merkt dat het zwaar om dragen is, met de mogelijke negatieve resultaten als gevolg. Naar het militair WK toe (15-22 augustus) moet ik dan ook eens goed nagaan hoe ik de trainingen het best aanpak, realistisch dan, rekening houdend met wat ik uit mijn eigen analyse geleerd heb. Een geknutsel en gepuzzel zal het zijn...
Met enkele dagen vertragen is er dan toch het verslagje van de middle B-finale. Ik startte erg vlot en kon de ietwat vreemd getekende kaatr voor't eerst al lopen goed interpreteren. Ik verloor niet onnoemelijk veel tijd, al kan je bij veel posten wel enkele seconden wegdenken in een ideaal scenario. Na 7 posten werd ik ingehaald door de Fin Taivanen, die 2' na mij vertrokken was. Bij de volgende posten, kleine, heel gedetailleerde rotsenzone met enkele korte postjes, ging hij even de fout in waardoor ik het hazenpad koos, edoch aan de volgende post ging ik de mist opzoeken waardoor het hazenpad voor de Fin openlag. Na deze 2 ietwat aarzelende posten haalde ook de tussen ons in gestarte Portugees ons in, nadat hij een beetje had kunnen profiteren van de Fin. Op weg naar post 12 splitsen onze wegen, waar ik de slechts beloopbare kant van de vallei nam en zonder aan de post te missen toch 40" kwijt was. Duidelijk de slechte wegkeuze. Naar de volgende post zie ik in de verte deblauwwitte rug weglopen, maar dat was de laatste flits die ik van hem opving. Ik passeerde de rotsblok van post 13 aan de verkeerde post, zag de post niet en in het dichtbegroeide gebied dat het was verloor ik al snel 1'25. Dat deed de moed wat wegzakken, en na een lastige klim door een dicht begroeid gebied leken plots de benen nog amper half zo sterk als voordien. Na de kijkpost week ik nog even af en het vet was van de soep. Alles samen verloor ik 3 à 4 minuten. Een nieuwe mooie uitslag zat erin tot halfweg, maar na het tweede deel van de koers was dat niet meer binnen bereik. Het werd een eerder matig(ook niet slecht) resultaat.