Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
28-11-2012
Sneeuw. D.Tomkins
Nu wirrelt en warrelt de sneeuw naar omlaag, nu dekt zij de bomen in het bos, en zie je die loodgrijze wolken vandaag? Straks komt er nog heel wat uit los.
Daar boven, daar boven, daar klopt de schavuit, de winterkabouter, zijn beddeken uit, daar boven, daar boven, daar klopt de schavuit, de winterkabouter, zijn beddeken uit.
Hij klopt er de kussens en schudt het matras, en jongens, daar zit me wat in, het wirrelt en warrelt op velden en plas, het is eer te veel dan te min.
Daar boven, daar boven, daar klopt de schavuit, de winterkabouter, zijn beddeken uit, daar boven, daar boven, daar klopt de schavuit, de winterkabouter, zijn beddeken uit.
28-11-2012, 00:00
Geschreven door André
27-11-2012
Het is vandaag de witte wereld 1. Fannie Cremer
Het is vandaag de witte wereld, kijk het heeft gesneeuwd vannacht, alle huizen kregen mutsen, op de stoepen ligt een vacht, en de takken van de bomen, buigen door de zware vracht.
Het doet je denken aan een plaatje, de lantaarns langs de gracht, hebben hoge witte hoedjes, als een ouderwetse dracht, en staan keurig op een rijtje, in de winterkou op wacht.
Even word je er toch stil van, wat een smetteloze pracht, werd er door de kleine vlokjes, uit de wolken meegebracht, het is vandaag de witte wereld, kijk het heeft gesneeuwd vannacht.
27-11-2012, 07:35
Geschreven door André
Het is vandaag de witte wereld 2. Fannie Cremer
Het is vandaag de witte wereld, straat en veld en boom en tak, alles is nu weggedoken, in het witte winterpak.
Ik alleen loop blauw en bont, van de koude in het rond, langs de witbesneeuwde grond, langs de witbesneeuwde grond.
Wacht eens, ik ga sneeuwballen maken, of een sneeuwpop van stavast, jongens, kom, dan is de koude, geen van allen ons tot last.
Zo je graag ontdooien wou, steek de handen uit de mouw, dat is uitmuntend voor de kou, dat is uitmuntend voor de kou.
Wil je een vesting bombarderen, of een grenadier verslaan, ik ben je man bij alle spelen, het komt er niemendal op aan.
Flink zo makkers, trek van leer, witte vogels, daal maar neer, dat is prachtig winterweer dat is prachtig winterweer.
27-11-2012, 07:33
Geschreven door André
26-11-2012
Het sneeuwt. Volkslied
Het sneeuwt, het zijn ijle vlinders, die dansen door de lucht, zo dol als blijde kinders, de schooldeur zijn uitgevlucht, de schooldeur zijn uitgevlucht.
Het sneeuwt, de vlokken draaien, en stoeien wild dooreen, ik voel ze in mijn haren waaien, zij dwarrelen om mij heen, zij dwarrelen om mij heen.
Het sneeuwt, met witte waden, wordt het veld nu toegedekt, en om de smalle paden, een zoom van bont gezet, een zoom van bont gezet.
Het sneeuwt, het sneeuwt, en blijde, loop ik in het witte bos, waar op de takken vlijde, het welig wintermos, het welig wintermos.
26-11-2012, 14:00
Geschreven door André
Hoera voor de sneeuw. S. Franke
Donzige wollige, donzige mollige, Donzige wollige, vlokjes van sneeuw, kwamen maar zoetjes, viltzachte voetjes, vielen maar zachtjes, maakten maar vachtjes, deden maar stilletjes, elk eigen willetjes, donzige mollige, vlokjes van sneeuw, hebben de ganse nacht, speelgoed voor jou gebracht.
Toen jij de slapen lag, en jij er niets van zag, zijn zij uit de donkere lucht, stil naar je toegevlucht, donzige wollige, donzige mollige, donzige wollige, vlokjes van sneeuw, hebben in de duistere nacht, de jeugd weer vreugde gebracht, ere de wollige mollige sneeuw, hoera voor de wollige mollige sneeuw.
Donzige wollige, donzige mollige, donzige wollige, vlokjes van sneeuw, dansen heel luchtjes, dwarrelen heel vluchtjes, pluizige wolletjes, zwieren maar dolletjes, dekken zo stil en zacht, de aarde met een witte vacht, donzige wollige, vlokjes van sneeuw, buitelen almaar rond, raken op het laatst de grond.
Toveren onverwacht, al deze wondere pracht, rusten nu van hun vlucht, vanuit de hoge lucht, donzige wollige, donzige mollige, donzige wollige, vlokjes van sneeuw, hebben vol tederheid, een warme vacht gespreid, ere de wollige mollige sneeuw, hoera voor de wollige mollige sneeuw.
26-11-2012, 12:48
Geschreven door André
Winter in Zwitserland 2
Wat is Zwitserland toch mooi, in de winter.
26-11-2012, 08:57
Geschreven door André
25-11-2012
's Nachts in de sneeuw. Jacob Nicolaas Van Hall. Amsterdam 1840-1918
Beweegloos ligt het veld in donzen wintervacht, geen kreet, geen ademtocht, het leven is geweken, slechts hoort men nu en dan de stilte breken, door het huilen van een hond, die ronddoolt in de nacht.
Geen gezangen in de lucht, geen grasspriet meer ontloken, de winter heeft elk lied, en elke bloem gedood, de bomen steken, van hun bladerdos ontbloot, hun wit geraamte omhoog, als droeve, norse spoken.
De bleke maan schijnt in de bloemenloze gaarde, het is of zij koud heeft, aan de hemel zo alleen, zij laat haar doffe blik ver glijden over de aarde, ziet alles doods en naakt in het rond, en spoed zich heen.
Koud vallen zij op ons neer, haar laatste zilverstralen, fantastisch schijnsel, dat zij, al gaande nederstrooit. en, met de wondere glans van het bleke licht getooid, blinkt in de verte de sneeuw, in de eenzaam stille dalen.
O, welk een nacht is het voor de vogels in het woud? Een wind als ijs giert om, de wilde stormen huilen, geen lovertak in het rond, om voor het weer te schuilen, geen slaap verkwikt hen meer, zij hebben het veel te koud.
En bevend zitten zij, verwilderd en verstomd, op de afgedorde tak, met ijzel overtogen, en staren naar de sneeuw, met angstig zoekende ogen, en wachten en wachten op de nacht, die maar niet komt.
1880
25-11-2012, 09:47
Geschreven door André
Novemberavond. Fanny Salomonson Amsterdam 1891
Over het grachtendonker, trilt laatste lichtgeflonker, broos staan in gouden nevels, betoverende oude gevels.
Roerloze vogels dromen, hoog in de stille bomen,
Zwart, is het fijn gewemel van takken, voor een hemel van licht, eindeloos teder, en, mild daalt vrede neder.
++++++
Heilig is mij het grote wonder, hoe in mij altijd, nieuwe gedachten opwellen uit de onbekende oneindigheid.
Ik ken geen waarheid, dan de ontroerende belijdenis, van wat in eigen verborgen diepte, geboren is.
1920
25-11-2012, 08:42
Geschreven door André
24-11-2012
Novemberdag. Annie Salomons 1885 Rotterdam-1980 Den Haag
De wind is, buiten adem zich gelopen, op één plek blijven staan, en ijzig blazen, zijn moeë longen, lucht met zware stoten.
De wegen staan schamplichtend in de plassen, want de dag ligt woest te wenen op de aarde, om haar geboorte, en handwringend smeekt zij, om een vroege dood in wijde nachtarmen.
Een lange stoet van dode dromen, gaat spokig zacht langs mijn ogen heen, de bladeren vallen van de bruine bomen, mist hangt op de aarde te wenen, te wenen.
Een lange stoet van zwarte vrouwen, loopt langs de graven te wenen, te wenen, de lange sluiers van zwarte rouw, schuren jammerend stil langs de kille stenen.
1904
24-11-2012, 09:18
Geschreven door André
De dooi. gedicht uit 1901
Het dooit, en luister, uit de goten, komt een frisse melodie gevloten, het dooit, gerinkel van kristal, dropt neder in gemeten val.
Roeladen spatten om mij heen, violen dromen in de stenen, het klaagt, maar neen, dat kan niet zijn, gelijk het lied van Halewijn.
Mij dunkt dat kleine herdersfluiten, hun weemoed om de gevel uiten, mij dunkt dat ik de nachtegaal, hoor zingen in een waterstraal.
Mij dunkt dat ik de kwakkelpsalmen, hoor stijgen uit de korenhalmen, het jubelt: la la la gevat? de boeren zeggen, koren in het vat.
Mij dunkt dat de arme lotelingen, hun wanhoop door de ruimte zingen, mi la la sol het is inderdaad, het trage lied van de straat.
Of zijn het de harpen en de lieren, die ronken in de populieren, wanneer de wind, do do do , waarom schreit dat kindje zo?
Of roepen verre klokkenkoren, hosanna uit de toren? Schiet plots de lucht vol zonneschijn? Het zal dan spoedig Pasen zijn.
24-11-2012, 07:19
Geschreven door André
23-11-2012
Winter op de berg. Cornelia De Waal
Het pijngeboomte slaakt een ritselzuchten, nu de oostenwind in draf de berg berijdt, zijn sneeuwhorden jaagt langs grauwe luchten, met hen in het naaldhout joelend spelemeit.
Zij haten hem, zij vrezen zijn geduchte, grootreuzenmacht, die hun stammen splijt, en voor wiens komst de warme geuren vluchten, naar ver, afwachtend zoele lentetijd.
De regen rent woest langs het bergpad henen, en sleurt zandgrond snel medogenloos voort, brutaal verwonderd kijken naakte stenen, wat zo opeens hun kalme aardslaap stoort.
Maar 's avonds hel, door maneschijn beschenen, glimlachen zij, door het reine schoon bekoord.
1903
23-11-2012, 14:14
Geschreven door André
Bij de begijnhofpoort te Brugge. Henri W J Schouten
Door de oude poort trad eens de vrede binnen, en heeft de hof, de dienst van God gewijd, o rustig oord, waar het maagdelijk hart verblijd, gebeden dicht, en waar maagdenhanden spinnen.
O vreedzaam oord van waar, en rein beminnen, gij zijt als vreemd aan zorg en ijdele strijd, en het schijnt mij toe alsof voor u de tijd, geen kommer brengt, geen dodelijk gif der zinnen.
Zie, Christus waakt in het duister uwer muren, zijn peinzend oog, ziet wie hier binnen gaat, hij weet waarom de mens het gewoel verlaat, en vrede zoekt die een eeuwigheid kan duren.
O hof van rust, gij kent slechts wijdingsuren, tot eens het uur van eeuwigheid, jubel slaat.
Amsterdam, december 1902
23-11-2012, 07:39
Geschreven door André
22-11-2012
Koude. Omer Karel De Laey
Langs de witgevroren straten, grijpt de wind het magere zand, en hij jaagt het, briesend, in een wervel, over het blote land.
Lijk een dikke wijte, in het noorden, (wijte is huif van een kar) hangt de hemel donkergrijs, en er lekken langs de daken, lange kegels af van ijs.
In de koperrode zon, zit een piepend mussenpaar, tegeneen gekrompen, op de takken van een perelaar.
Het westen wemelt lijk een bron, die vergulde stralen spuit, en de scherpe maan steekt haar zilverwitte horens uit.
Het deemstert voort. De koude bijt, en dicht langs een meersengrond, door het groen geschemer, vliegt een koppel watersnippen rond.
Niets verstoort het eeuwigstille, van de uitgedoofde dag, buiten hier en daar, in het stro een halfversmachte vleugelslag.
1903
22-11-2012, 10:12
Geschreven door André
Winteravond. Omer Karel De Laey. Hooglede 1876-1909
Het zonnewiel is weg en schildert lijk een rood oranjelint, dat de hemel, langs het zuiden, boven de aarde vastbindt.
Hier en daar, verschijnt een ster, en, in de purpergrauwe boord van een wolk, zit de sikkel van de maan, half vermoord.
Over de aarde, als en booswicht, waait de magere wind, en schudt het rostgedroogde lover, in het geraamte van een elzenhut.
Door de groene, halve klaarte, varen duistere schaduwen rond, en de strooien daken zitten, lijk verkrompen, in de grond.
Ik hoor het, in de verte, luiden over dood, en iedere zucht uit de dove klok, tuimelt, lijk gebarsten, door de lucht.
Wilde ganzen, op een rij, ginder hoog, als een schicht, vliegen, met gebroken halzen, door het witte maanlicht.
1903
22-11-2012, 07:52
Geschreven door André
21-11-2012
Sneeuw. gedicht uit 1902
Een blanke sneeuwvacht vlindert uit de hemel, en dwarrelt, tuimelend in een speels gewemel, als duizend madelieven zonder stengel, van uit de lucht gestrooid door een engel, armenvol, alsof Jezus daar moest treden.
Zij dalen zacht om het al in wit te kleden, en leggen het kopje neder, zo moe van het spelen, lijk het kindje bij het donzig moederstrelen.
Straks komt de zon door de wolken gloren, die bovelingskens één voor één versmoren, zo spelemeien, huppelend mijn gedachten, vol lentebloei en borrelend jonge krachten.
Zij vlechten bloemen in hun blonde haren, en blijven naar de morgenzon staren, en zingen het levenslied vol zoete hoop.
Helaas, de werkelijkheid komt aangekropen, verdort het groene blad, de frisse blommen, en doet het lied op mijn mond verstommen.
L.K.M
21-11-2012, 11:52
Geschreven door André
Blankheid. gedicht uit 1903
Het is sneeuw, nog sneeuw, en altijd maar sneeuw, die, te glinsterglanzen ligt, waar ook, en zie, de daken schijnen grote kramentafels, belegd met suikerwitbestrooide wafels.
De bomen staan in het lelieblank geblomd, en iedere tak, gekoolzwart onder, kromt, bij het dragen van dat wonder bloesembloeien, door witte vlinders in een dartelend stoeien, in een ommezien daar, op geweefd.
En langs de velden, waar mijn blik ook zweeft, is het wit. Slechts ginder zie ik twee karresporen, die met hun diepe, zwartbeslijkte voren, als reuzeslakken kruipen naar de vert.
De sneeuw, nog sneeuw, of ik er blind van werd, ik knijp mijn ogen toe, met mijn kop in de handen, ik droom, wel duizend gouden lichtjes branden, die smelten tot een zilveren bloemenzee, traag golvend naar een verre, verre ree.
Ik kijk weer op, de blankheid stroomt mij tegen, en overweldigd mij van allerwegen, zij grijpt mij aan, en nietigt mij zo klein, mij, zwarte korrel, in dat eindeloos rein.
L.K.M.
21-11-2012, 08:57
Geschreven door André
20-11-2012
Het sneeuwt buiten. Jacob Lenaerts 1862-1913
De witte bijen die vliegen, in dichte vlucht, door de lucht.
Hun fladderende wieken, wiegen, en wekken gerucht, noch gezucht.
Waar vinden zij hun honingbuit? Op de bloemen zeker van de vensterruit. Of zijt gij, bloemen die daar zweeft, het gewolk van kant, die de hand, van engelen, door wonderlijk getover, in een land, de mens onbekend, vol sprankelend gras en zilveren lover, uit het ijs, ruitgordijntjes weeft?
O kleine bijen, zo lustig, ik weet niet waar, ontsnapt uit uw kaar, (kaar is bijenkorf) hoe dwarrelt gij onrustig, doorheen, als waar er is gevaar. Waarom vlucht gij de dwarrelwind zo snel? Hij speelt met u toch zo graag zijn spel.
Gij blijft in barre wintertijd, zo welgezind, en bemint, de noorderwind, als een vriend, Mocht ik uit uw stoeien leren, vrolijk te zijn spijts drukte en strijd.
1900 Jacob Lenaerts is een priester dichter uit Limburg. Sommigen vergelijken hem met Guido Gezelle.
20-11-2012, 12:42
Geschreven door André
De wintertij. gedicht uit 1902
Witwendig, volgebloesemd, staan de bomen al, in één nacht, geheel volgestrooid ligt het land alom, in witte, wollen bloemenpracht.
Zonnestralen, goudgekleed, één stonde op al die witheid, leken, het geblomsel smelt, vuil wintergroen, en naaktheid wordt uitgekeken.
Het gebloeisel en het gebladerte van de bomen, vergaat in zilte tranenstromen.
Het is vuil en slijkig, waar ge kijkt, het is winter, morsig winterweer, en winterwee, het geblomsel, en het gebloeisel, het was maar sneeuw.