Na een slechte nacht (verkouden en veel
liggen woelen) toch maar naar Winksele afgezakt om daar de halve
marathon te lopen. Eerlijk gezegd, ik zag het niet zitten. Niet
alleen de benen voelden vermoeid aan maar gans het lichaam zat nog in
slaapmodus. Misschien moest ik maar vragen om mijn voorinschrijving
te wijzigen naar een kortere afstand
In Winksele bestond de mogelijkheid om
1, 2, 3 of 4 ronden van 5,1 km af te leggen. Keuze genoeg dus.
Bovendien viel het weer echt niet mee: heel veel wind en een paar
dreigende donderwolken.
Het rondje zelf dan: de start vind
plaats in de nabijheid van de sporthal De Warnot waarna er door het
dorp gelopen wordt om dan een eerste lichte onverharde strook bergop
te nemen. Hierop volgt een (lange) verharde strook langs de
spoorweg. Hier zat de strakke wind bovendien pal op kop. Na terug
een passage door de dorpskern werd er op het 4 km punt terug aan de
sporthal gepasseerd. Voor we de aankomst bereiken moet er echter nog
een pittige lus van een goede kilometer onverharde weg gemaakt
worden. Eerst pittig bergop om dan een naar beneden te lopen tot aan
de aankomst. Een mooie omloop met ongeveer 35% onverharde wegen.
De halve marathon bestond dus uit
viermaal dit rondje. Pittig dus en helemaal al geen wandeling in
park, zeker niet met die strakke wind.
Uiteindelijk toch maar van start gegaan
voor 4 rondjes maar na het eerste rondje (dat nog relatief vlot ging)
voelde ik de darmen in werking schieten. Ook dat nog
bevorderlijk voor het tempo was dit al helemaal niet. Zelfs de vele
aanmoedigingen onderweg konden niet vermijden dat ik alsmaar verder
achteren afzakte.
Na 9 km, bij de passage aan de sporthal
vooraleer we de lus voor de aankomst zouden nemen, dook ik dan maar
(snel) de sporthal in op zoek naar een toilet. Een paar minuutjes
later kon ik mijn weg verder zetten.
Een rondje verder, op het einde van de
derde ronde dus, weer van hetzelfde
de sporthal binnen, WC op en
af en beginnen aan het vierde rondje. Door mijn passage in de
sporthal was ik ondertussen zelfs achter de fietsers terecht gekomen
die de laatste loper vergezelden. De seingevers waren dan ook
verwondert dat er na de fietsers alsnog een enkeling kwam afgelopen.
Gelukkig had die laatste passage op het toilet van de sporthal een
heilzaam effect want ik slaagde erin om eindelijk mijn tempo goed op
te drijven. Al snel kon ik zo de fietsers en de laatsten voorbij
lopen. De laatste kilometer, met de zware lus bergop, was het
bobijntje echter wel volledig op. Blij aan de aankomst dat het erop
zat en
dat ik toch had volgehouden. Mijn tijd
who cares.
Uiteindelijk was ik er nog in geslaagd 5 lopers achter mij te laten
en bleek mijn laatste rondje ook het snelste te zijn.
In fijn gezelschap nog de
aanwezigheidstombola uitgezeten maar zelf niet in de prijzen.
Hopelijk brengt de nacht beterschap
want op zondag gaan we voor de eerste editie van de
Schoonderbukenjogging in Scherpenheuvel (wel heel rustig).




|