Na mijn laatste wedstrijd in Gelrode op
24 mei heb ik beslist om een paar dagen te rusten. Vooral mentaal
was het na Brussel een beetje op, denk ik. Op Hemelvaartsdag, na 5
dagen volledige rust, stond ik dan wel 'onvoorbereid' aan de start
van de Abdijentocht. In tegenstelling tot vorig jaar werd er dit
keer gestart in Averbode en werd er naar Tongerlo gelopen. Een
grotendeels onverharde, licht heuvelachtige loop van 16 km door de
bossen van Averbode, de Merode en de Beeltjens met een doorkomst door
Blauberg dorp en Westerlo.
Dit keer had ik de auto maar direct in
Tongerlo geparkeerd en daar de shuttlebus naar Averbode genomen. Dit
verliep heel vlot en ruim op tijd kon ik mijn borstnummer gaan
ophalen. Daarna nog in koffietje en tijd voor de opwarming.
Zo'n 2300 lopers stonden om 15 uur aan
de start, nadat reeds 1300 wandelaars in de voormiddag de tocht
hadden aangevat. Mijn bedoeling was om niet al te snel te starten en
om te proberen binnen 1u25 de aankomst te bereiken.
Al bij al verliep de wedstrijd relatief
vlot. Mijn voorziene tempo kon ik meestal goed volhouden en ook
mentaal voelde ik dat de rustperiode mij goed had gedaan. Op zo'n 3
km van het einde begon ik dan een beetje last te krijgen van een
opkomende blaar maar deze zou mij er niet van weerhouden om het tempo
vol te houden om uiteindelijk na 1u24'49 de aankomst in Tongerlo te
bereiken. Juist binnen mijn voorzien schema dus en heel gelukkig
hier mee.
Na de aankomst nog een beetje
loswandelen, een beetje stretchen en een beetje napraten met een paar
leden van de Woestijnroutelopers en dan terug naar de auto. Thuis
gekomen moeten vaststellen dat ik op elke voet met een grote
(pijnlijke) blaar zat. Zelden last van blaren en nu op elke voet
één. Hopelijk is de meeste last hiervan verdwenen tegen de
volgende dag want dan staat de Bergomloop in Herselt op mijn
programma: 5 km, ideaal om na de Abdijentocht de spieren los te
maken. Terwijl ik dit schrijf is het ondertussen middag en de blaren
doen me wel een beetje twijfelen of het raadzaam is om deze avond
deel te nemen. Nu, dat zien we dan wel binnen een paar uur.

|