Berenkoud is het op de fiets. De zon schijnt uit volle borst en na de examenstress van de laatste dagen zal het potje bier bij Moeder meer dan deugd doen.
Moeder houdt een cafeetje open net om de hoek van de Schoolstraat. Behalve de verschaalde bierlucht is haar café nog helemaal leeg wanneer we aankomen. Wij, ongebreidelde wildebrassen, losgeslagen jonge honden waar net de leiband is afgehaald.
Tien jongensfietsen tegen haar gevel, twintig jongensogen smekend voor bier aan haar toog.
Ons testosteron is nog ingepakt in veel te spannende jeansbroeken, witte basketters en jeansvestjes met opstaande kraag en in alcoholstift gekliederde slogans uit de late jaren zestig.
John Lennon is eergisteren doodgeschoten.
Cool is niet meer dan het Engelse woord voor koud. Begrippen als ik ben online en stuur eens een sms zijn nog lichtjaren van ons verwijderd.
Filip steekt vijf frank in de jukebox en we halen onze luchtgitaren boven om samen met Slade Merry Xmas te kwelen.
Daar zijn de meisjes! Hun school is een half uurtje later uit in een wanhopige poging van de paters en de nonnen om de geslachten niet tegelijk de straat op de gooien.
Dat was buiten het rendez-vous huis van Moeder gerekend natuurlijk. Nog eens tien meisjesfietsen erbij tegen haar kleine voorgeveltje.
Hier en daar begint het testosteron dat nog niet door de alcohol verdoofd is, op hol te slaan.
En daar staat plots Benedicte voor mij. Hmm, ze heeft een lekkere lange jas aan, zo eentje die eerder op een slaapzak lijkt met donzen flufjes aan de kraag en de mouwen.
Als ze zich bukt of gaat zitten, spant de slaapzak zich rond haar lichaam en onthult diverse vormen die mijn hormonenhuishouding danig in de war sturen.
Wil je?, vraagt ze.
Wat?, antwoord ik.
Naar de film gaan deze namiddag
Wat speelt er?
For Your Eyes Only, een James Bondfilm
OK brabbel ik lichtjes duizelig.
Om kwart voor vier aan het Feestpalace.
Het Feestpalace is een zeer oude cinemazaal die er niet meteen uitziet als een paleis en waar er doorgaans bijzonder weinig reden tot feesten is in de veel te kleine krakende houten klapstoeltjes.
Daartegenover staat dat er een soort van foyer aan vast hangt met brede rode pluche banken en indirecte neonverlichting. Overal zijn hoekjes en kantjes om dingen te doen waarvan ik het bestaan nog niet afweet.
Ik fiets tegen topsnelheid naar huis want mama heeft frietjes gebakken.
Heb je veel bier gedronken? vraagt mama inquisitorisch.
Nee hoor, lieg ik terwijl de alcoholnevel die mij voorafgaat stilaan de proporties aanneemt van een ferme anticyclonale wig.
Zo snel mogelijk schrok ik mijn portie biefstuk friet naar binnen om daarna mijn roes uit te slapen op bed.
Om drie uur schiet ik wakker. Shit, shit, ik moet om half vier aan de cinema staan.
Waar ga je heen? roept mama nog als ik met één arm in de mouw van mijn winterjas de trap afstorm.
Naar de film roep ik nog net terwijl de voordeur met een smak dichtslaat.
Benedicte staat al te wachten in de kou als ik zweterig van mijn fiets spring en naar de kassa spurt om twee tickets te kopen. De filmzaal ruikt een beetje muf door de tonnen huidschilfers van de honderdduizenden die hier al anderhalf uur van hun leven in de harde stoeltjes hebben doorgebracht.
Onze schouders raken mekaar, Benedicte vindt het niet erg.
Sheen Easton heeft niet veel kleren aan terwijl ze de titelsong zingt.
Ik voel dat Benedicte naar mij kijkt en ik lach lief naar haar terug. Is verliefdheid an sich voldoende?
Ziet ze wel dat mijn hart in mijn keel klopt? Of moet ik nog op een andere manier uiting geven aan de duizenden vlinders die nu mijn buik terroriseren?
Waarom zit er geen handleiding bij een meisje?
Benedicte pakt mijn hand en legt haar hoofd op mijn schouder. Het is de eerste keer dat een andere vrouw dan mijn moeder zo teder is. Heerlijk.
Ik trek mij voorzichtig van haar weg en ze kijkt plots heel erg droef nu. Ik doe teken richting toilet en ze knikt begrijpend.
Even diep ademhalen en nadenken.
Dat handje-houden lijkt mij een veilig plan A. Ik heb echter geen enkel idee van waaruit een plan B zou kunnen bestaan.
Ik tracht zo gebogen en zo stil mogelijk terug op mijn plaats te geraken. Het oude klapstoeltje maakt een rotherrie maar gelukkig komt de pauze eraan.
Er zit bijna geen volk in de zaal dus zitten we even later ook bijna alleen in de rode pluche kussens van een bank in de foyer.
Alweer dat handje en het hoofd op mijn schouder. Ik leg voorzichtig mijn arm rond haar. Ze heeft wel malse schoudertjes.
En een donker vlekje in haar ranke blanke hals. Ze kijkt smachtend op vanonder haar dikke blonde krullen die door al dat gefriemel in haar ogen hangen.
Ze ziet er best wel appetijtelijk uit.
Zou ze?
Een onzichtbare hand brengt onze hoofden steeds dichter bij elkaar en ze zoent mij op de mond. Meer nog, ze kan niet stoppen, en mmm steekt haar tong bij de mijne.
God wat smaakt ze lekker. En haar dikke zachte lippen glijden over de mijne. Haar lichaamsgeur is zo zoet als honing. Het is een vreselijk cliché maar het klopt. Ik wil die zachte kasjmier trui die ze draagt nooit meer loslaten.
Daarbij draagt ze nog veel meer bijzonder leuke kledingstukken die ik graag in detail eens wil bekijken.
De bel rinkelt. Daar komt het tweede deel van de film waarin James Bond ongetwijfeld ook het handje zal vasthouden van een Russische spionne. Nadat hij nog tien autos in de vernieling zal rijden (waaronder een zeer mooie gele Citroën 2PK zo jammer) en twee keer de wereld redt van de volledige ondergang komt vast en zeker de eindgeneriek eraan.
Maar niet voor ons want wij slagen er niet in om onze ineengestrengelde lichamen van de rode pluche bank te scheiden.
Geen nood want onze avonturen zijn minstens zo intens als die van James Bond.
We dromen van kilometerslange zandstranden waar ik langs rij in een rodeAlfa Spider met witte lederen zetels om te stoppen bij een verlaten hoekje waar we mekaar de kleren van het lijf rukken en tongzoenen tot het pijn doet.
De blauwe zee neemt ons op in haar verfrissende schoot maar ik voel plots een schok bij Benedicte.
Staat de Alfa verkeerd geparkeerd?
Zitten er kwallen in de zee?
Heb ik mijn tanden niet goed gepoetst?
Wanneer ik mijn ogen open, zitten we nog steeds in de foyer van het Feestpalace.
Benedicte kijkt mij ontgoocheld aan. Ja wat? Wat dan? Doe ik iets verkeerd? Ze kijkt op haar uurwerk.
Mijn papa haalt mij af om zes uur.
Ik kijk op de grote klok die boven de grote dubbele zwaaideur van de foyer hangt en zie dat het op enkele minuten na zes uur is.
Ze zet haar rode gebreide muts op, slaat een lange sjaal om en terwijl ze recht staat om haar slaapzak aan te trekken, geeft zij mij nog een zoen. Ik smaak een laatste keer haar fantastische lippen, krijg nog een wolkje zoete lichaamsgeur in mijn rechter neusgat en dan is ze weg.
Ze lijkt een beetje op de blonde van Abba als ze door de lange gang naar buiten holt waar haar vader staat te wachten in een witte Opel Kadett coupé met rode skai zetels.
Zonder om te kijken, stapt ze in en rijden ze weg.
Ik stap door de oude witte krakende dubbele deur met geel glas de foyer terug binnen en neem mijn spullen van de rode bank. Achter de bar staat een vrouw van een jaar of vijftig te glunderen. De neonverlichting zeurt onafgebroken in monotoon gezoem.
Je hebt hier en daar wat vlekjes fluistert ze terwijl ik haar betaal voor het enige drankje dat we gedurende twee uur slechts half consumeerden.
Ik stap voor alle veiligheid het toilet binnen en zie enkele verdachte rode plekken in mijn hals, lipstick en mascara op mijn wang. Mijn lippen voelen aan als uitgerokken rode dichtingsrubbers voor steriliseerbokalen.
Eenzaam en beteuterd neem ik mijn fiets en rij in het vroege duister naar huis. De eerste sneeuw dwarrelt naar beneden.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem