Binnen blijven, het licht wat dimmen, een liter caipirinha brouwen en João Gilberto die de frêle stem van Astrud Gilberto begeleidt. João en Astrud hebben niet veel instrumenten nodig, het valt nogal mee wat kabels en gedoe betreft.
De deurbel gaat en daar staat Gilberto Gil voor mij. Hij heeft Stan meegebracht, Stan Getz en ik geef hem een dikke knuffel omdat het alweer veel te lang geleden is dat we mekaar nog hoorden.
Hij vraagt of hij João en Astrud ook mag begeleiden. Natuurlijk, Gilberto en Stan, kom binnen en zet u, gasten.
Kussens op het parket, de rolkraagtrui uit de kast want we hebben het wat koud na een middag op het strand van Ipanema.
Veel is er niet nodig om de juiste ambiance op te roepen. Wat innerlijke schoonheid, een snuif verliefdheid, een gitaar en een saxofoon. Oh ja, en liefst ook nog een onderwerp of twee om verliefd op te worden.
João stemt zijn gitaar wat en neuzelt zachtjes dzjin dzjin dzjin dzjin dzjin Olha que coisa mais linda mais cheia de graça é ela menina Astrud valt in en terwijl ze dat doet, fluit haar microfoon wat.
Als Stan de laatste noot uit zijn sax geblazen heeft, gaat de telefoon. Doris! roep ik enthousiast. Doris Monteira is altijd uit op wat cafépraat. Ze vertelt me dat het heerlijk ruikt in haar keuken omdat Elis Regina en Chico Buarque er feijoada klaarmaken.
Waarom komen jullie niet bij ons en breng de schotel mee. Chico kennende zal er meer dan genoeg zijn!
Een uurtje later hoor ik het typische motorgekletter van een VW Kever die voor de deur parkeert.
Sedert de dag dat ik kerstmis ben gaan haten, nu zo een dikke zevenentwintig jaar geleden, teer ik op mijn denkbeeldige ontmoetingen met João en Astrud, Stan, Gilberto, Doris, Elis en Chico.
Tijdens het geweldig geforceerde kerstdiner met mijn theatrale broer en hysterische zus bereid ik zorgvuldig enkele ontsnappingspogingen voor. Tussen de soep en het pluimvee, het dessert en de koffie en terwijl de ijstaart uit de kelder komt.
Even naar boven glippen, weg van de donderpreken en het hysterisch gekrijs, naar mijn kamertje.
De ogen sluiten en naar Doralice luisteren, of Insensatez, Samba de minha terra, Chega de Saudade, ai ai ai Isaura, ze brengen mij instant geluk en het hoofd op hol. Miss Bikini! Carolina Carol Bela! Maria Fulô!
Net als ik ernstig overweeg om naar Zaventem te vertrekken en er als verstekeling aan boord te glippen van een vliegtuig van de maatschappij Vaspe met bestemming Rio de Janeiro of Sao Paolo, staat moeder beneden aan de trap te roepen.
Helaas moet the boy from Ipanema alweer naar beneden om het griezelverhaal in de kerstcatacomben verder te ondergaan.
Bossa Nova is waarin wij ons onderscheiden van de dieren. Geen enkel dier kan zo subtiel en gedoseerd zichzelf met zoveel emotie uiten. Less is more.
Bossa Nova is ook pure sixties. Het decennium waarin het nooit regende en de wereld nog werd voortgetrokken door donkergroene stoomlocomotieven, de echte wheels on fire.
In mijn vroegste herinnering komen we aan in een klein station. Mijn mama helpt me van de veel te hoge treden van de naar smeervet en verf ruikende wagon. Op het perron zwaait een meisje naar ons.
Ze draagt een hippe gele regenjas en een minirok. Haar prachtige benen zitten vervat in zwarte gelakte laarzen. Ze heeft lang blond haar met een zwarte band erin, een schoonheidvlekje en zwart omlijnde ogen. Mama geeft ze drie zoenen en mij een knuffel.
Door het hoogteverschil drukt ze mijn aangezicht in haar buik die fantastisch zacht aanvoelt en ruikt naar haar vers gewassen trui en heerlijke zeep.
Ze neemt mijn hand en we stappen naar de uitgang van het station. Als we het buffet passeren, ruikt het naar OXO soep en tomatensap met selderijzout.
Eens op het stationsplein, zie ik pijprokende mannen in lange jassen met een krant onder de arm en dames in piéd-de-poule pakjes die hun best doen om op een vroege Marva te lijken.
Het meisje leidt ons naar een witte Triumph Herald met een zwart dak. Wit en grijs geruite zeteltjes, veel chroomlijsten en een zwart dashboard bepalen de charme van het interieur.
De auto is nog nagelnieuw en het meisje start de motor die als muziek in mijn oren klinkt.
Mijn prachtig ontvangstcomité zet de radio aan. Uit de enige luidspreker klinkt Aguas de Marco van Antonio Carlos Jobim en Elis Regina.
Gele Mercedes taxis rijden af en aan en mijn chauffeur draagt handschoenen om te sturen. Met bijzonder veel tederheid beweegt ze de zwarte versnellingspook en omzichtig draait ze aan het grote zwarte stuur.
Alle gevoel voor dimensie is verdwenen. Waar rijden we heen? Waarom? Wie zullen we nog ontmoeten? Het heeft geen belang meer want ik voel me zo rijk als de zee diep is.
Al mijn zintuigen liggen voldaan achterover uit te buiken.
Mas que nada
dJango Stephorst
Met dank aan Nicola Conte voor de twee prachtige Viagem compilaties op het Far Out Recordings label en aan Rosalia de Souza om te zijn wie ze is. Een gouden tip voor onder de kerstboom!
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem