Zo kun je de cadans beschrijven van de motor die één van de schepen van Baas aandrijft. Achtendertig meter lang en vijf meter en vijf centimeter breed.
En traag in werkelijk alle aspecten.
Niet alleen de ABC driecilinder draait tergend traag, je kan ook beter geen haast hebben om het ding te starten. Kranen open, kranen toe, pompen, kranen open, kranen toe, pompen en perslucht blazen.
Met een imposant gesis en geblaas als van een draak die je na honderd jaar tot leven wekt, komt de scheepsdiesel tot leven.
Eerst een kleine stamp bij wijze van assertiviteit. Ik ben hier! Daarna een tweede stamp, zowaar een derde en ja, daar beginnen we aan de wals:
doeg/doeg/doeg doeg/doeg/doeg doeg/doeg/doeg au troisième temps de la valse/nous valsons enfin tous les trois/ de schipper, de ABC en ik.
En intussen op het achterdek sta je te kijken naar de kleine rookkringetjes die de uitlaat blaast en is het onmogelijk om stil te staan. De dekplaat onder je voeten davert namelijk op het ritme van de scheepsdiesel.
Touwen los en we denderen de eerste sluis in. Millimeterwerk want de sluis is veertig meter lang op vijf meter twintig. Maar geen paniek want alles gaat traag op het water. In tegenstelling tot het winstbejag van Baas en de horde seksloze broekrokken die aan de sluis staat te popelen om ons oude schip met geklonken gewrichten en verbanden te bespringen.
La folle farandole van de consumptie, de met koude schotels gevulde magen overgoten met streekbieren en onvermijdelijk toiletbezoek tot gevolg. Alles de rivier in.
Intussen draait Ghislain bocht na bocht geduldig aan het stuurrad, niet gehinderd door enkele van witte jachten voorziene Antwerpse egos die denken dat ze overal voorrang hebben.
Niet dus en Ghislain stuurt vastberaden de dikke kont van het schip rakelings langs de oevers, de majestueuze kop nadrukkelijk elke verse bocht in, dominerend op het ritme van de wals van de ABC driecilinder.
Onze honderd ton geklonken staal zal het rivierleven wel bepalen en niemand die haar voluptueuze afvaart kan verstoren.
En dan, na twee uur lang van tolereren, legt Ghislain onze oude dame met de brede heupen vast langs een steigertje.
Iedereen van boord, snel, snel, la parade des poules is voorbij, snel naar de autobus die ongeduldig staat te wachten. Drummen op de loopplank, drummen op de kaai, het gekakel sterft stilaan uit.
Met een luide klonk van verlichting schudt mademoiselle haar ballast af en kraakt ze even de roestige klinknagels.
Ghislain vaart verder stroomafwaarts tot de zwaaikom waar hij kan keren.
Intussen zijn enkele donkere figuren onzichtbaar aan boord geslopen. In alle stilte monteren ze hun instrumenten en ongevraagd beginnen ze te spelen in de aula van mijn hoofd.
Niets dat er nog toe doet, in alle traagheid sleept het leven zich voort van Ninove tot Geraardsbergen met aan boord Django, Jacques, Serge et les autres.
De zon is een oranje bol die wegzinkt in de weiden aan stuurboordkant. Ik zit op het voordek, de scheepsdiesel slaat nu nog slechts heel discreet de driekwartsmaat en behalve het ruisende water, gebroken door de stompe boeg, hoor ik zachtjes een accordeon.
Een frisse bries verjaagt alle spinrag en doet me dronken vergeten.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem