Oude mannen met brillen die reiken van hun voorhoofd tot hun kaken, hoog opgetrokken wenkbrauwen die verdwijnen onder de rand van hun oude pet. Ze hebben bleke papperige kaken, dunne roze lippen en mondhoeken die steeds afkeurend naar beneden wijzen. Als ze praten, rammelen hun valse tanden als een goedkoop servies in een kast terwijl een trein voorbij dendert.
Ze denken dat ze overal voorrang hebben, dat ze de belangrijkste oude man uit het heelal zijn.
Chagrijnig klagen ze over alles, het weer, de jeugd, het verkeer, de bus, de trein, de buren, de bakker en de slager.
Ze hebben volgens zichzelf altijd gelijk waardoor ze andere deelnemers aan het verkeer door middel van een slippende koppeling en veel te hoog toerental op de zenuwen werken. Ze rijden in een groene Toyota Starlet, grijze Opel Agila of lichtblauwe Suzuki Swift maar de jongste generatie durft zich ook wel een Kia Picanto aan te schaffen terwijl de meest vooruitstrevende oude mannen een Ford Fusion kiest.
Ze stoppen zomaar in het midden van de straat. Het duurt een uur vooraleer hun vrouw, zwijgzaam streng voor zich uitkijkend met de beide handen op de lichtblauwe kunstlederen handtas, begrijpt dat ze moet uitstappen.
In de buurt van een tram slaan ze al helemaal tilt en dan draaien ze steevast de andere kant op die hun richtingsaanwijzer aangeeft. Het is alsof er dan plots geen verkeersreglement meer bestaat.
Op de autosnelweg blijven ze op het middenvak rijden tegen 103,5 km/u, halsstarrig met de neus op tien centimeter van de voorruit en de armen krampachtig op het stuur alsof het hun enige houvast is in hun voor de rest zeer triviale leven.
Kruispunten durven ze niet over en het duurt dan ook een eeuwigheid vooraleer ze drie keer na elkaar met volgas vertrekken en dan beslissen om opnieuw te stoppen. Hun nummerplaten klinken als 104.AE of H.304.B.
Maar zelfs te voet vormen ze een bron van ergernis.
Als je staat aan te schuiven in de monsterfile die veroorzaakt wordt door de wekelijkse markt (die trouwens speciaal voor hen gehouden wordt want waar vind je anders nog de uit petroleumderivaten geweven kleren die ze dragen) slagen ze erin om allemaal tegelijk in dichte drommen over het zebrapad te strompelen.
Net als je denkt dat ze allemaal gepasseerd zijn, komt er toch nog een verloren gelopen oude man aangeschuifeld die halverwege het zebrapad zijn geruite pet verliest en zich niet diep genoeg kan bukken om ze op te rapen. Als hij ze bijna te pakken heeft, steekt er een rukwind op die het armtierige hoofddeksel een meter verder blaast.
Grote concentraties oude grijze mannen troepen samen in Temse, een stadje dat een echt oudemannenreservaat is.
Grijsaards met grijze regenjassen in dralon op grijze damesfietsen met grijze skai draagtassen op het bagagerek gaan naar de ziekenbond, de vakbond of de pensioenkas waar ze andere grijsaards ontmoeten en luid kwaken over het slechte weer, de oprukkende artrose of de prijs van de incontinentieluiers.
De kaailopers zijn er altijd, goed weer, slecht weer, winter of zomer.
Regelmatig organiseren hele bendes grijsaards de Wereldkampioenschappen in de weg staan waarbij ze mijn favoriete supermarkt uitkiezen als wedstrijdveld. Ze komen ongegeneerd in je rug duwen omdat ze als eerste een blik sardienen willen veroveren.
Hun besluiteloosheid is even groot als die van Yves Leterme tijdens een doorsnee regeringsformatie.
Hulpmiddelen in die competitie zijn halfvolle winkelkarren die ze in het midden van een gang laten staan terwijl ze vijf keer van gedacht veranderen bij de keuze van het vlees aan de beenhouwerij.
Ze schuiven aan bij de selfscanning kassa hoewel ze hun havermoutpap niet zelf hebben ingescand waardoor heel de rij terug achteruit moet om de oude man eruit te laten die intussen luid roept dat het een schande is hoe ze hem behandelen.
Argentijnse ouderlingen nodigen hun dames uit in stijlvolle gelambriseerde tangosalons om met klasse hun door de jaren getaande driften na te jagen.
In Engeland gaan grijsaards mee naar de pub om op groot scherm voetbalwedstrijden te volgen terwijl ze vijf liter bier in het bejaarde keelgat gieten. De beter opgeleide Britse bejaarde gaat in de regen naar het cricket wat doen alsof hij het begrijpt.
In Frankrijk spelen de oude mannen jeu de boules, met een pastis in de hand en fluitend op alles wat een rok draagt.
Zelfs Teutoonse oude mannen richten zangkoren op die namen hebben als Plattlinger Isarspatzen, Die Oetztaler Spitzbuam of Die Zillertaler Hertzbuben. Eens de met schinken und Thüringer bradwurst gevulde pens in een lederhose gehesen is, zijn we klaar om wat te jodelen.
Daarna een vaatje of twee bier legen in het gezelschap van een varken dat op een onfortuinlijke manier tegen een spit is aangelopen en thans in alle gemütlichkeit hangt te draaien boven het gezellige vuur.
Griekse grijsaards tiktakken heelder dagen in de schaduw met hun komboloi tussen hun vingers, raki drinkend, nu en dan tavli spelend en naar de vrouwen kijkend terwijl Maria het eten maakt, de was doet, de boodschappen haalt en tussendoor de kerk opruimt.
Dat zijn nog eens oude mannen!
Maar de koningen van de seniliteit zijn toch wel de Cubaanse oude mannen. Hun testosteron is prominent aanwezig op een leeftijd waar Vlaamse mannen enkel nog wat kunnen kwijlen op het massieve achterwerk van de verpleegster die hun pamper ververst.
Gesterkt door rum en dikke sigaren blijven ze macho tot op hun sterfbed.
Daarbij zit er meer beweging in hun artroseheupen dan in die van alle Miss België kandidaten van de afgelopen tien jaar samen.
Vlaamse oude mannen daarentegen, degraderen het oud worden tot triviale bezigheden waarbij uitwerpselen van duiven en mishandelde zangvogeltjes een belangrijke rol spelen. Intussen maken hun Vlaamse vrouwen in een keuken vol ongezelligheid bij het licht van één neonlamp en omgeven door een weeë urinegeur stoverij met niertjes klaar op de toile ciré.
Als ze klaar zijn met het malen van glas om de katten uit de buurt te vermoorden, lozen de Vlaamse oude mannen hun veel te kleine blaas in een urinoir dat ze tegen de muur van het schuurtje ophingen en dat via een vergeelde darm uitkomt in de goot waardoor de hele tuin naar oude mannenpis ruikt. Net zoals hun vieze grijze oude mannenbroek want soms zijn ze net te laat.
Daarom: everybody salsa! Vanaf de kleuterschool tot we tachtig jaar zijn en geen enkele tand meer in onze mond hebben (everybody falfa).
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem