In de jeugdclub hangen Herbert en Anja het zelfvoldane koppel uit.
Niet te geloven maar binnenkort hebben ze een afspraak in een winkel vol roze gipsen engeltjes om een huwelijkslijst samen te stellen.
Een huwelijkslijst. Het roept spontane braakneigingen op.
En ze slagen erin om daar ook nog stress rond te hebben ook!
Vreselijk.
Als tegengewicht tegenover Herberts gelikte Honda Goldwing heb ik een oude BSA motorfiets gekocht.
De nummerplaat is net zoals enkele andere onderdelen met ijzerdraad bevestigd, er zeikt langs alle kanten olie uit en de kickstarter heeft iets tegen mijn scheenbeen.
Telkens ik de motor wil starten door een flinke stamp op de kickstarter te geven, slaat het ding zo hard terug tegen mijn scheenbeen dat ik tranen in mijn ogen krijg.
Die drogen snel op eens ik mijn Highway Patrol helm heb opgezet en tegen negentig per uur door de agglomeratie bulder.
Inderdaad, bulderen want mijn oude BSA, een ééncilinder motor met een lange slag, maakt een indrukwekkend geluid.
Veel haast heeft hij overigens niet, dat komt vooral door de versnellingsbak die gemaakt is om door het mul zand te rijden. En ook trappen op te rijden wat sowieso voor een motorfiets geen normaal gedrag te noemen is.
Maar wat is normaal gedrag, denk ik als ik naar het aanstaande bruidspaar Anja en Herbert en hun kleffe plannen kijk.
Tegenwoordig wordt ik voorafgegaan door een walm van olie en benzine. Heb ik geen reputatie om mij vooraf te gaan, ik heb op zijn minst dit.
In de Stock Américain vond ik gisteren zelfs een oude vliegeniersbril die mij in combinatie met de CHiPs helm een zeker imago geeft. Ruig, zonder meer, maar hey, what the hell. Liever single en stinken naar de olie dan een namiddag tussen de roze hummeltjes moeten vertoeven op zoek naar geschikte braadpannen.
Het nieuws dat Broer gaat trouwen, komt bij deze dan ook zeer ongelegen. De vreselijke Antwerpse del die hij heeft uitgekozen is zowat de vleesgeworden bourgeoisie. Helemaal niet compatibel met een BSA om maar een voorbeeld te noemen.
Moeder opent een charmeoffensief om toch maar te capituleren voor de lieve vrede en de Antwerpse plastieken jetset.
Moeder stuurt ons uit om passende kledij te huren.
Kledij huren? Wordt het een verkleed bal?
Moeder zal betalen.
En dus sta ik enkele dagen later samen met mijn communistische schoonbroer in een winkel die okselzweet en mottenballen verhuurt. Ik heb speciaal mijn BSA ingezet om luid daverend de speciale parkeergarage voor klanten binnen te denderen. Ik parkeer mijn wrak naast de rode gedeukte 2pk van mijn schoonbroer. Yeah, anarchie en co zijn hier!
Een pitteleer bij god, denk ik in mezelf als ik het vreselijke nieuws in de winkel verneem. Een pitteleer. Een pitteleer. Ik kan het niet geloven dat ik in deze wereld als een pinguïn moet rondlopen.
Een slijmjurk die maar al te graag tegen elke prijs mijn binnenbeen wil meten, praat ons verschillende modelletjes aan. No way dat hij met zijn gemanicuurde fikken nog maar mijn knie aanraakt.
Lichtjes gedegouteerd door de zwarte olievlekken op mijn sokken keert hij zich hoofdschuddend tot mijn moeder die de rekening betaalt.
Hij markeert mijn kostuumpje en dat van Mao en vraagt om ze tijdig te komen afhalen omdat de winkel de dag voor de trouw extra vroeg sluit.
The spirit of ecstacy op de motorkap van de protserige Rolls Royce blinkt extra hard. Het lijkt wel een beetje een lijkwagen, met bloemen behangen, ook op de zijwanden. Broer gaat zich ook wel een beetje begraven in een gruwelijk huwelijk vol plichten en bijzonder weinig baten.
Voor je het weet zit je avondlange discussies te voeren over de noodzaak van een traploper van 10000 euro, vergulde badkranen, gordijnen in exotische zijde, beurtsystemen om het afval buiten te zetten en het feit dat je niet mag roken in huis en dat het wellicht handig is als er een asbak aan de buitenkant van de garagepoort hangt.
Als een echte charmezanger komt Broer uit de Rolls gestapt en belt aan bij de schoonouders. Enkel en alleen voor de mannen van de videoploeg die tot trieste taak hebben dit moment van pure horror te bewaren voor de generaties van de volgende honderd jaar. Want eigenlijk is Broer niet met de Rolls gekomen maar heeft eerder op de ochtend zijn doorgeroeste Renault 14 TL om de hoek geparkeerd.
Zelfs zijn snor is geföhnd, de strik gesteven hij ontbreekt enkel nog een rode bolhoed en een plastieken bloemetje in zijn revers waar water uitspuit. Pipo de clown.
Met dat verschil dat Pipo s avonds gewoon weer zichzelf is en zich in de circusbar laat vollopen met goedkope Russische wodka. Dat geluk is Broer zelfs niet meer toebedeeld.
Tot overmaat van ramp is er ook een ceremoniemeester aanwezig. Het is het meest afgrijselijke beroep ter wereld, zo antipathiek mogelijk zijn en intussen alle lichaamsopeningen stevig dichtknijpen en van andere mensen hetzelfde verwachten. Faut le faire, nooit lachen op feesten en blijde gebeurtenissen.
Snel snel mijn pitteleer aantrekken. Schoonbroer en ik verdwijnen even met de grote witte plastieken zakken waar Henny Handtastelijk de gehuurde mottenballenvodden in verpakt heeft.
Verdorie, die broek spant zo vloek ik half luidop. En dat vestje! De mouwen spannen verschrikkelijk en de naad op de rug neigt tot barsten. Ademen zal slechts een optie zijn.
Bij mijn commie schoonbroer net het tegenovergestelde. Maar hij heeft een broeksriem bij en dus is er geen risico dat zijn broek halverwege de kerkdienst op zijn enkels zal hangen.
De ceremoniekwijlbal sommeert ons nu naar beneden te komen. We kijken nog even na of die klotebediende van de verhuurzaak ons niet de verkeerde kostuums heeft meegegeven, maar neen hoor. Onze namen kloppen met de aangetrokken pakken. Toch vermoed ik dat Hennie in een vlaag van vreselijke wraakgevoelens de naamlabels heeft omgewisseld enkel en alleen omdat ik lichtjes dwars lag in zijn winkel.
Maak plaats want Bassie en Adriaan komen eraan, is het enige waar ik kan aan denken als we langs de trap naar beneden komen.
Schoonmama is nogal breed van schouders in haar gezicht. Ze is gewikkeld in iets dat op een overschot van een kamerbreed tapijt lijkt. Haar veel te vette schouders zijn onbedekt en her en der doen diverse kwabben verwoede pogingen om zich te bevrijden uit het ingewikkelde schoonmoederbehang.
De ceremoniekwal sabelt mij neer met zijn kwijlerige blik. Hij verdenkt mij ervan met opzet een te kleine pitteleer te hebben aangetrokken om de Quasimodo te kunnen uithangen.
Even later stopt onze kitschkaravaan voor het Antwerpse stadhuis. Ik ben zo blij dat ik erg weinig mensen ken in Antwerpen. Onze belachelijke bende kruipt op aangeven van de ceremoniedweil één voor één uit de verlengde limos die, vermoed ik, ooit nog dienst deden voor een Zuid-Amerikaans drugkartel.
Na een krampachtige ceremonie op het Schoon Verdiep gaan we te voet naar de kathedraal voor een kerkelijke dienst.
Mijn veel te korte broekspijpen flapperen een beetje als halfstok hangende vlaggen halverwege mijn knieën en mijn kuiten.
Eindeloze teksten voorlezen die groene snottebellen en zoute tranen trachten op te wekken. Ook Quasimodo moet nog een tekst voorlezen. Het is al niet erg genoeg dat ik in mijn apenpakje gewoon aanwezig ben, ik moet mij ook nog eens voor het voltallige publiek mateloos belachelijk maken.
Het betere BSA gevoel is wel erg veraf. In de plaats daarvan enkel doffe ellende die dan ook nog eens gefilmd wordt door de opdringerige videoboys die zich stilaan ware paparazzi allures beginnen aan te meten.
Het ergste moet nog komen in de vorm van een oerklassiek Vlaams trouwfeest in een heel chique maar ongezellige zaal vol rook.
Een trouwfeest met een dj die recht van achter de microfoon van Radio Ellende is getrokken.
Een trouwfeest met de meest slijmerige openingsdans der openingsdansen: Ill always love you van Dolly fucking Parton , met nasale tussenkomsten van de steeds zatter wordende dj die almaar luider en onverstaanbaarder vermenigvuldigen roept.
Uiteindelijk belandt iedereen op de grond in lange rijen om De Marie Louise en andere Noordzeekusten mee te lallen. Dat ze maar niet beginnen met The Strangers denk ik bij mezelf terwijl ik heel de tijd op mijn uurwerk zit te kijken. Wat niet moeilijk is door de veel te korte mouwen van mijn vestje.
Mijn gedachten zijn nog niet koud of daar dreunen al de eerste tonen van AAAntwaarpen, gaa zè toch veur maa
Het goede nieuws is dat de bodem nu tenminste toch bereikt is. Schoonmoeder is zat en ze begint er stilaan uit te zien als een vergeten kerstboom: eind januari, de naalden en de ballen zijn eraf gevallen, de herders, koningen en alle andere klaplopers zijn allang naar een andere stal waar ze tenminste bier schenken en de vergeten kerstboom heeft enkel nog een scheefgezakte ster als ornament.
Als ze maar niet begint te zingen. Als ze even later begint te zingen, stort ze zich zo allesomvattend op de microfoon dat ze samen omvallen, een kapseizend schip dat met een geweldige elektronische knal op de mengtafel van de dj belandt. Vuurwerk, gepiep, een kleine explosie met wat rook.
Daarna enkel duisternis in het lokale heelal.
Met één stevige stamp op de kickstarter schiet het Engelse monster wakker. Eerst nog traag koude olie rondpompend door reumatische motoronderdelen die kraken, klepperen, hijgen en briesen alsof ze uit hun hum zijn nu ze zo ongevraagd aan het werk moeten.
Heel de BSA davert en slingert op het ritme van de motor. Ik stap op, zet mijn helm op, de stofbril en trek mijn handschoenen aan. Op de bagagedrager twee grote witte zakken vol doorrookte pitteleers en ongenoegen. Die zal ik even met gepaste assertiviteit aan Handtastelijke Henny terugbezorgen.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem