Het leven. We moeten erdoor nietwaar en het liefst gezeten op een terrasje met een Pastis, wat oesters en een ongeopende fles champagne bij de hand.
De wetenschap dat anderen het ons moeilijk genoeg zullen maken in het leven, is de belangrijkste reden om jezelf niet teveel de duvel aan te doen. Bovendien is het voor mij zonneklaar dat het nu moet gebeuren en niet morgen.
Een heel leven afzien om een hoger doel te dienen en na de dood zeker in de hemel te komen het is niet aan mij besteed. Toch denk ik dat de hemel wel degelijk bestaat, ik heb daar al bewijzen van gezien.
Het enige wat je hoeft te doen om er te geraken, is plusminus duizend tweehonderdkilometer naar het zuiden rijden. In Maussane Les Alpilles woont er zelfs een god die luistert naar de naam David.
Maar ook in de Gers te Castet-Arouille woont een god. Marcel heet hij en het grootste voordeel van deze goddelijke figuur bestaat erin dat hij familie is van mijn lief die ik in dit verhaal voor het gemak gewoon Lief zal heten.
En dan is er natuurlijk ook nog de hemel in Italië. In een klein dorpje dat Corniglia heet, woont de godin Elisabetta met haar schildpad Ugo.
In het paradijsje Arvi, op Kreta gelegen, tien huizen en twee tavernas groot, heet de lokale god Manolis en hij kan niet van de Raki en daarna van de vrouwen blijven wat soms nogal vreemde taferelen oplevert.
Tot slot heb ik hier in België ook enkele kleine hulpmiddelen die een instant hemeltje kunnen veroorzaken: bossa nova, jazz, tango, Franse chansons, een oude Citroën DS, een heel klein maar schattig huisje in Gent en een oud verroest bootje dat Juliette heet en nogal astmatisch klinkt als de motor draait. Uiteraard ook nog enkele gelijkgestemde zielen waarmee Lief en ik regelmatig van oesters en champagne voorziene boottochtjes maken.
Bijgevolg is het voor mij zaak om mij in het leven te voorzien van middelen die het mogelijk maken regelmatig één of andere hemel op te zoeken.
Deze zoektocht naar geld heeft me al snel duidelijk gemaakt dat er moet gewerkt worden.
Het is een queeste op zich om een soort van baan en werkgever te vinden waarbij het aangenaam toeven is, waarbij de veertig uren per week geen hel worden. Geef toe, net zoals het zinloos is om nu een heel leven af te zien om na de dood in de hemel te geraken, is het even zinloos om je veertig uur per week met loden schoenen aan door het leven te moeten slepen.
Over die queeste gaat het hier.
De gigantische hoeveelheden energie en tijd die kruipen in het zoeken naar mensen met wie het klikt. Opdrachten die haalbaar lijken in omstandigheden die het liefst iets verschillen van het werken in een koolmijn en waarbij de collegae sympathieke peren zijn die deelnemen in het aanvaardbaar maken van het collectieve lot.
Bij momenten lijkt het erop dat dit teveel gevraagd is. Op veel arbeidsplaatsen zijn collegae mannen of vrouwen die een fles arsenicum in de bureaulade verbergen en die erop gebrand zijn om dit in je koffie te gieten bij het eerste onbewaakte ogenblik.
Overal liggen valkuilen en boobytraps, soms wordt een spinnenweb van desinformatie geweven. Sollicitatieland is een mistige plaats waar werkgevers vaak loondienst met lijfeigenschap verwarren en uitzendkantoren niet altijd weten waarover het gaat.
Soms kom je op een plek terecht waarvan je je afvraagt hoe mensen het volhouden om er twintig, dertig jaar van hun leven te passeren.
Voel je het niet kriebelen? vraagt de man van het uitzendkantoor. Ik zit naast hem in de auto en we komen net van bij een mogelijke nieuwe werkgever.
Ik antwoord hem dat het op papier een leuke baan lijkt. Een invoerder van zilveren bestek dat zichzelf verkoopt, zoekt een soort van afgevaardigde. Niet zozeer om te verkopen maar om een gezicht te geven aan zijn bedrijf. Sommige klanten kopen al jaren zijn uit Zwitserland geïmporteerde bestek terwijl hij die mensen helemaal niet kent.
Het is de bedoeling dat ik een meerwaarde bied door de populaire Willy uit te hangen. Daartoe krijg ik een auto, een laptop en de nodige vrijheid om te gaan en te staan waar ik wil. Het lijkt mij een goede deal, het is een klein bedrijfje en op het eerste zicht hebben de zaakvoerders niet al teveel kapsones.
Vooral dat laatste blijkt achteraf een grove misrekening te zijn.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem