Ze had zon mooie donkerblauwe mantel die klasse uitstraalde. En ze speelde piano. Heel wat anders dan mijn zuipende jeugdclubvrienden en het onvoorspelbare leven op een BSA motorfiets.
Mijn mama zei: Jongen, kom toch eens met je voetjes op de grond! mijn gemotoriseerd leven had in haar ogen een veel te hoog nietsnutgehalte. Toegegeven, ik frequenteerde nu en dan wel eens een rythm & blues optreden op een zomerse wei waar het publiek vooral bestond uit behoorlijk foute motorrijders die volle blikjes bier kapot klopten op elkaars hoofd.
Maar goede muziek, dat wel! Gebracht door bands met een naam die klonk als een whiskymerk en ruig uitziende knapen met Christuslang engelenhaar dat met grote zekerheid slechts tot hun achtentwintigste zou standhouden.
Je weet wel, een baan bij de bank, een kind, een huis of een combinatie van alles.
s Ochtends om vijf uur wakker van doorbrekende tandjes, om zeven uur de kleine afgooien bij de onthaalmoeder, een doos pampers en fruitpap op de rug, een streep snot op de schouder en dan hop naar de stresserende nieuwe werkgever waar je jezelf nog volledig moet bewijzen.
s Avonds maar half kunnen eten omdat de kleine alles uitbraakt aan tafel, naar de dokter van wacht met een gloeiend kind op de schoot, het zijn de tandjes meneer, dat is dan vijfentwintig euro.
Vervolgens alweer niet slapen om in een geur van zure kinderkots wakker te worden terwijl de aannemer die de oprit moest aanleggen samen met een voorschotfactuur zijn kat stuurt.
Je zou van minder kaal worden.
Maar in mijn geval ademde volgens mijn ouderlijke omgeving alles dat het tijd was voor het echte leven. Een leven gevuld met familie, met vaste patronen en dagelijkse schemas zoals opstaan en uit werken gaan. s Avonds spruitjes met worst en wortelpuree toe. De wekelijkse boodschappen in de Aldi op zaterdag en op zondag naar moemoe toe voor slappe koffie met opgerolde koek. Settelen, zonder meer.
Ach ja, als je gek bent op een stijlvolle donkerblauwe jas en je hoort graag piano, dan moet je er soms wat dingen bijnemen.
Bijvoorbeeld neonlicht boven de eettafel en in de keuken. Laat het ons vooral niet te gezellig maken. Hard werken. Efficiëntie. Licht is licht en die gezellige lampen verbruiken een hoop stroom en geven maar half zoveel lichtopbrengst.
Nog ongezelliger is de rest van de familie Kreng die katholieker is dan de paus. Zedige bloesjes met kanten kraagjes, grijze tweed rokjes tot net onder de knie. En slecht gecamoufleerde kaalheid bij de mannen. Een troosteloze bende.
Wat doet de prijs van de anjers? Zijn de koeien ziek geweest?
Het toilet van moemoe bevindt zich in de garage. Het ruikt er naar verschaalde citroen door de veel te oude luchtverfrisser. Het kleine raampje staat wel open maar laat onvoldoende lucht door om de geur in het toilet echt draagbaar te maken.
Dat wordt dus pissen bij neonlicht in de citroenstank.
Na mijn olielekkende, sissende, briesende BSA motorfiets rij ik nu in een bijna nieuwe Renault R5 Campus op en neer naar mijn werkgever.
Een baantje als magazijnbediende biedt zekerheid van inkomen maar bijzonder weinig rock and roll. Kreng heeft daarbij nog eens unilateraal beslist dat zaterdagavond onze vaste poetsavond wordt. Omdat ik het daar niet mee eens ben, rij ik in een rebellerende bui op een blauwe zaterdagavond alleen in onze glimmende R5 naar Blankenberge.
Tien om te zien. Of liever: tien om niet te zien. Wist ik veel dat de oranje en felgroene blazers van VTM Blankenberge hadden overgenomen.
Blankenberge dus. Waar ik enkele jaren geleden nog een zwoele nacht doorbracht met drie monitrices van de vakantiespeelpeinwerking. Jaaa, niet één, niet twee maar drie prachtige rondborstige monitrices! Een blonde, een zwarte en een rosse.
De vader van de blonde heeft een huurappartement in Bredene dat dit weekend leeg staat. Even later zit ik met drie moordgrieten op de trein naar Oostende. Dan met de tram naar Bredene om dezelfde avond nog naar Blankenberge te liften.
Het is de chauffeur van een donkerbruine Ford Taunus coupé uit 1973 die ons meeneemt. And it stoned me. De zoete sigarettengeur spat uit alle ventilatiemonden.
Blankenberge.
Dancing in, dancing uit, Marcia Baila door Les Ritas Mitsouko, Lou Reed, The Velvet Underground en de eerste tram van Blankenberge naar Bredene om half acht in de ochtend terwijl ik mijn best doe om bij elke wissel allerhande lichaamssappen binnen te houden.
Die drie moordgrieten hebben het wel goed bekeken. Ze zullen met mij zeker geen last hebben, want ik val onmiddellijk in slaap na het lozen van de inhoud der verschillendeingewanden.
Wanneer ik achteraf bij vrienden opschep over mijn wilde nacht in één bed met Kaat, Ann en Greet, gelooft niemand mij. Nochtans was het zo. Spijtig dat ik enkel maar kon slapen, of misschien gelukkig want ik was zeker het bed uitgezet maar dat hoeft natuurlijk niemand te weten.
Toch wel verhalen vol rocknroll waar broekrokdragende en opgerolde koek producerende moemoes geen enkele rol in spelen. Zelfs geen miniem bijrolletje.
Maar terug naar af. Ik ben al enkele maanden terug thuis na het Blankenberge-débacle en luister naar de nieuwe cd van Jan De Wilde. Hij kan gewoon zingen over de eerste sneeuw waar ik straks door moet in mijn Renault R5, op weg naar mijn klotejob als fucking magazijnier.
Daarbij doet Jan De Wilde zijn verdomde zin. Laat zijn Jan De Wilde baard groeien. Luistert naar Bach als het hem uitkomt. Maakt iets over zijn kat als hij dat wil. En hij woont in Aaigem!
En ik, ik kan enkel dromen van een knapperend haardvuur en een nog onbekende geliefde die niet wenst te poetsen op zaterdagavond.
Een ongekend lief met schoonbroers wier haardos die eerder een vrijzinnig gedachtegoed evoceert. Schoonbroers in rolkraagtruien met wie ik ongegeneerd in de sfeervol verlichte living revolutionaire plannen smeed terwijl moemoe met hippierok en een bloemenkrans in het grijze haar verse tapas brengt en ongegeneerd doorratelt over liefde en seks.
Schoonbroers die achteraf met hun bruine Ford Taunus coupé naar huis rijden bij een seksueel vrijgevochten schoonzus in hotpants en hoge laarzen. The dukes of Erpe Mere.
Een rythm & blues moemoe met geen toilet en geen garage. Wel een scheef schuurtje achteraan in de tuin met een aftandse groene deur waar een hartje in zit. Het ruikt er niet naar citroen maar naar haar joint van gisterenavond.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem