Leen geeft mij een duw waardoor ik van de trap val. Daardoor valt het geplande uitje naar Zeeland in duigen.
Geen haar op mijn hoofd denkt eraan om nu twee uur op de moto te gaan zitten met haar achterop. Ik haat het mens.
Woensdagavond, morgen is het vijftien augustus, het begin van een lang weekend.
Wat zal ik doen? s Avonds is er een fuif in open lucht, op het erf van een boerenhof. Sergio komt ook om de inhoud van zijn bierglas terug in het publiek te spuwen maar alles is beter dan samen met het kreng in één ruimte te moeten blijven.
Ik drink me lazarus en moet nog met de moto naar huis. Gelukkig is het niet ver, slechts vijf kilometer. En gelukkig weet mijn oude legermoto de weg. Tijdens de fuif dans ik met verschillende donkere schoonheden van wie ik mij de naam noch het gezicht zal herinneren.
Wellicht kruip ik in mijn bed want ik wordt er de volgende ochtend rond een uur of tien in wakker. Hé, ik heb helemaal geen kater dus toch niet zoveel gedronken gisterenavond.
Krengetje is er niet, het bed is leeg op het moment dat ik wakker wordt. Geen briefje, niets. Goed zo. Ze zal wel bij haar idiote moeder zitten.
Ik neem een douche met Tahiti doucheschuim. Dat is zondigen want dat mag eigenlijk niet in huis komen wegens te duur.
Ik ruik helemaal naar kokosmelk, mocht ik een meisje zijn, ik zou mezelf verslinden. Denk ik.
Na het ontbijt bedenk ik dat ik mezelf niet hoef te straffen. Ik zou naar Zeeland rijden, het fantastische land waar een strand nog echt een open plek is en waar de duinen niet overgaan in hoogbouw.
Wat later tank ik mijn Citroën DS helemaal vol. Een hydropneumatisch ritje naar mijn favoriete land is net wat ik nodig heb.
Yeah, man, een cassette vol bossa nova wordt mijn enige compagnon in mijn heldendaad van vandaag.
Bergen op Zoom? Neen, verdomme, ik kies voor de route langs Hulst en de veerboot Perkpolder Kruiningen. Een heel speciaal gevoel bekruipt mij als ik sta te wachten aan de kade tot de Prinses Margareta heeft aangelegd.
Verschillende mensen kijken vol bewondering naar mijn Franse godin maar voor mij is het niet meer dan een statement. Loskomen van de wereld en je zorgen? Ja, maar dan wel ineens met stijl hé jongens.
Op de boot ben ik terug zes jaar oud en lijk ik wel eeuwig met vakantie te zijn. Ik zie in mijn fantasie mijn vader met een beige broek, sporthemd met sjaaltje in de kraag en een zonnebril zoals James Dean. Tevreden glimlachend staat hij in het gangboord.
Eens de overkant bereikt is, wacht iedereen vol spanning tot ik mijn oude dame start maar ik moet slechts een halve keer op de knop drukken en we verrijzen alweer boven het gemiddelde niveau. Samba do Aviao weet je.
Met een ruk schiet ze vooruit en we rijden richting Zeelandbrug. Ooit al geweest? Eén van de meest magische plekken ter wereld. Hopelijk is het beweegbare deel opgehaald en moet ik een half uur wachten.
Ja hoor. Ongeveer dertig meter lager passeert half Europa per boot. Wel de beter gegoede helft van Europa, maar kom. Intussen snuif ik de zilte zeelucht op, mijn haar in de wind, kijkend naar de meeuwen die zo laag boven de brug stilhangen dat je ze bijna kan pakken. Windwijze wimpels wapperen hoog in de zon. Liesbeth List in enkellang wit kleed aan de waterkant: de Pastorale.
Gas geven, open raam en overmoedig de op mij afkomende kilometers laten opslokken door de onverantwoord brede smoel van de DS.
En dan le moment suprême: Scharendijke!Een onbeduidend dorpje gelegen achter een dijk met een inspiratieloos centrum. Een Albert Hein, een bruine kroeg en een would be surferscafé.
Het geheim zit hem in de staart: net buiten het dorp rij je eerst onder de dijk door en dan er weer bovenop. Wat een zicht! Water, water, water. Rechts de Oosterschelde, links de Noordzee en ertussen in een dijk van een dijk. Met hellend vlak waar je kan op rijden als in een racecircuit. Ik ben in Le Mans.
De DS parkeer ik net voor de duinen. Het is nog tien minuten stappen tot de waterlijn. Vooruitziend als ik ben, heb ik thuis al mijn zwembroek aangetrokken. Veel volk aan het strand maar omdat het zo groot is als een gemiddeld Vlaams dorp, valt het niet op.
Het water is heerlijk. Zeesterren, krabben, en 1,92m aan Aalstenaar verenigen zich in het zoute sop. Na een halfuurtje heb ik reuzenhonger gekregen.
Er staat een frietkot vlakbij de auto. De dame die bedient, heeft een hoog tantegehalte en het lijkt er even op of ze mij extra goed wil soigneren.
Hollandse frieten. Verafschuw ze in België maar verslindt ze in Nederland. En spoel ze door met een Oud Bruin want Heineken is en blijft paardenpis.
Tussen Antwerpen en Rotterdam, op de snelweg naar het verre noorden rij ik met mijn schroothoop richting België.
Ik zie net de lichtjes van de laatste veerboot weerschijnen in het water van de Westerschelde. Het zal de Liefkenshoektunnel worden.
Snelle Antwerpse zakenlui stuiven in hun oersaaie Audis voorbij tegen geluidsbrekende snelheden. Ik hou het bij ambachtelijke stuurmanskunst en luister naar de snelheden die mijn Franse mechaniek het beste kan verdragen.
In de Scheldetunnels glijden de lichten over de lange motorkap terwijl Zjef zingt dat je niet zonder de anderen kan. Daar ben ik het vandaag helemaal niet mee eens. Ik hunker naar het alleen thuiskomen, niemand die zit te wachten om bakken ellende over mij uit te storten. Werkelijk alleen en ook alleen kunnen beslissen, kunnen genieten van de zon op mijn huid, de wind in mijn haar en de zilte geur van de zee.
Intussen sta ik alweer op de oprit van mijn afgrijselijke nieuwbouwhuis. Koop nooit een nieuwbouw. Het huis heeft geen ziel, geen historie, koude grijze en witte stenen vloeren met een opmerkelijk onderhoudsgemak. Grote rechthoekige en vierkante ruimtes vol van slechte akoestiek, koel en killig en zonder emoties.
Jezus, waarom heb ik dit huis ooit gekocht.
Onder druk van de familie van Krengetje en ook een beetje omdat ik het niet zag zitten om een verbouwing van een oud kot op mijn eentje te dragen. Want zij zou niet helpen, haar vader was dood en de rest van haar familie druk bezig met hopen geld bijeen te harken.
De beroemde Vlaamse zelfstandigen weet u. Voldaan van zichzelf en van goedkoop bier uitbuikend in zaal Pax of De Welkom. Hespenrolletjes met asperges. Koude schotels met maïs en tomaten. Opgerolde koek. Gehaktbrood met krieken. En morgen weer om zes uur op om te werken tot elf uur s avonds.
Daarom heb ik dus dat fucking nieuwbouwhuis gekocht maar ik heb er allang spijt van. Zoals over zoveel. Al de rest eigenlijk.
Ik sluip naar binnen maar ze staat me op te wachten en ze vraagt met vlammen in haar ogen waar ik in godsnaam ben geweest.
Even om en weer naar Zeeland, zeg ik achteloos. Ik zie zo dat ze me niet gelooft.
Ik geloof je niet. Je bent zeker bij één of andere del gekropen.
Jaja, dat zal het zijn. Daar heb ik nu nood aan, om de zaken voor de sport nog wat ingewikkelder te maken. Ach, ze is onbegrijpelijk idioot. Aanstellerij, de slachtofferrol in al zijn aspecten uitbuiten wat toevallig haar sterkste kant is.
Volgend weekend heb ik om een vergeten reden terug twee dagen verlof. Verlengd weekend en om te bewijzen dat ik de waarheid spreek, beloof ik haar dat ze mee mag naar Zierikzee. Ik zal haar al mijn geheime plaatsjes tonen zodat ze zelf kan kiezen of ze er zal van genieten of niet.
Wat een vreselijke werkweek. Drukdoende onbehouwen klanten die geloven dat hun gat het centrum van het universum is. Om vijf uur bellen ze om te vragen of hun auto klaar is. Als je dan vraagt welke auto ze hebben, antwoorden ze:Een Citroën. Ja, mevrouw, dit is een Citroën garage, dewelke bedoelt u?
Om zes uur staan ze daar, de hele familie is meegekomen en vader boekhouder die stinkt naar oudemannenzweet en seboum klaagt nogmaals over het feit dat de centrale vergrendeling niet werkt.
Uw auto heeft geen centrale vergrendeling meneer. Pittig detail: het wrak van een BX waar hij mee rijdt, is al tien jaar oud en hij is de eerste eigenaar wat het nog pijnlijker maakt.
In dezelfde reeks: mijn auto trekt niet goed meer. Instappen, voetenmat van onder het gaspedaal trekken en gas geven. Meestal met een gigantische zwarte rookwolk tot gevolg. Schaamrood op de wangen van de eigenaar die op de passagiersstoel zit.
Enfin, om half acht s avonds sluit ik de garage en morgen rij ik met Kreng naar Zeeland. Hopelijk is ze het vergeten en gaat ze bij haar idiote moe wat crocheren.
Highway to hell op de radio onderweg naar huis. Ik rij in een directiewagen die toevallig een dijk van een stereo standaard heeft ingebouwd. Volume op negen. Het lied is nog niet uit als ik de oprit oprij en de motor stilleg.
Nog even naar AC/DC luisteren.
Nog wat luider.
Living easy, living free, dont need reason dont need rhyme
No stop signs no speed limits no ones gonna slow me down
Im on my way to the promised land
Ik kom het huis binnen en daar ligt ze dan, onderaan de trap in een onnatuurlijke houding en het hoofd lichtjes bebloed. Ze slingert wat onverstaanbare verwijten naar mijn kop.
Leentje, Leentje, Leeeentje! roep ik tevergeefs.
Wat later komt de MUG met loeiende sirenes de straat in gescheurd. Ik rij mee en volg het parcours op de spoed, onder de scanner, de hele rimram van onderzoeken, quoi.
Een gebarsten wervel en een hersenschudding, dat valt best mee bedenk ik als ik de volgende dag over het strand van Scharendijke wandel met mijn linnen broek opgerold en mijn voeten in het warme water. Ik zie een vette garnaal voorbijspringen.
Het is een prachtige zomeravond en ik sta buiten in het donker op het dek van de laatste veerboot die me naar Kruiningen brengt. Doegdoegdoegdoegdoeg, de motoren stampen vredig voort.
Het allesomvattend vakantiegevoel overvalt mij terug. In Cadzand is er een vliegerfestival ter afsluiting van de vakantie
Vanavond zal ik alleen thuiskomen. De start van een onomkeerbaar proces.
Zoals het goede partners van lesgevend personeel betaamt, ben ik zelf ook wat nerveus in de plaats van Lief. Zij blijft ijzig kalm bij het vooruitzicht van haar eerste schooldag.
Ze vertrekt om negen uur en zal ergens rond drie uur terug thuis zijn. Best aanvaardbaar voor een eerste werkdag na 2 maanden inactiviteit.
Daarna is er trouwens een weekend dat wij feestelijk zullen beleven met een eigen versie van 'Het Bourgondisch Complot' en enkele vrienden aan boord van onze 'Juliette' want zo heet ons bootje.
Ondertussen zijn deze boottochtjes al beroemd en berucht geraakt tot in de verste uithoeken van onze vriendenkring, meer nog: ze zijn uitgeroepen tot de anarchistische versie van Hyacinth Bucket's 'Candlelight dinners'.
Het devies is eenduidig: ik zorg voor de diesel en de gasten voor eten, drank, vrouwen en gezangen. Hoewel dat gezang na enkele 'Drongense Plezierkes' doorgaans niet meer zo zuiver klinkt.
Om twee uur fiets ik naar een selectiekantoor voor een gesprek rond de deeltijdse Volvo baan. Ik stap het kantoor binnen en de receptioniste vraagt me of ik het kantoor gevonden heb. Ze bedoelde wellicht of ik het GOED gevonden heb maar het klinkt bijzonder belachelijk.
Ik hef de armen in de lucht en antwoord:'Blijkbaar wel hé.' Een goede raad: nooit doen! Geef geen idioot antwoord op een idiote vraag. Het meisje bleef me de volgende tien seconden zeer boos aankijken.
Er is ook alweer verwarring over het tijdstip van de afspraak. Volgens de één ben ik te vroeg, volgens de andere te laat. Het probleem is dat je als sollicitant toch altijd het onderspit delft bij dergelijke discussies, dus hul ik mij verder in een diplomatische stilte.
Na even wachten in een zeteltje waarbij ik niet aan het gezichtsveld van het hele achterliggende kantoor ontsnap, roept een mooi meisje mij binnen: Isabelle.
Eerst luistert ze naar mijn verhaal en stelt dan de job voor. Hé, het klinkt wel leuk. Zeer leuk zelfs. Er zitten tal van overeenkomsten in met mijn verleden maar dit baantje biedt toch ook leuke vooruitzichten zoals het deeltijdse karakter: werken, varen, schrijven, brouwerij De Landtsheer sponsoren een leven vol afwisseling ligt op mij te wachten.
Op een bepaald moment vraagt ze of ik bereid ben enkele testjes te doen. Natuurlijk, graag zelfs.
De rest van de namiddag ploeg ik door eindeloze algebraïsche reeksen, persoonlijkheidstests en talentests. Om vijf uur kom ik uit het testlokaal en volg mijn eerdere gesprekspartner naar een ander kantoortje.
Isabelle opent de conversatie door nogal triomfantelijk en onomwonden te bevestigen dat ik 'de ideale kandidaat' ben. Ze zal me voorstellen aan de personeelsdirecteur van Volvo. Bingo!
Mooi. De dame belooft me tegen maandag of dinsdag een nieuwe afspraak.
Mooi. De hele verdere week blijft het windstil ter hoogte van Volvo.
Iets minder mooi: vrijdag was de dame van het selectiekantoor niet bereikbaar voor commentaar.
Helemaal niet mooi: de maandag erop krijg ik een mailtje van het kantoor in kwestie om te zeggen dat Isabelle er zelfs niet in geslaagd is om mijn kandidatuur op het bureau van de personeelsdirecteur te krijgen.
Zwak, zwak, heel zwak. Ik bel de dame op maar ze is 'in bespreking'.
Stilaan vormt er zich een anticyclonale wig ter hoogte van mijn computer en ik besluit mijn frustratie te kanaliseren in de vorm van een mail waarin ik me nog net kan bedwingen om haar virtueel neer te sabelen.
Woe 06/09/06
De afspraak te Lokeren begint slecht: mijn gesprekspartner laat me meer dan een half uur wachten. Ondertussen kom ik te weten wat de fabriek juist produceert: brandstoftanks voor auto's. Boeiende materie? Ik weet het niet.
Eigenlijk sta ik net op het punt om terug te vertrekken als een afgelikte kantoorknaap tevoorschijn komt met in elke zak van zijn vestje een gsm.
Spontaan schieten allerlei fictieve titels van 'Suske en Wiske' albums door mijn hoofd: 'De Glibberige Gabber' of 'De Flemende Flikflooier'.
De Gladde Glimmer zegt dat het over 'naftbakken' gaat en dat er heel hard moet gewerkt worden, er geen zicht is op een vaste aanwerving en er is eigenlijk ook geen budget om iemand aan te werven.
Wat verwacht die man dan van mij? Dat ik zeg dat ik gratis 50 uur per week wil werken? Ik vang uit het verdere betoog van de Sluwe Slijmprik op dat hij eigenlijk zelfs geen bevoegdheid heeft om mij aan te werven. Gelukkig is hij een wijnliefhebber en dit gemeenschappelijke onderwerp maakt de volgende tien minuten niet meer dan draaglijk.
Wanneer hij mijn hand schudt, benadrukt hij dat ik voor twintig september geen antwoord moet verwachten. Ik verwacht sowieso helemaal geen antwoord meer.
Tijdverlies, stilaan het kernwoord in sollicitantenland.
Do 07/09/06
September is erg warm, tot grote ergernis van Lief die moet werken en van Dirk die op een stalen schip woont dat genadeloos opwarmt in de blakende zon.
Prachtig weer, ik rij nog steeds nu en dan per fiets naar de boot in het centrum van Gent om de touwen los te gooien en een klein tochtje te maken.
Maar vandaag niet. Het is 'sollicitatie-time'. Ik had me in juni voorgenomen om net na het verlof terug aan de slag te gaan maar ik moet toegeven dat ik jammerlijk in mijn opzet mislukt ben.
Lief zei nog: 'Half augustus of begin september, wat maakt het uit ' maar ondertussen schuiven we al op naar midden september en er komen eigenlijk nog geen concrete jobs in zicht.
Mijn moeder zou zeggen: ''t Is al kwart voor twaalf en nog gene patat gescheld!'
Hoe mooi het weer ook is vandaag, ik zal de nodige discipline aan de dag leggen om op een ernstige manier even ernstig werk te zoeken.
Eens kijken op de website van de VDAB.
Ondertussen is het al namiddag en de aardappelen liggen er nog steeds ongeschild bij want ik heb natuurlijk al tweehonderd andere uiterst boeiende sites ontdekt die helaas niets met werk te maken hebben.
Ik stel me de vraag wat ik eigenlijk zoek en bedenk dat ik beter een prioriteitenlijstje kan aanleggen.
Te mijden:
-vroeg opstaan (half acht is wel het vroegste).
-Kale mannen met een bles.
-BMW eigenaars.
-Kale BMW eigenaars met een bles.
-Eigenaars van een suv.
-Kale eigenaars van een suv met een bles.
-Kale eigenaars van een suv van het merk BMW en een bles.
-De bouwsector (totaal oninteressant en ze beginnen om zeven uur).
-Zaterdagwerk (alle winkels).
-Opstartende bedrijfjes waar echtgenotes met een overgecompenseerdminderwaardigheidscomplex de dienst uitmaken.
-Garages. Ik heb er ooit gewerkt en het was een klotejob: vanaf acht uur krijg je bakken gezeur van klanten over je heen omdat hun auto kapot is.
Op dat moment van de dag houden ze je daar trouwens persoonlijk verantwoordelijk voor.
Vanaf vijf uur opnieuw gezaag van dezelfde mensen omdat de rekening van de herstelling te hoog is.
Tussen die twee tijdstippen door krijg je nog een hele meute misnoegde en onder de olie zittende tandenloze garagisten aan de balie die wisselstukken komen bestellen van wagens die al tien jaar uit productie zijn.
Of wagens waarvan ze zelfs helemaal niet zeker zijn of ze wel bij de juiste merkgarage staan.
Van welke auto is dat onderdeel mijnheer? als ze een onherkenbaar stuk staal tevoorschijn halen dat gewikkeld is in een voormalige onderbroek. Althans hopelijk voormalig.
Van nen blauwen is het antwoord dat daarop volgt en een belletje doet rinkelen dat je het volgende uur op en af mag pendelen tussen het magazijn en de schoonvader van garagist Drek.
Er blijft precies niet zoveel over. Misschien even samenvatten in één zin:
Ik ga niet werken voor een kale man met een BMW jeep die net samen met zijn vrouw een zaak in bouwmaterialen opgestart heeft (die ook op zaterdag open is) terwijl zijn vrouw wekelijks naar de therapeut rijdt om haar minderwaardigheidscomplex te behandelen.
Zoiets dus.
Maar hé, wacht eens even Wat is dat hier? Een marketingbedrijf op 500m van mijn huis zoekt een deeltijdse medewerker. Toch even reageren.
Half vijf. De telefoon gaat en het is het bewuste marketingbedrijf op 500m van mijn huis. Of ik even kan passeren? Geen probleem mevrouw.
Half zeven. Het was een aangenaam gesprek. Een toffe kerel, die baas. Hij is wel een beetje dik en kaal en heeft een BMW jeep. Maar voor de rest zie ik het wel zitten en hij ook. Morgen belt hij me op om een voorstel te doen. Prima! Zal ik mijn deadline toch nog halen?
Vr 08/09/06
Vandaag zal ik toch nog maar eens niet naar de boot gaan. Of misschien na de middag als ik het voorstel van het marketingbureau op 500m van mijn deur heb ontvangen.
De telefoon lijkt wel in staking en vertikt het om te rinkelen.
Ook de mailbox van mijn computer is solidair en blijft leeg.
Even checken of ik niets over het hoofd gezien heb. F5 (functietoets om te 'verzenden en ontvangen'). Niets.
Toch nog even 'F5 doen'.
Nog steeds niets. Werkt die rottelefoon wel? Ik bel met mijn gsm naar het vaste toestel en beiden verkeren in blakende gezondheid.
Ondertussen nog geen mail binnengekomen?
Och, misschien heeft die brave man pech met de BMW jeep. Platte band of zo misschien staat hij nu ergens langs één of andere snelweg hulpeloos te zwaaien naar al wat passeert omdat hij die dikke zware band niet van de auto afkrijgt.
Of misschien is hij wel vermoord door zijn psychisch onstabiele vrouw en ligt hij badend in een plas bloed in bed met de telefoon in zijn handen klaar om mij te bellen.
Ik heb toch nooit geluk.
Om twaalf uur fiets ik even naar de bakker op de hoek om een koffiekoek te kopen en die op de boot te verorberen.
Daar loopt Martin. Joehoe! MARTIN!! Hij heeft me gezien en komt lachend naar me toe. Hij is de havenmeester, de man die de aanlegplaatsen regelt in het kleine jachthaventje. Een uiterst sympathieke peer, ambtenaar op rust en veel te goed voor deze wereld.
We zitten wat rustig te keuvelen aan boord als Martin vraagt of ik even naar zijn bootje kan kijken. Er is wat mis met de aandrijving.
We gaan even een stukje testvaren en god, wat is het mooi weer. Martin heeft bovendien heel lekker bier aan boord.
Bij onze terugkeer staan Roger en Johan ons op te wachten. We palmen een terrasje in en het wordt echt een leuke boel.
Ik spreek af met Johan om dinsdag zijn bootje naar de werf te slepen.
Die kale knikker met zijn BMW mag voor mijn part tegen een boom rijden.
Za 09/09/06
Tien uur. Mijn vader wordt vandaag vijfentachtig en ik ben onderweg naar Aalst om hem te feliciteren. Zijn bed staat in de living want hij is slecht ter been dus komt de verpleegster dagelijks om hem te wassen, te scheren en de nodige injecties toe te dienen. Mijn mama is twee jaar jonger en wel in goede conditie. Zij doet nog alles zelf: boodschappen, poetsen en koken.
Mijn zus komt dagelijks langs om een oogje in het gerimpelde zeil te houden.
Ik vertrek terug naar Gent met een halve kilogram pralines (Leonidas). Die heeft hij van mijn tante (81) gekregen. Ze vergeet ieder jaar dat hij geen chocolade mag hebben omdat hij dan verstopt geraakt. Omdat mijn zus al honderd kilo weegt, ben ik de Chinese vrijwilliger die zich de komende week te pletter mag eten in de zoete zonde.
Ik ben Jan Stephorst
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 06/07/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, scheepvaart, jazz, oude auto's, Frankrijk.
carpe diem