Verhalen (3) : De onderpastoor gaf voorlichting - deel 2.
De onderpastoor gaf voorlichting (deel 2) : *********************************** Patrouille met hindernissen. ++++++++++++++++++++ Een koude, regenachtige novembernacht. Geen weer om een hond door te jagen. Twee rijkswachters op patrouille. Tegen enen ... geen Duitsers te zien. Die zullen ons wel het "vuile werk" laten doen en zitten nu wel lekker te schuilen in hun bewakingspost. Maar we kenden de streek ondertussen al als onze broekzak en het duurde niet lang voor we een oplossing gevonden hadden. Het loopbruggetje en de bewakingsdienst waren toch al een eindje van ons vandaan. Veel keuze om een schuilplaats tegen de aanhoudende regen te vinden hadden we niet midden in de nacht. Het was half twee onder- tussen en we wisten maar al te goed dat het kapelletje niet ver meer van ons verwijderd was, dat je er steeds binnenkon, op eender welk moment van de dag of de nacht. We baanden ons een weg tussen het groen en waren tot op enkele meters van het kapelleke genaderd. Plots bleven we allebei staan ... als aan de grond genageld. We meenden een gedempte mannenstem te horen. We waren compleet verrast. De stem kwam uit de kapel, zoveel was zeker. Wie kon zich daar nu bevinden op dit nachtelijke uur ? Hadden we met smokkelaars te maken, ondergedoken werkweigeraars of ... ? Een moeilijke situatie voor ons, want wij wilden geenszins mensen aan de bezetter uitleveren, integendeel. Maar plotseling hoorden wij een andere stem ... een gedempte vrouwenstem. Een zucht van verlichting ... een verliefd koppel, dat zal het zijn! Maar wat een gedacht om hier midden in de nacht af te spreken. Waren die door het slechte weer ook naar het kapelletje gevlucht en waren ze tot de vaststelling gekomen dat ze niet meer naar huis konden gezien het speruur? Wat was hier aan de hand? ++++ Dorpje B, in de omgeving van L. Een piepklein gehucht, klein kerkje met pastorij, een twintigtal huizen daarrond en een eindje verderop een tehuis voor mentaal gehandicapte kinderen. ... 't Is middernacht in B. Pikdonker wegens de verplichte "lichtverduistering", opgelegd door de bezetter. Kletterende regen tegen de ramen van de huizen. Maar toch lijkt iedereen van een "vredige" nachtrust te genieten. Ook de pastoorsmeid ligt in haar kleine kamertje in een diepe slaap gedompeld. Maar in de kamer van de onderpastoor is het allesbehalve rustig. Eens hij er zich van vergewist heeft dat de meid met geen stokken wakker te krijgen is, kleedt hij zich vliegensvlug aan en verlaat stiekem de pastorie. Waar haast de dorpsherder zich naartoe? Moet hij ergens een stervende de laatste sacramenten geven? Nee, deze herder gaat zijn schapen niet hoeden. Ingeduffeld in zijn lange zwarte rok en mantel begeeft hij zich langs enkele landwegels en de tragel langs de vaart naar het beboste gebied rondom de villa van de familie C. Als een dief in de nacht sluipt hij in de richting van de villa. Onder een venster aan de achterkant blijft hij staan ... enkele ogenblikken later gaat onze nachtelijke wandelaar een laddertje halen dat altijd ergens in de tuin staat en plaatst het tegen de muur onder een raam. Deel 3 : Schaapje volgt de herder. ****************************************************************************
Verhaal opgetekend door Gaston Bontinck Deel 1 : -------- We schrijven 1942. Oorlogsperiode in L. Een nare geschiedenis die ik in mijn eerste boek niet heb opgetekend. Allerlei bijzondere oorzaken lagen daar aan de basis van. In de eerste plaats was discretie noodzakelijk, gezien ik in de naoorlogse periode, bij het schrijven van dit verhaal, opnieuw gekazerneerd was in dezelfde brigade. Ook ten tijde van de gebeurtenissen waren de omstandigheden, waarbij diende geïntervenieerd te worden, bijzonder moeilijk en zelden zonder risico's. Je was best maar zo goed mogelijk op de hoogte van de gezindheid van de andere, in zoverre dat mogelijk was natuurlijk. Zelf wou ik de bezetter geenszins van dienst zijn, en dat betekende dat je voortdurend op je hoede diende te zijn. Eens het speruur (22u) aangebroken was het uitkijken. De persoon die je onverwachts tegenkwam kon een saboteur zijn, een collaborateur, een ondergedoken werkweigeraar, of een bemanningslid van een neergestort vliegtuig op zoek naar een plek om de parachute te verstoppen, op zoek naar een onder- duikadres. De streek kennen als je broekzak was een vereiste ... en weten wie je wel kon vertrouwen.
De feiten in dit verhaal hebben zich afgespeeld tijdens zo'n nachtelijke patrouille door twee rijkswachters van de brigade L. ... Op een bepaald moment bevonden we ons op het grondgebied van B., een dorpje in de buurt van L. Voor ons een stukgeschoten brug van het afleidingskanaal. Ongeveer een halve kilometer voorbij de brug bevond zich de luxueuze villa van de familie C., een beetje links van de vaart in een vrij bosrijke omgeving. Tussen de villa en de kanaaltragel, tussen het weelderige groen, bevond zich een klein kapelletje. Je moest al van de streek zijn om het bestaan er van af te weten. Mooi verzorgd, eigendom trouwens van de rijke zakenfamilie die de villa bewoonde. Het kapelletje stond onder hoede van de geestelijkheid van het dorpje B. Aan de stukgeschoten brug was uiteraard een bestendige bewakingsdienst door de Duitse bezetter voorzien. Het smalle loopbrugje over het kanaal was alleen voor de Duitsers toegankelijk en voor diegenen die er de toelating voor gekregen hadden, de dienstdoende rijkswachters dus. ... Een jaar was voorbijgegaan sinds de nieuwe onderpastoor in het dorpje werd ingehuldigd. Meneer onder- pastoor, die met de nodige egards werd onthaald, kwam er de oude "dorpsherder", die met pensioen was gegaan, vervangen. Zo'n inhuldiging was voor de kleine dorpsgemeenschap een dag van vreugde geweest, van kermis zelfs. De dag lag bij iedere inwoner nog vers in het geheugen. Wat wil je, in die beroerde oorlogstijd was zoiets een welgekomen gebeurtenis. Meneer onderpastoor H. was bovendien een heel joviale verschijning, iemand die met iedereen goed overweg kon. En net zoals zijn voorganger was de "nieuwe herder" al vrij snel vriend des huizes bij de rijke familie C. De vriendschapsbanden waren binnen de kortste keren bijzonder hecht. Dat kon ook moeilijk anders. De zakenman zat in de gemeenteraad en uiteraard ook in de kerkraad, was lid van alle katholieke verenigingen, was bovendien eigenaar van het kapelletje ... en niet te vergeten geldschieter voor alle "kerkaangelegenheden". Deel 2 : Patrouille met hindernissen. +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping : Aanvulling.
Verhalen (4) : "Weesmeisjes met een roeping" - Aanvulling.
Een kort fragment uit dit verhaal werd begin dit jaar in Dag Allemaal gepubliceerd. Sommigen hebben dan nogal snel de neiging om alles af te doen als verzinsels. Wat deze zaak betreft kan dat duidelijk weerlegd worden. De getuigenissen werden destijds verwerkt in een proces-verbaal en aan het parket doorgespeeld. De daderes en haar medeplichtigen werden verhoord, maar justitie gaf in een later stadium de zaak in handen van het bisdom dat maatregelen van inwendige orde nam (zie verhaal). Enkele van de bezwarende foto's heeft vader nog bij zijn notities kunnen voegen. Het gaat over enkele van de foto's die gebruikt werden door moeder-overste en haar assistente om hun driften op de novice bot te vieren. Niet te geloven dat al deze zaken voor het gerecht niet voldoende waren om zelf strafrechterlijk te vervolgen. Het doorgeven van feiten van seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken aan het bisdom was in die tijd echter schering en inslag. Alleen in geval van klachten ( door arts en ouders bvb) over ernstige fysieke letsels bij de minderjarige (zoals in "De rekbare punten van broeder X" - Verhaal 1) diende justitie tot gerechterlijke vervolging over te gaan. De strafmaat in dergelijke gevallen was echter een lachertje voortgaand op de ernst van de feiten.
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - slot.
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - slot. **************************************** Het besluit van zuster B. stond nu wel vast. Een schuldgevoel had zich van haar meester gemaakt. Had ze maar vroeger gereageerd, dan was dit allemaal niet voorgevallen met S. De eer van het klooster had ze op de eerste plaats gesteld, bang als ze was voor de schande die zou gesproken worden over de kloostergemeenschap. Maar het verhaal dat het jonge weesmeisje haar verteld had nam alle twijfel weg. Een meisje van 16, dat gekozen had voor het kloosterleven, werd door haar overste en de slaafse adjuncte vernederd en misbruikt. Nee, zoiets kon ze onmogelijk ongemoeid laten. Ze moest handelen en wel zo snel mogelijk, maar hoe ? ... Zuster B. was maar al te goed op de hoogte van het reilen en zeilen in het klooster. De volgende dag maakte ze gebruik van een korte afwezigheid van ma mère om ongezien haar kamer te doorzoeken. Het meisje had haar de nodige aanwijzingen gegeven, zodat ze niet te veel tijd zou verliezen, want ook zuster L. kon elk moment de kamer binnenkomen. In het grote heiligenbeeld vond ze vrij vlug een pak met foto's en illustraties allerhande. Ze nam een klein stapeltje en verborg alles onder haar kledij. De beschrijving die S. haar gegeven had klopte. Dat waren zonder twijfel de foto's die ze het meisje onder de neus hadden geduwd. Ze zouden misschien nog van pas kunnen komen wanneer "de bom was gebarsten". Nu zou het, hoopte ze toch, niet direct opvallen dat er enkele verdwenen waren. Zomaar direct naar de rijkswacht gaan, dat durfde ze niet ... en het zou trouwens ook direct opvallen dat ze iets in het schild voerde. Zuster B. had besloten een naamloze brief te sturen naar het parket van D. ... Enkele dagen nadien ging de bal definitief aan het rollen. De rijkswacht kreeg de opdracht zo bescheiden mogelijk na te gaan in hoeverre dit schrijven overeenstemde met de werkelijkheid. Maar door de aanwezigheid van de gendarmes alleen al was de kloostergemeenschap meteen in rep en roer. ... Na enkele dagen aan een stuk verhoren te hebben afgenomen en nog wat meer vertrouwelijke informatie te hebben ontvangen van zuster B., konden we aan de Procureur des Konings bevestigen dat de beschuldigingen klopten, dat de feiten zich wel degelijk hadden voorgedaan zoals ze in de anonieme brief uitvoerig beschreven werden. ... De minderjarige novice S. diende het verhaal dat ze aan zuster B. verteld had te bevestigen. Gemakkelijk ging dat niet, maar in het bijzijn van zuster B. lukte het haar alles nog eens in detail aan de gendarmes te vertellen en ondertekende ze haar verklaring. Toen was het de beurt aan ma mère, maar die bleef haar onschuld volhouden. Ze had wel door wie de zaak uiteindelijk openbaar had gemaakt. Het weesmeisje zelf zou het nooit aangedurfd hebben. Maar zuster B. ... ! Het was echter wachten op een bevel tot "huiszoeking". Ma mère moet dat maar al te goed geweten hebben, want bij de "huiszoeking" stelden de onderzoekers vast dat alle foto's verdwenen waren. De twee "hoofdrolspeelsters" hoopten zich nog uit de slag te kunnen trekken en hadden het pak met de foto's en de illustraties gewoon verbrand. Geen bewijzen meer. Zuster B. was hen echter te vlug af geweest en de verklaringen van het meisje en die van zuster B. waren vernietigend voor moeder overste en haar adjuncte. Het feit dat het om een minderjarige ging zou hen zuur opbreken. Alhoewel ... de gerechtelijke straffen werden overgenomen door het bisdom. Maatregelen van inwendige orde werden genomen (NB. : Vandaag weten we maar al te goed wat die maatregelen van inwendige orde inhouden !). Enige tijd nadien vernamen we dat zuster B. het kloosterleven definitief vaarwel had gezegd. Als juffrouw D. was ze opnieuw het gewone burgerleven ingestapt. De weesmeisjes werden overgeplaatst naar een andere kloostergemeenschap. Van hen hebben we nooit meer iets gehoord. En ma mère ? Haar strafmaat bestond er in dat ze werd overgeplaatst ... om te gaan werken in een kliniek ! Adjuncte zuster L, die werd naar een afgelegen landelijk klooster gestuurd ! Tot zover de "strenge" maatregelen van inwendige orde, getroffen door het bisdom. PS. : Weinig van deze walgelijke feiten zal toen de buitenwereld bereikt hebben. De mensen wisten wel dat er iets gebeurd was, maar het bleef bij gissen hier en daar.
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - deel 3.
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - deel 3. ****************************************** -Het verhaal dat het 16-jarige weesmeisje S. hier vertelt aan de enige zuster die ze in het klooster kon vertrouwen werd zo getrouw mogelijk weergegeven en komt overeen met de verklaringen die ze later ook aan de onderzoekers heeft afgelegd.
" ... Ik zag ma mère naar een groot heiligenbeeld gaan dat in de kamer stond en daar een pakje uithalen. Het bleek een pak met foto's te zijn. Zuster E. kwam eveneens naast mij zitten en liet mij één voor één de foto's zien ... naakte vrouwen en mannen, zusters die ontkleed werden door andere zusters. Ik durfde bijna niet te kijken, maar ik moest wel. Ma mère en zuster L. hadden er plezier in dat ik me zo beschaamd voelde. Zij bleven mij alsmaar uitleggen wat die foto's betekenden. Ik kreeg dan kussen op mijn mond en op mijn dijen. Ik spartelde tegen ... maar wat kon ik doen? Zuster E. was sterker dan ik. Ik hield het niet meer uit en slaagde er op een bepaald moment in recht te springen en naar de deur te lopen. Maar ma mère kon mij net voor de deur nog tehenhouden en begon mij met geweld te omhelzen. Ze zei : ' S., alles is hier geheim, spreek daar nooit met iemand over .... en kom morgenavond maar eens terug.' Ik kon de ganse nacht geen oog dichtdoen. Voortdurend kwamen de beelden terug van wat ik die avond had meegemaakt in de kamer van moeder-overste. Ik was compleet overstuur, was er ziek van.
De volgende avond na het eten bleef ik stilletjes op mijn kamer. Maar hetgeen ik verwachtte gebeurde ook. Zuster L. kwam mij zeggen dat ik terug bij ma mère moest komen. Ik weigerde en begon te wenen. Maar even later kwam moeder-overste in eigen persoon en ze gebood me mee te gaan naar haar kamer. Eens op de kamer werd de deur achter mij gesloten. Ik zag terug hoe zuster E. een pak foto's en andere illustraties uit de onderkant van het heiligenbeeld haalde. Ik begreep de zusters niet. Ze bleven mij maar uitlachen met mijn schaamtegevoel. Bij elke foto nam zuster L. mij vast aan borsten of dijen. Toen lieten ze me een foto zien van een zuster die ontkleed werd. Ze begonnen allebei mijn novicekleed uit te trekken. Ik zag steeds maar andere foto's voor mijn ogen ... naakte vrouwen en zusters ... met kaarsen. Ik zag wel dat de foto's allemaal genummerd waren en aan de achterkant beplakt waren met een soort papier ... zoals van een telefoonboek. Dat bleef maar duren ... maar wat er toen met mij gebeurde dat durf ik niet vertellen."
Zuster B. stelde het meisje gerust en verzocht haar toch maar alles te vertellen. "Ik kan me toch al inbeelden wat ze met u gedaan hebben", vervolgde ze. Het duurde wel even voor S. al haar moed had verzameld om haar verhaal verder te brengen : "Toen ik op een zeker ogenblik niet meer wilde kijken naar de foto's trok zuster L. mij achterover. Ze overvoelde gans mijn lichaam. Ik was om te sterven van schaamte. Ik kon mij niet verweren tegen de twee zusters. Plots begreep ik dat ze met mij hetzelfde wilden doen als wat ze mij op de foto's hadden laten zien. Ik bleef maar wenen en vragen om terug naar mijn kamertje te mogen gaan. Ik voelde plotseling de hand van de zuster aan mijn vrouwelijkheid en daarna werd iets in mij gestoken. Ik had gezien dat ma mère een blauwe en een witte kaars in de hand hield. Zuster L. stak zo een kaars in mij ... terwijl moeder-overste mijn benen opentrok. Ze deed me pijn aan mijn vrouwelijkheid. Zonder ophouden werd de kaars heen en weer bewogen. Ik was zo overstuur dat ik niet meer besefte wat er verder met mij nog gebeurde. Toen ze eindelijk ophielden moest ik opnieuw de heilige belofte doen niets te verklappen over hetgeen was voorgevallen. Ik werd daarna door zuster L. naar mijn kamer teruggebracht. Ik ben op mijn bed blijven liggen met mijn kleren aan ... De andere meisjes wisten niets van wat er met mij allemaal gebeurd was. Alles vond plaats na het avondeten en dan verbleef iedereen op zijn kamer."
Zuster B. wist genoeg. Ze poogde het meisje in de mate van het mogelijke te troosten en beloofde haar dat ze er zou voor zorgen dat zoiets niet meer zou voorvallen. Ze vond dat ze lang genoeg had gezwegen, veel te lang. Een minderjarig meisje werd tegen haar wil op een schandelijke manier misbruikt door de hoogste in rang in het klooster en haar adjuncte. Dit keer besloot ze te handelen. ...
Wordt vervolgd. ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - deel 2.
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping - deel 2. ****************************************** Zuster B. was al enkele dagen terug uit retraite. Op een avond meende ze gesnik te horen in één van de kamers van de novices. Het aanhoudend wenen kwam uit de kamer van de 16-jarige S. Gezien de zuster zich al geruime tijd ontfermde over de drie meisjes, zij hun enige steun en toeverlaat was in de gesloten gemeenschap van het klooster, besloot ze na te gaan wat er aan de hand was. Toen ze op retraite vertrok had ze al een bang voorgevoel dat van haar afwezigheid wel eens zou kunnen geprofiteerd worden om de jonge meisjes "de duivel aan te doen". Ze wist maar al te goed tot wat ma mère, haar adjuncte en enkele andere zusters in staat waren, hoe ze er een sadistisch genoegen in schiepen de meisjes voor een kleinigheid op een mensonterende manier te bestraffen. Dat ze daar heel ver durfden in te gaan, dat had zuster B. toevallig met eigen ogen gezien. Bestraffingen die elke verbeelding tartten, die men voor onmogelijk hield in een "huis van gebed en meditatie". Geseling ... "boetedoening", waarbij de meisjes naakt tegenover het kruis om vergiffenis dienden te vragen, om niet te gewagen van andere sadistische praktijken waarbij ze hun driften op de meisjes botvierden. Misschien waren ook wel andere zusters op de hoogte van deze walgelijke feiten, maar waren ze bang om iets te laten blijken ... uit schrik voor represailles van overste E. of haar adjuncte. Zuster B. had de priores laten voelen dat ze op de hoogte was van de praktijken ... was ze daarom op retraite gestuurd? Dat de feiten zich ook maanden geleden al met andere weesmeisjes hadden afgespeeld, daar twijfelde ze geen moment aan. ... Behoedzaam duwde zuster B. de kamerdeur open en zag de 16-jarige S. wenend op haar bed liggen. Dit ging haar echt te ver en ze nam zich voor het meisje te overtuigen haar alles, maar dan ook alles te vertellen. Dat duurde wel even ... de schrik zat er goed in, de angst voor strenge straffen omdat ze'uit de biecht' zou spreken. Uiteindelijk kon S. haar emoties de baas, besefte ze dat zuster B. de enige was die ze volledig kon vertrouwen en dat ze zonder schroom haar verhaal bij haar wel kwijt kon.
"Zuster B., u was nog maar een paar dagen op retraite vertrokken, toen het begonnen is. Ik stond op een keer in de waskamer, was mij een beetje aan het kammen en spiegelen. Plots stond ma-mère achter mij en ze riep kwaad : 'S., ge moet u niet schoonmaken voor de wereld, alleen voor Ons Heer moet ge dat doen. Ik zal u die wereldse dwaasheden wel afleren.' Moeder-overste gebood me dan na het avondeten naar haar kamer te komen. Toen ik binnenkwam zag ik daar ook zuster L.in een zetel zitten. Ik verwachtte mij aan een bolwassing, maar tot mijn grote verbazing waren zowel ma-mère als zuster L. heel kalm en vriendelijk. Moeder-overste nam toen het woord en zei dat ik moest boete doen tegenover het kruis. Ik moest mijn novicekleed uitdoen ... en in hemd en broekje moest ik knielen voor het kruis. Daarna moest ik ma mère nazeggen : 'Heer, vergeef mij mijn dwaasheden, aan u alleen draag ik mijn lichaam op - zoals ik op deze wereld kwam - ik mag geen schaamtegevoel hebben tegenover u, want dit zou een zwakheid betekenen in mijn vurig geloof. ' Daarna moest ik plaatsnemen in de zetel naast zuster L. Ik wist niet wat doen van schaamte. Ik begreep er niets van. Plots legde zuster L. haar handen op mijn naakte schouders. Ze begon mij te strelen op de rug en de dijen. Toen ben ik beginnen wenen ... van schaamte ... van schrik ..."
Wordt vervolgd. ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Verhalen (4) : Weesmeisjes met een roeping. ************************************ Eerste helft van de jaren '60. Het nonnenklooster van de Zusters ... was gelegen in een vrij bosrijke omgeving, een oase van rust en stilte, amper enkele kilometers verwijderd van de "grote stad". Een wereld op zichzelf, waarin gebed en meditatie het leven van elke dag uitmaakten. Onder de plaatselijke bevolking niets dan goeds, bewondering en veel respect voor de nonnetjes. Schijn en realteit ... hoever kunnen ze uit elkaar liggen ? Geen mens had ook maar een flauw vermoeden van de "harde realiteit" die zich achter de hoge kloostermuren afspeelde. ... De leiding van het klooster was in handen van moeder-overste E., als zuster een vrij forse verschijning, en bovendien hardvochtig in haar optreden tegenover haar ondergeschikten. Ze gaf altijd de indruk nooit tevreden te zijn, zeker niet tegenover een drietal jonge meisjes van 16 tot 19 jaar oud. Weesmeisjes die nog niet zo heel lang geleden bij de Zusters ... waren beland omdat ze gekozen hadden voor "de roeping van kloosterzuster". Door iedereen verlaten in de harde wereld bood het kloosterleven hen een zekerheid voor de toekomst. In tegenstelling tot de kloosterzusters droegen de meisjes nog een soort novicekledij. Tijdens het "proefjaar" stonden ze rechtstreeks onder toezicht van moeder-overste E. Hun doen en laten werd volledig bepaald door de priores, die over iedereen de scepter zwaaide in het klooster en geen tegenspraak duldde, noch van de meisjes, noch van de andere kloosterzusters. Ondanks het strenge regime was er toch één zuster die over voldoende karakter beschikte en die het durfde op te nemen tegen het tirannieke beleid van de kloosteroverste. De moedige zuster B. nam geregeld de verdediging op zich van haar medezusters en de toekomstige kloosterlingen in geval van een of ander conflict, of wanneer één van hen niet volgens de "huisregels" had gehandeld. Nee, zuster B. had helemaal geen schrik van moeder-overste, integendeel ! Maar niet alleen haar karaktersterkte lag aan de basis van haar stoutmoedigheid. Zuster B. was een en ander te weten gekomen van haar overste dat "het daglicht niet mocht zien". Dat zorgde natuurlijk wel voor een zekere spanning in het klooster ... een spanning die vroeg of laat tot een uitbarsting zou leiden. ... Enkele maanden geleden was zuster B. bepaalde feiten te weten gekomen over moeder-overste E. en haar adjuncte, zuster L. Maar haar verdraagzaamheid, haar trouw aan de Orde en ook een immens gevoel van schaamte zorgden er voor dat ze de lippen stijf op mekaar hield, maar zich ook veel meer kon permitteren tegenover de priores. ... Welk geheim droeg zuster B. met zich mee? Hoe kwam het dat zij zo gemakkelijk invloed kon uitoefenen op moeder- overste? Op een bepaald moment werd zuster B. opgeroepen om "op retraite" te gaan in een ander klooster. Ze was er absoluut van overtuigd dat "ma mère" (de gangbare benaming voor moeder-overste) en haar adjuncte van haar afwezigheid zouden gebruik maken om hun "praktijken" uit te voeren. Ze bleef worstelen met haar geweten, maar besliste dan uiteindelijk toch verder te zwijgen en op "retraite" te gaan.
Wordt vervolgd. ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Verhalen (5) : "Kindervriend" wordt beschermd - 2'de deel. ========================================= Hieronder enkele fragmenten uit de bekentenis van V.S. tijdens de confrontatie met de twee meisjes. "Ik geef toe dat ik veel meisjes heb aangesproken in ... en in ... (noemt verschillende dorpen in de omgeving van P.). Ook de twee meisjes die ik hier zie. Ik heb hen elk 5 frank gegeven. Terwijl T. snoep ging halen in een nabijgelegen kruidenierswinkeltje, begon ik aan de borsten van F. (11) te voelen. Ik heb mijn hand in haar broekje gestoken en beken dat ik dan verder mijn vinger in haar vrouwelijkheid heb gestoken. Het meisje durfde zich niet te verzetten en stond de hele tijd naar het stuk van 5 frank te kijken dat ze in de hand had. Ik geef eveneens toe tegen haar gezegd te hebben : 'Gelijk u heb ik ze liefst ... er mag nog geen haar op staan ... anders zijn ze al bedorven.' Toen T. terugkwam met de snoepjes liet ik F. naar het winkeltje gaan. zodat ook zij met haar vijffrankstuk wat snoep kon gaan kopen. Ik ben ook beginnen voelen aan de dijen en de vrouwelijkheid van T. en heb ook mijn vinger in haar vrouwelijkheid gestoken ... tot F. met haar snoepgoed aankwam. Al drie jaar pleeg ik dergelijke feiten in de omgeving van P. Daar durfde ik dat niet doen, want ik was te goed gekend door iedereen. Ik heb nooit één van de meisjes verkracht en een volwassen vrouw heb ik nog nooit gebruikt."
Zonder blikken of blozen legde de man deze verklaring af. Hij gaf de hele tijd de indruk nog fier te zijn op zijn daden ook.
Na het verhoor werd de man overgebracht naar de gevangenis van D. Niet zoveel later kregen we de opdracht een huiszoeking te doen in de woning van de kerel, en dat in zijn aanwezigheid. ... Met de handboeien aan volgde hij al onze bewegingen, wees schuiven aan en opende af en toe zelf een schuif of een kast ... ondanks de boeien. We vonden verschillende dozen met een hele verzameling foto's en vooral talrijke knipsels uit allerlei weekbladen. Allemaal foto's van kinderen die niet ouder dan 11-12 jaar waren. De hele verzameling werd uiteraard in beslag genomen. "Ik ben alleenstaande en tijdens de lange eenzame avonden zit ik naar de foto's en de knipsels te kijken", vertelde hij ons. 'Urenlang. Voor foto's van meisjes die ouder zijn dan 12-13 jaar voel ik niets', vervolgde de man schaamteloos. In de schuiven en kasten hadden wij ook nog een hele verzameling kerkboeken (gebedenboeken!) gevonden. In de woonkamer, slaapkamer en zelfs in de keuken hing een grote speciale spiegel, een soort "vergrootspiegel". Aan de spiegel in de woonkamer zagen we bovenaan een paternoster hangen. In de schuif van de slaapkamer troffen we verder twee schilderijen aan. Twee schilderijen die hij, naar eigen zeggen, zelf had gemaakt. Het waren twee afbeeldingen van naakte vrouwen. Hij had ze geschilderd op grote stukken karton van 0,50 op 0,60m. "Ik heb die vrouwen in die houding voor mij alleen geschilderd en ik plaatste het schilderij dan voor de spiegel om het te vergroten", legde hij uit. "Dat was dan precies of die vrouw was levend voor mij. Dan bevredigde ik mezelf. Maar in het echt moet ik van geen volwassen vrouwen hebben ... alleen kleine meisjes ..."
We hadden genoeg gegevens om onze PV op te stellen en de man terug naar D. over te brengen. Het was nu aan justitie om hem te vervolgen en te veroordelen voor al de feiten die hij op kinderen had gepleegd in de omgeving van P. Onze opdracht zat er op.
Groot was onze verbazing toen diezelfde persoon, die we geboeid naar D. hadden overgebracht en aan het gerecht hadden overgeleverd, tien dagen later terug vrij in de gemeente rondliep. We hadden ook onze bronnen wel en kwamen vrij snel te weten dat de pedofiel dankzij bemiddeling van de plaatselijke geestelijkheid de gevangenis had mogen verlaten. Hij was een familielid van een prominent politicus in de gemeente die nauwe banden had met de geestelijkheid. Hij ging elke dag naar de mis en werd aanzien als een diepgelovig mens. Tijdens het onderzoek had ik al van een vooraanstaand persoon te horen gekregen : "Ik zal alles doen wat ik kan om meneer V.S. naar huis te krijgen. Meneer de deken heeft me verzekerd dat het wel zou lukken." Ik had aan die woorden geen aandacht meer besteed, was er van overtuigd dat de feiten erg genoeg waren om de man voor enige tijd achter slot en grendel te houden. Kan je je de frustratie en machteloosheid inbeelden die zich van ons meester maakte. De manier waarop mensen ons aankeken in de gemeente sprak boekdelen en we werden meer dan een keer aangesproken. over die onbegrijpelijke en vooral onverantwoorde vrijlating. Wat konden we zeggen? Op onze woorden moesten we letten, ja !
NAWOORD : ********** Ook in dit verhaal vind ik nergens een vermelding van veroordeling. Dat een en ander in de doofpot is terechtgekomen, zoveel is wel duidelijk. Zal zijn "strafmaat" meer geweest zijn dan niet meer in de omgeving van kinderen te mogen komen? Ik vrees van niet.
Enkele jaren later : ============ Mijn vader was al enige tijd met pensioen en samen met mijn moeder maakte hij dikwijls uitstapjes met de fiets of zelfs te voet naar één van de omliggende dorpen van P. , terwijl ik diende te studeren. Op een keer wandelden ze in de richting van het lagere schooltje van het dorpje ... Het was kort voor het einde van de lessen. Plots zag vader niemand minder dan "meneer" V.S. heen en weer wandelen in de nabijheid van de school. Veel kinderen trokken in die tijd alleen te voet naar huis langs landelijke wegels. Wat had die man hier te zoeken op dit uur? En waarom zou hij toevallig aan een schooltje voor de allerkleinsten zijn opwachting maken? Op een bepaald moment moet hij mijn vader herkend hebben en maakte zich zo snel mogelijk uit de voeten. Vader zal het voorval wel doorgegeven hebben aan de rijkswacht ... maar heeft er verder nooit meer iets over gehoord.
Is het niet misdadig dat dergelijke figuren in bescherming worden genomen, als je weet dat het gevaar reëel is dat zo iemand opnieuw en nog eens opnieuw zal proberen kinderen seksueel te misbruiken ? Hoeveel ellende, hoeveel menselijk leed had niet kunnen vermeden worden, indien kerkelijke autoriteiten toen hun volle verantwoordelijkheid hadden genomen en opgekomen waren voor de bescherming van de meest kwetsbare schakel in de samenleving : het kind ?
Verhalen (5) : "Kindervriend" wordt beschermd - deel 1. *************************************** In het tweede verhaal op dit blog werden enkele voorbeelden gegeven waarbij daders, die zich schuldig hadden gemaakt aan seksueel misbruik van kinderen, bescherming genoten van de geestelijkheid, en op die manier binnen de kortste keren weer in vrijheid werden gesteld. Die daders waren geen geestelijken, maar waren "eerbare leden" van de kerkfabriek. De zedenfeiten die ze pleegden op minderjarige slachtoffertjes werden meermaals met de brede mantel der liefde toegedekt.
Fragment uit "Verhaal 2" : ================== Wraakroepend hoe de daders tijdens hun ondervragingen telkens duidelijk lieten voelen dat ze een "beschermer" hadden in kerkelijke kringen die over een "lange arm" beschikte in de gerechtelijke wereld. Sommige geestelijken deinsden er niet voor terug "bedreigingen" te uiten indien het onderzoek gebeurlijk te ver zou doorgedreven worden ... ! Geestelijken van ... en omliggende dorpen verdedigden keer op keer daders, die wij op grond van ernstige zedenfeiten hadden aangehouden en stelden alles in het werk om hen zo snel mogelijk terug uit de gevangenis te krijgen. Alom gewaardeerde geestelijken maakten misbruik van hun waardigheid, gezag en macht om mensen die zich schuldig hadden gemaakt aan seksueel misbruik van kinderen terug in de gemeente en omliggende dorpen te laten "rondlopen" (om opnieuw op de loer te liggen, op zoek naar nieuwe slachtoffertjes). ... In het volgende hoofdstuk verwijst mijn vader naar de 57-jarige V.S. uit P.
Op zekere dag werd de man met twee meisjes (9 en 11) op heterdaad betrapt in de omgeving van ... De rijkswacht werd verwittigd en de kerel werd direct overgebracht naar de brigade voor ondervraging. De man bekende de hem ten laste gelegde feiten. Bovendien bekende hij tientallen andere aanrandingen die de laatste tijd in de streek gepleegd werden. Toen hij de volgende dag geconfronteerd werd met de meisjes bekende hij nogmaals alles wat hem ten laste werd gelegd. ... In de notities van mijn vader vind ik alleen de bekentenis van de 57-jarige dader. Walgelijke feiten, maar ze worden hier getrouw weergegeven, vooral om duidelijk te maken welke "monsters" bescherming genoten van de geestelijkheid en daardoor vroeger konden vrijkomen of zelfs helemaal niet veroordeeld werden en hooguit verbod kregen zich nog op bepaalde plaatsen (scholen, ...) op te houden.
In het volgende deel : Enkele fragmenten uit de bekentenissen tijdens de confrontatie met de 11-jarige F. en de 9-jarige T.
Lezersbrief : Slachtoffers nogmaals 'gekelderd'. -niet gepubliceerd in Dialoog van HLN-
"Operatie Kelk gekelderd", is een titel in de krant van dinsdag 20 maart. Er had evengoed kunnen staan : "Slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken nogmaals gekelderd". Zijn zij niet voor de zoveelste keer opnieuw slachtoffer van de machinaties van justitie, politiek en kerkelijke instanties ? De laatste zin van het artikel laat aan duidelijkheid niets te wensen over : "De pedofilieslachtoffers zullen dus hoogstwaarschijnlijk in de kou blijven staan. Want dat de kerkleiders nog ooit voor de rechter zullen komen voor schuldig verzuim is hoogst onzeker". Een zoveelste mokerslag in het gezicht van de slachtoffers. Het moet verschrikkelijk hard aankomen bij hen, te zien dat zij die hun jonge leven verwoest hebben, hen littekens bezorgd hebben voor de rest van hun leven, ongemoeid gelaten worden. Dat de moegetergde onderzoeksrechter er de brui aan geeft is dus een godsgeschenk voor de nog levende pedofiele priesters. Alsof men de slachtoffers nog niet genoeg de duivel heeft aangedaan gaf Mieke Van Hecke, hoofd van het katholiek onderwijs, onlangs nog eens duidelijk haar visie weer : "Bisschop Roger Van Gheluwe is nu al genoeg gestraft (welke straf mevrouw Van Hecke ?); nu is vergiffenis op zijn plaats". Ze had het in het gezicht van de slachtoffers horen te zeggen. Zei u iets over het leed van de slachtoffers, mevrouw ? Ze werd echter kordaat op haar woord gepakt door moraalfilosoof Etienne Vermeersch : "Van Hecke gaat voorbij aan een belangrijke premisse : Vergiffenis kan enkel na berouw!" Een uitspraak die meteen haar hypocriete houding dik in de verf zet, want 'zondigen' tegen de eigen 'waarden', dat moet kunnen om er toch maar voor te zorgen dat die arme drommels van pedofiele geestelijken rustig hun goedbetaalde oude dag zonder verdere zorgen zouden kunnen vervolgen. Komt er ooit nog een opvolger, en indien ja, wanneer, en kan die nog voldoende het vertrouwen van de slachtoffers winnen om alles weer op gang te brengen ? Die slachtoffers moeten nu toch het gevoel krijgen dat de erge feiten van seksueel misbruik die ze hebben meegemaakt van ondergeschikt belang zijn en lijf en leden van de pedofiele priesters gevrijwaard moet blijven ... en VOORAL het imago van het instituut kerk niet verder mag geschaad worden door de aantijging van 'schuldig verzuim'. Veel is er dus niet veranderd in vergelijking met vroeger, behalve dat nu veel feiten aan het licht zijn gekomen. Vroeger werden onderzoeken naar seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken van in het begin al op alle mogelijke manieren tegengewerkt (druk op onderzoekers, op de ouders van het slachtoffer, op het kind zelf!). Als een dossier dan toch bij het parket terechtkwam, dan werd uiteindelijk door justitie de 'strafmaat' zo goed als altijd in handen van het bisdom gegeven, waarna de gebruikelijke maatregelen van inwendige orde werden genomen : Overplaatsing en in heel wat gevallen de mogelijkheid dezelfde activiteiten (veelal in het onderwijs) verder te kunnen zetten. Vandaag behoudt Roger Van Gheluwe zijn riant pensioen en samen met hem nog heel wat pedofiele geestelijken die zich jarenlang aan kinderen hebben vergrepen.
De slachtoffers, zij hebben 'levenslang' gekregen, want de feiten die vaak jarenlang op hen werden gepleegd hebben hen voor het leven getekend. Bij de statement van lezer Didier Vanhede uit Menen mogen justitie en zeker de kerkelijke autoriteiten eens stilstaan : "Net wanneer het land zich opmaakt voor de begrafenis van 22 verongelukte kinderen, wordt ook het grootste onderzoek ooit naar kindermisbruik begraven. Van bittere ironie gesproken". Om dat laatste zal de kerk absoluut niet rouwig zijn !
********************** SCANS : 4. * Reactie van lezer Didier Vanhede uit Menen. * Artikel "Operatie Kelk gekelderd".
Lezersbrief n.a.v. artikel "Toverpotlood leest verhaaltjes voor" (krant van vrijdag 15 april 2O11).
GADGETS EN "BIG MONEY".
"Een stuk speelgoed zal nooit vriendelijk personeel vervangen", schreef lezer A. D'Hoe in de 'Brief van de dag' in Dialoog van 23 april 2009. Het was een reactie n.a.v. de uitvinding van een groene knuffelrobot, een kruising tussen een olifant en een miereneter. Hij zou in ziekenhuizen worden ingeschakeld om het leed van jonge patiëntjes te verzachten. Een robot die menselijke emoties vervangt en positieve herinneringen zou nalaten bij kinderen. Dat kan natuurlijk allemaal best zijn, maar lezers stelden toen de vraag of het geld daaraan besteed niet beter had kunnen dienen om het werk van de cliniclowns te steunen. Nog in de verste verte niet kon/kan deze robot concurreren tegen de menselijke warmte geboden door verplegend personeel, artsen ... en niet te vergeten de cliniclowns. Het effect dat deze laatsten op kinderen hebben is met geen woorden te beschrijven. Aan dat artikel ("Probo knuffelt zieke kindjes") moest ik onmiddellijk denken bij het lezen van "Toverpotlood leest verhaaltjes voor". Dat "toverpotlood" mag dan wel evengoed een ingenieuze uitvinding zijn, experts stellen dat dit nieuwe gadget een belangrijk knuffelmoment met ouder of grootouder niet kan vervangen. Een duur stukje speelgoed bovendien, zoals zovele andere, maar uiteraard voor "big money" de hemel ingeprezen door een groot elektronikabedrijf. Hun argumenten pro lopen niet bepaald over van enige ethiek. "Ideaal voor kinderen met ouders die veel overuren kloppen". Terwijl men nu net de ouders meer mogelijkheden zou moeten bieden om voldoende tijd uit te trekken voor de kinderen. "Alsof de vader het live voorleest", zeggen de uitvinders, terwijl ze de dollars allicht al voor ogen zien. Het mag dan wel een leerzaam gadget zijn, maar dat zijn duizenden andere doodeenvoudige gadgets ook. "Het is in staat kinderen te leren lezen", vervolgen de makers. Majo De Sadeleer, directrice van de Stichting Lezen, antwoordt daar heel gevat op : "En superpienter kind zou misschien kunnen uitvinden welke lettertjes bij welk woord horen. Maar ik denk dat er meer methodiek nodig is om te leren lezen dan ze op een blad met lettertjes te laten kijken. Ook daarvoor is doorgaans hulp van de volwassene nodig".
Zelfs als beide ouders uit werken gaan of overuren kloppen, dan nog blijft het voorlezen van een verhaaltje een belangrijk moment voor elk kind, en meteen ook een moment dat elke ouder of grootouder een leven lang blijft koesteren. Zoiets is onvervangbaar. Dat moment, hoe kort ook, dat je vrijmaakt voor je kind of kleinkind, is een moment waarop het beseft : "Dit is tussen ons". Een moment waarvan het kind, hoe onbewust ook, zich maar al te goed realiseert dat je er bent voor hem of haar. Dat moment kan geen enkel gadget, ook geen AnyBookReader vervangen. Je maakt van een "robotspeeltje" geen "ersatzouder" of "ersatzgrootouder".
Het artikel doet me ook denken aan wijlen professor Jaap Kruithof, die niet alleen ongezouten zijn mening gaf over vele maatschappelijke problemen, maar ook een kruistocht voerde tegen onze consumptiemaatschappij, waar het 'oude' binnen de kortste keren achteloos wordt weggegooid. Laten we hier dus het "verhaaltje vertellen" door ouder of grootouder voor het slapengaan niet zomaar weggooien !
********************************** Toegevoegd aan deze lezersbrief :
-Bijlage 1 en 2 : Artikel "Toverpotlood leest verhalen voor". -Bijlage 3 : Artikel "Probo knuffelt zieke kindjes" - april 2009. -Bijlage 4 : Brief van de dag van A. D'Hoe (waarvan sprake in bovenstaande lezersbrief) n.a.v. artikel over "Probo" - april 2009. -Bijlage 5 : Lezersbrief van mezelf n.a.v. "Probo" - april 2009. -Bijlage 6 : Lezersbrief "Blij met snuisterijen" - Het belang van de kleine dingen, n.a.v. de tentoonstelling in het "Huis van Alijn" van snuisterijen verzameld door Jaap Kruithof - december 2009.
Naar aanleiding van de discussie over de loopbaanverlenging van leerkrachten begin deze maand schreef een lezer in Dialoog (krant HLN van 3 maart) :
"Zij (de leerkrachten) zien meestal zo weinig van het leven buiten de klas dat ze er ook weinig van afweten."
Deze reactie werd boven alle andere reacties rond dit thema geplaatst. Mijn reactie daarop naar Dialoog van HLN werd niet weerhouden. Een klein beetje 'recht van antwoord' was wel op zijn plaats geweest, vind ik. In de eerste plaats omdat de oneliner van lezer G. Van Houte bol staat van vooroordelen ten overstaan van het beroep van leerkracht. *
Het tragische busongeval in Zwitserland geeft vandaag de woorden van lezer G. Van Houte een verschrikkelijk morbide weerklank. De leerkrachten-begeleiders, die ook om het leven zijn gekomen, hebben hun leerlingen wellicht heel wat bijgebracht over het leven buiten de klas. Zo'n verblijf samen hier of in het buitenland omvat heel wat meer dan de geplande buitenactiviteiten. Veel mensen vinden die skivakanties, bosklassen, verblijven op kinderboerderijen of een studiereis naar bvb Bokrijk, snoepreisjes voor de leerkrachten. Tijdens zo'n verblijf of uitstap steken de leerlingen echter op veel andere gebieden heel veel op, niet in het minst op sociaal vlak (omgang in groep, samen eten, sporten, ...). De oneliner van lezer G. Van Houte is dan ook complete onzin en is allicht alleen een uiting van nijd en frustratie tegenover mensen die het beroep van leerkracht uitoefenen.
Kan lezer G. Van Houte uit Hamme zijn statement van hierboven eens duidelijk toelichten in het kader van dit verschrikkelijk ongeval ?
************
* De reactie werd doorgestuurd naar Dialoog op vrijdag 16 maart met de vraag aan lezer om toelichting, maar werd, zoals verwacht trouwens, niet weerhouden. 'Recht op een antwoordje' wordt dit genoemd, vandaar de publicatie op dit blog.
Reactie : Had de man zich vroeger niet beter meer gemoeid met al zijn pedofiele onderdanen in plaats van samenwonenden of eender wie de les te komen spellen ? Decennialang heeft hij (en met hem het hele instituut kerk) geestelijken, die kinderen meermaals en dikwijls jarenlang seksueel hebben misbruikt, de hand boven het hoofd gehouden ... er in feite voor 'gezorgd' dat pedofiele geestelijken nog meer slachoffers konden maken. Overplaatsing en terug de gelegenheid krijgen met kinderen om te gaan, dat was de 'strafmaat' voor hun malafide daden : Hun macht van priester(-leraar) MISbruiken om hun driften bot te vieren op de zwakste schakel in de samenleving, het kind. Dat pas is 'beschadiging' van zovele jonge levens, zowel op fysisch als op psychisch vlak. "Schuldig verzuim heet dat, vanwege hem, zijn voorgangers, vanwege het hele instituut kerk. En die man gaat dan eens met de moraliserende vinger naar samenwonende koppels wijzen ! Die man komt alweer eens orakelen over de waarden in het leven, terwijl de eigen onderdanen die waarden aan hun laars lapten ... en hoe ?
"Wie samenwoont zonder kerkelijk huwelijk ondermijnt de maatschappij", luidt het. "De burgers moet 'geleerd' worden dat kuisheid een absolute prioriteit is", vervolgt de paus. De bisschoppen krijgen de opdracht die visie beter uit te dragen. Zoiets zonder blikken of blozen beweren is zonder meer de schaamte voorbij. Voor de paus en andere kerkelijke autoriteiten was de bescherming van het kind tegen pedofiele geestelijken decennialang absoluut geen prioriteit. Integendeel, niet alleen het kind, ook de ouders werden steevast onder druk gezet. En onderzoeken naar seksueel misbruik door geestelijken werden jarenlang op alle mogelijke manieren tegengewerkt (voorbeelden daarvan vormen de eerste 5 verhalen in dit blog - zie "Overzicht verhalen van onderzoeken over seksueel misbruik door geestelijken). Ik wil hier eindigen met nog een van zijn statements : "De kinderen hebben het fundamentele recht om op te groeien met een gezonde kijk op seksualiteit en de plaats ervan in menselijke relaties". Net op dat vlak hebben de kerkelijke autoriteiten generaties lang gefaald door het seksueel misbruik van kinderen door geestelijken in de doofpot te willen houden. Nu andere mensen die zich niet willen onderwerpen aan de vastgeroeste regels van het instituut kerk de les spellen, dat is pas immoreel.
Lezersbrief : Vooroordelen -niet gepubliceerd in Dialoog van HLN ondanks provocerende taal van lezer-
* Reactie op lezersbrief van G. Van Houte uit Hamme.
Wat mij in vele commentaren in Dialoog en op de diverse online nieuwssites opvalt is de toon waarop men over het beroep en de mens-leerkracht schrijft. Totaal geen waardering. Dat minachtend toontje van een aantal lezers maakt duidelijk dat zij het beroep van leerkracht uitsluitend bekijken door hun 'bril van vooroordelen'. De bijdrage van lezer G. Van Houte uit Hamme is daar een droevig voorbeeld van. Geen enkel zinnig argument wordt naar voren gebracht, alleen een aantal veronderstellingen zonder draagvlak.
"Als je hen in vertrouwen spreekt hoor je vaak (?) : 'Ik heb voor het beroep gekozen voor de vele vakanties en korte (?) werkdagen'. Geen relativering, geen nuances, veralgemenen en aan 'hokjesredeneren' doen. Eén zus, allemaal zo ! Zijn statement getuigt bovendien van een compleet gebrek aan enige empathie. Zelf heb ik, eerlijk gezegd, ook al eens iets geantwoord in die zin, maar dan tegen mensen die met een sneer het beroep poogden te minimaliseren. Mijn antwoord formuleerde ik zo met opzet en dat was uiteraard cynisch bedoeld ! Meestal volgde geen repliek meer. Indien de vakantieperiodes, zeker de dag van vandaag, de enige motivatie zouden zijn van iemand om in het onderwijs te stappen, dan loopt die er vroegtijdig uit weg of hij of zij gaat er aan tenonder. Het werken met leerlingen (jonge opgroeiende mensen), dat doe je niet zonder ook maar enige vorm van motivatie.
Lezer G. Van Houte mag voor mijn part eens 'meedraven' met leerkrachten, de buiten-en/of naschoolse activiteiten (ook in de weekends), de vergaderingen, de verbeteringen, ..., op zijn/haar rekening nemen.
Een vooroordeel dat ik er echt over vind is : "Het probleem bij leerkrachten is dat ze meestal zo weinig van het leven buiten de klas zien en dat ze er ook weinig vanaf weten." ????? Waar lezer dergelijke nonsens vandaan haalt weet ik niet, maar feit is dat leerkrachten dagelijks geconfronteerd worden met de realiteit in en buiten de klas. Bovendien wordt de 'realiteit buiten' ook in heel wat lessen onder de loupe genomen, worden bezoeken aan bedrijven, winkelzaken, e.d. georganiseerd. Ben als gepensioneerd leraar nog meegeweest met de klas van kleindochter Kim, toen ze een leerzaam bezoek brachten aan een bakkerij. Confrontatie met het echte leven voor de kids en ze hebben er van genoten. Het leven buiten de klas is dus voor elke leerkracht van het allergrootste belang en maakt deel uit van het 'schoolgebeuren'.
Lezer heeft blijkbaar ook niet het minste besef wat leerkrachten te horen krijgen tijdens oudercontacten bvb : Problemen met scheidingen, voogdij, leerproblemen bij kinderen, enz... Bovendien komen ze via het CLB of tijdens gewone gesprekken met ouders na de lesuren vaak heel wat te weten over de realiteit waarin het kind leeft. Belangrijk om de opvolging van elk kind in goede banen te leiden.
Ofwel haalt lezer op die manier uit naar de mens achter de leerkracht om te provoceren (volgens mij het geval), ofwel is het onwetendheid over wat het beroep allemaal inhoudt.
******************* SCAN : Lezersbrief van G. Van Houte (zie onderaan).
1) Lezersbrief n.a.v. het artikel in HLN van woensdag 29 februari en de negatieve reacties van sommige lezers ten overstaan van het beroep van leerkracht.
* Volledige versie van de lezersbrief.
Ook het onderwijs wordt nu geviseerd door de regering. "Wat nu gebeurt is onontkoombaar. Betogen en staken zal de leraren niets bijbrengen. Het zal alleen de maatschappij veel geld en energie kosten", stelt Luc Van der Kelen in zijn column (krant van woensdag 29 februari). Net als de Minister van Onderwijs hanteert hij hier het handigste middeltje om de bevolking op te zetten tegen de acties van leerkrachten, die ongetwijfeld zullen volgen. Minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) : "We hebben bedongen dat ze vanaf 60 met pensioen zullen kunnen blijven gaan, terwijl de rest van de bevolking tot 62 of 65 moet werken". Handig demagogisch gespeeld en natuurlijk koren op de molen van hen die maar al te graag direct dat lang voorbijgestreefde cliché opwerpen van de vele vakanties. Vooroordelen tegenover de job van leerkracht, ze zullen altijd wel blijven bestaan, vrees ik. Alhoewel de dag van vandaag heel wat meer mensen maar al te goed beseffen wat de job allemaal inhoudt, gezien ze iemand in de familie of een kennis hebben die in het onderwijs staat. Die vakantieperiodes steken nu eenmaal velen de ogen uit. Ik wil die mensen die daar voortdurend op inspelen eens uitnodigen één uurtje in een kleuterklas met pakweg 20 kinderen te werken, eens een dagje in het beroepsonderwijs door te brengen in een paar extra-moeilijke klassen, of eens zes uurtjes aan één stuk door les te geven in verschillende klassen en liefst twee tot drie vakken. Dat laatste is absoluut geen uitzondering. Neem er naast de voorbereidingen (en die gaan heus geen hele loopbaan mee, hoor - dat is een clicheetje van oudsher) het papierwerk maar bij (dat elk jaar aangroeit en zeker niet transparanter wordt), de naschoolse activiteiten, de vergaderingen om de haverklap, de oudercontacten en de bijscholingen. En, last but not least, het feit dat een leerkracht zich de dag van vandaag voor alles en nog wat moet verantwoorden en steeds de kop van Jut is, als het er op aankomt. Ik heb mijn job 35 jaar met hart en ziel beoefend en ik weet ook wel wat bvb nachtwerk betekent. Ik heb enkele jaren als vakantiejob in een veiling gewerkt (bandwerk) ... op een manier zoals het vandaag zelfs niet eens meer zou mogen. Dagwerk en soms de nacht eropvolgend, want de groenten die binnenkwamen moesten tijdig gesorteerd worden. Daarom zal ik ook geen enkel beroep minimaliseren, maar dat is wat heel wat mensen in de lezersrubrieken en op de online nieuwssites wel doen. Met mijn voorbeeld wil ik hier gewoon dat ballonnetje doorprikken alsof leerkrachten niet zouden weten wat werken is.
Iedereen moet langer werken, hoor en lees ik her en der, maar dan wil ik toch graag eens een sluitend antwoord op volgende vraag : Hoe, waar en wanneer zullen in de nabije toekomst al die jongeren tewerkgesteld worden ? Een en ander klopt toch niet ! Het grootkapitaal blijft beschermd, de werknemer moet bloeden en de crisis 'afbetalen' (met zijn centjes en door langer te moeten werken) die helemaal niet door hem werd veroorzaakt, maar door diegenen die decennialang met ons geld 'gespeculeerd' hebben en hoe dan ook hun winst willen behouden en zelfs verhogen. We hebben het dan nog niet over een aantal riante weddes van hooggeplaatste politici, die omwille van al hun functies in allerlei beheerraden hun inkomsten zeker niet zullen zien dalen.
Als gepensioneerd leraar steun ik de leerkrachten voor de volle 100% in hun acties.
*****************
2) SCANS : Zie onderaan.
* Ingekorte versie van lezersbrief in Dialoog van donderdag 1 maart. * Selectie overige reacties.
3) Artikel uit Knack.be (+ eigen reacties in discussie). -link onder scans-
Ingekorte reactie in Dialoog van HLN van zaterdag 4 februari.
Volledige versie :
Niet te geloven dat een mens bekritiseerd wordt omdat hij/zijvindt dat NU, VANDAAG in de eerste plaats voorrang moet gegeven worden aan het vinden van een degelijke opvang voor de daklozen, van welke origine of nationaliteit zij ook zijn. Echt verwonderen doet het mij niet, alleen kotsmisselijk word ik van dat 'eeuwige' cliché waarmee de criticasters ons om de oren proberen te slaan. Een 'dooddoenertje' dat we al duizenden keren gelezen hebben op de forums van de nieuwssites. "Ik vraag mij af hoeveel asielzoekers Hilde Sabbe, Ivan Bontinck en Christine Laurens al bij hen thuis hebben laten slapen !" ... "Wel, mevrouw, waar wacht u op om ze in huis te nemen ?" ... Een héél goedkoop discours dat nergens op slaat, maar gewoon op de man spelen is, niet meer of niet minder. Een mens wordt dus direct met de beschuldigende vinger aangewezen als hij/zij durft te stellen dat NU, in deze barre vrieskou, de politieke discussie rond asielzoekers even moet opzijgezet worden en het redden van mensenlevens primordiaal is. Je krijgt de zwarte piet doorgespeeld omdat je er op wijst dat de overheid (alweer niet) kan inspelen op noodsituaties. Een periode van extreem winterweer hoort immers altijd tot de mogelijkheden. Kortzichtig en in se onrechtvaardig, de opmerking van lezers hierboven. Waar halen zij het recht mensen te 'pakken' op een problematische toestand die niemand op een individuele manier kan oplossen ? Ze richten een sneer naar mensen die ze niet eens kennen, mensen die elk op hun manier hun bijdrage leveren om te wijzen op de ellendige toestand van elke dakloze bij deze extreemkoude temperaturen. Het gaat hier trouwens niet over u, mij of ons ... het gaat over daklozen die zich in een precaire situatie bevinden en dienen geholpen te worden, hoe moeilijk dat ook is, een dat hoort een samenleving die zich 'beschaafd' wil noemen te kunnen oplossen.
******
Toegevoegd : 2 SCANS : * Reacties uit Dialoog van vrijdag 3 februari. * Ingekorte versie van lezersbrief hierboven. * Column van Hilde Sabbe : "IJskoud".
* Geschreven n.a.v. de lakse houding van politici ten opzichte van de situatie van daklozen (zonder onderscheid van afkomst of nationaliteit) bij extreme vrieskou. Er komt eindelijk beweging, maar veel te laat waardoor chaos onvermijdelijk is. Zovele honderden dagen heeft men kunnen palaberen om tot een regering te komen. Lezer Jos Olislagers stelt in Dialoog : "Straf, er bestaat een crisisplan om de winter te overbruggen en dat zou al een maand klaarliggen". Waarom kan zoiets in België niet DIRECT uitgevoerd worden. Het gaat per slot van rekening over mensenlevens. Procedure hier, procedure aldaar, en iedereen wijst weer naar elkaar : Schuld van de vorige regering, schuld van de nieuwe legislatuur, enz...
***
Kan een land zich 'beschaafd' noemen wanneer het voor de zoveelste keer niet in staat is mensen in nood onderdak te bezorgen bij deze extreme koude ? Het antwoord is "neen". Maar veel erger is dat diegenen die verantwoordelijkheid moeten/kunnen opnemen zich verschuilen achter uitvluchten politici onwaardig. Het gaat er NU, VANDAAG, in deze extreme wintertoestanden niet om te leuteren dat alles moet ingezet worden op een terugkeerbeleid. Dat is nu niet aan de orde (NB.: Er zijn trouwens ook veel Belgische daklozen). Als mensen hulp nodig hebben, dan moeten wij die hulp kunnen aanbieden. Een politieke discussie voeren hierover is pervert, zonder meer. Een mens gelooft zijn eigen ogen niet als je leest dat diezelfde kafkaiaanse toestanden uit het verleden nu opnieuw opduiken. De overheid voorziet wel plaatsen in kazernes, maar kan niet voor transport zorgen !? "We mogen toch niet concurreren met de busbedrijven", oppert De Crem. Wel, beste politici, zorg er dan voor dat zoiets wel mogelijk is, of moeten er zoveel procedures gevolgd of gecreëerd worden om dat mogelijk te maken ? Staatssecretaris Maggie De Block kan naar eigen zeggen "niet in zeven weken oplossen wat al jaren fout loopt". Struisvogelpolitiek noem ik dat. Er moet gehandeld worden, punt uit. Voorts stelt ze dat voor opvang zorgen in deze barre vrieskou leidt tot een nog groter aanzuigeffect. Een mensenleven veilig stellen is daar dus ondergeschikt aan ... Dames en heren politici, doe uw verdomde plicht en zorg er voor dat we eerstdaags niet opnieuw geconfronteerd worden met schrijnende beelden van daklozen, die moeten zien te overleven in mensonwaardige toestanden.
Lezersbrief : Omstreden fietswet. -ingekorte versie in Dialoog van 1 februari-
Karin Temmerman (Federaal parlementslid sp.a) is uitermate verbaasd over het verzet en ziet geen graten in de nieuwe fietswet die fietsers toelaat door rood te rijden als ze rechts dienen af te slaan. Ze maakt de vergelijking met Nederland, maar vergeet dat daar een totaal andere 'fietscultuur' heerst en die manifesteert zich in een uitstekende infrastructuur zowel voor voetgangers als voor fietsers. Ik blijf de wet wel een fout signaal vinden naar de kleinsten toe voor wie dat alleen maar heel verwarrend kan overkomen. Bovendien blijven mensen die slecht te been zijn (ouderen, rolstoelpatiënten, ...) in de kou staan. Een gevaarlijk precedent deze wet, die meteen ook een vrijgeleide geeft aan een bepaalde categorie fietsers die geen rekening houdt met de andere (zwakke) weggebruikers.
***********
Toegevoegd :
Ingekorte versie lezersbrief (Dialoog van woensdag 1 februari). Artikel uit HLN van dinsdag 31 januari : "Wathelet keurt fietswet goed tegen zijn zin."
N.a.v. het aanhoudende "vakbondbashing" van enkele lezers. Onderstaande bijdrage is een reactie op een inbreng van Luc Baert (Gent) - SCAN onderaan.
Vandaag ingekorte versie in Dialoog van HLN. SCAN onderaan.
In "Scherp" (Dialoog van weekendkrant van 28-29 januari) geeft lezer Luc Baert, Gent, een stukje 'vakbondbashing' ten beste. Beweren dat "vakbonden feitelijke verenigingen zijn, zoals een doodgewone vis-, bowling of kaartersclub, maar wel beschikken over een 'oorlogskas' om de economie naar eigen goeddunken plat te leggen" is niet alleen héél kort door de bocht, maar getuigt van een verregaande minachting tegenover een instantie waarop talrijke werknemers kunnen terugvallen om hun rechten en een belangrijk aantal noodzakelijke sociale verworvenheden te vrijwaren. Het kind zomaar met het badwater weggooien, dat zou getuigen van een kortzichtige visie. Je moet ook de positieve kanten durven toegeven van eender welke organisatie, En die positieve punten, die verwezenlijkingen van de vakbonden in de strijd tegen het grootkapitaal, daar hebben wij allemaal, ook lezer L.B., de vruchten van geplukt. Geen mens die dat kan ontkennen. Dat vakbonden alleen in het verleden hun nut hebben bewezen is een statement die je vaak hoort, maar het blijft een compleet onjuiste insinuatie. Heel wat mensen kunnen voor steun en uitleg bij pensioen- en andere berekeningen bij hun vakbond terecht en worden er ook geholpen. Iets wat ik zelf ook persoonlijk ondervonden heb. Vakbonden zijn mastodonten en ja, daar loopt al eens iets fout, maar vakbonden horen sterk te staan in hun strijd tegen de opnieuw opduiikende uitbuiting van de gewone burger. Lezer haalt uit naar de winsten die worden gemaakt ... "een staatsgeheim" dat moet onthuld worden, luidt het. Een straffe uitspraak, want zou het niet beter zijn dat we DIE "staatsgeheimen" onthullen die ons in deze crisis hebben terechtgebracht ? Een aantal van die "geheimen", waarbij met het geld van de burger gesjoemeld werd, zijn ondertussen aan het licht gekomen ... maar toch , de burger moet het maar BLIJVEN oplossen en ziet zijn budget met de dag slinken. De doodgewone werknemer wordt immers niet getrakteerd op bonussen. Wanneer de economie de gewone burger het volledige gelag wil laten betalen van de crisis (die door het grootkapitaal in de hand werd gewerkt), dan mag voor mijn part die economie door een staking platgelegd worden. Draai de zaken nu eens om en stel dat de vakbonden geen bestaansrecht meer zouden hebben. Dan gaan we gegarandeerd, binnen afzienbare tijd, naar een periode van willekeur tegenover de werkende bevolking. "Nutteloze stakingen", lees ik. Dat heb ik in het verleden dikwijls gehoord, maar wanneer vakbonden een en ander bereikt hadden (en daar zijn nu eenmaal voorbeelden van in overvloed), dan kon iedereen daar wel van genieten, ook zij die de vakbonden met de grond gelijk gemaakt hadden. Geen reacties te horen dan !
In alles schuilt goeds, ook in de strijd die de vakbonden aanbinden.
Ik ben Ivan Bontinck
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is Leerkracht Engels met pensioen..
Ik ben geboren op 13/06/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelsport (lange afstanden) - vreemde talen (o.a.Russisch) - lezersbrieven - geschiedenis - ....