Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Het bevel van de kinderrechter diende direct uitgevoerd te worden. Twee gendarmes (collega H. en ikzelf) dienden het ongelukkige meisje over te brengen naar het Rijksopvoedingsgesticht in het afgelegen Saint-Servais. We hadden een lange reis met het openbaar vervoer voor de boeg. We vervloekten de rijke doktersvrouw en haar verwende dochters. Wat stond het 16-jarige weesmeisje ginder allemaal te wachten? We hadden medelijden met haar, maar ze hield zich ongelooflijk kranig. Tijdens de treinreis begon ze zelfs honderduit te babbelen met ons. Ze zag ook wel in dat wij aan haar situatie niets konden veranderen. Ze vertelde ons ook over de ellendige toestand waarin weeskinderen in gestichten en kloosters dienden te leven. Vernederingen, mishandelingen ... het was dagelijkse kost in kloosters en andere gestichten. Enige vorm van menselijkheid had ze nergens ondervonden. Vandaar dat ze zo gelukkig was het weeshuis te kunnen verlaten om in een welstellend doktersgezin te kunnen gaan werken. Ze had er zo hoopvol naar uitgekeken. Het zou haar leven een heel andere wending geven. Dat het op deze manier zou aflopen, dat had ze allerminst verwacht. Ze had geprobeerd te weerstaan aan die dagelijkse pesterijen, maar toen ze haar voor de zoveelste keer uit haar bed haalden om midden in de nacht een smerige boel op te ruimen, toen was het haar te veel geworden.
Lena kende weinig of niets van het leven buiten de muren van kloosters en gestichten, maar wat ze daarbinnen al had meegemaakt, dat tartte elke verbeelding. Pas voor de tweede maal in haar leven zat het meisje op de trein en ze genoot er blijkbaar van ... ondanks al die ellende. In Brussel dienden we over te stappen en hadden we even tijd vooraleer de trein naar Namur te nemen. We gingen een luchtje scheppen en we kochten haar een pakje friet. Het was alsof we haar een briefje van 1OOO frank hadden gegeven. ... In Namen was het nog even wachten op de bus die ons naar Saint-Servais zou brengen. Daar wachtte ons nog een voettocht van een viertal kilometer om het oude gesticht te bereiken. Een versterkte burcht leek het, verscholen tussen rotsen en bossen. Mijn collega en ik droegen de pakken van het meisje. Naarmate we het gesticht naderden werd de stemming zwaarmoediger. Er werd bijna niet meer gepraat. Plots, op nog geen kilometer van het gesticht, liet Lena zich in het gras neervallen en barstte in snikken uit. Wij voelden mee met het meisje en bleven een poos rusten. We moesten zelf alle moeite doen om onze emoties te bedwingen. Ook woede maakte zich van ons meester, woede tegenover die hardvochtige doktersvrouw.
Zij was er de oorzaak van dat een weesmeisje van 16 nu tot haar 21'ste zou opgesloten blijven in dit gesticht ... niet veel beter dan een gevangenis was het. ... De poort van het gesticht sloeg automatisch dicht. Het geluid drong door merg en been en we zagen hoe Lena ineenkromp. Eén hoopje ellende. Niets bleef over van het meisje dat zich op de trein nog zo moedig en zelfs levenslustig had gedragen, ook al wist ze maar al te goed wat haar te wachten stond. Toch deed ze haar best zich kranig te houden, maar de luide, kille en gebiedende stem van de moeder-overste ontnam haar blijkbaar het laatste beetje moed en ze begon opnieuw te wenen. In het bureau van de overste dienden nog een aantal administratieve formaliteiten vervuld te worden. Toen we aanstalten maakten om te vertrekken vloog het meisje wenend en met uitgestrekte armen op ons af ... om afscheid te nemen ... of was het een "schreeuw" om hulp van ... neem mij alstublieft mee. Voor mij en mijn collega waren dat de moeilijkste momenten uit onze carrière. Wat daarna gebeurde, dat beeld zal ik nooit vergeten. Op het moment dat het meisje spontaan haar armen naar ons uitstak, trok een zuster haar brutaal weg en duwde haar een andere kamer binnen. We hoorden Lena nog snikken ... daarna niets meer ... Zonder moeder-overste nog een blik te gunnen zijn wij vertrokken. "Zijn dat de mensen die voortdurend orakelen "Bemin uw naaste gelijk uzelf"? Mijn wrok tegenover hen is sindsdien voor altijd gebleven. Vrome geestelijken naar de buitenwereld toe, maar even hardvochtig als die doktersvrouw tegenover de machteloze weeskinderen. Als geslagen honden voelden wij ons tijdens de terugreis. Veel werd er niet gesproken. Het meisje, tot een paar uur daarvoor een volslagen vreemde voor ons, had als mens heel veel indruk op ons gemaakt. Wrok maakte zich van ons meester, wrok tegenover de doktersvrouw en haar dochters, de kinderrechter, voor wie het weesmeisje slechts een nummer bleek te zijn, een meisje dat hij in vijf ambtelijke regeltjes voor jaren naar een gesticht, een gevangenis als het ware, verwees, wrok ook tegenover die norse moeder-overste en de brutale zuster die Lena van ons had weggetrokken.
Als rijkswachter maak je veel mee, je kan hard zijn als het moet, je kan je wapenen tegen de eeuwige kritiek, eigen aan het beroep, maar hiertegen ... nee, daar waren wij niet tegen bestand. Als we ooit de kans zouden krijgen de arrogante doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier lik op stuk te geven, we zouden het niet laten. Dat hadden we ons voorgenomen ... en dat is ons korte tijd nadien ook enkele keren gelukt. De drie dochters van de arts reden dagelijks met de fiets naar school, maar stelden zich dikwijls vrij arrogant op en trokken zich helemaal niets aan van verkeersreglementen. Binnen de kortste keren werden enkele PV's opgesteld wegens flagrante overtredingen. In diezelfde periode werd één van de dochters betrapt met een oudere man. De hautaine houding alleen al die ze aannam tegenover ons was voldoende om de vader op de hoogte te brengen. De doktersvrouw probeerde ons de volgende dag nog telefonisch te overtuigen papa niet te verwittigen. De vrouw ving bot en wij dienden haar van antwoord : "Madam, er zijn NOG veel meisjes die wat medelijden nodig hebben, en die het niet krijgen!" Ze had de boodschap begrepen en drong niet meer aan. Het was een kleine, maar toch een zoete wraak tegenover de hooghartige dame en haar kroost. Omwille van hun "stand" waanden ze zich boven iedereen. Het deed ons goed te beseffen dat haar echtgenoot een hartig woordje zal geplaatst hebben. We hadden hem trouwens ook op de hoogte gebracht van wat er met Lena gebeurd was, en dat viel bij de man, die nogal gesteld was op zijn goeie reputatie als arts, niet in goeie aarde.
Hopelijk heeft het meisje na haar 21'ste uiteindelijk het geluk gevonden. Ze zal er in elk geval, zoals die vele andere weeskinderen, een harde en moeilijke weg voor moeten afleggen hebben, een weg bezaaid met "menselijke kraaienpoten".
...
Minderjarigen overbrengen naar een gesticht of klooster, ik heb het jammer genoeg nog enkele keren meegemaakt in mijn loopbaan. Zelfs mijn echtgenote heeft zich ooit nog spontaan als begeleidster opgegeven toen we een drietal nog heel kleine kinderen (verwaarloosd) moesten overbrengen naar een gesticht. Hartverscheurend. Een tweede keer kon ze dat niet meer aan.
PS. : Dit is één van de verhalen die moeder (op 24 juli 2014 op 92-jarige leeftijd overleden) zich nog perfect herinnert.
Ze herinnerde zich nog levendig dat pa na zijn thuiskomst van Saint-Servais
ronduit stelde dat hij niet zou nalaten om de doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier te "pakken".
Menselijk als je weet wat hij en zijn collega die dag meegemaakt hadden.
De zoete wraak hebben de "dame" en haar dochters echter zelf in de hand gewerkt.
****
17-02-2017 om 00:00
geschreven door Ivan Bontinck 
|