Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk. *************** Op een vroege morgen rond half zeven komt een meisje van 16 de rijkswachtkazerne van T. binengestapt. Geladen met twee "margarinedozen", waarin blijkbaar haar hele hebben en houden, strompelt ze het bureau binnen. Het meisje ziet er vermoeid uit. We nemen de dozen met de schamele bezittingen over en bieden haar een stoel aan. Gelaten zet ze zich neer en begint te wenen. Wat brengt zo'n jong meisje op dit uur van de dag naar de rijkswachtkazerne, vragen wij ons af? Ruzie thuis en weggelopen ... misschien is het allemaal nog zo erg niet en kunnen de ouders binnen de kortste keren hun tienerdochter komen ophalen. Het zijn gedachten die in ons opkomen, want het duurt een hele tijd vooraleer het meisje haar droevige verhaal met horten en stoten begint te vertellen.
"Ik ben Lena," begint ze aarzelend. "Ik ben helemaal alleen op de wereld. Ik heb nooit een vader of moeder gekend, broers of zussen gehad. Als weeskind ben ik van het ene gesticht en klooster naar het andere gestuurd. Ik ben terechtgekomen in Gent, in Brugge ... Sint-Kruis, enz. Op een dag, ongeveer een maand geleden, dacht ik dat het lot mij nu eindelijk eens gunstig gezind zou zijn. Een dame uit T. was in het gesticht komen vragen of één van de meisjes in hun gezin zou kunnen geplaatst worden om er als meid te werken. Zoiets diende te gebeuren met toestemming van de kinderrechter. Ik was het leven in gestichten en kloosters zo beu en ik wou eindelijk iets van mijn leven maken. Ik stelde dus mijn kandidatuur. Mijn gedrag was altijd goed geweest, dus ik dacht dat ik kans had om gekozen te worden. Enkele dagen later kwam in het gesticht het bericht toe dat ik bij een doktersgezin mocht gaan wonen. om er als meid te werken. Ik was zo gelukkig. Voor mij zou een nieuw leven beginnen, een leven buiten de muren van die sombere kloosters en gestichten. De kinderrechter van Veurne, onder wiens bevoegdheid ik stond, had de beslissing genomen.
* Meneer en Mevrouw S. hadden een zoon, die al aan zijn hogere studies was begonnen, en drie dochters die wat leeftijd niet zo heel veel met mij verschilden.
Eindelijk had ik uitzicht op een beter leven. Het doktertsgezin woonde in een luxueuze villa, net buiten de stad, middenin het groen.
Ik logeerde op een zolderkamertje, piepklein, maar comfortabel. Ik had nog nooit in mijn leven een eigen kamertje gehad en het comfort dat ik hier had ... daar had ik als weeskind alleen maar kunnen van dromen. De dokter was een heel vriendelijke man, maar hij was zelden thuis. De zoon zat op kot in Gent en de drie dochters gingen naar school in T. Vanaf de eerste dag voelde ik dat de vrouw van de dokter op mij neerkeek en ik ondervond al heel snel dat de drie dochters er plezier aan beleefden mij uit te lachen en te pesten. Vooral omdat de dokter weinig thuis was kreeg ik het hard te verduren. Eens vertrokken naar zijn patiënten of naar de kliniek begonnen de pesterijen. Ik dacht dat het wel zou overgaan na een tijdje ... maar het werd alsmaar erger. Soms, in een vlaag van overmoed, dacht ik mij te mogen verdedigen tegenover hun onrechtvaardige behandeling, maar dan kreeg ik telkens te horen : "Gij moet zwijgen. Ge zijt maar een weeskind. Als ge nog tegenwerkt telefoneer ik naar de kinderrechter en dan zult ge terug opgesloten worden in een gesticht." Weken gingen voorbij ... als ik 's avonds, moe van het werken en het getreiter, op mijn zolderkamertje kwam, weende ik urenlang in mijn bed.
Ondanks al mijn comfort voelde ik me opnieuw alleen en door iedereen verlaten. En ik die gehoopt had vriendschap en liefde te vinden in het doktersgezin. Geen uur van de dag ging voorbij zonder dat mevrouw of één van de dochters me de meest onbenullige taken lieten uitvoeren. Soms moest ik terug opstaan om alles op te ruimen na een of andere samenkomst of feestje. De dochters schepten daar enorm veel genoegen in omdat ik terug uit mijn bed moest. Toen ik op een dag uit mijn bed werd gehaald en zei dat ik ziek was omdat ik mijn maandstonden had, lachten ze mij nog meer uit. Madam zei toen tegen mij dat ik er maar geen moest krijgen. Ik moest ook altijd alleen eten in de keuken. Een vriendelijk woord heb ik nooit gekregen, behalve van de dokter zelf. Hij vroeg mij zelfs eens op een dag : "Kunt u het nog uithouden met mijn vrouw en mijn dochters?" Ik durfde niets te zeggen, want dat zou het allemaal nog veel erger gemaakt hebben. Ik was zo bang terug naar een gesticht of een klooster te vliegen. Dat was het enige dat mij tegenhield ... tot gisterenavond. Ik moest van mevrouw terug opstaan, ook al was het al heel laat geworden. Ik moest de salon opkuisen, want er was een fles drank op de grond gevallen tijdens een of andere feestje. De ganse kamer lag er slordig bij en ik was zo moe ... Ik heb toen besloten het gezin te verlaten.
Om 5 uur ben ik opgestaan, heb mijn bezittingen in die dozen hier gestopt en ben stilletjes naar buiten geslopen. Ik kom mij nu bij de gendarmes aangeven om terug ergens geplaatst te worden."
Na dit aangrijpende verhaal van Lena stelden wij ons direct in verbinding met kinderrechter V. van Veurne. Wij vertelden hem wat het meisje was overkomen en stelden hem ook in kennis van het feit dat de doktersvrouw reeds een tiental meiden in dienst had genomen en dat die allemaal binnen de kortste keren ontslag hadden genomen
(een niet onbelangrijk feit dat we via ons onderzoek vrij snel te weten waren gekomen).
Toch nam de kinderrechter enkele uren later al de beslissing het meisje te laten opsluiten in een heropvoedingsgesticht ... te Saint -Servais, in de buurt van Namur. Ongeloof en machteloosheid maakte zich van ons meester, want tegen dergelijke beslissing konden wij niets inbrengen. De man, waarvan je zou denken dat hij beroepshalve alleen het welzijn van een kind voor ogen zou houden, hield hier in de verste verte geen rekening met de situatie waarin het meisje was terechtgekomen. Volgens hem had ze een unieke kans gekregen, en die had ze nu verbrod. Ze had bovendien haar dienst verlaten, het gezin waar ze als weesmeisje werd opgevangen. Zo'n ondankbaarheid, dat moest afgestraft worden.
Toen we Lena op de hoogte brachten van de beslissing van de rechter reageerde ze gelaten. Tranen stonden wel in haar ogen, maar ze zei ons dat ze nu toch "blij" was niet meer naar het doktersgezin te worden teruggestuurd.
Wordt vervolgd.
========
*Hieronder in bijlage de beslissing van de kinderrechter
die per telegram naar de rijkswacht van T. werd opgestuurd.
PS. : Moet toegeven dat ik met tegenzin de naam van de brigade en de kinderrechter
onleesbaar heb gemaakt.
Deze zaak moet bij vader heel wat kwaad bloed gezet hebben,
want dergelijke stukken voegde hij gewoonlijk niet bij de notities.
In het tweede deel komt het nog eens duidelijk tot uiting hoeveel emoties het
tragische verhaal van Lena bij de rijkswachters heeft losgemaakt.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Het bevel van de kinderrechter diende direct uitgevoerd te worden. Twee gendarmes (collega H. en ikzelf) dienden het ongelukkige meisje over te brengen naar het Rijksopvoedingsgesticht in het afgelegen Saint-Servais. We hadden een lange reis met het openbaar vervoer voor de boeg. We vervloekten de rijke doktersvrouw en haar verwende dochters. Wat stond het 16-jarige weesmeisje ginder allemaal te wachten? We hadden medelijden met haar, maar ze hield zich ongelooflijk kranig. Tijdens de treinreis begon ze zelfs honderduit te babbelen met ons. Ze zag ook wel in dat wij aan haar situatie niets konden veranderen. Ze vertelde ons ook over de ellendige toestand waarin weeskinderen in gestichten en kloosters dienden te leven. Vernederingen, mishandelingen ... het was dagelijkse kost in kloosters en andere gestichten. Enige vorm van menselijkheid had ze nergens ondervonden. Vandaar dat ze zo gelukkig was het weeshuis te kunnen verlaten om in een welstellend doktersgezin te kunnen gaan werken. Ze had er zo hoopvol naar uitgekeken. Het zou haar leven een heel andere wending geven. Dat het op deze manier zou aflopen, dat had ze allerminst verwacht. Ze had geprobeerd te weerstaan aan die dagelijkse pesterijen, maar toen ze haar voor de zoveelste keer uit haar bed haalden om midden in de nacht een smerige boel op te ruimen, toen was het haar te veel geworden.
Lena kende weinig of niets van het leven buiten de muren van kloosters en gestichten, maar wat ze daarbinnen al had meegemaakt, dat tartte elke verbeelding. Pas voor de tweede maal in haar leven zat het meisje op de trein en ze genoot er blijkbaar van ... ondanks al die ellende. In Brussel dienden we over te stappen en hadden we even tijd vooraleer de trein naar Namur te nemen. We gingen een luchtje scheppen en we kochten haar een pakje friet. Het was alsof we haar een briefje van 1OOO frank hadden gegeven. ... In Namen was het nog even wachten op de bus die ons naar Saint-Servais zou brengen. Daar wachtte ons nog een voettocht van een viertal kilometer om het oude gesticht te bereiken. Een versterkte burcht leek het, verscholen tussen rotsen en bossen. Mijn collega en ik droegen de pakken van het meisje. Naarmate we het gesticht naderden werd de stemming zwaarmoediger. Er werd bijna niet meer gepraat. Plots, op nog geen kilometer van het gesticht, liet Lena zich in het gras neervallen en barstte in snikken uit. Wij voelden mee met het meisje en bleven een poos rusten. We moesten zelf alle moeite doen om onze emoties te bedwingen. Ook woede maakte zich van ons meester, woede tegenover die hardvochtige doktersvrouw.
Zij was er de oorzaak van dat een weesmeisje van 16 nu tot haar 21'ste zou opgesloten blijven in dit gesticht ... niet veel beter dan een gevangenis was het. ... De poort van het gesticht sloeg automatisch dicht. Het geluid drong door merg en been en we zagen hoe Lena ineenkromp. Eén hoopje ellende. Niets bleef over van het meisje dat zich op de trein nog zo moedig en zelfs levenslustig had gedragen, ook al wist ze maar al te goed wat haar te wachten stond. Toch deed ze haar best zich kranig te houden, maar de luide, kille en gebiedende stem van de moeder-overste ontnam haar blijkbaar het laatste beetje moed en ze begon opnieuw te wenen. In het bureau van de overste dienden nog een aantal administratieve formaliteiten vervuld te worden. Toen we aanstalten maakten om te vertrekken vloog het meisje wenend en met uitgestrekte armen op ons af ... om afscheid te nemen ... of was het een "schreeuw" om hulp van ... neem mij alstublieft mee. Voor mij en mijn collega waren dat de moeilijkste momenten uit onze carrière. Wat daarna gebeurde, dat beeld zal ik nooit vergeten. Op het moment dat het meisje spontaan haar armen naar ons uitstak, trok een zuster haar brutaal weg en duwde haar een andere kamer binnen. We hoorden Lena nog snikken ... daarna niets meer ... Zonder moeder-overste nog een blik te gunnen zijn wij vertrokken. "Zijn dat de mensen die voortdurend orakelen "Bemin uw naaste gelijk uzelf"? Mijn wrok tegenover hen is sindsdien voor altijd gebleven. Vrome geestelijken naar de buitenwereld toe, maar even hardvochtig als die doktersvrouw tegenover de machteloze weeskinderen. Als geslagen honden voelden wij ons tijdens de terugreis. Veel werd er niet gesproken. Het meisje, tot een paar uur daarvoor een volslagen vreemde voor ons, had als mens heel veel indruk op ons gemaakt. Wrok maakte zich van ons meester, wrok tegenover de doktersvrouw en haar dochters, de kinderrechter, voor wie het weesmeisje slechts een nummer bleek te zijn, een meisje dat hij in vijf ambtelijke regeltjes voor jaren naar een gesticht, een gevangenis als het ware, verwees, wrok ook tegenover die norse moeder-overste en de brutale zuster die Lena van ons had weggetrokken.
Als rijkswachter maak je veel mee, je kan hard zijn als het moet, je kan je wapenen tegen de eeuwige kritiek, eigen aan het beroep, maar hiertegen ... nee, daar waren wij niet tegen bestand. Als we ooit de kans zouden krijgen de arrogante doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier lik op stuk te geven, we zouden het niet laten. Dat hadden we ons voorgenomen ... en dat is ons korte tijd nadien ook enkele keren gelukt. De drie dochters van de arts reden dagelijks met de fiets naar school, maar stelden zich dikwijls vrij arrogant op en trokken zich helemaal niets aan van verkeersreglementen. Binnen de kortste keren werden enkele PV's opgesteld wegens flagrante overtredingen. In diezelfde periode werd één van de dochters betrapt met een oudere man. De hautaine houding alleen al die ze aannam tegenover ons was voldoende om de vader op de hoogte te brengen. De doktersvrouw probeerde ons de volgende dag nog telefonisch te overtuigen papa niet te verwittigen. De vrouw ving bot en wij dienden haar van antwoord : "Madam, er zijn NOG veel meisjes die wat medelijden nodig hebben, en die het niet krijgen!" Ze had de boodschap begrepen en drong niet meer aan. Het was een kleine, maar toch een zoete wraak tegenover de hooghartige dame en haar kroost. Omwille van hun "stand" waanden ze zich boven iedereen. Het deed ons goed te beseffen dat haar echtgenoot een hartig woordje zal geplaatst hebben. We hadden hem trouwens ook op de hoogte gebracht van wat er met Lena gebeurd was, en dat viel bij de man, die nogal gesteld was op zijn goeie reputatie als arts, niet in goeie aarde.
Hopelijk heeft het meisje na haar 21'ste uiteindelijk het geluk gevonden. Ze zal er in elk geval, zoals die vele andere weeskinderen, een harde en moeilijke weg voor moeten afleggen hebben, een weg bezaaid met "menselijke kraaienpoten".
...
Minderjarigen overbrengen naar een gesticht of klooster, ik heb het jammer genoeg nog enkele keren meegemaakt in mijn loopbaan. Zelfs mijn echtgenote heeft zich ooit nog spontaan als begeleidster opgegeven toen we een drietal nog heel kleine kinderen (verwaarloosd) moesten overbrengen naar een gesticht. Hartverscheurend. Een tweede keer kon ze dat niet meer aan.
PS. : Dit is één van de verhalen die moeder (op 24 juli 2014 op 92-jarige leeftijd overleden) zich nog perfect herinnert.
Ze herinnerde zich nog levendig dat pa na zijn thuiskomst van Saint-Servais
ronduit stelde dat hij niet zou nalaten om de doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier te "pakken".
Menselijk als je weet wat hij en zijn collega die dag meegemaakt hadden.
De zoete wraak hebben de "dame" en haar dochters echter zelf in de hand gewerkt.
Lezersbrieven van weleer met een 'vleugje actualiteit' :
Lezersbrieven van weleer met een 'vleugje actualiteit' :
Bijdrage 5 :
Lezersbrief : "Kunst van het schrijven niet verwaarlozen" - Brief van de dag in Dialoog van 26 februari 2009.
"De leerlingen van een basisschool in het Antwerpse zullen hun toetsen voortaan afleggen via afstandsbediening", lezen we in de krant van maandag 23 februari 2009. "Op een digitaal schoolbord worden de vragen geprojecteerd en de kinderen hoeven daarna maar op een knopje te duwen", luidt het verder. Dat klinkt allemaal wel heel aantrekkelijk en kinderen zullen dit leuk vinden, maar een gezonde mix van meerkeuze- en open vragen zal toch een beter beeld geven van de kennis van de leerlingen. Zelf een antwoord bedenken en opschrijven is totaal iets anders dan kiezen uit meerdere antwoorden. Bovendien blijft schrijven - of het nu met potlood of pen is, met een krijtje op het bord, met een griffel op een lei - één van de wonderbaarlijkste vaardigheden die de mens zich heeft toegeëigend. De "kunst van het schrijven" verwaarlozen zou een onvergeeflijke blunder zijn van de moderne mens, die opgejaagd door de digitale evolutie deze basisvaardigheid in een hoekje dreigt te duwen. Vooruitgang is één zaak, maar een mens moet terug kunnen vallen op het geschreven woord. Want .... wat als de techniek faalt ?
****
Nawoordje 12 april 2012 :
Nu Kim in het eerste leerjaar zit
(ondertussen is ze al 10)
ervaar ik
meer dan ooit hoe belangrijk die)
basisvaardigheid wel is, welke immense vreugde elk kind er aan beleeft die eerste woordjes en
zinnetjes correct te kunnen schrijven.
Ook al leren ze al heel wat opdrachten met de computer
oplossen, computerspelletjes populair zijn, het is leuk hen te zien grijpen naar potlood en papier
om enkele woordjes of zinnetjes onder een tekeningetje te plaatsen of als ze je zomaar vragen hen
eens een paar woordjes te dicteren.
De computer mag/moet een belangrijke plaats innemen in ons leven de dag vandaag, daar kunnen
we niet meer omheen. Maar het mag niet het allesoverheersende medium worden waardoor kinderen
in de nabije toekomst meer en meer 'potlood en papier' terzijde zouden leggen en te snel gemakkelijkheidshalve
Oude lezersbrieven met een 'vleugje' actualiteit : Mobutu, de RTT en ik.
Oude lezersbrieven met een 'vleugje' actualiteit.
Het heeft me nogal wat moeite gekost een aantal oude lezersbrieven op te sporen in allerhande mapjes, tussen paperassen op zolder, enz... Vele van die reacties zijn verloren gegaan. Wat ik uiteindelijk heb teruggevonden heb ik zo chronologisch mogelijk gerangschikt. Geen gemakkelijke klus, want dikwijls ging het over vergeelde krantenknipsels waarop geen datum meer te zien was.
Bedoeling : Is er in die reacties van pakweg 10, 20, 30 jaar en meer geleden nog ergens een 'vleugje actualiteit' te bespeuren ? Behoren de kafkaiaanse toestanden of problemen die in de lezersbrieven aan bod kwamen tot het verleden of kunnen we vergelijkingen maken met wat we vandaag allemaal te horen en te lezen krijgen ? De eventueel MET HOOFDLETTERS getypte zinnetjes zijn veelzeggend !
Lezersbrief 1 : Gepubliceerd in "Uw Mening", de voorganger van "Dialoog" vandaag in HLN. -ong. begin jaren '80-
Mobutu, de RTT en ik.
Amper had ik in de krant gelezen over de miljardenschuld van het bevriende staatshoofd Mobutu bij de RTT en mij daarover geërgerd, of mijn vrouw schoof mij volgende aanmaning onder de neus : "Verwittiging : Binnen de twee dagen te betalen of uw telefoon wordt afgesloten." Het is menens, dacht ik. In 12 jaar ben ik precies één keer met mijn povere bijdrage te laat geweest. Ik doe niet aan rassendiscriminatie, maar waarom word ik op mijn plichten gewezen voor 1200 fr., die een paar dagen later werden gestort dan gewoonlijk, terwijl Mobutu jaren de tijd krijgt om zijn verschuldigde miljarden 'bijeen te zoeken' ? Waarschijnlijk heeft hij niet eens een verwittiging gekregen zoals ik. Ze is dan nog opgesteld in een taaltje alsof men mij elk ogenblik kan komen ophalen en voor mijn vermetele daad in de gevangenis gooien. De telefoonlijnen van Sese Seko zullen waarschijnlijk nooit worden afgesloten. Geraakt men er wijs uit ? Mijn schamele bezittingen zinken in het niet in vergelijking met wat Mobutu hier in Europa bezit (NB. : later kwamen we ook een en ander te weten over zijn talrijke bezittingen in ons eigenste België). Toch moet ik TERSTOND betalen ! Proficiat voor ex-minister F. Willockx die president Mobutu daar dringend heeft op attent gemaakt, maar daarom misschien wel voor de rest van zijn leven ongewenst is geworden in Zaïre. Zulke ministers moesten we meer hebben. GEEN POLITICI DIE MET EEN ONECHTE GLIMLACH OP TV KOMEN ZEGGEN DAT WE VAN ONZE ZUURVERDIENDE CENTJES TOT IN HET JAAR 19.. (!!) NOG WAT ZULLEN MOETEN AFSTAAN.
°°°°°°°°°
Per brief opgestuurde reactie met een bijdrage voor Kindergeluk, zoals het destijds de gewoonte was.
Weeshuis wegwerpkinderen 1952-1961 te Zelem - Louis Van Tongelen.
WEESHUIS WEGWERPKINDEREN 1952-1961 :
Louis schrijft in zijn inleiding : "Dat zijn mijn kinderjaren van 1952 tot 1961 in het weeshuis te Zelem - gesticht noemden we dat - ZEG MAAR DE HEL. Zijn indringend verhaal over het nonnenklooster, waar kindermishandeling schering en inslag was.
-Eerder al vermeld op dit blog. -Een aantal fragmenten uit het verhaal werden enkele maanden geleden gepubliceerd in Het Nieuwsblad.
Johan was één van de eersten die een interview heeft toegestaan over het feit dat hij door een geestelijke seksueel misbruikt werd.
Aanleiding voor het hier opnieuw plaatsen van het verhaal : De recente gebeurtenissen rond RVG, die zonder blikken of blozen in een interview zijn seksueel misbruik eventjes kwam minimaliseren voor de camera. Een slag in het gezicht van alle slachtoffers van seksueel misbruik. Het verhaal was al te lezen op mijn blog : 08.11.'11.
INLEIDING DOOR JOHAN :
In 2007 heb ik mijn verhaal naar buiten gebracht over een frater die mij in mijn kinderjaren seksueel misbruikt heeft. Door dit verhaal destijds te vertellen was ik als het ware een voorloper. Het is toen verschenen in het weekblad "Dag Allemaal". Noch van de kerk, noch van het gerecht heb ik ooit reactie gekregen. Wel heb ik verscheidene reacties gekregen van soortgelijke gevallen, o.a. van een vrouw wiens broer zelfmoord gepleegd had als gevolg van seksueel misbruik. Het is door het uitlekken van het seksueel ,misbruik door een hooggeplaatste geestelijke, Roger Vangheluwe, dat nu zovele zaken aan het licht zijn gekomen. Het wordt hoogtijd dat deze misbruiken eens naar boven komen en dat de slachtoffers eindelijk gehoor krijgen. Hieronder volgt mijn verhaal, een interview zoals het in september 2007 gepubliceerd werd.
Eind januari overleed San Deurinck (ex-misdienaar), een voorvechter van rechten voor pedofilieslachtoffers. Zelf was hij één van de eerste slachtoffers van kindermisbruik in de kerk die een gezicht en een stem kregen. Als tiener werd hij meermaals aangerand op een katholiek college. Toen hij elf was stuurden zijn ouders hem naar een internaat in Tervuren. Hij werd er samen met zijn jonge broertje jarenlang misbruikt. Toen hij eindelijk de rector durfde aanspreken kreeg hij als antwoord dat hij niet moest overdrijven.
San Deurinck ontpopte zich als een onvermoeibare voorvechter van de rechten van slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken. Hij kwam tussen in alle online discussies, schreef talloze lezersbrieven en was ook actief in de Werkgroep Mensenrechten in de Kerk.
Beschrijving van de Facebookgroep "San Deurinck - ex misdienaar" : Deze pagina kreeg een nieuwe naam : "San Deurinck Slachtoffer / Overlever / Ex-misdienaar / Schrijver van ludieke teksten over alles wat met de katholieke kerk te maken heeft vroeger en nu".
In deze eerste bijdrage volgt zijn laatste artikel : "Zullen we nu eindelijk de rechten van de slachtoffers eens respecteren?"
Een reactie van een lezer (Staf Van Opstal - 31.01.'11) :
"San, Het lijkt zo irreëel. Nauwelijks twee weken geleden schreef je dit stuk. Scherp, zoals steeds. En nu ben je er niet meer. Ik mis je. Nu al."
Ik ben Ivan Bontinck
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is Leerkracht Engels met pensioen..
Ik ben geboren op 13/06/1945 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelsport (lange afstanden) - vreemde talen (o.a.Russisch) - lezersbrieven - geschiedenis - ....