Document : "Gratis geschiedenisles" - San Deurinck
Document : "Gratis geschiedenisles" - San Deurinck.
1° Inleiding. 2° Artikel van San Deurinck "Gratis geschiedenisles" : SCANS (5) : zie onderaan.
1° Inleiding :
Eind januari 2011 overleed San Deurinck (65), ex-misdienaar, een voorvechter van rechten voor pedofilieslachtoffers. Zelf was hij één van de eerste slachtoffers van kindermisbruik in de kerk die een gezicht en een stem kregen. Hij ontpopte zich als een onvermoeibare strijder, kwam tussen in online discussies, schreef vele lezersbrieven en was ook actief in de "WERKGROEP MENSENRECHTEN IN DE KERK". Een eerste bijdrage van San Deurinck heb ik al eerder gebracht op dit blog : Overzicht "Archief per week" (02.O5.'11) : "Zullen we nu eindelijk de rechten van de slachtoffers respecteren ?". Het stuk hieronder mag je tot één van zijn vele briljante stukjes rekenen (Dammy Vermeersch). Een indringend artikel, vol sarcasme, scherp als een mes, de vinger op de etterende zere plek leggend.
N.a.v. een artikel van Werner Derboven (syndicaal afgevaardigde ABVV-AC) in Dialoog en een reactie daarop van lezer Bas van der Meijden.
**
1° Eigen lezersbrief (zie ook gepubliceerde versie in bijlage). 2° Lezersbrief van Werner Derboven in Dialoog van maandag 2 januari (SCAN 1). 3° Lezersbrief van Bas van der Meijden in Dialoog van dinsdag 3 januari (SCAN 2). 4° Gepubliceerde versie van eigen lezersbrief in Dialoog van woensdag 4 januari (SCAN 3).
**
1° Lezersbrief : Vakbonden (volledige versie) :
In Dialoog van dinsdag 3 januari wil lezer Bas van der Meijden de les spellen aan Werner Derboven, die in een eerdere reactie de verdediging van de vakbonden op zich heeft genomen. Dat vakbonden in de loop van de sociale geschiedenis heel wat positieve zaken verwezenlijkt hebben, waar de lezer tot op vandaag zelf nog ten volle van kan profiteren, dat laat hij aan zich voorbijgaan. Vakbonden zijn in zijn ogen niet meer dan geschikt voor musea ! Nee, onfeilbaar zijn ze niet, maar ze moeten er zijn, niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst. Zij vormen nu eenmaal het noodzakelijke tegengewicht in de balans die nu weer sterk aan het overhellen is naar de macht van de kapitaalkrachtigen, naar hen die niet echt onder de crisis lijden, maar de gewone burger maar al te graag doen voelen dat hij maar dieper en dieper in de beugel moet tasten en alle beslissingen om het grootkapitaal te beschermen maar klakkeloos moet aanvaarden. Het is natuurlijk heel gemakkelijk de vakbonden voor alles en nog wat als kop van Jut te beschouwen, maar wat staat er ons te wachten als zij helemaal geen tegengewicht meer vormen, als hen alle macht wordt ontzegd ? Dan zullen beetje bij beetje heel wat levensnoodzakelijke sociale verworvenheden sneuvelen. Nee, lezer Bas v.d.M., vakbonden en hun aanhang vormen geen minderheid en vinden nog altijd steun bij een belangrijk deel van de bevolking. Stakingen hebben altijd onaangename neveneffecten, dat is nu eenmaal zo en zal altijd zo blijven. Maar laten we toch maar eens goed nadenken wie ALTIJD beter wordt van een crisis, en wie ALWEER een stukje armer.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer !
Verhalen (14) : "Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer !"
Halfweg jaren '60. In het piepkleine gehucht J., gelegen op hooguit een kilometer van het centrum van de gemeente R., bevinden zich langs een eenzame grintweg enkele kleine arbeiderswoningen. Hier en daar wordt de regelmaat onderbroken door een villa die er neergepoot werd nadat een aantal werkmanshuisjes door de sloophamer definitief uit het landschap verwijderd werden. In één van de arbeidershuisjes woont de familie C. De man, David(32), werkt in Charleroi en komt slechts om de twee weken tijdens een weekend naar huis. Om voor zijn gezin de eindjes aan mekaar te kunnen knopen klopt hij vele overuren, maar kan zich daardoor niet permitteren geregeld naar huis te komen. De moeder, Ann (28), doet het huishouden en zorgt voor de twee kleine kinderen : Johan (5) en Christine (1 jaar oud).
Op een koude decembernacht :
1 uur is het op deze barkoude decembernacht. Er hangt weer sneeuw in de lucht. Twee verkleumde rijkswachters op patrouille zijn van hun fiets afgestapt en banen zich met hun tweewieler aan de hand verder een weg door de nacht. Kwestie van de voeten een beetje op te warmen.
Onze dienst zit er nog bijlange niet op. De nachtelijke patrouille loopt pas in de vroege morgen ten einde. We stappen nu langsheen een afgelegen grintweg ... twee schimmen in donkere 'wintermantel'. Denkend aan en verlangend naar een warm bed ... veel wordt er niet gesproken. Plotseling houden we allebei halt ... horen wij nu het gehuil van een kind in de verte ? We stappen behoedzaam verder en horen nu inderdaad duidelijk het huilen van een kindje in één van de lage arbeiderswoningen. Op zichzelf niets abnormaal natuurlijk als het een gezin met kinderen betreft. We hopen allebei dat de moeder wel snel zal wakker worden van het gehuil , het kindje zal troosten en in slaap wiegen.
We zetten onze nachttocht verder in de richting van het nabijgelegen dorp S., amper een tweetal kilometer verwijderd van het gehucht. Verder dan S. hoeven we niet te patrouilleren. Eens voorbij het dorp zijn het de collega's van de brigade L. die 'overnemen'. Na een korte ontmoeting en een babbeltje met onze twee collega's rijden we rond kwart voor twee terug richting R. Is het een voorgevoel, een onrust die zich al een ganse tijd van ons meester heeft gemaakt ... wij waren toch ook vader ... terug aan het gehucht gekomen nemen we het besluit toch maar een ommetje te maken langs de grintweg. Het gehuil van dat kindje, het had ons niet losgelaten. We zijn er vrijwel zeker van dat het wenen nu wel zou opgehouden hebben, maar we willen er ons toch van vergewissen dat alles in orde is.
We zijn tot op een tiental meter van het huisje genaderd ... hetzelfde gehuil van een kindje ... het dringt door merg en been. Al meer dan een uur is het geleden dat wij hier voorbijgekomen zijn ! Nee, hier is iets niet in orde en we kunnen ons als het ware voor de kop slaan omdat we niet bij onze eerste passage aangeklopt hebben. Wat is hier aan de hand ? Worden die ouders nu niet wakker ? Is de moeder van het kleintje ziek ? Waar is de vader van het baby'tje ? Het gaat duidelijk om het geschreeuw van een nog heel jong kindje.
Nee, langer talmen, dat kunnen we nu niet meer. We moeten te weten komen wat er aan de hand is in de arbeiderswoning. De voor-en achterkant van de woning worden gecontroleerd ... geen licht te zien, geen ander teken van leven te horen of te bespeuren ... alleen dat vreselijke gehuil ! Wat nu gedaan ? Onze weg zomaar voortzetten en hopen dat in de woning wel iemand zal wakker worden straks ... nee ! Aankloppen dan maar, maar noch aan de voordeur noch aan de achterdeur wordt gereageerd op ons aanhoudend geklop. We nemen het besluit even te gaan aanbellen aan een villa een kleine 200 meter verderop gelegen. Niet evident natuurlijk, midden in de nacht die mensen uit hun bed halen, maar er moet gehandeld worden. Op onze woorden "Rijkswacht van R. hier" wordt vrij snel opengedaan. Man en vrouw staan samen verschrikt in de deuropening en zien er redelijk overstuur uit. Begrijpelijk ook. Wanneer rijkswachters je midden in de nacht uit je bed halen, dan is het allicht om slecht nieuws te brengen, moeten die mensen gedacht hebben. We stellen het echtpaar zo snel mogelijk gerust en delen hen mee waarvoor we bij hen komen aanbellen. Een zucht van verlichting ... de vrouw begint omzeggens direct te vertellen : "Wel gendarmen", begint ze, "de man werkt in Charleroi en die komt maar om de twee weken naar huis tijdens een weekend. Er zijn twee kleine kinderen in het gezin : Johan, die is 5 jaar oud, en dan is er de kleine Christine, die amper een jaartje oud is. De moeder is een losse wilde vrouw, die er twee keer in de week 's avonds gewoon vanonder trekt samen met een vriendin ... en dat meestal tot laat in de nacht. Soms komt ze pas om 4 uur onder de morgen terug thuis. Die twee sukkelaarkes liggen dan urenlang alleen. De buren hier, wij dus ook, zwijgen uit schrik voor die vrouw. De politie weet er van, maar alles is tot nog toe bij hetzelfde gebleven." (NB.: Samenwerking tussen politie en rijkswacht was destijds niet altijd evident). We weten nu wat ons te doen staat en vragen het echtpaar of we hun telefoon even mogen gebruiken. Dit is zonder meer een geval van kinderverwaarlozing. We moeten eerst en vooral het huilende kindje zo snel mogelijk ter hulp kunnen komen. We besluiten als voorzorgsmaatregel en om het binnendringen in een woning 's nachts te verrechtvaardigen de procureur des Konings van Dendermonde op te bellen. Gelukkig maar krijgen we de magistraat vrij snel aan de lijn en brengen hem op de hoogte van de feiten. Direct geeft hij ons de opdracht de woning binnen te dringen, eender op welke manier. Het kind moet geholpen worden, dat is nu het belangrijkste. Tweede opdracht : De moeder in de woning opwachten !
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 2-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 2-
Zonder al te veel problemen kunnen we aan de achterzijde een raam openkrijgen en naar binnen klauteren. We komen in een soort achterkeukentje terecht. Op ons geroep wordt nog steeds geen antwoord gegeven. Het gehuil van de baby komt uit de kamer aan de voorzijde van het huis. Voorzichtig stappen we de kamer binnen, steken het licht aan en zien op een versleten divan een jongetje liggen. Dat moet dan de vijfjarige Johan zijn. De jongen slaapt rustig verder en blijkt geen hinder te ondervinden van het aanhoudend geween van zijn zusje. Het is ijzig koud en vochtig in de kamer. De leuvense stoof is gevuld met kolen, maar is blijkbaar niet op gang geraakt. Het jongetje in de divan wordt uiteindelijk wakker van ons gestommel, gooit zijn deken opzij en blijft ons dan stomverbaasd met grote ogen aankijken. Aan het andere eind van de kamer staat een wiegje en daarin ligt de eenjarige Christine nog steeds hardop te wenen. Het kindje heeft haar dekentje waarschijnlijk met de voetjes weggestampt. Het meisje is blauw van de kou, het aangezichtje 'opgezwollen' door het langdurige wenen. Daar staan wij dan, midden in de nacht, met twee kleine kinderen die daar al uren alleen liggen, aan hun lot overgelaten. Geen moeder ... die zal er dus op uit zijn met haar vriendin, zoals de buren ons al hadden laten verstaan. De vader aan het werk in Wallonië. Meer kledingstukken moeten we zien te vinden, want wat het kindje aanheeft, dat kan onmogelijk veel bescherming bieden tegen de koude en de vochtigheid. In een kast vinden we een beetje kledij om het kleintje wat beter te kunnen toedekken. Het kindje stopt even met huilen, denkt waarschijnlijk dat mama haar toedekt. Bij het zien van de twee mannen in uniform begint Christine echter opnieuw luidkeels te schreien. We gaan op zoek naar melk, maar er is zo goed als niets te vinden. We verwensen de moeder. Het is nog maar drie uur, dus zou ze best nog een uur of langer kunnen wegblijven. We komen snel tot het besluit dat we de kinderen niet op deze manier in het huis kunnen laten. We moeten zo snel mogelijk een degelijk onderkomen vinden voor de twee sukkelaartjes en zorgen dat we tijdig terug onze opwachting kunnen maken aan de woning. De opdracht van de magistraat was duidelijk : Wachten op de thuiskomst van de moeder. Terug naar de villa ... gelukkig maar is het oudere echtpaar nog niet gaan slapen - nog niet bekomen van hun emoties - en ik vraag hen of ik dringend de telefoon kan gebruiken om voor vervoer te zorgen en de kinderen een veilig en warm onderdak te bezorgen. Ik bel een taxichauffeur op, een vertrouwensman waarvan we weten dat hij binnen de kortste keren ter plekke kan zijn. Hij had in het verleden trouwens al meerdere keren samen met rijkswachters verwaarloosde kinderen naar een tehuis overgebracht. We beslissen beide kinderen te laten overbrengen naar het klooster-hospitaal ongeveer een tweetal kilometer van de grintweg verwijderd. Nog geen half uur later liggen Johan en Christine in een warm bedje. ...
Onze opdracht zit er bijlange nog niet op. De procureur des Konings heeft ons een duidelijke opdracht gegeven : Het uur van thuiskomst van de moeder moet bepaald worden en ook de toestand waarin de moeder zich bevindt op dat moment. We hadden ook de opdracht gekregen haar 's anderendaags aan een grondig verhoor te onderwerpen, inzonderheid over haar 'tijdverdrijf' tijdens de nachtelijke uren.
We stellen ons verdoken op in de nabijheid van de woning. De kou, die voelen we niet meer. We zijn gerustgesteld omdat de kinderen een onderkomen voor de nacht hebben en het is ons nu te doen de moeder op te wachten die haar kleintjes in dergelijke mensonterende omstandigheden alleen thuis had achtergelaten. ...
Rond tien na vier zien we plots in de verte een auto de grote weg verlaten en de grintweg oprijden. Het blijkt een taxi te zijn die in onze richting komt gereden en stopt een tiental meter voor de woning van het gezin C. Op dat moment komen wij vanachter enkele bomen te voorschijn en stappen op het voertuig af. De taxichauffeur schrikt wel, denkt dat het om een controle gaat en begint dan zijn documenten boven te halen. We noteren wel een aantal gegevens en vragen hem vanwaar hij met de vrouw vertrokken is. "Ik kom van Gent-Zuid", antwoordt de man zonder aarzelen. Wij weten genoeg en zeggen hem dat hij kan beschikken. De jonge moeder is ondertussen al uitgestapt en begeeft zich naar haar woning zonder zich iets van de zogezegde controle aan te trekken. Groot is haar verbazing als wij haar naam roepen. Ze begrijpt er niets van en vraagt botweg waarom de gendarmen haar lastigvallen en haar naam op de koop toe kennen. Ze ziet er afgepeigerd uit. Dronken is ze niet, maar ze ruikt wel naar drank. Voor ze binnen wil gaan stellen we haar de vraag : "Wie is er vannacht bij uw kinderen gebleven?" "Wel, wel, heren", antwoordt ze uitdagend, "die slapen als twee engeltjes en het is warm binnen want de stoof brandt. Mijn kinderen zijn het gewoon eens alleen te zijn." Bij het binnengaan delen we haar mee dat haar kinderen ondergebracht werden in het nabije klooster-hospitaal en dat ze die later op de dag terug kon ophalen. De vrouw begint eerst te roepen en te schelden. Als ze samen met ons kan vaststellen dat de stoof geen warmte had gegeven en dat het bitter koud is in het huis begint ze hysterisch te huilen. We storen ons niet in het minst aan haar huilbui en delen haar laconiek mee dat we om 9 uur terugkomen om meer uitleg te krijgen over haar nachtelijke uitstapjes. "Ge gaat daar toch niets van vertellen tegen mijn man !?", jammert ze dan tussen het huilen door. "Hij komt volgend weekend naar huis." Om haar te kalmeren laten wij haar in de veronderstelling dat haar man niets zou te weten komen. Onmogelijk natuurlijk gezien de ernstige graad van verwaarlozing van twee kinderen, amper vijf en een jaar oud. ... De volgende morgen, enkele uren later dus, begeven we ons in eerste instantie naar het klooster-hospitaal om te informeren naar de gezondheidstoestand van de kinderen. Het jongetje is ondertussen al opgehaald door de moeder. Voor de eenjarige Christine was medische verzorging noodzakelijk. Diezelfde nacht nog werd door de bijgeroepen arts het begin van longontsteking vastgesteld. Het kindje was ook in shocktoestand door het langdurige huilen en van de schrik.
Vooraleer over te gaan tot een grondig verhoor van Ann besluiten we eerst nog eens ons licht op te steken bij enkele buren. Die zouden na deze gebeurtenis misschien wel meer geneigd zijn ons iets meer te vertellen over "de handel en wandel" van moeder Ann.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 3-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! (deel 3).
Enkele bezoeken aan de buren van het gezin C. zijn voldoende om ons vermoeden te staven. Toen de taxichauffeur ons de vorige nacht vertelde dat hij Ann van Gent-Zuid naar R. had vervoerd, waren wij er vrijwel zeker van dat het milieu van de prostitutie Ann niet vreemd zou zijn. Een mens vraagt zich af hoe de buren dat allemaal te weten zijn gekomen. In elk geval die plotse loslippigheid maakt het voor ons iets gemakkelijker om de vrouw seffens op de rooster te leggen. We komen te weten dat Ann samen met een vriendin uit een aangrenzende gemeente tippelt in Gent-Zuid. Tweemaal per week vertrekt ze omstreeks 9 uur 's avonds om pas terug thuis te komen rond 4 uur in de morgen. Haar vriendin rijdt nog verder mee met de taxi richting D. De kinderen worden steeds aan hun lot overgelaten. Die nachtelijke uitstapjes zouden al 4 à 5 maanden aan de gang zijn. Een vruchtbaar buurtonderzoek zou je kunnen stellen.
*
Om 10 uur zijn we al aan de woning van Ann gearriveerd. De moeder heeft het jongetje al afgehaald en die staart zwijgend naar onze uniformen. De procureur had ons nogmaals verzocht de moeder aan een grondig verhoor te onderwerpen en daar had hij zijn redenen voor. Het verhoor begint, zoals we ook wel verwacht hadden, met een opvallend geveinsde huilbui van de moeder. Het maakt weinig of geen indruk op ons. Eens de vrouw heeft opgehouden met wenen maken we haar duidelijk dat we al van een en ander op de hoogte zijn en dat wij haar vriendin reeds 'onder handen hebben genomen' ... een leugentje om bestwil. Een nieuwe huilbui. Blijkt dat ze met haar vriendin al enkele weken in onmin leeft.
Verklaring van Ann : "Ik heb schrik dat mijn man dat allemaal zal te weten komen. Hij werkt in Charleroi en komt maar om de twee weken naar huis tijdens een weekend. Een viertal maanden geleden kwam ik in contact met een vroegere schoolvriendin uit S. Mijn vriendin leefde gescheiden van haar echtgenoot. Zij werkt twee nachten per week in een bar in de buurt van Gent-Zuid als 'dienster'. Zij verdient veel geld, en ze wordt opgehaald en teruggebracht met een taxi. Ze vertelde mij over dure mantels en ringen die ze kocht. Ik werd zo jaloers op haar. Voor mij was dat werk onmogelijk gezien mijn twee kinderen. Maar mijn vriendin bleef maar aandringen en uiteindelijk liet ik mij door haar meelokken. Mijn man, die mocht niets te weten komen. Zo kwam het dat we steeds op dinsdag en donderdag door een taxi werden opgehaald rond 9 uur 's avonds en dat we rond 4 uur 's morgens naar huis werden gevoerd. Mijn kinderen, die sliepen goed en de leuvense stoof brandde steeds zodat ze geen kou konden lijden. Ik kon niemand anders vragen van de familie om op hen te letten, want dan zou mijn man het zeker te weten komen !"
We stellen haar de vraag waaruit haar werk bestond. De jonge vrouw aarzelt uit schrik voor de gevolgen van haar antwoord. We laten haar nogmaals verstaan dat we al heel wat te weten zijn gekomen van haar vriendin. Gevloek en nieuwe huilbui.
"Ja, die zal mij niet sparen ... omdat wij al meer dan een week ruzie hebben. Zij is het die me meegelokt heeft. Ik kon toch niet weten welk werk mij te wachten stond in Gent (!!!)."
De huilbuien beginnen elkaar in snel tempo op te volgen. Wij proberen haar te 'kalmeren' door haar te beloven haar echtgenoot zo voorzichtig mogelijk op de hoogte te brengen. Gezien de toestand van het meisje moet haar man nu eenmaal kennis krijgen van wat zich heeft voorgedaan. Onze tactiek helpt ! (NB. van Ivan B. : Vandaag de dag zou die belofte mogelijks al door een of andere advokaat als procedurefout MISbruikt worden !).
De vrouw begint haar 'avontuurlijk leventje' in de nachtkroeg met horten en stoten te vertellen.
"Ik liet mijn drank betalen door de klanten. Vier-tot vijfmaal per nacht moest ik meerijden met iemand, een klant die door 'madam' werd aangewezen. Die klanten reden met mij meestal naar een bebost gebied buiten de stad. Ik werd uitgekleed, overrompeld en gebruikt. Als ik niet tegenwerkte kreeg ik soms 1.000 fr of meer drinkgeld. Zo ging het altijd. Ik nam al vele maanden de pil. Per nacht verdiende ik steeds meer dan 5.000 fr zonder het drinkgeld mee te rekenen dat ik van de klanten ontving. ...
Het klopt dat ik sedert vier maanden tweemaal naar Gent vertrok als 'dienster'. Ik dacht veel aan mijn echtgenoot en aan de kinderen ... maar de drang naar geld en vertier waren veel te sterk. Ik was vroeger compleet onwetend over al die zaken. Ik was zo dom als een gans op dat gebied."
Blijkbaar wil onze 'nachtvlinder' nu ook medelijden opwekken. Plots wordt ze vrij heftig en roept : "Ge vraagt altijd wat ik heb gedaan ... maar er gebeuren daar nog veel ergere dingen !"
Wij spitsen onze oren. Wat gaan we nu krijgen ? Krijgt dit onderzoek nog een 'extra staartje' ? Ann voelt zich natuurlijk in het nauw gedreven en wil hier niet als enige zondebok uitkomen.
"Er verblijft daar een jong meisje van nog geen 15. Ze woont met een tante op de tweede verdieping van het café. Lilly is haar naam. Als de tante eens weg is ... en dat gebeurt vrij regelmatig ... dan laat 'madam' een klant naar boven gaan bij het meisje. Ik heb het zelf gezien en heb het meisje zelf eens horen wenen. 'Madam' ontvangt daar telkens heel veel geld voor. Ze had het snel door dat ik een en ander gezien had en zei tegen mij : 'Anneke, nooit iets zeggen over Lilly, want dat is te gevaarlijk.' ... Ann eindigt haar verklaring met nogmaals het verzoek toch maar niets aan haar man te vertellen. Na voorlezing volhardt en ondertekent ze.
**
De uitlatingen van Ann waren voor ons voldoende om de B.O.B Gent te verwittigen (= de vroegere Bijzondere Opsporingsbrigade). Een inval in café "Chez ..." leverde meteen resultaat op. De minderjarige Lilly werd aangetroffen op de tweede verdieping in 'gezelschap' van een man die haar wou verkrachten. 'Madam' werd ter plekke aangehouden en naar de gevangenis overgebracht. Voor de klant van hetzelfde laken een broek ... met mogelijks een gebroken gezin tot gevolg. Het meisje werd overgebracht naar een opvangtehuis in Sint-Kruis Brugge.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -slot-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -slot-
Voor Ann loopt het allemaal veel slechter af dan ze voorzien heeft. Haar echtgenoot wordt dringend verzocht van zijn werk naar huis te komen. Dat kan moeilijk anders gezien de gezondheidstoestand van de kleine Christine. In de loop van de namiddag neemt de man contacht op met ons. We kunnen moeilijk anders dan hem op de hoogte te stellen van de feiten en we dienen natuurlijk ook van hem, als vader, een verklaring af te nemen. Veel is er met de man niet aan te vangen. Hij is te razend van woede om ook maar iets zinnigs te vertellen.
De kleine Christine heeft hij enkele keren bezocht in de kliniek, vernemen we later, maar we kunnen niet voorkomen dat hij enkele dagen later plots met de noorderzon vertrekt en vrouw en kinderen in de steek laat. Blijkbaar is verantwoordelijkheidsbesef ook voor hem een loos begrip. Nog maar eens zijn de kinderen de dupe en zullen ze naar alle waarschijnlijkheid in een opvangtehuis terechtkomen en mogelijks kunnen ze later in een pleeggezin geplaatst worden. Tenzij hun vader later terug op de proppen komt en het hoederecht over zijn kinderen 'opeist'. - NB.: In de notities vind ik verder niets meer over de man terug -
De eenjarige Christine dient nog drie maanden in de kliniek te verblijven (wegens risico voor bloedstolling). Had ze nog een half uur langer in de kou gelegen, dan was dat voor het meisje zo goed als zeker fataal afgelopen.
Tijdens het verder verloop van het onderzoek vernemen we dat Ann vroeger al eens ter verantwoording werd geroepen bij de kinderrechter te Dendermonde ... wegens kinderverwaarlozing. Niet te verwonderen dan ... die stille gelaten blik van de vijfjarige Johan. We hebben hem geen vijf woorden horen zeggen. Wat heeft dat jongetje eerder al meegemaakt ? Van dit feit waren wij niet op de hoogte. 'Moeder' Ann woonde toen nog met haar man en zoontje in S. -, in de omgeving van Dendermonde. Daarom ook dat de procureur tijdens een tweede telefoongesprek zo sterk aandrong op een uiterst grondig verhoor. Ann heeft dus blijkbaar geen rekening gehouden met de woorden van de kinderrechter destijds. Een moeder die zich voor de tweede maal schuldig maakt aan kinderverwaarlozing ... en hoe ? ... zo iemand verdient niet dat zij de kinderen nog langer onder haar hoede kan nemen. Onze PV's zijn ook niet bepaald positief, integendeel. Wij hopen dat deze vrouw het hoederecht over haar kinderen zal verliezen, hoe moeilijk het ook zal worden voor de vijfjarige Johan. Kristine, amper een jaar oud, zal zich niets meer herinneren van haar trieste eerste levensjaar. Volgens de arts zal het meisje terug volledig gezond worden.
**** Tijdens de zitting in Dendermonde (achter gesloten deuren) reageerde de rechter furieus. "Mevrouw als ge daar in de auto met die mannen lag te vrijen, hebt ge dan nooit een moment gedacht aan uw echtgenoot en aan uw nog zo jonge kinderen ? Ik begrijp u niet. Ge zijt een onbetrouwbare echtgenote en moeder, en dat voor de tweede keer in enkele jaren tijd. Ditmaal had het fataal kunnen aflopen voor uw dochtertje Christine. Realiseert ge u dat ? Ge hebt geen greintje verantwoordelijkheidsgevoel en ge zijt niet in staat uw kinderen een degelijke opvoeding te geven ..." Het vonnis lag voor de hand. Naast een relatief korte gevangenisstraf werd Anne het hoederecht over de kinderen ontnomen. Recidive en de ernst van de toestand waarin de kleine Christine zich bevond deden haar de das om.
Van Ann hebben we later vernomen dat ze verhuisd was naar het Brugse. Of dat iets met de kinderen te maken had, dat weten we niet, maar het feit dat ze eenmaal ter verantwoording werd geroepen voor de rechter voor kinderverwaarlozing en nadien een veroordeling heeft opgelopen voor nog veel ergere feiten van verwaarlozing, dat had haar als "moeder" volledig ongeloofwaardig gemaakt.
Wij als rijkswachters hadden onze taak volbracht, maar we hadden aan de hele zaak vooral een 'goed gevoel' overgehouden omdat onze nieuwsgierigheid tijdens een nachtelijke patrouille op een ijzig koude decembernacht misschien wel een mensenleventje had gered. En waren wij niet van onze fiets gestapt om een eindje te voet af te leggen om onze voeten een beetje 'op te warmen', dan hadden wij allicht de kleine Christine nooit horen huilen. We mochten er niet aan denken hoe het toen zou afgelopen zijn. Wat beide ouders met hun leven nog verder aangevangen hebben, het interesseerde ons weinig. Maar voor beide kinderen hoopten we dat ze eindelijk in een normaal gezin zouden terechtkomen en de kans zouden krijgen hun weg te banen naar geluk.
Dat 'madam van 'Chez ...' in Gent-Zuid haar etablissement had moeten sluiten en een "tijdje" kon gaan uitrusten in de "Nieuwe Wandeling" wegens aanhitsing tot ontucht van minderjarigen, dat deed ons eerlijk gezegd plezier. Een vrouw die tot dergelijke daden in staat was, die het leven van een 15-jarig meisje tot een hel herleid had, alleen maar om meer geld in het laatje te krijgen, zo iemand mochten ze, wat ons dan betreft, voor de rest van haar leven opsluiten. In elk geval had ze ook een levenslang verbod gekregen ooit nog een café (eender welk) uit te baten. Lilly werd tijdig gered uit de klauwen van de gewetenloze bordeeluitbaatster.
Een zaak van kinderverwaarlozing en seksueel misbruik van een minderjarige in één klap opgelost, het leverde ons een schriftelijke appreciatie op van de korpsoverste, maar het gaf ons ook de moed onze tanden te blijven zetten in de zovele zaken van kindermishandeling, -verwaarlozing, gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen (al dan niet door geestelijken) en de vele schrijnende gevallen van incest waarmee we te maken kregen tijdens onze loopbaan.
Ik ben Ivan Bontinck
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is Leerkracht Engels met pensioen..
Ik ben geboren op 13/06/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelsport (lange afstanden) - vreemde talen (o.a.Russisch) - lezersbrieven - geschiedenis - ....