Lezersbrief : Voetgangers dan toch vogelvrij verklaard.
1° Lezersbrief : Voetgangers dan toch vogelvrij verklaard. -volledige versie- 2° Artikel HLN : Fietsers mogen door het rood. 3° Reacties in de Dialoog van 28 januari (+ eigen ingekorte versie).
2° en 3° : SCANS onderaan.
********
Half juli vorig jaar verscheen een eerste artikel in HLN over een wetsvoorstel om fietsers toe te laten op bepaalde kruispunten door het rood te rijden indien ze rechts moeten afslaan. Vanaf midden februari is het dan zover en wordt de wet van kracht. M.a.w. rood licht is dus niet langer een verbodsteken. Leg dat nu maar in de eerste plaats eens uit aan de kinderen. Die zijn rechtlijnig in hun denken. Je hebt hen op alle mogelijke manieren duidelijk gemaakt dat rood simpelweg betekent dat je hoort te wachten. Verwarring alom dus, ook bij de gewone voetganger, want je kan er zeker van zijn dat heel wat fietsers van deze maatregel gebruik zullen maken op alle kruispunten en niet alleen daar waar een specifiek (zoveelste) verkeersbord werd aangebracht. Wat ik bovendien erg vind is dat Roel De Cleen van de Fietsersbond zonder blikken of blozen komt stellen : "Voor ons wordt het verkeer veel aangenamer, met minder onnodig tijdverlies". VOOR ONS ! Het toppunt van egocentrisch denken. Wat met mensen die moeilijk te been zijn, ouderen, rolstoelpatiënten, ... ? Geen woord daarover ! Eer zij de kans krijgen om de rijweg over te steken staat het verkeerslicht voor hen alweer op rood. Gaan de fietsers eerst kijken of er geen andere weggebruikers in de buurt zijn, wachten tot als de voetgangers, voor wie het licht op groen staat, de weg hebben overgestoken ? Zie je hen al een armbeweging maken in de richting van de voetganger, een gebaar van "steek maar over" ? Ik heb het zelden meegemaakt. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen hoffelijke fietsers zouden zijn. Dat zou er nog moeten aan mankeren. "Als fietser geniet je géén voorrang", lees ik verder. Wat is het dan wél ? Feit is dat ze van de 'voorrang' gebruik zullen maken, of niet soms ? Onduidelijkheid alom, vind ik, en dat is rampzalig in het huidige verkeer. Dan heb ik het nog niet over een bepaalde categorie wielertoeristen (met name de 'wielerterroristen'), voor wie de voetganger nu al een vervelend obstakel is als hij het ook maar waagt over te steken als zij in aantocht zijn. Het toppunt is dat de nieuwe wegcode ook toelaat "fietsstraten" in te richten. Fietsers zullen dan de ganse breedte van de rijweg mogen gebruiken indien er eenrichtingsverkeer geldt. Dat belooft ! Een bepaalde categorie fietsers stoort zich nu al niet aan voetgangers en gebruikt de voetpaden te pas en ten onpas om sneller op hun bestemming te geraken. De fietsersbond zou zich beter meer zorgen maken over het ontbreken van ook maar enige discipline bij een veel te groot gedeelte van de fietsers. Rekening houden met de andere weggebruiker staat niet in hun woordenboek en daar worden we nu al dagelijks mee geconfronteerd in het verkeer. Nog een slotbedenking : Is de veiligheid van ELKE weggebruiker niet zoveel belangrijker dan dat hele kleine beetje sneller op je bestemming geraken ?
-In juli verscheen een gelijkaardige reactie in Dialoog als "Brief van de dag". Enkele factoren worden hier uiteraard opnieuw aangehaald.
* N.a.v. artikels en reacties in Dialoog van HLN. Een enquête, gericht tot een uiterst beperkt publiek, leidde tot de conclusie dat slechts een minderheid van de bevolking achter de staking staat. In een lezersbrief schreef ik ook onlangs "En nu aan het werk". DAT was gericht naar onze nieuwe regering. Toen dacht ik, hoopte ik nog dat onze politici de durf, het lef zouden opbrengen het grootkapitaal aan te pakken. Maar niets is minder waar! Ik citeer nu even de woorden van lezer Thomas Van Linter uit Wetteren : "Na vier jaar crisis blijft men de rekeningen doorschuiven naar de werknemers. Het grootkapitaal dat aan de basis ligt van de crisis (niet soms !?) BLIJFT ongemoeid en feest lustig verder, getuige daarvan recent nog de bonussen bij Dexia."
Lezer Daniël Willems uit Gent schreef in Dialoog van donderdag 26 januari :
"Wanneer komen wij in actie tegen de vele stakingen ?"
Eigen reactie daarop in Dialoog van vrijdag 27 januari : "Lezer Daniël Willems wil acties tegen de stakingen. Wanneer zou hij dan wél staken ? Als het grootkapitaal hem volledig gepluimd heeft ? Of wil hij dat de gewone burger binnen afzienbare tijd met weinig of geen veren (= noodzakelijke sociale verworvenheden) blijft rondlopen ? Staken is en blijft bovendien een recht."
****
Onderaan : Alle reacties over dit thema in Dialoog van vrijdag 27 januari.
N.a.v. artikel in HLN onder dezelfde titel. Deze lezersbrief werd niet gepubliceerd in Dialoog.
* In de reactie wordt wel gebruik gemaakt van fragmenten uit vroegere lezersbrieven.
* Onder het artikel : SCANS : 3.
Lezersbrief :
Het kan ook moeilijk anders dat er aanwijzingen van "schuldig verzuim" te vinden zijn in gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken. Alleen al het feit dat eertijds na een klacht en nadat de resultaten van een onderzoek aan het gerecht werden doorgespeeld, de "strafmaat" meestal werd doorgegeven aan de bisdommen, die dan maatregelen van inwendige orde dienden te nemen. Dat die "strafmaat" zo goed als altijd bestond uit overplaatsing naar een andere regio of school (in bepaalde gevallen zelfs niet eens ver uit de buurt van de slachtoffers), naar het buitenland of naar een ander continent, dat is ondertussen genoegzaam bekend. Erger nog, in veel te veel gevallen kon de pedofiele geestelijke dezelfde functie gewoon weer opnemen. Pedofilie werd in die tijd door de kerkelijke autoriteiten maar al te veel met de mantel der liefde toegedekt. Er zijn vele 'gradaties' van pedofilie, maar een 'zachtaardige' (sluwe) benadering van een pedofiel tot soms heel jonge kinderen mondt veelal uit in het plegen van ergere feiten, waaraan het kind ernstige psychische en soms ook fysieke letsels kan overhouden.
Dat alles kan je onder de noemer plaatsen van "geen gepast gevolg geven aan ernstige gevallen van seksueel misbruik" waarvan de kerkelijke autoriteiten maar al te goed op de hoogte waren. Dat is op zijn minst héél zacht uitgedrukt, want één ding blijft hier als een paal boven water staan : De slachtoffers werden met een kluitje in het riet gestuurd, m.a.w. men liet hen jarenlang in de kou staan, met alle psychische gevolgen die dat voor de meesten onder hen heeft teweeggebracht. Laksheid en imagobescherming zijn factoren die de deur hebben opengehouden voor veel verder misbruik en hoe moet je dat anders gaan noemen dan "schuldig verzuim" ? Ook de druk die plaatselijke geestelijken destijds probeerden uit te oefenen op de ouders van het kind dat seksueel misbruikt werd, en niet te vergeten de druk die ook werd uitgeoefend op diegenen die de eerste onderzoeksdaden dienden uit te voeren, hoort tot wat je alleen maar "schuldig verzuim" kan noemen. De geestelijkheid stond vroeger op een piëdestal en ouders vreesden de schande voor de familie, want zou men hun kind wel geloven ? Zou men het kind zelf niet met de beschuldigende vinger aanwijzen ? Kortom misbruik van een functie die toendertijd hoog aangeschreven stond bij de bevolking en waar weinigen durfden aan te tornen. Het is bovendien niet rechtvaardig ook de ouders "schuldig verzuim" naar het hoofd te slingeren, een argument dat sommigen al eens durven gebruiken om de schuld van de kerkelijke autoriteiten te minimaliseren (op online nieuwssites een argument dat heel vaak wordt MISbruikt). Logisch dat ouders zich schuldig voelen om wat er met hun kind gebeurd is, maar respect voor de clerus, intimidatie, onwetendheid, angst door iedereen nagekeken te worden, het zijn factoren die velen onder hen tegengehouden hebben om klacht in te dienen. Een aantal mensen zal wel kritiek hebben op de "huiszoekingen" en opperen dat men alweer het instituut kerk viseert en dat gretig aan "kerkbeschadiging" wordt gedaan. In feite is het alleen de kerk die zichzelf schade heeft berokkend en de feiten die ze jarenlang onder de mat is blijven vegen nu als een boomerang in eigen gezicht krijgt. Is het trouwens niet zo dat het instituut kerk haar eigen waarden decennialang heeft laten verloochenen door pedofiele geestelijken, die ernstige feiten hadden gepleegd gedurende ruime tijd en op meerdere kinderen, de hand boven het hoofd te blijven houden ... en hoe ? Diezelfde mensen (zeker de priester- leraars) waren toch diegenen die de jongeren de waarden van het leven dienden aan te brengen !
De reactie van lezer Wilfried De Clerck, Heverlee, in Dialoog van vrijdag 6 januari i.v.m. het afschaffen van het gratis abonnement op de Lijn voor gepensioneerden is er een "to the point" : "De gepensioneerden lijken zo stilaan paria's te worden. Terwijl zij toch de vroegere harde werkers zijn die de basis gelegd hebben voor onze welvaartsstaat." Net zij worden geviseerd en dreigen afgestraft te worden. Alweer een voor vele mensen belangrijke sociale verworvenheid waar men komaf mee wil maken. Wat volgt ? Want dat de crisis verder door de gewone burger zal moeten betaald worden en niet door hen die met lachwekkend hoge bonussen worden getrakteerd, dat staat als een paal boven water. Ook Bruno Tobback stelt heel duidelijk : "Het gaat om een principe in het Vlaams regeerakkoord. Het is de prijs voor de beschaving, voor de kwaliteit van het leven in de steden en op het platteland ... De bus is een alternatief voor mensen zonder auto die naar de stad komen. Gaan we ze verplichten om "achter de haard" te blijven zitten ?" Wat de reacties in Dialoog van de weekendkrant (7-8 januari) betreft, sluit ik me aan bij het standpunt van lezer Rony Van Avermaet, De Panne : "Afschaffen van gratis bus zal veel ouderen isoleren."
In enkele andere reacties wordt vrij denigrerend gereageerd tegenover 65-plussers die profiteren van gratis vervoer, van de samenleving dus. Staan de criticasters er nu echt geen ogenblik bij stil dat die mensen ook hun ganse loopbaan belastingen, solidariteitsbijdragen, ..., hebben betaald ? Beseffen ze niet hoe kwetsend hun woorden moeten overkomen voor hen die zich alleen maar op het openbaar vervoer kunnen beroepen ? Ik citeer de woorden van lezer Patrick Pringels, Lokeren : " "Voor mij als invalide, en zovele anderen die van de dokter niet meer met de auto mogen rijden, is het openbaar vervoer de enige manier om op onze bestemming te raken." Dat is maar één voorbeeld dat de ogen zou moeten openen van mensen die met een "ikke en de rest kan stikken"-mentaliteit lijken rond te lopen.
Een lezer beklaagt zich over de vele zwartrijders. Die zijn er, ja, en een meer en accuratere controle is wenselijk. Daar meer werk van maken zou tenminste een logische "besparing" tot gevolg hebben, in die zin dat men geen geld moet gaan zoeken op de kap van de ouderen in onze maatschappij.
Met de reactie van lezer J.P. Busschaert ben ik het helemaal niet eens. Eén van de mooiste initiatieven van de Lijn wil hij zonder meer laten afschaffen : De belbus. Nochtans vormt de belbus een ideale oplossing voor heel wat mensen (niet alleen voor ouderen !) die in bepaalde zeer uiteenlopende omstandigheden een probleem hebben om ergens ter bestemming te geraken. Het minachtend toontje duidt op weinig respect voor de ouderen en de mensen die met de belbus rijden. Lezer stelt schaamteloos : "Als ze dan eens rondrijden (en de chauffeur aan de kant van de weg zijn krant niet zit te lezen), dan is het léég of met een gepensioneerd koppel dat waarschijnlijk (!?) ergens gaat kaarten, shoppen of op visite gaat." Eerst en vooral is daar niets mis mee, en ik hoop dat lezer, eens hij ouder is, daar ook op deze manier zal kunnen van genieten. Ten tweede heeft hij zich helemaal niet geïnformeerd over wie de reizigers met de belbus wel zijn, maar brengt hij hier zomaar gratuit allerlei loze veronderstellingen naar voren. Heel wat mensen die problemen hebben met mobiliteit maken dankbaar gebruik van de belbus of kunnen er gebruik van maken om iemand te bezoeken ; een mogelijkheid die ze anders niet zouden hebben. Mogelijks dienen ze een verplaatsing van een standplaats van de belbus naar een kliniek te maken. Ik zou er lezer J.P. B. ook op willen wijzen dat een bus logischerwijze eerst 'leeg' is vooraleer er mensen opstappen, 'leeg' vertrekt als hij mensen moet ophalen of zijn passagiers dient op te wachten. Flauwe redenering van lezer, vind ik, om op die manier deze service met de grond gelijk te maken. Misschien, komt ook voor hem de tijd dat hij gelukkig zal zijn er gebruik te kunnen van maken !
In een andere reactie wordt gesteld dat de gepensioneerden maar moeten betalen ... dan zullen ze wel vanzelf wegblijven (daar komt de redenering op neer) ... en komen er meer zitplaatsen vrij voor betalende scholieren. Alweer ... ikke en de rest kan stikken !
Alleen op het gebied van hoffelijkheid bij in- en uitstappen, daar loopt het, zeker in ons landje, grondig fout. Een bepaalde categorie mensen (hier wil ik geen leeftijdscategorie op plakken, want oud en jong bezondigen zich er aan) kijkt gewoon niet eens op bij het instappen en drumt zich een weg naar een zitje. Op de bussen heeft men dit euvel kunnen omzeilen door iedereen te verplichten vooraan in te stappen.
Gewoon dat beetje respect voor elkaar ... het kan zoveel problemen oplossen. Ook van de Lijn mogen we toch verwachten dat ze gaan inzien dat besparingen niet op de rug van de ouderen mogen doorgevoerd worden.
******
ONDERAAN : BIJLAGEN (6) = Reacties van lezers in Dialoog + Artikel (2 scans).
1° Isolement : Rony Van Avermaet, De Panne. 2° Behouden : Patrick Pringels, Lokeren. 3° -Belbus : J.P. Busschaert, Mont de l'Enclus. -Scholieren : Philip Dezeure, Koksijde.
Document : "Gratis geschiedenisles" - San Deurinck
Document : "Gratis geschiedenisles" - San Deurinck.
1° Inleiding. 2° Artikel van San Deurinck "Gratis geschiedenisles" : SCANS (5) : zie onderaan.
1° Inleiding :
Eind januari 2011 overleed San Deurinck (65), ex-misdienaar, een voorvechter van rechten voor pedofilieslachtoffers. Zelf was hij één van de eerste slachtoffers van kindermisbruik in de kerk die een gezicht en een stem kregen. Hij ontpopte zich als een onvermoeibare strijder, kwam tussen in online discussies, schreef vele lezersbrieven en was ook actief in de "WERKGROEP MENSENRECHTEN IN DE KERK". Een eerste bijdrage van San Deurinck heb ik al eerder gebracht op dit blog : Overzicht "Archief per week" (02.O5.'11) : "Zullen we nu eindelijk de rechten van de slachtoffers respecteren ?". Het stuk hieronder mag je tot één van zijn vele briljante stukjes rekenen (Dammy Vermeersch). Een indringend artikel, vol sarcasme, scherp als een mes, de vinger op de etterende zere plek leggend.
N.a.v. een artikel van Werner Derboven (syndicaal afgevaardigde ABVV-AC) in Dialoog en een reactie daarop van lezer Bas van der Meijden.
**
1° Eigen lezersbrief (zie ook gepubliceerde versie in bijlage). 2° Lezersbrief van Werner Derboven in Dialoog van maandag 2 januari (SCAN 1). 3° Lezersbrief van Bas van der Meijden in Dialoog van dinsdag 3 januari (SCAN 2). 4° Gepubliceerde versie van eigen lezersbrief in Dialoog van woensdag 4 januari (SCAN 3).
**
1° Lezersbrief : Vakbonden (volledige versie) :
In Dialoog van dinsdag 3 januari wil lezer Bas van der Meijden de les spellen aan Werner Derboven, die in een eerdere reactie de verdediging van de vakbonden op zich heeft genomen. Dat vakbonden in de loop van de sociale geschiedenis heel wat positieve zaken verwezenlijkt hebben, waar de lezer tot op vandaag zelf nog ten volle van kan profiteren, dat laat hij aan zich voorbijgaan. Vakbonden zijn in zijn ogen niet meer dan geschikt voor musea ! Nee, onfeilbaar zijn ze niet, maar ze moeten er zijn, niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst. Zij vormen nu eenmaal het noodzakelijke tegengewicht in de balans die nu weer sterk aan het overhellen is naar de macht van de kapitaalkrachtigen, naar hen die niet echt onder de crisis lijden, maar de gewone burger maar al te graag doen voelen dat hij maar dieper en dieper in de beugel moet tasten en alle beslissingen om het grootkapitaal te beschermen maar klakkeloos moet aanvaarden. Het is natuurlijk heel gemakkelijk de vakbonden voor alles en nog wat als kop van Jut te beschouwen, maar wat staat er ons te wachten als zij helemaal geen tegengewicht meer vormen, als hen alle macht wordt ontzegd ? Dan zullen beetje bij beetje heel wat levensnoodzakelijke sociale verworvenheden sneuvelen. Nee, lezer Bas v.d.M., vakbonden en hun aanhang vormen geen minderheid en vinden nog altijd steun bij een belangrijk deel van de bevolking. Stakingen hebben altijd onaangename neveneffecten, dat is nu eenmaal zo en zal altijd zo blijven. Maar laten we toch maar eens goed nadenken wie ALTIJD beter wordt van een crisis, en wie ALWEER een stukje armer.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer !
Verhalen (14) : "Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer !"
Halfweg jaren '60. In het piepkleine gehucht J., gelegen op hooguit een kilometer van het centrum van de gemeente R., bevinden zich langs een eenzame grintweg enkele kleine arbeiderswoningen. Hier en daar wordt de regelmaat onderbroken door een villa die er neergepoot werd nadat een aantal werkmanshuisjes door de sloophamer definitief uit het landschap verwijderd werden. In één van de arbeidershuisjes woont de familie C. De man, David(32), werkt in Charleroi en komt slechts om de twee weken tijdens een weekend naar huis. Om voor zijn gezin de eindjes aan mekaar te kunnen knopen klopt hij vele overuren, maar kan zich daardoor niet permitteren geregeld naar huis te komen. De moeder, Ann (28), doet het huishouden en zorgt voor de twee kleine kinderen : Johan (5) en Christine (1 jaar oud).
Op een koude decembernacht :
1 uur is het op deze barkoude decembernacht. Er hangt weer sneeuw in de lucht. Twee verkleumde rijkswachters op patrouille zijn van hun fiets afgestapt en banen zich met hun tweewieler aan de hand verder een weg door de nacht. Kwestie van de voeten een beetje op te warmen.
Onze dienst zit er nog bijlange niet op. De nachtelijke patrouille loopt pas in de vroege morgen ten einde. We stappen nu langsheen een afgelegen grintweg ... twee schimmen in donkere 'wintermantel'. Denkend aan en verlangend naar een warm bed ... veel wordt er niet gesproken. Plotseling houden we allebei halt ... horen wij nu het gehuil van een kind in de verte ? We stappen behoedzaam verder en horen nu inderdaad duidelijk het huilen van een kindje in één van de lage arbeiderswoningen. Op zichzelf niets abnormaal natuurlijk als het een gezin met kinderen betreft. We hopen allebei dat de moeder wel snel zal wakker worden van het gehuil , het kindje zal troosten en in slaap wiegen.
We zetten onze nachttocht verder in de richting van het nabijgelegen dorp S., amper een tweetal kilometer verwijderd van het gehucht. Verder dan S. hoeven we niet te patrouilleren. Eens voorbij het dorp zijn het de collega's van de brigade L. die 'overnemen'. Na een korte ontmoeting en een babbeltje met onze twee collega's rijden we rond kwart voor twee terug richting R. Is het een voorgevoel, een onrust die zich al een ganse tijd van ons meester heeft gemaakt ... wij waren toch ook vader ... terug aan het gehucht gekomen nemen we het besluit toch maar een ommetje te maken langs de grintweg. Het gehuil van dat kindje, het had ons niet losgelaten. We zijn er vrijwel zeker van dat het wenen nu wel zou opgehouden hebben, maar we willen er ons toch van vergewissen dat alles in orde is.
We zijn tot op een tiental meter van het huisje genaderd ... hetzelfde gehuil van een kindje ... het dringt door merg en been. Al meer dan een uur is het geleden dat wij hier voorbijgekomen zijn ! Nee, hier is iets niet in orde en we kunnen ons als het ware voor de kop slaan omdat we niet bij onze eerste passage aangeklopt hebben. Wat is hier aan de hand ? Worden die ouders nu niet wakker ? Is de moeder van het kleintje ziek ? Waar is de vader van het baby'tje ? Het gaat duidelijk om het geschreeuw van een nog heel jong kindje.
Nee, langer talmen, dat kunnen we nu niet meer. We moeten te weten komen wat er aan de hand is in de arbeiderswoning. De voor-en achterkant van de woning worden gecontroleerd ... geen licht te zien, geen ander teken van leven te horen of te bespeuren ... alleen dat vreselijke gehuil ! Wat nu gedaan ? Onze weg zomaar voortzetten en hopen dat in de woning wel iemand zal wakker worden straks ... nee ! Aankloppen dan maar, maar noch aan de voordeur noch aan de achterdeur wordt gereageerd op ons aanhoudend geklop. We nemen het besluit even te gaan aanbellen aan een villa een kleine 200 meter verderop gelegen. Niet evident natuurlijk, midden in de nacht die mensen uit hun bed halen, maar er moet gehandeld worden. Op onze woorden "Rijkswacht van R. hier" wordt vrij snel opengedaan. Man en vrouw staan samen verschrikt in de deuropening en zien er redelijk overstuur uit. Begrijpelijk ook. Wanneer rijkswachters je midden in de nacht uit je bed halen, dan is het allicht om slecht nieuws te brengen, moeten die mensen gedacht hebben. We stellen het echtpaar zo snel mogelijk gerust en delen hen mee waarvoor we bij hen komen aanbellen. Een zucht van verlichting ... de vrouw begint omzeggens direct te vertellen : "Wel gendarmen", begint ze, "de man werkt in Charleroi en die komt maar om de twee weken naar huis tijdens een weekend. Er zijn twee kleine kinderen in het gezin : Johan, die is 5 jaar oud, en dan is er de kleine Christine, die amper een jaartje oud is. De moeder is een losse wilde vrouw, die er twee keer in de week 's avonds gewoon vanonder trekt samen met een vriendin ... en dat meestal tot laat in de nacht. Soms komt ze pas om 4 uur onder de morgen terug thuis. Die twee sukkelaarkes liggen dan urenlang alleen. De buren hier, wij dus ook, zwijgen uit schrik voor die vrouw. De politie weet er van, maar alles is tot nog toe bij hetzelfde gebleven." (NB.: Samenwerking tussen politie en rijkswacht was destijds niet altijd evident). We weten nu wat ons te doen staat en vragen het echtpaar of we hun telefoon even mogen gebruiken. Dit is zonder meer een geval van kinderverwaarlozing. We moeten eerst en vooral het huilende kindje zo snel mogelijk ter hulp kunnen komen. We besluiten als voorzorgsmaatregel en om het binnendringen in een woning 's nachts te verrechtvaardigen de procureur des Konings van Dendermonde op te bellen. Gelukkig maar krijgen we de magistraat vrij snel aan de lijn en brengen hem op de hoogte van de feiten. Direct geeft hij ons de opdracht de woning binnen te dringen, eender op welke manier. Het kind moet geholpen worden, dat is nu het belangrijkste. Tweede opdracht : De moeder in de woning opwachten !
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 2-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 2-
Zonder al te veel problemen kunnen we aan de achterzijde een raam openkrijgen en naar binnen klauteren. We komen in een soort achterkeukentje terecht. Op ons geroep wordt nog steeds geen antwoord gegeven. Het gehuil van de baby komt uit de kamer aan de voorzijde van het huis. Voorzichtig stappen we de kamer binnen, steken het licht aan en zien op een versleten divan een jongetje liggen. Dat moet dan de vijfjarige Johan zijn. De jongen slaapt rustig verder en blijkt geen hinder te ondervinden van het aanhoudend geween van zijn zusje. Het is ijzig koud en vochtig in de kamer. De leuvense stoof is gevuld met kolen, maar is blijkbaar niet op gang geraakt. Het jongetje in de divan wordt uiteindelijk wakker van ons gestommel, gooit zijn deken opzij en blijft ons dan stomverbaasd met grote ogen aankijken. Aan het andere eind van de kamer staat een wiegje en daarin ligt de eenjarige Christine nog steeds hardop te wenen. Het kindje heeft haar dekentje waarschijnlijk met de voetjes weggestampt. Het meisje is blauw van de kou, het aangezichtje 'opgezwollen' door het langdurige wenen. Daar staan wij dan, midden in de nacht, met twee kleine kinderen die daar al uren alleen liggen, aan hun lot overgelaten. Geen moeder ... die zal er dus op uit zijn met haar vriendin, zoals de buren ons al hadden laten verstaan. De vader aan het werk in Wallonië. Meer kledingstukken moeten we zien te vinden, want wat het kindje aanheeft, dat kan onmogelijk veel bescherming bieden tegen de koude en de vochtigheid. In een kast vinden we een beetje kledij om het kleintje wat beter te kunnen toedekken. Het kindje stopt even met huilen, denkt waarschijnlijk dat mama haar toedekt. Bij het zien van de twee mannen in uniform begint Christine echter opnieuw luidkeels te schreien. We gaan op zoek naar melk, maar er is zo goed als niets te vinden. We verwensen de moeder. Het is nog maar drie uur, dus zou ze best nog een uur of langer kunnen wegblijven. We komen snel tot het besluit dat we de kinderen niet op deze manier in het huis kunnen laten. We moeten zo snel mogelijk een degelijk onderkomen vinden voor de twee sukkelaartjes en zorgen dat we tijdig terug onze opwachting kunnen maken aan de woning. De opdracht van de magistraat was duidelijk : Wachten op de thuiskomst van de moeder. Terug naar de villa ... gelukkig maar is het oudere echtpaar nog niet gaan slapen - nog niet bekomen van hun emoties - en ik vraag hen of ik dringend de telefoon kan gebruiken om voor vervoer te zorgen en de kinderen een veilig en warm onderdak te bezorgen. Ik bel een taxichauffeur op, een vertrouwensman waarvan we weten dat hij binnen de kortste keren ter plekke kan zijn. Hij had in het verleden trouwens al meerdere keren samen met rijkswachters verwaarloosde kinderen naar een tehuis overgebracht. We beslissen beide kinderen te laten overbrengen naar het klooster-hospitaal ongeveer een tweetal kilometer van de grintweg verwijderd. Nog geen half uur later liggen Johan en Christine in een warm bedje. ...
Onze opdracht zit er bijlange nog niet op. De procureur des Konings heeft ons een duidelijke opdracht gegeven : Het uur van thuiskomst van de moeder moet bepaald worden en ook de toestand waarin de moeder zich bevindt op dat moment. We hadden ook de opdracht gekregen haar 's anderendaags aan een grondig verhoor te onderwerpen, inzonderheid over haar 'tijdverdrijf' tijdens de nachtelijke uren.
We stellen ons verdoken op in de nabijheid van de woning. De kou, die voelen we niet meer. We zijn gerustgesteld omdat de kinderen een onderkomen voor de nacht hebben en het is ons nu te doen de moeder op te wachten die haar kleintjes in dergelijke mensonterende omstandigheden alleen thuis had achtergelaten. ...
Rond tien na vier zien we plots in de verte een auto de grote weg verlaten en de grintweg oprijden. Het blijkt een taxi te zijn die in onze richting komt gereden en stopt een tiental meter voor de woning van het gezin C. Op dat moment komen wij vanachter enkele bomen te voorschijn en stappen op het voertuig af. De taxichauffeur schrikt wel, denkt dat het om een controle gaat en begint dan zijn documenten boven te halen. We noteren wel een aantal gegevens en vragen hem vanwaar hij met de vrouw vertrokken is. "Ik kom van Gent-Zuid", antwoordt de man zonder aarzelen. Wij weten genoeg en zeggen hem dat hij kan beschikken. De jonge moeder is ondertussen al uitgestapt en begeeft zich naar haar woning zonder zich iets van de zogezegde controle aan te trekken. Groot is haar verbazing als wij haar naam roepen. Ze begrijpt er niets van en vraagt botweg waarom de gendarmen haar lastigvallen en haar naam op de koop toe kennen. Ze ziet er afgepeigerd uit. Dronken is ze niet, maar ze ruikt wel naar drank. Voor ze binnen wil gaan stellen we haar de vraag : "Wie is er vannacht bij uw kinderen gebleven?" "Wel, wel, heren", antwoordt ze uitdagend, "die slapen als twee engeltjes en het is warm binnen want de stoof brandt. Mijn kinderen zijn het gewoon eens alleen te zijn." Bij het binnengaan delen we haar mee dat haar kinderen ondergebracht werden in het nabije klooster-hospitaal en dat ze die later op de dag terug kon ophalen. De vrouw begint eerst te roepen en te schelden. Als ze samen met ons kan vaststellen dat de stoof geen warmte had gegeven en dat het bitter koud is in het huis begint ze hysterisch te huilen. We storen ons niet in het minst aan haar huilbui en delen haar laconiek mee dat we om 9 uur terugkomen om meer uitleg te krijgen over haar nachtelijke uitstapjes. "Ge gaat daar toch niets van vertellen tegen mijn man !?", jammert ze dan tussen het huilen door. "Hij komt volgend weekend naar huis." Om haar te kalmeren laten wij haar in de veronderstelling dat haar man niets zou te weten komen. Onmogelijk natuurlijk gezien de ernstige graad van verwaarlozing van twee kinderen, amper vijf en een jaar oud. ... De volgende morgen, enkele uren later dus, begeven we ons in eerste instantie naar het klooster-hospitaal om te informeren naar de gezondheidstoestand van de kinderen. Het jongetje is ondertussen al opgehaald door de moeder. Voor de eenjarige Christine was medische verzorging noodzakelijk. Diezelfde nacht nog werd door de bijgeroepen arts het begin van longontsteking vastgesteld. Het kindje was ook in shocktoestand door het langdurige huilen en van de schrik.
Vooraleer over te gaan tot een grondig verhoor van Ann besluiten we eerst nog eens ons licht op te steken bij enkele buren. Die zouden na deze gebeurtenis misschien wel meer geneigd zijn ons iets meer te vertellen over "de handel en wandel" van moeder Ann.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 3-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! (deel 3).
Enkele bezoeken aan de buren van het gezin C. zijn voldoende om ons vermoeden te staven. Toen de taxichauffeur ons de vorige nacht vertelde dat hij Ann van Gent-Zuid naar R. had vervoerd, waren wij er vrijwel zeker van dat het milieu van de prostitutie Ann niet vreemd zou zijn. Een mens vraagt zich af hoe de buren dat allemaal te weten zijn gekomen. In elk geval die plotse loslippigheid maakt het voor ons iets gemakkelijker om de vrouw seffens op de rooster te leggen. We komen te weten dat Ann samen met een vriendin uit een aangrenzende gemeente tippelt in Gent-Zuid. Tweemaal per week vertrekt ze omstreeks 9 uur 's avonds om pas terug thuis te komen rond 4 uur in de morgen. Haar vriendin rijdt nog verder mee met de taxi richting D. De kinderen worden steeds aan hun lot overgelaten. Die nachtelijke uitstapjes zouden al 4 à 5 maanden aan de gang zijn. Een vruchtbaar buurtonderzoek zou je kunnen stellen.
*
Om 10 uur zijn we al aan de woning van Ann gearriveerd. De moeder heeft het jongetje al afgehaald en die staart zwijgend naar onze uniformen. De procureur had ons nogmaals verzocht de moeder aan een grondig verhoor te onderwerpen en daar had hij zijn redenen voor. Het verhoor begint, zoals we ook wel verwacht hadden, met een opvallend geveinsde huilbui van de moeder. Het maakt weinig of geen indruk op ons. Eens de vrouw heeft opgehouden met wenen maken we haar duidelijk dat we al van een en ander op de hoogte zijn en dat wij haar vriendin reeds 'onder handen hebben genomen' ... een leugentje om bestwil. Een nieuwe huilbui. Blijkt dat ze met haar vriendin al enkele weken in onmin leeft.
Verklaring van Ann : "Ik heb schrik dat mijn man dat allemaal zal te weten komen. Hij werkt in Charleroi en komt maar om de twee weken naar huis tijdens een weekend. Een viertal maanden geleden kwam ik in contact met een vroegere schoolvriendin uit S. Mijn vriendin leefde gescheiden van haar echtgenoot. Zij werkt twee nachten per week in een bar in de buurt van Gent-Zuid als 'dienster'. Zij verdient veel geld, en ze wordt opgehaald en teruggebracht met een taxi. Ze vertelde mij over dure mantels en ringen die ze kocht. Ik werd zo jaloers op haar. Voor mij was dat werk onmogelijk gezien mijn twee kinderen. Maar mijn vriendin bleef maar aandringen en uiteindelijk liet ik mij door haar meelokken. Mijn man, die mocht niets te weten komen. Zo kwam het dat we steeds op dinsdag en donderdag door een taxi werden opgehaald rond 9 uur 's avonds en dat we rond 4 uur 's morgens naar huis werden gevoerd. Mijn kinderen, die sliepen goed en de leuvense stoof brandde steeds zodat ze geen kou konden lijden. Ik kon niemand anders vragen van de familie om op hen te letten, want dan zou mijn man het zeker te weten komen !"
We stellen haar de vraag waaruit haar werk bestond. De jonge vrouw aarzelt uit schrik voor de gevolgen van haar antwoord. We laten haar nogmaals verstaan dat we al heel wat te weten zijn gekomen van haar vriendin. Gevloek en nieuwe huilbui.
"Ja, die zal mij niet sparen ... omdat wij al meer dan een week ruzie hebben. Zij is het die me meegelokt heeft. Ik kon toch niet weten welk werk mij te wachten stond in Gent (!!!)."
De huilbuien beginnen elkaar in snel tempo op te volgen. Wij proberen haar te 'kalmeren' door haar te beloven haar echtgenoot zo voorzichtig mogelijk op de hoogte te brengen. Gezien de toestand van het meisje moet haar man nu eenmaal kennis krijgen van wat zich heeft voorgedaan. Onze tactiek helpt ! (NB. van Ivan B. : Vandaag de dag zou die belofte mogelijks al door een of andere advokaat als procedurefout MISbruikt worden !).
De vrouw begint haar 'avontuurlijk leventje' in de nachtkroeg met horten en stoten te vertellen.
"Ik liet mijn drank betalen door de klanten. Vier-tot vijfmaal per nacht moest ik meerijden met iemand, een klant die door 'madam' werd aangewezen. Die klanten reden met mij meestal naar een bebost gebied buiten de stad. Ik werd uitgekleed, overrompeld en gebruikt. Als ik niet tegenwerkte kreeg ik soms 1.000 fr of meer drinkgeld. Zo ging het altijd. Ik nam al vele maanden de pil. Per nacht verdiende ik steeds meer dan 5.000 fr zonder het drinkgeld mee te rekenen dat ik van de klanten ontving. ...
Het klopt dat ik sedert vier maanden tweemaal naar Gent vertrok als 'dienster'. Ik dacht veel aan mijn echtgenoot en aan de kinderen ... maar de drang naar geld en vertier waren veel te sterk. Ik was vroeger compleet onwetend over al die zaken. Ik was zo dom als een gans op dat gebied."
Blijkbaar wil onze 'nachtvlinder' nu ook medelijden opwekken. Plots wordt ze vrij heftig en roept : "Ge vraagt altijd wat ik heb gedaan ... maar er gebeuren daar nog veel ergere dingen !"
Wij spitsen onze oren. Wat gaan we nu krijgen ? Krijgt dit onderzoek nog een 'extra staartje' ? Ann voelt zich natuurlijk in het nauw gedreven en wil hier niet als enige zondebok uitkomen.
"Er verblijft daar een jong meisje van nog geen 15. Ze woont met een tante op de tweede verdieping van het café. Lilly is haar naam. Als de tante eens weg is ... en dat gebeurt vrij regelmatig ... dan laat 'madam' een klant naar boven gaan bij het meisje. Ik heb het zelf gezien en heb het meisje zelf eens horen wenen. 'Madam' ontvangt daar telkens heel veel geld voor. Ze had het snel door dat ik een en ander gezien had en zei tegen mij : 'Anneke, nooit iets zeggen over Lilly, want dat is te gevaarlijk.' ... Ann eindigt haar verklaring met nogmaals het verzoek toch maar niets aan haar man te vertellen. Na voorlezing volhardt en ondertekent ze.
**
De uitlatingen van Ann waren voor ons voldoende om de B.O.B Gent te verwittigen (= de vroegere Bijzondere Opsporingsbrigade). Een inval in café "Chez ..." leverde meteen resultaat op. De minderjarige Lilly werd aangetroffen op de tweede verdieping in 'gezelschap' van een man die haar wou verkrachten. 'Madam' werd ter plekke aangehouden en naar de gevangenis overgebracht. Voor de klant van hetzelfde laken een broek ... met mogelijks een gebroken gezin tot gevolg. Het meisje werd overgebracht naar een opvangtehuis in Sint-Kruis Brugge.
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -slot-
Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -slot-
Voor Ann loopt het allemaal veel slechter af dan ze voorzien heeft. Haar echtgenoot wordt dringend verzocht van zijn werk naar huis te komen. Dat kan moeilijk anders gezien de gezondheidstoestand van de kleine Christine. In de loop van de namiddag neemt de man contacht op met ons. We kunnen moeilijk anders dan hem op de hoogte te stellen van de feiten en we dienen natuurlijk ook van hem, als vader, een verklaring af te nemen. Veel is er met de man niet aan te vangen. Hij is te razend van woede om ook maar iets zinnigs te vertellen.
De kleine Christine heeft hij enkele keren bezocht in de kliniek, vernemen we later, maar we kunnen niet voorkomen dat hij enkele dagen later plots met de noorderzon vertrekt en vrouw en kinderen in de steek laat. Blijkbaar is verantwoordelijkheidsbesef ook voor hem een loos begrip. Nog maar eens zijn de kinderen de dupe en zullen ze naar alle waarschijnlijkheid in een opvangtehuis terechtkomen en mogelijks kunnen ze later in een pleeggezin geplaatst worden. Tenzij hun vader later terug op de proppen komt en het hoederecht over zijn kinderen 'opeist'. - NB.: In de notities vind ik verder niets meer over de man terug -
De eenjarige Christine dient nog drie maanden in de kliniek te verblijven (wegens risico voor bloedstolling). Had ze nog een half uur langer in de kou gelegen, dan was dat voor het meisje zo goed als zeker fataal afgelopen.
Tijdens het verder verloop van het onderzoek vernemen we dat Ann vroeger al eens ter verantwoording werd geroepen bij de kinderrechter te Dendermonde ... wegens kinderverwaarlozing. Niet te verwonderen dan ... die stille gelaten blik van de vijfjarige Johan. We hebben hem geen vijf woorden horen zeggen. Wat heeft dat jongetje eerder al meegemaakt ? Van dit feit waren wij niet op de hoogte. 'Moeder' Ann woonde toen nog met haar man en zoontje in S. -, in de omgeving van Dendermonde. Daarom ook dat de procureur tijdens een tweede telefoongesprek zo sterk aandrong op een uiterst grondig verhoor. Ann heeft dus blijkbaar geen rekening gehouden met de woorden van de kinderrechter destijds. Een moeder die zich voor de tweede maal schuldig maakt aan kinderverwaarlozing ... en hoe ? ... zo iemand verdient niet dat zij de kinderen nog langer onder haar hoede kan nemen. Onze PV's zijn ook niet bepaald positief, integendeel. Wij hopen dat deze vrouw het hoederecht over haar kinderen zal verliezen, hoe moeilijk het ook zal worden voor de vijfjarige Johan. Kristine, amper een jaar oud, zal zich niets meer herinneren van haar trieste eerste levensjaar. Volgens de arts zal het meisje terug volledig gezond worden.
**** Tijdens de zitting in Dendermonde (achter gesloten deuren) reageerde de rechter furieus. "Mevrouw als ge daar in de auto met die mannen lag te vrijen, hebt ge dan nooit een moment gedacht aan uw echtgenoot en aan uw nog zo jonge kinderen ? Ik begrijp u niet. Ge zijt een onbetrouwbare echtgenote en moeder, en dat voor de tweede keer in enkele jaren tijd. Ditmaal had het fataal kunnen aflopen voor uw dochtertje Christine. Realiseert ge u dat ? Ge hebt geen greintje verantwoordelijkheidsgevoel en ge zijt niet in staat uw kinderen een degelijke opvoeding te geven ..." Het vonnis lag voor de hand. Naast een relatief korte gevangenisstraf werd Anne het hoederecht over de kinderen ontnomen. Recidive en de ernst van de toestand waarin de kleine Christine zich bevond deden haar de das om.
Van Ann hebben we later vernomen dat ze verhuisd was naar het Brugse. Of dat iets met de kinderen te maken had, dat weten we niet, maar het feit dat ze eenmaal ter verantwoording werd geroepen voor de rechter voor kinderverwaarlozing en nadien een veroordeling heeft opgelopen voor nog veel ergere feiten van verwaarlozing, dat had haar als "moeder" volledig ongeloofwaardig gemaakt.
Wij als rijkswachters hadden onze taak volbracht, maar we hadden aan de hele zaak vooral een 'goed gevoel' overgehouden omdat onze nieuwsgierigheid tijdens een nachtelijke patrouille op een ijzig koude decembernacht misschien wel een mensenleventje had gered. En waren wij niet van onze fiets gestapt om een eindje te voet af te leggen om onze voeten een beetje 'op te warmen', dan hadden wij allicht de kleine Christine nooit horen huilen. We mochten er niet aan denken hoe het toen zou afgelopen zijn. Wat beide ouders met hun leven nog verder aangevangen hebben, het interesseerde ons weinig. Maar voor beide kinderen hoopten we dat ze eindelijk in een normaal gezin zouden terechtkomen en de kans zouden krijgen hun weg te banen naar geluk.
Dat 'madam van 'Chez ...' in Gent-Zuid haar etablissement had moeten sluiten en een "tijdje" kon gaan uitrusten in de "Nieuwe Wandeling" wegens aanhitsing tot ontucht van minderjarigen, dat deed ons eerlijk gezegd plezier. Een vrouw die tot dergelijke daden in staat was, die het leven van een 15-jarig meisje tot een hel herleid had, alleen maar om meer geld in het laatje te krijgen, zo iemand mochten ze, wat ons dan betreft, voor de rest van haar leven opsluiten. In elk geval had ze ook een levenslang verbod gekregen ooit nog een café (eender welk) uit te baten. Lilly werd tijdig gered uit de klauwen van de gewetenloze bordeeluitbaatster.
Een zaak van kinderverwaarlozing en seksueel misbruik van een minderjarige in één klap opgelost, het leverde ons een schriftelijke appreciatie op van de korpsoverste, maar het gaf ons ook de moed onze tanden te blijven zetten in de zovele zaken van kindermishandeling, -verwaarlozing, gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen (al dan niet door geestelijken) en de vele schrijnende gevallen van incest waarmee we te maken kregen tijdens onze loopbaan.
Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat ! (deel 1)
Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat !
-Opgetekend door Gaston Bontinck (halfweg jaren '6O)-
Op de tweede verdieping, kamer 18 van de materniteit in W., ligt de nog piepjonge Vanessa. Enkele dagen geleden is ze bevallen van een jongetje. Ze lijkt zelf nog een kind, en dat is ze in feite ook nog. Ze ziet er heel bleekjes uit en haar aangezicht is fel getrokken. Elke andere moeder zou nu stralen van geluk omwille van het nieuwe leven dat ze op de wereld heeft gezet. Maar voor Vanessa is er weinig reden om gelukkig te zijn bij de geboorte van haar zoontje. Amper 15 jaar oud is ze, niet gehuwd, zelfs niet eens verloofd. * Veertien was ze toen ze verkracht werd. En dat was nog niet eens alles. Hetzelfde jonge moedertje, hetzelfde jonge meisje Vanessa, verbleef hooguit één jaar geleden in dezelfde materniteit. Toen schonk ze het leven aan een dochtertje. Ze was nog geen 14 toen ze voor het eerst verkracht werd. Het ongewone voorval wekte heel wat beroering in de kliniek en uiteraard in de ganse gemeente en omgeving.
Vanessa groeide op in een gezin waar geen enkel normbesef te bespeuren viel , waar van opvoeding van een meisje, dat zich in haar puberteitsjaren bevond, in de verste verte geen sprake was. Aan haar ouders had ze niet de minste steun, integendeel. Haar vader was dagelijks uit werken naar de grote stad om er op allerlei duistere manieren aan de kost te komen. Meestal bleef hij ook in de stad overnachten en kwam hooguit enkele keren per maand over huis. Soms verbleef hij samen met de twee oudere zonen een tijdje voor werk in Wallonië. Haar moeder Daniëlle was een echte heks, een doorslechte vrouw en moeder. Ze liep regelmatig dronken in het huis rond, altijd slordig gekleed. Hygiëne was voor haar blijkbaar een onbekend iets ... ze was met geen tang aan te raken ... hoe ironisch zoiets in dit verhaal ook overkomt. Maar toch zwaaide ze tiranniek de scepter in het gezin. Dat deed ze door ganse dagen te roepen en te tieren tegen iedereen die haar ook maar iets in de weg legde. Niemand uit de gebuurte die het ook maar waagde een voet in de woning te zetten, op gevaar een bloempot of enig ander projectiel naar het hoofd geslingerd te krijgen. Politie, gemeenteambtenaren en schuldeisers waren evenmin veilig voor de scheldtirades en mateloze agressie van de vrouw. Roken en drinken de ganse dag door, vloeken tegen iedereen ... dan pas voelde ze zich in haar element. Opruimen en eten klaarmaken, dat was niet aan haar besteed. Meestal werd iets uit de vuist gegeten en de restjes bleven dagenlang op de tafel liggen. Gans het gezin sliep tesamen in één ruimte. De moeder, twee dochters en twee zonen, die wel iets vaker thuis waren dan hun vader. Het doen en laten van hun moeder, dat was het laatste van hun zorgen. Ook in de slaapkamer hing een vieze geur. Lakens lagen er niet op de bedden, alleen enkele grove dekens. Moeder Daniëlle sliep bij haar minnaar of bij haar oudste zoon bij afwezigheid van de minnaar. Een regelrechte chaos ... en in die chaos groeide de kleine Vanessa op.
Twee jaar eerder :
Vanessa was 13 en haar oudere zus Margriet 15. Vader en zonen waren gedurende een langere periode aan het werk in Wallonië. Moeder Daniëlle, hoe vuil en slordig ze er ook bijliep, had toen al een minnaar. De gehuwde man woonde in dezelfde gemeente. De relatie tussen de moeder en de man werd in het gezin voor niemand geheim gehouden, verre van. De oudste dochter Margriet had eveneens een relatie met een gehuwde man en ook hij kwam geregeld over de vloer. Als de minnaar van de moeder niet kwam, liet die laatste zich overrompelen en gebruiken door het lief van haar dochter, en de 15-jarige Margriet deed net hetzelfde als haar moeder. Bleef haar minnaar te lang weg, dan liet ze zich gebruiken door de minnaar van moeder. De gehuwde mannen beschikten over geld en moeder Daniëlle liet zich door hen 'rijkelijk' betalen. In dat klimaat bracht Vanessa haar jonge leventje door. Wat moest er van haar geworden, leven in dergelijke omstandigheden !? De minnaars kwamen tot driemaal per week aan huis en bleven soms tot in de vroege morgen. Eten, drinken en sex konden de mannen krijgen. Half dronken kropen ze in een bed dat in geen dagen was opgemaakt, in een kamer waar de vunzige geur van het in lang niet gewassen 'beddengoed' bleef hangen. De 13-jarige Vanessa bleef dikwijls tot laat in de avond in het gezelschap, trok naar haar eigen bedje als ze merkte dat haar moeder en zuster meer naakt dan gekleed rondliepen, en veelal beneveld door de drank niet goed meer beseften wat ze deden. Maar als het er op aankwam te betalen voor hun 'verblijf' , 'vertier' en 'vermaak', dan was moeder Daniëlle wel bij de pinken en zonder af te rekenen kwamen de mannen er niet buiten. Kon Vanessa aan dat alles blijven weerstaan, of zou ze zich laten meeslepen door de ophitsende en uitdagende houding van haar moeder, haar zuster en de minnaars ?
Wordt vervolgd. *********************************************
Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat ! (deel 2)
Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat ! - deel 2.
De gehuwde mannen kwamen meestal heel laat als het al donker was, kwestie van zo weinig mogelijk opgemerkt te worden door de buren. Ze waren immers afkomstig uit de streek. Op zekere dag moest de 15-jarige Margriet onverwacht overgebracht worden naar de kliniek. Daar bleek dat ze een blindedarmontsteking had en ze diende enkele dagen in de kliniek te blijven. Tijdens haar afwezigheid werden de braspartijen gewoon voortgezet. Moeder Daniëlle zat nu echter met twee minnaars opgescheept. Op een zondagavond hadden zij en de twee mannen nogal diep in het glas gekeken. Op een bepaald moment sprong Daniëlle recht en begon uitdagend te dansen voor de twee mannen. Nadat ze enkele schaarse kledingstukken uitgetrokken had, tilden ze haar op en droegen haar naar een bed in een klein 'nevenkamertje'. Vanessa kon het gelach, geroep en het 'dronkemansgelal' niet meer aanhoren en besloot met de hond een wandelingetje te gaan maken, Donker of niet, ze voelde zich op straat een pak veiliger dan tussen die dronken en lawaaierige volwassenen. Toen ze na een uurtje terugkwam waren moeder en de twee mannen terug volop aan de drank. ...
Verklaring van Vanessa :
"Rond middernacht was de minnaar van mijn zuster (een gehuwde man van 40) zinnens terug naar huis te vertrekken. Ik hoorde moeder roepen : 'Allee, blijf toch nog een beetje hier ... kruip bij Vanessa ... dat is allemaal hetzelfde ... 't zal wel al gaan.' De minaar van Margriet riep : 'Nee, nee, Vanessa is nog te jong.' 'Wel, kruip dan bij mij in bed', antwoordde moeder, 'mijn lief hier zal wel bij Vanessa willen slapen ... hij is zot van konijnenvlees !' Enkele minuten, later lag mijn moeder halfdronken in bed in de armen van het lief van mijn zuster. Het lief van ma (gehuwde man van 54) kwam bij mij in bed gekropen. Ik hoor mijn moeder nog roepen : 'Gaat het al ... kan hij er al in ?' Ik weende en probeerde mij te verdedigen tegen die man, maar ik kon het niet volhouden. Hij was een volwassen manspersoon en ik nog een jong meisje. Zijn adem stonk naar de drank en hij overrompelde me volledig met geweld. De minnaar van mijn moeder heeft mij toen tweemaal gebruikt. Driemaal heeft zich dat voorgedaan op verschillende dagen, tot wanneer mijn zuster terugkwam uit de kliniek. Het ergste is dat ze er erg moest om lachen toen men haar alles vertelde. Ze vond het allemaal normaal en plezierig."
*
En zo ging het maar verder, tot op de dag dat de huisarts vaststelde dat Vanessa zwanger was. "Er is toen wel paniek ontstaan en er werd veel geroepen en gevloekt door moeder en de mannen, maar veel geld maakte voor moeder alles goed", verklaarde Vanessa later.
De minnaar van Daniëlle, de verkrachter van de toen nog maar 13-jarige Vanessa was met een grote som geld over de brug gekomen, want zijn naam, zijn 'handel en wandel' moesten geheim blijven. Vanessa werd op alle mogelijke manieren onder druk gezet door haar eigen moeder en diste een vaag en vrij ongeloofwaardig verhaal op over haar verkrachting. Het onderzoek zat daardoor, voor een tijdje althans, op een dood spoor.
Pas na haar tweede bevalling is Vanessa uiteindelijk alles beginnen vertellen aan de onderzoekers.
*
Na de eerste bevalling waren de braspartijen ten huize van 'madam' Daniëlle een tijdje opgehouden, vooral gezien een onderzoek was opgestart. Het kindje van Vanessa werd ondergebracht in een opvangtehuis in N. Daniëlle en de mannen beseften wel dat de woning regelmatig in het oog werd gehouden om toch maar de vader van Vanessa's kindje te kunnen ontmaskeren. Iedereen in het 'gezin' zweeg verder als vermoord, want er werd nu eenmaal veel betaald om te zwijgen. Buren, indien ze al iets zouden gezien hebben, moeiden zich het liefst helemaal niet met het ontwrichte gezin, uit schrik voor pesterijen nadien. Daniëlle schrok voor niets terug en zou ongetwijfeld het leven zuur blijven maken van diegenen die ook maar iets van de gezinssituatie aan de rijkswachters zouden verteld hebben. Ze wist maar al te goed dat er op een bepaald moment aan buurtonderzoek werd gedaan in een poging om de feiten aan het licht te brengen.
* Een paar maanden later : Moeder Daniëlle had ondertussen een 'oplossing' gevonden om haar 'zaakjes' verder te kunnen zetten. Ze sprak nu voor alle zekerheid buitenshuis af met haar minnaar. De gezinssituatie veranderde echter ineens en dat was niet in het voordeel van Vanessa. Haar oudste zus huwde plots en liet het 'ouderlijk huis' achter zich. Het jonge meisje 'moest' binnen de kortste keren de 'hulpminnares' worden van de vriend van haar moeder. Onder dwang van Daniëlle bleef Vanessa daardoor steeds in nauw contact met haar verkrachter. En op die manier kon 'madam' Daniëlle er zich meteen van verzekeren dat er geregeld geld in het bakje kwam.
Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat ! (slot).
Verhalen : 't Is maar waar je wiegje staat (slot).
Moeder Daniëlle schrok er niet voor terug haar jongste voor haar kar te blijven spannen. Geld moest er in 't laatje komen, dat was het allerbelangrijkste. Zo kwam Vanessa volledig onder invloed te staan van moeder en haar minnaars. Daniëlle legde het zo aan boord dat de afspraken niet meer thuis plaatsvonden, maar ergens in de omgeving van de gemeente. Vanessa was ondertussen 15 geworden en werd door haar moeder meegenomen. Op die manier kon ze beter tegemoet komen aan de 'wensen' van de minnaars, Die moesten blijven afdokken opdat alles verdoken zou blijven. Maar de mannen eisten meer en wilden profiteren van het jonge meisje.
Op een avond tijdens één van de vele afspraken had Daniëlle weer teveel gedronken ...
Verklaring uit de mond van Vanessa :
"Ik had zelf ook veel te veel gedronken. Mijn moeder drong er altijd op aan dat ik wat meedronk. We bevonden ons ergens in een bos te ... Op een bepaald moment was mijn moeder in een 'dronkemansslaap' gevallen. De twee mannen, die ook dronken waren, konden me niet gerustlaten. Ik probeerde me te verdedigen, maar dat lukte niet. Ik wou niet toelaten dat ze me zouden gebruiken. Ik herinnerde me mijn eerste zwangerschap. Maar de minnaars van moeder werden alsmaar handtastelijker en probeerden me de kleren van het lijf te rukken. Ondertussen lag mijn moeder luidop te snurken in de auto. Plots werd ik uit de auto getrokken en één van de mannen sleurde mij in het struikgewas. Ik bleef mij verweren, maar de man ging als een razende te keer door de drank en omdat ik bleef tegenstribbelen. Ook de andere man heeft me toen met geweld gebruikt ...
Zo is die situatie een tijdlang blijven duren. Ik moest van moeder de mannen hun goesting geven omwille van het geld. En als ik probeerde tegen te werken zat het er bovenarms op."
*
Een tijdje nadien volgde een nieuwe mokerslag voor Vanessa. De arts stelde vast dat ze voor de tweede keer zwanger was. Toen werd het haar te veel en er ontstonden de dagen nadien vlammende ruzies tussen moeder en dochter. Kort nadien pakte Vanessa haar boeltje en ging inwonen bij een tante in L.
"Nu ik voor de tweede maal ben bevallen zal ik alles vertellen", verklaarde het meisje later, "Ik wil toch niet meer terug naar huis. De gehuwde minnaars van moeder moeten blijven betalen ... ik ga geen namen noemen, want anders ben ik mijn 'maandelijks inkomen' kwijt. Ik word betaald en dat is voor mij nu het belangrijkste", voegde ze er aan toe. Dergelijke uitspraken uit de mond van een jong meisje, het doet een mens huiveren.
Nadat Vanessa hersteld was van haar tweede bevalling werd ze overgebracht naar een "heropvoedingsgesticht". Moeder Daniëlle werd uiteindelijk toch veroordeeld en kreeg enkele maanden gevangenisstraf.
Maanden nadien keerde Vanessa toch terug naar huis. De minnaars kwamen niet meer over de vloer en er werden geen afspraken buitenshuis meer gemaakt, maar ze bleven regelmatig betalen via allerlei omwegen om hun eigen gezin te redden. Verschillende personen werden aan een verhoor onderworpen, enkelen zelfs opgesloten, maar binnen de kortste keren dienden ze weer vrijgelaten te worden wegens gebrek aan bewijzen. Moeder en dochter bleven zwijgen als vermoord. Enkele dagen vertraging bij het betalen ... het was voldoende voor Daniëlle om te dreigen de echtgenotes op de hoogte te brengen.
Ondanks alle geheimdoenerij kwam één van de echtgenotes toch aan de weet dat haar man een affaire had met Daniëlle. Een gezin met drie kinderen werd door de echtscheiding uiteengerukt.
****
Wat er verder met Vanessa is gebeurd staat niet meer vermeld in het verhaal van vader. Mogelijks vonden de feiten plaats kort voor zijn pensioen. Heeft ze zich kunnen loswerken van haar moeder om haar eigen weg te gaan in het leven ? Is ze verder bezweken voor het geld ? Is ze in het spoor van haar moeder getreden ? Aan de lezer om een poging te doen het antwoord in te vullen. We kunnen alleen maar hopen dat zij het leven bij haar moeder achter zich heeft kunnen laten.
*
Net zoals enkele verhalen die volgen kunnen we " 't Is maar waar je wiegje staat" onder de noemer van 'kinderverwaarlozing' en/of 'kindermishandeling' plaatsen. Dit meisje werd van in haar jonge puberteit dermate gemanipuleerd door haar eigen moeder dat haar kansen om uiteindelijk een 'normaal' leven te 'beginnen' tot een minimum herleid werden. Met dank aan een gewetenloze moeder die alleen aan geld en eigen 'vertier' dacht, en dat ten koste van haar dierbaarste bezit : Haar eigen kind. 't Is maar waar je wiegje staat ... !
1) Lezersbrief n.a.v. de 'turbulente' sprint in Koksijde (cyclocross) en enkele negatieve reacties van lezers aan het adres van Sven Nys.
2) Onderaan : SCANS :
1° Reacties van lezers in krant van maandag 28 november.
2° Bevindingen van enkele ex-veldrijders.
3° Ingekorte versie van lezersbrief in Dialoog van dinsdag 29 november.
***** 1) Lezersbrief : Hoge bomen vangen veel wind !
Het veldrijden is altijd al een enorm populaire sport geweest in onze contreien. Een fel ondergewaardeerde sport trouwens, want de atleten moeten van begin tot einde het volle pond geven. Châpeau dus voor de ondertussen al 34-jarige cyclocrosser Sven Nys, een topsporter die een palmares kan voorleggen om u tegen te zeggen. Een man die allang op zijn lauweren had kunnen rusten, maar nog steeds leeft voor zijn sport. Dat hij al eens de duimen moet leggen tegen het jeugdig talent, dat is normaal, maar in heel wat crossen bewijst hij dat hij verre van afgeschreven is. Afgelopen weekend heeft de kannibaal uit Baal nog eens zijn tanden laten zien en twee overwinningen in de wacht gesleept. Is het dan niet intriest dat in eigen land onze topsporters altijd maar opnieuw worden afgebroken ? Verliest Sven Nys, dan vliegt de kritiek hem om de oren. Hij heeft afgedaan, klinkt het dan uit de hoek van de criticasters. Wint hij, dan vinden ze wel wat om de prestatie te minimaliseren of staan die 'PC-atleten' bij het minste voorvalletje op hun achterste poten om de feiten zo negatief mogelijk weer te geven. Nee, lezer Lodewijk Koninckx uit Molenbergen, Sven Nys hoeft zich helemaal niet te verontschuldigen voor zijn 'spurtmanoeuver' in Koksijde. Ervaring, behendigheid, sluwheid, het zijn factoren die nu eenmaal een rol spelen in de sport en zeker in de cyclocross. Klacht indienen was dus volkomen onterecht, en die werd dan ook vrij snel verworpen. Wat die spurt aangaat, reed bij het van links naar rechts indraaien NIEMAND NAAST Sven Nys. Hij mag het dan sluw aangepakt hebben, een achteruitkijkspiegel heeft hij niet. Bovendien is de weg zo breed als hij is !!! Binnen de kortste keren werd van een mug een 'levensgrote olifant' gemaakt, en werd Sven Nys daardoor van alle kanten met kritiek bestookt. Gisteren, op de omloop van Gieten (Ned.) , heeft hij MET DE PEDALEN geantwoord. Ideale manier om de 'afbrekers' de mond te snoeren en alle kritiek meteen naar de prullemand te verwijzen. Een topsporter van eigen bodem, die als een voorbeeld mag gelden voor de jongeren (en dat heeft al duidelijk vruchten afgeworpen), in een lezersbrief als 'bleiter' in het begin van zijn loopbaan afschilderen, dat is een opmerking die je kan degraderen tot je reinste 'toogpraat'. Elke topsporter mag/moet ontgoocheld zijn bij verlies. Dat is toch menselijk ... en emotie, dat hoort evengoed bij de sport ! Nee, Sven Nys hoort zich niet publiekelijk te verontschuldigen bij Kevin Pauwels, en opmerkingen dat zijn overwinning een kampioen onwaardig is (lezer Louis Kemps uit Diest), en dat hij enkel 'zo' nog een cross kan winnen, dat verdient de renner absoluut niet. We zouden beter trots zijn op zoveel talent van bij ons (en daar horen de youngsters in de cyclocross zeker bij), in plaats van er altijd als de kippen bij te zijn de prestatie van een sporter op de korrel te nemen. ... En tot nader order is de winnaar nog altijd diegene die als eerste over de streep komt !
Lezersbrief : Politiediensten altijd kop van jut !
Lezersbrief : Politiediensten altijd kop van jut !
Vervolg op vorige lezersbrief : "Politie redt ook levens". 1° Eigen reactie : versie zoals doorgemaild naar HLN. 2° SCAN : Reacties van Roger Brosius en (opnieuw) Pascal De Beule.
******
1° Eigen reactie :
Bij de reactie van lezer Roger Brosius in Dialoog van woensdag kan ik me volledig aansluiten. De officiële instanties moeten meer ijver aan de dag leggen om de grote belastingontduikers en criminele geldwitwassers te strikken. Ook Pascal De Beule uit Destelbergen heeft gelijk te stellen dat we meer blauw op straat moeten krijgen om de criminaliteit te bestrijden en burgers te helpen. Jammer dat laatstgenoemde lezer zijn frustraties tegenover politiemensen alweer ventileert op een minachtende en vooral kwetsende manier. Alweer op AL diegenen die deze aartsmoeilijke job uitoefenen, een job waarbij je zelden of nooit voor iedereen goed kan doen. "De politie in dit land wordt alsmaar meer een gilde van geüniformeerde baanstropers", stelt hij smalend. Niet leuk om lezen voor al diegenen die wel hun job dagelijks (met alle risico's er aan verbonden) met hart en ziel uitoefenen. Lezer maakt zich hierbij toch schuldig aan een vorm van "hokjesdenken". Is het nu echt nodig telkens al het politiewerk te degraderen tot het uitsluitend uitschrijven van boetes en de gewone burger de duivel aandoen ? Nee, het is absoluut niet leuk op de bon gegooid te worden of een boete te moeten betalen omdat je enkele kilometer per uur te snel hebt gereden. Je daarvoor ergeren is een menselijke reactie, maar daarvoor hoef je toch niet keer op keer (voor de tweede maal in Dialoog) al het politiewerk met de grond gelijk te maken. Op die manier kan je heel wat beroepen veroordelen, voorzien van een etiketje met vooroordelen, oneliners bedenken waarin alles en iedereen veralgemeend wordt.
Dat justitie een betere ruggesteun zou moeten bieden aan de politiediensten in de strijd tegen criminaliteit allerhande, dat is een belangrijk punt waar véél meer aandacht zou moeten aan besteed worden. Het zou heel wat politiemensen veel meer motiveren bij het uitoefenen van hun functie. Nu moeten ze NOG STEEDS met de regelmaat van een klok ervaren dat (soms zware) criminelen veel te snel de vrijheid op een schoteltje wordt aangeboden. De ondertussen ellenlange lijst van criminelen, die alleen al door 'vergezochte' procedurefouten vroeger vrijkwamen, hoef ik hier niet meer aan toe te voegen, veronderstel ik. We werden de laatste jaren met enkele schrijnende voorbeelden daarvan geconfronteerd (zie vroegere lezersbrief). Een leuke ervaring is dat zeker niet voor de politieman of -vrouw op het terrein als je iemand die je gearresteerd hebt enkele dagen of zelfs uren nadien opnieuw tegen het lijf loopt. Triomferend en met een 'big smile' op het gezicht. Het kan cliché klinken, maar het is een feit dat zich geregeld voordoet. Dat was zo in het verleden en het is nog zo tot op de dag van vandaag. Toch blijven veel politiemensen (de meesten trouwens) de strijd op het terrein verder aanbinden, en dat mag ook eens in de verf gezet worden. Alsmaar afbrekende kritiek leveren, dat is al te gemakkelijk. Voor lezer Pascal De Beule heb ik één vraag : "Wie zal u als eerste opbellen als u ooit in de problemen komt ?" Niemand die kan zeggen : "Daar ben ik vrij van !"
Lezersbrief : "Politie redt ook levens" - Brief van de dag in Dialoog van HLN van zaterdag 19 november.
1) Volledige versie lezersbrief. 2) Ingekorte versie in Dialoog. 3) Reacties in Dialoog van vrijdag 18 november.
*******
1) "Politie redt ook levens" - volledige versie.
De handelswijze van de agenten die gewacht hebben om kleine Bryan uit de regenton te halen heeft tot onherstelbare schade en leed geleid. Logisch dat hier dringend een onderzoek op gang wordt gebracht, maar zou men er geen goed aan doen om ook bepaalde procedures eens grondig door te lichten, zodat dergelijke toestanden kunnen voorkomen worden? Uiteraard moeten politiemensen in staat zijn om in bepaalde situaties initiatief te nemen en desnoods de regels te overtreden als er een levensbedreigende situatie ontstaat.
Flagrant onrechtvaardig vind ik echter de reactie van lezer Pascal De Beule (Dialoog van vrijdag 18 november) waarin hij minachtend uithaalt naar alle politiediensten : "Zou het dan toch waar zijn wat 'al lachend' (!) gezegd wordt : "Flikken zijn altijd met twee : Een die kan lezen en een die kan schrijven." Lezer scheert bij deze alle politiemensen over dezelfde kam. In elk beroep vind je mensen die niet bekwaam zijn, mensen die in de fout gaan. "Nobody's perfect" ! Hiermee wil ik de passieve houding van de agenten in deze intrieste zaak niet goedpraten. Maar meteen iedereen in hetzelfde 'hokje' plaatsen, dat is een veel te gemakkelijke redenering. De meeste politiemensen doen hun werk naar behoren. Indien dat niet het geval zou zijn, zou het ongetwijfeld één en al chaos zijn in alle uithoeken van ons land, van stad tot dorp. "Belachelijke boetes uitschrijven en mensen ambeteren zijn blijkbaar wél een hoofdvak op de politiescholen", is een statement dat vandaag graag in de mond genomen wordt. Misschien moet lezer eens een paar lessen gaan volgen in een politieschool om zijn vooroordelen opzij te kunnen zetten. Ja, politiemensen kunnen in de fout gaan en de Herseltse agenten zijn in dit geval héél zwaar in de fout gegaan. Maar wie zou lezer als eerste opbellen, denk je, wanneer hij op een dag in de problemen raakt ? Geen mens die daar vrij van is ! Politiemensen redden ook mensenlevens, moeten hun eigen hachje riskeren bij bepaalde interventies. Meestal krijgen ze ook meteen de zwarte piet doorgeschoven als iets misgaat. Als relletjes uitbreken wordt steevast de schuld in de schoenen van politiediensten geschoven ... alsof zij tijdens betogingen als eerste met stenen beginnen te gooien en zij diegenen zijn die de relschoppers uitdagen. Wie voor dit beroep kiest moet dat beseffen en aanvaarden, anders kies je beter voor een andere job. Ik vind het nu het moment om er even op te wijzen dat ook heel wat politiemensen het leven laten tijdens een risicovolle interventie. Misschien moet lezer Pascal De Beule eens denken aan mensen als Kitty Van Nieuwenhuysen ... om tot het besef te komen dat er ook 'goeie flikken' zijn, en veel meer dan lezer hier insinueert in zijn tendentieuze reactie.
Lezersbrief n.a.v. artikels in HLN van maandag 7 en dinsdag 8 november 2011 :
- maandag 7 november : "Sorry dat ik niet meer zo fris ben" (prinses Astrid).
- dinsdag 8 november : "Ik wandel sneller dan Astrid loopt" (Caroline Mestdagh).
Onder lezersbrief : SCANS (6).
1) Fragment artikel "Ik wandel sneller dan Astrid loopt" (Caroline Mestdagh). 2) Foto Caroline Mestdagh. 3) Foto prinses Astrid. 4) Reacties Dialoog krant woensdag 9 november. 5) Fragment artikel "Sorry dat ik niet meer zo fris ben". 6) Eigen ingekorte lezersbrief in Dialoog krant donderdag 10 november.
****
******
Lezersbrief : Een pluim voor ALLE deelnemers. -ingekorte versie in HLN van donderdag 10 november- * Met vreugde las ik de reactie van lezer Maurice Michielsens uit Brugge n.a.v. de Marathon van New York. Elke deelnemer, welke tijd hij/zij ook laat optekenen, verdient inderdaad alle respect. Dat bekende personen meer in de belangstelling komen te staan, dat is nu eenmaal zo en dat zal wellicht altijd zo blijven. Met groeiende ergernis las ik het artikel in de krant van dinsdag, waarin Caroline Mestdagh (46) zich minachtend uit over de tijd waarin de prinses de marathon heeft beeïndigd. "Ik wandel sneller dan Astrid loopt", stelt ze en voegt er aan toe dat ze daar in de marathon niets te zoeken had. Dat laatste vind ik bovendien behoorlijk grof als statement. Eerst en vooral heeft niemand, maar dan ook niemand het recht om de prestatie van eender welke deelnemer aan een sporthappening, die trouwens voor iedereen open staat, te VERoordelen, of het nu gaat over de Marathon van New York, de 20 km van Brussel, de 100 km Dodentocht van Bornem of de Nacht van Vlaanderen (Torhout - 100km). Terecht stelt Maurice M. dat de prinses moeder is van vier kinderen, 49 is, niet het leven leidt dat de gelegenheid geeft dagelijks of wekelijks de sportschoenen aan te trekken (of je nu voor of tegen royals bent, ze hebben nu eenmaal hun verplichtingen en men verwacht toch maar van hen dat ze "overal" aanwezig zijn). Dat is nu net het punt. Iedere amateur heeft het volste recht deel te nemen en aan zijn/haar tempo de prestatie neer te zetten. Dat is louter individueel en daar moet niemand anders negatief beginnen over doen. Ik zou wel eens willen weten wat het standpunt van Caroline Mestdagh is ten overstaan van mensen die ziek zijn geweest, een operatie hebben ondergaan, een handicap hebben, ..., en toch OOK deelnemen ... EN de finish halen, zij het in een minder goede tijd. Ik heb vroeger ook die afstand afgelegd al stappend in iets meer dan 5 uur en heb een brevet van 10km200 meter op één uur stappen (snelwandelmeeting). Nu ben ik zestiger en ik voel me gelukkig als ik de marathonafstand in 7 uur kan afleggen, de ene keer iets meer, een andere keer in iets minder tijd. De 100 km legde ik vroeger af in 15 uur en zelfs iets minder. Nu zijn er dat 18 tot 19 geworden. Moet ik nu minachtend gaan doen over mijn eigen prestaties ? Wat denkt Caroline over de prestatie van diegenen die nog later dan de prinses zijn binnengekomen ... deelnemers die met krampen dienden af te rekenen, verzorging nodig hadden onderweg, enz... en daardoor uiteraard veel tijd verloren hebben ? Horen zij volgens haar ook niet thuis op de Marathon van New York? Wat denkt Caroline Mestdagh over die vele deelnemers die het beste uit hun lijf persen om bijvoorbeeld de Dodentocht tot een goed einde te brengen en "afzien als de beesten", maar dolgelukkig zijn, en terecht, als ze de finish halen ?
Nee, elke deelnemer die dergelijke afstand tot een goed einde brengt, verdient een pluim. Ook diegenen die de strijd dienden te staken, want zij hebben dikwijls véél meer afgezien dan diegenen die het gehaald hebben. Je geeft immers niet zomaar op ! Je hebt een doel vooropgesteld en je voelt je echt "ongelukkig" als je dat doel niet hebt bereikt.
Geloof het maar, de prinses heeft afgezien ... haar gelaatsuitdrukking spreekt boekdelen. Proficiat zeg ik dan ! Ik bewonder ook de opgevers die zeggen : "Ik probeer de marathon of de Dodentocht of ... de volgende keer opnieuw !"
U verdient respect met uw prestatie, Caroline, maar dat respect geldt voor ALLE deelnemers. En als u zich nog fris voelt na uw prestatie, dan is dat mooi voor u, maar zeker geen reden om anderen die nog "stikkapot" zijn te kleineren. Ook u wordt ouder en ook u kunt kwetsuren oplopen. Hopelijk blijft u van dat laatste gespaard, maar uzelf ophemelen op de rug van een andere deelnemer of deelneemster ... sorry, maar dat is absoluut niet de juiste ingesteldheid in de amateursport, hoezeer ik uw prestatie ook waardeer.
Een dikke pluim en een grote bos bloemen vaar AL diegenen die de finish hebben gehaald ... en de moed om het opnieuw te proberen voor diegenen die het dit keer niet gelukt is.
Tussen al mijn oude krantenknipsels een artikeltje gevonden over het "maken" van spreuken. "Een goede spreuk maakt de wereld altijd een beetje mooier", stelt de directeur van de Bond Zonder Naam. "Spreuken moeten kort, helder en positief zijn."
Wie dacht dat de BZN-spreuken samen met het bloemetjesbehang uit de huiskamers verdwenen zijn, die heeft het verkeerd voor. Onze wereld zit al vol met zoveel negatieve signalen. Een mens zou bijna depressief worden van al die negatieve krantenberichten. Eventjes nadenken over deze eenvoudige spreukjes kan alleen een goed gevoel geven. Acht woorden of iets meer, maar ze kunnen voor zovele mensen een wereld van verschil maken. Eventjes grasduinen in het artikel levert ons al een schat aan spreuken op.
*Geef ze een pluim en mensen krijgen vleugels. *Noten mag je kraken, mensen nooit. *Geef eens een compliment op een onverwacht moment. *Elke kleine attentie is groot. *Wie zichzelf kent, zwijgt over anderen. *De glimlach die je geeft krijg je terug. *Wie een vuist maakt, kan geen hand geven. *Een klein k(l)usje kan wonderen doen. *Een beetje humor - je beste medicijn. *Sterk duo : beloven en doen. *De waarde van een vriend blijft steeds stijgen. *Wie pest, verpest de rest. *Kijk positief, en je ziet beter. *Roddels ! Laat ze als water van je rug druipen. *Een schouderklopje heeft nog nooit iemand verwond. *Zoek je geluk niet te ver, straks kijk je er over.
In het artikel ook een atypische spreuk met meerkeuze-antwoorden : *Waar begint een betere wereld? -bij de buren? -in de Wetsraat? -bij jezelf?
Zou dit geen ideaal "leesvoer" zijn voor onze huidige politici ?
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ AANVULLING UIT "ANTIRODDELACTIE" -editie oktober 2011-
Beter een steen te leggen dan te werpen. Positieve mensen laden ons op. Etiketten plak je op flessen, niet op mensen. Verander in jezelf wat je fout vindt bij anderen.
Uit het boekje "Pesten, roddelen : Spreuken" van Boudewijn Vandermeulen.
***** * Een mens is meer dan zijn fouten. * Samenwerking loopt verkeerd waar men elkaar exploiteert. * Eén zwaluw maakt op den duur toch de lente. * Er gaat meer boven ons petje dan eronder. -Toon Hermans- * Gaan klikken ? Neen ... laat het klikken ! * Wat mensen verdeelt is het slechte, wat mensen verenigt is het goede. -Tolstoi- * Kakelen kan iedereen, eieren leggen niet. * Kleine geruchten ... grote gevolgen. * Laat danken in je denken wonen. * Mensen zonder takt missen echt contact. * Oog om oog maakt iedereen blind. -M.L. King- * Rozen dragen doornen, let vooral op de rozen. * Er zijn zoveel warme woorden, maar ze worden soms te koud uitgesproken. * Soms wordt een boom geveld om een mus te vangen. -Chinees gezegde- * Een hart kan men breken Zonder een woord te spreken. -Bart Herman- * Roddelmolens leven van de wind, maar maken alles kapot. * Mensen zijn in staat om van alles onder woorden te brengen, maar daarom zeggen ze nog niet veel ! -Toon Hermans- * Vertrouwen krijgen begint bij vertrouwen hebben. * Als we geen groentje blijven moeten we soms een blauwtje lopen. * Wie met modder gooit slaat een modderfiguur. * Zeef fouten tot het goede overblijft. * ... ze zeiden "dag Pierre" en peisden "de beeste" ... -Willem Vermandere-
-wordt vervolgd-
* * * * * * * *
Met dank aan Boudewijn Vandermeulen. -cfr. e-mail / website bovenaan-
Lezersbieven door de jaren heen rond het thema onverdraagzaamheid.
Een eerste bijdrage uit mei 2010.
"Wat een ezel van een gebuur"
Ezeltje Kamiel uit Boortmeerbeek had het nu eenmaal verkorven bij de gebuur. De achtertuin van buurman S. grenst aan het perceel waar Kamiel dagelijks balkt hoe gelukkig hij wel is. Dat tot groot ongenoegen van de man. Kamiel houdt hem uit zijn slaap.
De vrederechter wuifde zijn bezwaren weg, maar drie burgerrechters - zowaar geen ezelliefhebbers - gaven hem toch nog gelijk. Geluids en -dierenexperts kwamen er aan te pas. Maar Kamiel moest wijken, tot grote treurnis van baasje. Een mens vraagt zich af waarom hier geen plausibele oplossing kon gevonden worden, een oplossing waarin beide partijen zich konden vinden. Toen ik dit artikel las dacht ik : Was Kamiel nu een ezeltje geweest dat geld kon ... , zijn leven had er wellicht helemaal anders uitgezien. Wie weet had buurman S. op de koop toe geen geld geboden om Kamiel over te nemen en in zijn tuintje gelukzalig te laten balken. "Of Kamiel nu 'lawaai' maakt of niet, als hij maar op tijd en stond geld ..." Moet toegeven, het is een gekke overweging, maar is het niet zo dat onverdraagzaamheid bij bepaalde mensen eindigt daar waar "voordeel uit de situatie halen" voor hen begint ?
En wat zal het morgen zijn ? Een te ijverig kraaiende haan ... in de pan ermee ! Een blaffende hond ... muilband aan als hij buiten stoeit ... voor de rest van zijn dagen. En wat moeten we met al die joelende kinderen op de speelplaats ? Pleister op de mond tot de bel het einde van de speeltijd inluidt ! Oei, die verdomde bel ... weg met dat onding ... maakt té veel lawaai !
***********
Een tweede bijdrage uit maart 2006.
"Stafke en zijn ezel"
"De 79-jarige Staf Van den Eynde uit Hingene mag niet meer met zijn ezel op de Scheldedijk", verscheen in de krant van 13 maart 2006. Zo besliste de dienst Waterwegen & Zeekanaal. Een figuur uit de streek die door de ambtenarij meedogenloos wordt weggewerkt. Alsof man en ezel ooit voor eender wie een gevaar betekend hebben op de Scheldedijk in de omgeving van de Stille Waters (parcours ook van de Dodentocht). Hubert Pintelon schreef toen in een lezersbrief : "Staf en zijn ezel waren er al voor er ooit sprake was van een prachtig jaagpad. Waar haalt de dienst Waterwegen & Zeekanaal het recht om 60 euro te eisen indien zij nog op het jaagpad zouden lopen ? De beste oplossing is misschien Staf samen met zijn ezel, net zoals de Indianen, in een reservaat te stoppen ..."
Eigen reactie in Dialoog van toen :
De 79-jarige Staf Van den Eynde uit Hingene krijgt verbod van de dienst Waterwegen & Zeekanaal om nog met zijn ezeltje op de Scheldedijk te wandelen. Echt een moedige beslissing van de dienst om deze bekende figuur met zijn viervoeter uit dit prachtige landschap te bannen. De echte ezels kunnen nu hun halsbrekende toeren en scheldtirades langs de Scheldedijken onverstoord voortzetten. Daarmee bedoel ik een welbepaalde categorie van "wielerterroristen" die niets of niemand ontzien tijdens hun doortocht. Staf en zijn ezel vormen echter het gevaar, zijn een hinderlijk obstakel op de weg van de "wielerterroristen" en ander onverdraagzame "gebruikers" van het jaagpad. Een schitterend beeld verdwijnt voorgoed uit het landschap. En wat komt in de plaats ? *******
Een derde bijdrage uit januari 2008.
"Het anti-kindboek" Uit de krant van 17 januari 2008 : "Kinderen stinken, ze vernielen je interieur, ze hebben geen 'uitknop' (!!!!). Het zijn nog maar enkele redenen waarom Hanna De Heus (44) en Camiel De Vries (38) uit Amsterdam geen kinderen hebben. Ze namen dan ook het initiatief om een Anti-kindboek te schrijven. "Als we een kind in een winkel zien, lopen we een blokje om", luidt het *** Eigen reactie : "Kinderen zijn de toekomst". Met groeiend ongeloof heb ik het artikel "We vinden kinderen gewoon niet leuk" gelezen. Hanna De Heus en Camiel De Vries noemen zich de 'trotse' (?) auteurs van het onlangs gepubliceerde "Anti-kindboek". Het is geen zuur boek geworden, wel een boek waarin de nadelen van kinderen met een knipoog in de verf worden gezet - dat is tenminste wat ze zelf beweren. "Kinderen stinken, vernielen het interieur, jengelen tot ze hun zin krijgen, enz." Als dat met een knipoogje is ! Geen zuur boek, Hanna en Camiel. "Als we een kind in de winkel zien, dan lopen we een blokje om", orakelt het koppel er op los. Eerlijk gezegd, mocht ik Hanna en Camiel in de verte zien aankomen en herkennen, dan loop ik minstens twéé blokken om. Mensen die een "pestkoppenhekel" aan kinderen hebben waar blijven ze die woorden halen?), hebben allicht ook een grondige hekel aan heel wat andere mensen die een obstakel zouden kunnen vormen op hun netjes geplaveide levensweg. Blijkbaar vergeten ze dat kinderen de bouwstenen van de toekomst zijn, hoe moeilijk en tijdrovend het opvoedingsproces ook is. "De jarenlange emotionele investering lijkt nauwelijks te lonen", luidt het volgende "knipoogje" zonder enige schroom. Wie zoiets durft te schrijven moet zich toch wel dringend de 'levensvraag' stellen : "Wat loop ik hier eigenlijk te doen ? Alleen mijn eigen ikje verwennen en verder niets !" Hopelijk lopen er op onze aardkloot niet té veel exemplaren zoals Hanna en Camiel rond. Dat zou pas een droevige en zure bedoening worden. Sorry dus, maar met jullie "Anti-kindboek" ... de hoogste boom in ! ********
Vierde bijdrage uit mei 2009.
"Visrestaurant moet dicht wegens visgeur"
Lezer Noël P. schreef daarover in Dialoog : "Al meer dan dertig jaar is er een restaurant op deze locatie en het visrestaurant "Point de Vue" is er al zeven jaar. Plots zou het van de bovenburen dicht moeten wegens geurginder. De klagers zijn overwegend "aangespoelden" die boven een bestaande zaak zijn komen wonen. Als toekomstige huurder of koper van een appartement, gelegen boven een restaurant, moet je toch zelf weten dat er bepaalde hinder zou kunnen ontstaan ... "
****
Gerda J. stelde toen in haar bijdrage : "Kijk goed uit voor je een vaste stek kiest. Op de buiten 'stinkt' het naar dieren en mest, langs de grote baan zorgen auto's voor lawaai en uitlaatgassen, in Brugge klaagt men over de gidsen op de bootjes die met hun luidsprekers té veel lawaai maken, rond Zaventem heeft men last van vliegtuigen ... en in Knokke stinkt het naar vis".
'Zou een klein beetje meer verdraagzaamheid het leven van héél wat mensen niet veel aangenamer maken ?' ' ****
Eigen bijdrage in Dialoog van 6 mei 2009.
De bovenburen van visrestaurant "Point de Vue" kunnen de geschiedenis ingaan als de belichaming van de verzuurde mens, anno 2009. In de vele reacties hebben de lezers unaniem de onverdraagzame bewoners flink in hun hemd gezet. Een positieve noot is dat, maar ondertussen zit de uitbater van het visrestaurant toch maar met de gebakken peren. Je kan het bijna niet geloven, mensen die eisen dat hun coconnetje volledig afgeschermd blijft van de buitenwereld, want daar komt het uiteindelijk toch op neer. Een heel gevaarlijk precedent, want wat is de volgende stap ? Hopelijk breekt boven het Knokse luchtruim geen vliegtuig door de geluidsmuur, want daar houden die mensen gegarandeerd een trauma aan over. Spelende en joelende kinderen op de zeedijk ? Niet te tolereren ! En aan dat eeuwige ruisen van de zee zullen de plaatselijke autoriteiten toch ook dringend iets moeten doen ! Weg ermee ... met die zee !
*********** Vijfde bijdrage uit april 2007.
"Boerin Maria-Theresia (80) laat zich niet doen".
Boerin Maria-Theresia (80) uit Herzele heeft een nieuwe vergunning aangevraagd voor haar boerderij met heftig verzet van haar buren tot gevolg, luidde een krantenopschrift in HLN van april 2007.
De reacties van de lezers lieten niet op zich wachten. Hieronder een aantal fragmenten en eigen reactie.
****
* Freddy De Vleeschouwer uit Erembodegem schreef : "Herzeelse boerin van 80, die reeds 61 jaar de boerenstiel uitoefent, vraagt een vergunning aan ... maar stuit op heftig verzet van de buren. Het lijkt me hier - OPNIEUW - de omgekeerde wereld. Wie in de omgeving van een boerderij komt wonen weet toch dat het daar kan 'stinken' en dat koeien nu eenmaal kunnen of moeten 'schijten'. Laat Maria-Theresia toch met rust ! * * A.H. uit Aalst stelde : Wat stond er eerst ? De boerderij van Maria-Theresia of de woonhuizen ? Niet ver van waar wij wonen staat ook al meer dan 200 jaar een boerderij. Zo'n 20 jaar geleden kwam er tegenover de boerderij goedkope grond te koop. Die werd verkocht aan jonge mensen met kinderen die er een huisje op zetten. Enkele jaren later gingen die gezinnen protesteren dat de koeien en andere dieren op de boerderij geurginder gaven. Dat wisten ze toch vooraf ook wel, zeker ! Boeren moeten er zijn. Ik vind het dan ook verkeerd dat oude mensen uit hun werk- en leefomgeving zouden gehaald worden, louter en alleen omdat het de buren, die er jaren later zijn komen wonen, niet meer zint. Onze buurman heeft zelfs zijn haantje en zijn kippen dienen weg te doen, omdat sommige omwonenden het gekraai en gekakel te enerverend vonden. Waar is de verdraagzaamheid heen ? En is wat Maria-Theresia doet, niet de natuur beschermen ? * * Kurt uit Aalst schreef heel treffend : Straf toch dat er mensen bestaan die er in slagen een nog steeds vlijtige boerin van 80 te pesten ... Wees blij dat er een boerderij in de buurt is en geen zware industrie. Uw kinderen zullen u later dankbaar zijn dat ze weten dat melk van koeien komt en niet uit melkdozen ! * *Lezer Edwig De Wilde uit De Pinte : Lieve mensen, wees eens verdraagzaam tegenover een echte Vlaamse 'oude' boerin. Jullie wensen op de mooie, rustige 'boerenbuiten' te komen wonen. Dat staat sjiek tegenwoordig. Maar weet dat er op het platteland - gelukkig maar - nog boeren wonen en dat het daar nog naar koebeesten ruikt. Als je daar niet tegen kan, dan moet je daar maar niet komen wonen. MENSEN ZIJN SOMS RARE DIEREN ! * * Tim Beullens uit Sint-Katelijne-Waver : Ik heb zelf 24 jaar op 'den boerenbuiten' gewoond en zal er zeker terugkeren. Mijn ouders wonen er nu nog. Landbouwgronden zover het oog reikt en een actieve melkveeboer in de achtertuin. Van stank is geen sprake. Je ruikt inderdaad wel iets in de lucht wanneer de boer zijn land bemest, maar evengoed roken we de koffiebranderij uit het naburige dorp als de wind uit die richting kwam. En dat er wel eens mest op de baan terechtkomt, dat is toch niet zo vreemd ! De eerstvolgende regenbui wist die sporen zo uit, IN TEGENSTELLING TOT ANDERE ROTZOOI die men vaak langs de weg dumpt zoals blikjes, sigarettenpeuken en wat weet ik nog allemaal. ... Als ik morgen een huis koop naast een drukke spoorweg, mag ik dan binnen enkele jaren ook eisen dat die spoorlijn buiten dienst wordt gesteld? ... Ik woon aan de rand van een stedelijke omgeving. Zal ik nu ook beginnen klagen dat de straten daar maar verkeersvrij moeten gemaakt worden vanwege de stank van de uitlaatgassen, de drukte en het lawaai. Nee, ik heb er zelf voor gekozen en wil niet dat iedereen zich aan mij moet aanpassen. * * Jill uit Winksele : Vier jaar geleden kochten we een huisje naast een boerderij. Het is er zalig wonen. Een doodlopende straat waar alleen een tractor langskomt ... af en toe horen we de koeien loeien. Ons dochtertje vindt het heerlijk als ze de koeien in de wei ziet staan of als ze een keer naar de kalfjes kan gaan kijken. Bij de boeren zijn we steeds welkom. En ja, het klopt dat je hier af en toe de beesten ruikt, maar liever dat dan een autosnelweg naast de deur. Voor al die buren van Maria-Theresia die klagen over de geur : Verhuis ! *
Eigen reacte in Dialoog van 12 april 2007 :
Het artikel over Maria-Theresia, de boerin van 80, en de vele positieve reacties van lezers die haar een hart onder de riem willen steken, deden me denken aan de jaarlijkse schooluitstap (studiereis hoor ik te zeggen) naar het Zwin. Traditiegetrouw werd die uitstap gecombineerd met een uitgebreid bezoek aan een grote boerderij (ergens in de buurt van Westkapelle, meen ik mij te herinneren). Een voorvalletje met een leerlinge van ongeveer 12 is mij altijd bijgebleven. Het bezoek leidde de leerlingen van de weiden en stallen naar de gebouwen waar de eindproducten voor de markt bereid werden, terwijl de boer en de boerin ons vol enthousiasme een kleurrijke uitleg gaven, niet van humor gespeend. Op het einde van de 'rit' werden de jongeren en hun leerkrachten getrakteerd op een gratis bekertje verse melk. Het meisje in kwestie trok hierbij een gezicht alsof ze zopas in een paardenvijg of koeiendrek had getrapt. Ze wou - tot grote ontgoocheling van boer en boerin - de melk niet opdrinken. Even later konden we aan een kraampje van de boer een ijsje kopen. Binnen de kortste keren stond hetzelfde meisje aan een ijsje te likken, en smaken dat het deed ! De boer wees er haar toen laconiek, maar vriendelijk op dat het 'ijsje' van 'diezelfde koeien' afkomstig was. Uitleg aanvaard en les geleerd. Ongewild moest ik bij het lezen van het artikel over Maria-Theresia, die toch ook instaat voor de produktie van lekkere, melk, boter e.a. zuivelporoducten, denken aan de reactie van het meisje toen. Van een puber kan je dat nog aanvaarden, maar dat volwassenen niet de link leggen dat die dingen die zij zo 'stinken' vinden er horen te zijn voor de produkten die op hun tafel komen te staan ... en die zij lekker vinden, daar heb ik weinig of geen begrip voor. Die mensen die boerin Maria-Theresia uit haar eigenste 'boerenbuiten' willen verbannen, willen schaamteloos hun levenswijze opdringen aan de omgeving. Op het platteland willen ze wel wonen, mar de 'last' van de plattelandsgeur er bijnemen, dat is te veel gevraagd. Een tip : Misschien moeten ze eens een lange wandeling maken in onze Ardennen. Daar ligt de mesthoop tot op vandaag nog op vele plaatsen voor het huis te dampen. Geen mens die daar last van heeft. Misschien moeten die klagende mensen ook maar eens leren dat hun coconnetje niet het centrum van de wereld is, een plaats waar alles en iedereen voor hen maar moet wijken. "Mensen zijn soms rare dieren", schreef lezer Edwig De Wilde. Gelijk heeft hij !
Onderstaande reactie werd gepubliceerd in Dialoog van vrijdag 29 mei 2009 als "Brief van de dag" in een periode kort voor verkiezingen. Veel is er sindsdien nog niet veranderd.
******************
Brief van de dag : "Politiek is nooit proper geweest".
Soms krijg je de indruk dat je politici in twee categorieën kan onderverdelen. Een eerste categorie houdt zich koortsachtig bezig met het opstellen van plannen om de huidige crisis finaal te kunnen bezweren in de "nabije toekomst". Zoals te verwachten in dat gecompliceerde landje van ons worden zij met bakken kritiek overladen. Of dat al dan niet terecht is, laat ik hier in het midden, maar zij proberen in elk geval iets constructiefs te doen. En dat is toch stukken beter dan aan de zo geliefkoosde "afbraakpolitiek" te doen. Daarmee wil ik dan verwijzen naar een tweede categorie politici. Zij hebben zich al geruime tijd gespecialiseerd in het aanwendsen van allerlei (al dan niet wettelijke) kunstgrepen om andere politici in een slecht daglicht te stellen. Eigen programma en plannen zijn op dat moment van secundair belang. Als de tegenstander maar onderuit kan gehaald worden. Liefst worden beschuldigingen schaamteloos in het openbaar gegooid (echte bewijsgrond is er veelal niet, maar blijkbaar is dat maar bijzaak) en als verse broodjes voor de burger geserveerd. Voor die laatste categorie politici kan ik geen enkele vorm van "respect" opbrengen. Hun praktijken leiden alleen maar naar een samenleving waarin minachtend en vernederend uithalen naar de medemens schering en inslag is, een samenleving ook van "verklikken" op de meest onkiese manier (waarvan we ondertussen in eigen land al een waslijst voorbeelden hebben). Nee, politiek is nooit proper geweest en zal het ook nooit worden, maar een klein beetje zin voor ethiek zou op zijn plaats zijn. Is dat té veel gevraagd aan mensen die toch instaan voor belangrijke maatschappelijke beslissingen of er in elk geval aan meewerken en er bij betrokken zijn. Constructief aan politiek doen of de afbraakpolitiek eren. Het eerste is het moeilijkste, het tweede, dat kan iedereen. Daarvoor hoef je absoluut geen ervaren politicus te zijn. Niemand zegt dat we met alles akkoord dienen te gaan, integendeel, maar op een constructieve manier aan toekomstperspectieven werken is in elk geval zoveel beter dan altijd maar meteen het kind met het badwater weg te gooien, alleen al omdat het van je tegenstander komt. Het is wat politiek zou moeten zijn, maar hoe vaak zijn we op dat vlak niet héél ver van huis ?
Ik ben Ivan Bontinck
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is Leerkracht Engels met pensioen..
Ik ben geboren op 13/06/1945 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelsport (lange afstanden) - vreemde talen (o.a.Russisch) - lezersbrieven - geschiedenis - ....