De 7 renners die in de zaak rond veearts José Landuyt terecht staan voor het bezit van dopingproducten blijven ook na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof de vrijspraak vragen.
 |
Johan Museeuw. (foto belga) |
Dat bleek maandagnamiddag tijdens de slotpleidooien voor de correctionele rechtbank van
Kortrijk. De advocaten van (ex-)renners zoals
Johan Museeuw,
Jo Planckaert,
Chris Peers en
Mario De Clercq steunen voor de vrijspraak op het principe van de onoverwinnelijke dwaling.
"Als de voorbije jaren zelfs de hoogste rechtsinstanties er niet in slaagden duidelijkheid te scheppen rond de juiste interpretatie van het
Vlaams Decreet Medisch Verantwoord Sporten, hoe kan je dat dan verwachten van een gewone renner?", zo luidde de redenering van
Jozef Lievens, de advocaat van Museeuw. Ook de andere advocaten volgden die redenering.
Sinds renner
Frank Vandenbroucke in 2004 naast een tuchtstraf ook nog een strafrechtelijke sanctie kreeg, was er onduidelijkheid ontstaan over de interpretatie van het Vlaamse dopingdecreet. Dat stelt dat sportbeoefenaars die al disciplinair gestraft zijn, niet meer door de strafrechter gestraft kunnen worden en dat was voor de renners in de zaak
Landuyt het belangrijkste argument om de vrijspraak te vragen.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde op 31 juli echter dat het dopingdecreet en de drugswet wél samen toegepast kunnen worden. Renners die al een tuchtstraf kregen, kunnen dus volgens het Grondwettelijk Hof ook later voor de rechtbank nog gestraft worden voor het bezit of gebruik van drugs. Waarna de verdediging van de renners nu dus als laatste reddingsboei naar het principe van de onoverwinnelijke dwaling grijpt.