'Oudenaarde wil al jaren de aankomst'
Zondag start in Brugge de 93ste editie van Ronde van Vlaanderen. Organisator Wim Van Herreweghe is druk in de weer om het grootste koersfeest van Vlaanderen in goede banen te leiden, maar tussenin vond hij toch de de tijd om u te woord te staan. Deze namiddag chatte hij op de redactie met onze lezers. 'Van mij mag de Ronde morgen starten, we zijn er klaar voor. Toch blijft het altijd spannend afwachten. Een wielerwedstrijd blijft een kwestbaar massagebeuren. En als organisatie kijken we ook uit naar zondag 17u... in de hoop dat we een schitterende wedstrijd achter de rug hebben, waarin alles veilig verlopen is.'
Hoe Van Herreweghe het klaarspeelt om Vlaanderens Mooiste in goed banen te leiden, wilden de lezers meteen weten. Er kruipt toch heel wat tijd in. 'Ik ben er zes maanden halftijds en zes maanden voltijds mee bezig. Sponsoring vinden is op dit ogenblik niet zo evident, maar voor de 'toppers' is er gelukkig nog steeds voldoende interesse.'
De eindstreep ligt al jaren in Meerbeke (Ninove), maar er zijn ook andere gegadigden. Voorlopig blijft de aankomstplaats echter dezelfde en over de toekomst lost Van Herreweghe nog niets. 'De overeenkomst met Ninove loopt nog tot en met 2011, net zoals de overeenkomst met Brugge als startplaats. Maar inderdaad, Oudenaarde solliciteert al verschillende jaren naar de aankomst... Zelf blijf ik liever neutraal. Ik heb geen voorkeur.'
Van Herreweghe draagt de Ronde intussen 12 jaar en na al die tijd is zijn passie voor de wedstrijd nog altijd even groot. Wat maakt net deze wedstrijd zo speciaal? 'Het enthousiaste publiek, het supporterschap, het is een feest in Vlaanderen waarbij iedereen bij betrokken is. De Ronde van Vlaanderen is erfgoed geworden, het zit in de genen van elke Vlaming. En uiteraard is er de unieke sportieve waarde, elke topper wil deze wedstrijd winnen.'
Op de vraag wie de Ronde wint, verrast Van Herreweghe: 'Chavanel. Bij voorkeur dit jaar een buitenlander. ' En hoe ziet hij een de winnaar het liefst over de meet komen? 'Het liefst na een spurt met een kleine groep, kippenvel tot de laatste seconde.'
|