De plannen van oud-wielrenner Thijs Zonneveld om een berg in Nederland te bouwen, moeten ingekrompen worden. Onderzoek heeft uitgewezen dat een berg met een lengte van twee kilometer met name financieel niet haalbaar is.
"Het is niet te betalen en je krijgt het materiaal niet bij elkaar om hem te bouwen", zegt Zonneveld in AD Sportwereld. De journalist geeft echter niet op. Voor een berg van 2 kilometer hoogte en met een basis van 14 kilometer zijn zoveel stenen, zand, plastic, staal, beton of glas nodig, dat het niet te betalen is. Ramingen van de kosten lopen sterk uiteen, maar komen wel allemaal op haast onvoorstelbare bedragen uit, ergens tussen de 4 en 7 biljoen (4.000 tot 7.000 miljard) euro. Bovendien is er zoveel materiaal nodig, dat schaarste op de wereldmarkt dreigt als Nederland de berg zou bouwen.
"We werken nu aan een in eerste instantie bescheidener plan, te beginnen bij een berg van 300 meter. Wellicht kunnen we die later in fases ophogen tot 400, 600 of 1000 meter." Zonneveld had grote plannen met de berg. Deze zou niet alleen door wielrenners gebruikt kunnen worden, maar ook door bijvoorbeeld skiërs. Hij droomde zelfs van de winterspelen. Natuurlijk blijf ik dromen. Stel dat we toch ooit tot een berg van 1.000 meter kunnen komen, dan kun je in Nederland een olympische afdaling houden, en dus de Spelen organiseren. Maar ik heb altijd geweten dat het een zaak van lange adem zou worden en dat blijft gelden. We moeten het nu stap voor stap opbouwen."

|