Wanneer doe je welke training Na het wegseizoen kiezen de meeste wielrenners voor een relatieve rustpauze van 3 à 6 weken. Activiteiten tijdens de rustperiode kunnen heel divers zijn b.v. lopen, fietsen, skeeleren, muurklimmen, zwemmen, ...
Na deze rustperiode start de algemene voorbereiding. Het is belangrijk om tijdens deze periode heel gevarieerd te trainen. Ook het volume en de intensiteit moet je gradueel opbouwen. De belangrijkste trainingsdoelen in deze periode zijn voor de wielrenner:
snelheid/souplesse duur kracht prikkeling anaërobe systeem (kort in het 'rood' gaan)
Ook tijdens de algemene voorbereiding kun je elke maand 1 relatieve rustweek inlassen, waarbij het trainingsvolume maar 50 à 60% van een normale trainingsweek bedraagt. Na deze periode start je dan met de specifieke voorbereiding (vanaf eind januari - begin februari). Accenten tijdens deze periode zijn:
kwalitatieve duurtrainingen in de Ardennen of op stage specifieke snelheidstrainingen (b.v. achter derny) specifieke bloktrainingen (tijdrittrainingen) weerstandstrainingen (b.v. korte hellingen maximaal opfietsen) herstel.

|