 |
|
 |
A man is happiest when there is a balance between his needs and his possessions - Trevanian, Shibumi |
|
 |
14-11-2010 |
Het is rustgevend mij te zijn |
Als ik dan s morgens de trap ben afgedaald en ik heb de katten eten gegeven en koffie gezet, dan zijg ik zwaar neer op de bank en staar geconcentreerd naar de leus aan de muur tegenover me. Je kan het Bal, je kan het, zingt het als een mantra in mijn hoofd. Wat wel aardig is: soms geloof ik mezelf ook nog. Dan ga ik de dag strijdbaar in. Eventjes maar. Reeds bij het tweede bakkie koffie zak ik weer terug in de duistere krochten van mijn ADID, mijn Attention Deficit Inactivity Disorder. Het is rustgevend mij te zijn.
Die inactiviteit vandaag? Misschien een rondje fietsen, als het weer een beetje redelijk wil blijven. En lezen natuurlijk. Geen tv. Het veldrijden in Hamme-Zogge gaat weer aan onze neus voorbij. Als puntje bij paaltje komt blijft het wielrennen en veldrijden toch een ondergeschoven kindje.
Toch zijn ze er, reclameboodschappen die leuk zijn. De witte raven onder de advertenties. Zojuist zag ik er een. Van het boekenbedrijf Selexyz. Bottomline is dat je bij het bedrijf voor slechts 135,- een e-reader kan kopen. Daar heb ik niets mee. Boeken blijven voor mij gewoon boeken, stapels, planken vol. Dus ik vind de advertentie wel leuk, maar hij is verder niet aan mij besteed. Het beeld is zo prachtig. Je ziet Gerrit Komrij in een donker pak door de straten van Salou sjokken. Gerrit tussen de Oh Oh Cherso-jeugd aan de Costa del Lol, die in dit geval Costa Dorada heet. Hij maakt een volkomen ontheemde indruk. Sterker nog: hij hoeft niet te acteren, hij ís volkomen ontheemd. Dan komt de opmerking dat je Nederlandse schrijvers tegenwoordig overal ter wereld kan vinden. Dat zullen dan die e-books zijn die je bij S. kan bestellen. Dat zal dan wel, maar Gerrit is fraai in die spot. Ik voel zo met hem mee. Want ook toen ik nog jong en knap was meed ik zulke plaatsen als de pest.
Het boek van dit moment, nog enkele tientallen bladzijden: Perchance to dream (1991) van Robbert B. Parker. Het is Parkers vervolg op The big sleep (1939) van Raymond Chandler. Weer heeft Philip Marlowe gedoe met de Sternwood zusjes, Vivian en Carmen. Verwende, losgeslagen rijkeluiskinderen die er wel pap van lusten. Waarvan? Van 'het'. Met toestemming van de erven Chandler gebruikt Parker delen uit The big sleep als flashbacks. The New York Times Book Review schreef: At his very best, Parker sounds more like Chandler than Chandler himself. Lichtelijk overdreven, natuurlijk. Wie klinkt er nou meer als Chandler dan Chandler zelf? Bedoeld wordt misschien: hij klinkt meer als de Chandler zoals wij die in ons hoofd hebben. Zoiets.
De covers van mijn Poodle Springs (Parker & Chandler) en Perchance to dream (Parker solo) zijn van dezelfde hand. Wiens hand dat is, wordt slordig genoeg in geen van beide boeken vermeld en ook een zoektocht op het net leverde niets op. Is er iemand die het weet? En het mij ook wil vertellen?
Enkele malen gehoord de afgelopen dagen, maar hij blijft heel leuk: misschien moeten we de landmacht op de Tweede Kamerfractie van de PVV zetten. Aangezien de gewelddadige rotzooi daar groter is dan in welke Goudse wijk ook.
|
|
|
 |
13-11-2010 |
52̊ 5' NB, 4̊ 24' OL |
Een rare aanvaring gehad met een buurman. Laat ik het er maar niet over hebben.
De Vliet, officieel het Rijn-Schiekanaal, is een vaarweg van de klasse CEMT-klasse IIa. Dat houdt in dat het kanaal bevaren mag worden door boten tot en met de Kempenaarklasse. De Kempenaar is een vrachtschip dat speciaal gebouwd is voor de kanalen in Zuid-Nederland en Vlaanderen. Zon schuit kan 400 à 600 ton vervoeren en heeft een maximale diepgang van 2,50 meter. Een originele Kempenaar is 50 meter lang en 6,60 meter breed. De afmetingen zijn toegepast aan het Kempisch Kanaal, vandaar de naam. Het is iets dat je moet weten als je een solotocht gaat maken op de Vliet in een zeilboot van de Elandklasse: je kan zon bakbeest tegenkomen. Want dat heb ik afgelopen week gedaan: varen op de Vliet..
Aan zeilen heb ik een broertje dood, ik mis het broodnodige Fingerspitzengefühl. Daarom heb ik dan ook alleen maar op de motor gevaren. Het is sowieso geen doen om op een kanaal te zeilen. De boot mocht ik een dagje lenen van neef G. Zijn Johanna Maria heeft een vaste aanlegplek ten noorden van de Leidschendamse sluis, ongeveer ter hoogte van het voormalig winkeltje van Van Dongen. Aangezien ik richting Delft en verder wilde varen, moest ik eerst door die sluis. Ook dat heb ik tevoren even nagekeken - als je je afvroeg waar de titel van deze log vandaan komt: 52̊ 5' NB, 4̊ 24' OL zijn de coördinaten van de Leidschendamse sluis. Er blijkt tegenwoordig geen sluisgeld meer geheven te worden. Dat scheelt.
Om zeven uur s ochtends zette ik mijn fiets vast en bracht de proviand aan boord: belegde broodjes, een thermoskan koude thee, een thermoskan warme koffie en diverse blikken frisdrank. Nee, geen biertjes. Sinds 24 juli van dit jaar is het toegestane alcoholpromillage voor schippers verlaagd van 0,8 naar 0,5 promille. Hoeveel is dat? Eén groot blik? Laat dan maar. Sinds 2004 heb ik mijn vaarbewijs, want zomaar spelevaren is er tegenwoordig niet meer bij. Nu zal je best geloven dat ik ben gaan varen, waarom zou ik zoiets verzinnen, maar ten overvloede heb ik bewijs. Stom toevallig passeerde ik net ten zuiden van Rijswijk vriend Herman Rijs, die op pad was weer een reeks natuurfotos te schieten. Ga zo nu en dan eens kijken op zijn weblog: hier links bij de links. Hermanus, goed vriend, riep ik hem toe. Schiet eens een mooi plaatje van mij. Dat deed hij en wat een mooi plaatje (klik hier) is het geworden. Zie je hoe dik ik was ingepakt? Het was stervenskoud, joh.
Heb ik verder nog iets beleefd onderweg? Helemaal niets. Varen is eigenlijk een doodsaaie bezigheid.
|
|
|
 |
12-11-2010 |
Wij zoeken iets wilders |
Als je het hoofd van Eric Lucassen ziet, zou je kunnen denken dat hij ook slachtoffer is geweest is de laatste grote hoofdluisepidemie. Dat hij als uiterst redmiddel zijn kop heeft kaal geschoren. Maar dan denk je verkeerd. Hij ondergaat ook geen chemokuur. Lucassen is gewoon een ouderwetse skinhead. Laat je dus niet op het verkeerde been zetten door het nette meneren gezicht dat hij trekt, het is gewoon tuig.
Werd al eerder bekend dat het onsympathieke PVV-Tweede Kamerlid in Haarlem zijn buren terroriseert, nu is ook bekend geworden dat hij in 2002 is veroordeeld wegens ontucht. Als militair instructeur heeft hij zich vergrepen aan twee soldaten in opleiding. Meisjes. Hij kwam ervan af met een boete van 250 euri en een week militaire detentie. Een koopje. Het is wrang voor Gekke Geert dat Lucassen dit bij zijn aantreden heeft verzwegen. Het enige dat de Grote Leider kan doen is hem verzoeken de Kamer te verlaten. Hij kan hem niet dwingen. Op het dwingen van een Kamerlid zijn werkzaamheden te staken staat een zware gevangenisstraf, ook voor fractieleiders. Een zwakke poging de democratie veilig te stellen.
Dus als Geert met zijn verzoek komt kan Lucassen zijn hakken in het zand zetten en weigeren. Dan kan hij uit de fractie stappen en toch in de Kamer blijven. Zo is Geert tenslotte ook begonnen. De wankele meerderheid van dit gedoogkabinet valt dan weg in de Kamer. Maar het gedoe rond de Haarlemse skinhead brengt een ander probleem pijnlijk naar voren. In zijn jacht op kandidaat volksvertegenwoordigers kan de Grote Roerganger de kwaliteit van zijn strolieden blijkbaar onvoldoende in de gaten houden. Hou maar gerust alvast je hart vast voor de PVV-vertegenwoordiging die straks de verschillende Provinciale Staten op spijkerlaarzen komt binnenklossen. Alleen al in de Tweede Kamerfractie van 24 zetels blijken, tot nu toe, drie potentiële straatvechters te zitten. Dat is ruim 16%. Kan je nagaan wat er straks in de lagere regionen zal aantreden.
Wielerhoekje. In België vierde men gisteren Wapenstilstandsdag, de nationale feestdag. Ter herdenking van de wapenstilstand in 1918, het eind van de Eerste Wereldoorlog, die vreemd genoeg in die tijd nog niet de eerste werd genoemd. Op de feestdag wordt voor de koning een militaire parade gehouden. Mag ik dat vreemd vinden: wapengekletter op wapenstilstandsdag? Maar goed, er is ook gefietst in de velden van Niel, de jaarmarktkoers. Bij de vrouwen ging dit maal de winst naar de Britse Helen Wyman. Europees kampioen Daphny van den Brand werd tweede en Sophie de Boer derde. Bij de editie van 2008 ben ik aanwezig geweest. Sterker nog: ik was vrijwilliger. Aan mij de taak na de vrouwenkoers de dames af te spoelen. Want zo ziet bijvoorbeeld een Daphny eruit na zon natte koers. Maar het is bij de ene keer gebleven: de organisatie verdacht mij van vunze bijgedachten. Terecht.
Bij de mannenprofs won Sven Nys (Landbouwkrediet) De Belgische kampioen versloeg Niels Albert op een drassig parcours. Ondanks een misverstand met zijn mecaniciens kwam de zege van Nys nooit in het gedrang. Door het zware regenweer moesten de veldrijders zich door een dikke laag modder ploegen. Dat was een kolfje naar de hand van de Belgisch kampioen. Hij schoof vooraf Wellens naar voren als favoriet, maar dat was bluf. Hij liet zijn oude concurrent al vroeg in de wedstrijd achter. Albert en Pauwels sloten nog aan, maar ook zij konden het tempo van Nys niet aan. Ze moesten halverwege de wedstrijd al afhaken.
Even werd het nog spannend toen de mecaniciens van Nys niet klaarstonden met een propere fiets. Toen hij zijn fiets uiteindelijk had gekregen, sloot Albert weer aan. De adrenaline gierde door het lijf van Nys. Hij smeerde Albert prompt weer tien seconden aan de broek en reed solo naar de zege. Wereldkampioen Zdenek Stybar stond niet aan de start. Hij moest verstek laten gaan met een geblokkeerde rug.
Door het ontbreken van de Tsjech belanden er acht Belgen bij de eerste tien, met daartussen twee Nederlanders. Uitslag: 1. Sven Nys van Landbouwkrediet, 2. Niels Albert van Bkcp-powerplus op 0:24 en 3. Bart Wellens van Telenet-Fidea Cycling Team op 1:26. De Nederlanders: 8. Thijs van Amerongen van AA Cycling Team op 2:08 en 9. Gerben de Knegt van Rabobank-Giant Offroad Team in dezelfde tijd.
|
|
|
 |
11-11-2010 |
Nacht op de kale dwerg |
Het gebeurde weer, de laatste maal is lang geleden: opmerkingen over mijn haar. Op de fiets passeerde ik twee biljartbalkale mannen van een jaar of veertig in zwarte jacks met bontkragen. Je kent die jacks wel, de nieuwste trend bij pubers. En blijkbaar bij kale veertigers. Oh Oh Cherso-kragen noemen we dat hier in de stad. Het kale gebroed: Moet je dat zien. Hij heeft een matje in zijn nek. Nu heb ik geen matje, maar ze hadden duidelijk veel lol: een puberhand is snel gevuld. Door schade en schande wijs geworden hield ik mijn mond. Echt, als ik van die spiegelgladde koppen zie, heb ik steeds de neiging te vragen: Heb jij ook zon last van luis gehad? Maar ik hield me in en fietste vrolijk verder, met een licht nostalgisch gevoel. Het waren overigens twee blanke Hollandse mannen, voor het geval je anders dacht.
De laatste hoofdluisexplosie is rond de eeuwwisseling geweest. Dan kan je aan de gang met de luizenkam en lotionnetjes, maar echt afdoende is dat niet. Het beste is om rigoureus het haar af te scheren. Veel mannen hebben dat toen gedaan. Ze hadden mazzel: een kale kop werd trendy. Velen zijn daarom nadat de luizen waren bestreden doorgegaan met hun kop kaal te houden. Maar pas op. Vraag niet zomaar aan iedere kale of hij hoofdluis heeft gehad. Het kan ook zijn dat iemand een chemokuur doet.
Reclame. Begin jaren negentig werkte Bergman (Aart Kok, 1921-2009) - aangemoedigd door Hans van Straten - aan zijn herinneringen die hij putte uit dagboeknotities. Theo Sontrop nam er fragmenten uit op in Maatstaf. Martin Ros - destijds nog redacteur bij de Arbeiderspers - vroeg of Bergman nog meer had. Dat resulteerde in 1994 in het boek De tijd te lijf, dat als deel 199 in de reeks Privé-domein verscheen. Het haalde dat jaar de longlist van de AKO-literatuurprijs.
Bergman had zelfs een tweede boek met herinneringen geschreven. Sterker nog: het heeft jaren op de redactieburelen van de Arbeiderspers gelegen, maar toen was Martin Ros daar al weg. Hij had zelfs een tweede manuscript klaarliggen: Vreemdgaan - verhalen. De eerste alinea: Sommige mensen zijn van nature al zo vreemd dat het niemand opvalt als ze echt gek worden. De tijd ontglipt ons zonder erg, subtiele veranderingen in het menselijk gedrag merken wij nauwelijks op. Een zekere verwantschap met de auteur A.L. Snijders is niet te ontkennen, dat geldt zowel voor zijn notities als voor zijn soms zeer korte verhalen.
Op 12 januari 2009 overleed Bergman. Met de publicatie van zijn Nagelaten werk wordt een stille belofte ingelost. ISBN 978 90 76982 67 0 - 424 blz - 17,50. Te bestellen bij uitgeverij Liverse.
Vorig jaar gaf PVV-er Hero Brinkman de barman van Nieuwspoort een hoek. Met reden: de laatste ronde was geweest en die barman weigerde hem verder nog te tappen. Daar blijft niemand rustig onder, zeker niet als je al een stevige bak achter je kiezen hebt. In september werd PVV-er Marcial Hernandez een nachtje in de cel gezet, omdat hij iemand een kopstoot had gegeven. Beiden zijn lid van de Tweede Kamerfractie. En dan deze, uit de Krant van vandaag:
PVV-Kamerlid Eric Lucassen (35) heeft buurtgenoten bedreigd en geïntimideerd in zijn voormalige woonplaats Haarlem. Tenminste drie bewoners zouden tussen 2006 en 2009 aangifte hebben gedaan tegen Lucassen. Eén van hen verklaarde tegenover de politie dat de bruut hem volgde en emmers water over hem heen gooide. Ik heb als een klein kind zitten huilen, zei hij. Ik voel me bedreigd en moet continue omkijken. Volgens buren zocht Lucassen ruzie en schold hij vrouwen uit. De politie zou hem enkele keren geboeid hebben afgevoerd.
In maart zijn de verkiezingen voor Provinciale Staten. De Statenleden kiezen vervolgens onderling de 75 leden van de Eerste Kamer. Gekke Geert wil met zijn PVV op alle fronten meedoen. Gezien de populariteit van de populist zal hij dus een massa kandidaten moeten ophoesten. Scouts van de PVV struinen sportscholen en kickboxclubs af om voldoende mensen te vinden voor zijn knokploegen.
|
|
|
 |
10-11-2010 |
Leidschendam, het hoofdjuweel van Leidens kroon |
Het hoofdjuweel van Leidens kroon heet Leidschendam. Alle Nederlanders kennen zo dit dorp, schrijft L. van Ollefen ruim 200 jaar geleden, in 1796, in Stad en Dorpsbeschrijver van Rhijnland, jarenlang voor een grijpstuiver te koop bij De Slegte: Het is een aangenaam dorp. De huizen zijn deftig en fraai betimmerd. De Veenstraat is in 1776 opgehoogd tegen hoog water en daarna bestraat. s Nachts is er in de straten zelfs verlichting, althans in de winter. Veel reizigers stappen dagelijks in Leidschendam over in een andere schuit om stilletjes en comfortabel verder te reizen richting Leiden, Delft en Den Haag dat toen overigens nog als `s Gravenhage bekend staat. Verderop in deze log meer.
Dankzij internet is het tegenwoordig een stuk eenvoudiger zichzelf te diagnosticeren. Wees daarmee wel voorzichtig. Mocht je bij jezelf een euvel detecteren, dat je iets leest en denkt dat heb ik ook, ga altijd voor een second en voor de zekerheid een thirth opinion op het net. Met andere woorden: voorkom dat je jezelf gek maakt met een verkeerde diagnose. Want we kennen het fenomeen self-fulfilling prophecy: een voorspelling die zichzelf direct of indirect waar maakt. De door de leek gestelde diagnose is immers niets meer of minder dan een profetie - bij veel artsen is dat ook zo, maar dat is een ander verhaal. Pas als meerdere bronnen de diagnose bevestigen gloort er iets van zekerheid. Laat het internet niet een goudmijn zijn voor je hypochondrie. Maar goed.
Reeds lange tijd speur ik naar artikelen waarin ik mijn afwijking herken. Nou ja, afwijking? Ik vertoon afwijkend gedrag ten opzichte van het gros der mensen. En: eureka! Ik heb het gevonden. Wat ik heb is ADID: Attention Deficit Inactivity Disorder. In het Nederlands: aandachtstekort inactiviteitstoornis. Waarbij ik wil benadrukken dat ik het zelf niet als een stoornis ervaar. Waar het op neerkomt is dat ik vaak nogal in mezelf gekeerd zit te lummelen. Dan zeg ik wel: lezen is voor een schrijver ook werken, maar zelfs ik begrijp dat dit slechts het goedpraten is van mijn lamlendigheid.
Vaak geef ik in mijn logs een link naar iets dat ik op internet heb gevonden - de foto van een wielrenster, de Wiki van een schrijver, een plaatje van een heerlijk beest. In het geval van ADID laat ik dat vandaag achterwege. Onder het motto: ik ben Gekke Henkie niet. Zelf heb ik lange tijd gezocht en eindelijk gevonden. Dan geef ik dat resultaat niet zonder slag of stoot uit handen. Zoek zelf maar. Mede ADID-ers kunnen me altijd een mailtje sturen: hier rechts onderaan de kolom. En dan toch: informatie uitwisselen? Als je dat wilt, ben je geen echte. Echte ADID-ers zijn daar te lui voor. Een tipje van de sluier: er is een gedegen site waarop de drie hoofdafwijkingen (de grote drie) uitgebreid worden beschreven: ADHD, AIVD en ADID. Ook de onderlinge overeenkomsten. Op die site ook een aantal verwijzingen naar andere, op het net te vinden onderzoeken: de second, thirth enzoverder opinion.
Voor de goede orde: ik líjd niet aan ADID, ik heb het. Hooguit hebben anderen er soms last van. Het spijt me, maar dan weet je nu dat er geen sprake is van schuld of opzet. De kwaal verzacht de omstandigheden.
Nog even iets over het oude dorp. Een man die jaren vanuit zijn huis een prachtig uitzicht had op het dorp is de BN-er Constantijn Huygens (1596-1687). In zijn tijd bijna net zo beroemd als Henkjan Smit nu. Overigens geen familie van Stan Huygens, van het Journaal. Hij woonde op Voorburg op het buiten Hofwijck. Zoek zelf een foto. Heb je er een gevonden? Dan vraag je je natuurlijk af: wat nou uitzicht op het oude dorp? De grote geleerde keek uit op een snelweg en een spoorlijn, vanuit Hofwijck kan je het oude dorp helemaal niet zien. Daar moet ik toch een kanttekening bij maken. Ook weer dankzij speurwerk op het net. Wat blijkt? In de tijd van Huygens liep er slechts een eenvoudig karrespoor langs zijn huis met een pontje over de Vliet. Spoor en snelweg zijn van later datum. Een weetje.
Aanvankelijk was die snelweg alleen maar een rot gezicht. Maar een aantal jaren terug is-ie verbreed. Je kent het stuk wel: de Utrechtsebaan, waarover je vanuit oostelijke richting de stad der steden binnenrijdt. Daarmee is de cultuurhistorische plank flink misgeslagen. De tuin van Hofwijck was namelijk aangelegd volgens de menselijke maat van Leonardo da Vinci. De Vitriviusman, je kent de tekening wel. Dit plaatje maakt alles duidelijk. In het middendeel zie je de oorspronkelijke tuin. Rechts de verwijzing naar de vitriviusman, links de toestand sinds de verbreding. Afschuwelijk. Cultuurbarbarisme. We hebben er indertijd tot en met de Raad van State tegen geprotesteerd. Of dat heeft geholpen? Kijk nog eens naar het plaatje. Alles van waarde is weerloos schreef Lucebert, de grote bard. Quod erat demonstrandum.
Op deze tekening, van de hand van meester Huygens zelf, is dus geen sprake van dichterlijke vrijheid, dit was werkelijk het uitzicht dat hij had. Is er nog iets van het huidige oude dorp te herkennen? Nee, niets. In zijn tijd moet de overlaat nog in de Vliet hebben gelegen, een dam waarover de schepen getrokken moesten worden om verder te kunnen varen. Van Ollefen schrijft daarover: De dam of waterkering in de Vliet zou wellicht ruim 200 jaar, van 1434 tot 1648, gefunctioneerd hebben om de steden Gouda en Dordrecht te bevoordelen ten opzichte van onder meer Delft en Leiden. Dordrecht krijgt veel inkomsten uit het stapelrecht. Eigenaren van grote schepen zijn verplicht er hun waren te koop aan te bieden en moeten dus belasting aan deze stad afdragen. Wanneer die grote schepen ongehinderd kunnen doorvaren in Leidschendam zou Dordrecht veel geld mislopen.
Leer dit allemaal uit je hoofd, stamp het er goed in, dan scoor je straks met je Cito-test. Geen dank.
Het boek van dit moment? Poodle Springs, de unvollendete Marlowe van Raymond Chandler, die is afgeschreven door Robert B. Parker. Mijn exemplaar heeft de 1ste edition cover (zie de Wiki). Misschien is het wel een eerste druk. Loont het de moeite de ezelsoren glad te strijken.
|
|
|
 |
09-11-2010 |
Het Boekiesmonster |
Peter Vos. Een mus, nog een mus, twintig mussen, niet voor de poes, en Peter Vos door Siegfried Woldhek. Kortom: Peter Vos is dood.
Hoe oud zal ik op deze foto zijn geweest? Een jaar of twaalf, denk ik. Wat ik zit te lezen, weet ik niet, maar het zal geen wereldliteratuur zijn geweest, dat kwam later pas. Je zou zeggen: het is in elk geval boeiend genoeg om je af te zonderen van de anderen. Dat is niet gezegd. Ik zonderde me sowieso af van de anderen en deed ik het niet, dan deden zij het wel. De anderen op deze foto? Laat ik niet wijzen en namen noemen, maar er staan een oma, twee opas en een dode op. Die dode, dat is eigenlijk wel een grappig verhaal. Maar misschien niet zo kies om hier te vertellen. Stel dat een familielid toevallig op deze weblog terecht komt, of degene die hem toen... Nee, nee, niets, ik zwijg, het is mijn recht.
Waaraan je me zou kunnen herkennen? Niet aan dat haar, dat mag duidelijk zijn. Op mijn eenentwintigste kreeg ik pas mijn eerste bril en voor oningevoerden is het misschien niet te zien, maar voor mij is het duidelijk dat dit jongetje al zijn benen heeft. Je zou me kunnen herkennen aan mijn oren, maar de kans is groot dat je die nooit hebt gezien. Het is een geposeerde foto voor dagblad Het Binnenhof. De vier, de oma, de twee opas en de dode, hebben nog geprotesteerd: we willen niet met Balletje Rozenwater op de foto. De fotograaf stelde hen gerust: ik zal zorgen dat hij net buiten het kader valt. Niet dus. Sliep uit.
De bibliothecaresse in die tijd was juffrouw Olsthoorn *, met de voornaam Riet meen ik. Deze karikatuur van haar kwam ik jaren later tegen op een rommelmarkt op het Damplein. Verrek, schoot het door me heen: dat is Olsthoorn! Ik herkende haar meteen. De tekening is gemaakt door Cees Muisenberg, een beroemdheid op het dorp. Toentertijd; ik heb hem gegoogled, maar Lou Loene: hij is in de vergetelheid geraakt. De vier aan tafel, de oma, de dode en de twee opas, zijn ook een enigszins in de vergetelheid geraakt. Ze zijn alleen bekend in de eigen familiekring en bij buren en kennissen. Ja, ook die dode. En ik? Hallo! Je bent nu op mijn weblog.
Had ik dromen in die tijd? Gisteravond heb ik me een uur lang over de foto gebogen en er kwam niet veel naar boven. In elk geval wist ik toen al zeker dat ik geen kinderen wilde en die droom is uitgekomen. Kinderen, alsjeblieft zeg. Ieder moment dat de bieb open was zat ik juist daar op die stoel te lezen. Een oase. Thuis liepen nog acht kinderen los, die in leeftijd niet of niet veel met elkaar scheelden. Ik kwam er voor mijn rust en die rust wilde ik ook in mijn eigen huis als ik later groot zou zijn. En ik wilde iets in de bosbouw, omdat je ook toen al op vijf meter buiten de wegen en paden geen mens tegenkwam. Wat dat betreft: er staan twee bomen voor mijn deur, een draaiwilg en een hibiscus, verder ben ik er nooit in gekomen.
Toch, op de keper beschouwd, is alles met mij wel op zijn pootjes terecht gekomen. Hoewel de uitdrukking wellicht wat ongelukkig gekozen is. Als me nog iets over mezelf te binnen schiet: een volgende keer.
* Boven dit winkeltje van Van Dongen, aan de Sluiskant, had juffrouw Olsthoorn haar woonst. De winkelier, die zelf vrijgezel was, stond niet toe dat zij mannenbezoek ontving. Ze is niet lang na haar pensionering verbitterd gestorven. Die ouwe Van Dongen is, ik meen in de winter van 1967, met zijn dronken kop voor zijn winkeltje in de plomp gelopen. Het was niet druk op zijn begrafenis. Op de uitvaart van juffrouw Olsthoorn daarentegen liep de hele bibliotheek te hoop.
Op de achterflap van Bloedverwanten (Flesh and Blood) van Michael Cunningham: Rudi Wester schreef in Vrij Nederland: Cunningham weet perfect het melodrama te vermijden door zijn groot inlevingsvermogen en zijn gevoel voor het sprekend detail. Liefde, dood, loyaliteit: het komt allemaal op een onnadrukkelijke, maar briljante wijze aan de orde. Margot Engelen schreef in NRC Handelsblad: Wie Michael Cunninghams tweede roman niet leest, bezorgt zichzelf pech (...) Bloedverwanten is zon boek dat je na 448 paginas met spijt dichtslaat omdat het afgelopen is. Daar heb ik niets aan toe te voegen.
Je hebt het gehoord: het gerechtshof in De Haag heeft bevestigd dat het ontruimen van (kraak)panden zonder gerechtelijke uitspraak in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ja Geert: weer Europa. Ard van der Steur, Tweede Kamerlid voor de VVD, verwoordde perfect het onbegrip rond het kraken: Kennelijk is gekozen voor het recht op wonen. Maar het recht op het genot van eigendom staat ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Je verwacht van een parlementariër toch iets meer verstand.
Kraken heeft niets te maken met diefstal. Leegstaande woningen worden niet gestolen, zij worden slechts in gebruik genomen. Het pand blijft eigendom van de eigenaar. Laat Van der Steur maar eens nadenken over de leus: leegstand is diefstal. Die komt meer in de buurt van de werkelijkheid. Wel landelijke en stedelijke ruimte in beslag nemen maar daar vervolgens geen reet mee doen.
|
|
|
 |
08-11-2010 |
De achterdeur op een kier |
Van mijn tuinvrouw kreeg ik enkele oude fotos van het oude dorp, Leidschendam. Ze had ze gekocht in een tuincentrum. Op het oude dorp ben ik geboren en getogen. O, vrees niet: ik ben een echte Hagenees. Dat is niet alleen een mentaliteit, het grootste deel van mijn leven woon ik inmiddels in de Schilderswijk. Bovendien, ter versteviging van mijn roots: mijn moeder is hier geboren, een straat verderop, in de Rembrandtstraat. De voorouders van vaderszijde komen deels uit het Westland, deels uit de Bollenstreek.
Begin negentiende eeuw is er veel volk vanuit die streken naar het oude dorp gekomen. Tuinders- en boerenknechten. Dat merk je wat betreft het Westland aan achternamen als Van der Burg, Groenewegen en Van der Meer, wat betreft de Bollenstreek aan namen als Van der Geest (naar: de geestgronden) en Warmerdam (naar: de Warmonder Dam). De voorvaderen van Pa waren voornamelijk tuindersknechten, net als hijzelf. Een deel is echter een kroeg begonnen. Nog steeds is een familielid kroegbaas van het kroegje aan de kop van de molentocht in de Driemanspolder aan de Stompwijkseweg. Kijk eens, mooi hè? Ik ging er wel vissen, toen ik nog een dierenbeul was.
Ook kreeg ik een mooie foto van de HH. Petrus en Pauluskerk aan de sluis in de Vliet, officieel het Rijn-Schiekanaal. In die kerk ben ik, nog geen dag oud, gedoopt. Ik geef het toe: ik ben rooms-katholiek geweest. Maar ja, er was ook een tijd dat ik geen veters kon strikken en regelmatig in mijn broek scheet. Je wordt ouder en wijzer... Dat is het hè: mensen die ergens afstand van hebben genomen zijn de ergste. Rokers die niet meer roken, vreselijk volk. Dat heb ik met de katholieke kerk. Man!, vrouw ook, heb je de paus, de oude gek, dit weekend nog gezien? Bij de inwijding van de Sagrada Familia in Barcelona? Hij kon het niet laten de Spaanse regering op de vingers te tikken - murmel, murmel. Vanwege het homo-huwelijk dat in Spanje tegenwoordig mogelijk is. Vanwege de abortuswetgeving. Joh, ouwe lul, ga de Maagd beffen!
Het oude dorp zat niet achter krantenpapier. Tot 1961 was er een tramverbinding naar Den Haag en Leiden. De Blauwe Tram noemden we die. Officieel: de Boedapester, naar de plaats waar die dingen werden gebouwd. Ach, ik zou uren door kunnen vertellen. Maar je heb ongetwijfeld nog iets anders te doen vandaag.
Rest mij je nog even te wijzen op het wapen van Leidschendam. De sleutels in het midden verwijzen naar Leiden, de Sleutelstad. De halve maan naar de Ottomaanse bezetting en het hert? Het was in vroeger eeuwen de benaming van Leidschendamse vrouwen. Dat is nog wel een beetje zo.
In de Krant, kop op de voorpagina: Achterdeur EU staat op een kier. Hè, gezellig, dacht ik. Dat had je op het oude dorp ook: de achterdeur van kruidenier Vreeswijk. Zat je op zondagmiddag ineens zonder - maïzena, vermicelli, suiker - dan kon je aankloppen en werd het op de rekening bijgeschreven. Maar het artikel was verre van gezellig. Bottomline: dit is ons land, oprotten!
In de Krant: Een 21-jarige man in Zeist heeft zaterdagnacht elf ruiten
van Paleis Noordeinde in Den Haag ingegooid. Na tips van getuigen kon de
politie de dader zondag aanhouden. Over zijn motief is nog niets
bekend. Hoewel ik de daad niet afkeur, wil ik toch benadrukken dat ik
het niet was. Maar dat had je al geraden. Een 21-jarige man uit Zeist
en Over zijn motief is nog niets bekend: dat kán ik niet zijn. De
tipgevers zijn vuile verraders.
National Geographic is begonnen met de serie Great Migrations, een indrukwekkende reeks over de trek van dieren. Ik heb een uurtje zitten kijken. Uiteraard kwamen de gnoes (Connochaetes) aan bod; voice-over Jeroen Krabbé sprak consequent van wildebeesten. En als de gnoes in beeld komen, komt hun oversteek van een rivier (de Niger?) in beeld. Want ook de krokodillen hebben de trek van de gnoes in hun genen zitten. Het is geen smakelijk gezicht, maar ja: het is eten en gegeten worden.
Spectaculair waren de beelden van de trek van de monarchvlinder, een fladderaar met een spanwijdte tot wel vijf centimeter. Ze overwinteren in Mexico, maar in het voorjaar trekt de hele meute, miljoenen en miljoenen, naar Canada. Dat redden ze niet. Onderweg wordt een nieuwe generatie geboren. En nog een. De vlinders die in Canada worden geboren zijn veel sterker dan pa, ma, opa en oma: in de herfst lukt het hen wel de hele tocht terug naar Mexico te volvoeren. En het volgend jaar doen ze het weer. Tot zover mijn toejuichingen.
Dat eerste uur heb ik dus gezien. Dat uur werd tot driemaal toe onderbroken door een reclameblok van vijf minuten. Dat is een kwartier reclame in een uur tijd. Steeds weer word je uit je concentratie gehaald. Dat trek ik niet. De volgende bekers laat ik aan me voorbijgaan.
Wielerhoekje. Daphny van den Brand, Juffrouw Staartjes (zonder staartjes), is in Frankfurt am Main voor de derde maal Europees kampioen veldrijden geworden. Het aanstormend talent Sanne van Paassen werd tweede en de Britse Helen Wyman moest genoegen nemen met een derde plaats. Het werd niet uitgezonden op de reguliere kabel. Het was schaatsen, autorace en voetbal wat de klok sloeg. Allemaal sporten die me niet kunnen boeien.
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |