Twee aardige jongens
'Aan het fluiten, Bal? Why?' 'Ik ben vandaag zo vrolijk.' 'Ben ik niet van jou gewend. Komt dat?' 'Zal ik je vertellen. Heb je even?' Vroeg in de ochtend, het was net half elf, werd ik wakker gebeld. 'Hé, joh, je staat er in.' Het eerste woord was voldoende de stem te herkennen: Bergman! Mijn dag kon niet meer stuk (hoewel, het blijft oppassen.) De oude bard en ik zijn geestverwanten. Beiden uit de Zuid-Hollandse klei getrokken, beiden eigenzinnig waar het dichten betreft. En niet alleen daar. We koesteren het adagium van Rilke, dat gedichten geen emoties zijn, maar ervaringen. (Heeft Rilke dit gezegd? Ik zal er zijn Brieven aan de jonge dichter nog eens op nalezen.) Daarom is Bergman niet alleen blij voor me, hij vindt het ook terecht dat ik de Dikke Komrij heb gehaald. Zelf staat hij reeds vanaf de eerste editie in deze bijbel. De bundel Modus Vivendi, zijn eersteling, verscheen in mijn geboortejaar. Dat is toen aan me voorbijgegaan. Pas jaren later ontmoetten we elkaar, op de Zondichtmiddagen, hier in de hofstad. Vaak hebben we er voorgedragen, om niet te zeggen: te vaak. De weinige troost die we er vonden lag in elkaars gezelschap, èn elkaars woorden niet te vergeten. (5 Februari 2004, http://users.bart.nl/~bontebal/)
Zomer 2009, Aart Kok & Jo van Leeuwen zijn inmiddels overleden. Op keuken, badkamer & toilet na staat hun vijfkamerflat in de Heiloostraat nog vol boekenkasten, vaak met dubbele rijen. Na een selectie van veertien strekkende meter - meer kan ik thuis niet kwijt - blijven er zon 6000 titels over. Ik stuur een brief naar de Haagse Dichters Bontebal, Huizinga & Stek en bel twee Schiedamse vrienden: er is een probleem en jullie kunnen mij daar bij helpen.
Na de inleidende praatjes, borrels & hapjes schudden de genodigden alle schroom van zich af. Al snel staat in elke kamer wel iemand al dan niet op een trapleer - te bladeren, te mompelen of te stapelen. Ik maak ondertussen wat fotos.
De volgende dag mailt Aad me: Hé Henny,
Bedankt voor de foto
ik stuurde hem door aan een vriendin en ze schreef terug: wat ben je toch mooi
ze heeft geen smaak, maar verder is ze wel aardig
ik hou bijna dagelijks een weblog bij: www.adriaanbontebal.web-log.nl
vandaag een kort verslag van gisteren
natuurlijk ben ik ontzettend blij met de boeken
maar het was vooral heel gezellig
dank en groet, Aad
Hij vond het jammer dat Albert Huizinga er niet bij kon zijn. Ik ook. De zondag erop zit hij weer op zijn praatstoel, nu met Albert & Ineke. Als het busje naar de Paulus Potterstraat arriveert, ga ik maar even met hem mee naar beneden om te helpen dragen; hij heeft toch nog twee tassen weten te vullen. (Hoe gezellig ook, het zet niet echt zoden aan de dijk. Uiteindelijk wordt de overgebleven voorraad opgehaald om gebruikt te worden bij de verfilming van Tirza.)
Wanneer Aad voor de tweede maal in acht dagen vanuit de Heiloostraat naar het Hofje vertrekt - Hé goser, we zien mekaar wel weer- nemen we lachend afscheid.
Voor het Haags Dichtersgilde brengt Aad met een filmpje een saluut aan mijn vader. Samen met Harry Zevenbergen gaat hij op Oud Eik en Duinen op zoek naar zijn zerk en steekt van wal: actie-radius Wanneer het resultaat eenmaal op jouwbuis staat rest Aad nog één vraag: vertel me nu: waarom staat zijn naam niet op de steen? Tja Aad, de bedoeling was goed maar je stond bij het verkeerde graf. Man! Ik dacht de plek nog te weten waar we hem hebben achtergelaten Op Aads weblog reageert Ralf vanuit Japan: Bergman had er ongetwijfeld de humor van kunnen inzien en voor het Dichtersgilde is het een prachtig verhaal. De clip is te zien op http://dichtersgilde.nl/projecten/eerbetoon-dode-haagse-dichters/
September 1990 wordt literatuur minnend Den Haag Branoul in gelokt met de wervende tekst
..nemen de beide Haagse schrijvers ondanks alle overeenkomsten voldoende poëzie, proza en persoonlijkheid mee om in niets op elkaar te lijken. Een avond Haagse humor.
Ik vond een gedicht van de 1 & een stukje proza van de ander en plakte die aan elkaar.
Dichtersavondjes Zij slepen zich vaak voort als de crematieviering van een minder geliefd familielid waarbij zelfs de kist het verdomd vlam te vatten De viool krast, de piano rammelt, de man weet niet wat hij zegt, zijn vrouw vereert hem. Naast mij zit Adriaan Bontebal zijn ongenoegen weg te mompelen. Hij schuift mij een consumptiebon toe. Klote, staat erop. Ik knik.
Bron Bontebal : Poetry Plugged, uit Overleven, met het oorsmeer in de ketting, pag. 29 Bergman : uit Nagelaten Werk, Bevond van zaken, Drukkunst, pag183
Henny Kok
|