 |
|
 |
A man is happiest when there is a balance between his needs and his possessions - Trevanian, Shibumi |
|
 |
03-08-2011 |
Hand in hand, kameraden |
Laat de rijken de crisis betalen, ken je die uitdrukking? Ja, laat de rijken de crisis betalen, want zij hebben hem veroorzaakt. Ik was mijn handen in onschuld (Pilatus, 33). Als ik wat slordig omspring met de fooi die uitkering heet heeft dat nog geen cero punto cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero uno procent invloed op het reilen en zeilen van 's lands en de wereldeconomie.
Aan de vooravond van het nieuwe voetbalseizoen kwam ik, in Biecht van een moordenaar in één nacht verteld, een aardig fragment tegen voor Feijenoordfans: 'Eerst veel later heb ik geleerd, dat woorden sterker zijn dan handelingen en ik lach wanneer ik de geliefde frase hoor: Geen woorden, maar daden! Hoe zwak zijn daden! Een woord bestaat, een daad vergaat! Een daad volbrengt ook een hond maar een woord spreekt slechts een mens. De daad, de handeling is een fantoom vergeleken met de werkelijkheid en in het bizonder met de bovenzinnelijke werkelijkheid van het woord. De handeling verhoudt zich tot het woord ongeveer als de tweedimensionale schaduw in de bioscoop tot de driedimensionale levende mens, of, wanneer ge wilt, als de fotografie tot het origineel. (Daarom ben ik moordenaar geworden. Maar dat komt later.)' Beichte eines Mörders, erzählt in einer Nacht (1936) van Joseph Roth - geen familie van Philip of Lydia.
Heb je het nou gezien? Heb je gisteren naar de derde etappe van de Ronde van Polen gekeken en heb je gezien dat ik geen woord te veel heb geschreven over Marcel Kittel? Want om mijn woorden kracht bij te zetten won hij ook deze etappe. Met één belangrijk verschil. Voor de leek: de sprint wordt meestal door een rijtje ploeggenoten voor de sprinter aangetrokken, een treintje genaamd. De ploeggenoten rijden zich uit de naad en de sprinter fietst 'comfortabel' in hun slipstream. Het is steeds de voorste die het meeste werk verricht. Is die op, neemt nummer twee het over enzovoorts. De laatste, die de puntjes op de i zet, wordt de leadout genoemd. Bij Marcel Kittel is dat in Polen Tom Veelers. Dat was in elk geval in de eerste twee etappes zo. Gisteren kwam Kittel in de finale alleen te zitten, omdat de rest van de ploeg zich onderweg al uit de naad had gereden. Geen probleem. Hij plaatste zich gewoon in de slipstream van een andere sprinter die zich opmaakte voor het eindschot. Gisteren was dat, geloof ik, zijn landgenoot John Degenkolb, die uiteindelijk negende werd. Wat Marcel Kittel ook tot een goede sprinter maakt is dat hij kan wachten. Pas op het laatste moment de vlam in de pijp. En weer kon hij tien meter voor de streep de pedalen stilhouden en de armen in de lucht gooien. Vandaag? Het is een geaccidenteerd parkoers, daarop kan Kittel wat minder uit de voeten.
Sheldon: Knockknockknock Penny! Knockknockknock Penny! Knockknockknock Penny! Knockknockknock Penny! Penny: Eh, Star Wars?
|
|
|
 |
02-08-2011 |
Willen jullie naar het IJspaleis? Dan gaan we naar het IJspaleis! |
Waar een mens al niet tegen kan protesteren. Eerst een geschiedenislesje, want over geschiedenis gaat het. Met name over mijn wijk, de Schilderswijk. Tot in de 19e eeuw bestond het gebied van de Schilderswijk uit weilanden, de Zusterpolder. Het behoorde tot het grondgebied van Rijswijk en was grotendeels onbebouwd. Alleen langs de Zuidwal en het Groenewegje stonden wat huizen. In 1843 werd de spoorlijn Amsterdam-Den Haag geopend en dat had consequenties voor het aangrenzende gebied. Er werd een station gebouwd, het Hollands Spoor, en de omgeving daarvan ging in 1844 over in Haagse handen. Het was de tijd van de industriële revolutie. Veel mensen trokken van het platteland naar de stad om werk te zoeken. Om al die mensen te kunnen huisvesten werd er een totaal nieuwe wijk gebouwd. Aanvankelijk alleen in de omgeving van het station, maar het breidde zich uit: de Schilderswijk. Tot zo ver dit deel. Nu komt het. In 1742 vond er net buiten de stad een duel plaats. Een ruzie tussen hoge heren werd beslecht met het pistool. Ook toen al hielp praten niet. Cherchez la femme: de heibel was tussen de Hollander Jan van Alkemade Conicks en de Franse bonvivant Chevalier de Cabernet. Het draaide om jonkvrouw Anna Wttewaall van Stoetwegen; jawel, familie van. De Cabernet schoot mis, Van Alkemade Conicks verwondde de Chevalier slechts aan een schouder; de prutsers. Niettemin moesten beiden het land ontvluchten, want er stonden zware straffen op duelleren. Tot zo ver dit deel. Nu komt het. Een werkgroep van de historische vereniging Die Haghe is met de spaarzame gegevens die er bestaan over dit duel aan het rekenen geslagen en meent de plaats te hebben bepaald waar het heeft plaatsgevonden: hier, dat wil zeggen, net buiten het hofje, op de plek waar nu een kinderspeeltuintje is. Die deformanten willen in het speeltuintje een gedenkteken oprichten! Dat is leuk voor historische wandelingen. Zijn ze nou helemaal van de pot gepleurd. Om kort te gaan: er is een aktiegroep opgericht om dit onzalige plan af te schieten. En ik ben lid. Hè, wat is het lekker om weer eens ouderwets aktie te voeren. Ik hou je op de hoogte.
Voor uitgewijden. Het IJspaleis is de bijnaam van het Haagse Stadhuis. Je komt er langs als je van het Centraal Station naar het Paard van Troje loopt.
Wat een sprinter is die man! Marcel Kittel, de 23-jarige Duitser van Skil-Shimano. Eerstejaars prof! Wat hij kan hebben we al kunnen zien begin mei, in de Vierdaagse van Duinkerken. Die, zoals de naam al zegt vijf dagen duurt. Van de vijf etappes draaiden er vier uit op een sprint en hij won ze allemaal. Meer eerste plaatsen dit jaar? Derde etappe Tour van Langkawi, Prorace Berlin, tweede etappe en het eindklassement van de Delta Tour Zeeland en afgelopen dagen de eerste en tweede etappe van de Ronde van Polen waardoor hij momenteel eerste staat. Daar kun je hem dus aan de gang zien: iedere dag aan het eind van de middag live op Eurosport. Zo ziet het eruit: Hij wordt netjes afgezet door een ploegmaat, gaat dan de sprint aan met de gekende sprinters en op de streep heeft hij steeds ruim twee lengtes voorsprong, je weet niet wat je ziet. In de Ronde van Polen verslaat hij op deze manier onder andere Alexander Kristoff, Francesco Chicchi, Heinrich Haussler, Graeme Brown en Romain Feillu. Momenteel staat hij achtste in het overwinningen klassement 2011. Heus, geloof me, Mark Cavendish is er niets bij en dan overdrijf ik niet. Hét sprintkanon van Skil-Shimano was Kenny van Hummel. Kamikaze Kenny heeft eieren voor zijn geld gekozen en vertrekt. Hij heeft getekend bij Vancansoleil. Enne: Marcel Kittel rijdt de Vuelta!
|
|
|
 |
01-08-2011 |
Zomergasten |
Pazzop, wees voorzichtig: de au zit in de maand!
Genoten van een avondje Zomergasten met hersenwetenschapper Dick Swaab. Enig minpuntje was de dit maal wel erg irritante presentator Jelle Brandt Corstius. Het leek er sterk op dat het hem allemaal niet interesseerde en dat hij zijn huiswerk niet goed had gedaan. Hij onderbrak op de verkeerde momenten en stelde de meest onbenullige vragen, terwijl Swaab alles dat hij wilde vertellen met veel enthousiasme en heel duidelijk bracht. De keuze van de beeldfragmenten was ook uitstekend, zonder het obligate stukje cabaret. Of het moet het interview zijn geweest met de malloot Bart Huges, die in 1965 een gaatje in zijn voorhoofd boorde om zo tot een verruimd bewustzijn te komen. Veel van ons wezen wordt in de baarmoeder in onze hersenen geprogrammeerd, vertelde Swaab in andere bewoordingen. Bijvoorbeeld of je Alzheimer zal krijgen en hoe vroeg of laat in je leven. De vraag is of je dat allemaal wilt weten, ik in elk geval niet. Vooral verzekeringsmaatschappijen zullen nieuwsgierig zijn naar de aanleg tot bepaalde ziektes bij aspirant cliënten. Dat onderwerp kwam niet ter sprake in de uitzending, maar we mogen hopen dat 'de politiek' zulks met strenge wetgeving zal tegengaan. Zo staat bijvoorbeeld je sexuele geaardheid bij je geboorte al vast. Ook pedofilie, wat bij Brandt Corstius de opmerking ontlokte: dus we hoeven ze niet meer op te pakken, ze kunnen er niets aan doen. Ik vrees dat hij het meende. Hallo zeg! Er is ook nog zoiets als beschaving. Van kinderen blijf je met je poten af, dat weten we allemaal. Ben je als pedofiel geboren, heb je vette pech. Verder dan in je fantasie kan je er niet mee komen. Zo val ik op lekkere wijven, maar zij niet op mij. Maar dat is een ander onderwerp. We kregen een stukje The Birds van Alfred Hitchcock, Repulsion van Roman Polanski en Le scaphandre et le papillon van Julian Schabel, de keuzefilm van de gast die na Zomergasten werd uigezonden, over, eh, lees de wiki maar. De film heb ik niet gezien, ik slaap toch al zo slecht. Helaas ging het vertoonde stukje documentaire over de Brain Man, de Brit Daniel Tammet, een man met een ongelofelijk geheugen, alleen maar over een soortgenoot van hem, George Finn, die model heeft gestaan voor de rol van Dustin Hofman in de film Rain Man. Tammet is in tegenstelling tot Finn en anderen verder goed bij zijn hoofd en kan vertellen wat er in zijn hoofd omgaat. Nu werd het een soort aapjes kijken. Enfin, volgende zondag is de journaliste Step Vaessen Zomergast. Wist je, voor insiders, dat zij nog gewerkt heeft bij Radio Rataplan? Die moet ook veel te vertellen hebben.
De perfecte moord bestaat! Hij staat beschreven in Pech (Die Panne, 1956) van de Zwitser Friedrich Dürrenmatt. Hoe de textielvertegenwoordiger Alfredo Traps de hoofdvertegenwoordiger Gygax om zeep heeft geholpen en zo zelf hoofdvertegenwoordiger werd. Doodslag kan gebeuren, maar als het met voorbedachte rade gebeurt is het moord. En zo geschiedde. Gygax, een zenuwleider, had al eens een beroerte gehad. Een volgende beroerte zou hem fataal kunnen worden. Die kon hij krijgen als hij zich te druk maakte. Wat deed de doortrapte Traps? Hij legde het aan met Gigax' vrouw en die wilde maar al te graag. Vervolgens biechtte hij het tijdens een etentje op aan een zakenrelatie waarvan hij zeker wist dat deze het zou overbrieven aan Gigax. Alles verliep verder volgens plan. Simpel hè.
|
|
|
 |
31-07-2011 |
Namedropping |
What's in a name? Laat ik wat zinnen en zinsdelen citeren uit een geinig boekwerkje: 'Mijn vader heette Schnabelewopski; mijn moeder heette Schnabelewopska; als beider wettige zoon werd ik op de eerste april 1795 te Schnabelewops geboren. Mijn oudtante, de oude mevrouw von Pripitzka, verzorgde mij in mijn prille jeugd... Onze kat heette Mimi en onze hond Joli. Onze bediende heette Prrschtzzwisch. Met moet niezen, als men deze naam goed wil uitspreken. Onze meid heette Swrtzska, hetgeen in het Duits een beetje rauw, doch in het Pools buitengewoon melodieus klinkt. Bovendien liepen er nog twee mooie zwarte ogen door het huis rond, die men Seraphine noemde.' Dan klinkt Bontebal toch maar gewoontjes. Je zou het misschien niet verwachten, maar dit komt uit een komisch verhaal van de grote Duitse dichter Heinrich Heine (Düsseldorf 1797 Parijs 1856). Het is uit Uit de gedenkschriften van den Heer von Schnabelewopski (Aus den Memoiren des Herrn Von Schnabelewopski, uit Der Salon. Erste Teil, 1834). De vertaling die ik heb is van Fred van Amerongen en Alfred Kossmann uit 1956, met tekeningen van G. Icke. Of de tekenaar familie is van de sterrenkundige Vincent Icke heb ik niet kunnen vinden. Het gaat over de studentikoze omzwervingen van de heer Von Schnabelewopski in Hamburg, Amsterdam en Leiden, plaatsen die Heine zelf ook heeft bezocht. Ik zal het boekje ooit voor twee kwartjes op de boekenmarkt hebben gevonden. Zo valt er iedere dag in dit huis wel iets aardigs te lezen; het houdt me op de been, enkelvoud.
Nog steeds niets over Anders Breivik? Neen. Anderen, psychologen van de koude grond, hebben er afgelopen week blijk van gegeven daar veel creatievere onzin over te kunnen verkondigen. Nou, dit dan. Weer die typische reacties, zoals bij de moord van Pim Fortuin en het bloedbad in Alphen aan de Rijn: gelukkig was het geen moslim. Jezus! En ook: Geert Wilders, met zijn kopvoddentaks, mag zich eens goed in eigen boezem krabben, ondanks dat hij zijn afschuw heeft uitgesproken.
Maar natuurlijk wel iets over de Clássica San Sébastian. Philippe Gilbert behaalde met overtuiging zijn negentiende overwinning van dit jaar. Daarbij uitstekend geholpen door de held van het Plateau de Beille, Jelle Vanendert. Jelle had zelf ook wel kunnen winnen. Er was gejuich van de Belse commentatoren: zelfs vier Belgen bij de eerste tien! Philippe Gilbert (1), Greg van Avermaet (3), Dries Devenyns (5) en Jelle Vanendert (10). De Belgen doen het goed dit jaar. Beste Nederlander was Rob Ruijgh (27). Fumiyuki Beppu werd 67ste. Vandaag begint de Ronde van Polen met een redelijk rennersveld.
|
|
|
 |
29-07-2011 |
Andere tijden |
Weer een aantal dagen de hort op geweest. Naar Flevoland dit maal: wie het breed heeft... Geen laptop meegenomen, maar wel de katten. Hebben de meiden en Kim ook eens een verzetje, was de overweging. Achteraf ben ik blij dat ze erbij waren, want Flevoland? Er valt geen ene moer te beleven. Heus, ik zou met alle plezier over mijn avonturen vertellen, maar ik heb niets meegemaakt. Het allerspannends was nog de zoektocht naar een slaapplaats. Want mensen kunnen zo moeilijk doen als je ineens met zes katten voor de deur staat. De Flevolanders zijn kattofoob, geloof me. Hier zit ik momenteel in de herrie, ik had wat langer weg moeten blijven. Het huisje van mijn buurman wordt ontmanteld. Weinig subtiele mannen breken zijn boekenkasten af. Zo gaat dat: een huisje dient in de oorspronkelijke staat te worden opgeleverd. Waarom niet de nieuwe huurder gevraagd of hij die kasten wilde behouden? Zou ik de nieuwe bewoner zijn hadden die kasten mogen blijven. Maar ik heb al een huisje met boekenkasten. Mijn nieuwe buurman heb ik reeds ontmoet. Hoe is het wonen hier, vroeg hij. Veel last van kinderen? Het is zeer prettig wonen en nauwelijks last van kinderen. Nu lopen er regelmatig groepen kinderen door de hof, maar ik heb er geen last van. Tja, dan had hij zijn vraag maar anders moeten stellen. Schuin aan de overkant was het vannacht overigens weer luidruchtig feest tot een uur of vier. Ik ben benieuwd wat hij daarvan vindt. Het is dan geen schering en inslag, maar het komt nogal eens voor. Of dat buurman M. weer te innig met de familie Heineken is en zijn André Hazes op onchristelijke tijden door de hof laat schallen. Over één ding maak ik me een beetje zorgen. Een beetje maar. Wat zal hij van katten vinden? Vooral Kim en Skitty liepen bij de buurman in en uit. Dat zullen ze ongetwijfeld straks ook weer doen. Affijn, er staan spannende tijden voor de deur. Hoewel ik een open mens ben, was de nieuwe buurman geen mogen op het eerste gezicht. Mocht hij echt tegenvallen, pest ik hem weg. Zo ben ik dan ook weer.
|
|
|
 |
24-07-2011 |
What a race |
Het lulligste dat een renner in de Tour kan overkomen is te moeten afstappen vlak voor Parijs. Dan heb je het zo lang volgehouden... Ik kan er nu over meepraten: gistermiddag, op de op een na laatste dag, was het op. Met deze mededeling wil ik volstaan.
Op mijn pakje shag staat, Evergreen, de Rancho was uitverkocht: 'Tabaksrook bevat benzeen, nitrosaminen, formaldehyde en waterstofcyanide'. Het zegt me niets. Ik heb dan wel een blauwe maandag scheikunde in mijn pakket gehad, maar wat dit allemaal is? Het komt erop neer: roken is slecht voor de gezondheid. Maar, weet je, bij ons op de oude Mulo mocht je niet rokenen en dus: het moest. Gewoon, om tegendraads te zijn. Sinds mijn dertiende ben ik verslaafd, maar over tien maanden word ik zestig. Zo'n vaart loopt het dus niet.
De onzekerheid over uiterlijk zit in de mens ingebakken, ga je omgeving maar na (en jezelf, maar laten we het niet persoonlijk maken). Hij, ik bedoel: Hij, die dit alles heeft vormgegeven had bij de mens een offday. Neus niet goed, tieten niet goed, kont niet goed, op alles valt wat aan te merken en de plastic chirurgen varen er wel bij. Ben ik zelf vrij van deze smetten? Welnee. Als ik in de badkamer in mijn blote reet met mijn rug voor de spiegel sta en ik kijk over mijn schouder, denk ik: beste kont, maar ik zou wat aan die beentjes doen. Mijn sterke punt: mijn haar. Tegen de zestig, ik, en dat haar: dik, lang, en tot over mijn tepels. Het is stijl haar: dat willen vrouwen met natuurlijke krullen ook wel. Dan zie ik een mooie meid en dan denk ik: wat een mooie krullenkop. Maar zij: ik wou dat ik stijl haar had. Inmiddels heb ik het staan in mijn programma van omgaan met mensen, want zulks moet ik programmeren, ingebed. De lullige opmerking. Dan zie ik een meid met lang, sterk krullend haar, dat ik bijna door mijn hoeven ga: jezus, wat een mooie meid, en dan stap ik op haar af en zeg: die lengte!, en dan krullend. Meid! Je moest eens weten hoelang ik bezig ben geweest om de krul uit mijn haar te halen. Jaren. Maar, hé, kijk: het is gelukt. Geen krul meer te bekennen. Moet jou ook lukken.
Weet je wanneer ik me ook zwaar in de maling genomen vind? Als er iets ernstigs is gebeurd en er zit een 'kenner' als gast aan de desk van het Journaal of een actualiteitenprogramma. Make up en zo... Dan krijgt zo'n deskundige twee of drie nietszeggende vragen waarop hij nietszeggende antwoorden kan geven. Het moet snel, dit is tv, de aandachtsspanne van het klootjesvolk is kort, nog korter dan hullie lontje, Henk en Ingrid weetjewel. En dan denk ik: ben je daar nou helemaal naar de studio voor gegaan. Als je echt iets te vertellen hebt, laat je die lui langskomen.
|
|
|
 |
23-07-2011 |
Gendarmes met matrakken |
Met de daver in het lijf heb ik de negentiende etappe bekeken. Over de Télégraph en nogmaals over de Galabier om te eindigen op de Alpe d'Huez. Op de Galabier begon het volk al op te dringen, op de flanken van de Alpe was het een gekkenhuis. Bijna letterlijk: het huis ontbrak, maar de gekken waren in grote getale aanwezig. Eufemismen zijn hier uit den boze. Het zijn geen psychiatrische cliënten, geen stumperds met een geestelijke beperking, nee, het zijn gekken. Ontoerekeningsvatbaar, zou een slimme advokaat zeggen. Velen van hen hadden de nacht op de berg doorgebracht. Door de herrie, 'feeststemming', doet niemand een oog dicht. Wat moet je dan? Zuipen! En gezopen is er. Met een stuk in de kraag stonden de lobotomieveteranen langs de weg. Dan komt er een renner aan die zich een weg naar boven zwoegt en dan moet er worden meegerend. Waarom? Leg mij dat toch eens uit: waarom? Met het jaar wordt het erger. Dit maal zag ik regelmatig groepen van vijf, zes man meerenen. Mag je je dan wielerfan noemen, supporter van de slaven van de weg? Steeds hoop ik dat iemand even een beentje uitsteekt om zo'n malloot op zijn bek te laten gaan, maar gelukkig gebeurt dat niet: het volgelopen vat zou tegen de renner aan kunnen vallen. In beeld één mooie actie: Alberto Contador gaf zo'n klootzak een knal voor zijn kop. Ik hoop en denk ook wel dat zulks vaker gebeurt onderweg. De oplossing? Scherpschutters op de hellingen rondom die iedere meeloper subiet een knieschot geven? Pelotons gendarmes met matrakken? Ach, wij weldenkende mensen zijn niet zo voor lijfstraffen; slechts in een opwelling die we daarna in alle rust en redelijkheid laten afwellen. Een praktische oplossing zou zijn om slechts aan één kant van de weg publiek toe te laten: achter dranghekken. Met om de paar honderd meter vlak naast het parkoers een omheinde ruimte. Ieder die zich toch op de weg waagt zou direct in de boeien moeten worden geslagen en voorlopig daar worden geparkeerd. 's Avonds allemaal inladen, in de vallei aan snelrecht onderwerpen, een zware boete geven en voor bepaalde of onbepaalde tijd een verbod om zich op minder dan een kilometer van een wielerwedstrijd te bevinden. Dat zal ze leren? Ik vrees van niet. En de rit? Iedereen is moe, iedereen zit er door. Dat de gebroeders in gezelschap van Evans niet proberen om de beurt bij Evans weg te springen had maar één reden: ze hadden de puf niet meer. Net als de dag ervoor liepen alle aanvallen van Contador uit op een chasse patatte. Vandaag in de tijdrit zullen we zien wie uiteindelijk nog de meeste jus in de benen over heeft.
|
|
|
 |
|
Tussendoor |
Bij het verlaten van de buurtsuper botste ik tegen iemand op. Of andersom. Als je langs een gevel loopt, hou rekening met deuren die ineens mensen kunnen doorlaten! Denk ik dan. Maar ik zal het niet aanvoeren. Dus zei ik sorry. Het was een twintiger van de andere kunne. Iets te luidruchtig en te luchtig gekleed - soms kunnen grote oppervlakten beter bedekt blijven. Onwillekerig dichtte ik haar in gedachten een baantje toe in de vleesverwennende industrie. Vooral ook omdat ze meteen begon te krijsen als een viswijf. Nu heb ik nooit een viswijf horen krijsen, maar ik kan me er iets bij voorstellen. Tegenargumenten hadden geen zin, zo veel volume heb ik niet. Ze werd vergezeld door een figuur met veel bling-bling. Jezus man, zei ik tegen hem, is dat (hoofdknik naar haar) je inkomstenbron? Ben je mooi klaar mee. Dat had ik niet moeten zeggen, want hij begreep het. Als je me een dezer dagen tegenkomt: vraag niets. Het antwoord is: keukenkastje. De vorige keer dat ik klappen kreeg? Het was niet eens een bijna botsing of zo, er was helemaal niets aan de hand. Nou ja, één ding: ik ben. Het simpele feit van mijn bestaan was de druppel. Een vrouw hier in de buurtsuper, ik schapte wat bood. De vrouw liep verbaal helemaal leeg. Over mijn haar. Ik zou wijf zijn, en homo, en rechtstreeks weggestapt uit het hof van de Zonnekoning, maar dat laatste verzin ik erbij. Niet alleen door schade en schande ben ik wijs geworden: het genieten van mooie dingen heeft me nog veel wijzer gemaakt. Maar wat ik al die jaren niet heb geleerd is om niet op de verkeerde momenten het verkeerde te zeggen. Zo wijs ben ik nog steeds niet. Ik kaatste terug. Het werd me wel erg gemakkelijk gemaakt: ze droeg een legging van weliswaar stretchende stof, maar op de naden dreigde het mis te gaan. Weet je, zei ik tegen haar, dat haar van mij? Knipknip en binnen een half uur heb ik een beschaafd, kort koppie. Maar zo'n dikke reet. Geen kruid tegen gewassen, toch?
|
|
|
 |
22-07-2011 |
Een cadelletje doen |
Bob den Uyl in Gure Jaren uit de bundel Vreemde Verschijnselen (1978) over de eerste en tevens laatste wedstrijd die hij fietste: 'Tegen het eind begon iedereen eraan te trekken en van voren te zitten, zodat ik automatisch van achteren kwam te hangen en het eindelijk wat meer naar mijn zin kreeg. Je ziet niets tijdens zo'n wedstrijd, je zit maar naar dat domme achterwieltje van je voorganger te turen, je intussen afvragend waarom je dit eigenlijk aan het doen bent. Pas toen de hele meute uit het gezicht was verdwenen kreeg ik gelegenheid om wat meer om me heen te kijken. Hierom was de wedstrijd niet begonnen, dan kan je net zo goed alleen gaan fietsen. Toen dit tot me doordrong ben ik afgestapt.' Wielrennen is duizend doden sterven om vervolgens voor de duizendeneerste keer kapot te gaan. Hoe dat is? Ik heb geen idee. Voor uitputting ben ik niet in de wieg gelegd. Haast is mij vreemd; ik kom nog liever te laat dan me haasten. Naast een gebrek aan talent en meestenstijds de conditie van een bos overjarige winterpeen is dat gebrek aan haast, dus motivatie, een voorname reden dat ik nooit ben gaan wielrennen. Me überhaupt met wedstrijdsport bezig te houden. Ik mag er graag naar kijken, wielrennen en vrouwentennis, maar ik heb nooit de behoefte gehad mezelf eraan over te leveren. Nee, dan de Schlecks. Die jongens zijn 24/7 met fietsen bezig en het rendeert. Wat was dat slim gespeeld door Leopard-Trek c.q. ploegleider Kim Andersen. Twee mannen mee met de kopgroep, Joost Posthuma en Maxime Montfort. De taak van de eerste was het tempo zo hoog mogelijk houden, wat hij met verve deed. De tweede wachtte op het moment suprême zijn kopman op om hem nog zo veel mogelijk bij te staan. Ook die taak werd meer dan behoorlijk verricht. Na de meet mochten de andere favorieten de wonden likken. Daar zullen ze flink wat werk aan hebben gehad. Het opmerkelijkste moment was wel toen Andy Schleck op zo'n vijf kilometer voor de top van de Izoard wegsprong. Niemand reageerde! Contador kon niet, zoals later bleek: een opspelende knie. Voeckler gaf Cadel Evans zonder woorden te kennen: je doet maar wat je niet laten kan, of woorden van Franse strekking. Even werd er dan toch nog gereden. Door de enige ploeggenoot die Voeckler nog bij zich had, maar die jongen zat er door. Door wat mannen van Contador's boezemvriend Samuel Sanchez, maar die hadden al eerder moeten lossen. Dus kwam het op de sacherijnige schouders van Evans. Broer Fränk Schleck reed fluitend met de grote mannen mee. Op een gegeven moment dacht ik hem zelfs bezig te zien met de sudoko uit de Lëtzebuergsche Tageszeitung. De rit van vandaag mag je de koninginnerit noemen. Met de Télégraph (1ste categorie), nogmaals de Galibier om te eindigen op Alpe-d'Huez (beiden buiten categorie). De taktiek die ik voor de Leopards zie? Vandaag springt Fränk Schleck weg, zeg zo'n vijf kilometer voor de top van de Galabier, terwijl Andy een cadelletje doet: wieltjes plakken. Dan, tegen het eind van de slotklim, sprint Andy ook weg. Het moet mogelijk zijn het gat met Evans substantieel te vergroten. Laat de Australiër maar weer flink werken: hij heeft nog wat jaartjes in te halen. Rob Ruijch staat momenteel twintigste; een positie die hij moet kunnen hadhaven tot Parijs en dan: petje af!
Het was misschien wel de mooiste Tourrit die ik ooit heb gezien. Nou ja.
|
|
|
 |
21-07-2011 |
Opzij, opzij, opzij |
'Aan tafel zat o.a. een witharig Belgisch ventje (op een wereldreis te voet!) van zes kruisjes. Voorheen heb ik 't net als gij immer per fiets gedaon, waor ik van teruggekomen ben... weet ge... fietsen dat gaot eigenlijk nog te hard. 't Is zo vluchtig en ge ziet zodoende weinig van den omgeving want ge mot uwe aandacht bij 't sturen houden, nietwaor eh, ge bent met die wielkes door 'ne landstreek heen veurdat de geest ervan goed en wel op u is ingewerkt. 't Is mij niet om vitesse te doen maor om tijd.' Uit Een lange weg naar Tipperary (1979) van Ben Borgart, een verslag van een fietstocht door Ierland. En wielrenners? Die moeten nog meer de aandacht bij het sturen houden. Alleen tijdens vlakke etappes, peddelend in het peloton, zijn er wel renners die van de omgeving kunnen genieten. Het is als een man die beroepsmatig achter de coulissen van The Crazy Horse (Cabaret Parisien) werkt: hij ziet de smakelijke blote meiden om zich heen niet meer. Of maak ik nu een rare vergelijking? Ik ben geen renner maar thuiszittend toeschouwer. Als ik naar een live verslag kijk gaat minstens de helft van mijn aandacht naar het landschap. Gelukkig is de Franse VVV medesponsor van de Tour. Daardoor krijgen we steeds lange shots vanuit de helikopter van mooie plekjes, meestal kastelen. Maar goed. Gisteren heb ik me wat onredelijk uitgelaten over Andy Schleck: het laatste deel reed hij als een natte zakdoek... Het blijkt, zo werd verteld, dat hij 'met den daver in 't lijf zit' na de tragische val en het overlijden van Wouter Weylandt in de Giro. Hij was niet alleen collega maar ook ploegenoot. Die laatste afdaling naar Gap op dinsdag was door de nattigheid levensgevaarlijk. Maar gisteren in de afdaling naar Pinerolo liet hij zien nog steeds prima een berg af te kunnen rijden. De weg was dan ook droog, maar die afdaling was mogelijk nog linker dan die van de dag ervoor. Als het zou hebben geregend... En nog vlogen er verschillende renners uit de bocht. Twee, waaronder Voeckler himself, belandden er heel komisch op het erf of de parkeerplaats van een naast de weg gelegen huis, zonder erg. Het zat er tevoren dik in: weer kon op weg naar Pinerolo een kopgroep uit de greep van het peloton blijven. Hoewel, peloton? De renners kwamen in plukjes binnen. Er was wel een groot peloton, maar dat waren achterblijvers, een superbus. Ze kwamen met zeker een kwartier achterstand over de meet. Opvallend was dat Alberto Contador weer versnelde en weer niet vooruit wist te blijven. Ook opvallend: hij wist weg te rijden met een ploeggenoot, Samuel Sanchez, die in een heel ander shirt rijdt omdat hij in een andere ploeg zit. Een kromme zin, maar iedere Tourvolger weet wat ik bedoel. Kop over kop reden ze van de andere favorieten weg, maar als gezegd: ze hielden het niet. Bauke Mollema, die nog in de klas heeft gezeten met de balletjestrapper Robben, wist gisteren mooi tweede te worden, achter het aanstormend fenomeen Edvald Boasson Hagen. Als ik Bauke zie, zie ik zijn neus. Op het oude dorp noemden we dat: hij heeft een neus om blik mee te snijden. Moet je maar even naar deze foto kijken. Een tweede plaats, mooie prestatie. Er rijden twee Noren mee, genoemde Boasson Hagen en Thor Hushovd. Deze twee hebben samen al vier (!) etappes gewonnen. Vandaag de Agnel, de Izoard en tot slot de Galibier, de finish ligt bergop. De oude man gaat een middagje intens genieten.
|
|
|
 |
20-07-2011 |
De fiets dient het gemak van de mens |
Een terechte constatering: 'Vanuit filosofisch standpunt gezien is de vinding van de fiets veel wereldschokkender dan die van de auto of paard-en-wagen. De laatste immers schakelden slechts de levende of dode natuur in om ons sneller te doen voortbewegen, terwijl de fiets ons onze eigen krachten laat gebruiken, maar op efficiëntere wijze: na een half uur fietsen bent u vier keer zo ver als lopend terwijl u even weinig moe bent en geen bezine of haver verbruikt heeft.' Uit Raoul en de cultuur (Verzameld werk, 1981) van Raoul Chapkis oftewel Hugo Brandt Corstius, vader van Jelle, de journalist, en Aaf, het meiske dat iedere dag in de Krant een onbenullig stukje over onbenullige zaken schrijft. De fiets dient dus het gemak van de mens. Edoch, leer mij de mensen kennen; ik ben er zelf een, net als jij en ik. Wat de mens, lees: voornamelijk de man, ook uitvoert, hij wil zich daarin meten met anderen. Zo is het wielrennen ontstaan, met alle gevolgen van dien. Andy Schleck zei over de rit van gisteren, die voerde over stijgende en dalende, maar vooral natte wegen: 'Dit is onverantwoord van de organisatie. We hebben allemaal familie, vrouw en kinderen.' Andy, jongen, je hóéft het niet te doen. Je begrijpt dat hij voor die zestiende rit niet de prijs voor de meest strijdlustige renner heeft ontvangen. Het laatste deel reed hij als een natte zakdoek en verloor ruim een minuut op zijn naaste concurenten. Cadel Evans reed wel naar behoren, plaatste op het laatst zelfs iets dat op een aanval leek waarbij hij wel drie seconden won op Contador. Ook Thomas Voeckler kon goed meekomen en behield het geel. Maar wat een rit! Wat werd gezien als een overgangsetappe ontaardde in een slagveld. Er werd zo hard gereden, meer dan vijftig kilometer in het eerste uur, dat een definitieve ontsnapping pas na honderd kilometer tot stand kwam. Een kopgroep van tien die, weliswaar verdeeld, tot aan de meet standhield. Rob Ruijgh steeg twee plaatsen in het algemeen klassement en staat nu negentiende. Vandaag is de rit in principe zwaarder, met twee cols van de derde, twee van de tweede en een van de eerste categorie. Maar ik weet niet hoe het weer op dit moment in de Alpen is. De finish ligt, verdorie, weer bergaf. En toch ben ik van mening dat Evans de Tour niet zal winnen.
Rechter: Meneer Murdog, sorry, Murdoch, wilt u gaan staan. Ja, uw kleindochter, sorry, uw vrouw mag u ondersteunen. U heeft verklaard niets te hebben geweten van de werkwijzen van uw ondergeschikten. Hoewel ik daar mijn twijfels over heb ben ik bereid dat van u aan te nemen. Murdoch, opgelucht: Pfew. Rechter: Stilte! Echter. U heeft wel gelegenheid gegeven. U geeft willens en wetens in dit en andere landen bladen uit die drijven op dit soort schandalen. Murdoch: Ja maar... Rechter: Stilte! Ik heb uw argument gehoord: u brengt wat de mensen willen. Het zal u misschien vreemd in de oren klinken, maar ik wil daarin meegaan. Murdoch: Pfew. Rechter: Stilte! Laatste maal! Ik zal op dit moment niet tot een uitspraak komen. Voorlopig krijgt u onderdak in het gevangeniscomplex van Dartmoor. De openbare aanklager zal de komende weken peilen wat de mensen willen, een heus referendum. Het volk zal een eerlijke keus krijgen. Het zal kunnen kiezen tussen A: u verdwijnt voor twintig jaar in Dartmoor, B: u wordt, weer voorlopig, ondergebracht in de Tower te Londen, uw bezittingen worden te gelde gemaakt en de opbrengst wordt gelijkelijk verdeeld onder de slachtoffers. Als dit allemaal is volbracht zult u in Hyde Park, dat wil zeggen in het openbaar, worden koud gemaakt. Excuses voor mijn frivole taalgebruik. Ook daarin zal aan de wensen van het volk worden toegegeven: het zal geschieden danwel door een executiepeloton dat wordt samengesteld uit Afghanistanveteranen danwel door de strop. Ik sluit hierbij deze zitting.
|
|
|
 |
19-07-2011 |
Overpeinzingen |
In een van zijn Overpeinzingen (1976), De spontane daad, schrijft S. Montag oftewel H.J.A. Hofland: 'Hoe komt het dat we sommige mensen direct aardig vinden, terwijl anderen ogenblikkelijk, louter door hun gezicht, hun houding of intonatie diepe weerzin en zelfs een bijna niet te bedwingen woede kunnen wekken? Dat is niet bekend, maar wel weet ik dat zo'n manier van reageren al heel vroeg vastligt...' En zo kom in vanzelf weer op Cadel Evans. Met Evans was het afkeer op het eerste gezicht. Onverklaarbaar dus, als we Hofland mogen geloven, maar het was zo. Geen diepe weerzin of een bijna niet te bedwingen woede, zo heftig reageer ik niet op vreemden, nee, afkeer is een juiste typering. Zijn manier van koersen heeft die afkeer niet doen afnemen. In tegendeel: op sommige momenten grenst mijn gevoel toch aan weerzin. Hij valt niet aan maar volgt en ik heb de schurft aan volgzame mensen. De sporadische keren dat hij dan toch uit zijn slof schiet valt mijn mond wijd open van verbazing: jongen, wat doe je, heb je iets verkeerds geslikt? Deze manier van rijden werpt wel zijn vruchten af, want de Aussi staat derde in het algemeen klassement. Veel zo niet alles zal dus afhangen van de tijdrit van aanstaande zaterdag, 42,5 kilometer in en rond Grenoble. Deze tijdrit is exact hetzelfde als die van de afgelopen Dauphiné Libéré. Slechts vijf renners van de huidige top-11 hebben deze dit jaar gereden, waarbij Evans met zijn zesde plaats de snelste van het stel was. In vergelijking met hem: Uran (de huidige nummer 11) verspeelde 1.21, Voeckler (1) 1.58, Samuel Sanchez (6) 2.07 en Ivan Basso (5) zelfs 4.56. Maar andere resultaten uit het verleden laten zien dat de gebroeders én Contador een mindere tijdrit in de benen hebben dan Evans. De verschillen zullen dus de komende dagen vergroot moeten worden, want het mag duidelijk zijn dat ik hem het geel in Parijs niet gun. Probleem is dat het momenteel ronduit kloteweer is in de Alpen. Het schijnt gisteren zelfs gesneeuwd te hebben op de 2645 meter hoge Galibier, de slotklim van donderdag. Halverwege die rit ligt de Col Agnel die nog eens 100 meter hoger is én afgedaald dient te worden. Even verderop moet het peloton de Col d'Izoard op en af. Wat dan weer een voordeel kan zijn voor Thomas Voeckler, want die daalt soms als een waanzinnige en met het geel rond zijn schouders... Het kan dus heel goed zijn dat Voeckler toch de Tour gaat winnen. En het kan heel goed zijn dat Philippe Gilbert vandaag nog een keer zijn slag slaat.
|
|
|
 |
18-07-2011 |
Shooting Star |
Weer een paar snipperdagen achter de rug; ik hoop dat je me niet hebt gemist. Dat zal wel niet. Natuurlijk heb ik wel de Tour gevolgd, maar de afgelopen dagen heerste er het status quo. Goed, Jelle Vanendert heeft een mooie zege geboekt op het Plateau de Beille. Dat is hem zeer gegund na alle tegenslag die hij in zijn carrière heeft gehad. Maar de mannen waarom het gaat, de mannen in en voor de top van het klassement reden als watjes. Of zoals Boerenleenbanker Adri van Houwelingen zei: 'Het waren juniorenaanvalen (achter Vanendert): 100 meter hardrijden en dan omkijken of je 100 meter voorsprong hebt.' Noch de gebroeders, noch Contador wisten te vlammen en Evans deed waar hij expert in is: wieltjes plakken. Voor Mark Cavendish begin ik steeds meer sympathie te krijgen. Hij won gisteren weer met verve in Montpelier, maar hij vergeet na afloop nooit zijn ploeggenoten te bedanken. De ploeg heeft alleen en in zijn geheel aan de kop gesleurd om de voorsprong van de koplopers, met een uitstekende Nikki Terpstra, binnen de perken te houden. En Cavendish uit de wind te houden. Hij zei: 'Zij hebben 200 kilometer gewerkt, ik 200 meter.' Als zijn ploeg zo hard werkt onderweg voelt hij zich wel verplicht om te winnen. Zij hebben hem de dag ervoor ook over de Pyreneeën cols gesleept; ik ga er tenminste van uit dat hij niet aan een wagen heeft gehangen. Vandaag de tweede rustdag. Er zullen jongens zijn die het nodig hebben. Dan zou het voor de thuiskijker wel aardig zijn als je een dagje buiten kan spelen, maar de weergoden of wie dan ook werken niet mee. De herfst is vroeg dit jaar en dat terwijl mijn hibicus net in bloei begint te komen. Na vandaag zal het dan moeten gebeuren in de Tour. Vedettes moeten andere vedettes op achterstand rijden. Maar morgen is het nog niet echt zwaar. Weliswaar trekt het peloton de Hautes Alpes in, maar het gaat vrij geleidelijk omhoog. Met op zo'n tien kilometer van het einde de enige echte berg, de Col de Manse van 1268 meter, maar dan volgt er een afdaling naar de finish waarop renners weer terug kunnen keren. Nee, woens-, donder- en vrijdag komen de echter Alpentoppen. Met donderdag drie bergen van de buiten categorie en vrijdag twee. Smullen. Zaterdag dan de tijdrit van 42,5 kilometer in en rond Grenoble. Voordat zij eraan beginnen zullen vooral de gebroeders een flinke voorsprong moeten hebben opgebouwd, twee minuten minimaal, anders kunnen zij het schudden.
Wat vind je van Rob Ruijgh? De Limbo is beste Nederlander met een 21ste plaats op 12.56 van leider Voeckler. Chapeau! We hebben al zo van hem kunnen genieten tijdens het Nederlands Kampioenschap op de weg. Waar hij het Boerenleenbankblok aan gort reed en ploeggenoot Pim Ligthart naar de titel. Ruijgh is 24, die kan nog een aantal jaren groeien. En o wat hebben ze in andere taalgebieden het moeilijk met zijn naam.
De songtekst in de vorige log was inderdaad van Bad Company, Shooting Star. Alleen de eerste twee coupletten, daarna wordt het vervelend: Johnny sterft eenzaam op een hotelkamer. Dat wensen we Hoogerland niet toe.
|
|
|
 |
12-07-2011 |
Dolce far niente |
Nu maar hopen dat de renners op de rustdag ook echt tot rust gekomen zijn. Ik vrees het ergste, want ook vandaag is het een vrij vlakke etappe. Weer allemaal stressen. De eerste gedachten gaan natuurlijk uit naar Johnny. Dat hij in ieder geval maar kan rijden. Die etappe van vandaag is hem op het lijf geschreven, maar niet op het lijf zoals dat er op dit moment aan toe is. Imiddels is het parket van Aurillac een vooronderzoek begonnen naar het ongeval. De lokale aanklager Jean-Pascal Violet verklaarde dat het onderzoek een 'verkeersongeval met lichamelijke schade' betreft en zal uitgevoerd worden door de recherche-afdeling van de politie van Aurillac. Er zal onderzocht worden wie er verantwoordelijk is voor het ongeval. Als hij uit zijn kot komt roep ik: 'Here's Johnny' maar net als jij en ik zing ik: 'Go Johnny go' als hij eenmaal in de stijgbeugels staat. Hij redt het wel en we gaan de komende jaren nog veel meer moois van de Zeeuw zien. En dan nu een hommage aan Johnny. Voor de Jimmy's onder ons: van wie is het? Pas op! Nadenken! Niet gaan Googlen!
Johnny was a school boy When he heard his first Beatles song Love Me Do, I think it was And from there it didn't take him long Got himself a guitar Used to play every night Now he's in a rock 'n' roll outfit And everything's alright Don't you know?
Johnny told his Mama, "Hey, Mama, I'm goin' away I'm Gonna hit the big time Gonna be a big star someday" Mama came to the door With a teardrop in her eye Johnny said, "Don't cry, Mama, Just smile and wave goodbye" Don't you know?
Terzijde. De laatste tijd weer veel aangelopen tegen de Ster advertentie: Er gaat niets boven Groningen. Heb je hem ook meegekregen? De grap is, voor mij, dat de spot is ingesproken door een acteur die ik ken, een geboren en getogen Hagenees. Als professioneel acteur heeft hij altijd hard aan zijn uitspraak gewerkt, maar dat Haags is er niet uit te slaan. Als ik heel netjes probeer te spreken, blijf je de Haagse r, dat is een g, en de ei en ui ook horen. De r is een g? Zwagt, voor zwart.
|
|
|
 |
11-07-2011 |
Tour de Chute |
Sommigen spreken al van de Tour de Chute, de Ronde van de Val. Als in: la chute de premier homme. Wat dan weer niets met wielrennen te maken heeft. Dat is de val van de eerste mens, wat goedgelovigen de zondeval noemen. Maar dit terzijde. De Ronde van de Val en dat is het. Bij bosjes en dagelijks. In de eerste week zijn er al achttien renners afgestapt, waaronder gekende kleppers als Brajkovic, Wiggins, Horner, Kern, gisteren aangevuld met onder andere Jurgen Van Den Broeck en Aleksandr Vinokourov. De laatste twee hoorden tot mijn favorieten. Jurgen zou eindigen op het podium in Parijs, Aleksandr zou met deze Tour zijn carrière in stijl afsluiten. Natuurlijk is iedereen in eerste en laatste instantie verantwoordelijk voor zijn eigen daden. De dame in het geel van de eerste etappe, de fotograaf van Getty Images, de chauffeur van de wagen van de Franse televisie die Juan Antonio Flecha van de sokken reed, die op zijn beurt Johnny Hoogerland richting prikkeldraad lanceerde. Waarbij ik beslist niet wil zeggen dat Flecha enige blaam treft, in tegendeel. Maar onderhand is de vraag gerechtvaardigd: begint Tourdirecteur Christian Prudhomme de greep op zijn circus te verliezen? Het is allemaal te groot geworden, de karavaan is te groot: te veel motoren, te veel auto's. Etappewinnaar Luis Léon Sanchez: 'Het was een heel gevaarlijke dag, er bleven mensen naar voren komen in vip-wagens die naar ons wilden komen kijken.' Ook kan ik me goed vinden in de suggestie van Michel Wuyts, de erudiete Belse commentator. Maak het peloton kleiner. Ga naar ploegen van geen negen renners, maar acht, misschien zelfs zeven. En geef ploegen die niets te zoeken hebben in de Tour geen startbewijs. Want er rijden nogal wat amateursclubs mee, ploegen die nauwelijks op resultaten van enige importantie kunnen bogen. Zo'n Saur-Sojasun bijvoorbeeld. Ondanks de Haagse connectie: wegwezen. Het positieve nieuws is dat Johnny Hoogerland toch de bergtrui heeft heroverd. Het 'Here's Johnny' heeft nog enthousiast geklaterd door de hof. Waarna er in de loop van de middag de nodig krachttermen door het huis vlogen. Johnny heeft de trui, hij heeft 33 hechtingen elf in de bil, elf in het bovenbeen, elf in de kuit en hij fietst morgen weer door. Met Thomas Voeckler in de gele trui. Wat een raar mannetje is de Fransman toch. Dit seizoen is hij heel strijdlustig en het heeft al de nodige resultaten opgeleverd. Maar het blijft een vreemde snoeshaan. Je moet eens op zijn gezicht letten als hij weer in beeld komt, en hij zal nog veelvuldig in beeld komen, want Voeckler, want Fransman. Bij elke trap rekt hij een verwrongen bek, alsof iedere pedaalslag er een te veel is. En ook: de Boerenleenbank heeft dus met Luis Léon Sanchez een eerste etappe gewonnen. Robert Gesink staat nu 15de op 4.01 van Voeckler: dat valt allemaal nog te behappen.
|
|
|
 |
10-07-2011 |
Here's Johnny |
Ken je die kreet: 'Here's Johnny'? Met een langgerekt 'here'. Zo werd Johnny Carson altijd aangekondigd. Een Amerikaanse talkshowhost, zeg maar de Amerikaanse Willem Duys. Zo werd hij in eigen land ook liefkozend genoemd: The American William O'Duys. Ik weet niet of Carson zijn grote voorbeeld ooit heeft mogen ontmoeten. Daarvoor is het nu te laat. Het was sowieso al een tijdje te laat. De kreet 'Here's Johnny' heb ik voor het eerst gehoord bij Sanford and Son, Fred en Lamont, met de onvergetelijke Redd Foxx als de ouwe Sanford. Het was een remake van het Britse Steptoe and Son, wat in Nederland werd nagespeeld door Rien van Nunen en de jonge Baantjer als Stiefbeen en Zoon. Op de WDR: Eisenbahn und Sohn. Waar ik naartoe wil: zodra Hoogerland in beeld komt roep ik door de hof: 'Here's Johnny.' Dit verhaaltje is een beetje boter na de vis, want Johnny kwam er gisteren niet aan te pas: de schrale bergpunten die er te verdienen waren werden door anderen opgeraapt. Weg bolletjestrui. Gesink behield weliswaar de witte trui, maar hij kwam als 56ste op 1.23 na Rui Costa binnen, in gezelschap van Laurens ten Dam en Luis Léon Sanchez. De rest van de Tour moet hij het overigens doen zonder een van zijn Spaanse knechten, een van zijn zwarte Pieten: Juanma Garate. Hij heeft te veel last van zijn verwondingen, opgelopen in een valpartij met zijn kopman, en heeft de Tour verlaten. Vandaag zijn er aardig wat punten te scoren in het bergklassement. Johnny heeft aangekondigd vandaag nog een poging te doen. Het moet kunnen, we zitten pas in het Centraal Massief, de Cevennes, het echte klimmen is voor later. Ik zeg: doen. Dat nog één keer het 'Here's Johnny' door de hof schalt. Wat weinig liefhebbers weten is dat er naast de Boerenleenbank en Vacansoleil nog een ploeg in de Tour rijdt die (deels) door een Nederlands bedrijf wordt gesponsord: de ploeg van Yannick Talabardon, Saur-Sojasun. Nederlands? Mooier nog: Haags! Saur is een restaurant waarvan mijn curator liever niet heeft dat ik er kom. Of ze daar de producten van Sojasun (jawel: soja) gebruiken waag ik te betwijfelen. Nu ben ik ook niet zo'n buiten-de-deur-eter. Het enige restaurant van naam waar ik me ooit heb volgepropt staat langs de snelweg: de Toekan. Dat voert als motto: 'Het hoeft niet lekker te zijn, als het maar heel, heel veel is.' Zo is dat.
En dan zie je motorisch en anderszins gestoorde toeschouwers, en straks in de bergen wordt het nog veel erger, dat ze met ontbloot bovenlijf en een stratenmakersdecolletee met de renners meerennen, dan zie je dat volk en dan zijn er nog steeds mensen die geloven in een intelligent design.
Terzijde. Ik tegen haar: 'Echt, het ligt niet aan jou.' En zij: 'Oké, ik versta je: het ligt niet aan mij. Maar. Waarom ben ik dan degene die gedumpt wordt?' Een meid versieren valt niet mee, maar het uitmaken is vaak veel problematischer.
|
|
|
 |
09-07-2011 |
Pollens! |
Je kent die posters wel: vloeken is aangeleerd. Vaak heeft een verlichte geest er met viltstift bijgeschreven: bidden ook. Zo is dat. Beiden heb ik in mijn jeugd geleerd, waarbij het vloeken me nog het beste afging. Bidden ben ik inmiddels weer verleerd. Het enige bezwaar dat ik tegen vloeken heb is dat het nogal grof klinkt, het is taal die niet zingt. Enig verband met een opperwezen is er niet voor mij. Toch zal je in mijn schrijfsels nauwelijks een vloek tegenkomen. Hooguit in een citaat, van mezelf of een ander, en dan nog zeer sporadisch. Want vloeken is een ontlading, bij grote schrik of plotselinge pijn. Op het moment van schrijven is de grootste schrik alweer voorbij. Ik vloek dus wel en als ik het doe is het ook hardgrondig. Sterker nog: hardgrondig vloeken is bij mij een pleonasme. Gisteren deed ik het nog. Plots zat daar Bradley Wiggins met een gebroken sleutelbeen aan de kant van de weg. Mijn vuist kwam keihard op de tafel neer, terwijl ik de klassieker eruit gooide, de vloek aller vloeken. Balzac en Wausje vluchtten naar buiten, de rest was daar al. Het volgende wat ik zei was overigens au!; mijn vuist doet nog zeer. Eerder, om precies tien voor drie, was Tom Boonen afgestapt. Toen kwam ik niet verder dan een gelaten: shit! Man o man, vrouw o vrouw ook, wat een eerste Tourweek. Valpartijen bij de vleet. Oké, ik ken de constatering: vallen hoort bij het wielrennen, maar dat is niet helemaal waar. Het gebeurt, maar daarom is het nog niet een vast en niet te vermijden onderdeel. En als er dan gevallen wordt is het gelukkig vaak zonder erg. Maar in deze eerste Tourweek? Wat er op een dag gevallen wordt overtreft veruit het aantal malen dat ik in mijn hele fietsleven onderuit ben gegaan. En er is veel met erg gevallen. Laten we alsjeblieft zo snel mogelijk de bergen in gaan en kijk uit in de afdaling! Aan de andere kant: de Tour is precies een week oud en er hangen twee truien rond de schouders van landgenoten: Johnny Hoogerland in de bolletjestrui, Robert Gesink in de witte, als leider van het jongerenklassement. Dat is mooi, succes voor beide ploegen. Bovendien staat Gesink er met zijn 20 seconden achterstand en een tiende plek er uitstekend voor. Vanaf vandaag zal het beeld langzaamaan veranderen. Vandaag enkele bulten: tweemaal vierde, eenmaal derde en eenmaal tweede categorie. Morgen wordt het iets heftiger met tweemaal vierde, driemaal derde en driemaal tweede. De echte mannen zullen komen bovendrijven.
Hoogerland in de bergtrui. Shakespeare zou zeggen: what's in a name - als hij nog leefde en Nederlands verstond. Overigens kan het goed zijn dat ik er naast zat waar het stratenmakers betreft. Dat niet Johnny Hoogerland maar Lieuwe Westra op zijn knieën heeft geklinkerd. Wie weet het? (Tegen beter weten in stel ik weer een vraag. Er is nooit iemand die antwoord geeft. Op mijn vraag: welke renner is begonnen als fietskoerier, werd veldrijder en rijdt momenteel op de weg in de Tour de France, is ook geen antwoord gekomen. Jammer, want ik wil het echt graag weten.)
Voor taalsmullers onder de lezers. Het Franse woord voor een stevige oude tante is: besse. Une besse. Een super-besse is nog steviger. Het woord is in het Nederlands overgenomen, maar als verkleinwoord: besje. Wij doen wat meewarig over onze oudjes. Daar begin ik steeds meer bezwaar tegen te krijgen. Dat is iets persoonlijks.
De op een na mooiste naam in het peloton: Yannick Talabardon, de nummer 219, het laatste nummer, van de ploeg Saur-Sojasun.
|
|
|
 |
08-07-2011 |
Hier ijkt men waterpassen |
Zoals bekend zijn veel wielrenners begonnen als stratenmaker: mijn opa, Gerrie Knetemann, Johnny Hoogerland. Gaby Minneboo was postbode. Maar welke renner is begonnen als fietskoerier, werd veldrijder en rijdt momenteel op de weg in de Tour de France? Zo'n eerste Tourweek met bijna alleen lange vlakke ritten is voor mij en de klassementsrenners een kwestie van doorbijten. Man!, vrouw ook, wat is dat saai! Zoals de rit van gisteren en vandaag zal niet anders zijn. Een aantal jaren geleden is de sleur erin geslopen. Een groepje springt weg uit het peloton en mag een voorsprong nemen, gisteren liep die uit tot elfenhalve minuut. De jongens in de kopgroep mogen op deze manier een tijdlang reclame maken voor hun sponsor. Dan komt het moment dat het peloton zich wakkerschudt. Beetje bij beetje wordt er tijd van die voorsprong afgeknabbeld. Ruim voor de meet worden de vluchtelingen ingelopen en begint het echte werk. De rit naar Lisieux was voor ons wel aardig, omdat er twee Nederlanders in de kopgroep van vijf zaten: Lieuwe Westra en Johnny Hoogerland. Van Vacansoleil, een ploeg die zich heeft gespecialiseerd in het in de kijker rijden. Of daarmee ook werkelijk meer zonvakanties worden verkocht, weet ik niet. Lieuwe en Johnny maakten het ook wel spannend. Hoogerland had op een gegeven moment genoeg punten voor de bolletjestrui, dus de heren dachten: het werk zit erop. Maar nee. Er kwam nog één bergje van de vierde categorie waarop slechts één punt te verdienen was, en zou medevluchter Anthonie Roux dat punt scoren, kwam deze op gelijke hoogte met Hoogerland en door resultaten in het verleden (van deze week) zou Roux de trui pakken. Dan zou je erop kunnen gokken dat de Zeeuw dat punt nog zou oprapen, maar de vakantiemannen pakten het handiger aan: Lieuwe Westra sprong weg en kreeg de Italiaan Adriano Malori mee. Doel: dat ene puntje wegkapen, neutraliseren, en dat lukte. Nadat dit minimale kopgroepje het laatste bergje had geslecht bolde het uit. Malori werd uiteindelijke 110de op 1.44 en Westra 167ste op 4.04. De sprinters mochten het weer uitmaken en Edvald Boasson Hagen won. Het pad van vandaag, van Le Mans naar Châteauroux, is nog vlakker dan dat van gisteren. Langs deze weg worden in Frankrijk waterpassen geijkt. Ga ik desondanks kijken? Joh, als WAO-er heb ik toch niets beters te doen. Mooiste naam dit jaar in het peloton is buiten kijf: Ramunas Naverdauskas, de 23-jarige LeeTower van Garmin-Cervélo.
|
|
|
 |
07-07-2011 |
My nose never touched the wind |
De een heeft een tweede huis, de ander een tweede auto, een tweede vrouw, een tweede broedsel; ik heb van dit alles zelfs geen eerste, maar wel sinds gisteren een tweede fiets. Een Gazelle, model Tour de France. Zo ziet ze er ongeveer uit. Een damesfiets dus, maar hé, ik heb ook dameshaar en verder is mijn mannelijkheid ook niet fanatiek ontwikkeld. Verschil tussen mijn nieuwe fiets en de fiets op het plaatje is dat de laatste drie versnellingen heeft en de mijne vijf! Jawel buurvrouw. Bovendien moet het afgebeelde exemplaar 125 euri kosten en de mijne was gratis. Ze stond al weken onbeheerd in de poort van het hofje, dus ik heb haar meegesleept naar mijn hol. Natuurlijk heb ik het framenummer genoteerd en de politie gebeld. Ze blijkt niet als ontvoerd te boek te staan. Nog een week of twee mag ze hier voor de deur acclimatiseren, dan gaat de slijptol in het slot en zet ik het zadel tien centimeter hoger. Daarna wordt het een mooie zomer. Maar ik zou het hebben over die andere Tour de France. Het peloton moest onder dreiging van wind over smalle Bretoense weggetjes. Dat was niet goed voor de zenuwen. Zoals Nikke Terpstra achteraf zei: 'De renners waren nerveus en dan krijg je valpartijen. En als je valpartijen krijgt worden de renners nerveus.' Hoeveel valpartijen heb ik geteld? Vijf, zes, zeven? Sommigen zeer ernstig. De eerste kopman, de sloveen Janez Brajkovic van Radioshack, moest worden afgevoerd naar het ziekenhuis. De bask Ivan Velasco Murillo van Euskaltel-Euskadi heeft na een val weliswaar de rit uitgereden, maar in het ziekenhuis bleek hij een sleutelbeen gebroken te hebben: einde verhaal. Ook Robert Gesink en Tom Boonen kwamen gehavend uit de strijd, maar zullen vandaag de reis vervolgen. De strafste val, zoals onze zuiderburen dat noemen, was die van Nicki Sørensen. Terwijl het peloton over de hele breedte (?) van een smal weggetje ging, probeerde een droplul op een motor, met achterop een fotograaf van Getty Immages, toch te passeren. Gevolg was dat de 36-jarige Deen van Team Saxo Bank van de fiets werd gereden. Die fiets werd nog meters meegesleept, hangend aan een van de motortassen. De motard en zijn duorijder zijn meteen uit de Tour gezet. Wat mij betreft worden er zo nu en dan ook toeschouwers standrechterlijk geëxecuteerd. De titel van dit stukje? Een uitspraak van Mark Cavendish na afloop van de rit. Een compliment voor zijn ploeggenoten die hem de hele rit uit de wind hebben gehouden. Neemt niet weg dat hij het in de slotfase helemaal zelf moest doen en hoe. Hij liet weer eens zien nog steeds het beste eindschot in de benen te hebben. Petje af.
Terzijde. Je ziet tijdens een rit regelmatig renners even stoppen om te pissen. Hoe zouden de dames dat doen? Lees voor een antwoord het verslag van Marijn de Vries uit de Giro d'Italia Internazionale Femminile.
|
|
|
 |
06-07-2011 |
Mensen en fietsbellen |
Bij Karl Vannieuwkerke, in het programma Vive le Vélo, was gisteravond Dirk de Wolf te gast. Tegenwoordig doet hij iets in de ploeg(bege)leiding van Omega Pharma-Lotto, maar als renner is hij vijf maal in de Tour van start gegaan. Misschien, zei hij, vond hij de eerste twee keer wel aardig, maar daarna hoefde het niet meer voor hem. Zijn beruchte Tour van 1991 kwam ter sprake. Daarin kwam hij in een Pyreneeën-etappe buiten de tijd binnen en mocht naar huis. Er waren beelden van toen en een interview aan de meet. Hij kon niet meer, vertelde hij hijgend. Er waren hem renners met een matige gang gepasseerd, maar hij kon niet meer aanhaken. Jaren later kwam de aap uit de mouw. Niks te vermoeid. Op de Col d'Aspin had hij zich 20 à 30 minuten schuil gehouden in een stal aan de kant van de weg juist met de bedoeling buiten de tijd binnen te komen. Het was, zo zei hij, zijn laatste kans: in de buurt van de finishplaats was een vliegveld. Dan een lezersvraag. Gewoon, omdat ik zelf het antwoord vergeten ben. Er was ooit een renner, een Nederlander dacht ik, misschien wel Gerben Karstens of Gerrie Kneteman (wat getalenteerde loltrappers waren), die weg sprong uit het peloton en zich, zodra hij uit het zicht van de anderen was, achter wat bomen verstopte om vervolgens achteraan weer aan te sluiten. Het peloton heeft kilometers achter hem aangejaagd. Let wel: dit was vóór de oortjes. Wie was dat ook weer? Terug naar de Tour van dit jaar. Binnen het peloton heb ik zo mijn sym- en antipathiën; niets menselijks is mij vreemd. Neem Cadel Evans. Heus, ik gun hem zijn etappe-overwinning van gisteren, maar ik heb het altijd een vervelende man gevonden en nog steeds. Thor Hushovd daarentegen vind ik een toffe peer. Schitterend dat hij wereldkampioen werd, schitterend dat hij nu al een paar dagen in het geel rijdt. Hij moet dit jaar het groen maar weer eens mee naar Parijs nemen. Philippe Gilbert vind ik ook een sympathieke vent, maar gisteren haalde hij wel een rare streek uit. Op de Mûr-de-Bretange sprong Jurgen van den Broeck weg, zijn eigen kopman, de man van Omega Pharma-Lotto voor het klassement. Gilbert haalde hem persoonlijk terug. Vreemde zaak. Veruit het geinigste menneke in het peloton vind ik Nikki Terpstra. Die guitige bek als hij wordt geïnterviewd, ik geniet ervan. En hij rijdt niet mee, maar Kenny van Hummel zou een Hagenees kunnen zijn. Als je dit toevallig leest Kenny: dat is een compliment.
De air van de dame-in-het-geel? Je hebt mensen en fietsbellen en als je je omdraait op het moment dat de renners voorbij komen ben je in mijn ogen een fietsbel. Het kan nog vreemder. Het komt voor dat mensen uren voor hun deur op het peloton staan te wachten. Als het er dan aankomt, sprinten ze naar binnen om hun straat live op tv te zien. Dit verzin ik niet.
Momenteel wordt ook de Ronde van Italië voor vrouwen verreden en deelneemster Marijn de Vries schrijft erover. En dat doet ze goed.
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |