 |
We zijn de 40de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
26-09-2017 |
Deze avond is te schoon 2. Constant Eeckels |
Het geluk bloeit open, als een bloem uit hoger hoven,
haar hartje glinstert, zo die flonkerster daarboven,
haar kelk is evenals de wolkenpolken rood,
waarin de zon haar zuiverst inkarnaat vergoot.
Haar geur is frisser dan de zoute walm der Schelde,
haar fluisteren liever dan het water ooit vertelde,
en in haar diepte houdt ze een kostelijker schat
dan heel die schepenvloot in baal en kas bevat.
Deze avond is te schoon om in de nacht te sterven,
wie daarvan nu geniet zal het later moeilijk derven,
wie deze avond ziet betracht geen zonne meer,
en wenst bij de rijkste dag zich deze avond weer.
Deze avond heeft geen uur van rouwen of van boeten,
maar komt met stilte-stem zo boze als goede groeten,
deze avond is het, die tijd aan eeuwigheid versnoert,
deze avond is de brug, die naar de hemel voert.
26-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-09-2017 |
Deze avond is te schoon 1. Constant Eeckels |
Deze avond is te schoon om in de nacht te sterven,
nog blijft het minderend licht langs Westerpleinen zwerven,
en wil niet wijken voor des donkers forse hand,
die reeds een eerste ster als voorwacht heeft geplant.
Dit talmend daggeglim langs lage wolkenweiden
lijkt de gedwongen lach der gade, die bij het scheiden,
voor jaren of misschien voor altijd, van haar man,
haar armen, rond zijn als geklemd, niet lossen kan.
De brede Schelde bidt. De vreemde schepen slapen,
op het purper hemelschild prijkt zilverig het manewapen,
de hartstocht is bedaard na het koortsig dagenwerk,
en de avond prent op alles zacht als zoeningsmerk.
Niets rilt of roert er nog dan het water, maar zo zoetjes
als trippelen er engeltjes op blote voetjes,
engeltjes welke grappig babbelen ondereen
van het vrolijk spel, dat ze in de paradijstuin deden.
25-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-09-2017 |
Geluk. Constant Eeckels |
De ziel is thans vol zon, vol lentelucht,
vol kinderlachjes en vol meisjeszangen,
vol vogelkwetteren en vol feestgerucht,
vol bloemen, waaraan bonte bijen hangen.
O zon en lentelucht, o lach en zang,
o vogels, feestgewoel, gebloemte: o leven
dat openbreekt met onweerstaanbare drang,
en heimwee en mistroostigheid doet sneven.
Het schaars voldane hart wordt zelfs te nauw
om het overmatig heil nog te bevatten,
het golft in de zee, het siddert in de dauw,
en strooit alom zijn opgehoopte schatten.
O zon en lentelucht, o lach en zang,
o vogels, feestgewoel, gebloemte: o wereld,
de liefde sluit u in één armen-prang,
wijl de eeuwigheid haar roerenst hooglied merelt.
21-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-09-2017 |
Het licht. Constant Eeckels |
Wat glinstert lokkend-lief het licht, als nooit te voren,
langs de gladde spanselstolp, die nimmer blauwer boog,
met vorstenmajesteit glijdt zacht de zon omhoog,
de zon, zolang in de dikke morgenmist verloren.
Al wat de dove nacht met doodsheid overtoog
wordt nu door wonderkracht in het diepste zelf herboren,
zie: heel de heerlijkheid lacht naar uw peinzend oog,
wijl we, verrukt, het lied der nieuwe lusten horen.
De schelle glorie schiet in schitterschoven neer,
en kaatst met zelfde pracht in baar en droppel weer,
de heet-gebakerde aarde zwoegt bij het broeiend gloren.
In het kielend warmen van Gods gunstengloed
gaan we opgetogen onze zomer tegemoet,
bij het klokkengroeten uit de grijze tijdentoren.
20-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-09-2017 |
In de wonnegaard 2. Constant Eeckels |
Wien is het leven schoon als mij. Ik ga door een tuin
waar vrede zege-ruist in statig eikgekruin,
waar bloemenkelken wellust-wierook naar me geuren,
en vogels het lijze lied der zomerhulde neuren.
Wien is het leven licht als mij. Ik ga in de praal
van vroeg-geboren dag, wiens purend zongestraal
door spiegelende ogen dringt, het harte kust en bakert,
en grove schors van leed met vreugdevuur verblakert.
Wien is het leven rijk als mij. Ik ga met een schat
van liefde in de koningsziel, die als een wereldse stad
bevolkt is met geluk, dat komt en keert en kentelt,
en, wassend als een lawine, het verleden overwentelt.
19-09-2017, 16:22
Geschreven door André 
|
|
 |
11-09-2017 |
In de wonnegaard 1. Constant Eeckels |
Hier is de rijpe vrucht, die achter blarenbrons
voor het begeren lang onvindbaar is gebleven,
proef haar verkwikkend sap, haar lekker, voedend vlees,
en leer de waarheid zo van het altijd-jonge leven.
Is het niet of de hoornen schelp schuift langzaam van uw oog,
gaat door de ontwaakte ziel geen alverzaligend beven,
voelt ge u niet gans herdoopt in de stroom van jeugd, en de eens
zo neergedrukte geest niet torenhoog geheven?
Zie hoe nu al wat is en al wat worden zal
in vaster eenheid werkt, en klaar, gelijk kristal,
voor het verscherpt begrijpen rijst met zuivere luister.
Wat was het vroeger toch? Hebben wij nog geleefd,
o God, dat Ge ons die overvloed na de armoe geeft,
en liefde koesteren laat na het koud-hardvochtig duister.
11-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-09-2017 |
Het meewarig licht 2. Constant Eeckels |
Het bebloede hoofd, dat hij nog eens ten dove hemel beurt,
en glijdt dan langs het gelaat, waarop miskende liefde treurt;
onzeglijk droevig weent de gloor in het reeds verglazend oog,
dat tevergeefs uit de lijdenskuil naar bijstand zoekt omhoog.
Omhoog, waar schuw verschaduwend die flauwe klaarte glimt,
tot zij, ontzet door het vreselijke leed in gulzig duister krimpt;
en Hij, Hij ziet bedrukt het na, doch uit noch zucht noch klacht,
allengs wordt hij omdrongen door de bende van de nacht.
Nog meer vereenzaamd rijst dan het kruis in de tempeldiepte, groot
en plomp; en daarop strijdt een God met de sterke dood.
07-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-09-2017 |
Het meewarig licht 1. Constant Eeckels |
Vereenzaamd rijst het oude kruis in de tempeldiepte, groot
en plomp, en daarop hangt een God in stervensnood;
de schemering vlot schuchter rond zijn paarse en blauwe leên:
een klammig doek, geweven uit der zondaars rouwgeween.
Zo drukkend-akelig is het bij het hout, dat eenzaam rijst,
alsof zelfs de uitgeputte dag voor het gruwelijk sterven ijst;
nog spicht door het donkerkleurig raam een bleek-gebroken schicht:
de laatste, eerbiedwaardige afscheidszoen van het vroeg verkwijnend licht.
Beheerst sluipt zij tot bij den Man, van alle licht beroofd,
en aureoolt met medelij het gedorenkroonde hoofd.
06-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-09-2017 |
De vroegmis 2. Constant Eeckels |
Het wordt stiller: het plechtig ogenblik breekt aan,
daar heft hij het vlees en het bloed, beiden verborgen
in schijn van brood en wijn, om beurten hoog;
de kracht, die altijd naar de zwakheid boog,
komt reeds bij ons als voedsel met de morgen.
En het geschiedt, lijk op de Golgotha,
toen in het stervend licht zijn hart verbloedde,
toen het koningshoofd geknakt ten boezem zonk,
toen Hij ons door zijn dood het leven schonk,
en rond de boom de hel verwonnen heeft.
De vlam rekt fijn, niet durvend roeren voor
het ontzaglijk feit. Een jubel zingt in het klinken
der heldere bel. Door de hoge ramen zeeft
in zegepraal de dag: het licht herleeft,
Hem groetend die in eeuwigheid zal blinken.
05-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-09-2017 |
De vroegmis 1. Constant Eeckels |
In de hoge beuk hangt nog de nevelvaan
van de regennacht. Het geklep stilde in de toren,
bij de offertafel rijst de priester, gans
gehuld in goud en blank, een grijze krans
als kroon rond de schedel, kaal geschoren.
De kaarsenvlam gaat aarzelend weg en weer,
werpt rossig licht op de gespreide bladen
van het zwaar missaal, en op het boetgelaat
des paters, die daar ingetogen staat,
en dringend bidt voor hen die nimmer baden.
Soms wendt hij zich, en opent de armen, als
om allen op zijn broederborst te trekken,
dan keert hij weer, en lispelt vromer voort,
beducht om dra door zijn mirakelwoord
den Schepper in het geschapene te verwekken.
04-09-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
31-08-2017 |
Kind van de zee 2. Constant Eeckels |
Nu ben ik hier, o zee, mijn moeder, weder,
uw broezen lippen kussen koel mijn voet,
uw goed-bekende stem roept me teder
het welkom toe, als antwoord op mijn groet.
Lijk vroeger zie ik uw boezem zwellen, zwoegen
van zucht naar grootheid, die aan de kusten knaagt,
die immer andere golven strandwaarts jaagt,
of werpt op schepen, die u driest doorploegen.
Een zelfde drift heeft mij naar u doen komen,
ik ontliep de stad, waar het enge leven smacht,
ik walg van dit volk met zijn vernepen dromen,
waarin het slechts naar het naast en het kleine lacht.
Ik wil de verte, ik wil het onbeperkte,
leven dat rond geheel de aardbol spoelt,
leven dat evenaar en polen voelt,
leven als het uw, o ze, dat steeds me sterkte.
31-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-08-2017 |
Kind van de zee 1. Constant Eeckels |
Zee, ik miste u zo, wanneer ik ginder dwaalde
in die duffe stad, omstuwd door volksgedrom,
ik tuurde, als het duister over de aarde daalde,
afgunstig naar de maan, die glunder glom.
Want zij zag u. Haar beeld kaatste in uw baren,
zij schouwde uw tomeloos tuimelen binnen de nacht,
en hoorde uw onverpoosd herhaalde klacht
om zoekers, die in u gezonken waren.
Als wolken, dobberend over het bleek gesterte,
vaal kuifden, lijk bezwabberd met uw schuim;
als winden, woest aanhollend uit de verte,
hun strijdkreet huilden door het echoënd ruim.
Dan keerde ik naar het westen, naar u, en slokte
met ieder ademen het stormen in mijn borst,
en voelde hoe de wil, die rampspoed torst,
weer krachtiger door het miezerig mensje schokte.
30-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-08-2017 |
De zang der zee 2. Constant Eeckels |
Ik hoor ook steeds in mij die diepe, lange kreet:
een roepen op uw roep, een klagen op uw smeken
o zee. Ik draag in mij uw droef-gezongen leed,
en voel uw golven brusk op boezem-over breken.
O, het eindeloze en toch eng-begrensde. In het klein
wild-kloppend hart uw grootheid overmoedig voelen,
en alles zijn, en niets daarna, naar wissel-dein
van vloed en ebbe, die ter verre stranden spoelen.
En toch. Nu suist zo een wondere zoetheid in uw taal,
zo hoorde ik nooit uw stem. Ze is donder-groots, en tevens
toch trillend teer, gelijk het koraal van een nachtegaal,
die bij het volle nest de hymne zingt des levens.
29-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-08-2017 |
De zang der zee 1. Constant Eeckels |
De zee rolt ruisend aan in rusteloze rust,
met krommend opgekuif der gladgerugde baren,
en wijkt, wanneer ze zacht het strand-zand heeft gekust,
weer naar de oneindigheid, waaruit ze kwam gevaren.
Het is een ritmisch gaan en komen, altijd voort,
een worden en verworden van geduchte krachten,
aanhoudend zingt ze zwaar het ver verzuchtend woord,
naar welks verklaren strak de zwijgende einders wachten.
Nu zakt weer de avond traag uit log-bewolkte boog,
en weer heeft niemand iets van het durend lied begrepen,
het is donker en stil. En luider weent haar wee omhoog,
als laatste hulpgeschrei op halfverzonken schepen.
28-08-2017, 14:02
Geschreven door André 
|
|
 |
24-08-2017 |
Naar het zonneland 2. Constant Eeckels |
Het zal heerlijk ginder zijn, waar de ochtend rees,
de wolken gaan ons voor, als blanke boden,
en het woudgeboomt, waardoor de vrees eens krees
zien wij met kruimgewuif ten feest ons noden.
O, kom naar het land der zon, waar de liefde nooit
verdooft, maar blijvend blakert door de dagen,
waar zij zelfs de armste nachten nog vermooit,
en het het besterde purperkleed laat dragen.
Kom. Het water zingt, de beiaard jubelt. Won
en weelde wachten ons in tropentuinen,
het verleden juicht ons na op de oeverduinen,
kom. We varen naar het land van de zon.
24-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-08-2017 |
Naar het zonneland 1. Constant Eeckels |
De juli-zon bestookt de trans, en gans
de ruimte is overkropt met vinnig leven,
de wereld wordt gebakerd in de glans,
die het groene zeeblad vurig heeft beschreven.
Wat wiegt het water dartel op het geklong
van kolkjes, die voor het kermisvieren spelen,
versufte grijsaards worden weder jong,
wijl ze onbewust vergeten wijsjes kwelen.
Kom, lieve, kom. Het leven is zo schoon,
we zullen varen in het glinsterende gloren,
de boort ligt ter rede. In elke beiaardtoon
kunt gij reeds het lied der nieuwe tijden horen.
23-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-08-2017 |
Mijn liefde 2. Constant Eeckels |
Mijn liefde is als de brede stroom
die door de landen baart,
en op wiens golven vloot na vloot
naar Oosterverte vaart.
Mijn liefde is als de wilde stroom
die immer voorwaarts wringt,
en in wiens bruisen het krachtig koor
van trachtend harte zingt.
Mijn liefde is als de tomeloze zee,
de tomeloze, trotse zee,
waarover nooit de zonnekar
door de Westerpoort verglee.
Mijn liefde is als de eeuwige zee
die eeuwig, blijvend woelt,
en stormig op de kusten van
een te nauwe wereld spoelt.
22-08-2017, 09:07
Geschreven door André 
|
|
 |
21-08-2017 |
Mijn liefde 1. Constant Eeckels |
Mijn liefde is als de kleine drop
die op het gras dauwt,
en waarin gans de oneindigheid
van de zomerhemel blauwt.
Mijn liefde is als een juwelendrop
die op een bloemknop beeft,
en waarin heel de kleurenpracht
van de regenboog herleeft.
Mijn liefde is als een kalme beek
die langs de lanen lint,
en in wier wiegel-spiegel het beeld
van hoge bomen schijnt.
Mijn liefde is al de klare beek
die door de velden vliet,
en zoetste begeleiding vooist
voor het vroege leeuwerikenlied.
21-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-08-2017 |
Lentezang 2. Constant Eeckels |
Voelt gij die weelde in uw popelend hart,
waarrond het winterijs is weggesmolten,
voelt gij uw hoop herbloeien, die ontblaard,
verbannen treurde in zilte weemoedsholten?
Voelt gij in uw wereld weer, zo wijd
dat nooit het daglicht voor haar onderglijdt,
en zingt uw ziel in bloesemende bomen:
Heil, heil. De lente is weer in het land gekomen.
O, denk aan mij, die al uw dagen met
een onverslensbare lente zal verblijden,
o, steun op mij, die moed en kracht
op het altaar van de liefde aan u mocht wijden.
O, ga met mij door guur en gul getij,
want heel het leven, heel de bloei zijn wij,
en heeft de vorst ons vroeger veel ontnomen:
Heil nu. De lente is weer in het land gekomen.
17-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-08-2017 |
Lentezang 1. Constant Eeckels |
Hoort gij het gesnap, dat door de ruimte tript
gelijk het druppel-klaren van fonteinen,
hoort gij het gerinkel van de bellen aan
de hals der runderen op de weide-pleinen?
Hoort gij hoe de lente, lang door vrees bedwelmd,
nu luid haar lied door heg en heester helmt,
het ritst in de takken, het streuvelt in de stromen:
Hoera. De lente is weer in het land gekomen.
Ziet gij het groen, dat blo uit basten breekt,
en overal ontwaken kondigt van leven,
ziet gij de zonnestraal, die blinkt op het hout,
en sap doet klimmen, eens door kou verdreven?
Ziet gij de insecten dansen boven het gras,
of hoekend schieten over een gladde plas,
al schreven ze wat ieder heeft vernomen:
Hoera. De lente is weer in het land gekomen.
16-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|