Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
18-03-2013
Liefdeliederen 1. Annie Salomons
Nu vallen de bladeren wel overal, maar ik wil niet wenen, mijn lief, om de wenende bladerval.
En als kaal staan de bomen in de nacht, wanhopig de armen, ten hemel strekkend, als een zwijgende klacht, zucht dan niet, mijn lief, dat jouw wintertijd, jij zult zijn alleen, als de bomen in barre verlatenheid.
Zie, mijn lief, in mijn schoot, bloeien de bloemen rood, in mijn haar, om mijn hals, aan mijn armen bloot, heel mijn lijf is versierd met een vlammend rood.
En die bloemen, mijn lief, zullen niet vergaan, en dat rood zal je ogen nooit droef doen staan, dat zal voor jou lichten en laaien en branden, als een storm van vuur over heidelanden.
Laat de vlammen over ons heenslaan, in brand van rood, mijn lief, zal ons leven vergaan.
1904
Anna Maria Francisca Salomons. Rotterdam 1885- Den Haag 1980. Na het behalen van het H.B.S. diploma (middelbaar onderwijs) studeert zij Nederlandse letteren aan de universiteiten van Leiden en van Utrecht. In 1924 huwt zij met de jurist Henri Van Wageningen. Voor het huwelijk bekeert Henri Van Wageningen zich uit overtuiging tot het katholieke geloof. Hun huwelijk is zeer gelukkig. Na een verblijf van 3 jaar in Nederlands Indië (Het huis in de hitte), keren zij terug naar Nederland. Van Wageningen wordt rechter in Den Haag. Annie Saloms is en dichteres en romanschrijfster. Zij is lid van de Vereniging Van Letterkundigen en schrijft over de bewustwording van de vrouw. Zij heeft 2 boeken geschreven over de dichters en schrijvers die zij gekend heeft. En zij schreef ook onder de naam Ada Gerlo.
18-03-2013, 07:42
Geschreven door André
17-03-2013
Pasen in oude prenten.
Prenten uit grootmoeders tijd. Zo mooi.
17-03-2013, 12:01
Geschreven door André
De kerstroos. Marie Cremers
Een zilveren kerstroos staat te bloeien voor mijn raam, met groene bladeren zo streng als zwaarden, in ernstige eenvoud scholen bloemen saam.
Ontelbare knoppen zijn aan het opengaan, zijn recht en slecht gerezen uit de aarde, die toegedekt is door groen, wollig mos.
Achter de ruiten glanst het bruine bos, waartegen zilvergoud de zuivere bloemen.
Ik ben gelukkig en ik voel een grote vrede, die reine blijdschap deelt zich aan mijn kamer mede, en ik kan niet hervinden wat mij eens vervaarde.
1917
17-03-2013, 10:10
Geschreven door André
Verzen 7. Marie Cremers
Ik dacht dat mijn leven ten einde liep, totdat een nieuwe stem mij riep, uit de roerloze droom waarin ik sliep.
De rozen lachten, de doornen staken, het was vreugde en pijn die mij deed ontwaken.
Toen zag ik een nieuwe horizon, die ik levend en strijdend bereiken kon, en als het paard dat voelt de sporen, drijft mij, liefdes wrede doornen.
17-03-2013, 08:22
Geschreven door André
16-03-2013
Verzen 6. Marie Cremers
De groet
Lichtende ogen die groeten van ver, als een heldere bloem en een vriendelijke ster, in u is pijnen noch schrijnen.
Blijdschap is in u glanzend strelen, als van een verre vogel het blinkend kwelen, en vrede blijft na u verdwijnen.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Nu vlamt mijn ziel, de tegenstrijdigheden zijn opgebrand, tot een withelle gloed.
Verlangen, angst en vreugd, zo smartelijk geleden, zijn in een onbegrensd, vollevend zijn, vergleden, waarin het leven zelf zijn onrust spiegelen doet, in lichtelaaie rust, die het al omvat, wat ik doorleefde en heb liefgehad.
16-03-2013, 09:51
Geschreven door André
Verzen 5. Marie Cremers
In mij groeit het onbekende leven, tot de nieuwe droom die ik verwacht, onrust is in mij, en vrees en beven, vage vormen dolen door mijn nacht.
Wat het leven in mij heeft begraven, wil zijn bloesem brengen tot het licht, mocht ik stil en vol geduld verdragen, het warre duister tot voor glans het zwicht.
O mijn God, ik wankel als een blinde, tot ik uw Gezicht zal wedervinden.
16-03-2013, 07:59
Geschreven door André
15-03-2013
Verzen 4. Marie Cremers
Witte rozen
Uw witte rozen glanzen zacht als fijn ivoor, terwijl de kaarsen naast hen roerloos branden, het is mijn ziel als schreed ik een kathedraal door, waar de gebeden ruisen als een offerande.
Zo is de heilige dood als alles zwijgt, in glimlach vol geheim en huivervolle vrede, wees stil, bedenk niet dat het duister zijgt, wanneer de kaarsen uitgebrand zijn.
Stil, zij branden heden.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Soms is het leven een wilde schrik, Soms is het een wijd verwonderen.
15-03-2013, 10:34
Geschreven door André
Verzen 3. Marie Cremers
Als mij het ogenblik niets geeft, leef ik in toekomst of verleden, maar wanneer in mijn ziel de ontroering beeft, straalt zegevierend het heden.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Ik ben zo moe, zo vermoeid, het leven is een woord, en wat eens schoon was, sleept een volgend ogenblik weer voort, in zijn medogenloze schrijden.
Het leven laat ontbloeien, wat het heeft vernield, omdat verandering het zijn bezielt, en dromen redden ten alle tijde.
15-03-2013, 08:13
Geschreven door André
14-03-2013
Verzen 2. Marie Cremers
Ik weet wel, ik wil en ik moet ook mezelf zijn, maar vergeet niet ons groeiend veranderen, strijd is er met alles om ons heen, en niet altijd is het ja of neen, te warren uit elkanderen.
Alleen als het volle leven mij stuwt, en onweerstaanbaar mijn krachten duwt, ben ik vrij van gedachten en twijfel, dan heeft het leven zelf mij bevrijd, en ik voel absolute zekerheid, zonder één twijfel.
14-03-2013, 10:29
Geschreven door André
Verzen 1. Marie Cremers
Denk niet dat ik mezelf verlies, al schijn ik telkens bedolven, door levensstromen die ik niet kies, maar die mij slaan met hun golven.
Ik schijn verbijsterd, maar blijf sereen, want mij draagt een vast geloven, een luchtig hart vecht door alles zich heen, en drijft toch immer weer boven.
Wat ik niet kan begrijpen is nog niet voor mij, en ik schud het af als water, maar wat duikend ik vond, dat maakt mij blij, al weet ik zijn waarde pas later.
1916
14-03-2013, 08:38
Geschreven door André
13-03-2013
Liederen 8. Marie Cremers
Uit de chaos der hartstochten voel ik mij stijgen, tot de puur kristallijnen verhelderdheid, zoals glanzende herfst stijgt uit moe zomerzwijgen, stralende en klaar, victorieus en bevrijd.
Zal ik nu plukken, na zoveel zorgens, de geurige vruchten, zo smartelijk verbeid? Dauwig en rein zijn de zonnige morgens, van een juwelige heerlijkheid.
Anders is het najaar dat ik mij verbeeld heb, toen het nog voorjaar was in mijn ziel, en van de vreugden waarmee ik gespeeld heb, is er niet één die mijn hart niet ontviel.
Maar in de spiegel der contemplatie, die de herfst in de opalige luchten houdt, wenken zij weer met een diepere gratie, schoner, en even innig vertrouwd.
Niets is verloren, het is anders geworden, om op te staan tot een nieuw gezicht, vruchten zijn bloesems die eenmaal verdorden, verwoest en gerijpt door het eeuwige licht.
13-03-2013, 09:55
Geschreven door André
Liederen 7. Marie Cremers
De lucht is grauw en het groen is hard, de dingen kijken leeg en verstard, zonder ontroering of luister, er is geen licht en geen duister.
Grauw zijn de wegen en soor is mijn ziel, ik wou dat een kletterende regen viel, of dat de bomen zwiepten, totdat zij piepten.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Mijn leven was dat als van de harde aloë, vol bitterheid, maar ook vol taaie sterkte, ik groeide jaar op jaar en teerheid groeide mee, die niemand merkte.
Toen anderen jeugdig bloeiden, stond ik leeg in een eenzaam land, maar in mijn hart lag de kiem van verborgen schoonheid, o mocht ik bloeien als de vreemde aloë plant, die, stervend, in een wondere bloem haar hart ten toon spreidt.
13-03-2013, 08:08
Geschreven door André
12-03-2013
Liederen 6. Marie Cremers
Ik heb mijn leven overgeven, ik wil niets meer zijn, ik trek mij terug uit de jagende wereld, in de stille woestijn.
Ik heb roem begeerd en niet gevonden, wat zocht ik dan eigen eer? Ik weet dat mijn handen zijn gebonden, maar ik weet ook wie ze houdt.
Nu bloeit mijn leven uit dieper gronden, waarin de wereld niet schouwt.
12-03-2013, 10:24
Geschreven door André
Liederen 5. Marie Cremers
Zo heb ik dan mijn beden omgekeerd, mijn ziel trekt zich terug in eigen wezen, voorzichtigheid heeft het leven mij geleerd, in plaats van durven, leerde ik vrezen.
Maar vrezend leerde ik durven moedig zijn, ik daag het leven uit, ijskoud en rein.
Ik voel de hagel op mijn aangezicht, de stormen gieren en de bomen zuchten, ik sluit als in gebed mijn ogen dicht, wie niets verliezen kan, heeft niets te duchten.
12-03-2013, 09:12
Geschreven door André
11-03-2013
Liederen 4. Marie Cremers
Gebonden ben ik, plaats en tijd zijn als een keten, overal grenzen, gedachtevluchten zo fier uitgevlogen, strijken weer neer met hun vermoeide ogen.
Niet berusten kunnen mijn vurige wensen, o gesloten poorten, alleen in dromen, zijn alle dammen weggenomen.
En niets meer dat mij scheidt, van hen die mijn ziel belijdt.
Wanneer mag ik geven mijns hartens schat, aan hen die ik altijd heb liefgehad, maar die de kansen van het vreemde leven, uit mijn eigen banen hebben gedreven?
Ik klop, ik klop, is er niemand binnen? luister, ik wil mijn verhaal beginnen, van twijfelen, dwalen en ijdelheden, die mijn ziel verduisterden, lang geleden.
Nu zijn alle sluiers weggedaan, als een simpel kind kom ik voor je staan, als een zuivere vlam van ondoofbaar vuur, en dit is eeuwigheids uur.
Maar de lach sterft op mijn gezicht, en de hemeldeur blijft dicht.
11-03-2013, 10:15
Geschreven door André
Liederen 3. Marie Cremers
Herfstdroom
Mijn lippen zijn verzegeld, stom en blind en doof, ga ik alleen mijn stille, bleke paden.
Ik ga in treurnis, maar in vroom geloof, dat gij het raadsel van mijn ziel zult raden.
Ik weet dat gij mij niet verstoten zult, ik ben deemoedig, arm en broos, ik ben geheiligd door gedwee geduld, en heb de glimlach van een najaarsroos.
11-03-2013, 07:51
Geschreven door André
10-03-2013
Liederen 2. Marie Cremers
Laren
Ik mag wel die regenzomers, als de wind door de lovers suist, en door de toppen der bomen, een ernstig lied verruist.
En ik denk aan mijn kinderjaren, in de tuin van Groenendaal, aan de sparrenstraatweg in Laren, een dorpstuin wat simpel en schraal.
Ik ruik weer de vochtige aarde, en de floxengeur langs het pad, en de appeltjes die ik bewaarde, en in mijn bozelaar had.
En de duizendschone kleurig, als een poppenjurk zo bont, verregend maar toch nog fleurig, lachten mij toe van op de grond.
Maar het meest, in het winderige ruisen, aan de punt van de dorpse tuin, hield ik van het bomensuizen, waar zij bogen, kruin op kruin.
Aan de punt van de dorpse tuin, verloren in het machtige windgeluid, stond een peinzend kind te horen, naar het lied van de eeuwigheid.
10-03-2013, 10:16
Geschreven door André
Liederen 1. Marie Cremers
Iedere dag een ander lied, wil ik zingen, vrij en eenzaam, in de droom wordt mij gemeenzaam, alles wat mijn geest beziet.
Altijd nieuwe avonturen, altijd nieuwe schoonheidsvuren, vind ik zwervend. En ik schrijd, in de brandende eeuwigheid.
Van de stormen in de stilte, en van zoetheid in de zilte bitterheid, van 's werleds nood, leven, kom, uw naam is groot.
10-03-2013, 08:51
Geschreven door André
09-03-2013
Tijd waarin ik leef. Marie Cremers
Tijd, waarin ik leef, vol van lelijkheid, zonder piëteit, of bescheidenheid.
Die niets spaart en niets ontziet, die maar krijst en schettert, schel en vals trompettert, helemaal er naast.
Wanneer ben jij eindelijk, moe en uitgeraast?
Tijd, waarin ik leef, vol van tragisch schoon, uit verloren tijden, met in het hart de droom, van een nieuw verblijden.
Ongedeerd door blinde hoon, kiemen ongezien de zaden, en het nieuwe leven, in zijn glanzend opwaarts streven, doet zich raden.
09-03-2013, 09:47
Geschreven door André
Het oude huis. Marie Cremers
De Amerikaanse notebomen, met hun stammen als pilaren, staan nog voor het huis te dromen, en hun bladeren als varen, ruisen in de koele wind.
Aan hun voet de rozestruiken, witte roosjes die bitter ruiken, als je aan boerderijen vindt.
Ach, zij waren ens voor mij, en nu ga ik vreemd voorbij, wie plukt nu jasmijnen? witte zilverreinen?
Als een diamanten pracht, blonken zij in de zomernacht, en hun weelderige geuren, zweefden in open ramen en deuren.
Aan het einde van het pad, lag het huis zo veilig, dat 's avonds lichtschijn straalde.
Home sweet home, jij haalde dieper adem, het was zo trouw, dat jij het vlug bereiken zou, nu gaan anderen langs het pad, dat ik dertien jaar betrad.
Kamertje, als een vogelnest onder het schuine dak, met het raam tot op de grond, waar de oude beuk voor stond, wie slaapt in je schemerlicht?
Zachte, groene dromen, van de stille bomen, deden er mijn ogen dicht, wie ziet nu hun twijgen, licht en statig nijgen?