De verhaaltjes van Ka heb ik speciaal geschreven voor de kleinsten
in de familie. Voor Yuna en Brent bijvoorbeeld. Al denk ik dat Joey ze ook leuk
vind. Er komen nog meer avonturen vanKa
de Kabouter, maar dat is voor later. Ons oudste kleinkind, Joey, is ondertussen
al een tiener geworden en ik veronderstel dat hij wat avontuurlijker is
ingesteld. Omdat broer en zus soms onafscheidelijk zijn heb ik ze ook samen in
een verhaal verwerkt. Ik vond dat Brent hierbij niet mocht ontbreken en dat
lukte mij aardig om hem met Yuna te laten optrekken.
Hoofdstuk
1
Yuna en Brent bestijgen de vele trappen tot bij de ingang van het
museum. Ze blijven boven even staan wachten en turen in de verte of Joey er al
aan komt. Hij had beloofd zo snel mogelijk te komen. Maar in de verste verte is
geen Joey te bespeuren. Ze zijn met drie van thuis vertrokkenmaar onderweg komen ze een voetbalvriend van
Joey tegen. Ze beginnen te praten over alles wat maar met hun sport te maken
heeft en Yuna besluit om met Brent al door te stappen:
- 'Ik kom direct!', roept Joey hen nog na.
- 'Altijd hetzelfde met mijn broer', laat Yuna aan Brent weten
'als ik eens iets vraag?'. Ze zucht hoorbaar diep, neemt Brent bij de hand en
wandelt de dubbele deur van het museum binnen. Vandaag loopt hier, naast de
gewone expositie, een tentoonstelling van dinosaurussen. Het museum stelt
ongeveer vijftig reusachtige en levensechte dinosaurussen uit verschillende
tijdperken tentoon in tientallen zalen. Omdat haar neefje dol is op deze
voorhistorische dieren besloten ze vanmorgen om het museum te bezoeken.
Vandaag, woensdag, is het gratis voor kinderen tot en met tien jaar onder
begeleiding van een ouder. Dat zou Joey voor zijn rekening nemen, maar hij is
nog steeds niet komen opdagen. En dan moet zus iets anders verzinnen om binnen
te komen.
Yuna en Brent wachten op een jong koppel dat binnen komt en aan de
kassa een ticket betaalt. Daarna stappen ze kordaat met het jonge paar mee naar
binnen alsof ze bij hen horen. Brent is opgewonden. Hier kijkt hij al zo lang
naar uit. Hoewel hij heel enthousiast is van de dinos houdt hij Yuna's hand
stevig vast. De beide kinderen volgen de pijltjes die het gemakkelijker maken
om alle zalen te vinden en niet verloren te lopen. Yuna en Brent maken kennis
met de acht meter lange Iguanodon. Hij kon tot drie ton zwaar worden. De
Argentinosaurus is het grootste voorhistorisch dier dat bestaan heeft en werd
maar liefst 23 meter lang. In een kleine, slecht verlichte zaal wordt het ei
van een dinosaurus tentoongesteld. Het is bijna twee maal zo groot als een
struisvogelei. In een volgende zaal is de Tyrannosaurus Rex te bewonderen. De
laatste zaal van het museum is slechts verlicht met enkele lichtspots. In het
midden staat de laatste dinosaurus op een sokkel. Het is de zeven meter lange
Dilophosaurus die tot vierhonderd kilogram kan wegen. Brent bekijkt het
voorhistorische dier langs alle zijden en het is duidelijk dat hij ervan
geniet. Yuna is de dino's al meer dan beu en bekijkt de schilderijen aan de
muur.
Oorspronkelijk stelt het museum schilderijen tentoon van
wereldberoemde kunstschilders. Yuna'sjuffrouw heeft er laatst nog over vertelt in het kader van Kunst op
School:
'Als je deze week de kans krijgt om het museum te bezoeken moet
je beslist het doek bekijken van De Nachtwacht. Het schilderij hangt normaal
in Nederland, in het Rijksmuseum van Amsterdam. Het werd aan ons museum
uitgeleend door middel van een ruilproject. Het doek werd tussen de jaren 1639
en 1642 geschilderd door Rembrandt van Rijn, een Nederlandse kunstschilder'.
Yuna herkent het doek meteen. Ze grijpt haar neefje bij de hand en wijst naar
het schilderij:
'Kijk, Brent, herken je dit schilderij? Bomma en bompa hebben
net hetzelfde doek in hun slaapkamer hangen tegen de muur. Herken je het?'
Brent bekijkt het grote schilderij en knikt:
'Bij oma en bompa', komen de vertederende woorden uit de mond
van de kleuter.
'Bij onze grootouders is het een puzzeldoek van maar liefst
5.000 stukjes', weet Yuna nog:
'Ze hebben er maar liefst vier maanden aan gewerkt om de hele
puzzel af te maken. Nonkel Danny heeft op school houtbewerking geleerd en in
zijn laatste jaar, als eindstuk, een mooie grote kader gemaakt.
--Vindt je dit schilderij ook mooi Brent?', vraagt Yuna nog.
'Veel te donker', antwoordt Brent en eigenlijk heeft hij gelijk.
Maar daarom werd het doek ook
'De Nachtwacht' genoemd vanaf de achttiende eeuw. Yuna's juffrouw
merkte ook op dat het schilderij de handtekening draagt van de kunstenaar.
Meestal aangebracht in de benedenhoek van een doek. Rembrandt echter signeerde
zijn schilderij rechts naast de voet van de musketier die achter kapitein Frans
Banninck Cocq staat in het centrum van het schilderij, de persoon met het
zwarte pak. Yuna probeert wat dichter bij het doek te komen om de handtekening
te zien. Door de tand des tijds is de naam nog nauwelijks zichtbaar, maar toch
kan Yuna de naam 'Rembrandt' lezen.
'Waarom moet de naam met 'dt' geschreven worden?', vraagt ze
zich af en besluit om morgen haar juf daarover aan te spreken. Plots staat er
een grote man naast Yuna die haar zacht maar gebiedend aanspreekt:
'U mag niet te dicht bij het doek komen juffrouwtje anders gaat
er een alarm af!'. Yuna schrikt een klein beetje van de grote brede struise
man. Hij draagt een badge op de revers van zijn jas en ze leest de naam
'Wannes':
'Sorry meneer Wannes, het zal niet meer gebeuren'. Wannes knikt
en wandelt terug de zaal uit. Onze vrienden zetten zich op de rustbank om even
uit te blazen na de vermoeiende wandeling doorheen het museum. Vlakbij staan
twee volwassen mensen met elkaar fluisterend te praten. Het is het jonge koppel
waar Yuna en Brent mee naar binnen zijn gekomen. Ongewild kan Yuna een paar
zinnen opvangen die de man en de vrouw tegen elkaar zeggen:
'Dit schilderij zou mooi staan in onze chalet Mark!'.
'Ja, Mira, dat denk ik ook, maar praat niet zo luid. De muren
hebben zelfs oren'.
'Hoe krijgen we dat in onze auto? Zo groot!'
'Sssst, we huren een gesloten vrachtwagen Mira', fluistert Mark.
'Gaan jullie dit schilderij kopen?', vraagt Yuna aan het koppel.
Het tweetal schrikt. Ze hadden niet gedacht dat het kind hen had gehoord en
Mira antwoordt:
'Nee, neen. Natuurlijk niet meisje. Wij hebben thuis al 'De
Nachtwacht' aan de muur hangen. Niet dit mooie originele doek natuurlijk, maar
een namaak. Mijn vader heeft het geschilderd. Wil je het soms zien?'
'Nee hoor. We mogen niet met vreemde mensen meegaan', legt Yuna
uit: 'Wij wachten eigenlijk op mijn broer. Die had hier al lang moeten zijn',
laat ze er nog bezorgt op volgen.
Het koppel fluistert nog tegen elkaar maar deze keer verstaat Yuna
er niets van. Als ze Brent bij de hand neemt om te vertrekken houd de vrouw hen
staande:
'Wij brengen jullie naar huis, OK? Eerst gaan we naar het
schilderij kijken in ons appartement en dan brengen we jullie naar huis.
Afgesproken?'
Yuna schudt haar hoofd, maar Brent knikt dolenthousiast:
'Ja, want ik ben heel moe en Joey komt niet'.
'Prachtig. Kom we gaan, zoveel te sneller zijn jullie weer
thuis'. Onder lichte dwang worden Yuna en Brent langs de uitgang naar buiten
geduwd. Yuna hoopt van Joey nog te zien maar haar broer laat op zich wachten.
Joey stopt zijn mountainbike net naast de trappen van het museum.
Omdat hij te lang met zijn vriend heeft staan praten was hij eerst over huis
gelopen om zijn fiets te halen. Hij is benieuwd hoe het met zijn zus en neefje
is vergaan als hij plots de stem hoort van Yuna:
'Laten we naar huis gaan Brent!', roept ze schril en angstig.
Joey verstart en ziet nog net hoe een zwartharige vrouw Yuna in een auto duwt.
De deur wordt dicht gesmakt en de vrouw stapt haastig vooraan in naast de
chauffeur. De zwarte BMW scheurt met gierende banden weg.
Joey aarzelt geen moment. Hij springt terug op zijn fiets en zet
de achtervolging in. Gelukkig zijn ze in het centrum van de stad en door de
drukte geraakt de auto niet snel vooruit. Ze staan meermaals voor een rood
licht. Joey houdt halt op een veilige afstand en grijpt snel zijn smartphone
uit zijn vestzak. Hij kreeg het ding cadeau van mama en papa met een beperkte
belwaarde.
Hij moest wel beloven het toestel slechts in uiterste nood te
gebruiken. Dit is zo'n uiterste nood.
Snel drukt hij het 112 nummer in en onmiddellijk hoort Joey een
vriendelijke stem aan de andere kant van het apparaat:
'Noodcentrale. Met Tine. Wat kan ik voor u doen?'
'Ik ben Joey. Mijn zus en neefje werden net aan het museum in
een auto geduwd en rijden nu door de stad. Ik volg ze met de fiets'.
'Joey luister! Nader niet te dicht, anders zien ze je. Kan je de
nummerplaat lezen? Waar ben je momenteel?'
Het is ondertussen groen geworden en Joey volgt van op afstand de
zwarte auto. Hij moet voorzichtig zijn want hij fietst slechts met één hand aan
het stuur. 'Ik ben te veraf Tine om de nummerplaat te lezen, maar ik bel
terug. Ik heb niet veel belwaarde'. Joey sluit zijn apparaat af en concentreert
zich op het fietsen. Het is straat in en straat uit. Hij heeft totaal geen weet
waar hij is.
In de verte spot hij toch het kolossale rode MAS gebouw.
'Ik ben vlakbij het eilandje. Hier ben ik nog geweest',
herinnert Joey zich. De auto nadert de Londenbrug en begint sneller te rijden.
Joey spurt en begint te hijgen. Hopelijk duurt de rit niet lang meer. Hij hapt
naar adem. Dan draait de BMW af naar de eerste van de vijf woontorens naast de
Kattendijkdok. De wagen mindert vaart en rijdt via een open poort de
ondergrondse garage binnen waar hij uit het zicht verdwijnt.
Joey stopt bij de
hoofdingang en neemt opnieuw contact op met de noodcentrale:
'Noodcentrale! U spreekt met Tine. Wat kan ik doen voor U?'
'Tine? Joey hier. De auto met mijn zus en neefje is net de
ondergrondse garage binnengereden van de eerste woontoren aan de Londenbrug'.
'Knap gedaan Joey! Blijf daar. De politie is onderweg'.
Joey stopt zijn smartphone weg en haast zich naar de glazen
toegangsdeur van de 16 verdiepingen tellende toren. De gelijkvloerse verdieping
is voorbehouden aan winkelpanden maar daar heeft onze vriend vandaag geen oog
voor. Hij snelt naar de liften en denkt:
'Als ik buiten op de politie moet wachten moeten we appartement
per appartement doorzoeken om mijn zus en neef te vinden'. De lift vertrekt
vanuit de garageverdieping. Joey snelt naar de eerste verdieping en wacht op de
lift. Ze gaat verder omhoog. Weer een spurt naar de volgende etage. Ook hier
glijdt de lift voorbij. Nog een etage hoger langs de trappen. Joey geraakt
uitgeput. Op deze verdieping houdt de lift halt. Joey houdt zich schuil achter
de hoek bij de traphal. Stiekem kijkt hij waar de vrouw en de chauffeur met de
kinderen naar toe gaan. Vlak over de lift blijven ze voor een deur staan die de
man opent. Als ze allemaal binnen zijn wordt de deur gesloten. Joey rent naar
de deur om het nummer te lezen en grijpt dan weer zijn smartphone. Hij verstopt
zich terug bij de trap achter het muurtje en neemt opnieuw contact op met het
centrale noodnummer:
'Noodcentrale met Tine!'
'Terug met Joey', fluistert hij zachtjes: 'ze zitten in
appartement 312 op de derde verdieping Tine'.
'De politie luistert mee en komt naar boven. Ga naar beneden
Joey. De rest is voor de politie. Op het gelijkvloers wacht de mama van Brentje
en ook jouw ouders staan beneden te wachten. Je hebt het goed gedaan Joey. Ik
vind jou een echte held maar ik moet nu verder. Tot ziens'.
Joey neemt afscheid en als hij zijn telefoon afzet staat de
politie reeds naast hem. Ook de mama's en papa van onze vrienden zijn langs de
trappen mee naar boven gekomen. De ouders van Joey zijn blij dat hij in orde
is. Voor Yuna en Brent wordt het nog even bang afwachten. De politie houd post
voor de deur van de ontvoerders. Een kleine camera wordt onder de deur naar
binnen geschoven. Op een scherm kunnen ze zien waar iedereen zich in de kamer
bevindt.
'Het is veilig', hoort Joey iemand fluisteren. Agenten stellen
zich verdekt op naast de deur. Een agent heeft een deurram met handvat vast.
Hij haalt uit en zwaait het ding ter hoogte van het slot tegen de deur. Met een
oorverdovende klap vliegt de deur open en de agenten stormen binnen. Joey hoort
enkele kreten maar het duurt slechts enkele seconden. Kort daarop worden Yuna
en Brentreeds de gang opgeduwd tot bij
de mama's of papa. Ze vliegen in elkaars armen. Joey slaakt een zucht van
verluchting. Alles is nog goed afgelopen. Kort daarop wordt het echtpaar Mira
en Mark met geboeide handen langs de trappen naar beneden gevoerd. Mira, de
zwartharige vrouw, snikt en stamelt stilletjes een 'sorry' als ze onze vrienden
passeert. Mark kleurt rood van schaamte.
Als iedereen weer beneden is wordt aan de ouders van Joey, Yuna en
Brent gevraagd om een verklaring op het politiebureel af te leggen en om
eventueel een klacht van ontvoering in te dienen.
Hoofdstuk
2
Een paar dagen later, zondagmorgen, staan onze vrienden, Joey en
Yuna, met hun ouders in het museum. Het is de laatste dag dat de dinosaurussen
tentoon worden gesteld en daarom willen mama en papa van deze gelegenheid
gebruik maken om samen met de kinderen de tentoonstelling te bezoeken.
Afgelopen woensdag had Joey geen kans gehad om de voorhistorische dieren te
bekijken doordat Yuna en Brent werden meegenomen door het jonge koppel Mira en
Mark. Papa en Joey kunnen maar niet genoeg krijgen van de opgestelde dinosaurussen.
Bij elk dino exemplaar werd een infobord geplaatst met duidelijke informatie
maar papa vertelt op zijn manier hoe de voorhistorische dieren ontdekt werden,
hoe ze leefden en hoe ze 65 miljoen jaar geleden stierven. Ze praten honderd
uit terwijl ze van zaal naar zaal wandelen.
Ondertussen bewonderen mama en Yuna de schilderijen aan de wanden
en discuteren ze over aquarel- en olieverfschilderijen. Yuna leert enkele
doeken kennen van wereldberoemde Nederlandse schilders zoals Vincent van Gogh
en Johannes Vermeer. In de volgende zaal toont mama haar het beroemde
olieverfschilderij, 'La Donna Veleta', van Rafaël. Een echt kunststuk uit het
jaar 1516. Ook het werk van de overbekende Michelangelo wordt door mama
opgehemeld:
'Hij was een Italiaanse kunstschilder en beeldhouwer en vooral
bekend door zijn schilderkunst in de Sixtijnse kapel van Vaticaanstad tussen
1508 en 1512', vertelt ze Yuna nog. In de voorlaatste zaal hangt een
zelfportret van Rubens met zijn eerste vrouw Isabella Brandt. De Vlaamse
barokschilder woonde tot aan zijn dood in Antwerpen.
In de laatste zaal breidt papa zijn kennis nog meer uit door aan
Joey te vertellen wat voor een vreedzaam dier dit voorhistorisch monster was
dat hier opgesteld staat. Yuna daarentegen trekt mama mee naar het bewuste
schilderij van Rembrandt.
Alle informatie die ze kent
van school wordt in geuren en kleuren aan mama vertelt:
'Raadt eens, mama, waar de handtekening van de kunstschilder
werd geplaatst?', vraagt Yuna vergenoegd. Mama begint onderaan het doek van
dichtbij te bestuderen. Ze knijpt haar ogen iets dicht om scherper te kunnen
zien. Maar hoe ze ook tuurt, ze kan nergens het handschrift van de kunstenaar
vinden. Ook papa en Joey komen erbij staan en zoeken mee. Yuna gniffelt in haar
handen omdat ze weet dat haar familie het bewuste handschrift niet zullen
vinden, toch niet onderaan het doek. Als haar juf niet had uitgelegd waar het
werd geplaatst wist ook zij het niet. Mama en papa halen hun schouders op en
schudden het hoofd:
'We geven het op Yuna. Vertel het zelf maar,' besluit mama. Yuna
wijst met haar vinger naar de bewuste plaats:
'Doordat het schilderij al zo oud is, is het moeilijk leesbaar',
begint Yuna uit te leggen als een volwaardige schooljuffrouw: 'maar kijk, hier
in het centrum kan je nog net de naam Rembrandt lezen ...'. Ze buigt zich wat
voorover om het voorbeeld te geven en slaakt een gil. Ze komt terug recht en
slaat haar handen voor haar mond. Alle mensen in de zaal blijven perplex staan
en staren naar het meisje dat voor tumult zorgt. Een personeelslid komt kwaad
op de familie afgestapt:
'Mag ik u vragen om stil te zijn alstublieft. Dit is geen
speelterrein'. Yuna herkent onmiddellijk de grote gespierde man die afgelopen
woensdag haar was komen vragen om stil te zijn:
'Kijk Wannes!', fluistert Yuna de man toe: 'dit hier is niet de
echte 'Nachtwacht'. Wannes schrikt en spert zijn ogen wijd open van verbazing.
Ook mama en papa zijn verbaast over het gedrag en de woorden van hun dochter.
Maar voor ze haar iets kunnen vragen stamelt Wannes:
'Hoe komt u daarbij juffrouwtje. Natuurlijk is dit het echte
doek van 'De Nachtwacht'. Dat kan toch iedereen zien?'. Hulpeloos kijkt hij
rond of één van de bezoekers hem gelijk geeft. Maar niemand helpt Wannes.
Ondertussen is er een grote deftige heer in lichtblauw pak erbij komen staan en
richt het woord tot Wannes:
'Wat is er aan de hand Wannes?' De aangesprokene krimpt in
elkaar en stamelt:
'Niets ernstig meneer de directeur. Dit meisje vertelt dat het
schilderij van 'De Nachtwacht' vals is. Dat kan natuurlijk niet want anders zou
ik dat weten meneer de directeur. Ik verlaat nooit mijn post meneer en .'. De
directeur fronst zijn wenkbrauwen en kijkt naar het gelaat van Yuna, haar
broer, de ouders en naar het bange gelaat van zijn werknemer. Vervolgens richt
hij het woord tot iedereen in de zaal:
'Dames en heren mag ik u verzoeken om deze zaal te verlaten. U
mag zich vrij begeven in de andere ruimtes maar deze zaal zal afgesloten worden
voor onderzoek. Het spijt mij oprecht voor het ongemak'. De enkele
museumbezoekers verlaten morrend de zaal en Wannes maakt een gebaar naar onze
vrienden om ook hen uit de zaal te verwijderen. De directeur richt echter het
woord tot hem:
'Deze mensen blijven even hier Wannes, maar als de andere mensen
de zaal verlaten hebben zet jij je voor de deur en laat niemand meer binnen,
behalve de politie. Als de speurders er zijn breng je hen persoonlijk naar mijn
bureau. Begrepen?'.
'Po.. politie meneer de directeur? Maar waarom? Er is toch niets
gebeurt? Het schilderij hangt hier nog'.
'Wannes zolang ik directeur ben zal jij doen wat ik zeg,
begrepen?'.
Wannes druipt als een geslagen hond af en haast zich naar de deur
die toegang geeft tot een andere zaal. Daarna richt de directeur zich opnieuw
tot de ouders van Joey en Yuna:
'Mijn naam is Benny Donk. Zoals u hoorde ben ik directeur van
het museum. Sorry voor het ongemak'. Hij richt zijn blik op Yuna:
'Vertel eens meisje, wat heeft dit allemaal te betekenen?'.
'Kijk meneer de directeur, kijk naar het handschrift. De
woensdag was ik hier met mijn neefje Brent en dan zag ik dat Rembrandt met dt
geschreven werd. Het viel mij op omdat ik niet begrijp waarom de naam met dt
wordt geschreven. Ik weet het nog niet want ik ben het vergeten te vragen aan
mijn juffrouw. Daarom dat het mij direct opviel dat dit schilderij getekend is
met 'Rembrand' zonder t'.
Benny Donk grijpt in de binnenzak van zijn vest en zet een kleine
leesbril op zijn neus. Hij stapt tot in het midden van het schilderij, buigt
zijn romp en tuurt enkele seconden naar het doek:
'Je hebt gelijk meisje. Ik moet met de politie telefoneren en
dan kunnen wij verder praten, akkoord?'.
Zonder antwoord af te wachten neemt Benny zijn smartphone en
verwijderd zich iets van onze vrienden om ongestoord te kunnen praten.
Ondertussen fluisteren mama en papa met elkaar. Ze begrijpen niets van wat er
gebeurt. Maar ze vertrouwen hun dochter en moeten geduld hebben tot ze alles
uitlegt:
'Zo, laten we naar mijn bureel gaan, daar is het een pak
gezelliger. Daar staat geen geraamte dat je aanstaart', grapt Benny na zijn
telefoontje: 'Volg mij maar'. Joey ziet dat zijn zus is aangeslagen door het
gebeuren, slaat zijn arm om haar schouder en volgt dan de directeur met in hun
kielzog mama en papa.
Het bureel van de directeur is smaakvol ingericht. De muren zijn
bekleed in vurenhout en hebben in het midden een schilderij met oude statige
heren in kostuum. Het zijn net foto's. Tegenover de deur staat het eiken bureau
van de directeur en ervoor staan twee bezoekersstoelen. Tegen de wanden staan
rekken met oude boeken en nog enkele stoelen. Het geheel straalt warmte en rust
uit:
'Kan ik jullie een drankje aanbieden. Om van de schrik te
bekomen?'. Dat willen onze vrienden wel. Ze krijgen elk een frisdrank
aangeboden uit een ijskast tegen de wand achter het bureau. Ze hebben net
allemaal hun drankje als er op de deur wordt geklopt. Zonder antwoordt af te
wachten wordt de deur geopend en het hoofd van Wannes komt te voorschijn:
'De politie meneer de directeur', zegt hij stotterend.
'Laat ze binnen Wannes en kom er zelf ook gezellig bijzitten'.
'Waarom directeur? Ik moet eigenlijk de deur bewaken en '.
'Zitten Wannes!', roept de directeur op gebiedende wijs. Weer
krimpt de werknemer in elkaar maar besluit toch te gehoorzamen. Benny begroet
de twee rechercheurs die achter Wannes het kantoor binnen stappen. De twee
agenten stellen zich voor als Vera en Dirk. Yuna moet nogmaals haar verhaal
vertellen. De agenten luisteren bedachtzaam zonder haar te onderbreken. Daarna
richt rechercheur Vera zich tot Benny:
'Het labo onderzoekt de zaal op sporen. Er hangen overal
camera's. Heeft u daar beelden van directeur?'. Benny begint te tokkelen op het
toetsenbord van een laptop die voor hem op het bureel staat. Hij klemt stijf de
lippen op elkaar:
'Vanaf woensdag heb ik beelden, maar van afgelopen nacht krijg
ik niets binnen. Alsof de camera's zijn afgesloten. Volgens mij kregen de
dieven hulp van binnenuit'.
'U bedoelt een personeelslid, directeur?' vraagt inspecteur Dirk
voorzichtig en Benny knikt bevestigend.
'Wannes? Weet jij hier iets meer van?', vraagt Benny streng aan
de grote gespierde man die lichtjes ineengedoken op zijn stoel zit. Hij buigt
zijn hoofd naar de grond:
'Het spijt mij werkelijk directeur. Ze beloofden 2.000 euro als
ik de camera's een uurtje zou uitzetten. Mijn moeder is ernstig ziek en ik kan
het geld goed gebruiken voor haar medicamenten. Die zijn peperduur. Toen ik
vanmorgen mijn rekening checkte stond het bedrag er nog niet op. Ik denk dat ik
gefopt ben'. Wannes begint zachtjes te wenen.
'Wie zijn ze Wannes?', vraagt rechercheur Dirk.
'Een jong koppel dat hier woensdag ook was. Ik dacht dat het de
ouders van dat meisje en die kleine jongen waren want ze zijn samen weggegaan
en in een auto gestapt'. Wannes wijst daarbij naar Yuna die op haar beurt een
gil slaat, maar Wannes vertelt verder:
-'Laat op de avond, tegen sluitingstijd, kwamen ze terug en deden
mij het voorstel. Ze wilden eens alleen zijn met het schilderij. Het spijt me
directeur'.
Rechercheur Dirk roept een agent in uniform en laat Wannes naar
het politiebureel brengen.
'Ik heb ondertussen beelden opgezocht van een uur voor de
camera's zijn uitgevallen', verklaart Benny de directeur aan het gezelschap:
'Een halfuur voor de camera's werden afgesloten parkeert er een
witte bestelwagen op nog geen vijf meter van de ingang. Niemand stapt uit het
voertuig en dat is wel eigenaardig. Het lijkt of ze op iets wachten'. De
rechercheurs knikken en Yuna herinnert het gesprek van het jonge koppel toen ze
met Brent op de bank zaten uit te rusten. Ze vertelt alles aan de agenten en de
directeur is fier op het meisje.
'Het is dus duidelijk. Dat koppel, Mira en Mark, die hier
afgelopen woensdag waren kwamen poolshoogte nemen om het schilderij van
Rembrandt te stelen. Ze zagen dat er camera's hingen en besloten om Wannes in
te schakelen. Doordat hij geld nodig heeft voor zijn moeder moesten ze niet
lang aandringen. Waarom ze eigenlijk Yuna en Brent ontvoerden is mij een
raadsel'.
'Ik had per ongeluk hun gesprek afgeluisterd in de zaal',
herinnert Yuna zich:
'Mira fluisterde nogal hard dat het doek van 'De Nachtwacht'
heel mooi in hun chalet zou hangen. En dat ze een lichte vrachtwagen zouden huren
voor vervoer. Ik dacht dat ze het schilderij gingen kopen'.
'Juist, en omdat Yuna en Brent hen hadden gehoord ontvoerden ze
het tweetal. Gelukkig was Joey ter plaatse en konden de kinderen gered worden',
besluit Benny het verhaal.
'Waarom zitten deze boeven dan niet achter slot en grendel?',
vraagt Vera zich luid af.
'Omdat we nagelaten hebben een klacht in te dienen', mengt papa
zich in het gesprek: 'hun verdriet en spijt over het gebeuren was zo oprecht
dat Yuna en Brent medelijden kregen met het tweetal en we verzaakten een klacht
tegen hen. Alles was goed afgelopen'.
'En het schilderij dat nu hier in het museum hangt is het doek
dat in hun appartement hing!', roept rechercheur Dirk uit die nu alles
begrijpt: 'Als het handschrift hetzelfde was geweest hadden we nog van niets
geweten'.
'Er is goed over nagedacht', denkt Eva luidop:
'Yuna hoorde hen praten over een 'chalet'. Zo is het toch hé
meisje?' Yuna knikt en Eva gaat verder: 'volgens mij zitten die dieven al in
de Ardennen'. Iedereen knikt bevestigend. Benny, de directeur, staat recht en
gaat bij een schilderij staan dat tegen de muur hangt achter zijn stoel:
'Wat de dieven niet weten is dat elk schilderij of kunststuk,
dat uitgeleend wordt, een chip draagt ter beveiliging. Niemand is daarvan op de
hoogte. Zelfs het personeel niet. Jullie begrijpen nu waarom. Dit is een
overeenkomst met alle directeurs van een museum in Europa'. Benny draait het
doek van de muur weg als een deur en er verschijnt een kluis in de muur. Als de
brandkast geopend is haalt de directeur er een iPad uit tevoorschijn. De
rechercheurs en onze vrienden gaan dichter bij het bureau staan en kijken mee.
Benny activeert de tablet en tokkelt enkele malen op het toetsenbord.
'Ja, kijk hier. Volgens de chip zou het doek in de provincie
Namen zijn. In Emmalle dat volgens de site een kleine gemeenschap is nabij
Han-sur-lesse. Een streek van vele campings met chalets. Het icoontje van de
chip staat stil, dus ze moeten ter plaatse zijn en zich waarschijnlijk van geen
kwaad bewust'. Vera en Dirk besluiten om naar Emmalle te rijden en de dieven
zelf te vatten.
'Mogen wij mee?', vraagt Joey heel vriendelijk. Ook Yuna staat
te springen om met een politievoertuig mee te rijden. Ze kijkt graag naar de
'Buurtpolitie' op TV en kent er dus alles van.
Mama en papa kijken naar de rechercheurs en die bekijken elkaar:
'Goed maar beloof dan dat jullie luisteren en in de auto blijven
zitten. Afgesproken?' Onze vrienden knikken en jubelen het uit van plezier. Na
de nodige formaliteiten stappen ze in de neutrale wagen van de recherche en met
luide sirene rijden ze weg. Ze wuiven nog naar mama en papa, maar dan richten
ze hun blik op de mensen die nieuwsgierig naar de lawaaierige auto staren.
De auto scheert over de linkerrijstrook van de E411 tegen de
maximum snelheid. Het lawaai van de sirene en het blauw rode zwaailicht geven
de anonieme wagen een snelle doorgang. Het is net zo druk als op een
doordeweekse dag, al zijn er duidelijk minder vrachtwagens. Als het een dag mooi
weer is willen alle mensen precies naar één en dezelfde bestemming. Na enkele
minuten gebeurt het onverwachte. Eerst vertraagt het verkeer en vervolgens
komen alle voertuigen tot stilstand. Rechercheur Dirk wil de auto naar de
pechstrook manoeuvreren, maar het is te laat. Binnen de paar seconden zit alles
potdicht. Verschillende voertuigen proberen nog langs de pechstrook aan het
fileleed te ontsnappen maar ook deze rijstrook komt dicht te zitten. Dirk en
Vera stappen uit en zien een paar honderd meter voor hen een zwarte rookpluim
opstijgen. Minstens één voertuig heeft vuur gevat. Vera steekt haar hoofd terug
in de wagen en zegt tegen onze vrienden:
'Wij moeten eerst hulp bieden. Een auto of twee heeft vuur gevat
en er zijn misschien gewonden. Blijf in de wagen. We zijn zo vlug mogelijk
terug'. Joey en Yuna knikken.
Er stappen verschillende mensen uit hun voertuig en ze zetten zich
langs de berm in het gras. Het schijnt iets van lange duur te zijn. Ook Joey
stapt uit om de benen te strekken. Het tablet van de directeur ligt op de
bijrijdersstoel van Vera. Yuna neemt het vast en stapt ook uit.
'Als wij nu eens verder gaan Yuna', stelt Joey voor, 'langs de
verhoogde berm naar beneden en al liftend naar Namen. Wat denk je ervan?'
Yuna zit met een tweestrijd. Ze wil naar de rechercheurs luisteren
en in de auto blijven. Maar ze wil ook de twee dieven te pakken krijgen. Of
toch zeker aan de politie uitleveren.
'We schrijven een briefje aan Dirk en Vera dat we op eigen
houtje naar Emmalle rijden. Als we weten waar de dieven zich schuil houden
bellen we terug de politie op. Wat denk je?', probeert Joey nog, 'We liften als
we de gewone baan bereiken, goed?'
Yuna laat zich overhalen en samen dalen ze langs de verhoogde berm
naar beneden tot op de hoofdweg. Ze weten hoegenaamd niet waar ze zijn. Eerst
kijkt Joey naar de wegwijsborden welke richting ze uit moeten. Daarna steken ze
beiden hun duim in de hoogte. Lang moeten ze niet wachten. Een zwarte Mercedes
stopt ter hoogte van de beide kinderen en het raam wordt elektronisch naar
beneden gelaten. Als Joey het hoofd in de auto steekt ziet hij een vriendelijke
oude man met grijs haar en een bleke witte snor:
'Jonge kinderen zouden niet alleen mogen liften. Zijn jullie
verloren gelopen jongelui?', roept hij, luid als een hardhorige.
'Jazeker meneer', jokt Joey 'we gingen wandelen en lopen al een
uurtje doelloos rond. We willen terug naar onze camping in Emmalle'.
'Dan hebben jullie reuze geluk jongens. Ik sta ook op een
camping in dat dorp. Welke camping is het?'
'Dat weten we niet precies meneer. We zijn de naam vergeten',
weet Yuna te zeggen.
'Nu dan, dan rijden we naar mijn chalet en kijken we op de kaart
van Emmalle. Daarop staan alle campings. Zo hoeven jullie niet doelloos rond te
lopen. Afgesproken?'
Joey en Yuna zijn het ermee eens en de auto vertrekt met onze twee
vrienden op de achterbank. Heel ver is het niet meer. De vriendelijke grijsaard
stelt zich voor als Rik en begint te vertellen over van alles en nog wat. Het
maakt het voor onze vrienden wat aangenamer tijdens de rit en minder eentonig.
Na een tijdje zien ze langs de kant van de weg het plaatsnaambord met 'Emmalle'
op. Ze zijn er. Joey kijkt op het iPad en wordt zenuwachtig naarmate ze meer en
meer het icoontje naderen. Rik draait een camping op met de naam 'Emmalle
Camping':
'Onze camping ligt op een prachtige locatie', vertelt Rik nog,
'in het midden van de natuur. Het is onze tweede thuis geworden. Hier vinden we
rust, ruimte en gezonde buitenlucht'. Na een ruime parking houdt de auto stil
voor een rood witte slagboom. Rik opent het zijraam en houd een badge voor de
lezer. De slagboom gaat automatisch omhoog. Met een slakkengang rijden ze
overzandwegen tussen tenten, caravans
en luxe chalets. Een poos later houdt de Mercedes van Rik halt voor een houten
chalet die rijkelijk versiert is met zomerbloemen:
'Kom even binnen kinderen. Dan kijken we op de kaart', zegt Rik
terwijl hij uitstapt en het achterportier opent. Joey is verbaast als hij op
het tablet tuurt. Het icoontje wijst deze plek aan. De iPad laat weten dat het
schilderij van Rembrandt 'De Nachtwacht' op deze camping is. Hier in de buurt
houden de kunstdieven zich schuil. Joey moet de politie waarschuwen. De deur
van de woning wordt geopend en een oude vrouw staat in de deuropening:
'Wie heb je nu meegebracht, Rik?', vraagt ze verontwaardigd.
'Deze kinderen zijn verloren gelopen Jeanne. Ik help ze terug op
weg'. Rik slaat zijn armen om de schouders van onze twee vrienden en leidt ze
via enkele trappen tot binnen in het chalet.
'Ga maar zitten jongens dan neem ik de kaarten erbij. Geef jij
onze gasten iets te drinken Jeanne?'.
Joey denkt na.
'Wat moet ik nu verzinnen? Het beste is de dichtst bijgelegen
camping aan te wijzen. Dan zijn deze mensen gerust gesteld en kunnen Yuna en ik
verder', denkt hij.
Jeanne zorgt voor de drankjes en snijdt een vers gebakken cake in
kleine plakjes. Het is lang geleden dat ze nog voor kinderen heeft gezorgd:
'Ach, had ik nu maar een paar kleinkinderen', zucht ze onhoorbaar, 'ik zou ze
alle dagen hebben verwent zoals deze twee. Hopelijk blijven ze nog wat'.Terwijl Joey en Rik zich over een wegenkaart
buigen die op de tafel wordt uitgespreid wandelt Yuna in de leefruimte rond. De
grote kamer is oud en antiek ingericht. De decoratie op de kasten en muren zijn
echte curiositeiten. Engelenbeeldjes en sierlijke blauwe vazen geven kleur aan
het interieur. Rond een oude buffetkast werden grote borden in Delfst blauw
bevestigd. Op de antieke sierschouw tikt nog een oude klok, geflankeerd door
nog oudere kandelaars. Er hangen prachtige bekende schilderijen aan de houten
wanden. Allen in olieverf geschilderd.
'Je zou zweren dat het foto's zijn', murmelt Yuna en kijkt
automatisch naar de handtekening die rechtsonder, dicht bij het kader werd
aangebracht. Ze krijgt een schok. Het schilderij met het zelfportret van Rubens
is ondertekent door Rembrand. Rembrand zonder 't'. Ze bekijkt het doek ernaast.
Het is het overbekende schilderij 'zonnebloemen' van Van Gogh. Ook dit doek
draagt het handschrift van Rembrand.
'Vindt je de schilderijen mooi Yuna?', vraagt Jeanne die naast
haar komt staan.
'Ja, mevrouw, maar waarom zijn de kunststukken ondertekent met
de naam Rembrand? En dan nog Rembrand zonder 't'.
'Zeg maar Jeanne hoor Yuna. Deze schilderijen zijn replica's,
meisje. De kunstenaar die deze doeken geschilderd heeft zijn van de hand van
mijn man Rik'. Yuna's mond valt open van verbazing. Jeanne vindt het gelaat van
Yuna grappig en vervolgt:
'Ja zeker liefje. Mijn man is, volgens hem dan, een verre afstammeling
van Rembrandt van Rijn. De handvaardigheid zit in de genen, zegt hij vaak. Mijn
man tekent zijn doeken dan ook met Rembrand, maar zonder de t' besluit Jeanne.
'Ja zeker Yuna. Toen onze dochter geboren werd schilderde Rik
De Nachtwacht. Toen zij oud genoeg was en ging samenwonen kreeg ze het
schilderij mee. Het heeft lang in haar appartement gehangen maar sinds gisteren
bracht ze het hierheen en hangt het momenteel in hun chalet te pronken. Wil je
het zien?'.
Yuna wist niet wat ze hoorde:
'Dit is wel toevallig' denkt ze
bij zichzelf. Joey heeft het gesprek mee gevolgd en komt erbij staan. Op
hetzelfde moment gaat achter hen de deur van de chalet open:
'Dag pap, dag mam' zegt een bekende
vrouwenstem die in de deuropening staat:
'Wie hebben jullie uitgenodigd?'.
Joey en Yuna draaien zich om en staren in het overbekende gelaat
van Mira en haar partner Mark. Onze vrienden hadden ondertussen al wel vermoed
dat ze bij de ouders van Mira waren terecht gekomen. Desondanks schrikken ze toch. Ook Mira en Mark herkennen het tweetal en zijn stomverbaasd.
'Wie we hier hebben?' zegt Mira en komt op hen af, 'hoe zijn
jullie hier verzeilt geraakt?'.
'Waarom hebben jullie het schilderij in het museum verwisselt?',
vraagt Joey en deinst met Yuna een stap achteruit. Mira stopt haar passen,
knijpt haar ogen half dicht en fronst de wenkbrauwen:
'Wat bedoel je jongeman?', vraagt Mark en
neemt een dreigende houding aan. Mira verspert hem echter de weg. Ook Jeanne
was de dreiging van Mark niet ontgaan en legt een beschermende arm om Joey en
Yuna.
'Kennen jullie elkaar?, vraagt Rik en kijkt zijn dochter aan.
Joey vertelt:
'Deze twee hebben het schilderij van Rembrandt uit het museum
gestolen, Rik, en een replica in de plaats gehangen. Jouw replica Rik. Een
Rembrand zonder t. Voor de ruiling hadden ze de hulp van Wannes, een
personeelslid. Ze hadden hem geld beloofd, maar hij heeft geen cent gezien. Wat
ze niet wisten is dat het echte doek van Rembrandt een chip bevat die het
schilderij volgt. Op deze manier zijn wij hier terechtgekomen. De politie is
onderweg'. Een leugen om bestwil denkt Joey nog.
'Is dat waar Mira? Hebben jullie mijn schilderij van de hand
gedaan om het echte in jullie chalet te hangen?'. Rik wordt rood van woede en
komt met gebalde vuisten voor Mira en Mark staan. Ook Jeanne is van het verhaal
dat Joey vertelt aangedaan. Yuna brengt haar naar een stoel bij de tafel en
laat haar daarop plaats nemen.
'Sorry Papa! Ik hield zo van jouw schilderij De Nachtwacht,
maar het echte in mijn bezit hebben geeft een kick, begrijp je?'. Mira begint
zachtjes de wenen. Mark slaat een arm om haar heen en troost haar.
'Alle moeite voor niets' snikt Mira, 'het spijt me, echt!' zegt
ze nog.
Op dat moment stoppen enkele auto's voor het chalet van Rik en
Jeanne. Blauwe uniformen stormen de trappen op van de veranda en in de
deuropening verschijnen Eva en Dirk. Als ze de toestand hebben overzien maken ze
plaats voor de agenten die Mira en Mark in de boeien slaan en naar buiten
geleiden. Een gratis ritje naar de cel.
'Zo Joey en Yuna'. Eva komt vlak voor onze vrienden staan met
haar armen in de zij:
'Gelukkig konden we jouw smartphone signaal opsporen
jongeman. Al goed dat er niets gebeurt is'.
'Wij zijn nooit in gevaar geweest Eva' vertelt Yuna, 'Jeanne en
Rik hebben ons beschermt'.
'Wat gebeurt er nu met mijn dochter, mevrouw?', wil Rik weten.
'Dat maakt de onderzoeksrechter uit meneer. Ik veronderstel dat
het schilderij hiernaast in het chalet hangt?'
'Ja, ik heb het zelfs nog mee opgehangen. Ik had totaal geen
idee dat het doek het echte schilderij van Rembrandt was', zegt Rik tegen de
rechercheurs. Ook Benny Donk komt het chalet binnen en drukt onze vrienden de
hand:
'Bedankt voor alles kinderen'. In de deuropening verschijnen de ouders
van Joey en Yuna. Ze vliegen in elkaars armen. Blij dat het spannende avontuur
ten einde is.
Een
nieuwjaarsbrief is als een gedicht. Het rijmt en er zit, al dan niet, een
verborgen waarheid in. Onze kinderen lazen vanaf de kleuterschool al hun
nieuwjaarsbriefje voor. Hun gezichtje verstopt achter hun geïllustreerd tekstblaadje.
Zo verlegen waren ze dat je amper begreep wat ze vertelden. Maar dat gaf niet. De
tekst kenden ze van buiten en de ouders en grootouders waren trots. De geschiedenis
herhaald zich. Nu lezen onze kleinkinderen al enkele jaren hun
nieuwjaarsbriefje voor. In het begin met hun gezichtje verstoken achter hun
briefje. Nu zijn ze groot en lezen ze vol trots hun nieuwjaarsbriefje voor. Luid
en duidelijk zelfs. Voor ons oudste kleinkind Joey is het de laatste
nieuwjaarsbrief geworden. Volgend schooljaar gaat hij naar het middelbaar.
Daarom vond
ik het niet meer dan normaal dat bomma en bompa als wederdienst een
nieuwjaarsbriefje zouden opstellen en voorlezen. Elks lazen we twee zinnetjes
voor. De kleinkindjes vonden het grappig en leuk. Onze zoon heeft alles gefilmd
en we houden het bij voor het verdere nageslacht. Lees en oordeel zelf.
Lieve Kleinkinderen
Dit
nieuwjaarsbriefje is speciaal
Want voor
ons blijven jullie ideaal.
Maak van
jullie leven één groot feest
Met geluk en
gezondheid nog het meest.
Vanaf nu
geen ruzie of geweld, daar moeten jullie aan werken
En dan zal weldra
iedereen het merken.
Bomma en
bompa weten dat jullie je best op school blijven doen
Ik
zal nooit een beroemd schrijver worden. Nooit wordt ik zo bekend als, Pieter
Aspe, Cyriel Buysse, Luis-Paul Boon of Herman Brusselmans. Na een uitzending
van De slimste mens ter wereld (2016) wist ik het zeker. Brusselmans zat daar
toevallig in de jury en gewoonlijk kraamt hij daar wat onzin uit, maakt
seksistische opmerkingen of hij maakt provocerende uitspraken. Meestal over
vrouwen. Tijdens een korte discussie met een panellid laat hij horen ook
moeilijke woorden te kennen. Woorden die nuttig zijn om een goed boek te
schrijven. Ik ben de woorden onmiddellijk vergeten, laat staan dat ik weet hoe
ze te schrijven. Ik zou Herman nooit geassocieerd hebben met die moeilijke woorden.
Tot ik las, op Wikipedia, dat hij een opleiding Germaanse filologie gevolgd
heeft op de Universiteit van Gent. Taal en letterkunde dus. Daar begin ik echt
niet meer aan.
Ik
heb ook nagedacht en getwijfeld om columnist te worden. Maar zelfs het woord
vindt ik al te moeilijk om te schrijven zonder eerst de 'Van Dale' te
raadplegen. En dan woorden die eindigen op een d of een t? Dat is werken met
het ezelsbruggetje 't kofschip. Maar er zijn uitzonderingen in de regel. En dan
is het niet leuk meer. Al die regeltjes zijn aan mij niet besteed. Is dit
laatste woord met d of t? Of dt? En dan nog de 'verleden tijd', 'de verleden
toekomende tijd' of 'de onvoltooid verleden toekomende tijd'? Mijn hoofd begint
ervan te tollen. Ik wil schrijver worden. Maar wie zit daarop te wachten? Mijn
nageslacht misschien?
En
toch heb ik het gewaagd om kinderverhaaltjes te schrijven. Met de nodige of
onnodige fouten weliswaar. Ik heb geen taal en letterkunde gevolgd, maar bij
mijn weten heeft Louis-Paul Boon dat ook nooit gedaan. Mijn verhaaltjes, met
levenswaarheden, zijn geïnspireerd door mijn kinderen, klein- en
achterkleinkinderen. We bundelen telkens enkele verhaaltjes online in een
fotoalbum. Bijna elke pagina wordt mooi geïllustreerd door, oma of bomma, mijn
echtgenote Rina. Na de goedkeuring van onszelf werpen we het boekje in het
winkelkarretje en dan wordt het telkens spannend afwachten. Ongeveer een week
later wordt het boekje geleverd via de post of we kunnen het af halen in de dichtst
bijgelegen winkel van Kruidvat of Hema. We bestellen ze gewoonlijk in drievoud.
Een houden we voor onszelf. De andere twee worden feestelijk ingepakt en worden
aan de zonen overhandigd. In de hoop dat bomma en bompas werk ook door het
nageslacht wordt gelezen.
Mijn
beste criticus is mijn echtgenote. Ze legt me ook gedurig uit waarom sommige
woorden met een d of een t worden geschreven. Steeds vergeet ik het en soms
praat ze ook tegen muren, maar toch kan ik niet stoppen met schrijven. Sinds
2014 heb ik een blog dat: Wij reizen om te leren noemt, maar zou misschien
beter: Wij schrijven om te leren genoemd worden. Bon! Lees en oordeel zelf.
Ka de Kabouter
Een nieuwe dag breekt aan. De zon werpt lange
schaduwen in het voortuintje van een groot appartementsblok. De tuin is
prachtig onderhouden. Geen grassprietje of onkruid is te zien. De rozen in het
ronde perkje staan fier rechtop. De azalea's zijn te bewonderen in alle geuren
en kleuren terwijl ze bloeien als nooit tevoren. De borders zijn aangeplant met
een passie voor wilde planten. Hier en daar werden éénjarige bloemen geplant
die voor een speels effect zorgen. Kortom het is een tuintje om 'U' tegen te
zeggen. Dit alles is het werk van slechts één 'persoon': Ka de tuinkabouter.
Hij staat fier rechtop met een schep en hark over zijn schouder. Hij staat in
de schaduw van een ronde buxus die hij nog maar pas gesnoeid heeft. Op deze
plek blijft de kabouter staan gedurende de hele dag. Je ziet hem echt niet
bewegen. Alleen zijn ogen gaan van de ene naar de andere kant en houden alles
scherp in de gaten. Langs het tuintje wandelen enkele mensen van en naar hun
werk of ze brengen en halen hun kindjes van school. Ze blijven dan enkele
ogenblikken vol bewondering staan kijken naar het mooie tuintje. Daar heb je
het gezin Peeters. Het jonge koppel brengt hun kleuter naar school en ze
blijven dan ook een poos voor het tuintje staan. Ze glimlachen en knikken
goedkeurend.
-'Kijk mama!' roept hun jonge spruit: 'daar staat
een ...ka ka ' Hij kijkt hulpeloos naar mama.
-'Kabouter lieverd. Maar je mag hem
gerust Ka noemen, hoor'.
-'Heeft Ka het tuintje zo mooi gemaakt?' vraagt hij
verder. Vader en moeder glimlachen naar elkaar en knikken.
-'Ja zeker Willem. 's Nachts als alle mensen slapen
wordt Ka wakker en werkt hij in het tuintje zodat het er 's morgen mooi en
verzorgt uitziet'.
-'Helemaal alleen mama?' vraagt Willem nog. Vader
en moeder knikken allebei. Dan sporen ze Willem aan om verder te stappen. De
school wacht.
Ka denkt aan de woorden van kleine Willem:
-'Eigenlijk heeft de jongen gelijk. Al decennia lang onderhoud ik de tuin hier
helemaal op mijn eentje. Het is tiptop in orde maar alleen is maar alleen. Het
wordt tijd dat ik mij een kaboutervrouwtje zoek en daarna een grote tuin om ze
samen te onderhouden. Misschien komen er wel kleine kaboutertjes!' denk de tuinkabouter
nog verder.
Ka neemt een besluit. Met zijn schop en hark op de
schouder trekt hij erop uit. Hij wacht niet tot het donker is. Het is een
rustig dorp en langs de verschillende voortuintjes stapt hij zoekend rond of
hij een kaboutervrouwtje vindt. Hij ontmoet veel tuinkabouters op zijn
zoektocht. Maar het zijn geen echte. Ze zijn van plastiek. Plastieken kabouters
hebben geen hart en ziel en werken niet. Sommigen zijn omgewaaid door de wind
en worden overwoekerd door klimop en mos. Alleen al aan de tuintjes kan Ka zien
of er echte kabouters aan het werk zijn geweest. De volgende tuin ziet er ook
al niet te best uit. Het onkruid staat twee kontjes hoog. Sommige lentebloemen
zijn uitgebloeid en moeten verwijderd worden. Het siergazon moet hoognodig afgereden
worden. Hier is werk aan de winkel. Ka's kabouterhanden beginnen te kribbelen.
Maar hij moet verder.
Plots komt er een kopje uit de grond tussen al het
onkruid.
-'Dag Pier' groet Ka zijn vriend de regenworm.
-'Is er een vogel of een mol in de buurt?' vraagt
de worm een beetje angstig.
-'Nee nee' lacht Ka want hij begrijpt wel waarom
Pier de regenworm angstig om zich heen kijkt. Vogeltjes lusten af en toe wel
een sappige dikke regenworm en ook de mol is een vijand van Pier.
-'Ik moet eens een luchtje scheppen' zegt Pier 'met
al die onkruidwortels moet ik tweemaal zo hard werken om een gangetje te
graven. Maar ik ben zo bang om boven de grond te komen om even uit te blazen'.
-'Dat begrijp ik wel Pier. Wees gerust er is geen
merel, roodborstje of mol in de buurt'.
-'Dank je wel Ka, maar ik moet nu weer verder. Ik
mag niet te lang boven de grond rond kruipen anders droog ik uit en sterf ik.
Nou tot ziens Ka'. En Pier de regenworm verdwijnt onder de grond.
Een paar tuintjes verder blijft onze kabouter vol
bewondering staan.
-'Wat een mooie tuin. Deze wordt zeker door een tuinkabouter
onderhouden'. Ka kijkt aandachtig rond en ontdekt een nog jonge kabouter die in
de schaduw staat van een Chinese pioen. De struik is 80 cm hoog en heeft
prachtige grote rode bloemen. Ka stapt tot bij de kabouter en maakt een
praatje:
-'Dag tuinkabouter, mijn naam is Ka, hoe maakt u
het?'
-'Heel goed Ka. Mijn naam is Hak. Ze noemen mij zo
omdat ik steeds met een hak bezig ben. Vindt je mijn tuintje mooi Ka?'
-'Zeker weten Hak! Het is één van de mooiste
tuintjes in de buurt. Volhouden zou ik zeggen, maar nu moet ik verder'
-'Waar ga je naartoe?' vraagt Hak nieuwsgierig. Ka
vertelt wat hij van plan is en Hak knikt goedkeurend:
-'Nu heb ik misschien wel
goed nieuws voor je Ka. Gisteren stonden hier een paar kinderen bewonderend
naar mijn tuintje te kijken en ze praten over een andere tuin waar een
kaboutervrouwtje stond. Helemaal alleen'. Het kaboutergezicht van Ka klaart
volledig op.
-'Waar zou dat dan zijn Hak?' wil onze tuinkabouter
weten.
-'Precies weet ik het ook niet maar ze kwamen van
ginder achter de hoek'.
Dat is de richting die ik wil gaan, denkt Ka.
-'Bedankt Hak. Tot ziens!'.
Ka verhoogt het staptempo maar in de volgende tuin
wordt zijn aandacht opgeëist door het getjilp van een groep heggenmussen die
een nest hebben in een bijna volledig dicht begroeide haag. Ka hoort de
zangvogels met een hoge piep roepen. Een teken van gevaar. Een heggenmus zit op
de grond naar insecten te zoeken voor haar kroost.
-'Wat gebeurt er allemaal mus?' vraagt Ka bezorgt.
Mus begroet Ka en vertelt:
-'Aan de andere zijde van de haag loopt er een
kater steeds maar heen en weer. Soms ligt ze zelfs uren op de loer. Ze wacht
tot onze kleintjes uitvliegen om ze dan te vangen en te verorberen'.
Ka schudt zijn kabouterhoofd:
-'Daar zullen wij
eens een stokje voor steken. Wacht maar af mus'. Ka klimt langs de takken van
de haag naar boven. Eens op het hoogste punt kijkt hij over de rand en ziet
inderdaad een rosse kater ijsberend langs de haag stappen. Hij ruikt de jonge
vogeltjes en miauwt meelijwekkend. Ka springt als een echte para naar beneden
en belandt op de rug van de rosse kat. Deze schrikt en gaat er als een haas
vandoor. Ka grijpt zich vast aan de vlooienband en vindt het leuk om op de rug
van een kat paardje te rijden. Aan het eind van de straat springt Ka van de kat
en rent terug naar de haag. De heggenmussen tjilpen terug blijgezind. Ze danken
Ka en wensen hem het beste in zijn zoektocht naar geluk.
In het volgende tuintje blijft Ka stomverbaasd
staan. Er staan mooie lentebloemen te bloeien rondom een perk met een groen
gazon. Maar van het gras is echter weinig te zien. Het is de ene molshoop naast
de andere. Tientallen hopen bruine aarde steken bijna een halve meter boven de
grond. Langs deze weg verlaat de mol even zijn onderaardse gangen om
nestmateriaal te verzamelen. Ka schudt zijn hoofd. Dit kan zo niet langer. Hij
gaat naar een molshoop en roept in de gang op de mol. Heel snel steekt de
zwarte mol boven de molshoop uit.
-'Waarom maak jij in deze mooie tuin molshopen
Mol?' vraagt Ka. Mol kijkt rond maar veel ziet hij niet. Een mol is niet blind
maar heeft heel kleine oogjes en daar hangt zijn vacht ook nog eens voor. Dus
ziet de mol haast niets.
-'O! Euh! Sorry hoor. Ik wist het niet. Waar moet
ik dan naar toe?' vraagt de mol aan Ka.
De tuinkabouter tuurt scherp om zich heen.
-'Aan de
overzijde van de straat is een koeienweide.' legt Ka uit aan de mol: -'Ik denk
dat je beter die kant uit gaat mol. Daar stoor je niemand'.
-'Welke kant is dat Ka?' vraagt mol. Hij ziet
totaal niet de weide aan de overzijde van de straat.
-'Naar het noorden mol.
Aan de overzijde is de weide. Altijd maar noordwaarts'.
De mol dankt Ka en kruipt meteen onder de grond om
een gangetje te graven onder de straat door tot in de weide. Onze tuinkabouter
blijft in de tuin tot het donker wordt. -'Tijd voor actie!' denkt Ka dan en
begint meteen de tuin onder handen te nemen. Struiken worden gesnoeid, onkruid
wordt gewied, de molshopen worden terug de grond ingestampt en met graszaad
ingezaaid. Tegen de morgen ziet de tuin er helemaal anders uit. De magnolia of
tulpenboom geurt als nooit tevoren. De iris met haar mysterieuze trio van
bloembladeren schitteren in bijzondere kleuren. Ook de kleine bloemetjes van de
hyacint verspreiden weer hun heerlijke geur. Menig passant blijft verwondert
bij het tuintje staan. Gisteren was dit nog een wildernis en vandaag lijkt het
tuintje op een mooie prentbriefkaart. Ka is trots op zichzelf.
-'Daar doen wij
kabouters het toch voor? Voor de erkenning en de mooie lovende woorden van de
mensen' denk hij. Dan schiet het hem ineens te binnen dat hij verder moet. Op
zoek naar een kaboutervrouwtje. Hij legt het tuingerei op zijn schouder en
springt over het lage muurtje naar de volgende tuin.
Daar aangekomen maakt Ka kennis met een kleine
cavia:
-'Wat doe jij hier cavia?' vraagt Ka.
-'Mijn adoptieouders hebben mij hier enkele dagen
geleden achtergelaten' vertelt het knaagdier treurig: Iemand neemt je wel mee
naar huis vertelden ze nog voor ze op vakantie vertrokken'.
Ka schudt zijn kabouterhoofd:
-'Het is alle jaren
hetzelfde liedje' gromt de tuinkabouter:
-'Eerst willen ze een dier in huis,
maar als ze op vakantie vertrekken moet het dier weer weg. Treurig is dat'. De
cavia knikt begrijpend:
-'Ik loop hier al twee dagen rond maar niemand neemt me
mee' snikt de cavia. Ka krijgt zowaar medelijden met het arme dier.
-'Ik breng je naar een tuintje waar kinderen wonen.
Zij zullen je wel adopteren' weet Ka en neemt het knaagdiertje onder een arm.
Cavia's wegen amper 500 tot 700 gram. Ze wegen dus bijna niets. Een paar
tuintjes verder groeit alleen maar gras. Een uitstekende plek voor een
hongerige cavia. In het huisje hoort Ka verschillende kinderstemmen en dit is dus
een uitstekende plaats voor het diertje.
-'Hier moet je blijven cavia. Eet je
buikje maar goed rond. Als de kinderen jou zien nemen ze je zeker mee naar
binnen'.
-'Bedankt Ka' zegt de cavia nog en begint
onmiddellijk van het malse gras te eten.
Even verder ontmoet onze tuinkabouter een oude
bekende. Tante eend. Ze heeft net de straat overgestoken en houd halt bij onze
vriend. Achter haar lopen acht kleine kuikentjes. -'Dat is de kroost van mijn
zus' legt tante eend uit: -'Ze heeft een zware depressie van haar jongens
gekregen. Tja, dan zorg ik er maar voor zeker?' vertelt de tante alsof het
tegen haar zin is voor de kleintjes te zorgen. Ka weet wel beter. Tante eend
heeft zelf geen kuikensen zorgt als
geen ander voor de kroost van haar zus.
-'Waar ga je naar toe tante?' vraagt Ka.
-'Het is etenstijd Ka, en wij trekken naar het
park. De mensen strooien broodkruimels en daar zijn wij eenden verzot op. Soms
is het wel spijtig want de meeste mensen gooien grote stukken brood in het
water. Als eenden daar te veel van eten zoeken ze zelf geen eten meer in de
natuur. Brood is niet echt goed voor eenden. Het zwelt in ons buikje door het
vele water en gaat opnieuw gisten. Dat is dan weer slecht voor onze darmen. Het
liefst en het gezondste voor ons eenden is zelf eten zoeken. Op deze manier
vervelen we ons niet'. Ka knikt begrijpend en wenst tante eend veel sterkte met
haar kroost.
Op de hoek van de straat komt Ka in een tuin die
prachtig aangelegd is. Hij herkent het onmiddellijk: 'dit is het werk van een
kaboutervrouwtje'. Tussen het kort geknipte gazon werden rechthoekige
bloemperken aangebracht die op hun beurt omzoomd zijn met een laag muurtje van
taxus. Elk bloemenperk heeft een andere kleur door de vele éénjarige bloemen.
Ka kent al de bloemen bij naam: witte margriet, het vingerhoedskruid, het
vlijtige liesje, de petunia's, de begonia's en de anjer. De bloemen verspreiden
een heerlijke zoete geur. Tientallen vlinders worden erdoor aangetrokken.
Kleine vogeltjes proberen in het gras nog een zaadje of insect mee te pikken.
Vooraan werd een sierfonteintje geplaatst in zwart grijze kleur wat deze tuin
een meer waarde geeft. Naast de fontein staat een kabouter. Een
vrouwtjeskabouter waar Ka direct verliefd op wordt. Liefde op het eerste
gezicht: het bestaat nog altijd.
Ze draagt
een hoge puntmuts en haar gele haar is gevlochten. Ka stapt recht op haar toe:
-'Dag mooi kaboutervrouwtje, mijn naam is Ka. Wie
ben jij?' vraagt Ka nieuwsgierig.
-'Mij noemen ze Lisa. Wat kan ik voor je betekenen
Ka?' vraagt Lisa. Onze tuinkabouter vertelt haar dat hij op zoek is naar een
kaboutervrouwtje om samen een grote tuin te onderhouden en daarna een
gezinnetje te stichten. Lisa's ogen schitteren. Hier heeft ze lang op moeten
wachten. Maar eindelijk komen haar dromen toch uit.
-'Oh Ka. Ja, ik wil graag een paar
kinderkaboutertjes. Maar waar vinden we een grote tuin om met ons gezinnetje te
onderhouden?' vraagt Lisa bezorgt.
-'Dat gaan we samen zoeken Lisa. Ik heb jou
gevonden en dan vinden we een reuzen tuin ook', zegt Ka. Hand in hand wandelen
Lisa en Ka langs de tuintjes in de richting van het station.
Hoog in een boom langs hun pad zit een roodborstje:
-'Weet jij soms waar we grote tuinen kunnen vinden roodborstje?' roept Ka naar
de vogel.
Het roodborstje komt naar beneden gevlogen tot vlak
bij de twee kabouters. -'Aan het station moeten jullie linksaf en daar begint
de villawijk. Rond de villa's vinden jullie super grote tuinen met vijvers en
al. Daar moeten jullie naar toe'. Lisa en Ka danken de vogel hartelijk en
zetten hun weg verder. Linksaf aan het station en langs de brede tuinhekken in
smeedijzer stappen onze vrienden langs de villa's die omringt worden door grote
tuinen. Sommige domeinen zijn met groene zeildoek afgespannen zodat niemand
iets van het domein kan zien. Dit is niet wat onze twee vrienden willen. Lisa
en Ka zoeken een grote tuin die iedereen mag bewonderen. Ze bereiken bijna het
einde van de straat als ze voor een groen hek met brede spijlen blijven staan.
Een brede asfaltweg kronkelt tussen verschillende soorten loofbomen. Het gras
moet hoognodig afgereden worden. De bloemenperken moeten gewied worden. De
bewoners hebben als decoratie kabouterhuisjes in de tuin gezet.
Als dat geen uitnodiging is. Langs het pad staan
arduinen tuinvazen en beelden op een sokkel. Ka en Lisaknikken goedkeurend. Ze glippen beiden door
de verticale tralies van de inkompoort en in de schaduw van de talrijke bomen
lopen ze tot bij een kabouterhuisje. Ze kunnen er binnen en ze willen hier voor
altijd blijven wonen. Ze voelen zich er volkomen thuis. Ze kunnen vanaf nu
schuilen in een huisje als het regent of sneeuwt. Ka wil onmiddellijk in de
tuin beginnen werken maar Lisa wil eerst de woning van de mensen zien. Ze wil
weten met wie ze gaat samenwerken. Ze wandelen door een brede dreef die
afgeboord is met oude eiken- en lindebomen die hen naar een groot kasteel
leiden. Ontelbare torentjes met kleine ramen steken hoog de lucht in. Het lijkt
echt op een middeleeuws sprookjeskasteel. Voor het bordes werd een grote
fontein aangelegd. Een grote waterstraal spuit de lucht in. Boven aan de trap
is een groot zonnig terras met een decoratieve balustrade. Lisa en Ka hebben
hun tuin gevonden.
Een paar jaar later ziet het tuinkasteel er
helemaal anders uit. Wandelaars blijven vaak staan voor de afsluiting om de
tuin te bewonderen. Het is een lust voor het oog om al die mooie bloemen te
zien bloeien. Verwelkte bloemen worden meteen verwijderd en vervangen door
nieuwe kleurrijke boeketten. De perken zijn netjes opgeharkt. Geen sprietje
onkruid krijgt een kans om te groeien. Maria de kasteelvrouw wandelt zoals
elke morgen in haar tuin en je merkt op dat ze ervan geniet. Een nieuwsgierige
voorbijganger spreekt haar vanaf het toegangshek aan:
-'Goede morgen mevrouw! Mag ik u wat vragen?'
-'Jazeker wel' antwoordt de eigenares van het
kasteel en komt dichtbij het toegangshek staan.
-'Onderhoud u deze grote tuin helemaal alleen, of
heeft u de hulp van een enkele tuinmannen?'
-'Nee hoor!' laat Maria weten en ze praat net zo
luid dat iedereen het kan horen:
-'Ik heb de hulp van een kabouterfamilie! Kijk daar
staan ze. Naast het grote kabouterhuisje. Ik heb een groter moeten kopen want
het gezinnetje is uitgebreid met twee kabouterjongens.
Wacht ik laat het u zien'. Ze draait zich om en
tussen de bladertakken van een bloeiende struik rododendrons neemt ze iets
groots en zwaars van de grond. Met een grote namaak paddenstoel stapt ze terug
naar het toegangshek om het publiek te woord te staan. Maar er staat niemand
meer aan het hek. Met opeen geklemde lippen schud ze haar hoofd:
-'Eerst vragen ze iets en dan gaan ze lopen'. Maria
zet het kabouterhuisje terug naast Lisa en Ka:
-'Niemand gelooft dat jullie al dit werk
doen, kabouters. Maar ik weet wel beter! Zal ik jullie in het zonnetje zetten?
Het is mooi weer vandaag'. Maria neemt Lisa, Ka en de twee kabouterjongens in
de arm en zet ze even verder in het zonnetje weer neer. Uit het zicht van de
wandelaars kan onze kabouterfamilie nog van elkaar genieten tot de avond valt.
Als het donker wordt beginnen Lisa en Ka in de tuin te werken. De
kabouterkinderen helpen een handje mee. Ze willen de stiel ook leren voor als
ze groot zijn en op eigen benen willen staan.
Parkeermogelijkheid: Langs de vaart bij brasserie
Caro's met knooppunt 99.
Via het maandelijks mobiliteits- en lifestyle
magazine 'Nieuws-lijn' wint ons Rina een etentje voor twee personen bij
Brasserie Caro's te Brecht. Samen met haar broer, haar zus en enkele
vriendinnen lossen ze de puzzels op en sturen het antwoord dan per post naar Meirbrug
1. Per briefwisseling wordt je dan verwittigt wat je gewonnen hebt. Voor ons
wordt dat dus een lunch aan de Vaartdijk bij ophaalbrug 11. Afspraak 11:30u.
Maandag 16 oktober 2017. De weervrouw beloofde een
stralende dag van om en bij de 24° C. Te warm voor de tijd van het jaar, gaf
ze nog mee om haar weerpraatje af te sluiten. We kunnen er alleen maar van
profiteren, vonden we. We besloten daarom om na de lunch een fietstocht rond
Brecht te maken. Via het 'fietsnet' stippen we wat knooppunten aan en we houden
het bij een afstand van 30 kilometer omdat we eerst na de lunch vertrekken. Het
hoeven niet altijd 40- of 50 km te zijn. Door het mooie weer vertrekken we toch
nog redelijk vroeg. Om tien uur staan we geparkeerd op de hoek Biest/ Hofstraat
en wandelen richting de kerk van Brecht.
Brecht is een typisch Kempense gemeente met een
rijk verleden waarvan de monumenten nog de stille getuigen zijn. De regio lokt
zowel natuurzoekers, Bourgondiërs als cultuurliefhebbers. De Sint Michielskerk
is toegewijd aan de Heilige Michaël. In 1422 startte men met de bouw van de
toren gevolgd door de bouw van het middenschip met zijbeuken. In 1486 begon de
opbouw van het nieuwe hoogkoor met de kooromgang. Zowel in 1575 door brand in
de aanpalende kerkschool als in 1584 door de plunderingen van de Spaanse
soldaten liep de kerk veel schade op. In 1610 werd de kerk opnieuw ingewijd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep de kerk opnieuw schade op. Vier jaar na de
oorlog werd het gebouw hersteld. We maken eerst een ommetje rond de kerk. Een
deel van de vroegere begraafplaats achteraan is een parkeerplaats geworden. Er
werd een klein monument geplaatst met infobord: 'Een werk van de Brechtse
kunstenaar Luc Jaspers. Het werd geschonken door gebuurte De Biest.
Schooldries, de naam van dit kerkplein. De kerkschool, de latere dorpsschool,
is gebouwd voor 1450, op de drassige dries in de vallei van de
schouwloop. (Vuile Steertse beek) op de achterste Biest. De deur is
dichtgemetseld, in de achtergevel van de kerk, was de deur tussen de kerkschool
en het kerkgebouw. In 1849 werd de oude dorpsschool afgebroken'. Tot zover het
infobordje. De poort van de kerk staat uitnodigend open maar een glazen scherm
houd ons tegen. We kunnen slechts door de ruiten het interieur bewonderen. De zuilen
en muren werden spierwit geschilderd. De gewelven zijn in een donkere houtsoort
gedecoreerd. Van hieruit gezien is het een mooie verlichte kerk met enkele
glas-in-loodramen.
Het Heilig Hart monument werd tegen de gevel van
het naburig huis geplaatst. Het is het oudste monument dat betrekking heeft tot
WOI. Het werd in 1918 vervaardigd en op 15 juni 1919 ingehuldigd. Het robuuste
kunstwerk is vier meter hoog en bijna drie meter breed. De afgebeelde Jezus
houdt zijn hand zegenend en beschermend over de kerk van Brecht. In opdracht
van Vice Eerste Minister en Minister van Landsverdediging Pieter De Crem werd
een plaquette aan het monument bevestigd met een: 'Dankbare herinnering aan hen
die in de Eerste Wereldoorlog gevallen zijn voor vrijheid en democratie'.
Achter de kerk werd het bronzen Lessius standbeeld geplaatst in 1956. Leonardus
Lessius (1554-1623) is wel de meest gekende humanist van Brecht. Hij werd op
zesjarige leeftijd wees en kwam onder de voogdij van zijn oom. Leonardus
verwierf een studiebeurs voor het Altrechtcollege en hij vertrok naar de
universiteit van Leuven om er letteren te studeren. In 1572 studeerde hij af en
trad toe tot de pas opgerichte jezuïetenorde. Hij doceerde filosofie en
studeerde ondertussen theologie.
We dwarsen de Biest en wandelen verder over de
Gemeenteplaats langs de oude dorpspomp. Wat verder pronkt het voormalige
gemeentehuis. Het prachtige neogotische gebouw werd op vraag van de gemeente in
1860 gebouwd om er het gemeentepersoneel en andere diensten te huisvesten. Na
de fusie groeide de bevolking en breidde dus ook de administratie uit. Het
gebouw werd vanaf 1981 verhuurd aan de belastingdienst. Het gebouw werd in 2011
gerestaureerd en sindsdien hebben de cultuur-, jeugd- , sportdienst en de
dienst toerisme hier onderdak gevonden. Het oud gemeentehuis wordt nog wel
gebruikt voor huwelijken en jubilea. De gemeentelijke diensten verhuisden naar
het park. Voor het gebouw werd in 2010 een mooie waterpartij met fontein
aangelegd. Het beeld van Gabriël Mudaeus werd in 1865 vervaardigd. Mudaeus werd
geboren in Brecht in het jaar 1500 en stierf te Leuven in 1560. Hij was
humanist, jurist en professor.
Het Kempisch Museum, verderop, is van de 16de eeuw
en noemde in die tijd 'Sint Huybrecht'. Na een renovatie werd in 1937 het
museum gesticht dat op de dag van vandaag het op één na oudste museum van de
Kempen is. Door de ramen zien we ladders en stellingen staan. De schilders zijn
er bezig. Het gebouw wordt momenteel opgeknapt en zal in het najaar terug
opengaan. In het museum krijg je oorspronkelijk een beeld van de manier van
leven en werken van de Kempense voorouders. Voor het museum, op het driehoekige
groene pleintje, werden de resten van de schepenbank en de schandpaal
geplaatst. In de 15de eeuw stonden de 'pilorie' en de 'kaak' op de 'Plaetse'
(Gemeenteplaats) voor de Swaene . Het zijn de laatste getuigen van de
rechterlijke macht die vroeger in Brecht werd uitgeoefend.
Naast de ingang van het park werd een rechthoekig
blauw kader bevestigd tegen de gemetselde stenen muur rondom het park. Een
infobord ernaast geeft de nodige uitleg: Je staat hier voor één van de laatste
sporen uit de Tweede Wereldoorlog die nog aanwezig zijn in het Brechtse
straatbeeld. Dit 'oorlogsmonument' staat symbool voor al het menselijk leed en
de materiële schade die werden veroorzaakt door de hevige gevechten. Maar
liefst 2/3 van de gebouwen in onze gemeente werd beschadigd! De grootste schade
werd toegebracht door de talrijke artilleriebeschietingen die zich tussen 23
september en 20 oktober 1944 op Brechtse bodem hebben afgespeeld. Bijna een
maand lang lag Brecht in de frontlijn! In de tuin aan de overkant van de straat
werden maar liefst 122 bomkraters op een oppervlakte van 1 hectare geteld. Het
historische pand 'Sint-Huybrecht', het huidige Kempisch museum, werd door 23
granaten getroffen! Deze muur draagt nog steeds de littekens van deze
beschietingen. We zien de talrijke inslagplaatsen van kogelpunten en
granaatscherven. Stel je even voor dat je hier tijdens de bevrijdingsgevechten
stond De blauwe liggende rechthoek verwijst naar het kenteken van de eerste
bevrijders van Brecht. Zo droegen de soldaten van de Canadese 2de
Infanteriedivisie een blauwe liggende rechthoek op hun mouw.
We wandelen het park in, een groene oase te midden
van het dorp met een kasteel, koetshuis, orangerie en hovenierswoning. We
wandelen tussen de vijver over een oud bruggetje dat naar een voormalige
Lourdesgrot leidt. We wandelen er door maar vinden geen spoor meer terug van
Heiligen beelden. We komen bij het voormalige kasteel dat werd opgetrokken in
1848 en dat oorspronkelijk de notariswoningvan Jozef Frans Keysers (1773-1861) was. Hij werd burgemeester van
Brecht in 1812. In 1974 kon de gemeente het domein en het kasteel kopen van de
erfgenamen. In 1980 werd het vervallen gebouw gerestaureerd en kreeg het de
functie van gemeentehuis. Voor het kasteel werd het fusiemonument geplaatst.
Het kunststuk werd vervaardigd in 1980. Het koetshuis of remise werd in 1908
gebouwd. Na een grondige renovatie in 2003 verschaft het voormalige koetshuis
een onderdak aan de muziekschool. De orangerie, in het midden van het park, gaf
een tijd geleden onderdak aan een gerestaureerd steenbakkerijlocomotief.
Oorspronkelijk werd deze serre gebruikt om tropische en/of subtropische planten
in de winter onder te brengen om ze te beschermen tegen het koude klimaat. Er
zouden naar verluidt nog zes verschillende druiven-soorten groeien. Zes soorten
vijgen en een bananenplant overwinteren er eveneens. De voormalige
hovenierswoning werd wellicht gebouwd tussen de twee Wereldoorlogen.
We stoppen even bij hotel 'Hotel-Brasserie De
Statie' voor enkele foto's. Het is een prachtig gebouw dat mooi werd
gerestaureerd. Het huidige gebouw dateert van 1910 en vervulde zijn functie van
tramstation tot na de Tweede Wereldoorlog. Het restaurant biedt je een
Frans-Belgische keuken aan en desgewenst kan je hier op de bovenverdieping
overnachten. Onze GPS brengt ons naar Vaartdijk 16 voor Brasserie Caro's.
Sommige bomen langs het kanaal hebben al hun herfstkleuren. Het levert mooie
foto's op.
Sinds 06/03/2017 werd het voormalige restaurant
'Goeien Tijd' overgenomen door Maxim De Laet en Caroline Suringh. We kunnen
achteraan op het terras plaats nemen. Het is er zonnig en niet tewinderig. We bestellen beiden kabeljauwhaasje
met frietjes of puree en daarbij mogen deaangepaste dranken niet ontbreken. Dat spreekt voor zich. Na een
heerlijk maal wordt het tijd om de calorieën weg te fietsen.
Bij knooppunt 99 slaan we linksaf. Rechts begint
het domein 'Brechtse heide' van 1.726 ha groot. Rond 1950 was het hier een
uitgestrekt heidegebied. Nu is het een landschap met vooral wei- en akkerland,
bos, vennen en plassen. We rijden via ophaalbrug 11 het kanaal over. De brug
werd in 2013 vervangen door een nieuw complex. Het water waar we over fietsen
noemt het kanaal Dessel Turnhout Schoten. Een van de zeven Kempische
Kanalen tussen de Maas en de Schelde. In 1846 en 1858 vroeg de gemeente Brecht
om het kanaal DesselTurnhoutSchoten via Brecht door te trekken om zo
eenvoudig meststoffen aan te voeren en landbouwproducten af te voeren. Hierdoor
hoopte de gemeente heel wat heide en verdorde grond vruchtbaar te maken. Bij
het graven van het kanaal stuitte men op ondiepe kleilagen. Later begonnen
steenfabrieken de klei te exploiteren. Het gedeelte, waar we nu en straks, gaan
fietsen: Turnhout Schoten, werd verwezenlijkt tussen 1854 en was eerst in
1875 klaar.
We gaan rechtsaf het jaagpad op. Rechts, in een
inham, is een kleine jachthaven van Brecht. De ontelbare boten met
buitenboordmotor schommelen zachtjes heen en weer op de deining van het water.
De ene jacht is al dan niet groter en luxueuzer dan de ander. Sommigen staan te
koop of te huur.Links zien we het
prachtige gebouw van de voormalige 'Maalderij'. Het gebouw van vier à vijf
verdiepingen hoog werd in 2012 gerenoveerd en is sinds het voorjaar van 2017
het nieuwe gebouw van de Politiezone Voorkempen. De politie beschikt over het
gelijkvloers, het eerste en het tweede verdiep. De overige verdiepingen worden
verhuurt. De Politiezone Voorkempen omvat Brecht, Malle, Schilde en Zoersel. We
fietsen verder tot knooppunt 98 langs het kanaal dat nog slechts een
recreatieve functie heeft.
We verlaten het kanaal naar links om knooppunt 81
te volgen en bevinden ons meteen tussen akkers en weilanden. De uitzichten
worden weer prachtig nu de maïs op vele plaatsen is afgereden. De overige
maïsvelden kleuren bruin. Hopelijk rot de vrucht niet. De talrijke bomen langs
ons pad kleuren nog groen. Te vroeg om van herfstkleuren te spreken.
Windturbines draaien hun rondjes in de verte. Voor het centrum fietsen we door
enkele straten met statige villa's. De vrijstaande woningen hebben blijkbaar
allemaal aangrenzende weilanden met grazende paarden.
Na knooppunt 81 rijden we opnieuw door het centrum
van Brecht. Na de kerk verlaten we het dorp en fietsen door een
industrieterrein van Brecht. Sinds 2012 werd het bedrijventerrein langs de E19
nog meer uitgebreid. Voorbij Meubleta meubelen fietsen we langs de voetbalvelden
Brecht SK. DeKoeltunnel is een fiets-
en wandeltunnel die ons veilig aan de overzijde van de E19 brengt. Rechtsaf
fietsen we een eindje tussen de snelweg en het station Noorderkempen. Weer
langs een tunnel onder het station door en verderop houden we halt bij het
'Stripverhalenhuisje'. Een houten schuilhuisje waar posters hangen van Suske en
Wiske. Kinderen kunnen er aan een rad draaien. Via de Wuustwezelsesteenweg is
het nog een kort stuk naar knooppunt 80.
Langs de grachten vinden we nog talloze knotwilgen,
al dan niet geknot. De bomen en struiken weerspiegelen in het water. Een
idyllisch moment. We fietsen op het grondgebied van Overbroek. Op het kruispunt
van de Sint Willebrordusstraat en de Brasschaatbaan staat een oude wegkapel met
een aangebouwde elektriciteitskast. Het leek eerst een diepe kapel te zijn.
Schijn bedriegt. Boven de deur werd de tekst geschilderd: 'H. Hart bescherm
Overbroek'. Daarboven werd een klein Heilig Hartbeeldje in een nis geplaatst
achter beschermglas. De deur staat uitnodigend open. Ondanks de drukke baan
kunnen we echt genieten van spectaculaire vergezichten. Alles oogt nog groen.
Ook in de omgeving is duidelijk te zien dat de maïs werd afgereden. In de
afgebakende weiden staan nog talrijke koeien te grazen. Uiteraard mogen de
paarden in het landschap niet ontbreken. Een vlucht spreeuwen vliegt over ons
heen en landt op een afgereden maïsveld. Er blijft allicht wat achter. Wat
verder zien we een akkerland met chrysanten. De kleurige bloemen zijn al van
ver zichtbaar en bij ons bekent als dé kerkhofplant bij uitstek. Het hoeft
nauwelijks onderhoud en het oogt volumineus. In andere culturen staat de plant
dan weer voor geluk en een lang leven.
Onze volgende halte is net voorbij het centrum van
Brasschaat. Links is de kinderboerderij en het Golempad. Rechts is het domein
'De Inslag'. De naam heeft niets van doen met de inslag van een bom.
Verrassend, gezien het oorlogsverleden van dit domein. De naam verwijst naar
het oude woord inslach of ontginning. Vanaf de 17de eeuw werden
heidegebieden ontgonnen voor de aanleg van akkers en weilanden. Pas in de 19de
eeuw kwamen de bomen terug met de aanleg van het kasteeldomein. Tijdens de
oorlogsjaren werd het bos gekapt om meer zicht te krijgen op vijandige
manoeuvres. Na WOII namen grove den en lork opnieuw de ruimte in. Wij moeten
rechtdoor. Wat verder rijden we pal naast de Antitankgracht en deze naam mag je
letterlijk nemen. De gracht loopt dwars door het domein en werd aangelegd met
de bedoeling vijandige Duitse tanks tegen te houden. Nu is het een prachtig
stukje natuur en een geliefkoosd fiets- en wandeltraject. Voorbij de
Antitankgracht moeten we onder de E19 door langs de E10-plas. Aan de overzijde
zien we de speedboten liggen. Het seizoen is voorbij. De bootjes worden met een
zeil afgedekt. Onder de brug zwemmen tientallen waterhoenen. Ze roepen constant
naar elkaar. Of bakenen ze hun territorium af? Een prachtige locatie om nesten
te bouwen tussen het riet. Het is druk geworden door fietsers en wandelaars.
Blijkbaar zijn we niet de enigen die van het mooie weer willen profiteren.
Linksaf brengt de weg ons door het grondgebied van Schoten langs het
Antitankgracht.
Op het jaagpad langs het kanaal passeren we nog
menige bunkers van WOII. Bij sluis 3 rijden we het water over. Aan knooppunt 44
fietsen we door de Brechtse heide. Verschillende percelen bosgrond werden
omheind met groene gaas- en prikkeldraad. Nog vijf kilometer te gaan tot
knooppunt 99. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.
Woensdag 23 augustus 2017. Het is een
uitzonderlijke dag met stralend weer. Geen wolkje aan de lucht en er staat
bijna geen wind. Bij ons vertrek uit Ekeren is het al 20° Celsius en het wordt
beslist 27° Celsius vandaag (volgens de weergoden). We rijden voor onze
fietstocht naar het noorden. Naar Zeeuws-Vlaanderen, het zuidelijkste gedeelte
van de provincie Zeeland. Sylvia Philips, een Facebook vriendin, vroeg een tijd
geleden of we de 'Zeevruchtenroute' reeds gefietst hadden. Niet dus. We zoeken
het op en staan verstelt van het aanbod dat wordt gegeven. Er is een
zeevruchtentocht met GPS coördinaten ter beschikking van 55 kilometer. Of je
neemt de route van 59 kilometer door zeshoekige bordjes te volgen van de ANWB.
Aan de hand van fietsknooppunten kan je de Zeevruchtentocht zo lang of zo kort
maken als je wilt. En dat is nu net wat wij gaan doen vandaag. Onze GPS,
'Lucy', brengt ons op een half uur van Ekeren tot op de parking in Yerseke.
Gezien het vroege uur, 09:15u, is er nog voldoende plaats. Vlakbij is de
jachthaven waar ca. 190 ligplaatsen werden voorzien voor motorbootjes en
zeilschepen die momenteel in de zon liggen te pronken.
Met de fiets verlaten we de parking langs het
sanitair gebouw met toilet, douches en dergelijke meer. Naast de ingang,
ongeveer één meter boven het voetpad, werd een arduinen steen ingemetseld met
tekst: Hoogte waterstand op 1 februari 1953. Die dag steeg de waterstand tot
meer dan drie meter boven de normale vloedtop na een zware storm. Over het
gebouwtje bevindt zich een vis- en/of oesterkwekerij. De kwekerij bestaat uit
enkele bassins met een fontein die zuurstof in het stilstaande water brengt.
Interessant vinden we het infobord dat het dorp Yerseke erbij heeft geplaatst.
We lezen dat de putten werden aangelegd in 1883. De consumptierijpe oesters
worden op 4-jarige leeftijd opgevist uit de wateren van de Oosterschelde en de
Grevelingen. Ze worden vervolgens in de oesterputten opgeslagen om ze te laten
rusten en zich te ontdoen van zand en modder. Per soort liggen ze in genummerde
putten te wachten tot ze verpakt en verkocht worden. Ze worden naar geheel West
Europa verzonden en soms nog verder. De foto's ernaast zijn uit lang vervlogen
tijden. Prachtig om te zien. Verderop zijn nog meer oesterputten met
infoborden. Telkens met andere nuttige informatie.
Rechts van ons zien we 'De Schelde' en 'De
Branding'. Twee naast elkaar gelegen restaurantjes beneden de Havendijk. De
plaats om oesters, kreeft en mosselen te proeven. Links van ons nog enkele
kwekerijen met nuttige informatieborden. Een zwerm duiven cirkelt rond in de
lucht. Hier vindt men nog duivenmelkers. Een rariteit in Vlaanderen denk ik.
Boven Ekeren-centrum zien we ze toch niet meer vliegen. Figuurlijk dan. Meeuwen
krijsen en laat ons eraan herinneren dat we vlak bij zee zijn, op weg naar
knooppunt 63.
Als we knooppunt 65 volgen houden we halt bij de
voormalige Rooms Katholieke Sint-Annakerk inLangeville 37. De kerk dateert van 1894 en deed dienst tot en met 8
februari 2003. Ongeveer 13 jaar geleden werd de kerk omgebouwd tot een B&B
Petit Hotel met 5 gastenkamers. Een prachtige trouw- en vergaderlocatie,
uitgebaat door Meinte en Maartje die bekent werden na hun deelname aan het VTM
programma 'Met vier in bed'. De voormalige pastorie ernaast dateert van 1909 en
is bereikbaar via de B&B. Het gebouw werd eveneens aangepast en doet dienst
als ontbijtzaal annex vergaderzaal. We zien enkele gasten aan een tafeltje
genieten van een heerlijk kopje koffie.
Eens uit het centrum van Yerseke rijden we tussen
het groen en de stilte van de natuur, afgewisseld door pittoreske boerderijen
met rieten daken. Hier vinden we nog nostalgische momenten. Fietsen tussen
weiden en akkers op een smalle asfaltbaan zonder auto's. Sommige akkers werden
reeds omgeploegd. De meeste groenten werden al geoogst en er kan wintergraan
gezaaid worden. Een zwerm houtduiven wordt door iets opgeschrikt en stijgt de
lucht in. Hectaren maïs wacht nog om afgereden te worden. Dat kan nog tot
november duren. Tussen de akkers zijn nog grasweiden te zien met koeien of
schapen die rustig liggen te herkauwen in het zonnetje. Zwaluwen scheren laag
over de velden om insecten te vangen. Ze hebben nog een kroost groot te
brengen. Langs de brede slootkanten spotten we talrijke Kol- en Brandganzen.
Samen met de wilde eenden roepen ze om het hardst. Rondom grazen zwart witte
koeien. De echte mager gebouwde melkkoeien. Aan de horizon rijdt een
passagierstrein. Hij verdwijnt uit het zicht achter een gordijn van bomen. Na
knooppunt 65 rijden we door het buurtschap Vlake dat grenst aan het 'Kanaal
door Zuid Beveland'. De eerste spadesteek, van het kanaal, werd gegeven in 1850
en in 1866 voer het eerste schip door het water. Het werd een van de drukst
bevaren kanalen van Europa en is negen kilometer lang en ongeveer 200 meter
breed. Ten einde het smalle pad verlaten we alweer het buurtschap en hebben we
een prachtig uitzicht over het kanaal. We rijden onder een brug verder door die
over het kanaal werd gebouwd. Het is fietsen met wind op kop maar we nemen een
ondersteuning meer en zoeven als een snorfiets over het asfalt.
Na knooppunt 85 steken we kanaal over via een
sluis. Langs één zijde staan de zware deuren open en drie schepen verlaten de
sluis. Een ander schip wacht zijn beurt af om binnen in te varen. Voorbij het
sas moeten we linksaf. Ons bordje staat tussen twee straten in en we twijfelen.
Is het nu voor of na het bord dat we moeten afdraaien. We gokken na het bord en
laten de hoge dijk links liggen. Dat is mooi meegenomen, nu fietsen we uit de
wind, maar we zien geen groen witte bordjes meer staan of hangen. Bij het
volgende kruispunt vinden we ons knooppunt en zien we onze vergissing. We
hadden voor het bordje linksaf moeten rijden. Het zou een trip geweest zijn
vlak naast de Westerschelde. Aan de vijfsprong staan we dus al aan knooppunt
84. Rechtdoor fietsen we alsnog naast de zee. De vaarweg van 113 kilometer
staat in verbinding met de Noordzee en de Schelde. Een belangrijke verbinding
tussen Antwerpen en Vlissingen. Rechts van ons staan verschillende soorten hoge
bomen. Deze beschermen het achterliggende dorp Hansweert tegen de koude wind en
de stormen van de Noordzee. Hansweert is een klein dorp van amper 1700 inwoners
maar met een bewogen geschiedenis. Een echtpaar en twee kinderen wandelen langs
het strand van de Westerschelde. Met een netje proberen ze zeedieren te vangen.
Ontelbare schepen varen met een slakkengangetje voorbij. De skyline vertoont
tientallen windturbines die ongeveer 20 km ver in zee staan te draaien. De groene
dijken worden op natuurlijke wijze kort gehouden door grazende schapen. Daarbij
laten ze bloemen en planten grotendeels staan omdat ze liever gras eten.
We houden halt bij 'Gemaal Schore'. Een infobord
vermeld onder andere dat het gemaal het watersysteem robuust en
klimaatbestendig maakt in het gebied. Het werd in februari 2016 geopend en
voert overtollig oppervlaktewater af naar de Westerschelde, tot 70.000 liter
water per minuut. Zeemeeuwen strijken met tientallen neer op het strand. Ze
zoeken kokkels, mosselen, krabbetjes en wormen. We hebben 11 kilometer
gefietst.
Na de Westerschelde fietsen we weer tussen de
polders en de geurende fruitplantages. Trossen appelen en peren hangen klaar om
geoogst te worden. De takken met fruit hangen gevaarlijk door. In september
start het plukseizoen en komen heel wat gemotiveerde werkzoekenden een handje
toesteken om de appels of peren met de hand te plukken. De grote houten bakken
staan klaar om het fruit te verzamelen. Elke plantage wordt afgeschermd door
een hoge haag van bomen en struiken. Op deze manier zijn de bloesems in het
voorjaar beschut van de koude noordenwind. Ook de hoge dijk, waar we nu op
fietsen, beschermt hectaren fruitplantages van de soms gure
weersomstandigheden. De rode appels glimmen in het zonlicht. Links van ons
werden glazen serres gebouwd. Onmogelijk uit te maken wat er binnenin wordt
gekweekt. Vooraan bevinden zich enkele kweekputten. Ganzen naderen met veel
kabaal op het water. Ze verjagen andere watervogels en hebben op die manier het
bassin voor hen alleen. Tussen het gebladerde aan de bomen zitten dan weer
kleine vogeltjes te kwinkeleren. Ze zijn niet te spotten.
Vanaf knooppunt 71 fietsen we over een smal
asfaltbaantje op de Langedijk dat aan beide zijde afgeboord is met hoge
platanen. We blijven vergezeld van land en tuinbouwgronden. Niets dan groen. We
houden halt bij een infobord langs de kant van een brede sloot. We lezen: Deze
akkerrand biedt voedsel, dekking en nestgelegenheid aan akkervogels. Bij
knooppunt 78 wijken we even af voor een oude korenmolen die reeds van ver
zichtbaar is. De Korenhalm' werd gebouwd in 1876 aan de rand van 's
Gravenpolder. De molen is privébezit en niet toegankelijk.
We rijden terug en volgen knooppunt 79 dat dwars
door 's Gravenpolder ligt. Een rustig dorp met veel parkeergelegenheid rond de
kerk. De Sint-Maartenkerk is een, uit ca. 1500, bakstenen kruiskerk met een
ingebouwde westtoren en is aan de Heilige Martinus gewijd. De windwijzer op de
toren, in de vorm van een vis, verwijst mogelijk naar het in de oudheid geheime
Ichtus teken waaraan de gelovigen elkaar (her)kenden. De klok slaat net het
middaguur. Er staan zitbanken in het zonnetje en daar maken we gebruik van om
te picknicken. Zoals de meeste straten in een Nederlands dorp zijn ook hier de
straten aangelegd met klinkers. Door de tand des tijds voel je elk putje en
wordt je als het ware door elkaar geschut. Maar dat is niet te vergelijken met
de Vlaamse kasseien. In de Populierestraat moeten we optornen tegen de wind.
Rechts van ons is een open vlakte. Windturbines draaien hun rondjes in de
verte. We maken enkele foto's van een groot gladiolenveld. Als bolgewas groeien
de bloemen het best in volle zon. Op enkele rode bloemkopjes na zijn ze
allemaal gesnoeid. De manier om de bloembol te laten groeien. Wat verder
verlaten we het centrum van 's Gravenpolder.
Aan knooppunt 46 rijden we door Abbekinderen. Een
buurtschap dat behoort bij Kloetinge. Na knooppunt 47 rijden we zelfs door
Kloetinge. Een dorp in de gemeente Goes. De ronde bakstenen Oostmolen van
Kloetinge werd gebouwd in 1704 in Zeeuwse traditie wit geschilderd. In het
groene landschap is hij duidelijker zichtbaar. Hij draait nog regelmatig, maar
net niet vandaag. Op het kruispunt vlakbij staat een boom die geplant werd door
de gemeente Goes ter gelegenheid van de kroning van Willem Alexander op 30
april 2013. Ook op dit kruispunt staat een monument dat de bevrijding van
Zuid-Beveland door de Canadese troepen symboliseert.
Van 4 september tot 8 november 1944 vond hier de
Slag om de Schelde plaats met als doel de haven van Antwerpen in gebruik te
kunnen nemen. Na een succesvolle opmars van de Tweede Canadese
Infanteriedivisie over Zuid-Beveland als onderdeel van operatie Vitality, werd
op 29 oktober Kloetinge bevrijd.
We rijden het centrum van Kloetinge binnen en
fietsen rond de statige Geerteskerk die midden op het Geertesplein staat. Een
protestantse kerk uit 1250, gebouwd op de plaats van een gesloopte houten
kapel. De toren werd gebouwd in 1494. Het oudste gedeelte dateert van omstreeks
1300. De omringende begraafplaats werd jaren geleden al ontruimd. De pastorie
en het gemeentehuis zijn twee prachtige gebouwen van 1881. Het brede complex
doet dienst voor de wegenwerken. Naast het gemeentehuis staat het geboortehuis
van Buys Ballot (1817-1890).Hij was
een Nederlandse meteoroloog, scheikundige en natuurkundige. Het monument in de
gevel van het geboortehuis werd onthuld op 22 september 1934. We volgen
knooppunt 44 en zien vanop een grote afstand de voormalige watertoren van Goes
die gebouwd werd in 1912 met een hoogte van 63 m. De toren doet tegenwoordig
dienst als kantoorruimte.
Na knooppunt 44 hebben we 29 kilometer gefietst en
belanden we in de prachtige stad Goes. We maken onze fietsen vakkundig vast bij
het VVV kantoor aan de twee kerken die de stad domineren. De hervormde en de
katholieke kerk werden tegenover elkaar gebouwd. Ze hebben beiden de naam Maria
Magdalena en hebben beiden hun deuren geopend en daar maken we gebruik van.
Door de hervorming werd ook in Zeeland de positie van de katholieken nadelig
beïnvloed: kloosters werden opgeheven en de kerken gingen over in protestantse
handen. Op 30 september 1578 werd de Grote of Maria Magdalenakerk die voltooid
werd in 1540 voor de katholieke bevolking gesloten. De kerk is verbouwd na 1618
toen er een brand ontstond door onvoorzichtigheid van een leidekker. In dekerk wordt momenteel een tentoonstelling
gehouden in het schip van de kerk. Het voorste gedeelte is niet toegankelijk.
De expositie loopt nog tot en met 4 september 2017 en gaat over schilderkunst
van en in Noord-Korea. Meer dan vijftig schilderijen worden tentoongesteld die
gemaakt werden in de periode 1960-2000 door professionele schilders.
We wandelen uit de kerk en betreden de andere kerk.
De Heilige Maria Magdalenakerk is een mooie gebedsplaats van 1905-1908. De
muurschilderingen dateren gedeeltelijk uit de Tweede Wereldoorlog. De
glas-in-loodramen werden geplaatst in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
Het is voor het eerst dat we een biechtstoel zien met gebrandschilderde ramen.
Een unicum.
We wandelen met de fiets aan de hand tot op de
Grote Markt. Voor 1389 werd de Grote Markt de Korenmarkt genoemd. In 1417 kreeg
de stad het privilege om een jaarmarkt te houden. De Goese jaarmarkt of kermis
was in augustus en duurde acht dagen. Sinds 1684 is de markt wekelijks op
dinsdag. Hier prijkt het grote gemeentehuis met de voormalige gevangenistoren.
Een belangrijk onderdeel van het gebouw was de rechter toren (van 1389). deze
deed tot halverwege de 19e eeuw dienst als gevangenis. Er vindt net
een huwelijk plaats en dat willen we niet verstoren. Rechts op het plein
domineert de horeca. We zetten ons aan een klein tafeltje in het zonnetje en
genieten van een welgekomen verfrissing. Het oudste gedeelte van het stadhuis
is de Vleeshal en dateert van 1410. Sinds 2007 is in de Vleeshal een restaurant
gevestigd. Na 1410 volgde een uitbreiding tussen 1550-54. Tussen 1775-79 werden
de raadzaal en de trouwzaal vernieuwd. In de gevel werden twee bronzen
monumenten geplaatst. Het bovenste vermeld de tekst: De klok in deze toren
word geluid ter eerbiedige nagedachtenis aan de stadgenoten die vielen in het
verzet 1940-1945. Daaronder vermeld een tweede monument: 1945-1962. Ter
herinnering aan de gesneuvelden uit deze gemeente. Bedenkt dat zij hun leven
gaven tijdens de uitvoering van hun opdracht voor het vaderland. Vanwege de
vereniging der oud militairen indiëgangers.
Na het gezellige terrasje fietsen we verder langs
de jachthaven van Goes die een verbinding heeft met de Oosterschelde. Rondom
zien we de verschillende historische huizen die een meerwaarde geven aan de
haven.
We volgen verder knooppunt 45. We verlaten het
centrum van Goes langs een breed asfaltpad. Rechts werd een nieuwe wijk gebouwd
op het water. Het zijn vrijstaande woningen om U tegen te zeggen. Wat verder
fietsen we rakelings langs 'De Goese Golf'. Het grootste golfcomplex van
Zeeland met een uitdagende 18 holes wedstrijdbaan, omgeven door veel water.
Uitrusten kan in de aanpalende Brasserie. Bij knooppunt 49 rijden we even op
het grondgebied van Kattendijke. Een geliefd dorpje bij duikers vanwege zijn
gunstige ligging aan de Oosterschelde. Vijftig meter verder vermeld een bord
'Einde centrum' dat we het dorp alweer verlaten. De Oude Zeedijk voert ons tot
bij knooppunt 51 langs de Oosterschelde. De zeearm werd in gebruik genomen in
1986 en heeft een lengte van 48 km. De Oosterschelde is een Nationaal Park, het
grootste en natste park van Nederland met 35.000 ha zeewater en 2.000 ha natuur
op de oever. Een wereld van wind en water, schorren en slikken, kleurrijk leven
onder water en vogels, veel vogels. Rechts zien we een brede sloot met grazende
koeien. Een groen landschap dat rust uitstraalt. De schoonheid rondom ons zou
menige kunstschilders en dichters inspireren.
Na knooppunt 51 laten we de Oosterschelde achter
ons en fietsen vervolgens door Wemeldinge. Een dorp dat ontstond naast de
Oosterschelde en het 'Kanaal door Beveland'. Een toeristische plaats die zeer
in trek is bij duikers. Wemeldinge bezit een prachtige jachthaven,
vakantiehuisjes en campings. We houden halt op een driesprong waar een monument
werd onthuld op 02/03/1928. In het gemetselde monument werd een gedenksteen
aangebracht met de woorden Het dankbare Wemeldinge aan zijn burgemeester F.
Wabeke Az (1902-1927). Eens uit het centrum fietsen we weer langs hectaren
fruitplantages. Ditmaal alleen met peren. De zon is ondertussen achter de
wolken verdwenen en de wind steekt een tandje bij. Het is 16:10u. Nog een uur
rijden veronderstel ik. Nog negen kilometer te gaan bij knooppunt 59.
Als we terug in Yerseke zijn beklimmen we de dijk
en staan vlakbij het strand. Het is hier druk van de zonnekloppers en enkele
pootje baders. We fietsen verder langs de dijk tot bij het standbeeld van de
mosselman. Een bronzen beeld staat op een sokkel met een mand gevuld met
mosselen. Het monument werd geplaatst ter gelegenheid van de opening van de
Koningin Julianahaven op 18/6/1981 in aanwezigheid van prinses Juliana. De
vissersvereniging van Yerseke heeft de plaatsing mede mogelijk gemaakt. We
moeten beslist de mosselen of oesters proeven. We kiezen voor brasserie
Sportvisser in de Van Randwijckstraat. Van oesters houden we niet dus is de
keuze niet zo moeilijk. Tot schrijfs
Vertrek: Marktplein,
aan de kerk van Kieldrecht. In de Dorpstraat is bordje 12.
Maandag 21 augustus 2017.
We vertrokken uit Ekeren met een helderblauwe lucht, maar als we in het
Waasland toekomen hangt er een nevelige waas voor de zon. Vandaar de naam:
'Waasland', denk ik. De temperatuur meet hier slechts 18°C aan. Een beetje
frisjes voor de tijd van 't jaar zou de weerman zeggen. We trekken een lichte
trui aan en vertrekken, op onze e-bikes, voor een trip door het Waasland. De
eerste Sint-Michielskerk, van Kieldrecht, werd op het hoogste punt van het dorp
gebouwd in 1238. Tijdens de daarop volgende eeuwen te klein bevonden,
afgebroken en sterk vergroot weer opgebouwd. In 1788 werd de westtoren grondig
vernieuwd. Op het Marktplein werd het monument opgericht dat de inwoners van
het dorp herdenkt die tijdens de beide Wereldoorlogen omkwamen of vermist werden.
Naast de kerk werd een verkoperd monument op een sokkel geplaatst met de naam:
'Boegbeeld'. In Oud Arenberg staan we voor de pastorij die vermoedelijk gebouwd
werd tussen 1894-'97. Sinds 2012 is het gebouw in privé bezit.
We rijden door de
Dorpstraat tot nummer 24 waar het voormalige gemeentehuis staat te pronken. Het
gebouw dateert van 1893. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw
getroffen door een vliegende bom. Het was wachten tot 1948 voor de schade werd
hersteld. Momenteel is het een politiekantoor. In de gevel werd een monument
aangebracht. We lezen: 'Door een bominslag vielen hier op deze plaats op 22
maart 1945 negentien onschuldige slachtoffers van zinloos geweld. Kieldrecht
zal hen nooit vergeten'. Daaronder staan de namen van 13 burgerslachtoffers en
zes Britse militairen. De gedenkplaat werd op 11 november 1998 onthuld.
Bij knooppunt 12 rijden
we 800 meter tot knooppunt 60. Aan de splitsing in de Kouterstraat gaan we de
Belgische Nederlandse grens over en fietsen een stukje door Zeeuws
Vlaanderen dat omgeven is door de Westerschelde en de Noordzee. Zeeuws
Vlaanderen is een geliefde bestemming voor strand- en natuurliefhebbers. We
belanden in het dorpje Nieuw-Namen dat bijna op de grens van België en
Nederland ligt. Het dorp behoort bij de gemeente Hulst en is omgeven door
zeekleipolders. De Heilige Jozefkerk in de Hulsterloostraat dateert van 1860.
Aan het eind van de 19e eeuw werd de kerk sterk uitgebreid. De toren
werd in 1912 opgetrokken. Naast de inkom staat een levensgroot beeld van Jezus
afgebeeld, hoog op een arduinen sokkel. Daaronder de woorden: 'Komt allen tot
mij'. Als we het dorp verlaten moeten we knooppunt 64 volgen. Het bord is niet
echt duidelijk. We moeten rechtdoor maar de straat splitst zich. Links is een
doodlopende straat die overgaat in een zandpad tussen een grasberm. Links van
ons, tussen enkele schapen, toornt een hoge luchtwachttoren met uitkijkplatform
hoog de lucht in. Een infobordje legt uit: 'In Nederland zijn in de tijd van de
'koude oorlog' 140 uitkijktorens gebouwd. Deze toren uit 1953 is er één van. De
torens deden dienst als uitkijkpost om vliegtuigen van 'de vijand' te
signaleren. Het Koros Luchtwacht Dienst, bestaande uit vrijwilligers, bemande
de torens. Al sinds 1964 worden de torens niet meer gebruikt. Deze
luchtwachttoren is nu in particulier bezit. Aan Staatsbosbeheer is destijds
gevraagd om bomen en struiken aan te planten zodat de torens uit het zicht
werden onttrokken'. Ons plan vertelt dat we de Schelpstraat moeten volgen over
een rustige asfaltbaan. De andere straat dus waar we rechts, in de verte, de
koeltorens van Doel zien. Ze spuien onophoudelijk dikke wolken van waterdamp de
lucht in. De boosdoener die een waas voor de zon brengt. Voor ons staat de
skyline vol met geordende groene loofbomen.
2,8 km verder is
knooppunt 64. We fietsen langs een perenplantage van hectaren groot. Trossen
fruitige peren hangen klaar om eind augustus te worden geoogst. De houten
verzamelbakken staan reeds klaar. We rijden rechtdoor voor 2 km tot knooppunt
65. Hier fietsen we door Emmadorp. Buurtschap Emmadorp is een kleine kern in de
gemeente Hulst. Er zijn nog enkele oude huizen en zelfs nog nieuwbouw. We
fietsen zelfs nog voorbij enkele grote bedrijven. Na knooppunt 65 volgen we
even knooppunt 59. Rechtdoor dus tot het eind. Links van ons bevindt zich het
café, Het Verdronken Land. Het heeft net vandaag zijn sluitingsdag. Nog meer
naar links is het bezoekerscentrum van het Zeeuwse Landschap gevestigd. Het
omvat een moderne expositie, met veel doe activiteiten die verrassend zijn
voor jong en oud. Op de parking staat de voormalige lichtbaken 'Marlemontse
Plaat'. De Waker van Saeftinghe. Dit baken werd geplaatst op 15-08-1966 en
uit Saeftinghe verwijderd op 26-11-1997.
Voor ons ligt een hoge
dijk die men kan beklimmen door middel van enige trappen. Kleine zwaluwen
blijven op de houten trapleuning zitten als we naar boven stappen. Eens we te
dicht genaderd zijn vliegen ze weg. Als we voorbij zijn zitten ze al terug op
hun plaats te wachten op hun ouders die hen komt voederen. De beklimming is de
moeite waard want eenmaal boven hebben we een prachtig zicht over het uniek
natuurgebied het 'Verdronken Land van Saeftinghe' met een oppervlakte van 3.500
hectare. Het gebied leeft op het ritme van het getij: het zilte water van de
Westerschelde stroomt bij elke vloed het gebied binnen; bij eb zakt het water
weer. Via de drie hoofdgeulen, die zich het gebied in vertakken, komt het water
tot vlak bij de dijk. Van de vroege 14e tot en met de 16e
eeuw was de 'Heerlijkheid Saeftinghe' zeer vruchtbaar polderland. Het lag ook
zeer strategisch voor de haven van Antwerpen. Er lagen vier dorpjes en er stond
zelfs een kasteel, Slot Saeftinghe. Door opeenvolgende overstromingen is het
land verdronken. Het is een magnifiek schorren- en slikkengebied met de
mooiste planten en kruiden. Het aantal vogels dat hier overwintert loopt in de
tienduizenden en vormt daarom een belangrijk gebied voor broed- en trekvogels.
We kunnen nog een stuk de dijk af tot bij een draadversperring. Hier waait een
strakke bries. We hebben een thermos koffie meegebracht en genieten zo nog meer
van de uitgestrekte natuur die zich voor ons uitspreidt. In de verte spotten we
twee wandelaars. Rechts van ons grazen talloze schapen. Nog verder, vlak voor
ons, vaart een COSCO containerschip op de Westerschelde naar een losplaats. Het
gaat tergend langzaam. De Westerschelde is één van de drukst bevaren wateren
ter wereld. Ze staat in open verbinding met de Noordzee en de Schelde en vormt
daardoor een belangrijke verbinding tussen Antwerpen en Vlissingen.
Na onze lange stop in
Emmadorp vergeten we even de knooppunten en volgen gewoon deEmmaweg. We laten de hoge dijk links
liggen. We hebben nu de koeltorens vlak voor ons. Tussen de twee reuzen
schouwen zien we de minuscule spitse kerktoren van Prosperdorp. Op de
voorbijrijdende akkers wordt in mindere maten maïs geteeld. Het zijn de
groenten die hier domineren. Bij zo'n akker zijn de erwten klaar om machinaal
geoogst te worden. Het loof is al geel geworden. Emmaweg wordt Prosperweg en
even verder nemen we de derde straat rechtsaf (Petrusstraat). Nog wat verder
rijden we terug de grens over en fietsen we opnieuw in België. Home sweet home.
Na knooppunt 13 volgen we knooppunt 17 en komen in Prosperdorp. Een gehucht van
de gemeente Beveren. De polder dateert van 1846 en is nog tamelijk jong. Bij
een infobord, langs de kant van de weg, houden we halt. Het gaat over de
voormalige Prosperhoeve, genoemd naar hertog Prosper van Arenberg die het
gebied liet indijken. Zo creëerde hij landbouwgrond en trok hij bewoners aan.
Een infobord vermeld: 'Hertog Prosper Lodewijk van Arenberg (1785-1861) liet in
1846 de grensoverschrijdende Prosperpolder aanleggen. Hij paste er een uniek
uitbatingsmodel toe. In plaats van de gronden te verkavelen en te verpachten,
baatte hij de polder in eigen regie uit. Vier hoeves stonden hiervoor in.
Vanuit de centrale hoeve, de Prosperhoeve, coördineerde de rentmeester van de
hertog de uitbating. Aan de overzijde van de straat staat nog de schuur van de
voormalige Prosperhoeve. Wat verder werd de Sint-Engelbertuskerk gebouwd in
1910-11 in opdracht van hertog Engelbert Marie van Arenberg. In Prosperdorp
vonden, in 2015, de opnames plaats van de bekende televisieserie Den elfde van
den elfde. Naast de kerk staan enkele zitbanken waar we in het middagzonnetje
onze picknick houden. De plaatselijke kroeg, café 'Den Angeluus', heeft zijn
sluitingsdag.
We verlaten het centrum
van Prosperdorp en fietsen tot aan de hoge dijk met een infobord. We lezen:
'Tot 2020 bouwen we hier aan een grensoverschrijdend natuurgebied van
internationaal belang. Door 465 hectare voormalige poldergrond terug te geven
aan de rivier, stijgt de veiligheid, natuurlijkheid en toegankelijkheid van
deze grensstreek aanzienlijk. De Schelde krijgt weer meer ruimte en de
getijdennatuur herleeft. Deze prachtige regio kan verder uitgroeien tot een
toeristische trekpleister met talrijke kansen voor de streek. Een hoge muur van
steen- of schanskorven trekt onze aandacht. Achter de muur nodigen trappen uit
om tot op de dijk te klimmen. Het Hedwige Prosperproject. Op dit punt staan
we oog in oog met de gevolgen van de strijd tegen het water. Dit gebied is
altijd onderhevig geweest aan de grillen van de getijden. Al in de 13e
eeuw begint men de strijd tegen het water. Men werpt dijken op en wint
polderland. Maar soms wint de natuur iets terug. In 1570 bijvoorbeeld zet de
Allerheiligenvloed dit hele gebied blank, van Saeftinghe tot Kallo. Vandaag
voorziet het Hedwige-Prosperproject in een teruggave van zo'n 450 hectare grond
aan de Schelde. Een deel daarvan ligt op Nederlandse grond, in de
Hedwigepolder. Een ander deel ligt hier, in Prosperpolder. De getijden krijgen
hier opnieuw vrij spel. En zo ontstaan slikken en schorren.Het is bijna net hetzelfde uitzicht als het
'Verdronken Land van Saeftinghen'. Plassen, kreken en oneindig veel groen. De
skyline wordt gedomineerd door de Scheldehaven met laad- en loskades voor
containerschepen. Momenteel legt de MSC aan om gelost te worden. Een ander
containerschip maakt zich los van de kade en wordt naar zee geloodst.
We staan bij de
infokeet op de Zoetenberm bij een infopunt. De loods is niet open, maar aan de
zijkant staat op een infodoek dat het infopunt tijdens de week open is van 8u30
tot 16u30. Niet dus.
Na knooppunt 13
bereiken we Oud Doel, nog een gehucht van Beveren. Het dorp wordt niet
aangegeven door de gebruikelijke verkeersborden F1 F3. We fietsen langs een
aantal oude boerderijen en in de verte spotten we weer de koeltorens van de
kerncentrale Doel. Al snel verlaten we het dorp over een kasseiweg. Links
aanhouden en langs een steil pad met grove grind klauteren we te voet de dijk
op. We moeten oorspronkelijk naar rechts. We hebben voor ons de Schelde. Een
pracht van een uitzicht. En dan denk ik: hier wil je niet staan koekeloere bij
slecht weer. Eerst naar links tot bij de uitkijktoren. Na 44 treden houd een
balustrade ons tegen. Het uitzicht van 360° is waanzinnig spectaculair en
adembenemend. 200 m verder staat de radartoren. De radartoren vervangt de toren
die vroeger aan de Nederlandse grens stond. Hij bevond zich midden in een
voormalige polder. Die 'ontpoldering' kadert in het Sigmaplan, dat Vlaanderen
beschermt tegen overstromingen. De radartoren begeleidt het scheepvaartverkeer
op de Westerschelde. De oorspronkelijke toren lag pal in een gebied dat
ontpolderd zou worden. Daarom bouwden ze hier een gloednieuwe toren.
Een veeboer komt zijn
koeien van de polder ophalen. Op sommige plaatsen stonden ze tot hun buik in de
zwarte modder. We vervolgen onze weg langs knooppunt 17. Voor we de dijk
afrijden volgen we het bord naar een Brits monument. Rechts van ons ligt de
Doelpolder (71 ha) en Brakke Kreek (36 ha). Beide gebieden zijn
natuurcompensaties voor de natuurwaarden die verloren zijn gegaan bij de aanleg
van het Deurganckdok. Een witte lepelaar zoekt naar prooi in het ondiepe water.
Het is een zeldzame vogel die voornamelijk in het Zwin voorkomt. Tientallen
andere watervogels zwemmen in de grote plas. Eenden maken om de beurt een duik
tot op de bodem. De meeste eenden zitten op de oever de zonnen. We maken een
grote bocht om de kerncentrale. De koeltorens zijn ongeveer 1,70m hoog. De vier
kernreactoren werden in gebruik genomen tussen 1975 en 1985. Het jaagpad brengt
ons tot vlakbij het monument. Het werd opgericht in juni 1948 door de dankbare
bevolking dat hulde brengt aan de dappere Britten die hen bevrijdde van
september 1944 tot mei 1945.
Voor de Scheldemolen
staan de eerste 'huizen' van Doel. Door de graffiti zijn ze duidelijk zichtbaar
tussen het groen. Een pand is volledig uitgebrand. Bij een ander pand staan de
ramen wagenwijd open. Weer en wind heeft vrij spel. Dan praat ik nog niet over
de vogels die hun nest binnen maken. Bij een volgende pand staat een auto en
een caravan op de oprit. De Scheldemolen is nog één van de oudste stenen molens
van Vlaanderen, maar wordt al bijna 90 jaar niet meer gebruikt. De eerste
houten korenmolen werd waarschijnlijk gebouwd voor de indijking van 1614. Hij
werd geveld door een zware storm. De huidige molen dateert van 1835 en stopte
met malen in 1927. Tijdens WOII werd hij bezet door het Duitse leger en daarna
door Engelse soldaten die er een observatiepost van maakten. De gemeente
Beveren kocht de molen in 1978 en na restauratie werd het 'Restaurant De Molen
met een terras voor wandelaars en fietsers. Van hieruit hebben we een mooi
zicht op een bosrijk gebied dat het dorpje Lillo herbergt. Vroeger kon je met
een veer naar de rechteroever en terug. De drukte op de Schelde laat het niet
meer toe.
Het voormalige dorp
Doel is een spookdorp geworden waar kunstenaars zich met graffiti hebben kunnen
uitleven. Op een enkeling na hebben alle inwoners het polderdorp verlaten. We
maken een fietstocht door het kleurrijke dorp. In elke straat zijn er nog
enkele huisjes die bewoond zijn. Een plastieken bloembak voor het raam is pas
gevuld met geurige bloemen. Witte gordijnen hangen voor het mooi gepoetste
raam. Borden waarschuwen vandalen en graffitikunstenaars dat het pand bewoond
is. Eigenaars die voet bij stuk houden. De overige gebouwen zijn dichtgetimmerd
met hout of aluminium platen. We stoppen bij de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart
kerk. Ze is nog omgeven door een begraafplaats en een gietijzeren omheining van
1857. De eerste kerk dateerde van de 15e eeuw. Maar deze werd
afgebroken, vernieuwd en vergroot. De huidige kerk werd gebouwd in 1851-'54. De
deur is op slot. Een bord met camera laat weten dat er constant bewaking
aanwezig is. De parochiekerk wordt nog regelmatig gebruikt voor huwelijken,
uitvaarten en doopplechtigheden. Voor de kerkingang werd het monument voor de
gesneuvelden van beide Wereldoorlogen geplaatst. Op de parking staan enkele
auto's geparkeerd. Twee daarvan met Nederlandse nummerplaat. Nog meer
ramptoeristen, net als wij. Bij een kleine speeltuin werd op 1 juni 1985 het
monument geplaatst van de schipper. Het werd opgericht naar aanleiding van het
125 jarig bestaan van de Koninklijke Schippersgilde van Doel. Het 'Sinte
Cornelius Gesticht' van Doel werd eveneens gebarricadeerd met houten platen voor
ramen en deuren. Verschillende dakleien ontbreken en zorgen binnen voor
wateroverlast. Een voormalig klooster en eertijds een kostschool voor meisjes.
Hoe de toekomst er voor 'het dorp' uitziet is anno 2017 nog altijd onduidelijk.
Zal de haven zich hier verder ontwikkelen? Wat dan met de kerk en de molen?
Twee geklasseerde gebouwen. Dat maak je niet zomaar met de grond gelijk.
Na een natje en een
droogje fietsen we weer bovenop de dijk en vervolgen we onze weg over een brede
kasseiweg. We wanen ons even als professionele wielrenners in de 'Ronde van
Frankrijk'. Tot alles begint pijn te doen. Beneden de dijk bemest een tractor
zijn akkers. De wind staat in onze richting en kunnen we mee genieten van de
geur. Wat een fietser niet allemaal lijden kan.
Na knooppunt 14
belanden we in Saftingen, een gehucht van Beveren. Het dorp situeert zich
slechts naast de straat Saftingen. Naast een wegkapelletje H. Maria bidt voor
ons staan enkele huizen en een boerderij, omgeven door hectaren landbouwgrond.
De uien liggen op de bermen te drogen.
Een paar kilometer voor
Kieldrecht rijden over de Pillendijk. Links van ons kijken we uit over 'Putten
West' dat net als Putten Weide een natuurgebied is. Aangericht om het verlies
van kostbaar groen te compenseren toen het Deurganckdok gebouwd werd. Een
plaats waar we genieten van vogels of gewoon van de stilte. Verderop zijn we
terug bij knooppunt 12.
Op weg naar huis
stoppen we even aan het Verheyenplein van Verrebroek. Een deelgemeente van
Beveren. De Sint-Laurentiuskerk dateert vanaf de 15e eeuw. In 1688
kreeg de kerk haar huidige uitzicht. De torenspits werd gehalveerd in 1804 door
de Fransen die er een semafoor op plaatsten. De begraafplaats is al lang
verdwenen. Er rest nog het oorlogsmonument dat de gesneuvelde soldaten gedenkt.
Op een arduinen sokkel werd het bronzen borstbeeld geplaatst van Philip
Verheyen. Geboren te Verrebroek op 23 april 1648. Hij was ontleedkundige,
doctor in de medicijnen en hoogleraar te Leuven waar hij stierf op 28 januari
1710. Het monument werd in 1862 ingehuldigd. De gemeentepomp met sierlijke vaas
werd geschonken door de familie Jaequemyns in 1857 aan de inwoners van
Verrebroek. Het is nog ongeveer een half uur rijden tot Ekeren. Foto's: Rina Meurs.
Dit is de derde en laatste fietslus van de
Brabantse Kouters. De route is ongeveer 40 km lang zonder afwijkingen. In
tegenstelling tot de vorige Brabantse Kouterroutes laten we vandaag de
afwijkingen voor wat ze zijn. De routes worden te lang en we rijden dan
gewoonlijk nog verkeerd ook. We volgen op deze route gewoon de knooppunten en
bezoeken de oorlogsrelicten die we langs de fietslus passeren, genietend van
mooie vergezichten, van het prachtige weer en van elkaars gezelschap. De
Brabantse Kouters liggen tijdens de eerste oorlogsweken in niemandsland. Een gespannen
situatie. Af en toe breekt er geweld uit en huizen worden in de as gelegd. Een
uitval van het Belgische leger uit Antwerpen eindigt met gevechten in Zemst,
Grimbergen en Meise.
Maandag 7 augustus 2017. We parkeren vlakbij
knooppunt 28 in de Spoorwegstraat te Kapelle-op-den-Bos. Als we met de fietsen
vertrekken wijst de temperatuur al 20° Celsius aan. En het beloofd een warme
zomerse dag te worden. We rijden terug tot aan de spoorwegbrug, bij knooppunt
28 en slaan rechtsaf. We rijden via de stalen Jan Bogaertsbrug over de
Willebroekse vaart. Het zijn twee bruggen, één brug voor het wegverkeer en over
de ander loopt het dubbel spoor van spoorlijn 53. De wegbrug werd gebouwd in
1979 en de spoorbrug twee jaar later. Links toornt de uitkijktoren hoog de
lucht in. De getinte ruiten geeft de bruggenwacht een onbeperkt uitzicht over
het water. Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Met het graven van het kanaal werd
gestart in 1550 en is daardoor één van de oudst bevaarbare kanalen van Europa.
Inmiddels vaart een binnenschip, geladen met meer dan twintig grote containers
in het ruim, zonder moeite onder de brug door. De Franse vlag wappert achteraan
het schip. Voor grotere schepen moeten de bruggen opgehaald worden. We rijden
even in een kring. Daarnet hadden we de uitkijktoren links van ons. Nu zien we
de toren recht voor ons en fietsen onder de Jan Bogaertsbrug door. Twee
passagierstreinen ratelen net boven ons hoofd over de brug. Gelukkig kruisen ze
elkaar. Tot knooppunt 29 fietsen we naast de Willebroekse vaart. We houden halt
voor het grondgebied van Willebroek. Een wegwijsbord geeft de richting aan naar
een 'Hopveld'. We volgen rechtsaf knooppunt 87. Het hopveld weet van de
droogte. Enkele ranken zijn verdroogd en geen enkel is volgroeid. Toch zien we
de bloempjes op de zijscheuten van de ranken. Nog even en er kan geoogst
worden.
Via de Alemstraat rijden we het centrum binnen van
Leest. Het dorp is een deelgemeente van de stad Mechelen. Niets roert zich in
de straten van Leest. Geen levende ziel te bespeuren ondanks de grote vakantie.
We horen geen kinderen joelen of roepen. De bewoners zijn hoogstwaarschijnlijk
gaan werken of naar het buitenland op vakantie. Eens uit het centrum fietsen we
langs akkers met spruitplanten. De vruchten zijn nog zo klein als mini
knikkers. In september begint de oogst die in maart eindigt. Tussen de planten
groeien savooikolen. Het zijn typische groenten die aardig wat vorst kunnen
verdragen. Tractors verwijderen de laatste hectaren koren in de omgeving.
Ondanks de droogte in het voorjaar is de graanoogst een succes geworden. Maïs
domineert de regio. Tussen de plantages in is het warm. De temperatuur stijgt.
Er staat bijna geen wind.
Vlak voor knooppunt 25 fietsen we langs spoorlijn
53 en houden halt bij een klein monument langs de kant van de weg. Dit R.A.F.
monument werd ingehuldigd op 10 mei 2013 voor het 158ste eskadron dat tijdens
de nacht van 23 juni 1943 met hun Halifaxvliegtuig neerstortte in het
omringende veld en de bemanning doodde. Hun namen worden op het monument vermeld.
Aan landbouwgronden is hier geen gebrek. In een afgespannen weide grazen
tientallen schapen. Mooie uitzichten worden ontsiert door de stalen pilaren met
vuistdikke elektriciteitskabels. In een groene poel verderop zoekt een reiger
naar prooi. Hij houd ons scherp in de gaten opdat we niet te dicht naderen.
We rijden door het dorp Laar. Een gehucht van
Zemst. Bij het kruispunt staat een kapel in de schaduw van een grote den. Het
opschrift boven de deur luidt: 'God ziet mij'. Daarboven werd een oog in de
bekende driehoek geschilderd. Het beeld van 'Moeder Maria' kleurt het
interieur. De kapel splits de straat in twee. Het naast gelegen Café 'Hof van
Laar' is vandaag gesloten. Het is niet direct duidelijk of het zijn
sluitingsdag is of dat de eigenaars op vakantie zijn. Het café was, enkele
jaren geleden, het decor voor de populaire VRT-reeks 'Loslopend Wild'. We
rijden rechtdoor en laten de Sint-Engelbert en Bernardus kerk, uit de late 19e
eeuw, links liggen. Bij de Larestraat, buiten het centrum, houden we halt bij
de kapel van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. De kapel dateert uit het midden van
de vorige eeuw. Ze wordt door de buurtbewoners prachtig onderhouden. De deuren
staan uitnodigend open. Verse bloemen sieren het altaar. Het beeldje staat in
een nis achter glas en traliewerk ervoor. Een bezienswaardigheid is het met
rode ledlampen verlichte kruis in de nok. Er werden zitbanken en een
picknicktafel naast de kapel geplaatst waar we dankbaar gebruik van maken. Tijd
om het innerlijke te versterken.
Voorbij knooppunt 45 fietsen we langs het park
'Wormelaar' of het 'Dalemansbos'. Een 20 ha groot park met vijver dat werd
aangelegd rond 1880. Een pracht locatie die uitnodigt te wandelen langs
monumentale oude bomen. Het natuurgebied wordt beheert door Natuurpunt. Nog
verder naar knooppunt 17, op de Singelweg, houden we weer halt bij een
bijzonder mooi onderhouden kapel. De O.L. Vrouw van zeven smarten kapel werd
gebouwd aan het eind van de 19e eeuw in opdracht van de familie
Deudon. Rondom werden zeven nissen in de muur gemetseld waarin de zeven smarten
van Maria staan afgebeeld. Slechts door een getralied raam kunnen we het
prachtig interieur bewonderen. Het altaar werd gedecoreerd met kantwerk.
Vervolgens stoppen we even bij het 'Impelkasteel'. Het slot ontstond in de 11e
12e eeuw als een omwalde hoeve. De hoeve werd op termijn omgeven
door water en op een motte geplaatst en evolueerde zo tot een kasteel. In 1783
werd het slot omgebouwd tot een landhuis en kreeg het zijn huidige gedaante.
Het park werd in de 18e eeuw voorzien van een 300 m lange gracht en
een eilandtuin. Tussen 1812 en 1820 werd het naar Engels model omgevormd tot
een romantisch rivierlandschap van 5,5 hectare.
Aan knooppunt 18 bevinden we ons in het centrum van
Eppegem. Het dorp is een deelgemeente van Zemst en ligt aan de Zenne rivier. De
gemeente Eppegem werd zwaar geteisterd tijdens WOI. Er werden 176 huizen
platgebrand en er vielen acht burgerdoden. We fietsen door de Rekelstraat tot
bij nummer 37. Het is de weer opgebouwde hoeve Pickaerts, genoemd naar de
laatste uitbaters. In de nazomer van 1914 werd de hoeve volledig verwoest en
rond 1918 terug heropgebouwd. Het toenmalige gemeentehuis en ook de kerk liepen
zware schade op tijdens WOI. De Sint-Clemenskerk dateert van de 16e
eeuw en bezit een noord toren, wat zeer uitzonderlijk is. In het oorlogsjaar
1914 werden de daken en gewelven grotendeels vernield, om pas in 1920-21 in hun
volle glorie te worden hersteld. De parochiekerk werd recent opnieuw
gerestaureerd. Ervoor werd het monument voor de gesneuvelden geplaatst. Het
herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens beide
Wereldoorlogen. Het wordt omringt door een ijzeren hekwerk. Ook hier is de
dorpskroeg gesloten. Al goed dat we nooit zonder flesjes water van huis vertrekken.
We rijden naar de Belgische Militaire begraafplaats van Eppegem op de
Brusselsesteenweg. We kunnen het niet laten om even van onze route af te
wijken. Normaal gesproken moeten we nog verder van onze route afwijken. De
brochure 'Brabantse Kouters' stuurt de fietser naar de Begijnhofstraat en de
Schoondonkstraat. In deze straten vond de Duitse heropbouw plaats van een
'Noodwoning' in 1915. De frontlinie van augustus september 1914 kwam daarvoor
in aanmerking. De nieuwe huizen verschilden erg van de traditionele huizen. In
Eppegem werden zo'n 20 tal Duitse huizen gebouwd. We fietsen naar de opgegeven
locatie maar zien niets anders dan vrijstaande moderne villa's. Waarom men de
mensen langs hier loodst is ons een raadsel.
Maar bon, we houden onderweg halt voor een
welverdiende verfrissing op het zonovergoten terras van café Richelieu. Een
Palm en een Vedett extra dragen bij om de fietsende mens niet te laten
uitdrogen. Daarna rijden we tot bij de militaire begraafplaats. Naast de
Belgische begraafplaats bevond zich vroeger een Duitse begraafplaats met
militairen die sneuvelden tijdens deze periode. Na WOI werden de Duitse graven
naar Wespelaar overgebracht. Op de begraafplaats, die in juni 1918 werd
ingewijd, kwam een beeld te staan dat in 1939 naar de militaire begraafplaats
van Lier werd verhuisd. Vanaf dan werd het een Belgische begraafplaats. Met de
'Uitval van Antwerpen', die plaats vond van 24 tot 26 augustus 1914, sneuvelden
227 soldaten waarvan er 46 niet meer konden geïdentificeerd worden. De meeste
slachtoffers vielen vooral op 24 augustus 1914. Het zijn voornamelijk 2de en
3de Jagers te Voet die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden. Het metalen
gedenkkruis werd vervaardigd uit twee kanonlopen. Na ons bezoek rijden we terug
naar knooppunt 18. We volgen de Zenne rivier die ontspringt in het gehucht
'Naast' (Henegouwen) op 123 meter hoogte. Na 103 kilometer vloeit ze over in de
Dijle.
Bij knooppunt 13 maken we weer een afwijking. Even
volgen we knooppunt 14 tot de eerste straat links, de Havendoklaan tot het
eind. Rechtsaf op de drukke Mechelsesteenweg tot bij de ingang van de
stedelijke begraafplaats van Vilvoorde. Een groot perk is voorbehouden met
grafstenen van oud-strijders rondom een monument voor de gesneuvelden van WOI.
Er werd ook een monument opgericht voor de slachtoffers van de ontploffing van
de springstoffenfabriek op 31 mei 1919. Het monument is van het 'Pompiers korps
van Vilvoorde die hulde brengen aan de kameraden-slachtoffers van hun
zelfopoffering'. Het onderhoud om en rond de zerken laat te wensen over.
Distels groeien op het wandelpad. Terug naar onze fietsroute. We fietsen langs
de twee koeltorens van Vilvoorde die vanaf 2014 niet meer gebruikt worden. De
centrale is niet meer rendabel.
Bij knooppunt 14 slaan we rechtsaf en rijden de
Zenne over. Bij knooppunt 33 rijden we over de 'Verbrande Brug' van Grimbergen.
De brug overspant het zeekanaal Brussel Schelde en werd gebouwd in 1968. De
naam 'Verbrande Brug' is afkomstig van de houten brug over het kanaal die in 1577
in brand werd gestoken door een Spaans garnizoen uit Vilvoorde. Oorspronkelijk
moeten we rechtsaf maar wij fietsen rechtdoor tot bij de Heilig -Hartkerk van
Grimbergen. De kerk werd in 1873 gebouwd en in 1887 ingewijd. In 1923 werd ze
hersteld na oorlogsschade. De gebrandschilderde ramen in het koor bleven
gespaard. Ze dateren van rond 1889. De glasramen worden momenteel verwijderd
voor renovatie. Spaanplaten vervangen tijdelijk de glas-in-loodramen. Rond de
kerk bevinden zich geen burgerlijke graven meer. Er is slechts nog een perk met
20 Belgische gesneuvelden waarvan er acht niet meer konden geïdentificeerd
worden. Ook hier ontbreekt het onderhoud. Er werden kleurige bloemen voor de
zerken geplaatst maar door het hoge onkruid verliezen ze hun waarde. Er werd
ook een zerk geplaatst voor korporaal Léon Trésignies waarvoor men een monument
bij de Verbrande Brug oprichtte. Een Brits oorlogsgraf is van soldaat Thomas
Martin. Hij was slechts 21 jaar jong toen hij sneuvelde op 21 mei 1940. Deze
zerk wordt regelmatig onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Terug naar de brug over het kanaal Brussel
Schelde. Voor de brug linksaf tot het monument dat werd opgericht voor Léon
Trésignies. Soldaat Trésignies meldde zich, op 26 augustus 1914, als vrijwilliger
om het kanaal over te zwemmen en de brug naar beneden te draaien zodat zijn
peloton kon oversteken. Op het moment dat hij het mechanisme van de brug in
werking zette werd hij dodelijk getroffen. Hij kreeg de graad van korporaal. Op
de Westoever werd een monument opgericht met een tekst van Koning Albert I die
herinnert aan deze heldendaad. Verderop is knooppunt 33. Linksaf voor 3,2 km
fietsen naar knooppunt 43.
Onderweg naar knooppunt 43, te Grimbergen, moeten
we over de Oyenbrugstraat met kasseien fietsen. Dat is geen lachertje. Al onze
spieren en botten voelen we. Als we denken dat het voorbij is, kondigt zich
weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld. Best
niet te hard in het stuur knijpen om pijnlijke vingers en polsen te voorkomen.
Hoe sneller je fietst, hoe minder je schokt, maar een hoge snelheid aanhouden
is niet vol te houden. Op het laatst rijden we nog stapvoets. Hoofdpijn en een
pijnlijk zitvlak als eindpunt. In een scherpe bocht werd 'De Liermolen' gebouwd.
De molen dankt zijn naam aan het geslacht 'De Lire', één van de vele eigenaars
uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. Een eerste vermelding dateert
van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de 17e
en de 18e eeuw. De molen bleef actief tot begin jaren zeventig van
vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd.
In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het
MOT. Het molengebouw is nu een taveerne geworden. Het is een drukbezochte
herberg waar we in de schaduw van een parasol van een fris streekbiertje kunnen
genieten.
In Grimbergen is een straat die aan winkelen doet
denken. Geloof me, de Winkelveldstraat is een landelijk smal asfaltbaantje
naast een open gracht met enkele prachtige vrijstaande woningen. Geen enkel
gebouw staat er te koop. Na knooppunt 34 rijden we terug op het grondgebied van
Kapelle-op-den-Bos. Vlak voor knooppunt 28 linksaf naast het spoor tot bij onze
auto. De dagteller op de fiets duidt 48 kilometer aan. Tot schrijfs.
Geplande afstand 41,7 kilometer. Parkeren naast de kerk in de Nieuwstraat
te Astene.
Maandag 14 augustus 2017. We rijden met de auto naar het Meetjesland
onder een licht bewolkte hemel. Ontelbare schapenwolkjes laten amper de
vitaminerijke zonnestralen door. De weergoden voorspelden gisteren nog dat we
vandaag toch een warme zomerse dag mochten verwachten. Momenteel duid de
buitentemperatuur van de auto 19°C aan. Hopelijk halen we vanmiddag de beloofde
24°C. Het verkeer op de Antwerpse ring valt reuze mee voor een eerste werkdag.
Of heeft het iets te maken met de feestdag van morgen? Dan is het 'Moederdag'
en velen zullen wel een brugdag hebben genomen. Aan de Kennedytunnel is er
sterk vertraagt verkeer. Te vroeg Victoria gekraaid? Met een slakkengang van
vijftig kilometer per uur rijden we onder de Schelde door. Daarna gaat het
gelukkig terug vlot. En 'last but not least', eens voorbij Sint-Niklaas lost de
bewolking op.
Het Meetjesland is een landelijke regio in Oost-Vlaanderen tussen Gent
en Brugge. Het heeft een sterk uitgebreid fietsknooppuntennetwerk met een
totale lengte van 790 kilometer. Daar gaan we ruim 40 km van fietsen vandaag.
Hopelijk staat de bewegwijzering op punt. We parkeren de wagen in het kleine
dorp Astene, naast de kerk, waar je nog gratis met de auto kan parkeren. Het
dorp grenst aan de Leie rivier en is een deelgemeente van de stad Deinze.
De parochiekerk Sint-Amandus wordt nog steeds omringt door haar oude
begraafplaats. De kerk werd gebouwd tussen 1834-36 ter vervanging van een
kleine vervallen kerkje dat gesloopt werd in 1836. De toren werd tijdens WOI
zwaar beschadigd door bombardementen. Het was wachten tot 1920 vooraleer de
schade herstelt kon worden.
Over de kerkingang staat het voormalig gemeentehuis, school en
onderwijzerswoning. Het geheel werd in 1866-68 gebouwd. In de gevel werd een arduinen
oorlogsmonument aangebracht voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Er
hangt ook een neon lichtreclame van 'Ten Hove'. Een vereniging kan hier een
zaal huren voor feesten ofandere
activiteit. In de Nieuwstraat op het nummer 8 rijst de pastorie de hoogte in.
Het gebouw werd opgetrokken in 1853.
We rijden over spoorweg 75 die Gent met Kortrijk verbindt. Het spoor
loopt tot in Fives bij Rijsel. Iets voor knooppunt 13 zien we links het grote
complex van 'De Nieuwe Ceder'. Dit voormalige vakantiecentrum had niet alleen
tal van prachtige wandelroutes langs de Leie rivier maar bezat menig sport- en
recreatiemogelijkheden waaronder een zwembad met sauna, sportzaal, speeltuin,
minigolf en een park met grote visvijver. Sinds oktober 2015 werden er 86
studio's gerealiseerd. 'De Nieuwe Ceder' is een 'Zorgverblijf' geworden van
rust en ontspanning voor mensen met of zonder beperking.
We verlaten het centrum van Astene door de Winkelstraat. Ze bezit
totaal geen winkels maar prachtige moderne vrijstaande woningen. Op sommige
opritten staat een mobilhome te blinken en ze zijn zeker niet te koop. Na het
verlaten van de villawijk worden we onmiddellijk opgeslokt door groene natuur
langs het Cederpad. Rechts hectaren landbouwgronden en links van ons een divers
palet aan loofboomsoorten die voor de nodige schaduw zorgen. De regio wordt,
hoe kan het anders, gedomineerd door hectaren maïsvelden. In de verte doemen de
spitse kerktorens boven het landschap uit en lijken oneindig ver weg. De akkers
met aardappelen moeten hoog nodig gerooid worden. Het loof is afgestorven. In
de ondiepe grachten naast de weg staat de lisdodde. De prachtige mooie plant
met grote smalle bladeren en bruine 'sigaar' is sterk toegenomen de laatste
jaren. Ze komt opnieuw veelvuldig voor aan voedselrijke waterkanten. We kunnen
het alleen maar toejuichen. Tussen al dat groen bloeit de wilde Kattenstaart.
De paarsrode bloem is een hardnekkig 'onkruid' dat groeit en bloeit op natte
voedselrijke grond. Het is een mooi contrast tussen al dat groen langs de weg.
Hopelijk kan men hier het groene karakter nog lang bewaren.
Tussen knooppunt 14 en 19 is het slechts 900 meter fietsen. Ook over
deze korte afstand wordt de natuur gedomineerd door landbouwgronden met hier en
daar een vrijstaande boerderij, al dan niet verdoken achter hoge populieren.
Onze tweewieler slingert zich 'snel' over de smalle plattelandswegen tot ons
knooppunt op het eind van de Pontstraat. Twee kleine lama's warmen zich in het
zonnetje op. Ze zijn geschoren tot vlak onder hun knieën.
Tot knooppunt 10 rijden we 3,4 km. Links horen we het auto- en
vrachtverkeer over de E17 racen. Deze Europese weg is in totaal 696 km lang en
loopt tot Beaune in Frankrijk. Als je het lawaai kan wegdenken is het tamelijk
rustig fietsen over een smalle asfaltbaan tussen een lappendeken van
landbouwgronden. Slechts af en toe worden we voorbij gestoken door auto's die
vergeten dat wij tweewielers zijn. Bijna niemand vertraagt of geeft ons een
ruimte van één meter. Rechtsaf op de drukke N35. Hier hebben we gelukkig een
fietspad voor ons alleen. De eerste straat linksaf in de Kakelstraat waar we al
slalommend fietsen tussen akkers en weilanden naar knooppunt 10. In de
weilanden staan koeien vredig te grazen. Ze hebben geen oog voor ons. Ze zijn
fietsers al lang gewoon. Even over de N494 maar al vlug draaien we linksaf in
de Paddepoel. Voor wie naar het centrum van Petegem wil moet rechtsaf bij
knooppunt 8. Wij moeten knooppunt 87 volgen. Een rit van 4 kilometer. Eens op
de Lange Dreef rijden we op het grondgebied van Zulte.
Bij knooppunt 87 slaan we rechtsaf richting knooppunt 85. We rijden
noordwaarts en dwarsen een dubbele spooroverweg. We naderen het dorp Machelen
dat een deelgemeente is van Zulte, vlak naast de Leie rivier. De gemeenteschool
in de Dorpstraat met de voormalige hoofdonderwijzerswoning werd gebouwd in
1865. We hebben ondertussen 13 km gefietst.
Op de hoek Dorpstraat/Schoolstraat bevindt zich, verborgen achter een
muur en talrijke bomen, de Franse Militaire begraafplaats uit de Eerste
Wereldoorlog. Tijdens het eindoffensief van 1918 sneuvelden in de streek van de
Leie en de Schelde 750 Franse soldaten. Tijdens gevechten aan de Leie vielen
circa 600 soldaten. Zij werden samen met 700 elders gesneuvelden hier begraven.
Achteraan werd een gedenkkruis en een gedenkmuur met sculptuur opgericht. De
houten kruisjes werden tijdens 1927 vervangen door ijzeren en in 1980 nogmaals
vervangen door de huidige modellen. Er staan opvallend veel grafzerken van
anders gelovigen. In 2013 werd een kruis vervangen door een Britse zerk
waaronder een Brits piloot zijn laatste rustplaats heeft gevonden. Sinds de
oprichting van de begraafplaats is er een jaarlijkse herdenking. Vanaf 1924
organiseerden Belgen en Fransen samen een plechtigheid op 11 november.
Op het kruispunt Hoevestraat/Machelendorp werd het oorlogsmonument
geplaatst voor de burgerlijke slachtoffers van Machelen aan de Leie tijdens de
beide Wereldoorlogen. Het werd opgericht rond 1922. Rechts, Dorpstraat 75,
naast het oorlogsmonument, bevindt zich het geboortehuis van de Vlaamse
kunstschilder Roger De Backer (1897-1984). De voormalige dokterswoning werd
gebouwd in 1843. Achter het monument voor de gesneuvelden werd een
herdenkingszuil opgericht voor de Belgische profrenner Frans De Mulder
(1937-2001). Hij maakte vooral naam tussen 1959 en 1963. Hij overleed op 63
jarige leeftijd te Deinze. Een monument met een verhaal.
Aan knooppunt 85 staat het Roger Raveelmuseum in de Gildestraat 2. De
bekendste inwoner van Machelen was de beeldende kunstenaar Roger Raveel. Hij
werd hier geboren en wordt als één van de belangrijkste Belgische kunstenaars
na WOII beschouwd. Zijn werk is eigentijds en tijdloos. Het museum dat geheel
aan de kunstwerken van Raveel is gewijd opende zijn deuren in 1999. Het is
maandag en het museum is gesloten. Even verder, Gildestraat 8, staat het
hoekpand dat als pastorie werd gebouwd tussen de 17e en de 19e
eeuw.
Gildestraat 12 vinden we de parochiekerk. De Sint-Michiel, Cornelius-
en Ghisleniuskerk is nog steeds omgeven door een begraafplaats. De kerk kende
een bewogen leven. De oudste vermelding dateert van 1163 toen het
Sint-Pieterskapittel van Rijsel het patronaat schap verwierf. Tijdens de 16e
eeuw werd de kerk geplunderd en gedeeltelijk verwoest. Tussen 1623 en 1642 werd
ze weer opgebouwd en verlengd. In 1801 stortte tijdens een onweer de torenkap
in en werd vervangen door een kortere spits. De kerk werd tijdens WOI zwaar
beschadigd door Duitse troepen maar in 1920 vakkundig weer opgebouwd met een
spitse toren van 43m hoog en een omgekeerde 'peer'. We kunnen het interieur ook
bewonderen. De hoge lambrisering rondom en de biechtstoelen werden tijdens de
18e eeuw vervaardigd. Het orgel werd in 1730 gebouwd.
We komen vlak naast de Leie te fietsen. Als we linksaf slaan bij
knooppunt 85 fietsen we door de Karperstraat waar zich de 'Muur der
verbeelding' van Raveel bevindt. De betonnen muur heeft een beeldengroep die de
kunstenaar voorstelt met vrouw en kinderen. Vanaf hier zien we de stenen romp
van een molen staan. Of wat er van overblijft. Op de hoek van de Hoevestraat/
Zandweg staat deromp van de voormalige
stellingmolen 'Hostens'. Gebouwd rond 1840 als graanwindmolen tot in 1904 het
wiekenkruis werd verwijderd. Nu rest er nog slechts de romp van een oude
windmolen met voormalige olieslagerij. Het werd opgericht in 1838 en bleef tot
1975 in bezit van dezelfde familie. De olieslagerij bleef in werking tot 1944.
Het molenaarshuis werd om veiligheidsredenen in 2015 gesloopt.
We verlaten de drukke wegen en draaien de smallere asfaltbaantjes op.
We fietsen langsheen het kronkelende pad langs het natuur- en recreatiegebied
'Machelenput' dat ruim 8 ha groot is. Het is een oude afgesloten Leiearm dat
vanaf de jaren 70 van vorige eeuw een idyllische plek werd die vooral geliefd
is door wandelaars, fietsers en vissers. Een oase van stilte en rust. Hier
hangt een bordje dat ons naar knooppunt 90 moet brengen en toont dat we linksaf
moeten. Op zich is dat niet ongewoon. Maar links zijn twee straten en het
bordje is niet echt duidelijk. Normaal gesproken hangt er in tegengestelde
richting ook een bordje en dat is in beide straten niet het geval. Hier blijven
staan heeft geen zin. We nemen de rechtse straat en halverwege staan twee
vrouwen naast hun fiets op een plannetje te staren. We houden vlakbij halt en na
wat palaveren keren we terug en slaan rechtsaf. Deze straat dan maar proberen.
Weer enkele honderden meter verder hebben we nog geen bordje gevonden. Ook dit
lijkt niet de juiste richting. Terug naar ons laatste knooppuntenbordje met
nummer 90 op. Omdat het pijltje linksaf zegt kijken we niet rechtdoor. Nu wel
en we zien een kleine honderd meter verder een volgende bord hangen en ook een
bordje in tegenovergestelde richting. Eureka, we kunnen weer verder. De lucht
is weer zomerblauw. Op het eind worden we tegengehouden door de Leie rivier.
Linksaf en we volgen de rivier langs de rechteroever tot knooppunt 90.
Tussen de knooppunten 90 en 93 is het 2,6km fietsen. Via de Rotsstraat
draaien we linksaf in de Machelenstraat. Rechts zien we de Lourdes grot waar we
even halt houden. Op het eerste zicht lijkt de namaak Lourdes grot, waar
Bernadette Maria zag verschijnen, op het origineel van Frankrijk. Dit
bedevaartsoord werd waarschijnlijk om persoonlijke redenen gebouwd in 1876 door
de toenmalige kasteelheer. We houden de Lourdes grot rechts van ons en fietsen
tussen twee rijen bomen. Voor het knooppunt, aan de Grote Steenweg, stond het
'Hof Ter Wallen'. Voor het kasteel er in zijn huidige vorm stond, was er reeds
een omgrachte motte met waterburcht, 'hof ter Wallen' met als eerst gekende
heer Willem van Olsene. Op de oude fundatie werd het huidige 'Kasteel van
Olsene' opgetrokken tussen 1854-58. Het is een vierkant gebouw dat op elke hoek
met een fraaie torenspits werd bekroond. Het kasteel werd in vijf jaar afgewerkt.
De toegang tot het kasteel bestaat uit twee vierkante paviljoenen die dateren
van eind 18e begin 19e eeuw. Het domein is niet toegankelijk voor
het publiek maar we laten onze fantasie de vrije loop.
Tussen de knooppunten 93 en 96 fietsen we door de gemeente Olsene. Het
is weliswaar een kort bezoek want even verder fietsen we al voorbij het 'einde
centrum' bord. Ook de Sint-Pieterskerk van 1880 laten we rechts liggen. Enige
tijd later rijden we door Zulte. De fraaie wegkapel werd geschonken door de familie
Van den Broecke-De Meester. De dubbele grijze deur staat op een kier. Op het
altaar staan verschillende heiligenbeeldjes, kaarsen en bloemen. Tegen de muur
werden de dankbetuigingen aangebracht. Enkele oude kerkstoelen nodigen uit in
stilte te bidden. Het dorp, Zulte, is voornamelijk bekend door de voetbalploeg
Zulte-Waregem die sinds 2005 in eerste klasse speelt.
Tussen knooppunt 89 en 88 is het 1,1 km fietsen op een asfaltbaan
tussen nog meer weilanden met groene vergezichten. Sommige weilanden zijn nog
afgeboord met oude knotwilgen en grachten. Een beek doorkruist het contrastrijk
landschap. Op de driesprong Meersstraat/Drogenboomstraat werd een witgekalkt
wegkapelletje gemetseld ter ere aan Onze Lieve vrouw. We laten de kapel rechts
liggen.
Terug door de bebouwde kom via de Oudeweg. Op het nummer 189 werd de
'Kapel O.L.Vrouw ten Dale' gebouwd. De eerste kapel werd opgericht aan het eind
van de 15e eeuw door Jan van Damas. De legende wil dat Jan van Damas
samen met zijn vrouw op reis was naar Kortrijk. De vrouw werd erg ziek ter
hoogte van 'Ten Dale' wijk. De edelman deed toen de belofte dat als zijn vrouw
mocht genezen hij een kapel zou laten bouwen ter ere van O.L.Vrouw. De vrouw
genas en uit dankbaarheid hield hij woord. In 1614 werd de kapel heropgebouwd
na de vernieling door de Geuzen. In 1790 werd ze weer verwoest. Deze keer door
Franse Jacobijnen. Eerst in 1871 werd de kapel terug herbouwd. In 1954 werd de
plechtige bedevaart en inwijding gevierd van de 15 rozenkranskapelletjes rond
de kapel. Tot in de 20e eeuw was deze kapel een druk bezochte
bedevaartsplaats. We rijden linksaf tot over de N43. Bij knooppunt 98 rijden we
voorbij de jachthaven van Zulte.
Via de Oeselgemstraat rijden we langs een ijzeren brug de Leie over.
Vanaf hier tot knooppunt 2 fietsen we op het jaagpad langs de linkeroever naast
de Leie. Vanaf nu is er aan water en groen geen gebrek. Op de rivier zien we
talrijke jachten voorbij varen. De één al wat mooier en duurder dan de andere.
De laatste jaren kent de echte pleziervaart op de rivier steeds meer succes. De
Leie ontspringt in Noord-Frankrijk op een hoogte van 116 meter. In Gent mondt
ze uit in de Schelde na een val van 202 kilometer. Door de overdadige hoge
begroeiing van struiken en jonge bomen zien we bijna niets van de rivier. Het
jaagpad wordt aanzienlijk druk bezocht door wandelaars en fietsers. Blijkbaar
wil iedereen vandaag van het zonnetje profiteren.
Een omgebouwde mobilhome verkoopt Bio ijs & Co onderweg. Het is er
aanschuiven. Onder de Machelenbrug door die dateert van de jaren 1970-75.
Verderop fietsen we langs een perenplantage. Honderden vruchten liggen op de
grond te rotten. De Krommebrug te Deinze werd gebouwd in 1977. We rijden er
onderdoor.
Tussen knooppunt 3 en 6 fietsen we door het centrum van Deinze via de
Markt. Eerst gaan we onze dorst lessen in de plaatselijke horecazaak. Een fris
biertje op een schaduwrijk terrasje. Het vormt ondertussen de favoriete halte
tijdens onze fietstochten. Het gonst hier van de gezelligheid. De zomervakantie
is niet compleet zonder zon.
Op Markt 21 staat het stadhuis dat gebouwd werd tussen 1840- 1843 ter
vervanging van een voormalige stadshal die vernield werd door een brand in
1729. De benedenverdieping deed toen nog dienst als café en conciërgewoning.
De prachtige O.L.Vrouwekerk, even verder langs de Markt, kende een
bewogen leven tijdens haar bestaan. De eerste oprichting dateert van rond 840.
Verwoesting, branden en plunderingen volgden zich in de loop der eeuwen op. Het
huidige gebouw werd na een brand opgetrokken in de 14e eeuw en geldt
als een mooi voorbeeld van Scheldegotiek. De laatste schade werd tijdens WOI
toegebracht. Ze werd eerst in 1926 herstelt. In de toren werd in 1988 de eerste
grote tertsbeiaard ter wereld geïnstalleerd. Naast de kerk werd het
oorlogsmonument geplaatst die de doden herdenkt van beide Wereldoorlogen.
Bij knooppunt 11 fietsen we over de Leie via een oude ophaalbrug. Dit
is het sluizencomplex Astene Sas. Vroeger moest het scheepsverkeer op de Leie
enkele kilometers omvaren op een meander in de rivier. Rond 1860-70 werd een
doorsteek van 300 meter gegraven. De meander werd afgesloten en vormt de dag
van vandaag een groen gebied. Een oase van rust en natuur met een
knooppuntennetwerk voor fietsers. Op de doorsteek kwam een stuw en een sluis. Oorspronkelijk
was er een houten ophaalbrug die in 1896 werd vervangen door de huidige
T-vormige ijzeren.Het gebouw op de
rechteroever zijn enkele sluiswachtershuisjes die nu één geheel vormen en
omgebouwd werden tot een bruin café. Dit historisch pand is tevens de
thuisbasis voor de VZW historische schepen enherbergt een verzameling scheepsattributen, maritieme schilderijen en
authentieke documenten uit de tijd van de binnenvaart op de Leie. De café
uitbater is naast het tappen van bier ook sasmeester en bedient de ophaalbrug
nog steeds met de hand. Het is hier een gezellige drukte. We kunnen nog net een
tafeltje bemachtigen. Ook de beroemde schrijver, Hugo Claus, bracht een deel
van zijn jeugd door aan het Sas van Astene. Zijn opa was er sasmeester.
Om 18:00u zijn we terug bij onze auto naast de kerk van Astene. We
hebben in totaal 47,5 km gefietst. Doordat het knooppuntenbordje 90 niet
duidelijk was hebben we iets meer gefietst dan voorspelt. Nog een uur rijden
tot Ekeren.
Knooppunten: 74-75-77-78-79-99-1-3-5-7-12-22-17-74
= 32,2 km.
Dinsdag 18 juli 2017. Het is amper negen uur en de
temperatuur duid al 22°C aan. De weergoden voorspellen voor vandaag zomerse
temperaturen tot 28°C. Dus dat belooft. We parkeren de auto in de Eikerwegel te
Melle vlakbij het stationsgebouw dat dateert van 1837. Het gebouw kreeg zijn
huidig uitzicht in 1870. Met de rug naar de parking rijden we naar rechts,
richting knooppunt 74. Hopelijk staat de bewegwijzering op punt. Boven op de
dijk ligt de spoorlijn Gent-Brussel. Wat verder rijst de watertoren hoog boven
het dorpvan Melle uit. We fietsen
achter de brouwerij door langs een smal fiets- en wandelpad. De brouwerij met
de roze olifant als logo is eigendom van de familie Huyghe die de zaak
opstartte in 1906. Bij de hoofdingang staat nog een oude distilleerketel van de
brouwerij. Daarop wordt vermeld dat de brouwerij oorspronkelijk van 1654 is. We
slaan rechtsaf op de N465 onder de dubbele brug van de spoorweg door en stoppen
aan de watertoren. De constructie werd gebouwd in 1952 en is 53 meter hoog.
Tijdens de open monumentendag in september 2015 mochten de belangstellenden de
toren beklimmen door middel van 250 treden. De inspanning loonde de moeite want
ze konden genieten van een schitterend uitzicht.
Rechtdoor leidt de weg rechtstreeks naar de
deelgemeente Gontrode. Wij volgen ons knooppunt linksaf door de Kouterslag. De
waterplas rechts is van de Spoorwegvissers. Een visclub die opgericht werd in
1979. Een nieuwe betonbaan leidt ons onder de twee nieuwe architecturale
spoorwegbruggen door. We stoppen een poos aan een weide waar enkele paarden
staan te grazen. Niet zo verwonderlijk, maar het 'ding' halverwege de weide
trekt mijn aandacht. Ik was het al enkele keren tijdens een fietstocht
gepasseerd en ik weet nog niet waarvoor het dient. Het is een aluminium
geplooide stang met een beker bovenaan. In het midden een plastiek hoes dat een
zwarte bal bijna volledig bedekt. Een man komt onze richting uit met een
kruiwagen, gevuld met mest. We vragen het aan hem en hij vertelt ons dat het
'ding' een dazenvanger is. De zwarte bal wordt verwarmd door de zon en geeft
hierdoor warmtestraling af. De bal beweegt heen en weer net zoals een grazend
dier en lokt daarmee de vervelende insecten zoals een daas. Ze vliegt omhoog om
uiteindelijk in de vangbeker terecht te komen. Mysterie opgelost. Even later
rijden we over de E40 snelweg. Met zijn totale lengte van meer dan 8000 km is deze
de langste van de Europese wegen. Momenteel is het file richting Brussel. Niets
nieuw onder de zon dus. Beneden de brug krijgen we kasseien onder onze wielen.
We houden halt bij het 'Windmolenpark Universiteit Gent' en 'Spe-Luminus'. Deze
drie windturbines zijn eigendom van Spe-Luminus en staan op terreinen van de
Universiteit van Gent. De geproduceerde elektrische energie wordt geleverd aan
verschillende sites van de Universiteit Gent. We bereiken knooppunt 74.
Vanaf knooppunt 75 wordt het landschap gedomineerd
door hoge maïs. We hadden ook niets anders verwacht. Ondanks de hoge maïsvelden
langs onze knooppuntentocht genieten we af en toe nog van mooie spectaculaire
uitzichten. De temperatuur is fantastisch maar in het open landschap voelen we
de harde wind duwen. Het is een zwoele wind en insmeren is geen overbodige
luxe. Alhoewel we al een tijd de E40 achter ons hebben gelaten horen we nog
steeds het geraas van auto's en vrachtwagens. Via de Watermolenstraat rijden we
door een stuk bos met hoge populieren. We genieten van het landschap rondom ons
dat ontzettend groen kleurt. Na de dubbele spooroverweg bereiken we de kerk van
Gontrode, een deelgemeente van Melle. De neogotische Sint-Bavokerk is niet
alleen een ontmoetingsruimte met plaats voor stilte en gebed maar ook voor
concerten en lezingen. De kerk werd gebouwd in 1854 na afbraak van de oude
kerk.
Na knooppunt 77 hebben we het ene vergezicht na het
ander. Het groen wordt hier duidelijk naar waarde geschat. Het wordt gekoesterd
als een waardevol bezit. Het koren is rijp en tussen de goudgele stengels
bloeit de klaproos. Het gewas heeft niets te lijden gehad van de droogte. Op
het einde van onze smalle betonbaan moeten we linksaf op de Scheldeweg. Een
bruin wegwijsbord nodigt uit om af te wijken naar de WOI-site. Linksaf in de
Rechte Ree dus. Een paar meter verder liggen, rechts langs de kant, enkele
brokstukken van een bunker, overwoekerd met onkruid en wilde planten. Niets om
over huis te schrijven. Een honderdvijftig meter verder staat echter een heel
grote rechthoekige bunker. Langs de straatkant eveneens bedekt met onkruid maar
dat toch de moeite loont om de afwijking te maken. We moeten rondom de kolos
heen. In het najaar van 1914 bouwden de Duitsers hier, in de velden tussen
Gontrode en Lemberge, een vliegveld voor hun zeppelins om Londen te
bombarderen. De site ligt 33 meter boven de zeespiegel en het open karakter van
de kouter leent zich perfect voor de aanleg van een Duitse vlieghaven. De
windmolen van Lemberge moest afgebroken worden om het luchtverkeer niet te
verstoren. In de lente van 1917 wordt de vlieghaven uitgebreid met hangars,
barakken, luchtafweergeschut, munitiebunkers en een windroos. Deze bunker is
nog de enige stille getuige van een rijke geschiedenis. De ingang van de bunker
staat onder water. Bovenop de bunker werd enige tijd geleden een houten terras
gebouwd met oriëntatietafel en de nodige info. Vanaf het terras hebben we een
mooi uitzicht over de velden en weiden. We glimlachen bij het zien van het
landschap waar we bij weg kunnen dromen. Het koren is rijp en volgens mij mag
de maïs ook afgereden worden. Naast het korenveld hebben enige groenten last
van de droogte. Gewassen, zoals aardappelen en bieten, groeien langzamer.
Hopelijk komt de landbouw niet te veel in de problemen.
Naast de bunker wordt 'De Stoel der Erfgoed'
tentoongesteld. Het lijkt op een uitvergrote maquette van een splinternieuwe
bunker of een super modern gebouw. Het kunstwerk is van de jonge kunstenaar
Renato Nicolodi en werd op zondag 8 november 2015 ingehuldigd. We fietsen terug
naar de Scheldeweg. Linksaf om verder knooppunt 78 te volgen. Ter info: 'In
2018 worden de knooppunten herzien en brengen ze de fietsers automatisch naar
de WOI-site'. Verderop fietsen we over de Heidestraat. Een asfaltbaan met veel groen
waar de loofbomen zorgen voor de nodige schaduw.
Na knooppunt 78 maken we een scherpe bocht naar
links en rijden verder tussen de parking en de afdeling 'Psychiatrisch centrum
Caritas' over een smal zandpad. Wat verder aan onze rechterkant staat uitnodigend
een aluminium poort open. Hier rijst een gemetselde oude schouw de hoogte in.
Het is niet duidelijk waarvoor ze diende. We vinden geen info. Misschien een
illegale verdoken brouwerij uit de jaren 'stillekes'?Achter de schouw staat een bordje met daarop
het woord: 'Cottelhoek' met eronder verticaal: 'Bos'. Ik zoek het op en via
Facebook kom ik op de site van 'Arbeidscentrum De Keiberg', een onderdeel van
het psychiatrisch centrum Caritas, dat in 2001 werd opgestart. Het houten
stalletje met glazen potjes ernaast is 'Ingemaakt Erfgoed'. Op enkele schabben
staan acht glazen potjes met deksel. Daarin kunnen cliënten, zorgverleners en
bezoekers van deze site voorwerpen zoeken die voor hen een betekenis hebben:
objecten die zij waardevol vinden, die iets zeggen over hun verleden of die ze
zouden willen bewaren voor de toekomst. Het resultaat is deze
tentoonstellingskar met hun persoonlijk 'ingemaakt erfgoed'. Mooi initiatief.
Toch?
Tussen knooppunt 79 en 99, een rit van 3 km,
fietsen we door het prachtige dorp Merelbeke. Het nieuwe gemeentehuis is een
modern gebouw. Vooraan werd het monument van WOI geplaatst dat in 1920 tot
stand kwam. Na WOII werd het monument nog uitgebreid met namen van burgerlijke
slachtoffers. Vooral van 1943 tot 1944 werd Merelbeke zwaar getroffen door
bombardementen. Links staat het robuuste gebouw van de bibliotheek. Over de
fontein staat de gerenoveerde pastorie die dateert van 1873. In een nis boven
de eerste verdieping werd een beeldje geplaatst van Sint-Pieters. Van 1967 tot 1987
was de pastorie een dekenij. De Sint-Pietersbandenkerk werd gebouwd vanaf 1868
en ingewijd in 1874 nadat de oude kerk, in de Pontweg vlakbij de Schelde,
gesloopt werd. Het hoofdportaal heeft een prachtige rondboog omlijsting op
zuilen. We kunnen de kerk binnen voor een uitgebreid bezoek. Het is een lichte
kleurrijke kerk. Naast de kerktoren van bijna 45 meter hoog werd de oude
waterpomp geplaatst. Naast de grote bushalte werk een groot kunstwerk geplaatst
van Maen Florin. 'The big pink head' van 2010.
Voorzichtig steken we de straat over. De
plaatselijke apotheek heeft in haar groene logo een thermometer die 30°C
aanduid. Op de hoek met de Kerkstraat staat het voormalige gemeentehuis dat
voor de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd. Café 'De Zwaan', dat deel uitmaakte
van het pand, bleef private eigendom tot 1982. De gemeente kocht het pand voor
de uitbreiding van het gemeentehuis. In 1991-'92 verlieten de gemeentediensten
het pand waarna het gebouw werd gerenoveerd. Sinds 2001 werd het in gebruik
genomen als vredegerecht. Onderaan de trap bevindt zich een arduinen steen die
herinnert aan de dappere vaandrig Cornelius Sneyssens, gesneuveld bij de 'Slag
van Gavere' in 1452. We volgen verder knooppunt 99 door de Kerkstraat. In de
buurt zijn er heel wat kastelen en villa's gebouwd. Ze zijn niet toegankelijk
voor toerisme maar er werden wel infoborden langs de straatkant
aangebracht.
De 'Art Deco' villa, aan de linkerkant werd in 1934
gebouwd. Art deco was een stijl uit de jaren 1920-'30. De woning is nog steeds
eigendom van dezelfde familie. Aan de groene haag werd een infobordje geplaatst
van het kasteel 'Ter Wallen'. Oorspronkelijk stond hier een hoeve waar voor
1460 de heren van Merelbeke verbleven. In dat jaar werd het 'Nederhof ter
Haghen' in twee delen gesplitst. Het ene domein evolueerde tot een waterkasteel
met park en neerhof. Het huidige dubbelhuis dateert van ca 1860. Ook het
volgende bordje, even verder aan de overzijde van de straat, vermeld dat op de
plaats van het kasteel een omwalde hoeve met brouwerij stond. Nadien kreeg de
woning een nieuwe functie als pastorie. Rond 1860 werd het huis met een
verdieping verhoogd. Het gebouw werd in 1873 verkocht. Het pand kreeg zijn
huidig uitzicht in 1930 toen het herbouwd werd in opdracht van de familie Stas
de Richelle.
Eens uit het centrum worden we meteen opgeslokt
door een heerlijk stuk natuur. In de Pompweg gaat de asfaltbaan over in een
grindweg. Dit stuk autovrije traject zorgt voor extra fietscomfort. Een kleine
kapel met de naam: 'Maria moeder van Smarten b.v.o.' werd gemetseld in een oase
van groen. Ze werd gebouwd nabij de plaats waar de eerste parochiekerk van
Merelbeke stond. Op het einde van de 19e eeuw werd besloten een
nieuwe kerk te bouwen aan de Hundelgemsesteenweg, omdat de oude bouwvallig was
en te klein voor de parochie. Dit kerkje werd gesloopt in 1874. De vorm van de
vroegere kerk wordt door middel van een haag aangeduid. De kapel is niet
open.
Voorbij knooppunt 99 komen we weer terug in een
groene oase terecht van bomen, weilanden en landbouwgronden. Eksters houden
luidkeels een discussie boven ons in de boom. Ze verstoren de stilte. Bij een
splitsing staat geen knooppuntenbord maar we slaan linksaf en dat blijkt de
juiste weg te zijn. Vlakbij vinden we een infobord over de Scheldemeersen. We
fietsen langs de Kerkhoekwegel met landelijke uitzichten. Weiden met grazende
koeien met op de achtergrond rijen bomen. Tussen de gekleurde akkers en groene
weiden liggen bescheiden boerderijen en statige landhuizen. We dwarsen de
Schelde via de Kappebrug. We moeten onze petjes dieper over ons hoofd trekken.
De wind steekt een tandje bij.
Na knooppunt 1 moeten we tweemaal de Schelde over.
Bij knooppunt 3 zijn we vlakbij de E17 snelweg. In de scherpe bocht spotten we
een Amerikaanse legerhelikopter en een gevechtsvliegtuig van WOII. Op het erf
van de autoverkoper staan nog enkele fraaie voertuigen die het bekijken waard
zijn. We moeten naar het noorden langs het centrum van Zwijnaarde. Via een
klein industriegebied fietsen we over een afstand van 7,5 km langs de Schelde
naar knooppunt 5. Links een kruispunt van snelwegen: de E17 en de E40. Een
lawaaierig gedoe met zijn ontelbare op en afritten. Vlakbij de snelwegen staat
het Ghelamco Arena van voetbalclub AA Gent. Het stadion werd op 17 juli 2013
geopend. Langs een mooie sierlijke brug steken we weer de Schelde over.
We fietsen een stuk langs de Ringvaart. Een kanaal
van 21,6 km lang. De aanleg begon in 1950 en werd in 1969 ingehuldigd. Bij de
Sluisweg fietsen we langs de jachthaven van Merelbeke. Op mooie zonnige dagen
als vandaag is het hier best druk. Terug noordwaarts fietsen we langs het
Liedemeerspark. Het park van 25 ha groot is ontstaan rond een vijver in de
jaren zeventig van vorige eeuw. Wat verder vinden we langs ons pad een
herdenkingsbord met foto's vanArno
Francois en Chendo Van Herpe. Twee vrienden die op terugweg van een fuif met de
auto op deze plek de Schelde inreden en verdronken. Het gebeurde in april 2016.
Op de plaats werden aandenken neer gelegd met bloemen en kaarsen.
De lucht is nog steeds zomers blauw als we onder de
'Warmoezeniersbrug doorrijden. We fietsen onze longen vol zuurstof en blijven
de Schelde volgen tot we rechts de kerk van Ledeberg zien. Een deelgemeente van
Gent. We moeten door het Keizerpark van Ledekerk. Na een grondige heraanleg van
het park in 2009 is het één recreatiegebied dat door twee fiets- en
wandelbruggen verbonden werd. Hier vinden we knooppunt 5. Het is niet direct
duidelijk hoe we moeten rijden richting knooppunt 7 en fietsen dan maar
rechtdoor. Na een paar honderd meter krijg ik toch argwaan en neem er het plan
bij. We moeten steeds het water volgen en we zitten midden in het centrum.
Terug dan en voor de graffitimuur even de straat links nemen voor een
standbeeld van Louis Van Houtte (1810-1876). Hij was tuinbouwkundige, botanicus
en directeur van de Nationale Plantentuin van België. Terug naar de mooie
kunstmuur voor een foto en aan de brug naar het park vinden we ons bord dat ons
naar knooppunt 7 brengt. Voor we het centrum verlaten bewonderen we de enkele
Bell epoque huizen aan de overzijde van de rivier. De vier villa's zijn van
eind 19e eeuw en hebben nog steeds hun fraaie voorgevels
behouden.
Tussen knooppunt 5 en 7 fietsen we langs het
Arbedpark. Het park ligt op een oud industrieterrein waar het puntfabriek
stond die aan de bewoners werk verschafte. Het fabriek kreeg die naam omdat men
er voornamelijk spijkers en bouten produceerde. De stalen punt, de spoorwegbrug
en het speellandschap met staalmuurtjes herinneren aan de vroegere puntfabriek.
We steken weer de Schelde over. De rivier is 350 km lang en ontspringt in
Frankrijk onder de naam Escaut. De Schelde heeft het leven een heel lange tijd
bepaald. Wehouden de rivier rechts van
ons.
Bij knooppunt 12 vinden we tussen de splitsing het
café 'In het Schippershuis'. Patrick van Peteghem is de eigenaar maar door zijn
werk op de baggerschepen is het café niet altijd open. Tussen knooppunt 22 en
17 dwarsen we voor de laatste keer de rivier over via de Mellebrug en bevinden
ons onmiddellijk in het centrum van Melle. In de gevel van de kerk werden de
monumenten van beide Wereldoorlogen ingemetseld. Het beeld van de Heiligen
Cornelius en Antonius werden in een nis geplaatst. Het H. Hart staat vooraan de
kerk hoog op zijn sokkel. Het werd op 26 juni 1938 ingehuldigd. We kunnen ook
hier de kerk bezoeken. Er is veel lichtinval zodat de medaillons boven de
zuilen duidelijk zichtbaar zijn. Na al die creativiteit is het tijd om te
relaxen. De zon schijnt nog steeds en we gaan een fris biertje drinken op het schaduwrijk
terras van het Melle Rose Place café. We genieten tegelijkertijd samen van een
heerlijk en welverdiend ijsje. Het is de favoriete halte van elke fietser.
Daarna volgen we terug knooppunt 17 tot het monument. Dit monument werd
geplaatst ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van de Franse vloot fusiliers.
Het werd plechtig ingehuldigd in 1934, 20 jaar later, na een verbeten strijd
tegen de toenmalige Duitse invaller. Linksaf richting knooppunt 74 om onze rit
te eindigen bij de auto. Het is 16:45u. Foto's: Rina Meurs. Tot schrijfs