Druk op onderstaande knop om te e-mailen (vragen, suggesties, opmerkingen, toevoegingen,...).
Je kan ook de 'reageer'-knop gebruiken onder elk bericht.
GASTENBOEK
Dit is onder meer de plaats om je mening te geven over de blog 'Tilloenk vruger'. Of om te lezen wat anderen ervan vinden.
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
TILLOENK VRUGER
DEZE BLOG BEGON OP 29 NOVEMBER 2005 EN STOPTE EI ZO NA OP 16 APRIL 2011 NA HET BEREIKEN VAN 1000 ITEMS OVER HET VERLEDEN VAN TILDONK.
MAAR HET BLOED KRUIPT WAAR HET NIET GAAN KAN,
DUS AF EN TOE MAG JE JE NOG AAN WAT MOOIS VERWACHTEN...
Jan Gordts
(1) In 1935 verdiende bijvoorbeeld een ongeschoolde metser 4,13 Bfr per uur. Hij moest niet minder dan 230 uur (oftewel 23 werkdagen van 10 uur) werken om zijn radio betaald te krijgen. Zulke dure uitgave was dus niet meteen aan hem besteed. Zie tabel 2: http://www.vub.ac.be/SGES/scholliers1.html
Mère Ambroisine, geboren als Ellen Clifford en afkomstig uit Skibbereen (IRL), was één van de zusters die zich speciaal ontfermde over de Engelse leerlingen in het klooster. Op deze foto uit het kloosterarchief van de Tildonkse ursulinen staat op de keerzijde geschreven: Mère Ambroisine in garden near tree with Shell of 1st World War. Hier in de omgeving van de kloostermuur was dus een bom gevallen tijdens de Eerste Wereldoorlog (aug.-sept 1914).
Volgende anekdote aangaande mère Ambroisine vertelde ons zr. Bernadette Uytterhoeven indertijd:
"Het was begin WO I, Tildonk lag in de fronlinie en in het klooster was het helemaal niet meer veilig. De Engelse leerlingen moesten dus zo spoedig mogelijk naar huis. Mère Ambroisine had op de een of andere manier de kinderen op de trein gekregen. Zelf was ze nogal corpulent en de kinderen moesten er haar opduwen. De pensionairen bezaten echter geen kaartjes voor de trein en boot naar Engeland en werden geweigerd waarop mère Ambroisine ter plekke beliste om dan maar zelf mee naar ginds te reizen. Ze kreeg het allemaal met veel uitleg voor mekaar."
15/3/1899 - 't Fabriek van Persoons, het prille begin?
('Registre de la Correspondance à Thildonck, 1896-1910'; Gemeentearchief Haacht - Afdeling Tildonk)
Op 15 maart 1899 wendden de gebroeders Persoons, toen nog woonachtig op de Dormaalhoeve in de Hambos, zich tot de gemeenteoverheid om ter plekke een werkplaats te mogen inrichten: "een werkplaats voor bouwkunst" (sic). We weten niet zo direct wat we ons hierbij moeten voorstellen want van de constructie van melkontromers was er in dat stadium blijkbaar nog geen sprake al ging in de familie het verhaal dat ze hun eerste ontromers reeds in 1895 op de Dormaalhoeve construeerden. Verder uit te pluizen dus.
"Onderzoek nopens de vraag van de heeren Julius Persoons en broeder, om in hunne woning in den hambosch alhier een werkhuis voor bouwkunst te plaatsen alsook eenen beweger (moteur) aangedreven door Petrol olie en hebbende eene beweegkracht van ten hoogste 6 1/2 peerden"
Merktekens, nog in gebruik in de 2de helft van de 17e E.
Nog in de 2de helft van de 17de E trof je op allerlei documenten wel
eens (merk)tekens aan als handtekening. Ik vond er een aantal in
Tildonk. Sommige waren verfijnd zoals het 'ploegje' van schepen Louis
Van Bolle.
Jan Strobants tekende in 1606 met een gewoon kruisje. Dat deden de meesten van onze ongeletterde voorzaten nog tot in de 20ste E.
1937 Trouwfeest Leopold Verbelen en Maria Van Assche en Eerste Mis Jaak Van Assche
Familiefeesten werden soms wel eens gecombineerd, zoals twee zussen die op dezelfde dag trouwen (zie vorige blogposten), of een gezamenlijk communiefeest van twee kinderen uit hetzelfde gezin, ... Dat maakte het ietwat speciaal en was uiteraard ook budgetvriendelijk.
De combinatie van een trouw met een eerste mis van respectievelijk zus en broer is wel uitzonderlijk. Op 9 augustus 1937 trouwde Maria Van Assche (°Londerzeel 5/3/1911) met Tildonkenaar Leopold Verbelen (°11/3/1907) van de Dormaalhoeve. Hun huwelijk werd ingezegend door pater Jaak Van Assche, missionaris van Scheut en broer van Maria, die bij deze gelegenheid tevens zijn Plechtige Eremis opdroeg.
De 'dischkaart' van deze dubbelviering heeft het onder meer over 'ossenharst met hofmoes' en wat verder ook over 'ooft'. Dit hebben we toch wel eventjes dienen op te zoeken ...
Dubbele trouw van de zussen Germaine en Lucienne Bisschop in 1961 (1)
Op 11 juli 1961 was 't groot feest in de familie Jerome Bisschop ('Jerome van Rikkes') en Celine Boedts. Die dag trouwden immers hun beide dochters Germaine (°1938) en Lucienne (°1940). Het gezin woonde in de Sussenhoek op de hoek van de Terbankstraat en de H.Geestweg. Jerome was zelfstandig bobineerder van stiel en Celine baatte er een kruidenierswinkel uit.
De eerste foto is genomen bij het verlaten van het gemeentehuis, op de tweede foto zie je de zussen (nog in hun trouwkleed maar zonder voile) met hun broer Louis in hun midden en op de derde foto hun ouders, Jerome en Celine, bij het buitengaan van de kerk.
Heb wat oude notities en ruwe schetsen teruggevonden die ik maakte in 1976. Enkele zogenaamde obiits (adellijke rouwborden) lagen toen stof te vergaren op de zolder van de pastorie van Tildonk. De
heraldische kleurbenamingen waren me op dat ogenblik duidelijk nog niet
bekend: sabel voor zwart, keel voor rood, sinopel voor groen, azuur
voor blauw, argent voor zilver en or voor goud... Van de familie de
Behault du Carmois ben ik pas later te weten gekomen dat het baronnen
waren. Zij liepen daar nu eenmaal niet mee te koop...
'Tildonksche boerinnekens', een lied op tekst gezet in de jaren '30 voor de VKBJ door dichter Jozef Simons (die o.m. ook de tekst schreef van het overbekende kerstlied 'Susa Nina' dat door componist Armand Preud'Homme op toon was gezet).
Het was hem willicht gevraagd door zijn broer Alfons Simons, toenmalig onderpastoor van Tildonk en vaste begeleider van de Tildonkse zangertjes die bijna elke week liedjes brachten op de radio bij 'Nonkel Jan'.
Vrouwelijke Katholieke Burgersjeugd (1930-1963) De Vrouwelijke Katholieke Burgersjeugd (VKBJ) was een "groepering die de katholieke meisjes uit burgerij en middenstand moet opleiden tot deelneming aan het hiërarchisch apostolaat der Kerk om zo in de eerste plaats de burgerij en de middenstand voor Christus te herwinnen".
Deze jeugdbeweging voor de burgers- en middenstandsmeisjes ontstond binnen het Vrouwelijk Jeugdverbond voor Katholieke Actie. Dit VJVKA wortelde op zijn beurt in de jeugdafdeling van het Verbond van Belgische Katholieke Vrouwen (VBKVJ) uit 1922. Christine de Hemptinne uit Gent speelde in die organisatie een centrale rol. In het VJVKA werd, net als bij de mannelijke tegenhanger, een scheiding doorgevoerd tussen de verschillende jeugdorganisaties van de standen. De VKBJ en de Vrouwelijke Katholieke Studerende Jeugd (VKSJ) bleven door hun beperkt ledenaantal dichter aanleunen bij de koepel en werkten ook onderling nauw samen. VKBJ en VKSJ hadden in de beginjaren dikwijls dezelfde proosten en ook hun secretariaten waren meestal op dezelfde plaats gevestigd. In 1930 telde de vrouwelijke burgersjeugd in Vlaanderen ca. 5000 leden en 100 afdelingen. Céline Verschraegen, VKBJ-proost Raymond Van Bossuyt en VKSJ-proost Frans Tibbaut leidden het nationaal secretariaat, in 1932-1933 gevestigd in de Gentse Peperstraat.
De organisatie beschikte over een mooi tijdschrift, "Nieuwe Tijden". Dat evolueerde langzaam van het algemeen VJVKA-blad tot het exclusief orgaan voor de burgers- en middenstandsmeisjes. Oost-Vlaams en nationaal proost Raymond Van Bossuyt werd in augustus 1936 tot deken te Ledeberg benoemd. De opvolging liet enige tijd op zich wachten. Pas in april 1939 kwam er een nieuwe proost, met name Albert De Beer. Hij zou de VKBJ en de VKSJ (vanaf 1941), leiden tot in de jaren 1950.
Radio speelde vitale rol in de constructie van de Vlaamse culturele identiteit
(16-10-2014) De Vlaamse omroepverenigingen droegen in de jaren 1930 tot aan de Tweede Wereldoorlog bij aan de constructie van de Vlaamse identiteit, het groeiende Vlaamse natiebesef en Vlaamse emancipatie.
Dat blijkt uit het doctoraatonderzoek van musicologe Lieselotte Goessens. Zij doctoreert in de communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel bij prof. Katia Segers en in de kunstwetenschappen aan de UGent bij prof. Francis Maes. Lieselotte Goessens bestudeerde de omroepverenigingen in de periode van 1928 tot en met 1939. De omroepverenigingen die bestudeerd werden, zijn de Katholieke Vlaamsche Radio-omroep, Socialistische Arbeiders Radio-Omroep voor Vlaanderen, Liberale Radio-omroep en Vlaams-nationale radiovereeniging. De nationalisten mochten maar 1 dag in de maand uitzenden op de openbare omroep, de rest 1 keer per week. De liberalen mochten dat vanaf 1932. De rest van de zendtijd werd gevuld door het NIR (Nationaal Instituut voor Radio-omroep).
Deze omroepverenigingen identificeerden zich met Vlaanderen en haar cultuur en gaven daar uiting aan op de radio. Ze waren ontstaan vanuit een zeker flamingantisme. Flamingante persoonlijkheden en organisaties waren er bij betrokken zoals het Davidsfonds, en enkele vooraanstaande componisten en musicologen, zoals Floris Van der Mueren of Arthur Meulemans. De radio was een belangrijk strijdtoneel voor Vlaamse emancipatie. De omroepverenigingen hadden wel allemaal verschillende opvattingen over wat Vlaamse ontvoogding inhield. De katholieken wilden vooral culturele ontplooiing en morele verheffing van een achtergesteld Vlaanderen. De nationalisten wilden een zelfbeschikkingsrecht van een onderdrukt Vlaanderen. De socialisten streefden intellectuele, sociaal-maatschappelijke en culturele ontplooiing van de Vlaamse arbeider na door middel van sociaaldemocratie. De liberalen wilden recht op vrijheid voor iedere Vlaming, dat moest worden vastgelegd in de Belgische grondwet. Het onderzoek van Lieselotte toonde aan hoe de verschillen in opvattingen over Vlaamse identiteit en Vlaamse ontvoogding ook invloed had op de artistieke programmatie van de diverse omroepverenigingen.
Vlaamse identificatie vindt onder meer uitdrukking in de cultivatie van een zogenaamde Vlaamse mythscape, bestaande uit verhalen over het Vlaamse verleden, Vlaamse symboliek en Vlaamse kunst, erfgoed en tradities. De omroepen konden dagelijks Vlaamse kunst in de huiskamer brengen en stimuleerden op die manier een Vlaams gemeenschapsgevoel.
17de eeuwse tegel met een "zot" of nar die de rommelpot bespeelt. Carnaval
was van oorsprong het feest van Vastenavond dat vanaf de Middeleeuwen
tot ver in de 18de eeuw in de Nederlanden werd gevierd. Voordat de
vastenperiode begon werden eerst de bloemetjes nog eens flink buiten
gezet. Daarbij bespeelden ze de rommelpot: een pot met daarover een
varkensblaas. Een rietje dat door de blaas heen en weer werd bewogen,
zorgde voor een mysterieus, oud aandoend brommend geluid. De
zottenfeesten verdwenen in de loop der tijd, wat bleef op sommige
plaatsen was de rommelpotterij waarbij kinderen langs de deuren gingen
en daarbij bedelliedjes zongen.
Jan Miense Molenaer, Two boys and a girl making music, 1629 (London, National Gallery). De jongen met het rode hemd bespeelt de rommelpot.
Een rommelpot of foekepot is een oud volksmuziekinstrument dat gebruikt werd in de Nederlanden. Het
bestaat uit een aardewerken pot met een vlies erover gespannen (een
rommelpot is dus een membranofoon). Door het midden van het vlies wordt
een stokje gestoken en vast bevestigd. Dit stokje is bestreken met hars.
Het stokje wordt in de hand genomen en met een wrijvende beweging in
trilling gebracht. In zekere zin is een rommelpot dus ook een
strijkinstrument. De trilling wordt overgedragen op het vlies. De pot
dient als klankkast en versterkt het geluid. Het resultaat is niet erg
welluidend: een soort frroep geluid, dat als een astmatische hijg
beschreven kan worden. Dit geluid wordt gebruikt als ritmische
begeleiding bij solozang. Het 'foek' in de naam 'foekepot' is
waarschijnlijk ontstaan als onomatopee (= klanknabootsing) op basis van
deze klank. 'Rommel' is waarschijnlijk door volksetymologie ontstaan uit
het Brabantse 'romme' (melk). In de 'rommepot' werd melk tot boter
gekarnd. In sommige streken van Nederland (onder andere op het eiland
IJsselmonde tot eind jaren 1950) was het gebruikelijk op Oudjaarsavond
met de rommelpot van deur tot deur te gaan met een liedje zoals:
Rommelpotterij frroep, rommelpotterij frroep geef me een centje en ik ga voorbij geef me een appel of een peer en je ziet me het jaar niet weer. frroep
In vorige bijdrage hadden we het over een zekere band tussen schilder Dirk Bouts en Tildonk. Volgens een artikel in het tijdschrift 'Beeldende Kunst' van 1/4/1939 had hij in Tildonk familie wonen (zijn zwager). Of dienen we hier eerder te lezen dat hij grond kocht te Tildonk?
Alleen de brontekst kan ons hierover uitsluitsel bieden...
Wel, dit schijnt eveneens het geval geweest te zijn met de vermaarde schilder Dirk Bouts, zij het eerder onrechtstreeks. Want wat lezen we in het boek Messager des sciences historiques, ou Archives des Arts et de la Bibliographie de Belgique, Gent, 1866? (We vertalen vrij vanuit de Franse tekst van het boek; de oorspronkelijke tekst van de Leuvense schepenbankakte was in het Latijn opgesteld):
'Op 13 oktober 1450 liet Jan van Leeuwe(= schoonbroer van de schilder, jg)aan Dirk Bouts een eigendom na, met name een omheind terrein gesitueerd op de Roeselberg, dat zowel landbouwgrond als een wijngaard omvatte, genaamd "Het erf van Thieldonck".
In het boek heeft men het over "L'Enclos de Thieldonck". Het is best mogelijk dat het terrein naar de familie "van Tildonk" verwijst, een riddersfamilie die alhier resideerde in de 12de eeuw en die tot in de 15de eeuw voorkwam tussen de Leuvense patriciërs. In dat geval is de band met het dorp Tildonk natuurlijk iets minder nauw...
Het bewust document is niet geheel onbelangrijk; het is namelijk het eerste archiefbescheid waarin Bouts als (portret-)schilder (pictor ymaginum) vernoemd wordt.
Dirk Bouts (Dieric Bouts) is ca. 1410 geboren te Haarlem. Na zijn opleiding tot schilder vestigt hij zich te Leuven en trouwt aldaar in 1448 met Katharina van der Bruggen, met wie hij twee zonen en twee dochters krijgt. Na de dood van zijn vrouw trouwt hij in 1474 voor de tweede maal en wel met Elisabeth van Voshem, de dochter van de toenmalige burgemeester. Dirk overlijdt te Leuven op 6 mei 1475. Zijn lichaam is bijgezet in de kerk der Minderbroeders naast dat van zijn eerste vrouw. Enkele van zijn wereldberoemde schilderijen hangen in de Sint-Pieterskerk, o.a. de triptieken: Het in 1464 geschilderde 'Het Laatste Avondmaal' en 'Het martelaarschap van de H. Erasmus'. Dirk, die wordt gerekend tot een van de belangrijkste Vlaamse Primitieven, werd in Leuven in 1468 de officiële stadsschilder. Hij werd beïnvloed door Rogier van der Weyden en Jan van Eyk en leidde in zijn atelier diverse kunstenaars op, waaronder zijn zonen Dieric en Aelbrecht. http://comiteleuven.eu/bezienswaardigheden/historie/personen.htmlFrans Peters
Op 28 maart 1907 meerde de oceaanstomer S.S. Zeeland aan in Ellis Island (New-York), dé toegangspoort tot de Verenigde Staten voor miljoenen immigranten tussen 1892 en 1954.
Eén van de 1162 passagiers op het schip was de 39-jarige M.Antoinette Neuville wiens vorige permanente verblijfplaats zich situeerde te Thildonck (Belgium). Zo staat er tenminste zwart op wit in het logboek.
Verder lezen we dat ze gehuwd was, de Amerikaanse nationaliteit bezat en in Brussel geboren was. Zelfs haar gestalte werd vermeld: 5 feet 1½ inch (= 1m56), alsook dat ze bruin haar en blauwe ogen had.
Haar bestemmingsadres in Amerika luidde: Washington street (?) 321, Phoenix, Arizona.
Zij reisde blijkbaar alleen, de personen die voor en na haar voorkwamen op de lijst waren in elk geval niet verwant met haar.
De resolutie van de afdruk vanhet logboek die we onder ogen kregen bleek echter te klein om alle details te kunnen ontcijferen. Zo konden we uit het document niet opmaken in welke klasse ze reisde.
De S.S. Zeeland was één van de vier grote stoomschepen van de fameuze Red Star Line tussen Antwerpen en New-York en bood ruimte aan 342 passagiers in eerste klasse, 194 in tweede klasse en 626 in derde klasse. Er was een verschil in behandeling tussen de passagiers: zij die aankwamen met een eerste of tweede klasse ticket werden aan een vluchtig onderzoek op het schip onderworpen en werden al snel het land binnen gelaten, de reizigers van de derde klasse moesten echter eerst hun bagage laten desinfecteren waarna een strenge controle van de dokter volgde. Gemiddeld twee procent doorstond die controle niet en werd teruggestuurd naar hun land van herkomst. In totaal reisden er in de periode 1873-1934 zowat 2,7 miljoen landverhuizers via de Red Star Line naar Amerika. Wie was deze M. Antoinette Neuville? We hebben er momenteel het raden naar. In Tildonk hebben we van haar tot nu toe geen spoor teruggevonden. Was ze één van de vele arme drommels die hun geluk beproefden in de Nieuwe Wereld of behoorde ze daarentegen tot het meer welstellende gedeelte van de bevolking dat zich evenwel aangetrokken voelde tot het avontuur? Geen van beiden, ten minste niet op deze reis. Zij was immers al Amerikaanse en verbleef reeds in 1906 in de Verenigde Staten, zoals te lezen staat in kolom 15. Haar eindbestemming was de toen jonge stad Phoenix in de ruige "Far West". En dat intrigeert ons enigszins. Bovenaan kolom 14 staat de vraag: "Whether in possession of $50, and if less how much?". Achter haar naam werd geen bedrag ingevuld, in tegenstelling tot bij de meeste anderen op het blad, maar wel de vermelding "none" (de vraag bleek dus niet van toepassing voor haar). Blijkbaar werd nogal belang gehecht aan een zekere solvabiliteit van de nieuwkomers-immigranten.
Vele vragen betreffende de mysterieuze M. Antoinette Neuville blijven momenteel onbeantwoord, niet op zijn minst rond wat haar verblijf in Tildonk betreft.
Uittreksel uit het logboek van de SS. Zeeland van 28 maart 1907. Op lijn nr. 25 vinden we M. Antoinette Neuville, in kolom nr. 10 vernemen we haar vorige vaste verblijfplaats: "Belgium, Thildonck".
De S.S. Zeeland, één van de vier oceaanstomers die op de Red Star Line voeren tussen Antwerpen en New-York.
Een mooie afbeelding in vogelperspectief van de piepjonge stad Phoenix (Arizona) in 1885. Een twintigtal jaren later bleek deze stad de eindbestemming te zijn van M. Antoinette Neuville.
Tildonk en omgeving, rampgebied op 14 september 1832 ... (1)
Op
donderdag 14 september 1832 (en niet 14 juli, zoals verkeerdelijk in het bericht staat) had onze streek blijkbaar te lijden van een meer
dan gewone storm. Met vernieling van oogst, vee en huizen, én dodelijke slachtoffers!
Je
zal niet alle dagen een Koninklijk Besluit tegenkomen dat een algemene
omhaling voorziet in al de provincies van het land om de nodige hulp te
bieden aan de gedupeerden van een troppeltje lokale dorpen.
(Bron: Recueil des Lois et Arrêtés Royaux de la Belgique, t. 6, Impr. H. Remy, Bruxelles, 1832)
1857: 't Kasteeltje en de Mot, oorspronkelijk 2 motten naast mekaar langs de Lips
Grootgrondbezitter Albert Marnef (x met Amélie Willems), toenmalig eigenaar van de brouwerijen Artois en kasteelheer te Wespelaar, bezat talrijke gronden in de gemeenten Wespelaar, Tildonk, Winksele, Buken, Veltem, Boortmeerbeek, Rijmenam, Haacht, Wakkerzeel en Kampenhout. In totaal spreken we over niet minder dan 460 hectare!*
In 1857 gelastte hij de gezworen landmeters Wirix uit Leuven en Petrus Coen uit Kampenhout om een kaartboek op te maken van al zijn eigendommen, en alzo belanden we bij onderstaand kaartje dat deel uitmaakt van bewuste atlas.
Naast de hoeve 't Kasteeltje met omgrachting (de vroegere Nieuwenborg) staat ook de hoeve de Mot getekend (de vroegere Oudenborg). Een deel van de grachten van deze laatste verdween in 1750 in het vaarttracé. De naam 'de Mot' verwijst naar de oorsponkelijke mottestructuur.
Tussen beide boerderijen kronkelde de Lips, nadat ze eerst via een sifon onder de vaart liep (zie de versmalling van de vaart op die plaats).
-----------------------
* Ter vergelijking: de totale oppervlakte van de gemeente Tildonk bedroeg toen 731 hectare...
Je snuistert in een 19de eeuws correspondentieboek
van de gemeente Tildonk en tussen de quasi onleesbare hanenpoten die de toenmalige
gemeentesecretaris produceerde verschijnt ineens een tekeningske. 'On ne passe pas!!', staat
erbij gekrabbeld.
Het moet iets te maken gehad hebben met een geschil tussen ene
Nackaerts en ene Van Asselberghs in 1859, doch wie zal het fijne ervan meer dan 150 jaar later nog kunnen
achterhalen?!
Simon
van Lalaing (1405 - 1476), stamvader onder meer van de Lalaings die in
de 18de eeuw graven van Tildonk werden en wiens wapenschild de gemeente
Tildonk vele jaren later overnam.
Straffe kerels, van in 't begin al!
Simon
was admiraal van Vlaanderen van 1436 tot 1462, waarna hij dit ambt
overdroeg aan zijn zoon Joost. Hij werd in 1431 gekozen als ridder in de
Orde van het Gulden Vlies. Hij trouwde met Johanna van Gavere, met wie
hij Otto, Joost en Willem kreeg. Tussen 1437 en 1438 gaf hij leiding aan
de kaapvaart op Engelse schepen vanuit Sluis die door Filips de Goede
toegestaan werd. Hoewel hij geen admiraal was in 1464, was hij wel
betrokken bij het uitrusten van de vloot voor de door paus Pius II
uitgeroepen kruistocht tegen de Turken onder leiding van Antoon,
bastaard van Bourgondië, en nam daar ook aan deel. (Wikipedia)
Zo zag de
abri in de 7de Liniestraat er in 1945 uit!
Om de vijand
te misleiden werden de bunkers dikwijls gecamoufleerd als huizen zodat ze
vanuit de lucht niet direct konden herkend worden. Er werden imitatie bakstenen
gevels op geschilderd, deuren en ramen (met de gordijntjes!), tot zelfs de
regenton tegen de gevel... Het pannendak lag er toen al niet meer op, de oorlog
was hier immers op dat moment reeds geëindigd. Deze toch wel unieke foto werd genomen door een Brits
militair van het 32th General Hospital dat tussen 17 februari 1945 en 30
november 1945 in het klooster gevestigd was.
In de jaren '60 werden er jaarlijks meerdere koerswedstrijden ingericht in Tildonk. Niet zelden grepen deze plaats tijdens een van de vele kermissen (Tildonk-kermis, Brugskes-kermis, Hoekskes-kermis, kermis aan 't Sas, ...) Begin- en eindpunt lagen steeds langs plaatselijke café's, en daar waren er genoeg van toen!
---
Wieler-
en Supportersclub "Tildonk Vooruit", gevestigd in het lokaal bij Jozef
De Coster (café "Onder de Toren", bij Wiske Sunt), vraagt toelating aan de
gemeente om een wielerwedstrijd voor Liefhebbers-Nieuwelingen in te
richten.
Een koers van 75 km, met vertrek aan café "In de Congo" (bij Gustaaf Hermans) en aankomst aan café "Coppi" (bij Louis Gordts).
De af te leggen afstand was al iets groter dan in 1919 ... (zie vorige blogpost)
Ben je benieuwd of je familienaam voorkomt in de blog? Of zoek je info over bvb. het klooster, 'varkens en beren', de vaart, ... Breng je zoekterm hierboven in en je krijgt onmiddellijk ALLE artikels waarin deze term voorkomt!
ZEKER EENS PROBEREN!
DE FOTO'S IN DE BLOG
Gebeurlijke miniatuurfoto's in het middengedeelte kan je doorgaans vergroten door erop te klikken.
De foto's in de linker- en rechterkolom echter niet, ze zijn dan ook veeleer bedoeld als opsmuk. Het gros kwam je wel al eerder tegen in een artikel in het middengedeelte.
.
WARM AANBEVOLEN
Voor slechts 34 € word je lid van HAGOK, de Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring.
Als lid kan je de meeste activiteiten van HAGOK gratis meemaken. Ontvang je HOGT, een glossy magazine met tientallen kleuren- en andere foto's; elk jaar goed voor meer dan 300 blz. streekgeschiedenis, heemkunde, genealogie, archeologie, alsook wetenschappelijke bijdragen over de dorpen van de driehoek Aarschot-Leuven-Mechelen.
Als lid kan je de artikels over Tildonk, naast alle andere reeds verschenen artikels, en dat zijn er ondertussen meer dan 1000 (!), ten allen tijde gratis online raadplegen. Over Tildonk zelf verschenen doorheen de tijd heel wat uitgebreide bijdragen:
Jan Gordts, Jacobus Evers (°1828), een 'filius septimus' of zevende zoon
Arnold Bonne, Jan Gordts & Freddy Vens, De grauwzusters van Roeselare en andere vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Tildonk
Jan Gordts, 1848, de jonge Tildonkenaar Gaspar Gielielmus Engelborgs overlijdt in den vreemde
Kristien Suenens, Een man, duizend vrouwen. De ursulinen van Tildonk
Jan Gordts, 'Ge moet niet alles geloven wat in de gazetten staat...'
Jan Gordts, Vondelingen te Tildonk op het einde van de 18de eeuw
Jan Gordts, De memoires van Tildonks brugdraaier Jozef Mommaers, alias 'Jef van de brug' (1873-1968)
Jan Gordts, Lucienne De Keuster (1923-2015) dochter van de sassenier van Tildonk. Een vergeten partizane
Jan Gordts, Lokalisatie van enkele 18de-eeuwse gronden te Tildonk. Een oefening
Peter Dejaegher, Het gevecht aan de Lips (1266)
Jan Gordts e.a., Begin september 1944: de bevrijding van Haacht en omgeving
Jan Gordts, Betwisting rond een in 1820 te Tildonk gevonden geldpot
Ward Caes, Een zilvermunt van keizerin Maria Theresia of een pot bier in 1750?
Jan Gordts,
'Life in a Belgian Convent: A Sydney Girl Abroad'. Een relaas uit 1913 door
Maie Mason, Australische oud-leerlinge van de Tildonkse ursulinenkostschool
Jan Gordts,
Liedeken op de groote moordery geschied tot Tildonck in den nagt op Gulde Mis
(1837)
Jan Gordts,
Marie Antoinette Caroline van der Gracht de Fretin en het kasteel ter Elst te
Tildonk
Jan Gordts,
Voorjaar 1814. Het veldleger van "de Zwarte Hertog" Frederik Willem
van Brunswijk strijkt neer in onze dorpen
Roger Casteels, Uittreksels uit het frontblad
'Het Kanton Haacht onder de wapens' - (Thildonck)
Jan Gordts, Wat
mispeuterden de Tildonkenaren zoal een goede honderd jaar geleden? Een verhaal
van onder meer ‘varkens’ en ‘beren’
François van der Jeught, Een nieuwe Van den
Gheinklok voor de kerk van Tildonk in 1601
Jan Gordts, Het Tildonkse ursulinenklooster,
litho op postkaart 1903-04
Jan Gordts en Guido Abts, De preekstoel met de
verkeerde parochieheilige
Germaine Verheyt, 'Maurice Neefs, een
oorlogsslachtoffer uit Tildonk
Jan Gordts, Openbare boedelverkoop in 1771 van
de Tildonkse hoeve van 'de Tafel van de Grote Heilige Geest van Leuven' (Hof
Ter Leeps)
Jan Gordts, Leerlingenwerving voor de internationale
kostschool van de Tildonkse ursulinen in de 19de en 20ste eeuw
Jan Gordts, Bijna vier eeuwen Tildonkse
pastoors (1626-1999)
Willy Van Langendonck, De waternaam Lips
Hubert Simonart, Tildonk-Banneux 1933-2008.
Een uitzonderlijke band
Jan Gordts, Het testament van kanunnik
Philippus Van ’t Sestich (+ Tildonk 15 oktober 1764)
Jan Gordts, De Tildonkse processie van weleer
Willy Van Langendonck, Het toponiem Tildonk
Jan Gordts, Een Tildonks politiereglement uit
1837
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: Maurice
Croon
Jan Gordts, De Tildonkse galg
Roger Casteels, Dagboek van de ursulinen van
Caen over hun belevenissen te Wespelaar en Tildonk tijdens de Eerste
wereldoorlog
Jan Gordts, Tildonk ten tijde van de
Oostenrijkse Successieoorlog (1741-1748)
Louis Swiggers, Over Tildonkse dorpsfiguren:
Jakke Vanden Acker, alias Sinterklaas; de smed; Jef van Woil; Lewie Van
Krieken; Plien Borreman
Jan Gordts, De geschiedenisles van
schoolmeester Paulus Goossens over Tildonk (1856)
Roger Casteels, Het Tildonkse ursulinenklooster
en de Eerste Wereldoorlog
Jan Gordts,Tildonk beschreven rond 1830 in de
'dossiers d'expertise' van het kadaster
Jozef Hamels, Renners uit onze regio: met
Tildonkse connectie
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving van Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Jan Gordts, De bewogen carrière van Leon Vincart, gevolmachtigde minister van België in Venezuela (°Huy, 22 april 1848 - +Tildonk, 6 juli 1914)
Maurice Vandenheuvel, In 1945 was het klooster van Tildonk een Brits legerhospitaal
Jan Gordts, Knechten op de vuist in het 18de eeuwse Tildonk
Jan Gordts, De Tildonkse reuzen Jan en Babs in de kijker
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof ter Elst, van pachthof van de abdij van Affligem tot kasteelhoeve van de families Van 't Sestich en Snoy
Jan Gordts, Over oude Tildonkse pachthoven. Het hof te Bettenrode, win- of pachthof van vele heren
Jan Gordts, Gaf Sus Artoos zijn naam aan de Tildonkse wijk Sussenhoek?
Maurice Vandenheuvel, Het Janssenskapelletje (1852) en de familie Janssens te Tildonk
Jan Gordts, Het Tildonks Sticht in de periode 1818-1832, voorloper van het latere ursulinenklooster
Jan Gordts, De Tildonkse handbooggilde van St.-Sebastiaan in het begin van de 18de eeuw
Jan Gordts, Tildonkse notarissen in de periode 1758-1920
Henri Vannoppen, Schilderijen en kunstwerken rond de notarisfamilie Verzyl te Tildonk
Jan Gordts, De grote kloosterbrand te Tildonk in 1928
Henri Vannoppen, De familie de Behault du Carmois tegen de achtergrond van de samenleving in Tildonk
Jan Gordts, Indische bedevaarders op bezoek te Tildonk in 1935
Maurice Vandenheuvel, Met Tildonkenaars op de vlucht in mei 1940
Jan Gordts, Het ploeg-handmerk van Louis Van Bolle, schepen van Tildonk (1664)
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk. De Art Nouveauzaal
Roger Casteels, Op 26 mei 1940 verloor Tildonk 2/3 van zijn onderwijzerskorps
Marleen Rosier, Het Ursulinenklooster te Tildonk:een bouwhistorisch en iconografisch overzicht
Jan Gordts, 12/8/1942: een Engels gevechtsvliegtuig stort te pletter in Tildonk
Jo Vandesande, Een 18de-eeuwse kaart van Tildonk en Wespelaar
Jos Cools, Tildonk
Jan Gordts, Een drievoudige moord te Tildonk in 1837
Henri Vannoppen, Een beeld van de gemeenten Haacht, Tildonk en Wespelaar rond 1830
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel II: De heerlijkheid Lauwendries
Jo Vandesande, Motten en heerlijkheden te Tildonk. Deel I: De heerlijkheden Tildonk, Ter Borcht (Nieuwenborg) en Oudenborg, vanaf hun ontstaan tot omstreeks 1650
Bart Minnen, Getuigenissen uit 1390 over de verdeling van de tienden te Tildonk