Vertrek: Marktplein,
aan de kerk van Kieldrecht. In de Dorpstraat is bordje 12.
Maandag 21 augustus 2017.
We vertrokken uit Ekeren met een helderblauwe lucht, maar als we in het
Waasland toekomen hangt er een nevelige waas voor de zon. Vandaar de naam:
'Waasland', denk ik. De temperatuur meet hier slechts 18°C aan. Een beetje
frisjes voor de tijd van 't jaar zou de weerman zeggen. We trekken een lichte
trui aan en vertrekken, op onze e-bikes, voor een trip door het Waasland. De
eerste Sint-Michielskerk, van Kieldrecht, werd op het hoogste punt van het dorp
gebouwd in 1238. Tijdens de daarop volgende eeuwen te klein bevonden,
afgebroken en sterk vergroot weer opgebouwd. In 1788 werd de westtoren grondig
vernieuwd. Op het Marktplein werd het monument opgericht dat de inwoners van
het dorp herdenkt die tijdens de beide Wereldoorlogen omkwamen of vermist werden.
Naast de kerk werd een verkoperd monument op een sokkel geplaatst met de naam:
'Boegbeeld'. In Oud Arenberg staan we voor de pastorij die vermoedelijk gebouwd
werd tussen 1894-'97. Sinds 2012 is het gebouw in privé bezit.
We rijden door de
Dorpstraat tot nummer 24 waar het voormalige gemeentehuis staat te pronken. Het
gebouw dateert van 1893. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw
getroffen door een vliegende bom. Het was wachten tot 1948 voor de schade werd
hersteld. Momenteel is het een politiekantoor. In de gevel werd een monument
aangebracht. We lezen: 'Door een bominslag vielen hier op deze plaats op 22
maart 1945 negentien onschuldige slachtoffers van zinloos geweld. Kieldrecht
zal hen nooit vergeten'. Daaronder staan de namen van 13 burgerslachtoffers en
zes Britse militairen. De gedenkplaat werd op 11 november 1998 onthuld.
Bij knooppunt 12 rijden
we 800 meter tot knooppunt 60. Aan de splitsing in de Kouterstraat gaan we de
Belgische Nederlandse grens over en fietsen een stukje door Zeeuws
Vlaanderen dat omgeven is door de Westerschelde en de Noordzee. Zeeuws
Vlaanderen is een geliefde bestemming voor strand- en natuurliefhebbers. We
belanden in het dorpje Nieuw-Namen dat bijna op de grens van België en
Nederland ligt. Het dorp behoort bij de gemeente Hulst en is omgeven door
zeekleipolders. De Heilige Jozefkerk in de Hulsterloostraat dateert van 1860.
Aan het eind van de 19e eeuw werd de kerk sterk uitgebreid. De toren
werd in 1912 opgetrokken. Naast de inkom staat een levensgroot beeld van Jezus
afgebeeld, hoog op een arduinen sokkel. Daaronder de woorden: 'Komt allen tot
mij'. Als we het dorp verlaten moeten we knooppunt 64 volgen. Het bord is niet
echt duidelijk. We moeten rechtdoor maar de straat splitst zich. Links is een
doodlopende straat die overgaat in een zandpad tussen een grasberm. Links van
ons, tussen enkele schapen, toornt een hoge luchtwachttoren met uitkijkplatform
hoog de lucht in. Een infobordje legt uit: 'In Nederland zijn in de tijd van de
'koude oorlog' 140 uitkijktorens gebouwd. Deze toren uit 1953 is er één van. De
torens deden dienst als uitkijkpost om vliegtuigen van 'de vijand' te
signaleren. Het Koros Luchtwacht Dienst, bestaande uit vrijwilligers, bemande
de torens. Al sinds 1964 worden de torens niet meer gebruikt. Deze
luchtwachttoren is nu in particulier bezit. Aan Staatsbosbeheer is destijds
gevraagd om bomen en struiken aan te planten zodat de torens uit het zicht
werden onttrokken'. Ons plan vertelt dat we de Schelpstraat moeten volgen over
een rustige asfaltbaan. De andere straat dus waar we rechts, in de verte, de
koeltorens van Doel zien. Ze spuien onophoudelijk dikke wolken van waterdamp de
lucht in. De boosdoener die een waas voor de zon brengt. Voor ons staat de
skyline vol met geordende groene loofbomen.
2,8 km verder is
knooppunt 64. We fietsen langs een perenplantage van hectaren groot. Trossen
fruitige peren hangen klaar om eind augustus te worden geoogst. De houten
verzamelbakken staan reeds klaar. We rijden rechtdoor voor 2 km tot knooppunt
65. Hier fietsen we door Emmadorp. Buurtschap Emmadorp is een kleine kern in de
gemeente Hulst. Er zijn nog enkele oude huizen en zelfs nog nieuwbouw. We
fietsen zelfs nog voorbij enkele grote bedrijven. Na knooppunt 65 volgen we
even knooppunt 59. Rechtdoor dus tot het eind. Links van ons bevindt zich het
café, Het Verdronken Land. Het heeft net vandaag zijn sluitingsdag. Nog meer
naar links is het bezoekerscentrum van het Zeeuwse Landschap gevestigd. Het
omvat een moderne expositie, met veel doe activiteiten die verrassend zijn
voor jong en oud. Op de parking staat de voormalige lichtbaken 'Marlemontse
Plaat'. De Waker van Saeftinghe. Dit baken werd geplaatst op 15-08-1966 en
uit Saeftinghe verwijderd op 26-11-1997.
Voor ons ligt een hoge
dijk die men kan beklimmen door middel van enige trappen. Kleine zwaluwen
blijven op de houten trapleuning zitten als we naar boven stappen. Eens we te
dicht genaderd zijn vliegen ze weg. Als we voorbij zijn zitten ze al terug op
hun plaats te wachten op hun ouders die hen komt voederen. De beklimming is de
moeite waard want eenmaal boven hebben we een prachtig zicht over het uniek
natuurgebied het 'Verdronken Land van Saeftinghe' met een oppervlakte van 3.500
hectare. Het gebied leeft op het ritme van het getij: het zilte water van de
Westerschelde stroomt bij elke vloed het gebied binnen; bij eb zakt het water
weer. Via de drie hoofdgeulen, die zich het gebied in vertakken, komt het water
tot vlak bij de dijk. Van de vroege 14e tot en met de 16e
eeuw was de 'Heerlijkheid Saeftinghe' zeer vruchtbaar polderland. Het lag ook
zeer strategisch voor de haven van Antwerpen. Er lagen vier dorpjes en er stond
zelfs een kasteel, Slot Saeftinghe. Door opeenvolgende overstromingen is het
land verdronken. Het is een magnifiek schorren- en slikkengebied met de
mooiste planten en kruiden. Het aantal vogels dat hier overwintert loopt in de
tienduizenden en vormt daarom een belangrijk gebied voor broed- en trekvogels.
We kunnen nog een stuk de dijk af tot bij een draadversperring. Hier waait een
strakke bries. We hebben een thermos koffie meegebracht en genieten zo nog meer
van de uitgestrekte natuur die zich voor ons uitspreidt. In de verte spotten we
twee wandelaars. Rechts van ons grazen talloze schapen. Nog verder, vlak voor
ons, vaart een COSCO containerschip op de Westerschelde naar een losplaats. Het
gaat tergend langzaam. De Westerschelde is één van de drukst bevaren wateren
ter wereld. Ze staat in open verbinding met de Noordzee en de Schelde en vormt
daardoor een belangrijke verbinding tussen Antwerpen en Vlissingen.
Na onze lange stop in
Emmadorp vergeten we even de knooppunten en volgen gewoon deEmmaweg. We laten de hoge dijk links
liggen. We hebben nu de koeltorens vlak voor ons. Tussen de twee reuzen
schouwen zien we de minuscule spitse kerktoren van Prosperdorp. Op de
voorbijrijdende akkers wordt in mindere maten maïs geteeld. Het zijn de
groenten die hier domineren. Bij zo'n akker zijn de erwten klaar om machinaal
geoogst te worden. Het loof is al geel geworden. Emmaweg wordt Prosperweg en
even verder nemen we de derde straat rechtsaf (Petrusstraat). Nog wat verder
rijden we terug de grens over en fietsen we opnieuw in België. Home sweet home.
Na knooppunt 13 volgen we knooppunt 17 en komen in Prosperdorp. Een gehucht van
de gemeente Beveren. De polder dateert van 1846 en is nog tamelijk jong. Bij
een infobord, langs de kant van de weg, houden we halt. Het gaat over de
voormalige Prosperhoeve, genoemd naar hertog Prosper van Arenberg die het
gebied liet indijken. Zo creëerde hij landbouwgrond en trok hij bewoners aan.
Een infobord vermeld: 'Hertog Prosper Lodewijk van Arenberg (1785-1861) liet in
1846 de grensoverschrijdende Prosperpolder aanleggen. Hij paste er een uniek
uitbatingsmodel toe. In plaats van de gronden te verkavelen en te verpachten,
baatte hij de polder in eigen regie uit. Vier hoeves stonden hiervoor in.
Vanuit de centrale hoeve, de Prosperhoeve, coördineerde de rentmeester van de
hertog de uitbating. Aan de overzijde van de straat staat nog de schuur van de
voormalige Prosperhoeve. Wat verder werd de Sint-Engelbertuskerk gebouwd in
1910-11 in opdracht van hertog Engelbert Marie van Arenberg. In Prosperdorp
vonden, in 2015, de opnames plaats van de bekende televisieserie Den elfde van
den elfde. Naast de kerk staan enkele zitbanken waar we in het middagzonnetje
onze picknick houden. De plaatselijke kroeg, café 'Den Angeluus', heeft zijn
sluitingsdag.
We verlaten het centrum
van Prosperdorp en fietsen tot aan de hoge dijk met een infobord. We lezen:
'Tot 2020 bouwen we hier aan een grensoverschrijdend natuurgebied van
internationaal belang. Door 465 hectare voormalige poldergrond terug te geven
aan de rivier, stijgt de veiligheid, natuurlijkheid en toegankelijkheid van
deze grensstreek aanzienlijk. De Schelde krijgt weer meer ruimte en de
getijdennatuur herleeft. Deze prachtige regio kan verder uitgroeien tot een
toeristische trekpleister met talrijke kansen voor de streek. Een hoge muur van
steen- of schanskorven trekt onze aandacht. Achter de muur nodigen trappen uit
om tot op de dijk te klimmen. Het Hedwige Prosperproject. Op dit punt staan
we oog in oog met de gevolgen van de strijd tegen het water. Dit gebied is
altijd onderhevig geweest aan de grillen van de getijden. Al in de 13e
eeuw begint men de strijd tegen het water. Men werpt dijken op en wint
polderland. Maar soms wint de natuur iets terug. In 1570 bijvoorbeeld zet de
Allerheiligenvloed dit hele gebied blank, van Saeftinghe tot Kallo. Vandaag
voorziet het Hedwige-Prosperproject in een teruggave van zo'n 450 hectare grond
aan de Schelde. Een deel daarvan ligt op Nederlandse grond, in de
Hedwigepolder. Een ander deel ligt hier, in Prosperpolder. De getijden krijgen
hier opnieuw vrij spel. En zo ontstaan slikken en schorren.Het is bijna net hetzelfde uitzicht als het
'Verdronken Land van Saeftinghen'. Plassen, kreken en oneindig veel groen. De
skyline wordt gedomineerd door de Scheldehaven met laad- en loskades voor
containerschepen. Momenteel legt de MSC aan om gelost te worden. Een ander
containerschip maakt zich los van de kade en wordt naar zee geloodst.
We staan bij de
infokeet op de Zoetenberm bij een infopunt. De loods is niet open, maar aan de
zijkant staat op een infodoek dat het infopunt tijdens de week open is van 8u30
tot 16u30. Niet dus.
Na knooppunt 13
bereiken we Oud Doel, nog een gehucht van Beveren. Het dorp wordt niet
aangegeven door de gebruikelijke verkeersborden F1 F3. We fietsen langs een
aantal oude boerderijen en in de verte spotten we weer de koeltorens van de
kerncentrale Doel. Al snel verlaten we het dorp over een kasseiweg. Links
aanhouden en langs een steil pad met grove grind klauteren we te voet de dijk
op. We moeten oorspronkelijk naar rechts. We hebben voor ons de Schelde. Een
pracht van een uitzicht. En dan denk ik: hier wil je niet staan koekeloere bij
slecht weer. Eerst naar links tot bij de uitkijktoren. Na 44 treden houd een
balustrade ons tegen. Het uitzicht van 360° is waanzinnig spectaculair en
adembenemend. 200 m verder staat de radartoren. De radartoren vervangt de toren
die vroeger aan de Nederlandse grens stond. Hij bevond zich midden in een
voormalige polder. Die 'ontpoldering' kadert in het Sigmaplan, dat Vlaanderen
beschermt tegen overstromingen. De radartoren begeleidt het scheepvaartverkeer
op de Westerschelde. De oorspronkelijke toren lag pal in een gebied dat
ontpolderd zou worden. Daarom bouwden ze hier een gloednieuwe toren.
Een veeboer komt zijn
koeien van de polder ophalen. Op sommige plaatsen stonden ze tot hun buik in de
zwarte modder. We vervolgen onze weg langs knooppunt 17. Voor we de dijk
afrijden volgen we het bord naar een Brits monument. Rechts van ons ligt de
Doelpolder (71 ha) en Brakke Kreek (36 ha). Beide gebieden zijn
natuurcompensaties voor de natuurwaarden die verloren zijn gegaan bij de aanleg
van het Deurganckdok. Een witte lepelaar zoekt naar prooi in het ondiepe water.
Het is een zeldzame vogel die voornamelijk in het Zwin voorkomt. Tientallen
andere watervogels zwemmen in de grote plas. Eenden maken om de beurt een duik
tot op de bodem. De meeste eenden zitten op de oever de zonnen. We maken een
grote bocht om de kerncentrale. De koeltorens zijn ongeveer 1,70m hoog. De vier
kernreactoren werden in gebruik genomen tussen 1975 en 1985. Het jaagpad brengt
ons tot vlakbij het monument. Het werd opgericht in juni 1948 door de dankbare
bevolking dat hulde brengt aan de dappere Britten die hen bevrijdde van
september 1944 tot mei 1945.
Voor de Scheldemolen
staan de eerste 'huizen' van Doel. Door de graffiti zijn ze duidelijk zichtbaar
tussen het groen. Een pand is volledig uitgebrand. Bij een ander pand staan de
ramen wagenwijd open. Weer en wind heeft vrij spel. Dan praat ik nog niet over
de vogels die hun nest binnen maken. Bij een volgende pand staat een auto en
een caravan op de oprit. De Scheldemolen is nog één van de oudste stenen molens
van Vlaanderen, maar wordt al bijna 90 jaar niet meer gebruikt. De eerste
houten korenmolen werd waarschijnlijk gebouwd voor de indijking van 1614. Hij
werd geveld door een zware storm. De huidige molen dateert van 1835 en stopte
met malen in 1927. Tijdens WOII werd hij bezet door het Duitse leger en daarna
door Engelse soldaten die er een observatiepost van maakten. De gemeente
Beveren kocht de molen in 1978 en na restauratie werd het 'Restaurant De Molen
met een terras voor wandelaars en fietsers. Van hieruit hebben we een mooi
zicht op een bosrijk gebied dat het dorpje Lillo herbergt. Vroeger kon je met
een veer naar de rechteroever en terug. De drukte op de Schelde laat het niet
meer toe.
Het voormalige dorp
Doel is een spookdorp geworden waar kunstenaars zich met graffiti hebben kunnen
uitleven. Op een enkeling na hebben alle inwoners het polderdorp verlaten. We
maken een fietstocht door het kleurrijke dorp. In elke straat zijn er nog
enkele huisjes die bewoond zijn. Een plastieken bloembak voor het raam is pas
gevuld met geurige bloemen. Witte gordijnen hangen voor het mooi gepoetste
raam. Borden waarschuwen vandalen en graffitikunstenaars dat het pand bewoond
is. Eigenaars die voet bij stuk houden. De overige gebouwen zijn dichtgetimmerd
met hout of aluminium platen. We stoppen bij de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart
kerk. Ze is nog omgeven door een begraafplaats en een gietijzeren omheining van
1857. De eerste kerk dateerde van de 15e eeuw. Maar deze werd
afgebroken, vernieuwd en vergroot. De huidige kerk werd gebouwd in 1851-'54. De
deur is op slot. Een bord met camera laat weten dat er constant bewaking
aanwezig is. De parochiekerk wordt nog regelmatig gebruikt voor huwelijken,
uitvaarten en doopplechtigheden. Voor de kerkingang werd het monument voor de
gesneuvelden van beide Wereldoorlogen geplaatst. Op de parking staan enkele
auto's geparkeerd. Twee daarvan met Nederlandse nummerplaat. Nog meer
ramptoeristen, net als wij. Bij een kleine speeltuin werd op 1 juni 1985 het
monument geplaatst van de schipper. Het werd opgericht naar aanleiding van het
125 jarig bestaan van de Koninklijke Schippersgilde van Doel. Het 'Sinte
Cornelius Gesticht' van Doel werd eveneens gebarricadeerd met houten platen voor
ramen en deuren. Verschillende dakleien ontbreken en zorgen binnen voor
wateroverlast. Een voormalig klooster en eertijds een kostschool voor meisjes.
Hoe de toekomst er voor 'het dorp' uitziet is anno 2017 nog altijd onduidelijk.
Zal de haven zich hier verder ontwikkelen? Wat dan met de kerk en de molen?
Twee geklasseerde gebouwen. Dat maak je niet zomaar met de grond gelijk.
Na een natje en een
droogje fietsen we weer bovenop de dijk en vervolgen we onze weg over een brede
kasseiweg. We wanen ons even als professionele wielrenners in de 'Ronde van
Frankrijk'. Tot alles begint pijn te doen. Beneden de dijk bemest een tractor
zijn akkers. De wind staat in onze richting en kunnen we mee genieten van de
geur. Wat een fietser niet allemaal lijden kan.
Na knooppunt 14
belanden we in Saftingen, een gehucht van Beveren. Het dorp situeert zich
slechts naast de straat Saftingen. Naast een wegkapelletje H. Maria bidt voor
ons staan enkele huizen en een boerderij, omgeven door hectaren landbouwgrond.
De uien liggen op de bermen te drogen.
Een paar kilometer voor
Kieldrecht rijden over de Pillendijk. Links van ons kijken we uit over 'Putten
West' dat net als Putten Weide een natuurgebied is. Aangericht om het verlies
van kostbaar groen te compenseren toen het Deurganckdok gebouwd werd. Een
plaats waar we genieten van vogels of gewoon van de stilte. Verderop zijn we
terug bij knooppunt 12.
Op weg naar huis
stoppen we even aan het Verheyenplein van Verrebroek. Een deelgemeente van
Beveren. De Sint-Laurentiuskerk dateert vanaf de 15e eeuw. In 1688
kreeg de kerk haar huidige uitzicht. De torenspits werd gehalveerd in 1804 door
de Fransen die er een semafoor op plaatsten. De begraafplaats is al lang
verdwenen. Er rest nog het oorlogsmonument dat de gesneuvelde soldaten gedenkt.
Op een arduinen sokkel werd het bronzen borstbeeld geplaatst van Philip
Verheyen. Geboren te Verrebroek op 23 april 1648. Hij was ontleedkundige,
doctor in de medicijnen en hoogleraar te Leuven waar hij stierf op 28 januari
1710. Het monument werd in 1862 ingehuldigd. De gemeentepomp met sierlijke vaas
werd geschonken door de familie Jaequemyns in 1857 aan de inwoners van
Verrebroek. Het is nog ongeveer een half uur rijden tot Ekeren. Foto's: Rina Meurs.
Dit is de derde en laatste fietslus van de
Brabantse Kouters. De route is ongeveer 40 km lang zonder afwijkingen. In
tegenstelling tot de vorige Brabantse Kouterroutes laten we vandaag de
afwijkingen voor wat ze zijn. De routes worden te lang en we rijden dan
gewoonlijk nog verkeerd ook. We volgen op deze route gewoon de knooppunten en
bezoeken de oorlogsrelicten die we langs de fietslus passeren, genietend van
mooie vergezichten, van het prachtige weer en van elkaars gezelschap. De
Brabantse Kouters liggen tijdens de eerste oorlogsweken in niemandsland. Een gespannen
situatie. Af en toe breekt er geweld uit en huizen worden in de as gelegd. Een
uitval van het Belgische leger uit Antwerpen eindigt met gevechten in Zemst,
Grimbergen en Meise.
Maandag 7 augustus 2017. We parkeren vlakbij
knooppunt 28 in de Spoorwegstraat te Kapelle-op-den-Bos. Als we met de fietsen
vertrekken wijst de temperatuur al 20° Celsius aan. En het beloofd een warme
zomerse dag te worden. We rijden terug tot aan de spoorwegbrug, bij knooppunt
28 en slaan rechtsaf. We rijden via de stalen Jan Bogaertsbrug over de
Willebroekse vaart. Het zijn twee bruggen, één brug voor het wegverkeer en over
de ander loopt het dubbel spoor van spoorlijn 53. De wegbrug werd gebouwd in
1979 en de spoorbrug twee jaar later. Links toornt de uitkijktoren hoog de
lucht in. De getinte ruiten geeft de bruggenwacht een onbeperkt uitzicht over
het water. Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Met het graven van het kanaal werd
gestart in 1550 en is daardoor één van de oudst bevaarbare kanalen van Europa.
Inmiddels vaart een binnenschip, geladen met meer dan twintig grote containers
in het ruim, zonder moeite onder de brug door. De Franse vlag wappert achteraan
het schip. Voor grotere schepen moeten de bruggen opgehaald worden. We rijden
even in een kring. Daarnet hadden we de uitkijktoren links van ons. Nu zien we
de toren recht voor ons en fietsen onder de Jan Bogaertsbrug door. Twee
passagierstreinen ratelen net boven ons hoofd over de brug. Gelukkig kruisen ze
elkaar. Tot knooppunt 29 fietsen we naast de Willebroekse vaart. We houden halt
voor het grondgebied van Willebroek. Een wegwijsbord geeft de richting aan naar
een 'Hopveld'. We volgen rechtsaf knooppunt 87. Het hopveld weet van de
droogte. Enkele ranken zijn verdroogd en geen enkel is volgroeid. Toch zien we
de bloempjes op de zijscheuten van de ranken. Nog even en er kan geoogst
worden.
Via de Alemstraat rijden we het centrum binnen van
Leest. Het dorp is een deelgemeente van de stad Mechelen. Niets roert zich in
de straten van Leest. Geen levende ziel te bespeuren ondanks de grote vakantie.
We horen geen kinderen joelen of roepen. De bewoners zijn hoogstwaarschijnlijk
gaan werken of naar het buitenland op vakantie. Eens uit het centrum fietsen we
langs akkers met spruitplanten. De vruchten zijn nog zo klein als mini
knikkers. In september begint de oogst die in maart eindigt. Tussen de planten
groeien savooikolen. Het zijn typische groenten die aardig wat vorst kunnen
verdragen. Tractors verwijderen de laatste hectaren koren in de omgeving.
Ondanks de droogte in het voorjaar is de graanoogst een succes geworden. Maïs
domineert de regio. Tussen de plantages in is het warm. De temperatuur stijgt.
Er staat bijna geen wind.
Vlak voor knooppunt 25 fietsen we langs spoorlijn
53 en houden halt bij een klein monument langs de kant van de weg. Dit R.A.F.
monument werd ingehuldigd op 10 mei 2013 voor het 158ste eskadron dat tijdens
de nacht van 23 juni 1943 met hun Halifaxvliegtuig neerstortte in het
omringende veld en de bemanning doodde. Hun namen worden op het monument vermeld.
Aan landbouwgronden is hier geen gebrek. In een afgespannen weide grazen
tientallen schapen. Mooie uitzichten worden ontsiert door de stalen pilaren met
vuistdikke elektriciteitskabels. In een groene poel verderop zoekt een reiger
naar prooi. Hij houd ons scherp in de gaten opdat we niet te dicht naderen.
We rijden door het dorp Laar. Een gehucht van
Zemst. Bij het kruispunt staat een kapel in de schaduw van een grote den. Het
opschrift boven de deur luidt: 'God ziet mij'. Daarboven werd een oog in de
bekende driehoek geschilderd. Het beeld van 'Moeder Maria' kleurt het
interieur. De kapel splits de straat in twee. Het naast gelegen Café 'Hof van
Laar' is vandaag gesloten. Het is niet direct duidelijk of het zijn
sluitingsdag is of dat de eigenaars op vakantie zijn. Het café was, enkele
jaren geleden, het decor voor de populaire VRT-reeks 'Loslopend Wild'. We
rijden rechtdoor en laten de Sint-Engelbert en Bernardus kerk, uit de late 19e
eeuw, links liggen. Bij de Larestraat, buiten het centrum, houden we halt bij
de kapel van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. De kapel dateert uit het midden van
de vorige eeuw. Ze wordt door de buurtbewoners prachtig onderhouden. De deuren
staan uitnodigend open. Verse bloemen sieren het altaar. Het beeldje staat in
een nis achter glas en traliewerk ervoor. Een bezienswaardigheid is het met
rode ledlampen verlichte kruis in de nok. Er werden zitbanken en een
picknicktafel naast de kapel geplaatst waar we dankbaar gebruik van maken. Tijd
om het innerlijke te versterken.
Voorbij knooppunt 45 fietsen we langs het park
'Wormelaar' of het 'Dalemansbos'. Een 20 ha groot park met vijver dat werd
aangelegd rond 1880. Een pracht locatie die uitnodigt te wandelen langs
monumentale oude bomen. Het natuurgebied wordt beheert door Natuurpunt. Nog
verder naar knooppunt 17, op de Singelweg, houden we weer halt bij een
bijzonder mooi onderhouden kapel. De O.L. Vrouw van zeven smarten kapel werd
gebouwd aan het eind van de 19e eeuw in opdracht van de familie
Deudon. Rondom werden zeven nissen in de muur gemetseld waarin de zeven smarten
van Maria staan afgebeeld. Slechts door een getralied raam kunnen we het
prachtig interieur bewonderen. Het altaar werd gedecoreerd met kantwerk.
Vervolgens stoppen we even bij het 'Impelkasteel'. Het slot ontstond in de 11e
12e eeuw als een omwalde hoeve. De hoeve werd op termijn omgeven
door water en op een motte geplaatst en evolueerde zo tot een kasteel. In 1783
werd het slot omgebouwd tot een landhuis en kreeg het zijn huidige gedaante.
Het park werd in de 18e eeuw voorzien van een 300 m lange gracht en
een eilandtuin. Tussen 1812 en 1820 werd het naar Engels model omgevormd tot
een romantisch rivierlandschap van 5,5 hectare.
Aan knooppunt 18 bevinden we ons in het centrum van
Eppegem. Het dorp is een deelgemeente van Zemst en ligt aan de Zenne rivier. De
gemeente Eppegem werd zwaar geteisterd tijdens WOI. Er werden 176 huizen
platgebrand en er vielen acht burgerdoden. We fietsen door de Rekelstraat tot
bij nummer 37. Het is de weer opgebouwde hoeve Pickaerts, genoemd naar de
laatste uitbaters. In de nazomer van 1914 werd de hoeve volledig verwoest en
rond 1918 terug heropgebouwd. Het toenmalige gemeentehuis en ook de kerk liepen
zware schade op tijdens WOI. De Sint-Clemenskerk dateert van de 16e
eeuw en bezit een noord toren, wat zeer uitzonderlijk is. In het oorlogsjaar
1914 werden de daken en gewelven grotendeels vernield, om pas in 1920-21 in hun
volle glorie te worden hersteld. De parochiekerk werd recent opnieuw
gerestaureerd. Ervoor werd het monument voor de gesneuvelden geplaatst. Het
herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens beide
Wereldoorlogen. Het wordt omringt door een ijzeren hekwerk. Ook hier is de
dorpskroeg gesloten. Al goed dat we nooit zonder flesjes water van huis vertrekken.
We rijden naar de Belgische Militaire begraafplaats van Eppegem op de
Brusselsesteenweg. We kunnen het niet laten om even van onze route af te
wijken. Normaal gesproken moeten we nog verder van onze route afwijken. De
brochure 'Brabantse Kouters' stuurt de fietser naar de Begijnhofstraat en de
Schoondonkstraat. In deze straten vond de Duitse heropbouw plaats van een
'Noodwoning' in 1915. De frontlinie van augustus september 1914 kwam daarvoor
in aanmerking. De nieuwe huizen verschilden erg van de traditionele huizen. In
Eppegem werden zo'n 20 tal Duitse huizen gebouwd. We fietsen naar de opgegeven
locatie maar zien niets anders dan vrijstaande moderne villa's. Waarom men de
mensen langs hier loodst is ons een raadsel.
Maar bon, we houden onderweg halt voor een
welverdiende verfrissing op het zonovergoten terras van café Richelieu. Een
Palm en een Vedett extra dragen bij om de fietsende mens niet te laten
uitdrogen. Daarna rijden we tot bij de militaire begraafplaats. Naast de
Belgische begraafplaats bevond zich vroeger een Duitse begraafplaats met
militairen die sneuvelden tijdens deze periode. Na WOI werden de Duitse graven
naar Wespelaar overgebracht. Op de begraafplaats, die in juni 1918 werd
ingewijd, kwam een beeld te staan dat in 1939 naar de militaire begraafplaats
van Lier werd verhuisd. Vanaf dan werd het een Belgische begraafplaats. Met de
'Uitval van Antwerpen', die plaats vond van 24 tot 26 augustus 1914, sneuvelden
227 soldaten waarvan er 46 niet meer konden geïdentificeerd worden. De meeste
slachtoffers vielen vooral op 24 augustus 1914. Het zijn voornamelijk 2de en
3de Jagers te Voet die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden. Het metalen
gedenkkruis werd vervaardigd uit twee kanonlopen. Na ons bezoek rijden we terug
naar knooppunt 18. We volgen de Zenne rivier die ontspringt in het gehucht
'Naast' (Henegouwen) op 123 meter hoogte. Na 103 kilometer vloeit ze over in de
Dijle.
Bij knooppunt 13 maken we weer een afwijking. Even
volgen we knooppunt 14 tot de eerste straat links, de Havendoklaan tot het
eind. Rechtsaf op de drukke Mechelsesteenweg tot bij de ingang van de
stedelijke begraafplaats van Vilvoorde. Een groot perk is voorbehouden met
grafstenen van oud-strijders rondom een monument voor de gesneuvelden van WOI.
Er werd ook een monument opgericht voor de slachtoffers van de ontploffing van
de springstoffenfabriek op 31 mei 1919. Het monument is van het 'Pompiers korps
van Vilvoorde die hulde brengen aan de kameraden-slachtoffers van hun
zelfopoffering'. Het onderhoud om en rond de zerken laat te wensen over.
Distels groeien op het wandelpad. Terug naar onze fietsroute. We fietsen langs
de twee koeltorens van Vilvoorde die vanaf 2014 niet meer gebruikt worden. De
centrale is niet meer rendabel.
Bij knooppunt 14 slaan we rechtsaf en rijden de
Zenne over. Bij knooppunt 33 rijden we over de 'Verbrande Brug' van Grimbergen.
De brug overspant het zeekanaal Brussel Schelde en werd gebouwd in 1968. De
naam 'Verbrande Brug' is afkomstig van de houten brug over het kanaal die in 1577
in brand werd gestoken door een Spaans garnizoen uit Vilvoorde. Oorspronkelijk
moeten we rechtsaf maar wij fietsen rechtdoor tot bij de Heilig -Hartkerk van
Grimbergen. De kerk werd in 1873 gebouwd en in 1887 ingewijd. In 1923 werd ze
hersteld na oorlogsschade. De gebrandschilderde ramen in het koor bleven
gespaard. Ze dateren van rond 1889. De glasramen worden momenteel verwijderd
voor renovatie. Spaanplaten vervangen tijdelijk de glas-in-loodramen. Rond de
kerk bevinden zich geen burgerlijke graven meer. Er is slechts nog een perk met
20 Belgische gesneuvelden waarvan er acht niet meer konden geïdentificeerd
worden. Ook hier ontbreekt het onderhoud. Er werden kleurige bloemen voor de
zerken geplaatst maar door het hoge onkruid verliezen ze hun waarde. Er werd
ook een zerk geplaatst voor korporaal Léon Trésignies waarvoor men een monument
bij de Verbrande Brug oprichtte. Een Brits oorlogsgraf is van soldaat Thomas
Martin. Hij was slechts 21 jaar jong toen hij sneuvelde op 21 mei 1940. Deze
zerk wordt regelmatig onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Terug naar de brug over het kanaal Brussel
Schelde. Voor de brug linksaf tot het monument dat werd opgericht voor Léon
Trésignies. Soldaat Trésignies meldde zich, op 26 augustus 1914, als vrijwilliger
om het kanaal over te zwemmen en de brug naar beneden te draaien zodat zijn
peloton kon oversteken. Op het moment dat hij het mechanisme van de brug in
werking zette werd hij dodelijk getroffen. Hij kreeg de graad van korporaal. Op
de Westoever werd een monument opgericht met een tekst van Koning Albert I die
herinnert aan deze heldendaad. Verderop is knooppunt 33. Linksaf voor 3,2 km
fietsen naar knooppunt 43.
Onderweg naar knooppunt 43, te Grimbergen, moeten
we over de Oyenbrugstraat met kasseien fietsen. Dat is geen lachertje. Al onze
spieren en botten voelen we. Als we denken dat het voorbij is, kondigt zich
weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld. Best
niet te hard in het stuur knijpen om pijnlijke vingers en polsen te voorkomen.
Hoe sneller je fietst, hoe minder je schokt, maar een hoge snelheid aanhouden
is niet vol te houden. Op het laatst rijden we nog stapvoets. Hoofdpijn en een
pijnlijk zitvlak als eindpunt. In een scherpe bocht werd 'De Liermolen' gebouwd.
De molen dankt zijn naam aan het geslacht 'De Lire', één van de vele eigenaars
uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. Een eerste vermelding dateert
van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de 17e
en de 18e eeuw. De molen bleef actief tot begin jaren zeventig van
vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd.
In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het
MOT. Het molengebouw is nu een taveerne geworden. Het is een drukbezochte
herberg waar we in de schaduw van een parasol van een fris streekbiertje kunnen
genieten.
In Grimbergen is een straat die aan winkelen doet
denken. Geloof me, de Winkelveldstraat is een landelijk smal asfaltbaantje
naast een open gracht met enkele prachtige vrijstaande woningen. Geen enkel
gebouw staat er te koop. Na knooppunt 34 rijden we terug op het grondgebied van
Kapelle-op-den-Bos. Vlak voor knooppunt 28 linksaf naast het spoor tot bij onze
auto. De dagteller op de fiets duidt 48 kilometer aan. Tot schrijfs.
Geplande afstand 41,7 kilometer. Parkeren naast de kerk in de Nieuwstraat
te Astene.
Maandag 14 augustus 2017. We rijden met de auto naar het Meetjesland
onder een licht bewolkte hemel. Ontelbare schapenwolkjes laten amper de
vitaminerijke zonnestralen door. De weergoden voorspelden gisteren nog dat we
vandaag toch een warme zomerse dag mochten verwachten. Momenteel duid de
buitentemperatuur van de auto 19°C aan. Hopelijk halen we vanmiddag de beloofde
24°C. Het verkeer op de Antwerpse ring valt reuze mee voor een eerste werkdag.
Of heeft het iets te maken met de feestdag van morgen? Dan is het 'Moederdag'
en velen zullen wel een brugdag hebben genomen. Aan de Kennedytunnel is er
sterk vertraagt verkeer. Te vroeg Victoria gekraaid? Met een slakkengang van
vijftig kilometer per uur rijden we onder de Schelde door. Daarna gaat het
gelukkig terug vlot. En 'last but not least', eens voorbij Sint-Niklaas lost de
bewolking op.
Het Meetjesland is een landelijke regio in Oost-Vlaanderen tussen Gent
en Brugge. Het heeft een sterk uitgebreid fietsknooppuntennetwerk met een
totale lengte van 790 kilometer. Daar gaan we ruim 40 km van fietsen vandaag.
Hopelijk staat de bewegwijzering op punt. We parkeren de wagen in het kleine
dorp Astene, naast de kerk, waar je nog gratis met de auto kan parkeren. Het
dorp grenst aan de Leie rivier en is een deelgemeente van de stad Deinze.
De parochiekerk Sint-Amandus wordt nog steeds omringt door haar oude
begraafplaats. De kerk werd gebouwd tussen 1834-36 ter vervanging van een
kleine vervallen kerkje dat gesloopt werd in 1836. De toren werd tijdens WOI
zwaar beschadigd door bombardementen. Het was wachten tot 1920 vooraleer de
schade herstelt kon worden.
Over de kerkingang staat het voormalig gemeentehuis, school en
onderwijzerswoning. Het geheel werd in 1866-68 gebouwd. In de gevel werd een arduinen
oorlogsmonument aangebracht voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Er
hangt ook een neon lichtreclame van 'Ten Hove'. Een vereniging kan hier een
zaal huren voor feesten ofandere
activiteit. In de Nieuwstraat op het nummer 8 rijst de pastorie de hoogte in.
Het gebouw werd opgetrokken in 1853.
We rijden over spoorweg 75 die Gent met Kortrijk verbindt. Het spoor
loopt tot in Fives bij Rijsel. Iets voor knooppunt 13 zien we links het grote
complex van 'De Nieuwe Ceder'. Dit voormalige vakantiecentrum had niet alleen
tal van prachtige wandelroutes langs de Leie rivier maar bezat menig sport- en
recreatiemogelijkheden waaronder een zwembad met sauna, sportzaal, speeltuin,
minigolf en een park met grote visvijver. Sinds oktober 2015 werden er 86
studio's gerealiseerd. 'De Nieuwe Ceder' is een 'Zorgverblijf' geworden van
rust en ontspanning voor mensen met of zonder beperking.
We verlaten het centrum van Astene door de Winkelstraat. Ze bezit
totaal geen winkels maar prachtige moderne vrijstaande woningen. Op sommige
opritten staat een mobilhome te blinken en ze zijn zeker niet te koop. Na het
verlaten van de villawijk worden we onmiddellijk opgeslokt door groene natuur
langs het Cederpad. Rechts hectaren landbouwgronden en links van ons een divers
palet aan loofboomsoorten die voor de nodige schaduw zorgen. De regio wordt,
hoe kan het anders, gedomineerd door hectaren maïsvelden. In de verte doemen de
spitse kerktorens boven het landschap uit en lijken oneindig ver weg. De akkers
met aardappelen moeten hoog nodig gerooid worden. Het loof is afgestorven. In
de ondiepe grachten naast de weg staat de lisdodde. De prachtige mooie plant
met grote smalle bladeren en bruine 'sigaar' is sterk toegenomen de laatste
jaren. Ze komt opnieuw veelvuldig voor aan voedselrijke waterkanten. We kunnen
het alleen maar toejuichen. Tussen al dat groen bloeit de wilde Kattenstaart.
De paarsrode bloem is een hardnekkig 'onkruid' dat groeit en bloeit op natte
voedselrijke grond. Het is een mooi contrast tussen al dat groen langs de weg.
Hopelijk kan men hier het groene karakter nog lang bewaren.
Tussen knooppunt 14 en 19 is het slechts 900 meter fietsen. Ook over
deze korte afstand wordt de natuur gedomineerd door landbouwgronden met hier en
daar een vrijstaande boerderij, al dan niet verdoken achter hoge populieren.
Onze tweewieler slingert zich 'snel' over de smalle plattelandswegen tot ons
knooppunt op het eind van de Pontstraat. Twee kleine lama's warmen zich in het
zonnetje op. Ze zijn geschoren tot vlak onder hun knieën.
Tot knooppunt 10 rijden we 3,4 km. Links horen we het auto- en
vrachtverkeer over de E17 racen. Deze Europese weg is in totaal 696 km lang en
loopt tot Beaune in Frankrijk. Als je het lawaai kan wegdenken is het tamelijk
rustig fietsen over een smalle asfaltbaan tussen een lappendeken van
landbouwgronden. Slechts af en toe worden we voorbij gestoken door auto's die
vergeten dat wij tweewielers zijn. Bijna niemand vertraagt of geeft ons een
ruimte van één meter. Rechtsaf op de drukke N35. Hier hebben we gelukkig een
fietspad voor ons alleen. De eerste straat linksaf in de Kakelstraat waar we al
slalommend fietsen tussen akkers en weilanden naar knooppunt 10. In de
weilanden staan koeien vredig te grazen. Ze hebben geen oog voor ons. Ze zijn
fietsers al lang gewoon. Even over de N494 maar al vlug draaien we linksaf in
de Paddepoel. Voor wie naar het centrum van Petegem wil moet rechtsaf bij
knooppunt 8. Wij moeten knooppunt 87 volgen. Een rit van 4 kilometer. Eens op
de Lange Dreef rijden we op het grondgebied van Zulte.
Bij knooppunt 87 slaan we rechtsaf richting knooppunt 85. We rijden
noordwaarts en dwarsen een dubbele spooroverweg. We naderen het dorp Machelen
dat een deelgemeente is van Zulte, vlak naast de Leie rivier. De gemeenteschool
in de Dorpstraat met de voormalige hoofdonderwijzerswoning werd gebouwd in
1865. We hebben ondertussen 13 km gefietst.
Op de hoek Dorpstraat/Schoolstraat bevindt zich, verborgen achter een
muur en talrijke bomen, de Franse Militaire begraafplaats uit de Eerste
Wereldoorlog. Tijdens het eindoffensief van 1918 sneuvelden in de streek van de
Leie en de Schelde 750 Franse soldaten. Tijdens gevechten aan de Leie vielen
circa 600 soldaten. Zij werden samen met 700 elders gesneuvelden hier begraven.
Achteraan werd een gedenkkruis en een gedenkmuur met sculptuur opgericht. De
houten kruisjes werden tijdens 1927 vervangen door ijzeren en in 1980 nogmaals
vervangen door de huidige modellen. Er staan opvallend veel grafzerken van
anders gelovigen. In 2013 werd een kruis vervangen door een Britse zerk
waaronder een Brits piloot zijn laatste rustplaats heeft gevonden. Sinds de
oprichting van de begraafplaats is er een jaarlijkse herdenking. Vanaf 1924
organiseerden Belgen en Fransen samen een plechtigheid op 11 november.
Op het kruispunt Hoevestraat/Machelendorp werd het oorlogsmonument
geplaatst voor de burgerlijke slachtoffers van Machelen aan de Leie tijdens de
beide Wereldoorlogen. Het werd opgericht rond 1922. Rechts, Dorpstraat 75,
naast het oorlogsmonument, bevindt zich het geboortehuis van de Vlaamse
kunstschilder Roger De Backer (1897-1984). De voormalige dokterswoning werd
gebouwd in 1843. Achter het monument voor de gesneuvelden werd een
herdenkingszuil opgericht voor de Belgische profrenner Frans De Mulder
(1937-2001). Hij maakte vooral naam tussen 1959 en 1963. Hij overleed op 63
jarige leeftijd te Deinze. Een monument met een verhaal.
Aan knooppunt 85 staat het Roger Raveelmuseum in de Gildestraat 2. De
bekendste inwoner van Machelen was de beeldende kunstenaar Roger Raveel. Hij
werd hier geboren en wordt als één van de belangrijkste Belgische kunstenaars
na WOII beschouwd. Zijn werk is eigentijds en tijdloos. Het museum dat geheel
aan de kunstwerken van Raveel is gewijd opende zijn deuren in 1999. Het is
maandag en het museum is gesloten. Even verder, Gildestraat 8, staat het
hoekpand dat als pastorie werd gebouwd tussen de 17e en de 19e
eeuw.
Gildestraat 12 vinden we de parochiekerk. De Sint-Michiel, Cornelius-
en Ghisleniuskerk is nog steeds omgeven door een begraafplaats. De kerk kende
een bewogen leven. De oudste vermelding dateert van 1163 toen het
Sint-Pieterskapittel van Rijsel het patronaat schap verwierf. Tijdens de 16e
eeuw werd de kerk geplunderd en gedeeltelijk verwoest. Tussen 1623 en 1642 werd
ze weer opgebouwd en verlengd. In 1801 stortte tijdens een onweer de torenkap
in en werd vervangen door een kortere spits. De kerk werd tijdens WOI zwaar
beschadigd door Duitse troepen maar in 1920 vakkundig weer opgebouwd met een
spitse toren van 43m hoog en een omgekeerde 'peer'. We kunnen het interieur ook
bewonderen. De hoge lambrisering rondom en de biechtstoelen werden tijdens de
18e eeuw vervaardigd. Het orgel werd in 1730 gebouwd.
We komen vlak naast de Leie te fietsen. Als we linksaf slaan bij
knooppunt 85 fietsen we door de Karperstraat waar zich de 'Muur der
verbeelding' van Raveel bevindt. De betonnen muur heeft een beeldengroep die de
kunstenaar voorstelt met vrouw en kinderen. Vanaf hier zien we de stenen romp
van een molen staan. Of wat er van overblijft. Op de hoek van de Hoevestraat/
Zandweg staat deromp van de voormalige
stellingmolen 'Hostens'. Gebouwd rond 1840 als graanwindmolen tot in 1904 het
wiekenkruis werd verwijderd. Nu rest er nog slechts de romp van een oude
windmolen met voormalige olieslagerij. Het werd opgericht in 1838 en bleef tot
1975 in bezit van dezelfde familie. De olieslagerij bleef in werking tot 1944.
Het molenaarshuis werd om veiligheidsredenen in 2015 gesloopt.
We verlaten de drukke wegen en draaien de smallere asfaltbaantjes op.
We fietsen langsheen het kronkelende pad langs het natuur- en recreatiegebied
'Machelenput' dat ruim 8 ha groot is. Het is een oude afgesloten Leiearm dat
vanaf de jaren 70 van vorige eeuw een idyllische plek werd die vooral geliefd
is door wandelaars, fietsers en vissers. Een oase van stilte en rust. Hier
hangt een bordje dat ons naar knooppunt 90 moet brengen en toont dat we linksaf
moeten. Op zich is dat niet ongewoon. Maar links zijn twee straten en het
bordje is niet echt duidelijk. Normaal gesproken hangt er in tegengestelde
richting ook een bordje en dat is in beide straten niet het geval. Hier blijven
staan heeft geen zin. We nemen de rechtse straat en halverwege staan twee
vrouwen naast hun fiets op een plannetje te staren. We houden vlakbij halt en na
wat palaveren keren we terug en slaan rechtsaf. Deze straat dan maar proberen.
Weer enkele honderden meter verder hebben we nog geen bordje gevonden. Ook dit
lijkt niet de juiste richting. Terug naar ons laatste knooppuntenbordje met
nummer 90 op. Omdat het pijltje linksaf zegt kijken we niet rechtdoor. Nu wel
en we zien een kleine honderd meter verder een volgende bord hangen en ook een
bordje in tegenovergestelde richting. Eureka, we kunnen weer verder. De lucht
is weer zomerblauw. Op het eind worden we tegengehouden door de Leie rivier.
Linksaf en we volgen de rivier langs de rechteroever tot knooppunt 90.
Tussen de knooppunten 90 en 93 is het 2,6km fietsen. Via de Rotsstraat
draaien we linksaf in de Machelenstraat. Rechts zien we de Lourdes grot waar we
even halt houden. Op het eerste zicht lijkt de namaak Lourdes grot, waar
Bernadette Maria zag verschijnen, op het origineel van Frankrijk. Dit
bedevaartsoord werd waarschijnlijk om persoonlijke redenen gebouwd in 1876 door
de toenmalige kasteelheer. We houden de Lourdes grot rechts van ons en fietsen
tussen twee rijen bomen. Voor het knooppunt, aan de Grote Steenweg, stond het
'Hof Ter Wallen'. Voor het kasteel er in zijn huidige vorm stond, was er reeds
een omgrachte motte met waterburcht, 'hof ter Wallen' met als eerst gekende
heer Willem van Olsene. Op de oude fundatie werd het huidige 'Kasteel van
Olsene' opgetrokken tussen 1854-58. Het is een vierkant gebouw dat op elke hoek
met een fraaie torenspits werd bekroond. Het kasteel werd in vijf jaar afgewerkt.
De toegang tot het kasteel bestaat uit twee vierkante paviljoenen die dateren
van eind 18e begin 19e eeuw. Het domein is niet toegankelijk voor
het publiek maar we laten onze fantasie de vrije loop.
Tussen de knooppunten 93 en 96 fietsen we door de gemeente Olsene. Het
is weliswaar een kort bezoek want even verder fietsen we al voorbij het 'einde
centrum' bord. Ook de Sint-Pieterskerk van 1880 laten we rechts liggen. Enige
tijd later rijden we door Zulte. De fraaie wegkapel werd geschonken door de familie
Van den Broecke-De Meester. De dubbele grijze deur staat op een kier. Op het
altaar staan verschillende heiligenbeeldjes, kaarsen en bloemen. Tegen de muur
werden de dankbetuigingen aangebracht. Enkele oude kerkstoelen nodigen uit in
stilte te bidden. Het dorp, Zulte, is voornamelijk bekend door de voetbalploeg
Zulte-Waregem die sinds 2005 in eerste klasse speelt.
Tussen knooppunt 89 en 88 is het 1,1 km fietsen op een asfaltbaan
tussen nog meer weilanden met groene vergezichten. Sommige weilanden zijn nog
afgeboord met oude knotwilgen en grachten. Een beek doorkruist het contrastrijk
landschap. Op de driesprong Meersstraat/Drogenboomstraat werd een witgekalkt
wegkapelletje gemetseld ter ere aan Onze Lieve vrouw. We laten de kapel rechts
liggen.
Terug door de bebouwde kom via de Oudeweg. Op het nummer 189 werd de
'Kapel O.L.Vrouw ten Dale' gebouwd. De eerste kapel werd opgericht aan het eind
van de 15e eeuw door Jan van Damas. De legende wil dat Jan van Damas
samen met zijn vrouw op reis was naar Kortrijk. De vrouw werd erg ziek ter
hoogte van 'Ten Dale' wijk. De edelman deed toen de belofte dat als zijn vrouw
mocht genezen hij een kapel zou laten bouwen ter ere van O.L.Vrouw. De vrouw
genas en uit dankbaarheid hield hij woord. In 1614 werd de kapel heropgebouwd
na de vernieling door de Geuzen. In 1790 werd ze weer verwoest. Deze keer door
Franse Jacobijnen. Eerst in 1871 werd de kapel terug herbouwd. In 1954 werd de
plechtige bedevaart en inwijding gevierd van de 15 rozenkranskapelletjes rond
de kapel. Tot in de 20e eeuw was deze kapel een druk bezochte
bedevaartsplaats. We rijden linksaf tot over de N43. Bij knooppunt 98 rijden we
voorbij de jachthaven van Zulte.
Via de Oeselgemstraat rijden we langs een ijzeren brug de Leie over.
Vanaf hier tot knooppunt 2 fietsen we op het jaagpad langs de linkeroever naast
de Leie. Vanaf nu is er aan water en groen geen gebrek. Op de rivier zien we
talrijke jachten voorbij varen. De één al wat mooier en duurder dan de andere.
De laatste jaren kent de echte pleziervaart op de rivier steeds meer succes. De
Leie ontspringt in Noord-Frankrijk op een hoogte van 116 meter. In Gent mondt
ze uit in de Schelde na een val van 202 kilometer. Door de overdadige hoge
begroeiing van struiken en jonge bomen zien we bijna niets van de rivier. Het
jaagpad wordt aanzienlijk druk bezocht door wandelaars en fietsers. Blijkbaar
wil iedereen vandaag van het zonnetje profiteren.
Een omgebouwde mobilhome verkoopt Bio ijs & Co onderweg. Het is er
aanschuiven. Onder de Machelenbrug door die dateert van de jaren 1970-75.
Verderop fietsen we langs een perenplantage. Honderden vruchten liggen op de
grond te rotten. De Krommebrug te Deinze werd gebouwd in 1977. We rijden er
onderdoor.
Tussen knooppunt 3 en 6 fietsen we door het centrum van Deinze via de
Markt. Eerst gaan we onze dorst lessen in de plaatselijke horecazaak. Een fris
biertje op een schaduwrijk terrasje. Het vormt ondertussen de favoriete halte
tijdens onze fietstochten. Het gonst hier van de gezelligheid. De zomervakantie
is niet compleet zonder zon.
Op Markt 21 staat het stadhuis dat gebouwd werd tussen 1840- 1843 ter
vervanging van een voormalige stadshal die vernield werd door een brand in
1729. De benedenverdieping deed toen nog dienst als café en conciërgewoning.
De prachtige O.L.Vrouwekerk, even verder langs de Markt, kende een
bewogen leven tijdens haar bestaan. De eerste oprichting dateert van rond 840.
Verwoesting, branden en plunderingen volgden zich in de loop der eeuwen op. Het
huidige gebouw werd na een brand opgetrokken in de 14e eeuw en geldt
als een mooi voorbeeld van Scheldegotiek. De laatste schade werd tijdens WOI
toegebracht. Ze werd eerst in 1926 herstelt. In de toren werd in 1988 de eerste
grote tertsbeiaard ter wereld geïnstalleerd. Naast de kerk werd het
oorlogsmonument geplaatst die de doden herdenkt van beide Wereldoorlogen.
Bij knooppunt 11 fietsen we over de Leie via een oude ophaalbrug. Dit
is het sluizencomplex Astene Sas. Vroeger moest het scheepsverkeer op de Leie
enkele kilometers omvaren op een meander in de rivier. Rond 1860-70 werd een
doorsteek van 300 meter gegraven. De meander werd afgesloten en vormt de dag
van vandaag een groen gebied. Een oase van rust en natuur met een
knooppuntennetwerk voor fietsers. Op de doorsteek kwam een stuw en een sluis. Oorspronkelijk
was er een houten ophaalbrug die in 1896 werd vervangen door de huidige
T-vormige ijzeren.Het gebouw op de
rechteroever zijn enkele sluiswachtershuisjes die nu één geheel vormen en
omgebouwd werden tot een bruin café. Dit historisch pand is tevens de
thuisbasis voor de VZW historische schepen enherbergt een verzameling scheepsattributen, maritieme schilderijen en
authentieke documenten uit de tijd van de binnenvaart op de Leie. De café
uitbater is naast het tappen van bier ook sasmeester en bedient de ophaalbrug
nog steeds met de hand. Het is hier een gezellige drukte. We kunnen nog net een
tafeltje bemachtigen. Ook de beroemde schrijver, Hugo Claus, bracht een deel
van zijn jeugd door aan het Sas van Astene. Zijn opa was er sasmeester.
Om 18:00u zijn we terug bij onze auto naast de kerk van Astene. We
hebben in totaal 47,5 km gefietst. Doordat het knooppuntenbordje 90 niet
duidelijk was hebben we iets meer gefietst dan voorspelt. Nog een uur rijden
tot Ekeren.
Knooppunten: 74-75-77-78-79-99-1-3-5-7-12-22-17-74
= 32,2 km.
Dinsdag 18 juli 2017. Het is amper negen uur en de
temperatuur duid al 22°C aan. De weergoden voorspellen voor vandaag zomerse
temperaturen tot 28°C. Dus dat belooft. We parkeren de auto in de Eikerwegel te
Melle vlakbij het stationsgebouw dat dateert van 1837. Het gebouw kreeg zijn
huidig uitzicht in 1870. Met de rug naar de parking rijden we naar rechts,
richting knooppunt 74. Hopelijk staat de bewegwijzering op punt. Boven op de
dijk ligt de spoorlijn Gent-Brussel. Wat verder rijst de watertoren hoog boven
het dorpvan Melle uit. We fietsen
achter de brouwerij door langs een smal fiets- en wandelpad. De brouwerij met
de roze olifant als logo is eigendom van de familie Huyghe die de zaak
opstartte in 1906. Bij de hoofdingang staat nog een oude distilleerketel van de
brouwerij. Daarop wordt vermeld dat de brouwerij oorspronkelijk van 1654 is. We
slaan rechtsaf op de N465 onder de dubbele brug van de spoorweg door en stoppen
aan de watertoren. De constructie werd gebouwd in 1952 en is 53 meter hoog.
Tijdens de open monumentendag in september 2015 mochten de belangstellenden de
toren beklimmen door middel van 250 treden. De inspanning loonde de moeite want
ze konden genieten van een schitterend uitzicht.
Rechtdoor leidt de weg rechtstreeks naar de
deelgemeente Gontrode. Wij volgen ons knooppunt linksaf door de Kouterslag. De
waterplas rechts is van de Spoorwegvissers. Een visclub die opgericht werd in
1979. Een nieuwe betonbaan leidt ons onder de twee nieuwe architecturale
spoorwegbruggen door. We stoppen een poos aan een weide waar enkele paarden
staan te grazen. Niet zo verwonderlijk, maar het 'ding' halverwege de weide
trekt mijn aandacht. Ik was het al enkele keren tijdens een fietstocht
gepasseerd en ik weet nog niet waarvoor het dient. Het is een aluminium
geplooide stang met een beker bovenaan. In het midden een plastiek hoes dat een
zwarte bal bijna volledig bedekt. Een man komt onze richting uit met een
kruiwagen, gevuld met mest. We vragen het aan hem en hij vertelt ons dat het
'ding' een dazenvanger is. De zwarte bal wordt verwarmd door de zon en geeft
hierdoor warmtestraling af. De bal beweegt heen en weer net zoals een grazend
dier en lokt daarmee de vervelende insecten zoals een daas. Ze vliegt omhoog om
uiteindelijk in de vangbeker terecht te komen. Mysterie opgelost. Even later
rijden we over de E40 snelweg. Met zijn totale lengte van meer dan 8000 km is deze
de langste van de Europese wegen. Momenteel is het file richting Brussel. Niets
nieuw onder de zon dus. Beneden de brug krijgen we kasseien onder onze wielen.
We houden halt bij het 'Windmolenpark Universiteit Gent' en 'Spe-Luminus'. Deze
drie windturbines zijn eigendom van Spe-Luminus en staan op terreinen van de
Universiteit van Gent. De geproduceerde elektrische energie wordt geleverd aan
verschillende sites van de Universiteit Gent. We bereiken knooppunt 74.
Vanaf knooppunt 75 wordt het landschap gedomineerd
door hoge maïs. We hadden ook niets anders verwacht. Ondanks de hoge maïsvelden
langs onze knooppuntentocht genieten we af en toe nog van mooie spectaculaire
uitzichten. De temperatuur is fantastisch maar in het open landschap voelen we
de harde wind duwen. Het is een zwoele wind en insmeren is geen overbodige
luxe. Alhoewel we al een tijd de E40 achter ons hebben gelaten horen we nog
steeds het geraas van auto's en vrachtwagens. Via de Watermolenstraat rijden we
door een stuk bos met hoge populieren. We genieten van het landschap rondom ons
dat ontzettend groen kleurt. Na de dubbele spooroverweg bereiken we de kerk van
Gontrode, een deelgemeente van Melle. De neogotische Sint-Bavokerk is niet
alleen een ontmoetingsruimte met plaats voor stilte en gebed maar ook voor
concerten en lezingen. De kerk werd gebouwd in 1854 na afbraak van de oude
kerk.
Na knooppunt 77 hebben we het ene vergezicht na het
ander. Het groen wordt hier duidelijk naar waarde geschat. Het wordt gekoesterd
als een waardevol bezit. Het koren is rijp en tussen de goudgele stengels
bloeit de klaproos. Het gewas heeft niets te lijden gehad van de droogte. Op
het einde van onze smalle betonbaan moeten we linksaf op de Scheldeweg. Een
bruin wegwijsbord nodigt uit om af te wijken naar de WOI-site. Linksaf in de
Rechte Ree dus. Een paar meter verder liggen, rechts langs de kant, enkele
brokstukken van een bunker, overwoekerd met onkruid en wilde planten. Niets om
over huis te schrijven. Een honderdvijftig meter verder staat echter een heel
grote rechthoekige bunker. Langs de straatkant eveneens bedekt met onkruid maar
dat toch de moeite loont om de afwijking te maken. We moeten rondom de kolos
heen. In het najaar van 1914 bouwden de Duitsers hier, in de velden tussen
Gontrode en Lemberge, een vliegveld voor hun zeppelins om Londen te
bombarderen. De site ligt 33 meter boven de zeespiegel en het open karakter van
de kouter leent zich perfect voor de aanleg van een Duitse vlieghaven. De
windmolen van Lemberge moest afgebroken worden om het luchtverkeer niet te
verstoren. In de lente van 1917 wordt de vlieghaven uitgebreid met hangars,
barakken, luchtafweergeschut, munitiebunkers en een windroos. Deze bunker is
nog de enige stille getuige van een rijke geschiedenis. De ingang van de bunker
staat onder water. Bovenop de bunker werd enige tijd geleden een houten terras
gebouwd met oriëntatietafel en de nodige info. Vanaf het terras hebben we een
mooi uitzicht over de velden en weiden. We glimlachen bij het zien van het
landschap waar we bij weg kunnen dromen. Het koren is rijp en volgens mij mag
de maïs ook afgereden worden. Naast het korenveld hebben enige groenten last
van de droogte. Gewassen, zoals aardappelen en bieten, groeien langzamer.
Hopelijk komt de landbouw niet te veel in de problemen.
Naast de bunker wordt 'De Stoel der Erfgoed'
tentoongesteld. Het lijkt op een uitvergrote maquette van een splinternieuwe
bunker of een super modern gebouw. Het kunstwerk is van de jonge kunstenaar
Renato Nicolodi en werd op zondag 8 november 2015 ingehuldigd. We fietsen terug
naar de Scheldeweg. Linksaf om verder knooppunt 78 te volgen. Ter info: 'In
2018 worden de knooppunten herzien en brengen ze de fietsers automatisch naar
de WOI-site'. Verderop fietsen we over de Heidestraat. Een asfaltbaan met veel groen
waar de loofbomen zorgen voor de nodige schaduw.
Na knooppunt 78 maken we een scherpe bocht naar
links en rijden verder tussen de parking en de afdeling 'Psychiatrisch centrum
Caritas' over een smal zandpad. Wat verder aan onze rechterkant staat uitnodigend
een aluminium poort open. Hier rijst een gemetselde oude schouw de hoogte in.
Het is niet duidelijk waarvoor ze diende. We vinden geen info. Misschien een
illegale verdoken brouwerij uit de jaren 'stillekes'?Achter de schouw staat een bordje met daarop
het woord: 'Cottelhoek' met eronder verticaal: 'Bos'. Ik zoek het op en via
Facebook kom ik op de site van 'Arbeidscentrum De Keiberg', een onderdeel van
het psychiatrisch centrum Caritas, dat in 2001 werd opgestart. Het houten
stalletje met glazen potjes ernaast is 'Ingemaakt Erfgoed'. Op enkele schabben
staan acht glazen potjes met deksel. Daarin kunnen cliënten, zorgverleners en
bezoekers van deze site voorwerpen zoeken die voor hen een betekenis hebben:
objecten die zij waardevol vinden, die iets zeggen over hun verleden of die ze
zouden willen bewaren voor de toekomst. Het resultaat is deze
tentoonstellingskar met hun persoonlijk 'ingemaakt erfgoed'. Mooi initiatief.
Toch?
Tussen knooppunt 79 en 99, een rit van 3 km,
fietsen we door het prachtige dorp Merelbeke. Het nieuwe gemeentehuis is een
modern gebouw. Vooraan werd het monument van WOI geplaatst dat in 1920 tot
stand kwam. Na WOII werd het monument nog uitgebreid met namen van burgerlijke
slachtoffers. Vooral van 1943 tot 1944 werd Merelbeke zwaar getroffen door
bombardementen. Links staat het robuuste gebouw van de bibliotheek. Over de
fontein staat de gerenoveerde pastorie die dateert van 1873. In een nis boven
de eerste verdieping werd een beeldje geplaatst van Sint-Pieters. Van 1967 tot 1987
was de pastorie een dekenij. De Sint-Pietersbandenkerk werd gebouwd vanaf 1868
en ingewijd in 1874 nadat de oude kerk, in de Pontweg vlakbij de Schelde,
gesloopt werd. Het hoofdportaal heeft een prachtige rondboog omlijsting op
zuilen. We kunnen de kerk binnen voor een uitgebreid bezoek. Het is een lichte
kleurrijke kerk. Naast de kerktoren van bijna 45 meter hoog werd de oude
waterpomp geplaatst. Naast de grote bushalte werk een groot kunstwerk geplaatst
van Maen Florin. 'The big pink head' van 2010.
Voorzichtig steken we de straat over. De
plaatselijke apotheek heeft in haar groene logo een thermometer die 30°C
aanduid. Op de hoek met de Kerkstraat staat het voormalige gemeentehuis dat
voor de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd. Café 'De Zwaan', dat deel uitmaakte
van het pand, bleef private eigendom tot 1982. De gemeente kocht het pand voor
de uitbreiding van het gemeentehuis. In 1991-'92 verlieten de gemeentediensten
het pand waarna het gebouw werd gerenoveerd. Sinds 2001 werd het in gebruik
genomen als vredegerecht. Onderaan de trap bevindt zich een arduinen steen die
herinnert aan de dappere vaandrig Cornelius Sneyssens, gesneuveld bij de 'Slag
van Gavere' in 1452. We volgen verder knooppunt 99 door de Kerkstraat. In de
buurt zijn er heel wat kastelen en villa's gebouwd. Ze zijn niet toegankelijk
voor toerisme maar er werden wel infoborden langs de straatkant
aangebracht.
De 'Art Deco' villa, aan de linkerkant werd in 1934
gebouwd. Art deco was een stijl uit de jaren 1920-'30. De woning is nog steeds
eigendom van dezelfde familie. Aan de groene haag werd een infobordje geplaatst
van het kasteel 'Ter Wallen'. Oorspronkelijk stond hier een hoeve waar voor
1460 de heren van Merelbeke verbleven. In dat jaar werd het 'Nederhof ter
Haghen' in twee delen gesplitst. Het ene domein evolueerde tot een waterkasteel
met park en neerhof. Het huidige dubbelhuis dateert van ca 1860. Ook het
volgende bordje, even verder aan de overzijde van de straat, vermeld dat op de
plaats van het kasteel een omwalde hoeve met brouwerij stond. Nadien kreeg de
woning een nieuwe functie als pastorie. Rond 1860 werd het huis met een
verdieping verhoogd. Het gebouw werd in 1873 verkocht. Het pand kreeg zijn
huidig uitzicht in 1930 toen het herbouwd werd in opdracht van de familie Stas
de Richelle.
Eens uit het centrum worden we meteen opgeslokt
door een heerlijk stuk natuur. In de Pompweg gaat de asfaltbaan over in een
grindweg. Dit stuk autovrije traject zorgt voor extra fietscomfort. Een kleine
kapel met de naam: 'Maria moeder van Smarten b.v.o.' werd gemetseld in een oase
van groen. Ze werd gebouwd nabij de plaats waar de eerste parochiekerk van
Merelbeke stond. Op het einde van de 19e eeuw werd besloten een
nieuwe kerk te bouwen aan de Hundelgemsesteenweg, omdat de oude bouwvallig was
en te klein voor de parochie. Dit kerkje werd gesloopt in 1874. De vorm van de
vroegere kerk wordt door middel van een haag aangeduid. De kapel is niet
open.
Voorbij knooppunt 99 komen we weer terug in een
groene oase terecht van bomen, weilanden en landbouwgronden. Eksters houden
luidkeels een discussie boven ons in de boom. Ze verstoren de stilte. Bij een
splitsing staat geen knooppuntenbord maar we slaan linksaf en dat blijkt de
juiste weg te zijn. Vlakbij vinden we een infobord over de Scheldemeersen. We
fietsen langs de Kerkhoekwegel met landelijke uitzichten. Weiden met grazende
koeien met op de achtergrond rijen bomen. Tussen de gekleurde akkers en groene
weiden liggen bescheiden boerderijen en statige landhuizen. We dwarsen de
Schelde via de Kappebrug. We moeten onze petjes dieper over ons hoofd trekken.
De wind steekt een tandje bij.
Na knooppunt 1 moeten we tweemaal de Schelde over.
Bij knooppunt 3 zijn we vlakbij de E17 snelweg. In de scherpe bocht spotten we
een Amerikaanse legerhelikopter en een gevechtsvliegtuig van WOII. Op het erf
van de autoverkoper staan nog enkele fraaie voertuigen die het bekijken waard
zijn. We moeten naar het noorden langs het centrum van Zwijnaarde. Via een
klein industriegebied fietsen we over een afstand van 7,5 km langs de Schelde
naar knooppunt 5. Links een kruispunt van snelwegen: de E17 en de E40. Een
lawaaierig gedoe met zijn ontelbare op en afritten. Vlakbij de snelwegen staat
het Ghelamco Arena van voetbalclub AA Gent. Het stadion werd op 17 juli 2013
geopend. Langs een mooie sierlijke brug steken we weer de Schelde over.
We fietsen een stuk langs de Ringvaart. Een kanaal
van 21,6 km lang. De aanleg begon in 1950 en werd in 1969 ingehuldigd. Bij de
Sluisweg fietsen we langs de jachthaven van Merelbeke. Op mooie zonnige dagen
als vandaag is het hier best druk. Terug noordwaarts fietsen we langs het
Liedemeerspark. Het park van 25 ha groot is ontstaan rond een vijver in de
jaren zeventig van vorige eeuw. Wat verder vinden we langs ons pad een
herdenkingsbord met foto's vanArno
Francois en Chendo Van Herpe. Twee vrienden die op terugweg van een fuif met de
auto op deze plek de Schelde inreden en verdronken. Het gebeurde in april 2016.
Op de plaats werden aandenken neer gelegd met bloemen en kaarsen.
De lucht is nog steeds zomers blauw als we onder de
'Warmoezeniersbrug doorrijden. We fietsen onze longen vol zuurstof en blijven
de Schelde volgen tot we rechts de kerk van Ledeberg zien. Een deelgemeente van
Gent. We moeten door het Keizerpark van Ledekerk. Na een grondige heraanleg van
het park in 2009 is het één recreatiegebied dat door twee fiets- en
wandelbruggen verbonden werd. Hier vinden we knooppunt 5. Het is niet direct
duidelijk hoe we moeten rijden richting knooppunt 7 en fietsen dan maar
rechtdoor. Na een paar honderd meter krijg ik toch argwaan en neem er het plan
bij. We moeten steeds het water volgen en we zitten midden in het centrum.
Terug dan en voor de graffitimuur even de straat links nemen voor een
standbeeld van Louis Van Houtte (1810-1876). Hij was tuinbouwkundige, botanicus
en directeur van de Nationale Plantentuin van België. Terug naar de mooie
kunstmuur voor een foto en aan de brug naar het park vinden we ons bord dat ons
naar knooppunt 7 brengt. Voor we het centrum verlaten bewonderen we de enkele
Bell epoque huizen aan de overzijde van de rivier. De vier villa's zijn van
eind 19e eeuw en hebben nog steeds hun fraaie voorgevels
behouden.
Tussen knooppunt 5 en 7 fietsen we langs het
Arbedpark. Het park ligt op een oud industrieterrein waar het puntfabriek
stond die aan de bewoners werk verschafte. Het fabriek kreeg die naam omdat men
er voornamelijk spijkers en bouten produceerde. De stalen punt, de spoorwegbrug
en het speellandschap met staalmuurtjes herinneren aan de vroegere puntfabriek.
We steken weer de Schelde over. De rivier is 350 km lang en ontspringt in
Frankrijk onder de naam Escaut. De Schelde heeft het leven een heel lange tijd
bepaald. Wehouden de rivier rechts van
ons.
Bij knooppunt 12 vinden we tussen de splitsing het
café 'In het Schippershuis'. Patrick van Peteghem is de eigenaar maar door zijn
werk op de baggerschepen is het café niet altijd open. Tussen knooppunt 22 en
17 dwarsen we voor de laatste keer de rivier over via de Mellebrug en bevinden
ons onmiddellijk in het centrum van Melle. In de gevel van de kerk werden de
monumenten van beide Wereldoorlogen ingemetseld. Het beeld van de Heiligen
Cornelius en Antonius werden in een nis geplaatst. Het H. Hart staat vooraan de
kerk hoog op zijn sokkel. Het werd op 26 juni 1938 ingehuldigd. We kunnen ook
hier de kerk bezoeken. Er is veel lichtinval zodat de medaillons boven de
zuilen duidelijk zichtbaar zijn. Na al die creativiteit is het tijd om te
relaxen. De zon schijnt nog steeds en we gaan een fris biertje drinken op het schaduwrijk
terras van het Melle Rose Place café. We genieten tegelijkertijd samen van een
heerlijk en welverdiend ijsje. Het is de favoriete halte van elke fietser.
Daarna volgen we terug knooppunt 17 tot het monument. Dit monument werd
geplaatst ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van de Franse vloot fusiliers.
Het werd plechtig ingehuldigd in 1934, 20 jaar later, na een verbeten strijd
tegen de toenmalige Duitse invaller. Linksaf richting knooppunt 74 om onze rit
te eindigen bij de auto. Het is 16:45u. Foto's: Rina Meurs. Tot schrijfs
Zondag 16 juli 2017. Het is bewolkt en mistig in
het Waasland. Af en toe moet ik gebruik maken van de ruitenwissers. De
weergoden hadden echter droog weer voorspelt en temperaturen van om en bij de
24° Celsius. We plaatsen de auto reglementair op een parking rechtover
Basisschool De Bron. Het is 09:15u en van de temperatuur mogen we niet
klagen. Voor we de fietsen van de fietsendrager afhalen brengen we eerst een
bezoek aan het 'Klingspoor' dat in juli 2013 werd geopend. Op het
Ontmoetingsplein werd een perron gecreëerd op een aangelegd authentiek stukje
spoorweg. Op dit spoor prijkt een originele stoomlocomotief en een wagon die
ingericht werd als ontvangstruimte die vandaag gesloten is. Openingsuren staan
niet aangegeven. Het geheel is overdekt maar toch worden we nat van de
miezerige mist. De wagon werd gebouwd in 1903 in opdracht van de Franse
spoorwegen. Na de Eerste Wereldoorlog werd deze overgenomen door de NMBS en in
1940 ingeschreven zodat deze in België gebruikt kon worden voor het binnenlands
vervoer. Eind jaren 70 werd de wagon opgenomen in de collectie van de
Museumbewaarplaats van Leuven tot 2012. De wagon en de locomotief werden samen
gerestaureerd in het Stoomcentrum Maldegem en op 17 juni 2013 kregen ze beiden,
hier in De Klinge, een nieuwe bestemming. Achter het treinstel merken we een
eigenaardige 'ijzeren poort' op. Deze constructie diende om te controleren of
de wagons niet te hoog geladen waren. Als de ijzeren stangen rinkelden moest
een deel van de lading afgeladen worden. Verderop moest de trein door een
tunnel rijden en mocht de lading geen probleem veroorzaken. Aan de waterpomp
konden locomotieven water tanken. Om de locomotief te laten rijden wordt het
water in een ketel verhit tot stoom. Stoom heeft een volume dat duizend keer zo
groot is als water en heeft een enorme druk. Via een infobord komen we ook meer
te weten over de smokkelaars en klompenmakers. Rond 1920 verdienden meer dan 10
procent, van de actieve waaslanders, hun brood in de klompennijverheid. De
klompen werden uitgevoerd naar Nederland en Duitsland. De machine naast de
smokkelklompen dient voor het uithalen van een klomp. De Folkloregroep 'De
Klomp' vond jaren geleden deze machine terug die in 1934 werd aangekocht door
de grootste klompenmaker van De Klinge.
Café '(Ou)de Statie' is nooit een station geweest.
Het gebouw dateert van 1902 en werd bewoont door een veekoopman en herbergier.
Van in de begindagen was dit pand dus een café. Na een grondige renovatie
opende het café opnieuw haar deuren op 23 juli 2016. Caroline en Hendrik zijn
de nieuwe uitbaters nadat de gemeente het pand kocht in 2009. Het was eerst de
bedoeling om hier een toeristisch bezoekerscentrum uit tebouwen. Momenteel is de zaak nog gesloten
anders konden we eerst een kopje koffie drinken.
We houden de school rechts van ons. We rijden op de
Buitenstraat en aan de versmalling slaan we rechtsaf het fietspad op richting
knooppunt 80. Links is het dorp De Klinge, een deelgemeente van
Sint-Gillis-Waas die grenst aan het Nederlandse Clinge van Zeeuws-Vlaanderen.
We fietsen even op de bedding van de oude spoorlijn Mechelen-Terneuzen. Dit
stuk spoorweg werd opgeheven in oktober 1975 waarna men op de bedding van het
tracé asfalt aanlegde over een lengte van 11 kilometer waardoor het nu een
fiets en wandelpad is geworden. Langs de kant vinden we nog overblijfselen van
de voormalige spoorweg. Kilometerpalen en een gevarendriehoek met trein om de
mensen te verwittigen dat ze een overweg naderden zonder slagbomen. We fietsen
tussen het groen van loofbomen. De takken en bladeren boven ons hoofd houden de
miezerige mist tegen. Fietsers zien we niet maar joggers en baasjes met hun
huisdieren wel. Het is nog vroeg. De drukte moet nog beginnen. Rechts van ons
bevindt zich het 'Stropersbos', een natuurgebied van het Agentschap voor Natuur
en Bos met een oppervlakte van meer dan 470 ha. Tijdens de 18e eeuw
speelde het Stropersbos een strategische rol in de Spaanse
Successieoorlog.
Aan knooppunt 80 slaan we linksaf en verlaten het
spoortracé. We fietsen tussen mooie vrijstaande woningen, omgeven door groen.
Vanaf de Klingedijkstraat zijn we omgeven door landbouwgronden, afgeboord met
rijen bomen. De Lage Sluisstraat is een smalle betonbaan waar het rustig rijden
is. Het landschap wordt vanaf nu gedomineerd door hectaren maïsvelden. De plant
kan wel een hoogte bereiken van twee meter. Zelfs vanop de fiets kan je er
onmogelijk overkijken. We zijn aangenaam verrast door enkele fruitplantages
langs onze fietsroute. Trossen peren hangen te rijpen aan kreunende takken. Het
is wachten tot september of oktober om te oogsten. Naast een enorm
aardappelveld fietsen we voorbij een goudgeel korenveld waartussen de papavers
groeien als bloedvlekken in de akkers. De kleurrijke bermen fleuren de omgeving
op. De wilde bloemen worden massaal bezocht door solitaire bijen en hommels.
Naast een enorm aardappelveld ligt een akker met gladiolen. Ondanks de
langdurige droogte staat het loof bijna een meter hoog. Ze werden onlangs
gekopt om de knollen te laten groeien en te verkopen. Op een weide grazen
tientallen koeien. Zwaluwen scheren net boven de grond op zoek naar insecten.
De wulp is ook van de partij. Ze laten zich niet verjagen door de zwaluw. De
zwarte kraaien ontbreken niet op het appel. We naderen knooppunt 53.
Na knooppunt 73 komen we bij het voormalige Fort
Bedmar. Op de plaats waar nu een camping huist, lag ooit een stervormig fort
van 16 ha groot. Het fort maakte deel uit van de Bedmarlinie, onderdeel van de
Staats-Spaanse Linies. In het kader van de Tachtigjarige Oorlog werd in 1596
Fort De Klinge gebouwd door de Spaanse troepen. De bouw hield verband met de
opmars van de hertog van Pama die in 1585 Antwerpen had veroverd en nu ten
strijde trok om ook Hulst te heroveren. In 1596 rukten de Spanjaarden, onder
leiding van Albertus van Oostenrijk, met 35.000 manschappen vanuit Fort De
Klinge en Fort Spinola op en namen Hulst in. In 1645 viel Hulst terug in
Staatse handen.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog, die begon in
1701, waren er opnieuw vijandelijkheden. Fort De Klinge werd sterk uitgebreid
onder toezicht van Alfonso de la Cueva, markies van Bedmar. De naam van het
fort veranderde in Fort Bedmar. Vanaf dan was het een stervormig fort. Het
heeft echter nauwelijks dienst gedaan. We fietsen als het ware door het
voormalige fort heen. Een aantal kasseistroken geven de vroegere binnen- en
buitengracht aan. Goudgele klinkers geven de contouren weer van het historische
fort. De dwarsdoorsnede van de versterking wordt weergegeven aan de hand van
een stalen constructie van meer dan honderd meter lang en tot 4,5 meter hoog.
Op de parking, van de camping werd een infobord geplaatst.
Even verder is een bocht naar rechts en fietsen we
evenwijdig naast de grens met Nederland. We fietsen op de vier kilometer lange
Koningsdijk op de grens tussen Nederland en België. Ook hier werd een infobord
geplaatst met houten zitbank. Het lijkt een uitvergroot bushokje. De
Koningsdijk werd in 1673 aangelegd op de grens tussen de Zuidelijke Nederlanden
en de Republiek der Nederlanden. Deze dijk moest voorkomen dat de Staatsen uit
het Noorden de Wase polders onder water zetten om Hulst voor invallen te
behoeden. Sinds 2012 ligt hier het fietspad wat ons een mooi uitzicht geeft op
de polders. Links, naast de Koningsdijk, markeren nog enkele witte palen de
grens tussen Nederland en België. We rijden rustig over de asfaltbaan tussen
hoge populieren. Ongeveer in de helft van Koningsdijk, aan onze rechterzijde,
moet fort Fuentes/Spinola gestaan hebben. Een infobord vertelt de geschiedenis.
Het fort werd rond 1591 gebouwd om het Land van Waas te beschermen tegen
aanvallen vanuit Hulst. In dat jaar veroverde prins Mauritz van Oranje het dorp
Hulst op de Spanjaarden. De Spanjaarden richten daarop enkele forten op tussen
De Klinge en Kieldrecht. In 1626 werd het fort uitgebreid nadat de Hollanders
een mislukte aanval hadden ondernomen. Vanaf dan werd het fort Spinola genoemd,
naar de toenmalige opperbevelhebber Ambrogio Spinola. In 1645 echter werd het
fort veroverd door de Staatsen. In 1673 verloor het fort zijn militaire
betekenis. Tot de 20e eeuw bleef het fort goed bewaard, maar door
zandwinning en de uitbouw van de plaatselijke boerderij zorgde ervoor dat er
van het bastion nog nauwelijks iets te zien is. Op de restanten werd een
metalen mast geplaatst die de ligging duidelijk moet maken voor de fietsers. We
genieten van mooie vergezichten bovenop de dijk. Het maïs houdt deze keer het
uitzicht niet tegen. Spijtig van de mistige waas in de verte. Onze foto's
zouden nog mooier zijn met zonneschijn en een helder blauwe lucht. Het
fietsverkeer komt opgang. Het wordt drukker.
Teneinde de Koningsdijk houden we weer halt bij een
groot infobord over Fort Verboom dat de geschiedenis vertelt van een verdwenen
fort. Fort Verboom werd gebouwd door het Spaanse leger in 1701. Het bastion
werd genoemd naar de Vlaming Prosper Georges Verboom. Het fort doet dienst in
de Spaanse Successieoorlog tussen 1702 tot 1714. In 1703 wordt het door het
leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden ingenomen. Na de oorlog
verliest het fort zijn militair belang en verdwijnt het helemaal in het
landschap. We rijden verder door het klein dorp Nieuw Namen. Het dorp is een
deelgemeente van Hulst, vlak over de grens van Nederland. Het is 11:30u en we
hebben 11km gereden.
Tot knooppunt 11 is het 2,7km fietsen. We rijden op
het grondgebied van Kieldrecht. In de Sint-Kornelisstraat rijden we door een
smalle geasfalteerde straat met hectaren landbouwgrond en enkele verscholen
boerderijen. We fietsen via een bruggetje over de Grote Geule. Een oude
overstromingsgeul uit de 16e en 17e eeuw dat nu nog
spectaculaire mooie foto's oplevert. Het is dan ook een waardevol natuurgebied
dat beheerd wordt door Natuurpunt sinds 2003. Na knooppunt 11 rijden we door
een straat met de naam Turfbank. Een akker met enkele hectaren aardappelen die
moeten geoogst worden. Het loof begint geel te worden en sterft af. Een smalle
betonnen straat brengt ons voorbij een volgende laagstammige
fruitplantage.
Tussen knooppunt 67 en 69 fietsen we over de
Drijdijk. Een natuurgebied dat rust uitstraalt. Het landschap dat voor de rest
wordt getekend door de kranen en schepen van de Waaslandhaven. Water-, moeras-
en weidevogels verpozen hier graag in en rond de drassige weiden en plassen die
tijdens de winter grotendeels onder water staan. We rijden in een halve cirkel
rond het voormalige Spaanse fort Verrebroek dat dateert van 1586. Er is totaal
niets van te zien. Er zijn in de loop der jaren huizen gebouwd op het
voormalige grondgebied van het fort. De gebouwen staan tegen de straatkant en
erachter werd het domein ingericht als natuurgebied dat beheert wordt door
Natuurpunt Wal- Kern Haven. Zelfs een infobord ontbreekt. We picknicken terwijl
het terug begint te miezeren. Maar het duurt niet lang. Een ander fietskoppel
houdt ons gezelschap tijdens ons middagmaal. Ze zijn afkomstig uit
Sint-Pauwels, een deelgemeente van Sint-Gillis-Waas. Het koppel fietst zelfs
tot 70 km per dag. Respect.
Van knooppunt 69 tot 70 is het 3,3km fietsen door
de Schoorstraat. Links horen we het lawaai van voertuigen die over de E34
razen. Het is een smalle kronkelige betonbaan met hectaren landbouwgrond. Links
en rechts is een smalle gracht met weinig water. We fietsen nogmaals langs een
fruitplantage. Deze keer zijn het jonge appelbomen. De regio wordt spijtig
genoeg ontsiert door de elektriciteitspalen. Rechtsaf in de Sint Jakobsstraat.
Een smal fietspad tussen loofbomen. Een betonnen brug leidt ons over de
waterpartij Driegat. Een uitloper van het Sint-Jacobs Gat.
Na knooppunt 70 bereiken we de Krekeldijk om
opnieuw de natuur in de duiken waar het
Sint-Jansgat
de scepter zwaait. De Grote Saleghem Geul is een domein van kleine en grote
plassen, rietvelden en bossen. De knotwilgen langs de weiden zorgen voor
nostalgische foto's. Verderop, bij de enorme visvijver, staan op de oever
talrijke houten schuilhuisjes die weerspiegelen in het water. Het is vakantie
en dat zie je duidelijk. Bij enkele huisjes gonst het van kindergeluiden.
Verderop links staat het Natuurhuis Panneweel. Een mooie plek om even te
verpozen. Het is een gerenoveerde boerenschuur van waaruit Natuurpunt
regelmatig begeleide wandelingen organiseert. Op het kruispunt,
Groenendam/Verbindingsstraat ontdekken we de bronzen beeldengroep Free Foxes
van Caroline Coolen. Een menselijke figuur met drie vossen die doet denken aan
het verhaal van Reinaard de Vos, de ongekroonde koning van het Waasland.
Tussen de knooppunten 75 en 53 rijden we opnieuw op
een rustig fietspad tussen rijen bomen en hectaren landbouwgronden waarvan
links van ons de laatste fruitplantage van onze fietslus ligt. We volgen de
Lange Nieuwstraat tot knooppunt 53. Vanaf hier fietsen we terug naar knooppunt
80 en langs het fietspad tot bij onze auto. Het (Ou)de Station is open en daar
profiteren we van. Het is er druk maar er is nog net een plaatsje vrij voor
ons. Ons Rina wil een Tom-Pom proeven. Een alcoholvrije cocktail van tonic met
pompelmoes. Ik geniet van het plaatselijke streekbier Klingse Kalsei. Een blond
biertje met een alcoholpercentage van acht procent. Het is een komen en gaan
van wandelaars en fietsers. Sommigen gaan verder omdat er op het terras geen
plaats meer vrij is. Anderen wachten geduldig tot er een plaatsje vrij komt.
Dit was een prachtige fietstocht met heel veel natuur. Fietsen langs landelijke
rust op de lange dijken, enorme akkers, weiden en stemmige dorpjes. Een
prachtige route langs de oevers van de Schelde. Genietend van de polders met de
vele vergezichten.
Zondag 18 juni 2017. Voor een prachtige fietstocht met mooie
vergezichten moet je in Nederland zijn. Een vlak land waar het goed toeven is.
Onder een stralende zon en een helderblauwe hemel rijden we naar Noord-Brabant.
Een van oorsprong agrarische provincie met nog tamelijk veel industrie. Bij ons
vertrek uit Ekeren, om 08:30u, wijst de buitentemperatuur reeds 22°C aan. Dat
beloofd voor vanmiddag want de weergoden voorspellen 30°C in de schaduw. Het is
bijna een uur rijden tot Werkendam waar we onze auto parkeren langs de rijweg
op Sasdijk, voor of na knooppunt 30. Rechts van ons ligt Werkendam. Het dorp
heeft een mooie jachthaven, vanwaar men naar de Biesbosch kan varen. Links van
ons stroomt de Merwede die de drukst bevaren rivier van Europa wordt genoemd en
dat zie je. Zelfs op een rustdag als vandaag varen er ontelbare plezierboten,
binnenschepen met containers en beunschepen op de rivier. Om knooppunt 23 te
volgen rijden we een stuk door het centrum van Werkendam. De bevolking leeft
sinds eeuwen van de rivier. Schippers, vissers en binnenscheepvaart vinden hier
nog steeds hun bestaan. Tijdens WOII werden talloze gebouwen beschadigd. De kerk
die dateert van 1913 werd door het oorlogsgeweld verwoest. We laten het kanaal
'Nieuwe Merwede' achter ons. Langs de kinderboerderij bereiken we knooppunt 23.
Linksaf nu om het centrum te verlaten. Rechts vangen we een blik op van het
nieuwe complex 'Sportpark de Zwaaier'. Op deze locatie is de Nederlandse
voetbalclub de 'Kozakken Boys' gevestigd die opgericht werd in 1932. Het is 3,8
kilometer fietsen tot knooppunt 80.
Langs de Merwededijk, tussen Werkendam en Sleeuwijk, liggen nog
diverse scheepswerven en scheepsreparatiebedrijven. Hun specialisme is het
afbouwen van stalen casco's (geraamte van een boot) tot complete
binnenvaartschepen. Voorts is er de betonmortelcentrale 'Werkendam' en zijn er
tal van metaalbedrijven. Werkendam is een dorp van binnenvaartschippers. De
Beatrixhaven en de Biesboschhaven zijn belangrijke binnenvaarthavens. 20% van
de bevolking werkt nog in de scheepsbouw. Vervolgens zijn Werkendammers actief
in baggerwerkzaamheden en worden ze nauw betrokken bij de aanleg van waterwerken.
Eens uit het centrum van Werkendam worden we opgeslokt door groene
natuur, die slechts af en toe wordt onderbroken door grote hoeven met rieten
daken. De regio bestaat uit landbouw en veeteelt. Op het, hectaren, grote land
groeit prei, aardappelen, bieten, etc. Op de enorme grote weiden grazen koeien,
schapen en paarden. Momenteel fietsen we over een smal kronkelig asfaltbaantje
in een oase van stilte en groen. Geen auto's, zelfs geen lotgenoten op de fiets
die we een prettige dag kunnen wensen. We zijn aangenaam verrast door de
kleurrijke bermen. Bijzondere planten groeien en bloeien op de kleurrijke
zijbermen. Daartussen bloeien de klaprozen, als bloedvlekken tussen het groen.
Voor ons, in de verte, weerspiegeld de zon op de ruiten van talrijke serres. Het
is gokken wat er groeit of bloeit. De skyline wordt gedomineerd door rijen
bomen. Ondanks de afstand horen we duidelijk de kakofonie van verschillende
vogels. We zijn dan ook veraf van drukke verkeerswegen.
Het grote gebouwencomplex, voor het dorp Kerkeinde, is het 'Gemaal
Altena'. Een belangrijk gemaal dat het waterpeil regelt, zodat het niet te
droog of te nat wordt. Het pompt overtollig regenwater in het gebied af naar de
Waal. Het gemaal heeft een capaciteit van 960.000 liter per minuut. Het dorp Kerkeinde
is een gehucht van Sleeuwijk en bestaat slechts uit enkele huizen en een kerk.
Het kerkje werd oorspronkelijk gebouwd als rooms-katholieke kerk tussen 1600 en
1700. Nu heeft het een bijzondere functie. Het is te huur voor allerlei
evenementen tot groepen van 120 personen. Links vloeit het water van het kanaal
'Boven Merwede' dat de grens vormt tussen Zuid-Holland en Noord-Brabant. Er
varen vooral veel pleziervaartuigen af en aan. Verderop, aan het viaduct van
snelweg A27, is het opletten. Er staat geen bordje met knooppunt 80. We rijden
toch onder het viaduct door, die het gehucht Kerkeinde afsnijd van de rest van
Sleeuwijk. Dan zijn we bij knooppunt 80. Tussen dit knooppunt en knooppunt 31
houden we halt bij de Authentieke Peilschaal van Sleeuwijk die dateert tussen
1851 en 1870. De peilschaal was na verloop van tijd in onbruik geraakt en is
teruggevonden tijdens dijkverbeteringswerken in juni 1996. Met behulp van deze
peilschaal konden bewoners van dit gebied het peil in de rivier Merwede volgen.
Rechts bevindt zich Sleeuwijk, een deelgemeente van Werkendam. We komen niet
door het centrum maar rijden vervolgens voorbij de voormalige buurtschappen
Hoekeinde en 't Zand. Hoekeinde ligt bij de jachthaven van Sleeuwijk waar
knooppunt 31 is. Hier wacht het veerpont Sleeuwijk-Gorinchem op toeristen die
de overzet wagen. In de bocht, na Hoekeinde, noemt de plaatselijke bevolking
het gebied nog steeds 't Zand. Het is met de jaren vol gebouwd met moderne
woningen.
Na Sleeuwijk fietsen we alsnog boven op de dijk en terwijl we
knooppunt 78 volgen worden we opnieuw omgeven door een weidse natuur. Een groen
landschap dat omringt wordt door hectaren velden met verschillende
landbouwgewassen afgewisseld met bomenrijen, bosjes en houtkanten.Tussen ons en het kanaal zijn talrijke
waterpartijen die massaal worden bezocht door ontelbare watervogels. Een waar
paradijs voor onze gevleugelde vrienden. Een reiger zoeft rakelings over het
water. Hij zoekt een geschikte plaats om een prooi te spotten. Enkele ganzen
schrikken op en stijgen na elkaar de lucht in terwijl ze een hels kabaal maken.
Even verder landen ze weer rustig op het water. Bij knooppunt 78 bevinden we
ons in Oudendijk. Een buurtschap in het Land van Heusden en Altena. Het dorp
telde enkele jaren geleden slechts 420 zielen. Vensterramen staan wijd open.
Tuintafels zijn gedekt onder grote kleurrijke parasols. Aan de overzijde van de
rivier staat de sierlijke molen 'De Hoop'. De korenmolen werd op de stadswallen
gebouwd en toornt daardoor in vol ornaat boven de rivier uit. De eerste molen
dateert van 1764 maar werd verwoest door storm en brand. De huidige molen
draait uitsluitend nog tijdens het weekeind. Ondanks de warmte zien we talrijke
wandelaars, met kinderen en hun huisdier.
We rijden op de Woudrichemsedijk en moeten oorspronkelijk
knooppunt 32 volgen. Slechts eenmaal zien we een bordje met 32 hangen. We
moeten in ieder geval rechtdoor en volgen dan noodgedwongen knooppunt 74. Bij
een wegsplitsing vinden we weer geen bordje, maar mijn buikgevoel zegt me dat we
het water moeten blijven volgen. Links aanhouden dus en komen zo in het knusse
oude vestingstadje Woudrichem dat al bestond in het jaar 866. In 1386 begon men
met de bouw van de stadsmuur. We fietsen tussen de jachthaven en de vesting die
in de loop der eeuwen aangepast werden maar toch nog op dezelfde plaats liggen.
Hier vinden we terug een bordje met knooppunt 32, raar maar waar. Het is
inmiddels 11:45u geworden en een picknicktafel in de schaduw nodigt uit voor
een welgekomen middagpauze.
We hebben via de post een wandelbrochure opgestuurd gekregen van
het plaatselijk VVV-kantoor. Hierop staan alle bezienswaardigheden van de oude
stad vermeld. Met de fiets aan de hand maken we een wandeling door 'Woerkum'.
Woudrichem figureert sinds 2012 voor de opnames van de plattelandsarts Dokter
Tinus, dat voor SBS 6 wordt opgenomen. Momenteel loopt op de zender Vitaya
jaargang twee van deze serie. Er zijn tot dusver vijf seizoenen ingeblikt en
een zesde seizoen is in de maak. In de serie wordt de plaats 'Woerkum' genoemd.
Woudrichem is een oer-Hollands en charmant stadje en ligt aan de oevers van
daar waar de Afgedamde Maas samenvloeit met de Waal.
We beginnen onze wandeling bij de waterpoort. Via de waterpoort
komen we bij de gevangenpoort. Deze voormalige waterpoort is de enige van vijf
overgebleven poorten van Woudrichem. Ze werd gebouwd na de stadsbrand in 1573.
Het bouwwerk diende in de 19e eeuw als gevangenis en bleef deze
benaming ook behouden. Het pand behoort momenteel bij een restaurant. Naast de
gevangenpoort wordt het bronzen beeld tentoongesteld van Jacoba van Beieren,
gravin van Holland en Zeeland. Het beeld werd geschonken door Jaap Hartman, een
bekende beeldhouwer en bronsgieter van Oudendijk.
Aan het volgende kruispunt slaan we rechtsaf de Molenstraat in tot
bij nummer 2. Dit is het oudste stenen huis van Woudrichem, het 'Jacoba van
Beierenhuis'. Het is slechts een overblijfsel van een complex dat de
'Hoftoren', 'Tolhuis' en de 'Visbank' omvatte. Dit gebouw werd in de loop der
eeuwen meerdere malen gerestaureerd. De laatste keer was in 1965. Wat verder,
op de hoek Molenstraat/Rijkswal, vinden we het huis van 'Dokter Tinus'. De
woning wordt in werkelijkheid ook bewoond door een huisarts. De dokter is al
enige tijd op pensioen. Wij zijn niet de enige die het gebouw komen bezoeken.
Door de serie trekt het vestingstadje duidelijk meer toeristen aan. Bovenop de
Rijkswal werd het bronzen beeld van Pieter (Peer) Verhagen op een natuurstenen
sokkel geplaatst. Pieter Verhagen was burgemeester van Woudrichem van 1903 tot
1925. Het beeld werd aangeboden door de 'Stichting De Oude Vissershaven Aan de
Gemeente Woudrichem' ter gelegenheid van 650 jaar stadsrechten op 24 augustus
2006.
We blijven de Molenstraat volgen en na de bocht naar links wordt
het de Rijkswal die na een volgende bocht overgaat in de Bagijnestraat tot het
eind. Linksaf in de Kerkstraat tot bij de kerk. Deze gotische Sint-Martinus is
nog een middeleeuwse kerk en stamt uit de 15e eeuw. Deze kerk echter
werd plat gebrand door de Geuzen als voorzorg om de Spanjaarden te beletten de
stad in te nemen. In 1621 werd de huidige hervormde protestantse kerk gebouwd.
Tijdens de daarop volgende eeuwen vonden nog verschillende verbouwingen en
restauraties plaats. De rijk gebeeldhouwde vierkante toren had aanvankelijk een
hoge spits. Bij een zware storm in 1717 waaide de spits van de toren en werd
nooit vervangen. De toren kreeg de bijnaam 'Mosterdpot'.
We blijven de Kerkstraat volgen en nemen de eerste straat rechts:
Vissersdijk. Op de hoek met de Schoolstraat werd de Heilige Johannes
Nepomucenuskerk gebouwd, een rooms katholieke waterstaatskerk uit 1838. We
fietsen de Schoolstraat tot het eind. Links en rechts is de Hoogstraat met
enkele prachtige voorgevels. We moeten linksaf. Deze straat was één van de
eerste straten van Woudrichem. Tijdens de 16e en 17e eeuw
werden een aantal woningen opgetrokken met een Dordtse gevel zoals 'In de
Salamander' van 1609, 'In den gulden Engel' van 1593, 'In 't Hert' van 1601 en
'In den vergulden Helm' is eveneens van 1601. Een gevel met rijm trekt onze
aandacht: 'Die tidt is cort, Die doot is snel, Wacht u van sonden, So doet ghy
wel'.
We rijden terug en laten de Schoolstraat rechts liggen. Op het
nummer 47 in de Hoogstraat werd het Oude Raadhuis of Raedthuys gebouwd. Het is
het voormalige gemeentehuis. Op de balustrade van het bordes zitten nog steeds
de twee schild houdende leeuwen. De voorgevel draagt het jaartal 1592. Het is
momenteel een restaurant met een gezellig aangebouwd terras. We fietsen linksaf
en komen vanzelf bij de vestingwerken met wallen, bastions en ravelijnen. Het
is een schaduwrijke plek en een zitbank nodigt uit om even te verpozen. We
hebben een prachtig zicht over de 'Boven Merwede'. De rivier wordt druk bevaren
door een mengelmoes van bootjes. Pleziervaartuigen, watertaxi's en kleine
cruiseschepen. Het is enorm druk aan het veer van Woudrichem. Iedereen wil
vandaag het water op. Het is er dan ook het weer voor. Eens aan de overzijde
zet je voet in de provincie Gelderland. Recht voor ons, eveneens aan de
overzijde van de rivier, vangen we een blik op van kasteel Loevenstein. Het
kasteel is een imponerende 17e eeuwse vesting. Rondom de burcht
gonst het van prachtige natuur. Vlakbij is een zandstrand met
recreatiemogelijkheden. Het gonst er dan ook van de bedrijvigheid. Er wordt
gezwommen, gesurft en met kano's gevaren.
Het standbeeld van de Zalmvisser werd op de Rijkswal geplaatst
bovenop een bakstenen sokkel. Het werk is van Ton Koops, beeldhouwer te
IJzendijke. We wandelen verder over de vestingwerken uit 1580 en later. Op deze
manier komen we bij een grote parking die we schuin oversteken en staan even
later voor de molen. De eerste stenen stellingmolen 'Nooit Gedagt' stond op
deze plaats aan de Rijkswal en werd opgetrokken in 1662 op de plaats van een
vervallen houten windmolen. Tijdens WOII werd de oude korenmolen opgeblazen
door de Duitse bezetter. De eerste steenlegging van de huidige molen vond
plaats in april 1991. Vijf jaar later werd hij officieel geopend. Wat verder
worden we geconfronteerd met diverse 19e eeuwse militaire magazijnen
en twee arsenalen uit 1851. Ze zijn met aarde en gras bedekt en werden
oorspronkelijk gebruikt voor de opslag van kruit en kanonnen. Momenteel zijn
het opslagruimtes voor een party-centrum. Voor Arsenaal 5 staat de hardstenen
dorpspomp. Deze stond voorheen in de Hoogstraat voor nummer 18. De dorpspomp
werd op die plaats rond het jaar 1800 gemetseld.
Het visserijmuseum bevindt zich aan de Kerkstraat 41 met een
uitgebreide tentoonstelling van visserijbenodigdheden zoals netten, fuiken en
dergelijke. Er worden vervolgens oude foto's en films getoond uit vervlogen
tijd. Pure nostalgie. Bij het Arsenaal staat, op een natuurstenen sokkel, het
bronzen beeld van Jan Claesen. Het werd vervaardigd door Marcus Ravenswaay en aangeboden
door de Rotaryclub op 9 september 1977.
We rijden terug naar de Vissersdijk bij knooppunt 33 en volgen
knooppunt 74. Tijd voor een verfrissing. Onderweg kunnen we genieten van een
ijsje onder een grote schaduwrijke parasol. Via de Schapendam verlaten we het
centrum van Woudrichem langs een brug over de jachthaven en fietsen voorbij de
'Pannekoekenbakker'. Het restaurant, dat aangemeerd ligt in de Maas, heeft een
prachtige locatie met een snelle en super vriendelijke bediening. Wat verder
duid een bord aan dat we Woudrichem verlaten.
Links van ons stroomt de 'Afgedamde Maas'. Het is zalig fietsen
langsheen het water. Het brengt enige verkoeling. Rechts van ons is er slechts
één hoofdingrediënt: natuur. Met zijn verschillende soorten loofbomen straalt
de regio rust uit, dat slechts onderbroken wordt door het getjilp en gezang van
vogels. We blijven de Hoge Maasdijk volgen die overgaat in Maasdijk. Ter hoogte
van Maasdijk 61 houden we even halt om de mozaïeken zitbank te bewonderen die
geplaatst werd op 30 augustus 1997. Dit kunstwerk kwam tot stand door de
buurtbewoners. Ze brachten het geld bijeen voor de vervaardiging van dit
kunstwerk. Een zitbank met daarachter een ovalen stenen monument, ingelegd met
mozaïek. We rijden ondertussen op het grondgebied van Rijswijk. Bij knooppunt
74 moeten we rechtdoor om knooppunt 71 te volgen en rijden door de Dorpstraat
van Rijswijk. Het dorp leefde vanouds van landbouw en het fokken van paarden en
runderen. Bij knooppunt 71 bereiken we het dorpje Uitwijk. Het bestaat uit een
oude kern met de kerk in het midden. Er is echter ook een nieuwbouwwijk in
aanbouw. We nemen een foto van de bakstenen dorpspomp uit 2008, herplaatst
nadat de voorganger door een vrachtauto vernield werd. Enige maanden later werd
de pomp opnieuw vernield, nu door aanrijding met paard en rijtuig. Daarna werd
ze opnieuw hersteld, geflankeerd door een aantal paaltjes.
Eens uit centrum van Uitwijk worden we weer verwelkomt door een
groene natuur. Bomen met wild groene bermen. Daarachter een weids landschap van
akkerbouw zonder bebouwing. Zalig om te fietsen of te wandelen. Je kan er niet
genoeg van krijgen. We fietsen vervolgens via het buurtschap Zandwijk naar
Almkerk. Na Zandwijk fietsen we even op de drukke N322. Het fietspad ligt
echter gescheiden van de rijweg. We rijden al op het grondgebied van Almkerk.
Even verder linksaf in de 'Altena's Laantje' en bereiken het centrum van
Almkerk. We rijden niet echt door het historische centrum. Almkerk is een
voormalig plattelandsdorp en werd genoemd naar de kerk die gebouwd werd langs
het riviertje de Alm. In de middeleeuwen was de rivier een belangrijke route.
Na eeuwen van verlanding is er weinig meer over dan een brede sloot. Het dorp
werd grotendeels tijdens WOII verwoest. Het was wachten tot 1948 vooraleer de
eerste nieuwe huizen werden gebouwd. Linksaf in de Brugdam, over de brede
Almrivier en verderop rechtsaf in de Emmikhovenseweg. We verlaten Almkerk en
fietsen naast een grandioos polderlandschap. De rechterzijde bezit recent
gebouwde alleenstaande woningen. We fietsen tot knooppunt 56. Aan dit knooppunt
wijken we af, richting knooppunt 40, om twee oude windmolens te bezoeken. Langs
de Provincialeweg Zuid rijden we dwars door Almkerk en na de rotonde aan de
N322 rijden we over de Provincialeweg Noord. Op Google Maps leek het niet al te
veraf. Doch met deze extreme warmte lijkt het een eeuwigheid voor we de eerste
molen bereiken. Aan de eerste straat rechts moeten we rechtsaf in de Oude Doorn
voor de molen. De Oude Doornse molen is een poldermolen uit de jaren 1700, een
achtkantige molen van het type grondzeiler. De oude molen maalde tot 1965.
Begin 2011 werd de molen stilgezet en begon men het jaar daarop met de
restauratie. De molen is op afspraak te bezichtigen.
We fietsen terug naar de Provincialeweg Noord en slaan rechtsaf om
knooppunt 40 verder te volgen voor molen twee. Het is constant fietsen in de
blakende zon. Frustrerend omdat we niet exact weten hoeveel kilometer het is
tot bij de Zandwijkse Molen. Zijn we al te ver gereden? Moeten we nog ver?
Altijd maar vragen en geen enkel antwoord. Nog maar eens stoppen en op het plan
zien. We moeten voorbij het gehucht Uppel zijn. Het wordt echter niet met
borden aangegeven. Ik wil het aan een voorbijganger vragen, maar blijkbaar is
het te warm om op straat te komen. En dan plots zien we in de verte de wieken
van een poldermolen. Ons Rina houd halt voor een foto en we besluiten er niet
meer naar toe te rijden. Gezien de afstand is het nog een kilometer of twee. De
Zandwijkse Molen werd gebouwd in 1699 en draaide zijn rondjes tot 28 oktober
1961. We dwarsen de straat en rijden terug naar knooppunt 56. Het is vervolgens
1,6 km fietsen over de Provincialeweg Zuid tot knooppunt 54.
Het is vier kilometer fietsen tot knooppunt 19. We rijden op de
Schenkeldijk via een smal asfaltbaantje dat ons door een prachtige groen polder
loodst. Heerlijk fietsen met dit weer. Maar toch! We zijn moe en ondanks we
water en frisdrank bij hebben lijkt het alsof we zijn uitgedroogd. Ik hoop elke
minuut een schaduwrijk terras te zien waar we minstens een uur kunnen stil
zitten,genietend van een streekbier.
Hier is geen schaduw, zelfs geen zitbank om even te verpozen. Desondanks
genieten we van de mooie vergezichten. We rijden op het grondgebied van Hank.
Bij de splitsing linksaf en onder de A27 door en fietsen verder op de Haakse
Buitenkade. Opletten hier want we wijken weer even af, allee ik hoop toch voor
even. Bij de volgende splitsing houden we links aan en rijden door de
Hellegatsweg. Bij de Buitenkade staat de windmolen verscholen achter het vele
groen. De Zuidhollandse Molen is een achtkantige molen uit 1791 die tot 1964 de
polder maalde. Na een ingrijpende restauratie in 2007 maalt deze poldermolen
water in een gesloten circuit rond. Terug naar de Haakse Buitenkade en linksaf
voor knooppunt 19. we fietsen door een straat die afgeboord is met hoge
stokrozen. Ze bloeien in verschillende kleuren. De geur komt ons nog een tijd
achterna. Bij knooppunt 19 rijden we door Vierbannen, een buurtschap van
Werkendam. Aan knooppunt 18 houden we halt in het schilderachtige dorpje Hank.
Gebouwd aan de rand van de Biesbosch. Op de hoek met de Kerkstraat is café 't
Centrum met een enorm groot terras met openstaande parasols en knusse zetels
waar je diep kan in wegzakken. Tijd voor een verfrissing. We genieten ten volle
van onze rustpauze maar na een uur willen we weer verder. We fietsen even tot
aan de kerk. De Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, toegewijd aan de H.
Antonius van Padua, is een neogotische parochiekerk die dateert van 1915. De
kerk werd door oorlogshandelingen beschadigd in 1944, maar grondig hersteld in
1948. Voor de 60 meter hoge toren was het wachten tot 1958.
Tussen knooppunt 18 en knooppunt 14 begint het Nationaal Park De
Biesbosch, een bewerkt land van grienden en kreken. Een landschap van polders,
moerassen, en geulen. Met zijn diverse rivieren, eilanden, kleine en grote
kreken is het een groen doolhof. Heb ik van horen zeggen. In 1994 is het park
opgericht. Het gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 9000 hectare. Het is
ondertussen even over half vijf en af en toe verdwijnt de zon achter grote
witte wolken. Een welgekomen afwisseling. Aan het kruispunt van Oranjepolder en
de Aakvlaaiweg werd het Halifax monument geplaatst. In de nacht van 24 op 25
mei 1944 voerde het R.A.F. Bomber Command met 432 vliegtuigen een aanval uit op
de spoorwegemplacementen bij Aken. Er gingen tijdens deze operatie 25
toestellen verloren. Ook de Halifax LV905 van piloot Erik Wilson werd, tijdens
de terugvlucht, door vijandelijk vuur getroffen en stortte hier in de
Oranjepolder neer. Bij de crash kwam de voltallige bemanning om het leven. De
resten werden eerst in 2005 geborgen. Het monument werd in 2006 onthuld en
vertoont twee kromme propellers met motorblok. Van ver leek het een reuze bromvlieg.
We genieten enorm van onze fietstocht. We verlaten een bosrijk gebied en komen
in een gestructureerd landschap met piekfijne landerijen.
Als we op de Jeppegatweg fietsen is er links van ons een hoge dijk
die ons beschermd tegen het water van het Middelste Gat van Het Zand. Wie
verzint die namen toch? Bij knooppunt 14 stroomt links van ons het Steurgat.
3,6 km tot knooppunt 12. We blijven naast het Steurgat fietsen dat druk bevaren
wordt. Al wat maar blijft drijven en een buitenboordmotor heeft vaart vandaag
naast ons. De meeste op een slakkengangetje. Een uitzondering in de regel is
een speedboot die alles en iedereen voorbijsteekt. De kleine bootjes moeten het
ontgelden. Op de woelige baren schommelen ze vervaarlijk heen en weer. Iemand
brult dat ze rustig moeten varen. De speedboot vertraagt even om wat verder
weer gas te geven. Onverantwoord. Ondertussen is het me wel duidelijk geworden
dat bijna elke burger van Nederland een boot bezit. Ze varen bijna allemaal
naast ons. De fietsers die ons voorbijsteken, en ons tegemoet komen, bezitten
hoogstwaarschijnlijk een caravan.
Tussen knooppunt 22 en knooppunt 30 vloeit links van ons het
kanaal Nieuwe Merwede. Het kanaal werd tussen 1861 en 1874 uitgegraven en
vormt tevens de grens tussen Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het traject langs
de rivier is zonder meer lovenswaardig.
Om 18:20u zijn we terug bij onze auto. De route was zwaar, maar we
hebben er intens van genoten en daar hebben we graag wat zweet voor over. We
hebben 56,8 km op de teller staan. Nog een uur rijden tot Ekeren. Tot schrijfs.
Fietsknooppunten
met (*) afwijkingen:
65-97-60-58-59-*-59-*-Eethen-Genderen-62-66-64-99-*- Spijk-*-65 = 28
km.
Parkeren:
Grote Kerkstraat/Torenstraat in Wijk en Aalburg.
Zondag
9 april 2017. Het is 10:15u als we de auto parkeren vlakbij de kerk
van Wijk en Aalburg in Noord-Brabant. De temperatuur bedraagt
momenteel 14°C. Maar het wordt beslist warmer op de middag. De
weerprofeten beloofden alvast 20° C in de schaduw. De lucht is
lenteblauw en we snuiven de geur op van frisse perenbloesems. De
perenboom, die heel oud kan worden, heeft in het voorjaar een
fascinerende bloesempracht en zorgt voor menig fietser en wandelaar
rond deze periode steeds voor bloesemkoorts. Om deze koorts te
onderdrukken rijden we naar Nederland. Ook onze noorderburen bezitten
bloeiende fruitboomgaarden naast de pittoreske dorpjes, uitgestrekte
rivierlandschappen en gastvrije bewoners. Het dorpje Wijk en Aalburg
is gelegen aan het Heusdensch Kanaal
en de Afgedamde Maas.
In de hervormde kerk
van Wijk en Aalburg is nog een eredienst bezig en dus niet
toegankelijk voor toerisme. Het gebedshuis is van oorsprong gotisch
met een 14e-eeuwse toren. De gemeente bouwde een nieuwe kerk naast de
oude omdat deze te klein werd. De nieuwe kerk werd in 2010 in gebruik
genomen.
We
laten de kerk links liggen en draaien linksaf, de Torenstraat in tot
het eind. Rechtsaf op de Maasdijk. Bovenop de dijk waait nog een
frisse wind. Schapen met hun jonge lammeren grazen de schuine dijken
af. Links, tussen de huizen, ontwaren we de Afgedamde Maas. Een
kanaal dat de grens vormt met Gelderland en Noord-Brabant. Wat verder
vinden we de stenen stellingmolen 'De Twee Gebroeders',
een gerestaureerde korenmolen uit 1872. In 1880 werd een stoommachine
in een bijgebouw geplaatst om bij windstilte te kunnen malen. De
molen fungeerde onder meer als schorsmolen
voor de leerindustrie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de molen
door oorlogshandelingen beschadigd. De schade werd hersteld, waarna
de molen tot ca. 1954 in bedrijf was. Daarna werd de molen verkocht
aan de Coöperatieve Boerenbond van Aalburg, die hem als opslagruimte
gebruikte. In de molen wordt nu op vrijwillige basis graan gemalen.
De molen is sinds 1969 eigendom van Molenstichting
het land van Heusden en Altena
en is op afspraak te bezichtigen.
Na
de bocht wordt het water het Heusdensch Kanaal. De
Hervormde
kerk
van Wijk, langs de Maasdijk, heeft een schip en een koor die in de
18e eeuw zijn verbouwd. De 15e-eeuwse toren werd tijdens de Tweede
Wereldoorlog zwaar beschadigd, maar grondig hersteld in 1955.
Bij
knooppunt 97 rijden we voorbij de eerste perenbloesems. We fietsen
iets hoger dan het veld en kunnen op deze manier het parfum
opsnuiven. Het is één grote bloemenzee. Het lijkt alsof het pas
gesneeuwd heeft. Aan het kruispunt houden we halt bij het monument
van de Kromme Nolkering dat werd onthuld op 21 mei 2005. De Kromme
Nolkering is een keersluis tussen Wijk en Aalburg en Heusden. De
sluis werd gebouwd nadat zich in 1993 en 1995 een zeer hoge
waterstand voordeed en dat de dijken langs het kanaal en de Afgedamde
Maas onvoldoende bescherming bood. Een infobord met foto's van
binnenschepen laat weten dat de binnenvaart 24 uur per dag
beschikbaar is. Als er één veelzijdige en kostenefficiënte tak van
transport is, is dat de binnenvaart, zo vertelt het bord. Voor elke
soort lading en voor elke bestemming in Europa bestaat er een
geschikt schip als betrouwbare schakel in de moderne logistieke
keten. In de verte hangt er nog een waas van dikke mist. Spijtig voor
de foto's.
We
rijden over de dijk langs de Bergsche Maas, die ruim honderd jaar
geleden werd gegraven. Aan de overzijde liggen de dorpen Heesbeen en
Doeveren die door het kanaal destijds van het Land van Heusden en
Altena werden afgesplitst. We worden vaak voorbijgestoken door
motorrijwielen. Het is een oorverdovend lawaai. Het volgende veld met
perenbloesems kunnen we van dichterbij bekijken. Eindeloze
laagstammige boompjes staan achter elkaar te schitteren in de zon.
Het is haast ondenkbaar dat hier binnen enkele maanden tonnen peren
worden geplukt. Bij knooppunt 59 wijken we af. We bevinden ons in de
kleine gemeente Drongelen. Tijdens WOII zijn in Drongelen vrijwel
alle huizen verwoest. Door de ligging van het dorp aan de Bergsche
Maas, in 1944
de frontlinie, kwam het dorp zwaar onder vuur te liggen van
geallieerd geschut. Ook de kerk werd toen verwoest. De bewoners
moesten hun toevlucht nemen tot een houten noodkerk,
welke in 1946
door Zweedse geloofsgenoten was geschonken. In 1951
kwam een nieuwe, bakstenen kerkgebouw gereed.
We
volgen even knooppunt 57. Via de 'Middenbrug', langs de hoger gelegen
Eindsestraat, rijden we over het 'Oude Maasje'. Een landschappelijk
mooi gelegen oude loop van de Maas van enkele kilometers lang met
afwateringssloten. Sinds enkele jaren werd de Oude Maas ingericht als
ecologische verbindingszone met brede en natuurlijke oevers.
Boomgaarden omringen het dorpje Eethen en in de bermen staan de vele
fruitbomen met perenbloesem en oude notenbomen. Bij de sportvelden
met het logo van Tante Pietje bistro moeten we oorspronkelijk
rechtsaf, richting Genderen. We rijden echter rechtdoor tot het
centrum van Eethen. We houden halt bij het monument 1940 1945 in
de Kleibergstraat. Het monument herdenkt de 31 inwoners van het dorp
die omkwamen tijdens WOII. Het gebouw naast het monument is het
voormalige gemeentehuis dat gebouwd werd in 1938. De hoofdingang
bezit nog de bordestrap waarop een smeedijzeren balustrade geplaatst
is met het jaartal 1939 in verwerkt. Het gebouw deed dienst als
gemeentehuis tot 1973. Daarna werd het gebouw gerenoveerd tot
woonhuis.
We
rijden terug tot het kruispunt bij de sportvelden en slaan linksaf in
de Nieuwe Steeg waar we al vlug het dorpscentrum verlaten. De Nieuwe
Steeg is een oude verbinding tussen Eethen en Genderen en wordt druk
door fietsers gebruikt. De omgeving is vrijwel één landbouwgebied
dat momenteel groen oogt. De meeste bomen in de berm zijn nog
bladloos. Ze zitten klaar in de knoppen. De bermen daarentegen
kleuren geel. De vink zingt hoog in de bomen zijn lied. Links zijn de
fruitplantages waar we stoppen. We spreiden een dekentje uit op het
grasveld tussen de bloesems. We picknicken tussen al het moois wat de
natuur ons biedt. Een fantastisch contrast na al het groen. Rechtdoor
in het dorp Genderen door de Hoofdstraat tot nummer 28. In 1944 werd
het dorp bijna geheel verwoest door geallieerde beschietingen. De
Bergsche Maas vormde toen de frontlinie tussen het bevrijde zuiden en
het nog bezette noorden. De oorspronkelijke gereformeerde kerk
dateert van 1865. Ze werd tijdens WOII in 1944 verwoest. In 1950 werd
de huidige kerk Het Kruispunt plechtig ingehuldigd. Als we
rechts van ons supermarkt Spar zien moeten we linksaf in de
Kelderstraat tot de rotonde. Recht oversteken in de Lange Pad waar we
knooppunt 62 volgen. Het is overduidelijk dat de belangrijkste
bestaansbron van Genderen de veeteelt is. De sappige groene weiden
kleuren zwart wit en bruin van ontelbare koeien die vredig naast
elkaar staan te grazen.
Vervolgens
rijden we naar knooppunt 66 en even verder dwarsen we de Provinciale
Weg Oost N267. Over de viaduct fietsen we langs een buxusplantage met
jonge plantjes. We naderen knooppunt 64. Daar rechtsaf en we volgen
opnieuw de Afgedamde Maas richting knooppunt 99. We rijden eerst op
de Hoge Maasdijk en dan opnieuw op de Maasdijk. Na de waterplas
rijden we een stuk door het recreatiegebied Veense Put en rechts is
Moleneind, een buurtschap vlak bij de recreatieplas Veense Put. Bij
knooppunt 99 zijn we bij het dorpje Veen. Naast een enkele
katoenweverij, die reeds in 1856 sloot, kende Veen vooral
ambachtelijke bedrijvigheid. Vooral van belang waren fruitdrogers,
een siroopfabriek en koffiestroopbranders, hetgeen aangeeft dat ook
de fruitteelt een belangrijke bron van inkomsten vormde. Aldus
ontwikkelde zich ook de handel, met name in fruit en aardappelen.
De
ronde stenen stellingmolen De Hoop werd opgetrokken in 1838, vlak
naast de Maasdijk. Hij is nog steeds in bedrijfsvaardige toestand en
draait op vrijwillige basis. Sinds 1965 is De Hoop in bezit van de
Stichting Land van Heusden & Altena. De molen staat pal naast de
weg waar het verkeer onder de stelling passeert. Vrachtwagens moeten
er uitwijken om te voorkomen dat ze in aanraking komen met de
schoren. De Hoop is in de regel op zaterdag te bezoeken.
Na
de camping fietsen we voorbij de Grotestraat waar de Hervormde kerk
werd gebouwd. Het gebouw is van oorsprong Romaans dat tijdens de 13e
en 14e eeuw werd uitgebreid. Even verder is knooppunt 99. We blijven
even knooppunt 65 over de Maasdijk volgen tot de eerste straat
rechts. Dat is Den Oudert te Spijk, een buurtschap aan de Afgedamde
Maas. Bij de splitsing rechts aanhouden. Na de bocht weer een
splitsing die we links aanhouden en Den Oudert tot het eind blijven
volgen. Rechtsaf in de Rivelstraat en onmiddellijk linksaf in de
Robberdestraat tot het eind. Rechtsaf in de Wijksestraat tot het
eind. Linksaf op de Groeneweg tot aan de rotonde. Rechtdoor waar we
de Provincialeweg-Oost dwarsen. Linksaf in de Bosseweg tot het
eerstvolgende kruispunt. Linksaf volgen we knooppunt 65 over de
Veldstraat. Onderweg spotten we menige schitterende boerderijen met
rieten daken. Om 14:00u zijn we terug bij de auto aan de kerk van
Wijk en Aalburg. Na een welkome verfrissing in café D'n Dijk rijden
we terug naar huis.
Zondag 12 maart 2017. De eerste prachtige lentedag
van dit jaar valt bijna midden maart. De voormiddag wordt even onderbroken door
het lawaai van de eerste grasmaaier. Enkele seconden later roept een luide
schrille stem om stilte en een andere stem roept: t is zondag, hé!. Net voor
de lunch zetten enkele buren zich buiten in een tuinstoel om van de warme
zonnestralen te genieten en om te luisteren naar de kakofonie van verschillende
vogelgeluiden. Gewoon prachtig. Kort na het middaguur haast iedereen zich naar
buiten om van het lentezonnetje te genieten en om de eerste broodnodige
vitaminen op te slaan. Ouders en/of grootouders met peuters en kleuters trekken
naar het park om rond de vijver te wandelen, de eendjes eten te geven en ze
gaan steevast na afloop met hun kroost naar de nabijgelegen speeltuin. Het
gonst er nu al van vrolijke kinderstemmetjes.
Het is al oppassen geblazen bij het oversteken van
de straten. Op de fietspaden rijden vandaag meer fietsen dan op andere dagen.
Je haalt er de E-bike rijders zo uit. Met een brede glimlach op het gelaat
stuiven ze je voorbij. Ze knikken dankbaar als ze de ruimte krijgen om te
passeren.Af en toe werpen ze een blik
op hun bikepointer en als het nummer klopt met het cijfer op een bordje naast
de weg, duwen ze met een vinger op het display en steken zonder moeite nog een
tandje bij. De voortuintjes hebben al meer kleur dan de afgelopen maanden. Het
werd tijd. Al dat groen begon saai te worden. De krokussen steken de kop op en
de narcissen kleuren geel zoals de zon. Het is wachten op het weelderig
kleurenpalet van de mooie azalea's.
De rozenperken in het Veltwijckpark staan er nog
droevig bij. De knopjes zitten echter al klaar om open te springen. Niets dan
vriendelijke en glimlachende gezichten passeren we op onze weg naar 'De Oude
Landen'. Het voormalig militair domein grenst aan het Veltwijckpark en wordt
vandaag massaal bezocht. We willen de eerste planten, bloemen en dieren
spotten. De robuuste Galloway's liggen in het middagzonnetje te herkauwen. Voor
de bloemen, zoals de wilde orchideeën, is het nog te vroeg. Sommige struiken
kleuren al groen. De katjes van de wilgen, els en hazelaar kondigen ook de
nakende lente aan. Ook hier in het natuurgebied hangt de lucht vol van
vogelgeluiden. Het lijken wel honderden soorten. Volgens Natuurpunt wordt het
gebied gegeerd door kleine rietvogels zoals blauwborst, kleine karekiet,
bosrietzanger en rietgors.Ze zijn
moeilijk te spotten met hun uitstekende schutkleuren. Soms zie je ze vanuit je
ooghoeken voorbij scheren. Ze landen op de tak van een boom maar verdwijnen
voor je een foto kan nemen. Ons Rina slaagt er toch in om enkelen te
fotograferen. Hoog in de lucht vliegen krijsend enkele meeuwen boven 'De Oude
Landen'. We wanen ons enkele seconden aan de kust. Eksters maken een hels
kabaal met hun krassend geschreeuw. De roek is niet mensenschuw en land op een
paar meter voor ons. Ze pikken met hun snavel enkele keren op de grond en vliegen
weer weg. We schrikken op door een opvliegende fazant. Hij zat verscholen in
het hoge riet. Enkele vlinders fladderen voorbij. Zouden ze al nectar kunnen
vinden om te overleven?
Wandelaars en zelfs fietsers die ons passeren
knikken één voor één een goeden dag. Er is toch nog samenhorigheid. Zalig toch?
Op de weg terug gaan we langs het dorpsplein waar alles in gereedheid wordt
gebracht voor het gansrijden van 'De Lustige Gans'. Om 15:00u wordt de
paardenstoet verwacht na een doortocht door de Ekerse straten. Ze hebben dit
jaar uitzonderlijk veel geluk met het weer en het zorgt voor een grote opkomst
van toeschouwers. Het is meer dan 17°C in de volle zon. De terrasjes bij café
en taveerne zitten stampvol. Tijd voor een streekbiertje in het heerlijk lentezonnetje.
Tot schrijfs.
Het is eind oktober en de dagen zijn al flink
korter geworden. We hebben ons twee kleinkinderen, Joey en Yuna, op bezoek en
ook ons achterkleinkind Brent mag op deze dag zeker niet ontbreken. We vieren
Halloween in de tuin rond een nep kampvuur. Dikke brandende kaarsen staan op
het grastapijt in een cirkel. Het flakkerende kaarslicht werpt op ieders gelaat
een griezelige dansende schaduw. We zitten allemaal op een zacht kussen en een
fleece deken houd onze benen warm. Iedereen draagt een dikke jas, een sjaal,
een muts en handschoenen. Bomma heeft warme chocolademelk gezet en we kunnen
eraan beginnen. Bompa heeft voor een griezel verhaal gezorgd. Eerst leg ik de
kinderen uit wat precies Halloween is. Halloween is een feestdag en wordt
gevierd op 31 oktober, de vooravond van Allerheiligen. Op Allerheiligen worden
de doden herdacht. Op de begraafplaatsen worden potten met chrysanten op de
zerken gezet van overleden vrienden en familieleden. Een kleurrijke bedoening.
Verschillende woningen worden versierd met pompoenen, brandende kaarsen, nep
spinnen en spinnenwebben. Allemaal om het een beetje griezelig te maken.
Kinderen verkleden zich als heks, zombie, een skelet of gewoon als een lelijke
clown. Ze gaan van deur tot deur om de bewoners een griezelige Halloween te
wensen of een liedje te zingen waarbij de kinderen dan snoepjes krijgen.
In een dorpje hier niet zo ver vandaan wandelen
drie kindjes door een donkere straat. Alle drie zijn ze verkleed. De kleinste,
Brent, en is gekleed als een skelet. Met een echt masker op. Je kan hem
nauwelijks herkennen. De middelste, Yuna, is verkleed als een oude lelijke
heks. De oudste, Joey,draagt een zombie
pak met brede schouders. Ze gaan van deur tot deur en zingen een Halloween
liedje als de bewoners komen open doen.
Na afloop stoppen de bewoners onze drie vrienden
een hoop snoepjes in de hand en enkele centen in een schoendoos waar een geld
gleuf ingemaakt is. De drie kinderen doen eveneens een geldinzameling voor 'De
warmste week'. Ze hebben al bijna een uur rondgewandeld en al heel veel
snoepgoed verzameld. Het doosje met geld begint ook al door te wegen. Het is
koud en ze snakken alle drie naar een kopje heerlijke warme chocolademelk bij
mama en papa. Ze zijn moe maar toch houden ze nog halt voor de woning naast hun
huisje. Ze weten dat daar een eenzaam oud vrouwtje woont. Ze komt niet vaak
buiten en soms kunnen ze slechts haar schim zien achter een vuil
ondoorschijnend gordijn dat voor een nog vuilere raam hangt. Aan het raam
hangt een reusachtige nep spin die de wacht houd in het midden van een
kolossale spinnenweb. Op de stoep staan brandende kaarsen en een paar
uitgesneden pompoenen met brandende theelichtjes. Het huis is zo mooi versiert
dat ze hier toch nog even willen halt houden en voor het laatst hun Halloween
liedje zingen. Als Joey aanbelt moeten ze even wachten. De deur gaat langzaam
tot op een kier open. Een hoofd verschijnt in de deuropening maar het is te
donker om te zien wie er staat. De drie kinderen willen aan hun liedje beginnen
maar het voorovergebogen vrouwtje onderbreekt hen: -Ha, ha, haa. Wie we daar
hebben krast de stem van de oude vrouw. -'Kom binnen, kom binnen kindjes, ik
heb voor heerlijke warme chocolademelk gezorgd. Jullie hebben vast kou. Onze
drie vrienden willen eigenlijk niet binnen komen, maar het oude vrouwtje kan
nog net de arm grijpen van Joey en trekt hem als het ware over de deurdrempel.
Yuna en Brent volgen vanzelf de oudste en achter hen wordt de straatdeur met
een smak dichtgegooid. Het kan allemaal niet snel genoeg gaan. Het oudje duwt
hen door de gangnaar de leefkamer. Deze
kamer wordt slechts verlicht door enkele brandende kaarsen. De flikkerende en
dansende vlammen werpen angstige schaduwen van onze drie vrienden op de muren.
De twee kleinsten gaan dicht bij Joey staan die een beschermende arm om hen
heen legt. De oude voorovergebogen vrouw zet zich voor haar fornuis en roert in
een grote ketel: -Het zal niet lang meer duren. De chocolade is bijna
gesmolten. -Misschien kunnen we beter straks terug komen stelt Joey heel
voorzichtig voor. Yuna en Brent knikken: -Ons mama en papa zullen ongerust
zijn proberen ze nog. En dan zien ze plots hoe de oude vrouw traag recht komt
terwijl ze zich naar de kinderen draait. Ze lijkt opeens niet meer het oude
vrouwtje van daarnet. Met één hand trekt ze een masker van haar gezicht. Onze
vrienden schrikken en doen een stap achteruit. Ze sperren hun ogen wijd open en
Brent slaat een gilletje terwijl hij zijn handjes voor de ogen slaat. Voor hen
staat de lelijkste heks die ze ooit in hun jonge leven hebben gezien. Haar ogen
zijn net twee gloeiende rode kolen. Haar neus is lang, dik en krom. Aan het
eind, van haar neus, heeft ze een grote wrat met enkele grijze haren op. Haar
mond opent zich en toont niets anders dan rotte tanden. Haar handen grijpen
onze vrienden vast en ze roept dicht bij hun oor: -Uw mama en papa zal jullie
nooit meer zien. Ik maak warme chocolademelk klaar en dan betover ik jullie in
kikkers en gooi jullie in de ketel. Die kikkerchocolademelk zal mij lekker
smaken. Kom, in de kelder zodat jullie niet kunnen ontsnappen. Brent begint
stilletjes te wenen. Yuna probeert hem te troosten maar dat helpt helemaal
niet. De heks opent een andere deur en ze worden één voor één een donkere
plaats ingeduwd. De deur wordt dicht gesmakt en ze horen de scherpe lach nog
even van de oude heks: -Ha, ha, haaa, lekkerekikkerchocolademelk.
Onze vrienden blijven angstig dichtbij elkaar staan
in het donker. Een klein beetje straatlicht komt door een kelderraam naar
binnen en maakt het allemaal nog griezeliger. -Gaat die ons echt opeten Joey?
vraagt Yuna bang. Brent begint opnieuw te snikken. -Ik weet het eigenlijk
niet, we moeten proberen hier uit te geraken. -Misschien door dat raam Joey!
zegt Brent snikkend. -Dat is te hoog Brent. We moeten iets anders verzinnen.
Met hun drieën kijken ze rond maar ze zien echt geen uitweg. Plots horen ze
samen een zacht piepstemmetje: Ik kan jullie wel helpen. Onze vrienden
speuren rond maar nergens zien ze iemand staan. -Hier, hier beneden ben ik.
Joey kijkt naar de grond en schrikt. Daar, in het klein beetje licht dat binnen
schijnt ziet hij een piepkleine muis met een lange staart zitten. -Muizen
kunnen toch niet praten? zegt Joey en wrijft in zijn ogen. Misschien slaapt
hij nog. -Echte muizen niet nee. Maar de heks heeft mij daarstraks betovert om
in de chocomelk te gooien. Ze had zin in muizenchocolademelk. Ik ben naar hier
kunnen ontsnappen. Daarom wacht ze nu nog even om jullie te betoveren. Als
kinderen kan je hier niet weg. Maar ik ben nu een muis en die graven
gangetjes.
-Wie ben jij dan? vraagt Yuna nieuwsgierig.
-Ik ben jouw schoolvriendje, Maxim zegt de muis
ik wou bij jullie aanbellen om Halloween te wensen. Ik belde eerst op dit
adres aan en ben nu een muis.
-Hoe ga je ons dan helpen? onderbreekt Joey het
tweetal. Wij kunnen niet door kleine muizengangetjes.
-Dat weet ik wel, maar ik kan door de muren naar
jullie huisje trippelen en jullie mama en papa vertellen waar jullie zijn.
-Een goed idee Maxim zegt Joey: -Maar mama en
papa gaan heel hard schrikken van een pratende muis en mama is bang van muizen.
Weet je wat? Wij hebben een hond, een brave Buldog. Een echte waakhond. Zayco,
noemt hij. Probeer hem naar hier te lokken. De muis glipt weg en onze vrienden
zijn terug alleen. Maar ze hebben terug hoop. Zal Maxim op tijd zijn om de
Buldog te waarschuwen? Met hun drieën verstoppen ze zich achter een oude kast
en luisteren ze heel scherp of de heks hen al komt halen. Yuna denkt aan haar
schoolvriendje. Maxim is in een muis veranderd. Hoe kan hij terug een jongetje
worden?
Maxim, de muis, is ondertussen door de muren bij de
mand gekomen waarin Zayco, de Buldog, ligt te slapen. Zo stil als een muis maar
kan zijn sluipt hij naar de hond. Hij kijkt naar de ouders van Joey en Yuna.
Hopelijk horen ze hem niet. Ze zitten beiden gezellig in een luie stoel naar
één of ander spannende serie op TV te kijken. -Zayco? fluistert Maxim
zachtjes. De Buldog gromt en opent even zijn rechteroog. Hij is veel te lui en
sluit onmiddellijk weer zijn oog. -Zayco! roept de muis nu iets harder. Zayco
schrikt nu wel en is ineens klaar wakker.
-Luister Zayco gaat de muis vlug verder nu hij de
aandacht van de Buldog heeft. Joey, Yuna en Brent zitten hiernaast in de
kelder gevangen. Je moet ze vlug helpen, voor de heks hun in kikkers veranderd.
Zayco staat op en begint te blaffen. Maxim spurt terug naar het holletje in de
muur. De Buldog stormt naar de deur en blijft onophoudelijk blaffen. Mama
roept: -stop ermee Zayco!. Maar Zayco stopt niet. Hij krabt zelfs aan de
deur. -Hé, wat is dat daar Zayco? roept papa nu en komt afgelopen. Net zoals
de Buldog gehoopt had. -Zijn de kindjes er al?. Papa opent de deur en zo vlug
als Zayco kan stormt hij de trap af naar de voordeur waar hij opnieuw begint te
blaffen en te krabben. Ook papa komt naar de deur en denkt dat de kindjes voor
de deur staan. Hij opent de deur en als een hazewind stormt de Buldog naar
buiten. Hij maakt een korte draai naar links en begint aan de deur van de
buurvrouw te blaffen en te krabben. Papa is verbaast en ook mama is er komen bij
staan maar ze snappen niet waarom Zayco daar naar binnen wil. -Zijn de kindjes
daar, Zayco? vraagt mama. Zayco blijft blaffen en grommen. Mama en papa gaan
tot bij de hond en als Zayco even stil is horen ze het roepen en schreeuwen van
de kinderen. Mama en papa zien door het stoffige raam van de kelder de drie
kinderen staan met een van angst vertrokken gelaat. Brent en Yuna beginnen te
huilen. Ondertussen zijn de grootouders van Brent toegekomen. Ze willen hun
kleinzoon mee naar huis nemen. Het is tijd voor zijn bedje. Brent herkent door
de vuile ruit van de kelder zijn moeke en Tato en begint hartstochtelijk te
wenen. Papa en Tato stampen met al hun krachten tegen de deur. Met een luid
gekraak wordt ze uit haar hengsels gerukt en valt met een luide plof op de
stenen vloer van de gang. Samenwerking noemen ze dat. Zayco rent als eerste
naar binnen. Gevolgd door papa en Tato en als laatste rennen moeke en mama naar
de schaars verlichte kamer. Daar zien ze onmiddellijk de lelijke oude heks bij
de kelderdeur staan. Ze zijn net op tijd. Iets later en onze drie vrienden
zouden in kikkers veranderd worden. De heks kijkt verschrikt naar Zayco, die
gevaarlijk blijft grommen naar de vrouw. Tato en papa grijpen de heks stevig
vast. Mama opent de deur en de drie kinderen stormen binnen en vallen in de
armen van mama en moeke. Zayco komt naar Brent en Yuna en begint hen af te
likken. Zo blij is hij. De heks begint te snotteren: -Hoe komen die kinderen
in mijn kelder?. Ze doet alsof ze van niets weet maar dat is buiten Maxim, de
muis, gerekend. Hij klimt op de tafel en roept zo hard hij kan: -Je hebt mij
betoverd heks en je wilde mijn vrienden ook betoveren en in de chocolademelk
werpen. Hou je maar niet van de domme. Yuna vertelt wie de muis is en vraagt:
-Hoe moeten we Maxim helpen om terug een jongetje te worden mama?. Niemand
weet raad. Papa roept tegen de heks om de betovering te verbreken. Ze houdt
echter haar lippen strak opeen geklemd. -Kijk daar piept de kleine muis -Op
die kast. Bovenop ligt een boek. Uit dat boek heeft de heks een spreuk gezegd
en toen werd ik ineens een muis. Moeke neemt het grote zware boek van de oude
stoffige kast en blaast er het stof af. Een poetsvrouw blijft nu eenmaal
poetsvrouw.
Het boek wordt uitgespreid op tafel gelegd en samen
kijken ze naar al die magische spreuken. Alle spreuken zijn netjes alfabetische
gerangschikt en in het Nederlands vertaalt. Wat uitzonderlijk, denkt Tato. De
heks die ook meekijkt in het boek begint plots enkele woorden hardop te lezen.
Snel dekt papa haar ogen af: -oef, net op tijd of we waren allemaal in een
olifant betoverd legt hij uit. Ondertussen hebben ze de spreuk gevonden om
kinderen in een muis te veranderen. Maar nergens vinden ze de woorden om de
betovering te verbreken. -Ik heb al eens in een avonturenboek gelezen dat je
zo'n spreuk in de tegenovergestelde richting moet lezen vertelt Joey dan. De
heks begint te grommen. -Je zou wel eens gelijk kunnen hebben zoon zegt mama
en ze begint traag de spreuk van achter naar voor te lezen. Er gebeurt niets.
Maxim blijft een muis. Van woedde stampt Yuna op de grond en plots voelen ze
allen een felle wind die zich rond de muis begint te draaien. Ze doen allemaal
een stap achteruit en kijken angstig naar de tafel. Traag verdwijnt de wind en
in de plaats staat de jonge Maxim op de tafel. Dolgelukkig springt hij van de
tafel en begint iedereen te knuffelen. Bij Yuna duurt de knuffel iets langer,
maar dat kan een gedacht zijn. -Wat doen we met de heks? vraagt moeke. Ze
bladert ondertussen in het grote toverboek. -Hier kijk, is dat geen mooie
spreuk voor die lelijke oude heks?
-Nee! Neen. Alstublieft, heb medelijden. Ik zal
het nooit meer doen! roept de oude heks bang. Ze kan niet zien welke spreuk
moeke bedoelt. Iedereen buigt zich over het grote boek en de kinderen roepen
luid: -Ja, laten we dat doen, mama! Papa begint langzaam de spreuk voor te
lezen: -Alle heksen, zo mager als een lat, betover ik in een dikke zwarte
kat. Daarbij houdt hij zijn hand op het hoofd van de heks, zo weet de spreuk
wie ze moet veranderen.
Er volgt een lichte knal tussen papa en Tato. Een
grote wolk in meer dan veertig tinten grijs stijgt naar boven en de beide
mannen hebben plots een zwarte kat bij haar poten. Ze laten het dier los en de
kat komt, zoals altijd op haar pootjes terecht. Maar dan ziet ze Zayco. Ze zet
een bolle rug op, sist en gromt. De dikke staart zwaait heen en weer. Maar de
Buldog is niet onder de indruk. Hij gromt om te waarschuwen dat hij gaat
aanvallen. Als een pijl uit een boog, nou ja iets trager dan, schiet hij op de
zwarte kat af. De betoverde heks slaakt een kattengil en stuift onder de tafel
door naar de uitgang. Met de Buldog achter haar aan rent ze door de gang en ze
vliegt bijna van angst naar buiten. Zayco zou wel gek zijn om nog achter dat
zwarte geval aan te rennen. Hij blijft in de deuropening staan om te waken.
Onze vrienden staan nog steeds in de kamer uitbundig te lachen. Maar dan wordt
het tijd om naar huis te gaan. Het is al vrij laat. Ze blazen overal de kaarsen
uit voor ze de woning verlaten. Maxim neemt afscheid en loopt naar huis. Papa
en Tato plaatsen de deur zo goed mogelijk terug en nemen dan afscheid van
elkaar. Moeke, Tato en Brent rijden ook naar huis. Joey, Yuna en Zayco gaan met
mama en papa naar binnen. Het einde van een griezelig avontuur. Moesten jullie
ooit een zwarte kat tegenkomen laat ze dan lopen. Het kan wel eens de
betoverende zwarte heks zijn. Tot schrijfs.
Het is onze eerste winterwandeling sinds lang.
Ja, eigenlijk veel te lang geleden. Nadat de herfstkleuren verdwenen zijn en de
temperaturen onder de tien graden dalen komen we niet vaak meer in de natuur om
een fikse wandeling te maken. Alleen met de dagelijkse inkopen of enkele uren
slenteren in het Wijnegems shopping center bouw je je conditie niet op.
Gewoonlijk wachten we op de eerste sneeuw om een korte wandeling te maken, maar
dat wil zeggen: als het deze winter niet sneeuwt komen we niet meer buiten! Dat
kan dus niet en dat mag niet. In beweging blijven schrijft de huisarts voor en
deze raad moeten we maar opvolgen. Anders zitten we toch maar voor het computer-
of TV scherm. Folders van ons laatste bezoek aan de fiets en wandelbeurs te
Antwerpen worden te voorschijn gehaald en geselecteerd. Naderhand houden we
wandelingen over in Antwerpen, Limburg en Gent. We verkiezen om in de provincie
Antwerpen te blijven.
Vrijdag 30 december 2016. Een winterdag zoals er al
zo veel zijn geweest. Afgelopen nacht heeft het enkele graden gevroren en door
de mist ziet alles wit. Nu schijnt de zon volop en er staat een zwakke wind.
Een uitgelezen dag om een winterwandeling te maken. Liefst door een bos zodat
we de kans krijgen om wild te spotten. Of zouden ze al aan hun winterslaap
begonnen zijn?
Na een half uurtje rijden staan we precies om
12:30u geparkeerd bij de Sint-Pauluslaan in Malle. De lucht is winterblauw
zoals ze zelfs in de zomer niet te zien is. De temperatuur duidt slechts 2°
Celsius aan. We staan vlakbij de rand van het Molenbos. Een oase van stilte en
rust. Het natuurgebied van 175 ha wordt beheerd door Natuurpunt en ligt vlakbij
Malle, Zoersel en Schilde. Doordat de zon het ijs laat smelten, dat zich op de
takken van de bomen heeft gevormd, vallen dikke druppels water op een zee van
verdorde bladeren. Het lijkt wel het staccato van een machinegeweer. Maar we
zullen het bij het tromgeroffel van een steelband houden.
We volgen even knooppunt 33. Via de knooppunten
kunnen we alle kanten op. Het Molenbos is overwegend aangeplant met dennen.
Dennenbossen groeien vaak op een voedselarme bodem. Het zijn statige rechte
stammen met alleen groene naalden bij de kruin. Slechts langs ons pad staan
naakte loofbomen. Tussendoor spotten we de altijd groene heerser: de
rododendron. De grond ligt bezaaid met een tapijt van natte bruine bladeren. Je
ruikt de grond zelfs. Paddenstoelen zien we niet meer. Dekabouters zijn verhuist, hopelijk naar
warmere oorden. Ons pad is modderachtig en een tractor heeft diepe gleuven
nagelaten die vol water staan. Het lot van de regen van de afgelopen weken. Al
kunnen we daar niet over klagen. Slechts traag komen we vooruit, maar op deze
manier genieten we nog meer van onze boswandeling. De zon schijnt tussen de
takken van de kale bomen. Het levert mooie foto's op. Op de bladerloze struiken
hangen witte, door de bevroren mist, spinnenragdraden. De fotocamera legt het
voor het nageslacht vast. De lucht kleurt blauw, andere kleuren zien we niet.
Of het moeten de enkele groene sprieten onkruid zijn die uit de grond schieten.
Zwart en wit zijn ook kleuren, ik weet het. Bossen nodigen altijd uit voor een
uitdagende wandeling. We proberen steeds wilde herten en of everzwijnen te
spotten. Hun schutkleur is echter optimaal aangepast aan dit weer. Of houden ze
ook een winterslaap? We horen zelfs geen vogels fluiten. De meeste zijn naar
het zuiden getrokken om te overwinteren. Een roodborstje vliegt laag boven de
grond. Het land iets verder tussen de bomen. Hij zoekt nog naar insecten onder
verdorde bladeren. Voor we de vogel kunnen fotograferen is hij al verdwenen. Dood
hout blijft liggen. Talrijke insecten knagen zich door het hout heen en vogels
vinden er hun maaltje. Mossen en zwammen overwoekeren het hout. Hoog in de
lucht vliegt een kolonie roeken. Nog een standvogel. Eentje die niet bang is
voor de mens.
Na knooppunt 34 volgen we even knooppunt 37 en
komen aan de rand van het Molenbos. Bomen maken plaats voor weilanden. Groots
en wild spreidt de natuur zich voor ons uit. Nu kunnen we genieten van
spectaculaire uitzichten. Waar de zon schijnt is de vegetatie groen. In de
schaduw is nog alles ijselijk wit. Op 150 m of misschien 200 m van ons staat een
hinde in de open weide. We kunnen nog net een foto nemen voor ze ons ziet en
terug het bos in vlucht. De open ruimtes, waar we ons nu bevinden worden in ons
landje schaars. Wat verder werd een kruis gemetseld in rode baksteen. Er is een
houten omheining rond gemaakt en bomen zorgen voor schaduw in de zomer. Op een
arduinen herdenkingssteen staan de woorden: 'Hier viel een ruiter in Gods hand.
Mevrouw L. Luiten Pee. 27 oktober 1964'.
In een groene weide die blaakt in de zonneschijn
staan nog enkele koeien te grazen onder het waakzame oog van een gespierde
stier. Hij blijft doodstil staan en geniet van de zonnestralen op zijn lichaam.
Een flink stierenkalf blijft dicht naast zijn moeder. Ondanks onze jas voelen
we ook de warmte van de zon door onze kleding. Het is doodstil. We zijn ver
verwijderd van drukke banen en een dorpscentrum. Slechts de luidkeelse
discussie van enkele eksters verstoren de stilte. Uit een eenzame boom langs
ons pad vliegen enkele verschrikte duiven op en vluchten weg over het weiland.
Verderop landden ze en zijn aan het zicht onttrokken. Tussen twee weiden in
slaan we rechtsaf. Oorspronkelijk een ruiterpad maar wandelaars met of zonder
hond zijn ook toegelaten. Zalig om te wandelen in het zonnetje. Tijdens de
winter staat de zon op haar laagste punt en werp ze lange schaduwen. We moeten
onze ogen haast volledig dichtknijpen om nog een beetje te kunnen zien.
Druppels hangen aan lage struiken. We proberen zo'n druppel te fotograferen met
de zon erin. Het is moeilijker dan het lijkt. Op deze manier komen we terug in
het Molenbos. Een antieke brug nodigt uit om mooie foto's te nemen. Hier
wandelen nog meer mensen. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze van Huize Walden. Een
zorgaanbieder voor meerderjarige personen. We zijn vlakbij de abdij van
Westmalle. Een cisterciënzer klooster dat gesticht werd in 1794. Het bier dat
in dit klooster gebrouwen wordt, is één van de elf trappistenbieren. Om 14:15u
zijn we terug bij de auto. Nog altijd blauwe lucht, geen wolkje te bespeuren.
Tot schrijfs.
Een doodgewone woensdagmiddag in september. Onze
twee avonturiers Joey en Yuna hebben naar wekelijkse gewoonte hun neefje Brent
op bezoek. Hij speelt graag met de twee kapoenen. Als ze samen zijn valt er
altijd wel iets te beleven. Moeke en mama zitten aan de grote tafel de laatste
weetjes van de afgelopen week te vertellen. Yuna moet als huistaak boomvruchten
verzamelen. Eenuitgelezen moment om er
op uit te trekken natuurlijk. Nu het bijna herfst is vallen ze met honderden
tegelijkertijd van de bomen. Het is mooi weer voor de tijd van het jaar en onze
vrienden willen naar het park om in het bos naar eikels en kastanjes te zoeken.
En om er te spelen natuurlijk. Joey vraagt beleefd aan mama of dat mag. -Goed
zegt mama, maar let goed op Yuna en Brentje Joey! roept ze haar oudste nog na
maar ze zijn de deur al uit. Met hun drieën lopen ze naar het park. Hier hebben
onze vrienden leren lopen, fietsen en spelen. De grote kleurige speeltuin wordt
vandaag drukbezocht. Het krioelt er van de kleuters en peuters. Sommigen spelen
tikkertje of doen het hink stap spelletje. Op de achtergrond rijst het
majestueuze kasteel de hoogte in. Voor de bordes staat nog steeds de voormalige
grote ronde fontein die nu gedecoreerd wordt met prachtige bloemen. Het
aanpalend terras zit boordevol dagjesmensen. Fietsers, wandelaars en ouders van
de allerkleinsten die in de speeltuin ravotten. Gewoon zalig genieten.
Onze drie vrienden slaan linksaf en wandelen tussen
de bomen op zoek naar kastanje- of eikenbomen. Brent geeft automatisch Yuna een
hand. Joey loopt iets voorop. Hij is blijkbaar zijn goede voornemens al
vergeten om op de twee kleinsten te letten. Yuna schrikt als ze voor haar een
zwerm vuurvliegjes ziet. -Joey? Heb je dat gezien?. -Wat gezien, Yuna?
vraagt hij achteloos. Yuna wijst naar de plek waar net nog de vuurvliegjes
waren: -Ik zag vuurvliegjes. Zag jij ze ook Brentje? vraagt ze aan haar
neefje. Brent knikt. -Dat kan niet Yuna. Vuurvliegjes op klaar lichte dag? Dat
kan niet. 's Avonds kun je ze misschien zien, maar dat valt nog raar of zelden
voor legt Joey uit. Zo te horen heeft hij tijdens de natuurkundeles uitstekend
opgelet. Yuna wil niet discuteren maar weet wat ze gezien heeft. Hoe dieper ze
het bos intrekken hoe donkerder het wordt. De bomen worden dunner en staan
dichter bij elkaar. Er komt haast geen zonlicht meer door het bladerdek. Plots
zien onze drie vrienden een zwerm vuurvliegjes voorbij zweven. Ze zijn plots weer
verdwenen. -Heb je het gezien Joey? roept zijn zus. -Ja, ja moet Joey nu
wel bekennen. Maar dan horen ze een diepe zware stem achter hen: -Wat heeft
dit te betekenen jongens? Mogen we zomaar door een bos wandelen? Moeten wij
niet op een bospad blijven? Onze vrienden kijken achterom en schrikken. Daar
staat een reusachtige breedgeschouderde flink behaarde beer. Ze willen het op
een lopen zetten maar ze zijn verstart van angst. -Help Joey, een beer! roept
Brent, alsof Joey daar iets tegen kan doen. Brent kruipt dichter tegen Yuna aan
en samen schuiven ze voetje voor voetje achteruit tot ze achter Joey staan.
-Dit is geen beer, jongens. Beren kunnen niet praten. Goed gezien van Joey.
Bob lacht: -Jij ziet er een pienter kereltje uit jongen. Ik ben dan misschien
wel zo groot als een beer, maar daarom ben ik het nog niet. Mijn naam is Bob,
Bob de boswachter stelt hij zich voor. Omdat Bob lang zwart haar en een ruige
lange baard heeft dacht onze vriend Brent dat de man een grote beer was. -Wij
zoeken eikels en kastanjes meneer de boswachter. Voor mijn school. zegt Yuna
heel stilletjes en Brent vervolgt: -Dan hebben wij ook nog veel vuurvliegjes
gezien meneer de beer! Wel honderdduizend. Yuna lacht maar Joey
verontschuldigd zich voor de uitspraak van Brent. -Sorry, meneer de
boswachter. Brent meent dat niet van die beer. -Brent is nog klein maar
vuurvliegjes zeg je? Dat zou mij verbazen. Van zo lang ik hier boswachter ben
heb ik nog nooit één vuurvliegje gezien. Volgens mij zijn die in dit bos al lang
uitgestorven. Dan roept Brent plots van achter Joeys rug: -Kijk daar. Nog
meer vuurvliegjes. Ze draaien zich allen in de richting waar Brent wijst en
inderdaad ziet nu ook de boswachter enkele vuurvliegjes. Plots is ook deze
zwerm verdwenen. -Heel vreemd jongens. Dat moeten we nader onderzoeken. Kom
maar mee dan breng ik jullie daarna naar een bospad vol met eikels en
kastanjes. Onze vrienden stappen naast de boswachter naar de plek waar ze de
vuurvliegjes voor het laatst gezien hebben. Bob De boswachter bukt zich en onze
avonturiers horen hem brommen. -Zou het dan toch een beer zijn? vraagt Joey
zich af. -Net wat ik dacht zegt Bob dit zijn geen vuurvliegjes jongens, maar
gewone vliegen waarvan de vleugels verbrand zijn. Hoe kan dat nu? vraagt
Joey aan Bob. De boswachter haalt zijn schouders op. Dat zoeken we uit
jongens. Brent vraagt stilletjes aan Yuna: Wat zegt die grote beer Yuna?.
Yuna legt haar wijsvinger op haar lippen en dat snapt Brent. Bob staat terug
recht: -Af en toe vliegt er een zwerm vliegen door een vuurhaard. Hun vleugels
vatten vuur. Ze kunnen nog een tijdje door vliegen maar dan zijn de vleugels
opgebrand en storten ze neer en sterven. Bob en Joey kijken rond of ze een
vuurhaard zien. Maar ze zien alleen bomen. Heel veel bomen. Plots horen onze
vrienden het geluid van een motor. -Iemand is bomen aan het omzagen denkt
Joey hardop. -Dat kan niet weet Bob als er bomen moeten geveld worden dan
weet ik daarvan. Dit is iets anders. Het geluid komt van recht voor ons. Kom we
gaan kijken. Bob is vergeten dat hij onze vrienden naar een veilig bospad
wilde brengen. Onze drie vrienden vinden dat niet erg, ze zijn dolenthousiast.
Ze beleven weer een spannend avontuur. Yuna neemt Brent bij de hand en stappen
achter Bob en Joey aan. Weer passeert er een zwerm brandende vliegen en het
geluid van een motor wordt luider. Eensklaps blijft Bob staan en knielt neer.
Hij doet teken met zijn hand aan onze vrienden om hetzelfde te doen. Dan
fluistert Bob: Kijk daar! Een houten huisje. Dat heb ik hier nooit geweten.
Dit kan hier nog niet lang staan. Onze vrienden turen tussen de bomen en zien
inderdaad een houten barak met plat dak. Maar wat ze daar op het dak zien
zitten hebben ze nog nooit gezien. Een levensechte draak met een grote bek
waaruit af en toe een straal vuur komt. -Daar is de boosdoener zegt de
boswachter stil elke keer de draak vuur spuwt worden er insecten verbrand.
Daar moet ik een eind aanmaken. -Maar die draak dan? vraagt Joey ongerust.
-Het is geen echte draak Joey. Echte draken bestaan niet. Als de draak zijn
muil opent om vuur te spuwen hoor je een motor draaien. Weet je nog dat je
dacht dat men bomen aan het omzagen was? We hoorden met zen allen dit motortje.
Het raadsel is opgelost. Iemand laat die nep draak vuur spuwen. Jullie blijven
hier wachten tot ik jullie kom halen, akkoord? Onze vrienden knikken.
Als de boswachter uit het zicht verdwijnt sluipen
onze vrienden dichter naar de boshut. Ze zijn te nieuwsgierig om op de veilige
plek te blijven. Bob is inmiddels bij het gebouw aangekomen en wil net naar de
ingangsdeur toe sluipen als achter hem een stem klinkt. -Wie we daar hebben?
Als dat niet de boswachter is. Bob schrikt. Een grote slanke jonge man richt
een jachtgeweer op de drie kinderen die hij net nog had achtergelaten. -Ja, ja
Bob. Deze jonge snuiters waren rond mijn huisje aan het snuffelen. Daar heb ik
een hekel aan. Met het wapen duwt hij onze vrienden in de richting van de
boswachter. -Je moet die draak afzetten, jonge man. Op deze manier zet je het
hele bos in brand zegt de boswachter. -De draak afzetten? Ik heb er zo lang
aan gewerkt om ze te laten marcheren en ik zet de draak niet stil. Overigens,
mijn naam is Park, Luna Park. -Je mag het bos niet afbranden, meneer. Dan
zijn alle vogels hun huisje kwijt probeert Yuna de lange man te overhalen.
-Ja en de beren ook zegt Brent. -Beren? Nou ja. Het bos zal toch verdwijnen
jongens want ik bouw hier het grootste en leukste pretpark van heel Europa. Met
de wildste attracties zoals een 16 meter hoge achtbaan en een kindercarrousel
met de fantastische naam Rondom rond. Verschillende eetkraampjes en wat weet ik
nog allemaal? Deze barak is mijn eerste creatie. Als het bos weg is kan ik
beginnen aan mijn pretpark. Weten jullie hoe dat gaat noemen? Lunapark! Ha, ha,
haaa. -Compleet gek denkt Bob en vervolgt: -Dat kan ik niet toelaten meneer
Park. Het bos is cultureel erfgoed. Kortbij spelen kinderen in de speeltuin en
lopen er wandelaars en er rijden fietsers door het bos. -Let maar eens op
zegt de lange: -Jullie mogen zelfs alles van dichtbij meebeleven. Park zwaait
met zijn geweer en Bob doet een stap achterwaarts om de kinderen te beschermen
tegen de lange slungel. Hij struikelt over een boomwortel en valt. Zijn gelaat
vertrekt van de pijn. Yuna, de vriend en helpster in nood, knielt verontrustend
bij Bob neer. -Het is niet erg meisje. Enkel maar mijn voet omgeslagen. Hij
wil opstaan maar dat lukt niet echt. -Naar binnen jullie, en jij ook, grote
beer zegt Park met woedende stem. -Ik ben geen grote beer gromt Bob kwaad en
besluit om morgen naar de kapper te gaan en zijn haar en baard te laten
knippen. -Een teddybeer ben je nu ook weer niet hé grapt Park nog. Joey en
Yuna ondersteunen Bob en strompelen met hem de barak in. Brent blijft dicht in
de buurt van Joey. Het geweer is steeds op hen gericht. Ze kunnen niets doen.
Park opent een andere kleinere houten deur en loodst onze vrienden daarbinnen.
Door een kleine raam komt genoeg licht binnen om te zien dat het er klein en
rommelig is. Waarschijnlijk een opslagplaats denkt Joey. Achter onze
avonturiers wordt de deur in het slot gedraaid. -Zo, van hieruit kunnen jullie
zien hoe het bos verdwijnt. De draak op het dak draait in de richting van het
gebouw. Als hij vuur spuwt brand eerst het dak af en daarna één boom en even
later staat heel het bos in lichterlaaie. Ha, ha haa. En als jullie veel, heel
veel geluk hebben kunnen jullie mijn Lunapark zien groeien. Ha, ha haa lacht
de brandstichter. Hij laat zijn geweer achter en verdwijnt langs een deur naar
buiten.
-We hebben niet veel tijd jongens fluistert Bob
We moeten hieruit geraken. Hij probeert op te staan maar dat lukt slechts
half: -Joey, neem die grote plank en gooi die hard tegen de kleine ruit. Glas
breekt het snelst als je in het midden klopt. Brent en Yuna ga in de verste
hoek staan. Onze vrienden gehoorzamen blindelings. Joey neemt een stevige
plank en stoot ermee tegen de ruit. Glas versplinterd en ze kunnen de frisse
bosgeur ruiken. -Al het glas moet weg Joey. Luister Yuna en Brent. Het raam is
net breed genoeg om jullie door te laten. Klim eruit en loop naar rechts tot
aan de rand van het bos. Weer rechtsaf en blijf de rand van het bos volgen tot
bij het kasteel. Loop zo snel jullie kunnen. Roep om hulp. Begrepen? Yuna en
Brent knikken. Bob zet zich onder het raam en helpt onze twee vrienden door de
gemaakte opening. Eens buiten grijpen ze elkaars hand en beginnen te lopen. Als
ze de draak horen geven ze allebei een gil en versnellen ze hun pas nog meer.
-Wij kunnen niet blijven wachten Joey. We moeten
proberen hier uit te geraken. Het bos moet gered worden. Joey knikt en begint
aan de deur te rammelen. Bob komt er al kruipend bij. -Als we nu eens heel
hard tegen de deur trappen Bob stelt Joey voor. De boswachter knikt en samen
zetten ze zich voor de deur. -Tel maar af Joey! roept Bob. -Drie, twee, één
en met alle kracht trappen ze tegen de houten deur. Een luid gekraak weergalmt
in het kleine gebouw maar de deur houdt stand. -Nog een keer Joey, niet opgeven.
-Drie, twee, één sist Joey kwaad en weer trappen vier stevige schoenen tegen
de deur. Weer een luid gekraak en de deur vliegt een paar meter verder tegen de
grond. -Gelukt jongen. Nu hier weg. We moeten de draak blussen. Bob probeert
op te staan maar hij heeft geen kracht genoeg. Zelfs met de hulp van Joey lukt
het niet meer. -Ik denk dat mijn voet gebroken is Joey. Van tegen de deur te
trappen. Je zal het zelf moeten proberen. Joey loopt naar de uitgang en voor
hij buiten staat heeft hij een brandblusapparaat uit de barak meegenomen. -Hoe
werkt dat Bob? roept hij naar zijn vriend. -Trek de gele veiligheidspin eraf.
De brede mond naar het vuur houden en dan de hendel indrukken Joey. Met dat
zware rode ding loopt Joey naar buiten. Tegen de grond ligt een oude ladder.
Joey plaatst deze snel tegen het gebouw en klimt met het blusapparaat naar
boven. Geen seconde te vroeg. De draak opent zijn muil en spuwt vuur. Joey
staat op veilige afstand maar hij moet snel handelen. Het dak vat vuur. Joey rukt
de gele veiligheidspin eraf en drukt de afsluiter van het toestel in. Dan richt
hij de straal op de basis van de vlammen. Het vuur dooft: -Dat was op het
nippertje mompelt Joey maar het is nog niet afgelopen. De draak opent opnieuw
zijn muil en Joey schreeuwt: -Nu is het tussen ons draak.
Ondertussen zijn Yuna en Brent bij het kasteel
aangekomen. Het lijkt nog drukker dan daarstraks. Mensen komen en gaan. Het
krioelt van de kinderen en het terras zit nog steeds boordevol passanten.
-Kijk Yuna, daar, de stoute boef wijst Brent. Lang moet Yuna niet zoeken.
Park steekt met zijn lengte ver boven de andere mensen uit. -We moeten vlug
iets doen Brent. Als hij door de parkpoort gaat verdwijnt hij in de drukke
straatjes. Kom in heb een idee. Dat heb ik geleerd van de 'Buurtpolitie'. Je
moet mee roepen OK?. Ze rennen in de richting van de brandstichter. -Joehoe!
roepen onze beide vrienden in de hoop de aandacht van Park te trekken. Dat
lukt. Hij kijkt achterom en schrikt als hij onze twee vrienden ziet. Zijn
gelaat wordt knalrood van woedde. Hij grijpt hen bij de kraag en wil ze
toesnauwen. Yuna hoopte op deze reactie en samen met Brent beginnen de twee
kapoenen te roepen en te huilen en te krijsen -Help, help we worden gekidnapt!
Help die meneer doet ons pijn. Park slaat vlug zijn hand op de mond van de
beide kinderen om hun stem te dempen maar het is te laat. Enkele papa's grijpen
Park bij de arm die op zijn beurt de kinderen moet loslaten. De mannen duwen de
jonge slungel tegen de grond en gaan er bovenop zitten. Enkele mama's zie je
nerveus staan te telefoneren en in de verte horen ze al de eerste sirenes
loeien. Als de eerste politieauto's het park komt ingedraaid zien onze twee
vrienden tot hun vreugde hun mama en moeke verschijnen. Ze zijn wat aangedaan
door al dat tumult dat onze vrienden hebben veroorzaakt. -Waar is Joey? Yuna
en Brent vertellen zo vlug mogelijk wat er gebeurt is. Mama slaakt een gil en
roept op de politie. De commissaris komt erbij staan en hoort op zijn beurt wat
onze vrienden beleeft hebben. -Tijd voor actie roept hij -Bill, verwittig de
brandweer. Stijn en Jenne rij met Luna Park naar het bureel en zet hem achter
slot en grendel. De rest volgen maar. Met Yuna en Brent voorop lopen mama en
moeke en een tiental agenten naar het kasteel. Linksaf rennen ze langs de
bosrand in de richting van het houten gebouw.
Joey richt de mond van het blusapparaat op de
vlammen van de draak. Door de warmte moet hij achteruit. Dan bukt Joey zich en
kan hij wat dichter bij de bron van het vuur blussen. Dat helpt. Het vuur
mindert van kracht. De drakenkop draait langzaam weg. Het is nu of nooit, denkt
Joey. Hij stopt met blussen en net voor de muil van de draak dichtgaat werpt
Joey het apparaat erin. De bek sluit zich volledig. De lelijke kop stopt met
draaien en Joey hoort gerommel en gestommel vanuit de romp. -Dat komt hier
niet goed! roept hij en haast zich naar de ladder. Te laat. Door de hitte
ontploft het blusapparaat in de draak, dooft het laatste vuur maar de
constructie spat uit elkaar. Door de kracht vliegt Joey van het dak en valt een
paar meter verder tussen de bomen. Bob hoort de knal en de kreet van Joey:
-Joey? Joey, alles goed? Bob krijgt geen reactie en vreest het ergste. De
boswachter verbijt de pijn en kruipt naar de uitgang. Hij ziet Joey nergens.
Weer roept hij op de jongen en dan hoort hij licht gekreun. Een twee meter
verder komt Joey recht en wrijft over een pijnlijke plek op zijn hoofd. Hij
steekt zijn hand op naar Bob: -Alles OK Bob. Met de draak komt het echter nooit
meer goed! vertelt hij en wijst naar de stukken draak die her en der verspreid
liggen. -Mooi werk, Joey. Het bos en de dieren zijn gered. Dank zij jou. Wat
zouden Yuna en Brent doen?
-Joey? Bob?. Yuna en Brent komen als eerste bij
het houten gebouw en zien onmiddellijk de ontplofte draak. Ze dansen en juichen
tot mama, moeke en de agenten arriveren. De boswachter vertelt wat er gebeurt
is en wijst vol lof naar onze drie vrienden. Bob noemt hen zelfs helden. Mama
is apetrots op haar zoon en dochter. Door hen is het bos er nog steeds. Voor
een Lunapark zullen ze wel ergens anders naartoe rijden. Brent is ondertussen
op de arm van moeke in slaap gevallen. De avonturen eisen hun tol. Wat gebeurt
er met Luna Park meneer de politie? vraagt Yuna aan de commissaris. Die gaat
voor een hele tijd naar de gevangenis meisje. Dat maakt de rechtbank uit
natuurlijk. Maar ik schat dat hij voor brandstichting en kidnapping zeker
twintig jaar achter de tralies verdwijnt. Onze vrienden gaan naar huis waar ze
alles in geuren kleuren vertellen aan papa en Tato. Bob de boswachter, Joey,
Yuna en Brent zijn dikke vrienden geworden. Je ziet ze geregeld samen in het
bos wandelen. Op deze manier leren onze vrienden alle dieren van het bos
kennen. Bob heeft bij de kapper zijn haar laten bijknippen en zijn baard is
volledig verdwenen. Toch blijft hij voor Brent een grote beer.
Woensdag 21 september 2016. Het is nog fris, amper 12° C. In het
oosten is er nog bewolking waarde zon
nog niet echt doorheen kan. In het zuiden en het westen is het een staalblauwe
hemel. Ze beloven ons echter op de middag temperaturen tot 23° C. We zijn
benieuwd. In het noordwesten stijgen dikke witte wolken van waterdamp boven de
appartementsblokken uit. Ze zijn afkomstig van de twee kernreactors van Doel.
Het beloofd dus een zonovergoten dag te worden en we besluiten een fietstocht
te maken. In feite heb ik geen fietstocht meer uitgestippeld maar was van plan
deze tocht de komende wintermaanden eens grondig onder de loep te nemen tegen
het volgende jaar. We besluiten de tocht vandaag te doen. Wat kan er mis gaan?
Ja, wat kan er zoal mis gaan tijdens een fietstocht? De knooppunten hebben we.
Het weer beloofd fantastisch te worden. Onze fietsen zijn tiptop in orde... Dus
niets kan mislopen. Toch?
De brochure 'Druivenroute' vermeld het volgende: Deze gevarieerde
fietstocht brengt je langsheen uitgestrekte velden, schilderachtige valleien,
het mooie Zoniënwoud en plateaus met fotogenieke vergezichten. Geniet van de afwisseling
op de fietsroute en laat je verrassen door het vele groen in deze mooie
druivenstreek. Een aantal hellingen brengen je vanaf de IJsevallei naar unieke
plekken met fantastische vergezichten. De druivenroute is 40 km lang maar
afkortingen tot 24 of 28 km is mogelijk. Vervolgens vermeld de brochure nog:
Bezoek zeker eens een druiventeler als je de fietstocht plant tussen 15 juli
en 30 oktober. De 'serristen' worden met hun volledig adres vernoemd, zelfs
met telefoonnummer en webadres. Dat zijn we echter niet van plan. Onze dag is
gewoonlijk al te kort. Onze kleinzoon, Joey, heeft voetbaltraining vanavond en
dat willen we voor geen goud missen.
We vertrekken met de auto naar Vossem, een deelgemeente van
Tervuren. Onze GPS geeft aan dat het 66,4 km of 48 minuten rijden is. Na het
Sportpaleis verdwijnt de zon achter de wolken en dat zal zo nog een hele tijd
blijven. Na de bekende files met sterk vertraagd verkeer bereiken we het
centrum van Vossem. Vlak voor de inkom van het centrum staat een hoge betonnen
stervormige 'paddenstoel'. Dit wachthuisje in de vorm van een paddenstoel was
ooit de startplaats van de tram Vossem-Brussel. De tramuren van toen zijn ter
plaatse aangegeven. In de Dorpstraat plaatsen we de auto op het Pastorieplein
dat sinds de inhuldiging op 16 juni 2006 een kleine parking werd. De
temperatuur is ondertussen gestegen tot 19° C. Het dorp Vossem is ontstaan
langs de kleine 'Voer' rivier die als beek ontspringt in het Zoniënwoud. Van
daaruit stroomt de Voer naar Leuven en mondt daar uit in de Dijle.
Rechtover de parking is het voormalig gemeentehuis dat momenteel
een bibliotheek is. Ernaast bevindt zich de Gemeentelijke basisschool. Bovenaan
heeft het complex twee sierlijke trapgevels. Met de bouw werd begonnen in 1913
op de plaats van een oud gemeentehuis met school. De werken werden sterk
vertraagd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1915 werd dan het
nieuwe complex plechtig ingehuldigd. Op het Pastorieplein staat het monument
voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen dat werd opgericht tijdens het
interbellum. Het gebouw erachter is de voormalige pastorie die in 2004 werd
gerestaureerd. Nu worden er cursussen en workshops gegeven. Het gebouw werd
opgetrokken in 1905 ter vervanging van een oud pastorie uit de 18e
eeuw. Vanaf hier volgen we knooppunt 45. Bij de bocht naar links staat de
kleine Sint-Hubertuskapel die werd opgericht in 1819 ter bescherming tegen
hondsdolheid. Later werd de kapel opgedragen aan Onze Lieve Vrouw. De oude
lindeboom die oorspronkelijk achter de kapel stond waaide tijdens een zware
storm in 2002 om en werd nooit vervangen.
Vervolgens fietsen we tot bij de Sint-Pauluskerk van Vossem.
Rondom de kerk is de begraafplaats nog aanwezig met een opmerkelijk monument
van de 19e eeuw. Het behoort aan Jan-Babtiste Langrand, gestorven in
1864. De kerktoren werd in 1699 verhoogd en kreeg het huidig uitzicht met
spitse toren. Onderaan, tegen de torengevel, werden enkele oude grafzerken
ingemetseld. Weer en wind hebben ervoor gezorgd dat de tekst onleesbaar is
geworden. Vooraan bij het ijzeren toegangshek is een zerk waar een sergeant van
de tweede Wereldoorlog rust. Door de veelvuldige begroeiing is nog nauwelijks
iets te lezen op de gedenksteen. De Sint-Pauluskerk dateert uit de 12e
eeuw, maar door de eeuwen heen onderging het gebedshuis aanzienlijke
veranderingen. We kunnen de kerk van binnen bekijken. Tijdens de
renovatiewerken van 1967-75 werden in 1971 de resten van fresco's blootgelegd
uit de 13e eeuw. Ze bleven tot 1992 achter een gordijn verborgen. Monumenten
en Landschappen gelastte het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium de
zaak te behandelen en de resten te fixeren. Daardoor kreeg de kerk in 1998 de
Provinciale prijs voor Monumentenzorg. Een zijaltaar heeft als jaartal 1640.
De Voer stroomt door het 'Twaalf Apostelenbos'. Het klein
natuurgebied van slechts 5,5ha groot wordt onderhouden door Natuurpunt. Het bos
dankt zijn naam aan het Brusselse godshuis 12 apostelen dat instond voor het
levensonderhoud van 13 oude mannen. Het hof in Vossem zorgde voor de inkomsten
van dit godshuis.
Na knooppunt 8 verlaten we het centrum van Vossem. We houden halt
bij de 'Kapel van de Varenberg'. Ze is slechts te bereiken via enkele trappen
die naar boven leiden. Deze eenvoudige vierkante kapel werd gebouwd rond 1887
in opdracht van een advocaat uit Leuven. De kapel is afgesloten met een dubbele
bruine deur met mat glas. Er valt dus niets te zien. Of toch? Bovenaan hebben
we ons eerste mooie uitzicht op een adembenemend landschap waar maïsvelden
domineren. Van de weidse uitzichten kunnen we niet genoeg krijgen. Spijtig van
de zon die het laat afweten, maar er zijn verzachtende omstandigheden: er staat
totaal geen wind en dat is toch ook mooi meegenomen. Onder een grote lindeboom
staat een picknicktafel die we moeten uitproberen. Onze eerste koffiestop en we
zijn nog maar pas vertrokken. Na een steile klimming is het de beurt aan een
slalommende afdaling. Dat hebben we wel verdiend. Het is wel uitkijken. Zonder
erg fiets je sneller dan de toegelaten maximum snelheid van 25 km/u.
De Sint-Katharinakerk van Duisburg werd op een heuvelrug gebouwd
die aan het Zoniënwoud grenst. Ze heeft een lange slanke spitse toren. Volgens
de legende dateert de kerk van voor 1228. Door het veelvuldig restaureren en
renoveren kreeg ze haar huidige uitzicht. De St- Katharinakerk is een open
kerk, volgens het informatiedoek aan de ingang. Aan de poort werd een papier in
plastiek folie bevestigd met de volgende woorden: De kerk is tijdelijk
gesloten wegens vandalisme en diefstal. Ze is enkel nog open tijdens de
erediensten. Ook hier is de begraafplaats nog rond te kerk. Vooraan bij de
ingang rusten nog enkele soldaten van WOII. Voor de kerk staat de obelisk ter
ere van de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen.
Onze volgende kapel is van moeder Maria met kind. Ze staat
geflankeerd tussen twee lindebomen. Een hoge en toch kleine gecementeerde kapel
met getraliede deur.
Als we Duisburg al een tijdje verlaten hebben kijken we uit naar
een knooppuntenbordje. We hebben al een tijd geen bord meer gezien en ik krijg
argwaan. Toch rijden we verder tot we een richtingaanwijzer passeren richting
Eizer. We zijn uit de richting. Het ging net zo makkelijk die afdaling. Net
zoals de omringende dorpen van de Druivenstreek telde Eizer vroeger ook vele
druivenserres. Nu zijn er nog slechts een klein aantal druiventelers actief. We
rijden terug. Balen is dat. Terug heuvel op. Hebben we een bordje gemist of
hangt er geen? Desondanks genieten we toch van mooie vergezichten. We worden
blij van de groene uitgestrekte akkers en velden. Maar we missen de zon.
Voor het centrum van Duisburg is een zijstraat naar rechts en daar
hangt ons knooppuntenbord 57. Echt blij maakt het ons niet. Het is een bolle
kasseiweg van anderhalve kilometer lang. Het is hotsen en knotsen. Tussendoor
horen en zien we vliegtuigen opstijgen en landen. Zaventem is hier nooit veraf.
Terug heuvel op met het nodige hijgen, puffen en kreunen. We zijn echt
plattelands rotten. Bij de volgende lindeboom staat de kapel van de heilige
Barbara. Patrones tegen de plotselinge dood. De veldkapel werd gebouwd aan een
vijfsprong met oude gekasseide wegen. De lindeboom zou van de 18e
eeuw zijn en werd centraal op het kruispunt aangeplant. De kapel dateert van
1863 en werd gebouwd op de plaats van een voormalige kleine verwaarloosde
kapel. Ze staat boven straatniveau en slechts bereikbaar door enkele betonnen
trappen. Er werd geen heiligenbeeld in geplaatst. In de nis werd een schilderij
op de achterwand aangebracht. Ook hier staat een picknicktafel en daar maken we
gebruik van om onze meegebrachte boterhammetjes op te eten.
We volgen verder knooppunt 7 over een betonnen pad dat slechts
toegankelijk is voor voetgangers, fietsers en tractors. Talloze uitzichten
stemmen ons tevreden en laten ons ons pijnlijk achterwerk snel vergeten. Maar
dat is slechts tijdelijk. Wat verder rijden we tussen de maïsvelden. De warmte
blijft er hangen en we beginnen te transpireren. Eens er voorbij moeten we
schuin rechtsaf in een zandweg. Links en rechts van het pad werden jonge bomen
aangeplant. Daarachter bevindt zich een agrarisch landschap met op de
achtergrond de skyline van talrijke bomen met loofhout. Het Zoniënwoud gok ik.
Nog een grote maand en dan kan men genieten van herfstkleuren. Nu probeert de
zon door het wolkendek te dringen. Ze moet nog iets meer haar best doen.
Onze zandweg veranderd in een autoloze grindweg. Niet alleen
kleine kiezel maar echte grote stenen, zo groot als een vuist. Niet echt een
volwaardig fietspad te noemen. We besluiten een stuk te voet te gaan om onze
banden te sparen en ook ons achterwerk natuurlijk. Het is klimmen en zelfs te
voet wordt het zwaar. De regen heeft smalle groeven in de weg uitgesleten. Het
is uitkijken waar je stapt. We willen niet met onze banden in een groef blijven
steken. Hier wil je zeker niet plat rijden. We zijn weliswaar verzekerd maar
leg maar eens uit door de GSM waar je je bevindt.
Even verder terug asfalt. We zijn terug op aarde. We rijden door
het centrum van Huldenberg. De gemeente ligt tussen Leuven en Brussel, vlak aan
de taalgrens. Voor we de grote baan oprijden houden we halt bij een volgende
kapel. Een halfronde kapel op de hoek 'Dreefstraat' en de De Peuthystraat. Een
oude kapel met datum 1818. Vooraan is de kapel afgesloten met en ijzeren
hekwerk. Daarachter een gesloten geschilderde houten deur met ramen. Op een
altaar staan drie geschilderde beelden van Jozef, Maria en Jezus.
De gekleurde wielrenners die we onderweg voorbij rijden is een
project dat hier al staat sinds 2014 met de naam 'De Ontsnapping'.
Voorbij het kasteel moeten we rechtsaf om knppnt 7 verder te
volgen. Het kasteel was van oorsprong een middeleeuws slot dat begin 1800 werd
gesloopt. In 1820 werd een nieuw kasteel opgetrokken maar dat werd verwoest
door een vernietigende brand in 1848. Het huidig gebouw oogt nieuw en
onderhouden. Bij de oude boerderij heeft men een ijzeren gebinte opgesteld. In
het midden hangt een ketting waaraan men kasseien heeft bevestigd. Het geheel
stelt een druiventros voor. Een prachtig kunstwerk.
De voormalige watermolen in de De Peuthystraat heeft al lang geen
rad meer. De IJse, die zijn oorsprong vindt in het Zoniënwoud, stroomt nog
steeds naast de witte vierkantshoeve die mooi werd gerenoveerd tot woonhuis.
Bovenaan werd nog een herdenkingssteen in de gevel gemetseld met het jaartal
1615 in Romeinse cijfers. We zien de spitse kerktoren van Huldenberg boven de
gebouwen uitsteken. Het gemeentehuis van Huldenberg is een prachtig gebouw. Het
oudste gedeelte is de voorgevel die dateert van 1867-'68. De O.L.Vrouwkerk, in
witte zandsteen opgetrokken, staat bovenop een hoge heuvel. Om de kerk te
bereiken moet men een goede conditie hebben. Met de fiets is het onmogelijk.
Dan maar te voet langs brede trappen en na de vermoeiende klim naar boven is
het eerst hijgen en puffen om het hart op een normaal ritme te laten kloppen.
Ook hier is de kerk afgesloten. Een net behoedt dat er natuursteen op de
hoofden van passanten terecht komt. De O.L.Vrouwkerk werd van oorsprong gebouwd
in de 13e eeuw op de plaats van een grote kapel. Vanaf de 15e
eeuw kreeg de kerk na talrijke verbouwingen haar huidig uitzicht. In de gevel
bevindt zich één van de oudste zonnewijzers van de streek. De tekst eronder
luidt: De tijd, helaes ziet, vergaet als dit teecken vroegh en laet. De
roodgeverfde hoofdletters vormen het Latijnse chronogram 1764. De begraafplaats
rondom de kerk bezit nog enkele grafzerken van Britse soldaten van WOII. De
zerken worden niet onderhouden zoals we het gewoon zijn. Blijkbaar is de
Commonwealth War Graves Commission (CWGC) hier niet actief. Ook achteraan de
kerk werden palen in de grond geslagen en verbonden met kettingen. Een bord
vermeld dat er stenen van de kerk kunnen vallen.
Het monument op het gemeenteplein heeft een rechtopstaande leeuw
als symbool. Het werd opgericht voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen
en brengt eveneens hulde aan generaal Genotte Ferdinand. Hij werd
terechtgesteld in Brandenberg (Duitsland) op 10 mei 1944. Het monument werd
plechtig onthuld op 18 mei 1947. Het bronmonument voor de vrijheidsboom is van
1906. het werd aangeboden door de Cultuurraad Huldenberg ter gelegenheid van de
100ste verjaardag van dit monument.
Op het kruispunt Speylaert en Koxberg staat een grote gemetselde
stenen pomp die momenteelmoet
ondersteunt worden met hoekijzers. Verdere informatie ontbreekt.
Tussen de knooppunten 7, 6 en 40 zijn enkele prachtige uitzichten
met op de achtergrond een mooie bosrijke omgeving waarvan het Stokkembos van
Huldenberg aan de grens van Overijse. We genieten van de rust en de stilte om
ons heen. Het is windstil. Vandaag is officieel de herfst begonnen en dat is al
aan sommige boomsoorten te zien. De bladeren beginnen bruin te worden. Achter
ons staan hectaren maïs. We proberen ze weg te denken maar dat lukt niet echt.
In de vallei grazen ongestoord bruine koeien. Ons uitzicht is een stil leven
dat elk schilders hart sneller zou doen kloppen. Het wolkendek vertoont
scheuren. De zon grijpt haar kans en drenkt het landschap in een goudgele kleur.
Op de voorgrond is een volgroeid bietenveld. Tientallen hectaren veevoeder
wacht om geoogst te worden. Ons fietspad is een tractorspoor met kiezelstenen
ter grootte van een kippenei. Het is tevens klimmen. We gaan uit voorzorg maar
te voet en dat is al even vermoeiend. Als ik erover nadenk kan ik mij niet
herinneren al op een degelijk fietspad gereden te hebben sinds onze start
vanmorgen. Wel genieten we nu nog meer van de spectaculaire uitzichten. Soms,
als we niet tussen de maïsvelden rijden.
Als we knooppunt 6 naderen krijgen we terug asfalt. Echter maar
voor even. Rechtsaf om knooppunt 40 te volgen en terug het tractorspoor op met
grove kiezel. Het moet niet overal asfalt zijn om op te fietsen maar dit is
toch echt overdreven. Zelfs met een mountainbike loop je hier het risico om
plat te rijden, of te vallen. Het is heuvel op en we besluiten om nog een keer
te voet te gaan. Tot ons volgende knooppunt is het 2,7 km. Gelukkig moeten we
niet heel de afstand te voet afleggen. Bij de Grotstraat hebben we weer asfalt.
De Lourdesgrot werd opgericht door deken Frans Alfons Taverniers die een groot
Maria vereerder was. Op 2 mei 1954 werd de grot plechtig ingewijd door de
toenmalige bisschop. Een plaats om te bidden ter ere aan Onze Lieve Vrouw.
Vooral in de meimaand worden er nog plechtigheden gehouden. Ook nu branden er
twee noveenkaarsen. De kaars brandt negen dagen en nachten met een speciale
intentie. Een noveen is een krachtig gebed om iets groots te vragen.
We rijden Overijse binnen en houden halt bij de kerk. Het dorp
ligt in het hart van de Druivenstreek en maakt deel uit van de landstreek
Dijleland. Dru!f het huis van de tafeldruif is een interactief en leerrijk
bezoekerscentrum over de Druivenstreek. De heemkundige kring, over de kerk,
heeft een kleine druivenplantage. De ranken werden in een boog aangeplant boven
aan de trap. Het serristenpaar, Corneel de aanbinder en Johanna de knipster,
twee stenen beelden, staan met de handen in de hoogte alsof ze de druiven
willen plukken. Alles is hier gesloten. Ook de taveerne wil niets verdienen op
een woensdagmiddag. Ook de toeristische dienst laat het afweten. Het lijkt of
hier een algemene staking aan de gang is. De Sint-Martinuskerk werd op een
helling gebouwd rond de 12e eeuw. Ze kreeg haar eerste uitbreiding
na een zware brandschade van 1489. In 1696 brandde de parochiekerk voor de
tweede maal af maar werd terug heropgebouwd. Na nog enkele restauraties en
renovaties kreeg de heilige Martinuskerk haar huidige uitzicht. De glasramen
dateren van 1881. Het gemeentehuis werd nog hoger op een heuvel gebouwd dan de
kerk tussen 1503-'05. Hettoornt hoog
boven de huizen uit. Het gebouw was oorspronkelijk eigendom van de heren van
Overijse tot de gemeente er zijn administratieve burelen in onderbracht vanaf
1824. Van het oorspronkelijk gebouw is niet veel meer te zien. Het werd
verwoest door een brand. In de 19e eeuw grondig gerestaureerd en
aangepast. Ook in de begin jaren zestig van vorige eeuw kreeg het pand een
nieuwe opknap beurt. Om een aangifte te doen moet je prima in form zijn. Iets
lager staat het gedenkteken van de beide Wereldoorlogen. Op het voorplein staat
hoog op een arduinen sokkel het beeld van Justus Lipsius op de plaats waar
voorheen een gietijzeren fontein uit 1890 stond. In 1909 schonk de Belgische
staat dit monument aan de stad Overijse naar aanleiding van de 75ste verjaardag
van de heroprichting van de Leuvense Universiteit. Justus Lipsius werd geboren
in Overijse op 1547 en stierf te Leuven in 1606. Hij was professor aan de
universiteit vanaf 1592 als dokter in de literatuur, patholoog en historicus.
Vlakbij de kerk staat het monument voor de gesneuvelden van beide
Wereldoorlogen. Het Heilig Hartbeeld kreeg onlangs een nieuwe sokkel of werd
vakkundig opgeknapt.
Om 15:20u verlaten we de stad Overijse langs een zandweg.
Onmiddellijk wordt onze conditie op de proef gesteld. Het wordt een steile
klimming die zelfs voor een wandelaar te zwaar is. Rechts is het Mariëndalbos
dat aangeplant werd door het kinderforum op 18 april 2006. Voor ons, heuvel op,
zijn de voetbalvelden van Overijse. Serres zien we in overvloed. De meeste
worden niet meer gebruikt. Als ze al gebruikt worden dienen ze als
opslagplaats. In één ervan mag de natuur zijn gang gaan. Het onkruid en de
struiken groeien door openstaande ruiten. Van druiven is geen spoor te vinden.
We hebben momenteel 18 km gereden. We hobbelen weer over een kasseiweg. We zijn
al blij dat het geen grindweg is met keien ter grote van een mannen vuist.
Aangenaam is iets anders.
Vlak voor knooppunt 41 komen we bij het gehucht 'La Hulpe'. De
gemeente Terhulpen is van deWaals-Brabantse provincie. De muzikant Toots Thielemans woonde tot zijn
overlijden, augustus 2016, in dit dorp. Verschillende kastelen sieren de streek
op. Om 16:00u bereiken we Hoeilaart. De gemeente ligt tussen de Zenne en de
Dijle. De IJse is een smal onbevaarbare rivier die door het dorp stroomt. Het
Zoniënwoud maakt het grootste deel uit van het grondgebied. Hoeilaart noemde
men eertijds 'het glazen dorp' vanwege de grootschalige teelt van druiven die
er tot in de tweede helft van de twintigste eeuw in verwarmde serres gedaan
werd. In 1865 introduceerde Felix Sohie deze manier van telen die de gemeente
zeer welvarend maakte. Tijdens het druivenfestival in september worden de
druiven in het gemeentehuis van Hoeilaart tentoongesteld en gekeurd.
We belanden in Hoeilaart bij een volgende wegkapel langs de baan
die veel weg heeft van een Lourdesgrot. De tralies werden met groene draad
afgeschermd tegen vandalisme of tegen de talrijke duiven die overal wel een
nest willen bouwen. Het Nerocafé heeft toevallig zijn sluitingsdag. Het is een
voormalig tramstation dat gebouwd werd in 1894. Tijdens de gouden jaren van de
druiventeelt werden over deze tramlijn jaarlijks 110.000 ton steenkool, 37.000
ton mest en 11 miljoen kilo druiven vervoerd. De stoomtram vervoerde eveneens
reizigers en goederen. Door toename van het wagenpark werd in 1949 het
personenvervoer stopgezet. Ook vrachtwagens namen het vervoer over en in 1958
reed de goederentrein voor het laatst. De sporen werden opgebroken en doet
sindsdien dienst als fietspad. In 1990 kwam het verlaten station terug in de
belangstelling door de stripfiguur Nero. Sinds de druivenfeesten van 1994 staat
op het stationsplein een levensgrote bronzen beeld van stripheld Nero. Heuvel
op tot aan de kerk. De Sint-Clemenskerk (1870 1874) werd gebouwd met baksteen
en sierlagen in zandsteen. Het kasteel dat in het Jan van Ruusbroec Park staat
is van hieruit niet te zien. Het werd in 1858 gebouwd en doet vanaf 1919 dienst
als gemeentehuis. Hoe later het wordt, hoe mooier het weer. Op een zonnig
terras drinken we een verfrissing.
We verlaten Hoeilaart door het Zoniënwoud dat meer dan 4000 ha
groot is. Het bos wordt beheerd door Vlaanderen, het Brussels- en het Waals gewest.
Aansluitend zijn er nog diverse privébossen en het Kapucijnenbos dat eigendom
is van de Koninklijke Schenking. Het woud bestaat overwegend uit hoge
beukenbomen van meer dan 200 jaar oud. Het begint al te schemeren en we moeten
nog meer dan negen kilometer fietsen tot Vossem. Dat halen we niet voor het
duister. We bereiken het gehucht Jezus-Eik dat zich aan de rand van het
Zoniënwoud bevindt. De kapel voor het centrum is een grote kapel. Op deze plek
stond een eikenboom die al verschillende malen door de bliksem werd getroffen.
Rond 1636 werd op deze plek een Mariabeeldje bevestigd en daarna vonden er een
aantal wonderlijke genezingen plaats waarna Jezus-Eik een bedevaartsplaats
werd. De pastoor van Tervuren richtte er een altaar op en door het succes werd
er een grote kapel opgericht. Het interieur wordt afgeschermd door een hekwerk
van de vloer tot de zoldering.
Linksaf. Om 19:10 rijden we nog steeds door het Zoniënwoud. De
laatavondzon schijnt tussen de bomen wat ons prachtige foto's oplevert. We zijn
het vierarmenkruispunt voorbij en naderen knooppunt 44. Het centrum van
Jezus-Eik. De O.L.Vrouwekerk is open maar er is een dienst bezig en dat willen
we niet storen. De eerste steen werd gelegd op 20 april 1650. De bouw werd
afgerond in 1680. Infoborden staan rijkelijk om en rond de kerk. 'De mijlpalen
in de geschiedenis van Jezus-Eik vanaf 1650'. De 'Mariahof' werd ingehuldigd op
1 mei 1959 met een grote plechtigheid. Vanaf deze plaats vertrekken talrijke
processies en bedevaarten.
We verlaten de gemeente en rijden weer door het Zoniënwoud. Tijd
om onze lichten te ontsteken. Het gebruikt ook van onze batterij en we hebben
niet veel capaciteit meer. Onze batterijen hebben niet genoeg energie meer en
wijzelf ook niet. We moeten nog ongeveer 8km en nog het dorp Tervuren bezoeken.
We houden een laatste keer halt bij de Sint-Hubertuskapel, die naar verluidt zo
werd genoemd opdat men aanneemt dat de Heilige Hubertus in 727 op deze plaats
zou zijn overleden.
We kunnen er niet veel van zien door de duisternis. Slechts onze
fietslichten geven een beetje prijs. We vervolgen onze weg en rijden nog een
stuk door het domein. Er is geen verlichting langs ons fietspad. Rechts een
grote vijver. We volgen knooppunt 46. Het is aardedonker nu. Het enige licht is
van onze fietslampen dat een paar meter voor ons uit schijnt. We zien haast de
knooppuntenbordjes niet.
Het is 20:45u als we in Vossem bij de auto aankomen. We hebben in
totaal 46 km gefietst. Tervuren moeten we zeker nog eens bezoeken. Het was nu
te donker. Nog drie kwartier rijden tot thuis. Tot schrijfs. Tekst: Luc
Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Op een mooie zomerse middag wandelen An en Tom door
het park. An duwt de kinderwagen vooruit terwijl baby Ben aan de hand van pappa
mee wandelt. Af en toe blijven ze staan onder het bladerdek van een boom.
Ondanks het vroege uur is het al redelijk warm. Het echtpaar maakt ondertussen
plannen voor vanmiddag terwijl baby Ben rond hen draait. Ze maken zich absoluut
geen zorgen. Ben blijft steeds dichtbij hen. Het koppel besluit om vanmiddag in
hun tuin een klein zwembad te plaatsen, zodat Ben er onder toezicht kan spelen
in het water. -Wat denk je ervan Ben? vraagt vader. An en Tom kijken rond,
opzoek naar Ben. Even was de baby uit hun blikveld verdwenen en meteen slaat de
paniek toe. Angst verschijnt op het gelaat van An en Tom kijkt rond terwijl hij
roept op baby Ben. Dan ziet hij hoe zijn zoon naar het midden van een plantsoen
loopt waar een vijver werd aangebracht. Hij is er nog maar enkele meters
vandaan. Het kind heeft het ook warm en zoekt verkoeling. Water heeft een
sterke aantrekkingskracht bij kinderen. Tom rent als de bliksem achter de baby
aan. An slaat van schrik haar handen voor de ogen. Nog een paar seconden en een
tragedie speelt zich voor het wandelend publiek af. Tientallen ogen zien wat er
staat te gebeuren, maar iedereen is te veraf om hulp te bieden. Wat er dan
gebeurt houd niemand voor mogelijk. Als een hazewind komt een donkerbeige
golden retriever aangelopen en stopt net voor Ben. Een harde blaf doet baby
verschrikt stoppen en het kind valt zacht neer op zijn zitvlak. Hij begint
angstig te wenen. De Schotse hond legt zich neer, met de buik op het grasveld.
Zo komt hij minder agressief over. Tom begrijpt het niet. Hij neemt een stok en
zwaait hem dreigend boven het hoofd. Hij wil de retriever verjagen, maar deze
blijft vlak voor baby liggen. Een oudere man nadert het drietal. Hij neemt baby
Ben op en overhandigd hem aan Tom. -Geen paniek meneer. Rudolf wou alleen maar
helpen. Tom neemt Ben op de arm en dankt de man hartelijk. -Is het uw hond
meneer? Ondertussen is ook An in snel tempo komen aanlopen en neemt baby Ben
van haar man over. -Neen. Rudolf is niemands hond. Hij leeft al een paar jaar
hier in het park. Niemand weet van wie hij is of hoe hij hier terecht is
gekomen.
-Moeten we dan niet de dierenbescherming erbij
halen? wil An weten.
-Dat hebben al verschillende mensen gedaan. Ze
kunnen Rudolf niet te pakken krijgen. Drie dagen hebben ze geprobeerd om hem te
vangen. Ze zijn ermee gestopt. Rudolf is te intelligent om zich te laten
snappen. Sommige mensen brengen hem eten en drinken. Daar, bij de overdekte
picknicktafel, staat zijn rantsoen. Gedurende de dag zie je hem nauwelijks.
Goed dat hij nu in de buurt was. Nietwaar? Ik ga jullie laten. Tot ziens. An
en Tom kijken naar de plaats waar Rudolf net nog lag, maar die is ondertussen
verdwenen. Ze willen de oude man nog danken maar ook hij is tussen de bomen aan
het oog onttrokken. Diep onder de indruk wandelen An en Tom naar de aangewezen
plaats. De overdekte picknickplaats is slechts langs aan één zijde open. De
tafel staat tegen de achterwand en onder de tafel staan twee hondenschalen met
water en voeding. Het ruikt vers en het is nog onaangeroerd. Mensen die ze
passeren groeten beleefd. An en Tom wandelen zichtbaar aangeslagen terug naar
huis. Baby is in zijn wagen in slaap gevallen. Hij is het avontuur gelukkig al
vergeten.
Een paar dagen later wandelt Tom weer door het
park. Hij kan het gebeuren niet van zich afzetten. Tom neemt plaats aan de
overdekte picknicktafel. Het eten van Rudolf staat nog steeds op dezelfde
plaats en blijft onaangeroerd. Het ruikt nog steeds vers en Tom veronderstelt
dat de golden retriever zijn dagelijks rantsoen wel verorbert. Misschien als
het donker is? Het begint te schemeren. Er zijn nog enkele wandelaars in het
park maar hoe later het wordt hoe minder passanten hij ziet. Elk geluid sterft
weg naarmate het donkerder wordt. De verlichting in het park is schaars. Tom
zit volledig in het donker, maar hij blijft wachten. Op zeker ogenblik hoort
hij geritsel. Iets donkers glipt onder de picknicktafel. Tom beweegt geen vin
en houd zijn adem in. -Wat nu? Denkt hij. Is dit Rudolf of is het één of
ander nacht- of roofdier dat zijn buikje komt rond eten? Hij waagt het erop:
-Rudolf? Er volgt een complete stilte. Toms ogen zijn ondertussen aan het
donker gewend. De brede kop van de hond komt bijna ter hoogte van zijn gezicht.
De natte hondenneus duwt hij in zijn handen. Rudolf wil gestreeld worden. Tom
glimlacht en gaat gewillig op de uitnodiging in. -Ik heb nog niet de kans
gehad om je te bedanken Rudolf. Je bent een echte kindervriend, bedankt.
Rudolf blaft en springt tegen Tom op. Hij komt recht en kijkt wat de hond wil.
Rudolf loopt een meter weg en komt dan terug. Tom begrijpt het en samen maken
ze een wandeling rond de vijver terwijl hij van alles tegen de retriever
vertelt. Zijn jeugd, zijn vriendin, de geboorte van Ben. Bijna alles komt ter
sprake. Rudolf wandelt vlak naast Tom alsof hij het zo heeft aangeleerd. Zijn
brede krachtige snuit knikt op en neer alsof hij elk woord begrijpt. En
misschien is dat wel zo. Maar dan opeens blijft Rudolf staan. Tom stapt nog
enkele passen verder en draait zich dan om. -Wat is er vriend? Rudolf blaft
zachtjes en stormt dan weg. In één enkele tel is hij in de struiken verdwenen.
Alles wordt stil. Tom blijft verwonderd achter. Zacht roept hij nog zijn naam
maar alles blijft stil. -Tot morgen Rudolf mompelt hij nog als hij het park
verlaat.
Dagen gaan voorbij. Dagen worden weken en weken
worden maanden. Alle dagen wandelen An, Tom en baby Ben door het park. Nergens
is Rudolf te bekennen maar Tom is niet ongerust. Als het begint te schemeren
komt Tom naar het park en maken hij en Rudolf een ronde door het domein. Een
dag niet samen gewandeld is een dag niet geleefd denk Tom altijd. Weer en wind
kan hen niet deren. Bij hevige regenval schuilen ze onder het afdak van de
picknickplaats. Steeds wil Tom Rudolf mee naar huis lokken maar dat lukt nooit.
Met een vriendelijke blaf neemt Rudolf afscheid en verdwijnt tussen de struiken
de nacht in. An en Tom zetten zich neer op een rustbank om de passanten gade te
slaan. Twee jongens van een jaar of tien komen met veel kabaal hun kant op. Van
ver waren ze al te horen. Vechtend en stoeiend proberen ze elkaar te
overtreffen met gore praat. Trekken en duwen aan elkaars kleren of elkaar laten
struikelen. En dan gebeurt het. De krullebol stoot zijn langharig vriendje aan
en die komt struikelend hun kant op. Bijna loopt hij Ben omver. An kan haar
baby nog net vastgrijpen en uit de weg trekken van de vallende klungel. Plots
hoort Tom een gevaarlijk gegrom. Het hoofd van Rudolf is gevaarlijk dicht bij
het aangezicht van de langharige jongen. Angst is in zijn ogen te zien. Voor
Tom iets kan doen komt krullebol afgelopen met een dikke stok om de hond te
slaan. Tom veert recht en zet zich tussen de kinderen en de hond. -Stop
jongens. Rudolf doet jullie niets. Hij verdedigt alleen baby Ben. Krullebol
laat de stok zakken, maar houd zijn ogen op de hond gericht. De langharige
knaap staat op en verstopt zich halvelings achter zijn vriend. -Luister
jongens als jullie echt willen ravotten waarom gaan jullie niet naar een
sportschool. Judo of een andere krachtsport is echt iets voor jullie beiden. Je
kan ook kiezen voor een vechtsport of een behendigheidssport. Praat er met
jullie ouders over. Oke? De jongens knikken: -Hé, dat lijkt me leuk joh. Kom
we lopen naar huis. Na nog een angstige blik op de hond snellen ze er van
door.
Bedankt Rudolf zegt An. De golden retriever komt
tot bij An en Ben en legt een poot in de hand van An. -Kom mee naar huis
Rudolf. De dagen worden korter en 's nachts is het al behoorlijk koud. We
hebben een warm nestje bij de houtkachel gezet. Het is er knus en warm. Samen
verlaten ze het park en Rudolf wandelt langs de kinderwagen mee. Het gezinnetje
is compleet nu.
Wat Tom verwachtte gebeurt dan. Ben slaapt in zijn
bedje. An en hij zitten naar hun lievelingsfilm te kijken en Rudolf ligt in
zijn mand naast de haard. Het is 22:00 uur als Rudolf opstaat en voor de deur
postvat. An stoot Tom aan en hij begrijpt het. -Nog een wandeling Rudolf?
Samen stappen ze naar het park en maken hun gebruikelijke wandeling rond de
vijver. Na een halfuur houd Rudolf halt en kijkt Tom aan. Tom begrijpt het:
-Het is tijd zeker? Kom je nog terug, Rudolf? Tot morgen dan? De golden
retriever blaft nog een keer en stuift dan zo snel als een haas tussen de bomen
de nacht in. Tom blijft bedroefd achter. Hij blijft nog wat wachten in de hoop
dat Rudolf nog zal terug keren. Maar dan wordt het toch te koud. Met pijn in
het hart moet hij het droeve nieuws thuis vertellen. An sust hem en vertelt dat
Rudolf er morgen weer staat. Maar Tom kent Rudolf nu wel. Ze zullen hem niet
meer weer zien.
Maanden gaan weer voorbij. Herfst wordt winter en
winter wordt lente. Alle dagen wandelt het jonge koppel door het park in de
hoop Rudolf weer te zien. Vergeefse moeite. Hij schijnt van de aardbodem
verdwenen te zijn. Het eten en drinken wordt nog alle dagen ververst maar wie
het opeet is niet geweten. Tom komt bij valavond op de picknickplaats
postvatten, maar geen hond die zich laat zien. En dan gebeurt er weer iets in
het leven van An en Tom. Ze zitten als gewoonlijk bij de overdekte plaats als
ze stil gejank horen. Tom denkt aan hallucinaties, maar het janken blijft
aanhouden. Tom gaat rond de picknickplaats maar ziet niets. Hij breidt de
zoekplaats uit maar dan sterft het gejank weg. An blijft het gejank horen en
gaat met Ben eveneens op onderzoek. Achteraan de overdekte plaats is een kuil
gegraven tot onder de houten vloer van de picknickplaats. Van daaruit komt het
gejank. Het is er donker maar als haar ogen gewend zijn aan de duisternis kan
ze enkele jonge pups in een nest zien ronddartelen. Ze roept Tom en samen proberen
ze de jonge hondjes te lokken. Geritsel van struiken trekt hun aandacht. Twee
golden retrievers staan achter hen. An en Tom herkennen meteen Rudolf. De
andere Schotse hond is zijn vrouwtje die onmiddellijk onder de houten
picknickplaats kruipt tot bij haar jongen. Rudolf komt het jong echtpaar
knuffelen. Baby Ben herkent eveneens Rudolf en met zen allen maken ze een korte
wandeling door het park. Dan wordt het tijd om afscheid te nemen. -Kom je mee
naar huis Rudolf? vraagt Tom. Rudolf houd zijn kop schuin alsof hij daar moet
over nadenken. Dan loopt hij naar het nest en verdwijnt onder de vloer. Kort
erop staat hij terug voor An en Tom met in zijn bek een kleine pup. An neemt
het jonge hondje in haar beide handen. -Ach, hoe schattig. Rudolf blaft en
blijft staan. -Wil je dat wij de pup meenemen, Rudolf? Weer blaft de hond.
-OK dan. We zullen er heel goed voor zorgen, vriend. Maar wat gebeurt er met
de andere en met je vriendin? Rudolf blaft nogmaals en rent naar het nest. An
en Tom volgen met Ben en de jonge pup. Als ze onder de houten vloer kijken zien
ze alleen nog maar zand. Geen pups, geen vrouwtjes hond en geen Rudolf. Ze zijn
er vandoor. Tom voelt aan dat ze nooit nog iets horen van Rudolf. Alleen de pup
is een aandenken aan Rudolf en zo zullen An en Tom het jonge hondje noemen.
Rudolf de golden retriever.
Lava-cup 26 december 2016 om 14.40u:
St-job Mariaburg
Joey, ons kleinkind, mag als invaller
regelmatig meespelen met de A-ploeg van Mariaburg. Hij is er trots op en zet
zich dan ook volledig in. Tientallen supporters hebben plaats genomen op de
tribune. Supporters van Sint-Job en Mariaburg gezellig naast elkaar. Zo zou het
op elke voetbalmatch moeten zijn. Zoals
elke enthousiaste ouder of grootouder willen we de jonge spelertjesaanmoedigen. Vaak wordt er dan geroepen:
-kom aan Mariaburg. Steeds gaat mijn (grootvaders) hart sneller slaan als
Joey zich naast de lijn begint op te warmen. Dan weet ik, hij loopt zo dadelijk
het veld op. Joey speelt vaak rechts vooraan en als hij dan de bal krijgt wil
hij ook scoren. Dat is niet altijd naar de zin van de tegenspelertjes. Maar hij
doet zijn best. En laat dat nu belangrijker zijn dan winnen! Hieronder het
wedstrijdverslag van de trainers Dave en Didier.
-Onze
laatste wedstrijd van 2016. (Wedstrijd van 2x 20 min, zonder rust)
Onze boys hadden er zin in. Ze waren erop gebrand om hun beste beentje voor te
zetten. Het beloofde een pittige wedstrijd te worden, want St-job was een
stevige tegenstander van formaat. Ze hadden in de vorige ronde Hoboken (een
andere stevige klepper) uit de Lava-cup gewipt met penaltys.
We begonnen zeer sterk aan de wedstrijd. De bal ging goed heen en weer. Er
waren al gauw enkele mooie kansen aan beide kanten. De 2 keepers stonden zeer
sterk te keepen.
Jammer genoeg was het St-job die de score opende na een foutje in onze
verdediging. We bleven nog steeds goed voetballen en combineren. Onze keeper
stond ook paraat en moest een aantal keren flink uitkomen. We gingen rusten met
1-0. We kregen een korte rust (2 min); onmiddellijk draaien dus.
Er was nog
niets verloren. Onze boys bleven goed voetballen en voerden hun opdracht goed
uit. Toch konden we niet vermijden dat St-job een 2e tik uitdeelde. Het stond
2-0.
We lieten echter de moed niet zakken en moesten niet onderdoen voor St-job,
integendeel. De duels werden al feller en er viel zelfs een gele kaart, die wel
heel dubieus was & eigenaardig, aangezien normaal op die leeftijd geen
kaarten worden getrokken. Bovendien was het een schwalbe van de tegenstander.
In ieder geval, we lieten ons niet uit ons lood slaan. Op een bepaald moment
was er een duel voor het doel & kon één van onze boys al vallend nog zijn
voet tegen de bal trappen. Bam! 2-1!!
Vanaf dan werden het 10 dolle minuten. St-job was er niet meer bij & wij
waren scherper & gebrand om nog een goal te maken. We wonnen meer duels,
waren gretiger, speelden meer op de helft van St-job. De spanning was bij
iedereen aanwezig: de spelers, de trainers & de supporters.
Plots een fout op één van onze jongens. Vrije trap voor Mariaburg. St-job stelt
een muur op & dan Bam!! een perfecte vrije trap, los in de winkelhaak.
2-2!
Onze spelers, de supporters en de trainers werden uitzinnig. We did it! Een
uitzichtloze situatie op zon manier rechtzetten! Knap!
En dan gaat het eindsignaal. 2-2. Penaltys moeten de wedstrijd beslissen (Elk
team moet 5 penaltys nemen). En daarin waren we oppermachtig. Het werd 0-3
voor ons, met een aantal geweldige reddingen van onze keeper.
Maar wat een
gevoel, wat een ontlading! Een welverdiende overwinning van onze boys. We
krijgen er nog kippenvel van. Het perfecte eindejaarskado voor ons! Onze ploeg
stond er. Een resultaat van hard werken, inzet & discipline op training.
Wat een samenhorigheidsgevoel: samen ervoor gaan, samen recht veren na een
onterechte achterstand, het positivisme, het elkaar aanmoedigen. Jullie bleven
erin geloven, boys! Wat een gedrevenheid! Dit is het bewijs dat jullie kunnen
voetballen! Hiervoor doen we het! We zijn terecht trots!
Bedankt
supporters om talrijk aanwezig te zijn en onze boys aan te moedigen!
Geniet van jullie welverdiende vakantie & tot 4 januari (1e training)!
We wensen jullie alvast een spetterend en sportief 2017!
Groetjes van Dave & Didier.
Woensdag 7 september 2016. De scholen zijn net weer
begonnen. Het is dan ook een stuk drukker op de baan dan pakweg een grote week
geleden. Met het gevolg dat de files ook weer van de partij zijn. Maar soit
afgelopen weekend beloofden ze voor vandaag een zonovergoten dag. Ze hebben
niet overdreven. Het is kwart over negen en de gele ster straalt in volle
glorie aan het firmament. Daar moeten we van profiteren en besluiten na lange
beraadslaging een fietstocht te maken in Kapellen. Onze buren Anneke en Gust
had het er van de week nog over. Ze praten er uitvoerig over dat de themaroute
van Kapellen een mooie rit is door bossen, villawijken en vooral een traject
met veel schaduw. Die schaduw konden we de afgelopen weken wel gebruiken. Er
waren dagen bij van meer dan 30°C in de schaduw. Dat wil al wat zeggen. Voor
vanmiddag worden temperaturen verwacht van om en bij de 25°Celsius. Geen wolken
en een windkracht van één of twee beaufort. Gewoon zalig om te fietsen, niet?
We vertrekken vanuit onze woonplaats te Ekeren, een
buurgemeente van Kapellen. Via de bekende Driehoekstraat fietsen we tot net
voorbij de begraafplaats. Hier linksaf en over het brede fietspad door de
Puihoek. Rechts heeft de maïs zijn hoogste punt bereikt. Lange dikke kolven
hangen duidelijk aan de stengels. Een van de weken begint men met oogsten. Toch
is de maïsoogst niet alsde jaren
voorheen. Het voorjaar was te nat en te koud. 't Zal altijd wel iets zijn, ik
weet het, maar de planten zijn niet volgroeid. Boven de maïsplanten kunnen we
de spitse kerktoren zien van Sint-Mariaburg. De zon staat laag en we moeten met
bijna dichtgeknepen ogen onze weg vervolgen. Voorbij de Vloeiende fietsen we
nog steeds langs hectaren maïsvelden. Maar tussen twee velden zijn er ook nog
enkele volkstuintjes. Nog twee om precies te zijn. Jaren geleden was de
rechterzijde van de Puihoek voorbehouden voor enorm veel volkstuintjes. Je zag
altijd wel iemand die er bezig was. Soms, na hun arbeid zag je hen dan
luilekker achterover gezakt in een oude kramakkelige tuinstoel zitten of
hangen, hoe je het ook noemen wil, terwijl ze naar het resultaat zaten te
staren of te luisteren of ze de tomatenplantjes horen groeien. Als voorbijganger
groette men de kleine landbouwer en je kreeg steevast een vriendelijk woord
terug. Dat is allemaal verleden tijd. Nu is alles begroeid met maïs.
Op het einde van de straat begint onze themaroute
van Kapellen. Zeshoekige bordjes met G.N.O.P. (Gemeentelijk Natuur en
Ontwikkelings Plan) met een logo erbij van een pad. Een rit van 27 kilometer,
eventueel in te korten tot 15 kilometer. Rechts en onmiddellijk linksaf. We
volgen gewoon de zeshoekige bordjes. Eens in de Beukendreef rijden we door een
stilte gebied. Af en toe worden we ingehaald door een auto die denkt dat hier
het circuit van Zolder is. Echt gerust zijn we niet. Verleden week is er nog
maar eens een fietser aangereden met fatale gevolgen. De chauffeur pleegde, op
de koop toe, nog vluchtmisdrijf. Hopelijk hebben we straks een fietspad. De
omgeving heeft prachtige halfopen bebouwingen te midden van veel groen. Rechts
de voetbalvelden van Kapellen. Linksaf in dePlatanendreef die zijn naam niet gestolen heeft. Op de middenberm staan
oude platanen die nog voor een overvloed van schaduw zorgen. Ze kunnen tot 35m
hoog worden. Het is een snelgroeiende soort die bestand is tegen
luchtvervuiling en ons klimaat. Elke woning heeft een verzorgt voortuintje met
nog enkele late zomerse bloemen en planten. Elk gazon is tot op de millimeter
afgereden. Een rustige groene straat.
Aan de Essenhoutstraat zijn straatwerkers bezig met
het aanleggen van een nieuw voetpad. Ons zeshoekig bordje ligt horizontaal
tegen de gevel van een aanpalende woning. Gelukkig met het logo naar ons
toegekeerd. Rechtsaf tot het eind. Even later moeten we linksaf in de
Streepstraat. We hebben voorrang op een voertuig van links en de aankomende
auto stopt meteen. Maar van rechts nadert een wagen die wij moeten laten
passeren. Maar ook deze wagen stopt om ons fietsers door te laten. Fier als een
pauw rijden we verder. Vanaf nu gaat het verder op een fietspad. Verderop
rijden we voorbij natuurdomein 'Het Rood'. Het gebied wordt sinds 1996
onderhouden door Natuurpunt. De naam 'Het Rood' is afkomstig van de roestbruine
kleur van ijzer dat van nature in de bodem aanwezig is. Het domein van +/- 50ha
is vrij toegankelijk. Er loopt eveneens een parcours voor mountainbikers en
dewandelknooppunten zijn hier eveneens
ingeburgerd.
We rijden momenteel door het centrum van Hoevenen.
Voorbij fietsknooppunt 14 zijn er links van ons paardenweiden. In alle soorten,
maten en kleuren staan de trouwe viervoeters te grazen. Een weide is van bvba
Paddock van Stabroek. Een organisatie waar iedereen kan leren paardrijden. In
de weide staan attributen waarover een paard met ruiter moet leren springen. In
de verte vertoont de skyline de koeltorens van Doel. Grote dikke witte
waterwolken stijgen omhoog waar ze vanzelf oplossen. Een fenomeen dat binnen
enkele jaren tot het verleden behoort. Rond het jaar 2020 zou de kerncentrale
ophouden te bestaan. De bermen hebben nog hier en daar wat kleur door wilde
bloemen. Kleine gele bloemen van meer dan één meter hoog die sterk op een
zonnebloem lijken. De paarse wilde orchidée contrasteert prachtig tussen het
groen en de kleurige bloemen. Ook de lisdodde is nog sterk van de partij maar
de maïs domineert nog steeds de omgeving. Naast het veevoer groeien ook nog
hectaren savooien en prei. De landbouwers zullen maar al te blij zijn dat de
aanplanting allemaal machinaal wordt gedaan. Ook het oogsten wordt, gelukkig,
met de tractor gedaan.
Teneinde de weg komen we bij het gehucht Heuvels
dat behoort tot de gemeente Stabroek. De 'Onze-Lieve-Vrouwkapel van de heuvels'
werd gebouwd in 1939. Ze doet al een paar jaar dienst als concertzaal. Rechtsaf
en verder op het linker fietspad verder rijden. Rechts is de grachtkant nog
voorzien van knotwilgen die nodig gesnoeid moeten worden. Een nostalgisch beeld
dat we slechts in de polders nog te zien krijgen. Over de gracht staat de prei
hoog boven de grond. Op de achtergrond staat de niet meer weg te denken maïs.
Op het eind staan we voor de Kapelsestraat. Voorzichtig oversteken en linksaf
op het fietspad naast de drukke baan. Wat verder draaien we de Oude
Galgenstraat in. Een rustige straat met veel groen. Een mix van verschillende
soorten bomen. Zelfs de dennenboom is van de partij. Achter de haag van bomen
weer hectaren maïs. Alleen zijn er plekken waar de plant nog niet volledig
volgroeid is. Het is een laag gelegen stuk landbouwgrond en heeft in het
voorjaar lang blank gestaan. Daardoor is de groei zienderogen achterop geraakt.
Sommige stengels zijn amper veertig centimeter hoog. Nochtans dragen ze
allemaal vruchten.
We fietsen voorbij het Mastenbos. Het bos gaf
enkele jaren geleden zijn geheimen prijs. Er werden nog oude loopgraven
teruggevonden van WOI. Ook tientallen prachtige bunkers uit dezelfde periode
werden uitgegraven en voor het publiek toegankelijk gemaakt. Enkelen zijn
voorbehouden als winterslaapplaats voor vleermuizen. Samen met onze
kleinkinderen brachten we een bezoek aan de site waar ze zichzelf konden
inleven in de tijd van toen. Aan de overzijde van de straat zien we nog twee
oude bunkers boven de grond staan. In de verte is duidelijk de paarse kleur van
heide te bewonderen. We fietsen vervolgens voorbij het Fort van Ertbrand dat
gebouwd werd vanaf 1907. Het is in privébezit en kan helaas niet bezocht
worden. De Oude Galgenstraat heeft geen fietspad. Maar het is vrij rustig, stil
en niet druk. Slechts één enkele bestelwagen steekt ons voorbij. Daarna worden
we enkel gezellig gevolgd door vogelzang. We fietsen niet alleen vandaag.
Blijkbaar wil iedereen van deze zonovergoten dag genieten. Je weet trouwens
nooit op voorhand hoe lang het mooie weer aanhoudt. Een infobord meldt de
fietser of wandelaar dat er rechtsaf 'Bistro De Bosduif' gevestigd is. Een
overheerlijke plek tijdens of na een gezonde wandeling of een fietstocht waar
je op een ruim zonnig terras kan genieten van een koel drankje of een
overheerlijk ijsje. Wij moeten echter rechtdoor. We draaien de Rozenlaan in.
Alles oogt verrassend groen. De natuur moet zelfs nog mooier zijn wanneer ze
zich in schitterende herfstkleuren tooit.
De mooie grote villa's staan verdoken achter bomen
en struiken. Een hoog ijzeren hekwerk met gevaarlijke pinnen verhinderd het
overklimmen. Een camera houdt alles van op een afstand in de gaten. We
bewonderen de verschillende gebouwen zoals de sierlijke villa's met trapgevel,
waarvan één of twee in Spaanse stijl. Maar ook de moderne gebouwen met
panoramaramen en plat dak zijn een bezienswaardigheid. We rijden ondertussen
weer op het grondgebied van Kapellen. Voor de spooroverweg is de splitsing naar
rechts voor de verkorting van 15 kilometer. Wij rijden het spoor over. Terug de
natuur in. Voorbij de Royal Antwerp Golfclub. Er is weinig beweging. Misschien
is het nog te vroeg, of misschien te warm? Misschien zitten de welgestelden nog
aan hun bubbel ontbijt. Deze regio bezit nog veel ongerept bos. Het merendeel
is wel afgebakend met prikkeldraad. Het domein van een grote villa of kasteel.
In de verte horen we het lawaai van een boomzaag. Sommige bomen moeten plaats
maken om de anderen een kans te geven. Twee percelen villagrond staan te koop
in de straat. Het is in ieder geval een rustige straat. Weinig verkeer. Wie
biedt zich aan? We rijden over de Antitankgracht die werd aangelegd in 1937-38.
Wat verder is 'De Inslag'. Een natuurdomein met een oppervlakte van 147ha. Het
bos werd tijdens de beide wereldoorlogen grondig van bomen ontdaan omwille van
de zichtbaarheid en voor het graven van loopgrachten. Eerst in 1949 begon men
met de herplanting van bomen. De lange baan brengt ons in het centrum van
Kapellen. We fietsen in het centrum van Hoogboom. Een gehucht, dat
oorspronkelijk van Ekeren was, werd na de fusie met Antwerpen naar Kapellen
overgeheveld. Links van ons horen we de spoorfietsen voorbij rijden. Een
afgedankte militaire spoorweg tussen Kapellen en Brasschaat. Het vertrekpunt
van de spoorfietsen ligt vlakbij het fort van Kapellen. Onderweg zie je Duitse
bunkers uit 1917 en kruis je de Antitankgracht. In Kamp Noord te Brasschaat zit
je te midden van de militaire geschiedenis. Je komt er alles te weten tijdens
een hapje en een drankje.
Teneinde de Lijsterlaan vinden we geen bordje. We
rijden rechtdoor via een smal fietspad. Op het eind weer een straat zonder
bordje. We nemen poolshoogte links en rechts, maar vinden geen bordje meer.
Terug naar de Lijsterlaan. Linksaf is richting Kapelsesteenweg. De meest voor
de hand liggende richting. Aan een paaltje met verschillende borden hangt een
zeshoekig bordje met een pad. In de verkeerde richting. Visueel draaien we het
bord en is duidelijk dat dit bord verkeerd hangt. Linksaf dus na de Lijsterlaan
tot over de Kapelsesteenweg. Nu volgen we de Vloeiende en rijden terug naar
Ekeren langs de Puihoek en Driehoekstraat. Een prachtige rit in onze buurt met
heel veel groen. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
De zwarte merel fluit zijn lied op de tak van een
dikke beukenboom. De mannetjes merel hoopt dat er een vrouwtje op af komt. Maar
hoe hard hij ook zijn best doet met fluiten, het maakt niet uit. Er komt geen
vrouwtjes merel naar zijn zangtalent luisteren. Alle andere vogels in het bos
zijn al een nest aan het bouwen. Nog enkele dagen en de vrouwtjes leggen een ei
dat ze dan samen, om de beurt uitbroeden. Merel wil het nog één keer proberen.
Hij haalt heel diep adem en begint uit volle borst te zingen.
-Stop! Stop! Roept opeens iemand naast merel. In
de stam van de dikke boom naast merel is een holletje waaruit het rossig kopje
van een eekhoorn tevoorschijn komt. Stop eens met dat kattengejank. Dat hoor
ik nu al bijna de hele dag. Nu ben ik het beu.
-Fluit ik niet mooi misschien? vraagt de merel.
Merels als wij zijn de beste zangvogels van heel het bos en ver daarbuiten
probeert hij de eekhoorn uit te leggen.
Eekhoorn zet zich naast merel op de tak en biedt
hem een verse eikel aan. Merel schud zijn kopje: neen, dank je. Ik hou meer
van zaadjes of een sappige worm. Eekhoorn haalt zijn neusje op en knabbelt aan
de harde vrucht.
-Zing ik dan zo slecht? vraagt merel nogmaals en
begint ongevraagd te fluiten. Eekhoorn slaat zijn beide pootjes tegen zijn oren
en brult: stop ermee merel! Het verwondert mij niet dat er geen vrouwtje op
afkomt. Waar heb jij zo slecht leren zingen?
-Bij de rand van het bos staat een klein huisje.
In de dikke eik ernaast ben ik geboren. Steeds hoorde ik daar viool spelen.
Toen ik wat later leerde vliegen zag ik door het raam van het huisje dat een
klein meisje leerde viool spelen. Samen met haar heb ik muzieknoten geleerd en
fluit ik nu de mooiste melodieën. Eekhoorn begint te lachen. - mooiste
melodieën? Je fluit als een kraai met keelpijn! Van dat meisje met viool, dat
wil ik wel eens zien en horen zegt hij. Merel vliegt voorop terwijl de
eekhoorn van tak tot tak en van boom tot boom springt tot aan de rand van het
bos. Het kleine huis heeft een rieten dak en door de schoorsteen komt de geur
van vers gebakken brood onze twee vrienden tegemoet. Het moet er warm en knus
zijn. Merel en eekhoorn zetten zich op een tak dicht bij het open raam. Net op
tijd want langs het bospad komt een jong meisje naar het huisje gestapt. -Dat
is ze fluistert merel. -Maar, wat is ze gegroeid! Ik herken haar haast niet
meer. Het meisje gaat het huisje binnen en opeens wordt het doodstil in het bos.
Alsof elk dier de adem inhoud. Zelfs de wind is gaan liggen. Allemaal weten ze
wat er nu gaat komen. Vanuit het open raam komt de klank van een viool naar
buiten. Zo mooi. Dit is niet wat merel gehoord heeft toen hij klein was. De
muziek die hij nu hoort is warm en zacht. Een stuk van een groot wereldberoemde
componist wordt bespeeld op de viool. Al snel opent merel zijn bekje, haalt
diep adem en begint de melodie mee te fluiten. Eekhoorn wil weer zijn oortjes
afschermen, maar deze keer kijkt hij vol bewondering op naar merel. Samen met
het meisje horen de dieren een hemelse muziek. Het lijkt alsof het bos mooier
wordt. De zon schijnt door de takken van de bomen en geeft meer warmte. Bloemen
steken hun kopje in de hoogte alsof ze nu beter kunnen horen. Merel kan gewoon
niet meer stoppen met fluiten. Meteen komt een vrouwtjesmerel naast hem zitten.
Zo'n mooi geluid heeft zij nog nooit gehoord.
Een paar maanden later zitten merel en eekhoorn
terug op de tak van de dikke eik bij het boshuisje. De bladeren van de bomen in
het bos beginnen stilaan geel en rood te kleuren. De herfst staat voor de deur.
Het raam van het huisje staat op een kier en gespannen wachten onze twee
vrienden op de klanken van de viool. Merel is zenuwachtig. Meermaals kijkt hij
achterom of tuurt hij in de lucht.Verwacht je soms iemand? vraagt eekhoorn. Plots zien ze allebei een
vrouwtjes merel met drie jongen achter haar aan op hun toekomen. Ze zetten zich
alle drie naast pappa merel. Hij kijkt trots naar zijn drie jongens die net hebben
leren vliegen. Verliefd kijkt hij naar zijn vrouwtje. Dan wordt het ijzig stil
in het bos. Elk dier voelt wat er staat te gebeuren. Voor het raam verschijnt
een jong meisje, dat ondertussen een jonge dame is geworden, met haar viool. Ze
plaatst het instrument onder haar kin en met de strijkstok raakt ze enkele
snaren aan. Het is prachtig en tevens ontroerend om te zien hoe zon jonge
vrouw met zoveel talent en overgave voor heel het bos staat muziek te spelen.
Samen met zijn gezin en zijn beste vriend eekhoorn wil merel naar het concert
luisteren. Zo leren zijn jongens muzieknoten en kunnen ze heel mooi fluiten als
ze wat ouder zijn.
Dinsdag 16 augustus 2016. We vertrekken uit Ekeren
om 08:30u. De zon schijnt en de temperatuur duidt reeds 20° Celsius aan. Het is
reuze fietsweer vandaag maar toch verkiezen we om vandaag te wandelen. De
fietsen zijn dringend aan een dag verlof toe. We parkeren de auto in Baasrode
(Oost-Vlaanderen ) achter de kerk. Vanaf hier is het slechts enkele stappen tot
aan de veerdienst. We zijn momenteel de enige passagiers als we om 09:25u op de
veerboot stappen. De veerman, Roger, is een vriendelijke man die wel een
praatje wil maken. De kapitein of schipper is al veertig jaar veerman. Eerst
was hij bij zijn vader op een veerboot om de stiel te leren. Nu is reeds zijn
zoon schipper op een veerboot in Sint-Amands. Ondertussen is het half tien
geworden. Roger staat op en gaat de stuurhut binnen. De motor wordt gestart en
de boot komt in beweging.
Vijf minuten later zijn we aan de overzijde van de
Schelde aangemeerd. Een gegalvaniseerde poort opent zich automatisch. Roger
opent een slagboom en we verlaten de overzet nadat we afscheid hebben genomen.
Een steile helling brengt ons boven op de dijk. We worden meteen verwelkomt
door een infobord: Welkom in het Sigmaproject Vlassenbroek en Wal-Zwijn! In
het kader van het Sigmaplan voeren Waterwegen en Zeekanaal NV en het Agentschap
voor Natuur en Bos hier de komende jaren werken uit. Het doel: de omgeving
beter beschermen tegen overstromingen en de unieke Scheldenatuur in ere
herstellen. Het principe van het Sigmaplan is eenvoudig. De rivier mag
overstromen in welbepaalde gebieden, waar geen bebouwing is. Zo werkt het
Sigmaplan aan een veilig natuurlijk en economisch aantrekkelijk Scheldegebied
voor iedereen.
Via de wandelknooppunten kunnen we alle kanten op.
We staan voor knooppunt 153 en we slaan linksaf richting knooppunt 154. Links
van ons stroomt de Schelde met een snelheid van +/- 7 kilometer per uur naar
zee. De rivier is 350 km lang en ontspringt in het noorden van Frankrijk op 97
meter hoogte en vloeit via België en het zuidwesten van onze noorderburen in de
Noordzee. Heel even twijfelen we of we langs de rechter- of langs de linkeroever
wandelen. Tussen het water en ons wandelpad is een steile oever met een rijke
vegetatie. Als bloemenliefhebber kijken we uit naar bijzondere plantensoorten.
Het is hier een varia van wilde struiken, kleine loofbomen, wilde grassen en
betoverende wilde bloemen in verschillende kleuren. Een tuin met stillevens.
Als eerste spotten we de wilde Orchidee. Een van de grootste plantenfamilies op
aarde. Volgens de laatste statistieken komen in België een 40-tal soorten
orchideeën voor. Ook de grote kattenstaart vindt zijn habitat langs oevers en
sloten. De plant bevat medicinale stoffen die onder andere gebruikt worden bij
diarree. De Haagwinde of Pispotje overdekt in de zomer hele heggen en
afrasteringen met witte bloemen die scherp aftekenen tegen de groene achtergrond.
Het is een genot om naar te kijken. De alom tegenwoordige statige populieren
zijn bomen uit de wilgenfamilie die 40 meter hoog wordt. Rechts beneden de
wandeldijk is Beerbroek. Het zijn niet alleen hectaren landbouwgronden waar de
maïs domineert maar ook talrijke weilanden worden bezet door menig renpaard en
pony. In de verte spotten we de spitse kerktoren van Kastel.
Door de ontelbare bewegwijzerde wandelwegen en
mooie vergezichten gaat een wandelhart feller slaan. Zo komen we bij knooppunt
154 en slaan we rechtsaf. We wandelen naar het centrum van Kastel. Het gehucht
ligt in Oost-Vlaanderen op het grondgebied van Moerzeke. Door zijn ligging
naast de Schelde is er geen doorgaand verkeer mogelijk. Het dorp ligt in een
bocht van de rivier en is namelijk langs drie zijden omringt. Kastel is een
dorp met veel polderland en grote serres. Met de jaren is het aantal
tuinbouwers erg geslonken. Verschillende serres staan leeg of worden als
opslagplaats gebruikt. Oude vervallen hoeves en bijhorende stallen werden de
laatste jaren afgebroken. Landbouw- en weidegronden werden verkocht en in de
plaats werden tientallen nieuwe eengezinswoningen opgetrokken. We wandelen op
een te grote afstand van de glazen serres om uit te maken wat er momenteel in
groeit en bloeit. Een dame van rijpere leeftijd komt met haar hondje onze
richting uit. Op mijn vraag wat er zoal in de serres wordt gekweekt vertelt ze
dat er momenteel tomatenplanten groeien. Op de plaats waar we het dorp
binnenstappen zijn tegen de hoge dijk dikke muren gemetseld. In de aangebrachte
gleuven worden bij hoogwater houten schotsen geplaatst. Verschillende dorpen
langs de Schelde en de Durme zijn gevoelig voor overstromingen. In de loop ter
tijden verloor de rivier haar natuurlijke overstromingsgebied door bebouwing en
landbouw activiteiten.
We komen bij de driesprong met de Tramstraat. De O.
L. Vrouw ter Noodkapelwerd gebouwd rond
1771. Ze werd vakkundig gerestaureerd tijdens WOII in 1941, volgens een
opschrift in de gedenksteen. In de Ganzenberg wandelen we tot bij de
parochiekerk van Sint-Jozef. Met de bouw van de huidige kerk werd gestart in
1876 in opdracht van pastoor stichter E.H.T. Verschelden. Een jaar later werd
ze plechtig ingehuldigd. Theofiel Verschelden werd de eerste pastoor van de
nieuwe kerk. Een monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen werd in
de gevel van de kerk ingemetseld. Ook werd een gedenksteen aangebracht ter
ereaan de gesneuvelden die de dood
vonden te Castel-Moerseke in september en oktober 1914 aan de Schelde. De vele
glas-in-loodramen komen echt tot hun recht nu de zon schijnt. Alle aandacht
gaat voornamelijk naar het brandglasraam in het hoogkoor. Het dateert van 1910.
In het midden zien we het Heilig Hart en O.-L.-Vrouw met kind Jezus. Links
Sint-Jozef en rechts de Heilige Coleta. Verder staan er nog verschillende O.
L. Vrouwbeelden op het altaar.
Eens uit het centrum van Kastel wandelen we terug
door de vrije natuur. Een nieuw infobord heet ons welkom en vertelt: We staan
nu in het deelgebied 'Randzone Nieuwbroek' met vele knotbomen. De Koning
Albertdijk werd na de grote overstroming van 1928 aangelegd door het verhogen
en verstevigen van een bestaande binnendijk. In 1932 huldigde koning Albert de
nieuwe dijk in.We naderen knooppunt
156.
Halverwege knooppunt 163 komen we bij de visvijver
in een groene oase van rust en stilte. We zijn hier helemaal alleen. Een
zitbank nodigt uit om onze meegebrachte picknick aan te spreken. De wandeling
heeft ons hongerig gemaakt. Een ijsvogel scheert laag over het water. Een vis
springt de hoogte in en valt terug in de vijver. Bomen weerspiegelen zich in de
uitgestrekte waterplas. Rondom het water vinden we de prachtige lisdodde met
zijn bloesems in lange kolven. De vrouwelijke kolven onderaan en de mannelijke
erbovenop in het geelbruin. Op de andere oever staat een zilverreiger doodstil
te wachten. Hij heeft ons gezien en houd ons scherp in het oog. Weer scheren
twee ijsvogels vlak boven het wateroppervlak van de ene oever naar de andere
waar ze verdwijnen tussen het hoge groen. Heerlijk is het hier. Links is een
brug over de vijver gemaakt. Het is windstil door de hoge statige populieren
die rond de vijver groeien. Na onze picknick moeten we verder rond de vijver.
De reiger vertrouwd het niet en kiest het hazenpad. We wandelen tot over de
brug en bij de splitsing vinden we geen knooppuntenbordje. Rechts van ons is
een hoge dijk met veel begroeiing. Netels, Grote bevernel of Wilde peen.
Hopelijk is het geen Berenklauw. Bovenop de dijk zien we ons knooppunt. Het pad
is volledig dichtgegroeid, maar we vinden gelukkig een andere weg naar boven.
De wind ruist door de kruinen van de hoge populieren. Het lijkt alsof er in de
buurt een grote waterval is. Braambessen groeien aan stekelige struiken. Ze
hebben een geneeskrachtige werking vooral bij verkoudheid en keelpijn. De
gewone vlierbesbomen bloeien volop. Van de vruchten wordt jam, vruchtensap en
vlierbessenjenever gemaakt.
In de Kasteellaan 23 werd een slotklooster gebouwd
tussen 1974-76. Het is door de grote klokkentoren en het witten kruis tegen de
zijgevel dat het opvalt dat hier een heiligdom werd opgetrokken. De zusters van
Ongeschoeide Karmelietessen leven hier in totale eenzaamheid en leggen zich
volledig toe op het gebed. De opvallende glas-in-loodramen hebben als thema de
aanroeping uit de litanie van Maria. De temperatuur is ondertussen hoog
opgelopen en we proberen zo veel mogelijk in de schaduw te wandelen. We snakken
naar een gezellig terrasje voor een verfrissend streekbiertje onder een grote
parasol. Dat zal, hopelijk, voor straks zijn.
Bij knooppunt 163 moeten we linksaf. Achter ons
zien we, in de verte, de spitse kerktoren van Moerzeke. Wat verder op de baan
staat de achthoekige Heilige kapel die werd gebouwd ter verering aan Sint-Jozef
in 1866 op initiatief van de bevolking om bijstand te verzoeken. Het gebeurt
echter niet vaak dat een heiligdom zo uitzonderlijk groots wordt opgetrokken.
Achter de landelijke kapel staat de bekende lindeboom volop in bloei. De kapel
werd gebouwd in acht-vorm met een gaanderij en het dak wordt ondersteunt met
evenveel pilaren. De achthoekige vorm verwijst naar de achtste dag, de dag van
de opstanding van Jezus Christus. De kapel is momenteel in restauratie. Twee
stellingen verstoren het uitzicht. Een heiligbeeld van Sint-Jozef met het kind
Jezus staat centraal op het altaar.
Tussen knooppunt 159 en 158 wandelen we voorbij het
natuurreservaat 'De Kramp', rechts van ons. Door de hoge struiken en bomen zien
we bijna niets van de meanderende zoetwaterschorren. Op lagere plaatsen groeit
het riet waardoor het een geliefkoosde plek is voor broedende vogels. Op de
helling van de dijken groeien de wilgen. Het overdadig groen belet ons het
zicht op de Schelde. Links van ons is het Oubroek. Je kan hier heerlijk rustig
wandelen. Aan water en groen geen gebrek. Het weelderig groen heeft verbazend
veel tinten. Een feest voor de zintuigen. De lucht is zomers blauw en de zonnestralen
kunnen we slechts met dichtgeknepen ogen doorkijken.
Het is even wachten op de overzet. Hij ligt nog in
Baasrode aangemeerd. Van hieruit gezien is het een stuk drukker dan vanmorgen.
Ook achter ons is het aanschuiven voor een plek op de veerboot. We praten even
met een man die met zijn zoontje een tocht gaan maken met hun mountainbike.
-'Anders zit
hij toch maar voor TV of achter de computer!' is zijn excuus. Ze zijn van
Kastel afkomstig en ze zouden nergens anders willen wonen. Ik weet niet of het
zoontje er binnen een paar jaar ook zo nog over denkt. Het is in Kastel heel
rustig wonen, dat wel, maar er valt voor de jeugd echter niets te beleven.
Ondertussen is de veerboot aangemeerd en we laten de mensen eerst afstappen
voor wij op de boot stappen. Tientallen fietsers plaatsen hun rijwiel tegen een
aangebrachte balustrade.
Enkele minuten later staan we voor de kerk van
Baasrode. De Sint-Ursmaruskerk is oorspronkelijk van de 16de eeuw en werd
opgetrokken op de plaats van een O. L. Vrouwekerk die te klein werd bevonden.
De huidige kerk kreeg het tijdens de afgelopen eeuwen zwaar te verduren. Niet
alleen door verwoestende oorlogen, maar ook felle branden en zware stormen
eisten hun tol aan het gebedshuis. Ze werd telkens opnieuw opgebouwd maar van
het 16de eeuwse kerk blijft niets meer over. De westertoren werd tijdens WOI
zwaar getroffen en eerst in 1921 door de huidige toren vervangen. De kleurrijke
glasramen werden tijdens het interbellum geplaatst. De lambrisering is van
hout, net zoals het altaar. De muren en plafond zijn gestuukt. Naast de
toreningang werd de Calvarieberg in de muur gemetseld. Het is sinds 1930 het
monument voor de gesneuvelden van WOI.
Het pand met nummer 23, in de Sint Ursmarusstraat,
werd gebouwd in opdracht van de broers Van Damme in 1928 en werdeveneens als scheepswerf ingericht. In 1955
werd alles verkocht aan een specialist in waterbouwwerken.
In taverne 'De Kring' nemen we een lange pauze om
het innerlijke en uiterlijke van de mens te versterken. Een fris streekbiertje
vormt de favoriete halte van menig wandelaar of fietser. Het hoort er nu
eenmaal bij. Toch zeker vandaag met deze aangename zomerse temperaturen. Na de
eerste slok knik ik goedkeurend. Dit is proeven volgens de regels van de kunst.
Het voormalige gemeentehuis van Baasrode is
momenteel in functie als dienstencentrum. De vlaggen wapperen in de wind. Het
gebouw werd opgetrokken rond 1860 samen met de gemeenteschool. Het nummer 100A
werd gebouwd in 1886 en door de gemeente aangekocht in 1910 ter uitbreiding van
het gemeentehuis. Momenteel is er de school IBO 'de Speelvogels' in
ondergebracht.
We wandelen door de Scheepswerfstraat naast het
Dorpsplein tot het nummer 51. Dit pand werd in 1909 gebouwd door een brouwer.
In de jaren van 1920 werden er in dit pand film- en toneelvertoningen gehouden.
Momenteel is het grote bloemenzaak waar men ook kruiden en geschenken kan
inkopen. Aan de overzijde, in nummer 68, is het pand van de voormalige
posterijen. Het staat al jaren leeg en begint te verkommeren. Het onkruid
tussen de plavuizen staat twee kontjes hoog. Het oorlogsmonument op de hoek met
de Kloosterstraat werd in 1920 plechtig onthuld. Het monument staat hoog op een
sokkel voor de Vrijheidsboom van 1919 en wordt omringt door een smeedijzeren
hek. Tussen de jaartallen 1914-1918 staat de tekst Hulde aan onze helden.
We vervolgen onze wandeling en slaan de volgende
straat linksaf (Rosstraat) tot bij het voormalige Godsgasthuis. Het pand werd
in 1931 gebouwd in opdracht van de Commissie van Openbare Onderstand. Het werd
een jaar later als rusthuis ingehuldigd waar alleen kansarmen, alleenstaanden
en gehandicapten werden opgevangen door de zusters van Sint-Vincentius a Paulo
uit Beveren. Vanaf 1968 wordt het gebouw gebruikt als rusthuis en
dienstencentrum. Rechts van de ingang werd een beeldengroep geplaatst van de
Heilige Vincentius a Paulo. Het werd reeds in 1947 aan het Godshuis geschonken.
Verderop rechtsaf wandelen we door de
Smeykensstraat tot bij de restant van een oude korenmolen. De stenen romp is
nog duidelijk zichtbaar. Het molenhuis is er tegenaan gebouwd. De kap en de
wieken werden jaren geleden al verwijderd. De eerste molen dateert van 1855 en
werd in hout opgetrokken. In 1989 stond er al een stenen staakmolen. In 1925
werden de houten kap en de wieken verwijderd. De molenromp werd nog gebruikt
als een elektrische graanmaalderij. In 1985 was het voorgoed voorbij toen alle
maalactiviteiten werden stopgezet. Bij het tweede kruispunt (Geerstraat) vinden
we aan onze rechterzijde de kruiskapel uit 1867. De kapel maakt deel uit van de
processie van het Heilig Kruis op O.L.Vrouw Hemelvaart. Er staan beelden van de
Heilige Rita, het Heilig Hart van Christus, de Heilige Theresia en een
gekroonde O.L. Vrouw met kind. We wandelen terug naar de auto. Op de terugweg
wandelen we weer door de Sint Ursmarusstraat die al aangegeven staat op de
wegenkaarten uit de 18de eeuw. Bij huisnummers 137-139 staan we stil bij de
oude gerenoveerde herenhuizen waar de scheepswerven waren. De
scheepsbouwonderneming werd in 1988 stopgezet en alle huizen en werkplaatsen
werden aangekocht door de provincie Oost-Vlaanderen. De panden werden omgebouwd
tot scheepvaartmuseum en scheepswerven. Terug naar huis, naar Ekeren. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Het
is ongeveer vier jaar geleden maar toch ben ik hervallen. Ik ga terug
fitnessen. Hier in het centrum van Ekeren. Het is niet onmiddellijk het mooiste
gebouw, ook zijn het niet de allernieuwste toestellen, ze staan dan nog een
beetje door elkaar met een doorgang van enkele centimeter. Maar het is voor mij
een beetje terug thuis komen. Enkele jaren geleden, toen ik vijftig werd, begon
ik aan mijn conditie te werken. Sommigen krijgen hun midlife crisis op hun
veertigste. Bij mij kwamen de symptomen een decennia later. Ik leerde er andere
mensen kennen en respecteren. Vooral Stany was een soulmaat geworden tijdens
het fitnessen. We spraken nooit af. Er waren zelfs weken bij dat we elkaar niet
zagen. Als we dan toch samen waren kwam het fitnessen vaak op de tweede plaats.
We zetten ons dan aan de toog en bij een warme mok koffie praatten we toen
honderd uit. Om eerlijk te zijn. Stany praatte en ik luisterde. Hij was op
tweeënvijftig jarige leeftijd op pensioen gegaan. Na jaren dienst bij Ford,
plan twee, als ik me niet vergis. Hij kon er uren over vertellen. Of over hun
kleinkinderen, een tweeling van, toen, vier of vijf jaar. Stany was geliefd bij
alle collega's van de fitness. Soms stonden we met vijf of zes rond hem en
luisterden naar zijn verhalen van de vele hobby's die hij had. Windsurfen,
wandelen, fietsen, en nog enkelen die me niet te binnen schieten. Tussendoor
zorgde hij ook nog voor z'n vrouw. Ik heb haar nooit gekend. Ze was
hulpbehoevend. Ze was visueel gehandicapt. Maar hij morde niet. Nooit
eigenlijk. Hij maakte tijd voor haar vrij om gezellig een wandeling te maken.
Fietsen deed hij uiteraard alleen. Hij maakte er uitvoerig reclame van hoe hij
gefietst had.
'Vanaf Ekeren natuurlijk naar Schoten. Langs het kanaal tot Brecht. Ter hoogte
van knooppunt 97 naar Wustwezel en vervolgens naar Wildert. Na een terrasje
terug rijden langs Kalmthout. Via Hoogboom is het niet ver meer tot Ekeren.
Goed voor een 40 à 45 kilometer besluit hij dan.'
Ik
zie het nog zo voor me. Tijdens de uitleg wijst hij met de wijsvinger over een
denkbeeldige fietsknooppuntenkaart in de lucht.
Tien
jaar later probeerde ik het bij een andere fitness. Prachtige locatie,
vernieuwde toestellen, op verschillende punten TV toestellen. Je mag zelf je
drinken meebrengen. Om kort te zijn: alles erop en eraan. Ik hield het geen
jaar vol. Ik miste iets. Ik miste warmte en vriendschap. Ik stopte er dan ook
mee.
Begin
januari 2016, vijf jaar later, laat ik me terug inschrijven bij de fitness in
de Kloosterstraat. Nu ik op pensioen ben kan ik in de voormiddag aan mijn
conditie werken. Niets is er veranderd, alles is nog hetzelfde. Rossi was blij
om een bekend gezicht terug te zien. De Spaanse furie achter den toog is ook
niets veranderd. Streng maar rechtvaardig. Altijd berijdt voor een praatje.
'Ik heb slecht nieuws Luc!''Stany is
begin januari 2014 gestorven.'
Een
koude douche. Een koude rilling loopt van mijn nek naar beneden.
Ben is stuk voorbij de zeventig. Hij komt hier al vanaf 1989, vertelt hij. Een
uurtje, dat is genoeg.
Frank, een vijftiger, al toont hij er een stuk ouder uit. Breed geschouderd,
werkt als havenarbeider. Steeds paraat voor een praatje.
Frieda en Fons. Een koppel dat tijdens de wintermaanden aan hun conditie komt
werken. Vooral fietsen is hun passie. Als het weer enigszins meezit, zie je ze
er samen op uit trekken met de fiets. Ze zijn de zeventig al een tijdje
gepasseerd. Fons is al jaren verknocht aan de wielersport. Overal heeft hij al
gefietst. Spanje, Denemarken, Nederland, Duitsland, zelfs tot in het verre
Roemenië kon men hem zien fietsen. Tegen een gemiddelde snelheid van 33 p/u
vliegt hij door de straten. De laatste tijd is het aan het minderen. Hij haalt
nog 'amper' 25 p/u.
In mijn beginperiode van de fitness kwam Diederik al in het sportcentrum. Hij
zocht nooit contact met iemand. Als hij groette was het steeds in het Engels.
Vandaag krijg ik de kans hem beter te leren kennen. Diederik komt niet uit
Engeland of de V.S. zoals ik eerst had gedacht. Diederik komt uit Denemarken.
Een klein dorp in het noordoosten van het land. De naam is mij ontgaan. Nu is
hij op pensioen en kwam hier in Ekeren wonen. Hij werkte hier aan de haven op
een groot bedrijf. Alle dagen heen en weer naar Denemarken. 's Morgens had hij
nooit file. 's Avonds wel, maar dat vond Diederik niet erg. Hij begrijpt wel
een beetje Nederlands, maar ja thuis praten ze Deens natuurlijk.
Sven Van Looveren is een jonge man die hier nu ongeveer een jaar komt trainen.
Half lang krullend haar, een volle snor en een korte verzorgde baard. Ik schat
zijn leeftijd op 25 jaar. Het sporten zit hem in het bloed. Een kleine twee
jaar geleden deed hij nog mee met kampioenschap armworstelen. Na een verkeerd
maneuver brak hij zijn bovenarm op vier plaatsen. Op de spoedafdeling besliste
de arts om onmiddellijk te opereren. Er werd een stalen plaatje tegen het bot
bevestigd. Na een week nog zes maanden revalidatie. Wanneer het plaatje eruit
moet weet Sven niet. Soms zie je hem naar zijn schouder pakken omdat deze wat
gevoelloos wordt. Dat verdwijnt wel met sporten had de chirurg beloofd. Het
litteken op zijn arm is wel groot. Sterkte Sven.
Op
11 april valt het doek. Rossi geeft het slechte nieuws door. De zaak sluit op
25 april 2016. Sommigen onder ons hadden de sluiting verwacht. Maar toch komt
het onverwachts. Ik was al blij dat Rossi er openlijk voor uitkwam. Er was een
kandidaat overnemer, vertelt ze, maar hij haakte op laatst af. Dat is niet
verwonderlijk. Het afgelopen jaar werden er geen onderhoudswerken uitgevoerd.
Alle toestellen zijn verouderd. De bekleding is gescheurd en/of versleten. Het
dak is versleten en lekt bij elke regenbui. Toch is het spijtig. Weer verdwijnt
er een stukje nostalgie. Na veertig jaar zal ook dit gebouw verdwijnen. Daar
zijn we ons van bewust. Misschien koopt de school het gebouw op om er een nieuw
complex te bouwen. Tot schrijfs.
Fietsknooppunten: 61-21-*-60-70-*-26-*-62-25-61.
Een sterretje verwijst naar een afwijking.
Zondag 07 augustus 2016. Enkele dagen geleden
beloofde onze weerman, Frank, een zonnig warm weekend. Alhoewel we van de
warmte niet kunnen klagen, is het alles behalve zonnig. Als we 's morgens de
rolluiken optrekken schijnt de zon maar een uur later schuiven er reeds grijze
wolken voor de gele ster en steekt er een strakke frisse wind op. Misschien is
het in de Brabantse Kouter beter weer. De 'Steenhuffelroute' is een deel van
route twee van de Brabantse Kouters in de provincie Vlaams Brabant. De hele
fietslus is 48,6 km zonder afwijkingen. De historische haltes stippelen we zelf
uit en dat maakt onze fietstocht behoorlijk langer en vermoeiender. In totaal
kom je door 9 of 10 dorpen waar je WOI monumenten vindt. Monumenten met een
sterk verhaal. In Asse is er een wandeling langs belangrijke
bezienswaardigheden voorzien. Alles bijeen is de route te lang om in één dag te
doen en alles te beleven. We delen de fietslus in twee. Elke route heeft zijn
markant of luguber verhaal. Eind juli reden we de 'Mollemroute' en vandaag de
'Steenhuffelroute'.
Onze GPS loodst ons door Londerzeel waar het heel
druk is. Vandaag vinden hier oogstfeesten plaats. De Dorpstraat en de
Molenstraat worden gedomineerd door talrijke vrachtwagens en bestelwagens. Het
lijkt alsof er een stoet van zwaar verkeer op het getouw komt. Het blijkt een
jaarlijkse traditie te zijn die vanmiddag om 14u begint met muziek voor jong en
oud. Vervolgens treed Johan Verminnen op en om af te sluiten speelt de lokale
band 'Magnet' covers die tot de late uurtjes voor ambiance zorgen. Dit
oogstfeest gaat vooraf met een voertuigenzegening in de voormiddag. De parochie
van Londerzeel is de enige die toegewijd is aan Sint-Kristoffel. Vanop het
gemeentehuis, voor de kerk, worden alle soorten van voertuigen gezegend. Dat
brengt deze felle drukte mee. Omdat ik in tegengestelde richting rij heb ik
bijna geen problemen en kan ik, rustig weliswaar, verder rijden. Dat kan niet
gezegd worden van de auto's die vanuit de tegenovergestelde richting in het
centrum van Londerzeel moeten zijn.
Om 10:00u draai ik de parking op bij de kerk van
Steenhuffel. De Sint-Genovevakerk is oorspronkelijk van 1235. Ze werd tijdens
de volgende eeuwen meermaals afgebroken en opnieuw opgetrokken. De kerktoren is
bijna 38m hoog en kreeg zijn huidige uitzicht na een uitbreiding in 1826 en
1913. In en om de 13de eeuwse kerk zijn renovatiewerken aan de gang. De
brandglasramen werden verwijderd omdat ze aangetast zijn door oxidatie. In 2017
zullen de glas-in-loodramen opnieuw in de kerk te bewonderen zijn. De
temperatuur duidt inmiddels 20° C aan en volgens een vertrouwde bron wordt het
beslist 25° C in de schaduw. Voor alle zekerheid houden we ons wollen vestje
aan tegen de wind en nemen een opvouw regenjas in de fietstassen mee.
Rechts van onze rijrichting is de hoge stenen muur
van de brouwerij met daarop de tekst, zwart op wit: Palm Brouwers sinds 1686.
Doch duurt het nog tot 1747 voor de officiële brouwerij wordt opgestart.
Tijdens WOI wordt de brouwerij volledig vernield maar wordt weer terug
opgebouwd. Het is echter wachten tot in 1958, tijdens de wereldexpo te Brussel,
vooraleer Palm de nationale bekendheid verwerft. Verderop is knooppunt 61.
Rechts staat het voormalige treinstation van Leireken dat omgebouwd werd tot
een Bistro café. Een ontmoetingsplaats voor fietsers en wandelaars die willen
genieten van een drankje, een snack of een koude en warme maaltijd. Het
voormalige treinstation werd in 1882 gebouwd langs de spoorlijn
Londerzeel-Aalst. In 1952 werd het station buiten dienst gesteld. De spoorlijn
verkommerde tot 1978. In dat jaar wordt de spoorlijn omgevormd tot een fiets-
en wandelpad, omgeven door de nodige fauna en flora, die ons dwars doorheen
pittoreske dorpjes brengt. Hier slaan we linksaf om knooppunt 21 te volgen. De Brabantse Kouters vormen een ideale decor om te
fietsen en te wandelen. We krijgen een mix van fraaie landschappen te zien met
uitbundig veel groen. Wat verder houden we halt bij de hopvelden van brouwerij
Palm. Het hopveld is 35 are groot en telt een 800-tal hopplanten. Tien meter
hoog groeien de ranken met het groene goud van Palm Hop. De jonge hopscheuten
die nog onder de grond zitten worden beschouwd als een delicatesse. Een
infobord laat ons weten dat in oktober 2011 dit hopveld werd aangelegd,
speciaal voor het brouwen van het Palm Hop Select bier.
Bij knooppunt 21 zijn we in het centrum van
Peizegem. De skyline vertoont de spitse toren van de
O.L.V.-Onbevlekt-Ontvangenkerk die in de steigers staat. De toren is volledig
afgesloten met nadarhekken. Door de strenge vrieskou van afgelopen winter zijn
verschillende voegen losgekomen. Brokstukken kwamen naar beneden en een
restauratie drong zich op. Twee straten voorbij het knooppunt moeten we linksaf
in de Kouter tot bij de Koutermolen. Wij slagen erin om te ver te rijden en na
een omweg en tweemaal vragen staan we dan toch voor de bijna verscholen stenen
Koutermolen. Wat we zien is slechts het restant van de molen dat gebruikt wordt
als opslagplaats. Van de molen was al sprake in 1406. De toenmalige houten
windmolen werd door een windhoos in 1876 omver geblazen. Daarop werd een stenen
molen opgetrokken en die maalde opnieuw vanaf januari 1877. Tijdens WOI was de
molen een strategische uitkijkpost en zat dan ook regelmatig vol met Duitse of
Belgische soldaten. En de molenaar maalde ondertussen rustig verder. Daardoor
dachten de Belgische soldaten dat hij met de Duitsers heulde en met de
molenwieken tekens gaf aan de vijand. Molenaar Mertens werd samen met zijn
knecht hiervoor in de gevangenis van Antwerpen opgesloten. De molen werd op 10
september 1914 in brand gestoken door de Belgische soldaten. Hij brandde als
een toorts en het vuur was tot ver in de omtrek te zien. Na de oorlog werd de
molen terug maalvaardig. In 1933 kocht René De Block de molen en maalde nog tot
eind 1970. Naderhand werd alles gesloopt tot er nog slechts de romp van over
bleef. Hij is privébezit en dus niet te bezichtigen.
Aan de overzijde van de straat, tegen de haagmuur
van huisnummer 72, werd het monument van Peizegem geplaatst. Het werd
ingehuldigd op 1 september 2013 ter ere van Jules Alfred Savoye. Jules werd te
Aarlen geboren op 11 september 1897. Op 16 jarige leeftijd maakte hij deel uit
van het 2de regiment Jagers te paard dat op 1 september 1914 een aanval inzette
om het gebied rond de Koutermolen op de vijand te heroveren. Hij sneuvelde een
paar dagen voor zijn 17de verjaardag en werd postuum tot brigadier bevorderd.
Hij werd tijdelijk langs de weg begraven, maar uiteindelijk overgebracht naar
Mont-sûr-Marchienne op 19 september 1924.
Als we rechtsaf slaan in de Gasthuisstraat bevinden
we ons in het centrum van Merchtem. Voor de 'Pen & Pret' school, aan de
linkerkant, staat een tamelijke grote wegkapel. De kapel Onze-Lieve- Vrouw
Bijstand noemt 'Weg Om' en werd in 1902 gebouwd. Het heeft een prachtig
interieur en is met talrijke bloemen versiert. Op het altaar, op een hoge
sokkel staat het beeld van Maria met kind.
Het monument van gesneuvelden werd geplaatst op de
hoek Krekelendries en Stationstraat, te midden van een groen plantsoen. De
bronzen soldaat, hoog op zijn sokkel, staat met de rechtervoet op een sabel. In
het lemmer staan de woorden: Macht boven recht. Het herdenkt de inwoners van
het dorp die omkwamen tijdens de beide Wereldoorlogen. De
O.L.Vrouw-ter-Noodtkerk heeft een bewogen leven achter de rug. Ze stortte
enkele keren in na felle branden. De laatste brand dateert van 1815. In 1969
kwam er een gedeelte van het plafond naar beneden. Momenteel worden er
onderhoudswerken uitgevoerd. Voor elk glasraam staat, zowel van binnen als van
buiten, een stelling. De glas-in-loodramen werden in de zijbeuk verwijderd voor
restauratie. De historische glasramen werden de afgelopen jaren beschadigd door
vandalen. Tijdelijk worden er gewone ruiten ingezet. Het maakt de mooie kerk
een stuk lichter. Vooraan kunnen we nog de kleurige taferelen bewonderen van de
glas-in-loodramen. De Heiligenbeelden geven kleur aan het eentonig wit van de
muren. Tegen de pilaren, die de middelste beuk ondersteunen, werd de kruisweg
van Christus bevestigd. Tussen twee glasramen hangt de Calvarieberg.
We belanden in Imde. Een gemeente van Meise. De
Sint-Kwintinuskerk dateert van de negende eeuw, maar in de 19de eeuw volgde een
uitgebreide vergroting zodat de huidige kerk dateert van 1839. Op 24 augustus
1914 werd in de buurt de 'Slag van Imde' uitgevochten tussen Duitse en Belgische
troepen waarbij 85 Belgische soldaten sneuvelden. 2,5 kilometer verder komen we
in het centrum van Wolvertem. De Sint-Laurentiuskerk werd gebouwd bovenop een
heuvel en bestaat uit verschillende bouwstijlen. Er werd rode baksteen en
natuursteen gebruikt. In de gevels werden de oudste grafzerken ingemetseld. Ze
zijn door weer en wind verweerd en bijna onleesbaar geworden. De toren is nog
van de 13de eeuw. Naast de toreningang wandelen we voorbij een hoge pilaar met
het beeld van Maria dat hier geplaatst werd in 1954. De kerk is niet open voor
een bezoek. Vooraan staat het monument van het Heilig Hart. Het monument voor
de gesneuvelden werd in de hoek van het gemeentehuis ingewerkt. Het gebouw dat
dateert van 1875 diende in die tijd niet alleen als gemeentehuis maar ook als
schoollokaal, zetel van het vredegerecht en archiefbergplaats. Vanaf september,
volgende maand dus, komt het gebouw leeg te staan. De gemeentediensten
verhuisden enkele jaren geleden al naar een nieuwbouw. Leerlingen van de
Academie vonden er tijdelijk een onderkomen. Nu ze op hun beurt verhuisden naar
een gerenoveerd pand wordt het openbaar gebouw verkocht.
Een gezellig terras, voorbij de kerk, lonkt ons en
we genieten van een streekbiertje. De zon laat het echter afweten. Wat later fietsen
we rechtdoor en volgen knooppunt 60. Maar het lot beslist anders. Verderop
moeten we naar links maar we zien geen bordje staan en fietsen dan maar
rechtdoor. Plots zijn we in Meise. Dat klopt niet. En we passeren een
knooppuntenbordje met nummer 42. Dat klopt evenmin. Discuteren en vloeken helpt
ons niet verder. Terug maar. Terug tot het centrum van Wolvertem en daar zie ik
onze fout. Een bordje gemist, meer nog. Links en rechts staat een
knooppuntenbordje met nummer 60 dat naar linksaf wijst. Shame on you!
Links van onze rijrichting staat het kunstwerk van
levende wielerlegende Eddy Merckx. Het werd vlakbij het administratief centrum
van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in bijzijn van Eddy zelf plechtig
onthuld op 13 juni 2015. In de Van Hoorickweg staat een klein infobord over de
oude pastorie, gelegen aan de overzijde van het water. We lezen: Mej. Van
Horick stelde in haar testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat
de gemeente met dit geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en
gehandicapten die in armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude
pastorie te kopen. Vandaag is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord,
serviceflats en dienstencentrum.
Op weg naar knooppunt 70 moeten we door een heel
smal pad tussen weilanden. Het zal niet veel breder zijn dan een meter, maar
het is bijna helemaal dichtgegroeid met onkruid. Het werd aangelegd met asfalt
zonder eerst de putten en kuilen op te vullen. Ons pad is net zo breed als onze
fietsbanden. Hier fietsen stelt onze zenuwen danig op de proef. Als we een
tegenligger krijgen weet ik niet wat er moet gebeuren. Gelukkig slingert onze
tweewieler zich 'snel' over de kleine smalle plattelandsweg. De weilanden zijn
met prikkeldraad afgespannen. Links grazen koeien en rechts wacht de maïs om
geoogst te worden. Netels en distels groeien links en rechts op ons pad. En dan
praat ik nog niet over de Berenklauw die welig aan beide kanten tiert. Een ware
beproeving. We worden wel getroffen door landelijke stilte, enkel onderbroken
door natuurlijke geluiden van de omgeving. Teneinde linksaf om knooppunt 70
verder te volgen. We rijden door een lange laan. De zon is al een tijd
verdwenen en de wind steekt nog een tandje bij.
Aan knooppunt 70 staat het kasteel van Imde. Een
hoog gietijzeren hekwerk verspert ons de weg. Door de laaghangende takken zien
we bijna niets van het gebouw. Het mortuarium in de Kouterbaan is een hoog
gemetselde vierkante toren die reeds van ver zichtbaar is. Tijdens de slag van
Imde vielen aan Belgische zijde een honderdtal slachtoffers. Ter herdenking van
deze gesneuvelden werd op initiatief van juffrouw J. Orianne deze gedenksteen
opgericht die op 24 augustus 1920 werd ingehuldigd. De teksten werden in beide
landstalen aangebracht. Na ons monument moeten we knooppunt 26 volgen. We
naderen de boskapel langs een kiezelpad tussen eikenbomen. De weg zit vol
putten en kuilen. We proberen zo goed mogelijk rond de kuilen te slalommen. In
de weiden links en rechts grazen de koeien. Nieuwsgierig kijken ze ons na. De
Boskapel of 'Onze-Lieve-Vrouw-Behoudenis-der-Kranken' werd gebouwd op een oud
bedevaartsoord uit 1658. De kapel werd uit noodzaak in 1707 sterk uitgebreid.
De laatste renovatie werd gedaan in 2012. Op 15 augustus 2014 werd de
vernieuwde Boskapel plechtig ingehuldigd. Van juni tot september wordt er
wekelijks op woensdagavond een mis opgedragen. Ook vandaag is het druk aan de
kapel. Wandelaars komen een kaarsje branden. Een halteplaats voor fietsers om
even te rusten en een bezinningsplek voor pelgrims.
Na de boskapel is het allemaal groen wat de klok
slaat. We fietsen uitsluitend tussen weilanden, bossen en landbouwgronden waar
de maïs domineert. Ons pad slingert tussen de weilanden met enkele vierkante
hoeves. Bij een stal staan de kalveren buiten in een groepshok. Dorpen en
steden zijn uiteraard niet weg te denken, maar waar het even kan, heeft men het
groene karakter van weleer bewaard. Midden in dit landelijke gebied doemt in de
verte weer een dorp op als een baken boven het landschap. De kerktoren van
Londerzeel.
We komen in het centrum van Londerzeel en houden
halt op het Heldenplein. De Sint-Kristoffelkerk werd reeds beschreven in 1565.
In 1582 werd ze door een brand volledig verwoest. En dat zou niet de laatste
keer zijn. Ook in 1855 brandde de kerk volledig af. Ze werd opnieuw opgetrokken
in zandsteen. De vierkante spitse toren is van 1898, maar werd door een
windhoos vernield in 1990. Alles werd in oorspronkelijke staat weer opgebouwd.
Hier was vanmorgen om 10:30u de voertuigenwijding die alle jaren op het eerste
weekend van augustus plaats vindt. Opzij van de kerktoren staat het bronzen
beeld van Fien van Krones (1879 1951), moeder van dertien kinderen. Ze baatte
samen met haar man een winkel uit aan de overzijde van de straat 'Afspanning De
Kroon'. De winkel werd ondertussen door een nieuwbouw complex vervangen. Het
beeldhouwwerk is van één van haar nakomelingen Pol Van Esbroeck. Aan de andere
zijde staat het Heilig Hartbeeld.
We volgen opnieuw een spoor van WOI in de
Kasteelstraat. Vooraan moet villa Cara gestaan hebben. Er is wel een villa op
nummer 13 maar deze heeft geen naam. Misschien is het al weggebroken, wie weet!
In villa Cara woonde Jeanne Caroline Charlotte Orianne. Ze was de ongetrouwde
dochter van een Brusselse rijkswachtofficier die na de dood van haar ouders op
de villa is blijven wonen. Ze bezoekt het slagveld van Neeravert en ziet de
gruwelijke gevolgen.
Het beweegt haar ertoe om alle gesneuvelden waarvan
zovelen anoniem bleven, een waardig soldatengraf te geven. Samen met enkele
assistenten doorzoekt ze dagen lang het slagveld ter hoogte van Neeravert. Dat
is de dag van vandaag het stuk tussen Londerzeel, St-Jozef en de A12. Jeanne
graaft de lijken op, wast ze en probeert ze te identificeren. In een houten
kist krijgen ze een laatste rustplaats op het kerkhof van Londerzeel St-Jozef.
Juffer Orianne beperkt zich trouwens niet tot Londerzeel. Ook op andere
slagvelden zoekt ze naar gesneuvelde Belgische militairen.
In Klein Holland vinden we nog een hoge kapel,
gewijd aan Maria. We fietsen tot bij het grote monument op de hoek
Blauwenhoek/Ursene.Bij de 'Slag van
Londerzeel' of de 'Slag van Neeravert' op 29 september 1914 sneuvelden aan
Belgische zijde drie officieren en 127 soldaten. Als eerbetoon aan de
gesneuvelde soldaten liet juffrouw J. Orianne, vijf jaar later, op 29 september
1919 dit monument oprichten. De tekst, in beide landstalen, luidt: Aan de
officieren en soldaten van het 12e Linieregiment, 1e, 3e,
6e regiment Jagers te voet en Carabiniers te Londerzeel gesneuveld.
Het monument werd laatst in 199O grondig gerestaureerd. Naar aanleiding van
100 jaar Groote Oorlog werd aan het monument een ereplaket voor Juffrouw J.
Orianne bevestigd.
In de Breendonkstraat vinden we eveneens een kapel
die toegewijd is aan Maria. Het gebouw werd in 1944 gebouwd. De houten dubbele
poort staat slechts aangeleund. We kunnen het prachtige interieur bewonderen.
De klimop overwoekerd de zijkant van de kapel. De oude lindeboom zorgt voor
schaduw. Ons laatste monument is het 'Neeravert monument' dat eveneens
opgericht werd door Jeanne Orianne om het 12de Linieregiment te gedenken. Het
monument werd op 1 oktober 1919 ingehuldigd op de plaats waar de pelotons van
onderluitenant Van Calck en adjudant Wouters in stelling lagen. Langs knooppunt
62 vervolgen we onze weg.
Onze laatste kilometers rijden we weer tussen
maïsvelden. Slingerende asfaltbanen en een horizon vol loofbomen. De bewolking
trekt open. De zon brandt. We stoppen niet meer om ons in te smeren. Van
knooppunt 62 naar 25 is slechts driehonderd meter. Daarna rijden we via knppnt
61 en over het voormalige treinspoor naar Steenhuffel. We worden meteen
opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Een honderd meter voor het voormalige
treinstation kunnen we een glimp opvangen van kasteel Diepensteyn uit de 17de
eeuw. Het is uiteraard tijdens de eeuwen verbouwd, gerenoveerd en
gerestaureerd. Sinds 1989 is het kasteel eigendom van brouwerij Palm die er een
tuinpark aanlegt en een vijver laat uitgraven. Tussen de statige bomen ontwaren
we de 'mascotte van brouwerij Palm'. Het Brabantse trekpaard. Om 17:15u zijn we
terug bij de auto. We hebben 40 kilometer gefietst. Nog een veertig minuten
rijden tot Ekeren. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Wandelen of fietsen blijven de twee belangrijkste
vormen van vrijetijdsbestedingen in Vlaanderen. Dat blijkt uit cijfers van
Toerisme Vlaanderen. Wij kijken er in ieder geval vol verwachting naar uit.
Onze GPS brengt ons door Vlaams-Brabant naar het Pajottenland. Een toeristische
streek die licht tot sterk heuvelachtig is met een landelijk karakter, waar men
kan wandelen en fietsen aan de hand van knooppunten. Met onze E-fietsen is een
heuvel beklimmen geen probleem. We nemen een ondersteuning meer en de fiets
trekt ons als het ware naar boven. Maar als je fiets al enkele jaren oud is en
de batterij heeft niet meer de capaciteit als weleer, dan kan je wel eens
zonder ondersteuning vallen.
Dinsdag 26 juli 2016. Een zonnige dag. Geen wolkje
aan de lucht en momenteel is het al 21°C. Echt T-shirt en korte broek weer.
Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een warme en gezellige dag van te maken.
Genieten op twee wielen, zeg maar. Om 10:00u parkeer ik de auto in de Frans van
der Perrekaai te Okegem. Het dorp ligt in Oost-Vlaanderen naast de linkeroever
van de Dender die de grens vormt met Vlaams-Brabant. Een honderd meter verder
staat de kerk van Okegem voor een deel in de steigers. We fietsen niet naar het
centrum, we moeten de andere richting uit. We volgen knooppunt 85 en onze
conditie wordt onmiddellijk op de proef gesteld. We moeten klimmen tot bovenop de
Okegembrug. Ze werd gebouwd in 1945-46 nadat de voormalige brug werd opgeblazen
in 1940 tijdens WOII. De Dender stroomt onder de brug door. Ze ontspringt in
Aat (Henegouwen) en na een totale lengte van 65 kilometer mondt ze uit in de
Schelde te Dendermonde. Over de brug is knooppunt 85. We rijden rechtsaf en
volgen de rivier 500 meter ver tot knooppunt 86. Langs de oever zitten
tientallen vissers dromerig naar hun dobber in het rimpelloze water te staren.
De vishengels liggen grijpers klaar naast hen. We fietsen door Roosdaal. Een
gemeente die tot het agrarische Pajottenland behoort en vooral bekent staat
voor de teelt van aardbeien. We rijden op het jaagpad waarop vroeger de
trekpaarden stapten en dat omgevormd is tot fietspad.
Aan knooppunt 86 verlaten we het jaagpad om
knooppunt 89 te volgen. Een rit van 6,2 kilometer. We komen in het
schilderachtige dorpje Pamel, een fusiegemeente van Roosdaal. Het dorp werd
bekend door het televisiefeuilleton Het gezin van Paemel naar een boek van
Cyriel Buysse. We houden halt bij het monument van de Dikke van Pamel. Het
bronzen beeld werd op 9 september 2001 ingehuldigd ter ere van Victor De
Klercq. Victor werd geboren op 14 juni 1848. Toen hij twaalf jaar werd woog hij
al 120 kilo. Sindsdien weigerde hij zich nog te laten wegen. Met de jaren werd
hij steeds dikker en dikker. Na de vele verwijten en beschimpingen trok hij
zich terug en leefde de laatste jaren van zijn leven als kluizenaar. De kranten
vermelden in vette letters: De zwaarste man ter wereld in Pamel gestorven. In
eenzaamheid stierf Victor op 16 februari 1885 op 37 jarige leeftijd.
Het is gedurig klimmen en afdalen. Met onze
elektrische fietsen valt het klimmen nog goed mee. Toch is en blijft het
vermoeiend. De ene klimming is al steiler dan de andere. We zijn het niet
gewend met onze plattelands benen. Onze fietsbatterijen hebben al van hun
kracht verloren met de jaren. We kunnen amper nog veertig kilometer ver rijden
met één ondersteuning. Heuvel op gaat gemakkelijker met een ondersteuning meer,
maar dan zitten we ook sneller zonder hulp. Helling af kan onze batterij
opladen, maar het is niet voldoende. Klagen helpt ook niet en we gaan
desondanks van onze fietstocht genieten.
Eens uit het centrum van Pamel rijden we tussen
hectaren landbouwgrond. Achter statige hoge populieren vangen we een glimp op
van grote vierkante hoeven met bijhorende veestallen. Het is redelijk stil te
midden van de natuur. Het is hoogzomer en we horen nauwelijks vogels fluiten.
Een streek voor genieters. De lucht is zomerblauw. Als bloemenliefhebber kijken
we uit naar bijzondere plantensoorten die in de bermen groeien waaronder de
paarsachtige wilde orchidee. Bij de kruising van de Molenstraat/Lange Kamstraat
vinden we, verscholen achter struiken en populieren, een bunker die net voor
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. De bunker maakte deel
uit van de Koningshooikt - Waver linie als obstakel voor Duitse troepen die op
weg waren naar Frankrijk. De linie bestond uit meer dan 400 bunkers waarvan er
vier bunkers in de regio stonden en die via loopgraven met elkaar in verbinding
stonden. De fundamenten zitten ongeveer twee meter diep in de grond. Vijf dagen
kon de linie de Duitse troepen op afstand houden. Op 16 mei 1940 moesten ze
zich terugtrekken tot achter de Schelde linie. De ingang werd uit veiligheid
afgesloten. Infoborden werden aan de bunker bevestigd. We lezen een gedeelte: 'Deze
bunker, samen met de drie andere, maakt deel uit van een zijtak van de
weerstandslinie. Ze liep van Antwerpen via Waver tot de vesting Namen en
verdeelde het land van noord naar zuid in twee delen. Zowat 350 bunkers vormden
de ruggengraat van een linie die naar het oosten werd beschermd tegen tanks
door een doorlopende hindernis samengesteld uit stalen hekkens die op rollen
verplaatst konden worden, doch eens naast elkaar verankerd en bestreken door de
wapens uit de abri's (schuilplaatsen) als een ijzeren muur over een lengte van
tientallen kilometers door het landschap liepen'. In de schaduw van de
omringende bomen werden picknicktafels en banken geplaatst. Rondom de oude
bunker en de rustplaatsen werd het 'gras' gemaaid. De rest groeit en bloeit als
in een oerwoud. Hier drinken we onze meegebrachte koffie terwijl we genieten
van een schitterend panoramisch zicht op de wijde omgeving. In de verte steken
enkele spitse kerktorens boven de kruinen van de bomen uit.
De bunker werd op het hoogste punt van Pamel
gebouwd en we genieten van de afdaling. Met de handen houden we onze remmen
vast. Ons asfalt pad slingert naar beneden en ongewild versnellen we het tempo.
In de zij bermen groeit de berenklauw en netels. Daar willen we niet invallen.
De rode klaproos bloeit tussen het onkruid en het levert kleurige foto's op. De
berenklauw zit vol met solitaire bijen. Zij zorgen mee voor de voortplanting.
Bij de volgende bocht houd een dame op leeftijd ons staande. Ze is licht in
paniek. Door een uitwijkmanoeuvre beland een voorwiel van haar auto naast de
weg in de zachte berm. Het voorwiel zit tot de carrosserie in de donkere
kleigrond. Alle bestuurders rijden verder zonder te helpen. Hoe we ons best
doen, we krijgen de auto niet op het wegdek. Er moet getakeld worden. We worden
toch vriendelijk bedankt als we verder rijden. We rijden voorbij het kruis met
een Christusbeeld naast de weg. Lentebloemen kleuren het monument op. Een
kleine tekst van een anonieme dichter werd in het frontaanzicht aangebracht:
koester gisteren, droom over morgen maar leef als een goed mens vandaag.
Na het centrum van Pamel komen we in de villawijk.
De ene nieuwbouw na de andere. Voor de garage een mobilhome of een oldtimer.
Wij geraken amper de heuvel op. Onze smalle asfaltbanen slingeren tussen de
glooiende landschappen met hectaren weiland waar paarden en koeien grazen. Als
het weer wat mee zit zullen de dieren de eerste maanden hun stal niet zien. We
fietsen langs een bosrijke omgeving met een groots verleden. Een infobord
vertelt dat we ons in het gebied Hulsbroek-bos bevinden en dat al gekend was in
1300. Een bronbos van 3,5 hectare dat wordt beheerd door Natuurpunt. Een ander
infobord vermeld: Wat je zeker moet weten over de gevaarlijke Berenklauw. Het
tweede infobord gaat over het landschap van Roosdaal. Aan de rand van het bos
bevindt zich een aangelegde poel die er voor een divers ecologisch leven zorgt,
waar amfibieën, insecten en vlinders een rust- en broedplek vinden. Een stilte
plaats. Geen auto's, geen treinen of vliegtuigen te horen. Alleen vogels
kwinkeleren bovenin de kruinen van de bomen. Een plek voor kunstschilders,
dichters en natuurliefhebbers.
Bovenop de helling vinden we links, tegen een
gemetselde muur, het kruisbeeld van Jezus onder enkele sparren. Waarom het hier
geplaatst werd is ons niet direct duidelijk. We draaien terug en klimmen tot
bij de 'Grot van Poelk'. Een replica van het bedevaartsoord in Lourdes. Een
stilteplaats met een twaalftal lange zitbanken die een rustplaats zijn voor
wandelaars en fietsers. Het is duidelijk dat hier nog erediensten worden
gehouden. Een groot beeld van Maria werd drie meter hoog in een nis geplaatst.
In het midden van de grot staat een altaar met verschillende heiligenbeelden,
bloemen en kaarsen. Het geheel wordt afgesloten met een ijzeren hekwerk.
Ernaast is een 'bron' aangebracht. Het is stilstaand water. Een datum op de
geïmproviseerde rots vermeld '1876'. Rondom de grot is het een adembenemend
landschap. Een heerlijke plek om bij weg te dromen. Van gebouwen en spitse
torens is totaal niets te zien. Alhoewel de streek goed voorzien is van fiets-
en wandelknooppunten komen we langs ons traject niemand tegen. Met een zeven
miljard mensen op de wereld voelen we ons echt alleen.
We fietsen door een smalle schaduwrijke holle weg.
Het dichte bladerdek boven ons laat geen zonnestraaltje door. Het is hier bijna
donker. Weer moeten we klimmen. We puffen en hijgen en beloven, voor de
zoveelste keer, iets aan onze conditie te doen. Links en rechts sijpeltgrondwater uit de zanderige berm, of is hier
een bron? Voorbij de holle weg zijn de akkers geschikt voor tarwe, aardappelen,
bieten maar in toenemende maten worden de landbouwgronden ingenomen door maïs
die bijna op zen hoogst gegroeid is. Echt storend is het niet door het
glooiende landschap. Bij knooppunt 89 wijken we af voor de Zepposmolen.
Oorspronkelijk moeten we rechtdoor aan ons knooppunt, maar wij slaan linksaf in
de Wijngaardbosstraat. We fietsen een stuk door Onze-Lieve-Vrouw van Lombeek.
Het dorp was in 2008 finalist in de wedstrijd 'Het mooiste dorp van
Vlaanderen'. We kunnen een verkorting nemen langs een klimmend tractorspoor met
tamelijk grove grind. Oppassen voor valpartijen en platte banden. We wagen het
erop en soms stappen we moedig naast onze fiets. Dat geeft ons de gelegenheid
om nog intenser van het landschap te genieten. Rechts van ons groeit de maïs
ons boven het hoofd. Het wordt geteeld voor veevoeder. Links, in de verte,
staat op het hoogste punt onze molen. Het prachtige uitzicht is een mooi
stilleven. Schilderen kunnen we niet maar het moment is in ons geheugen
gegrift. Op de hoge bermen groeien de eeuwige klaprozen. Na wat gepuf en gehijg
staan we voor de molen van 'kapitein Zeppos'. De site is volledig afgespannen.
We kunnen niet dichterbij komen vandaag, maar de windmolen is kosteloos
toegankelijk op zon- en feestdagen. Er was al sprake van de molen in de 14de
eeuw onder de benaming 'Hertboommolen'. In de jaren van 1960 kreeg de molen
bekendheid doordat er verschillende scènes opgenomen werden voor het
jeugdfeuilleton 'kapitein Zeppos'. In 2007 werd in de schuur het Hertboommolen
museum en een onthaalruimte voor bezoekers geopend.
We rijden langs dezelfde weg terug naar knooppunt
89. Daar aangekomen moeten we linksaf voor knooppunt 60. We fietsen door 'De
parel van het Pajottenland' Gooik. Het dorp ligt in een oase van rust en stilte
en is dus een echt paradijs voor wandelaars en fietsers. Op een groene
heuveltop in de Woestijnstraat werd de wit gekalkte 'Woestijnkapel' opgetrokken
langs de voormalige bedevaarts-route naar Compostella. De kapel werd herbouwd
in de jaren 1600 op de fundatie van een kleine kapel uit de 14de en 15de eeuw.
Een infobord geeft de legende weer van de historische kapel. De laatste
restauratie dateert van 1997. De rode kapelpoort staat op een kier. We kunnen
binnen tot bij een gietijzeren hek. Een Christusfiguur hangt aan het kruis.
Voorbij de kapel is het heuvel af. Bij een moderne
boerderij verkopen ze echt ambachtelijk hoeve-ijs van eigen melkkoeien. In een
tuinhuis staat een koeltoog maar er staat niemand achter. Rechts is de woning
en daar bellen we aan. Achteraan zie ik beweging en slenter daarnaar toe. Links
is een moderne open schuur waar renovatiewerken bezig zijn. Een grote slanke
man met stoppelbaard komt uit de privéwoning en bediend ons met een verfrissend
ijsje. Er staan enkele tuinstoelen tegen de voorgevel waar we ons in het
zonnetje zetten terwijl we een babbeltje maken met de eigenaar. Een aannemer
bouwt een schuur voor een nieuwe melkinstallatie. Vroeger had hij 'slechts' 20
koeien in de stal staan, nu een kleine 200. Het aantal is te groot om manueel
te melken. Om dat aantal melkkoeien te laten grazen heeft de boer meer weiland
nodig en meer bijvoeding. Hard werken dus. Later zal zoonlief de boerderij over
nemen. We nemen afscheid.
We rijden verder heuvel af door een holle weg. In
de zijbermen zijn wortels van bomen door het wassende water komen bloot te
liggen. In tal van uitgegraven gangen vinden vogels, vleermuizen en kleine
knaagdieren voedsel en beschutting. Boven de bermen groeien oude eiken- en
lindebomen. Hun bladerdek zorgt voor een schaduwrijke doorgang. Bij knooppunt
60 moeten we linksaf en volgen nummer 40. Aan een ijzeren kruis, naast de weg,
hangt een Christusbeeld. In de daarop volgende straat vinden we nog een mooie
wegkapel. Een grote buxus staat in de schaduw van een jonge eiken- en een oude
lindeboom. Na de volgende steile afdaling rijden we het centrum van 'Strijland'
binnen. Een gehucht van Gooik dat de laatste jaren sterk gegroeid is door de
vele nieuwbouw. Wel moesten er enkele oude vierkantshoeven worden afgebroken.
We zijn direct uit het centrum en fietsen tussen hectaren maïsvelden. Het is er
warmer doordat de wind hier volledig wegvalt. Wat verder staat een volgende
witgekalkte wegkapel uit 1911. Gebouwd ter ere van O.L.Vrouw van Gedurige
Bijstand. Het interieur is prachtig onderhouden. Moeder Maria met kind wordt
geflankeerd door bloemen en op de achtergrond het Christus kruis.
Na onze volgende klimming volgt uiteraard een
steile afdaling. Het volgende infobord vertelt dat hier zestig jaar geleden nog
een tram door het landschap reed. De 'boerentram' verbond de Pajotse dorpjes
met de grote steden Brussel en Ninove. In 1959 reed de tram de laatste keer
door het Lombergveld. Tussen knooppunt 14 en 15 ligt de gemeente Gooik. Normaal
moeten we linksaf, maar we hebben dorst en rijden rechtsaf naar het
dorpscentrum door de Koekoekstraat tot bij de kapel. Een halfronde gemetselde
boog met in de nis een heilige die ik niet kan thuis brengen. Het is heuvel op
tot bij de kerk. Het gemeentehuis van 1859 werd onlangs nog gerestaureerd en
mooi wit geschilderd. Een paar bronzen herdenkingsplaten werden in de voorgevel
ingewerkt. Daarop staan de talloze namen van gesneuvelden uit WOI. Een bronzen
beeldje van de 'Hespendrager' werd gebeeldhouwd door Rita Callebaut in augustus
1994. Vlak ernaast is een schooltje dat gebouwd werd in 1902 en kinderen
opvangt van werkende ouders. Het is net speeltijd en dat is duidelijk te horen
aan de schreeuwende en joelende kinderstemmetjes.
De Sint-Niklaaskerk is een klein gedrongen gebouw
dat dateert uit verschillende perioden. Met de bouw werd gestart in de 12de
eeuw. In de gevel werden oude grafzerken van de 19de eeuw ingewerkt. De poort
is op slot. Waar is de tijd toen je nog op elk uur van de dag een kerk kon
bezoeken. Het heilig hartbeeld staat tegen de zijgevel van het volgende huis.
Onderaan eengedenksteen voor de
gesneuvelden van WOII en een andere gedenksteen werd aangebracht voor de
burgerlijke slachtoffers van WOI. In café-feestzaal 'De Vrede' drinken we een
aangename en welgekomen verfrissing. Een fris biertje op een zonovergoten
terras. Het vormt de favoriete halte van menig wandelaar en fietser. Het hoort
er eenmaal bij. We proberen telkens iets uit de streek. Soms met een
streekgebonden hapje. Een half uur later schuiven er wolken voor de zon. Het
landschap veranderd plots van kleur en geeft bijna een zwart wit foto door de
grauwe lucht. Het lijkt alsof het elke minuut zal gaan regenen. De weergoden
beloofden echter een droge dag.
Heuvel af tot Dorpstraat 36 voor de pastorie. Een
huis van twee verdiepingen uit de 19de eeuw. Eveneens gerestaureerd en verhuurd
aan de muziekacademie van de gemeente. Verderop, naast de Molenbeek, zijn de
voormalige 'Oude Cam' banbrouwerijen. Gebouwd tussen 1742-1754. Daarna werd het
gebouw omgevormdvoor een handelaar in
bouwmaterialen tot 1980. Inmiddels is het grote complex een gemeenschapscentrum
geworden met een volkscafé en een geuzestekerij in een nieuwe loods. Ban
betekent dwangrecht, iedereen was verplicht hier hun bier te brouwen, of te
laten brouwen.
In de Oude Geraardsbergsebaan staat een wit
geschilderd bakstenen wegkapel van N. Vandergucht in de schaduw van enkele hoge
loofbomen. We blijven de baan volgen tot knooppunt 15. Het is ondertussen
15:00u geworden en het is een eeuwigheid geleden dat we de zon gezien hebben.
Rechtdoor voor knooppunt 16. We komen in Lennik, het 'kloppend hart van het
Pajottenland'. Vlak voor het centrum vinden we onze zoveelste wegkapel. We zijn
de tel helaas kwijt geraakt. Een infobord vermeld: 'dit is de kapel van
Sint-Berlindis. De heilige werd vereerd om het vee van de boeren te
beschermen'. We rijden niet door het centrum. We maken een rustige afdaling en
fietsen daardoor zonder erg voorbij het kasteel van Sint-Kwintens-Lennik dat
dateert van eind 18de- en begin 19de eeuw. Door het centrum van Eizeringen
blijven we altijd rechtdoor rijden, over de N8 en na wat bochtenwerk arriveren
we in het gehucht Borchtlombeek. Een deelgemeente van Roosdaal. De
Sint-Amanduskerk op het Kerkplein ligt op een hoogte van 71,5 meter en is
oorspronkelijk van de 16de- of 17de eeuw. Het is indrukwekkend maar we rijden
er niet naar toe. Bij knooppunt 78 moeten we 7 kilometer rijden tot ons
volgende knooppunt.
Het ene centrum uit en het ander centrum weer in.
We zijn in Strijtem. Eveneens een deelgemeente van Roosdaal. Op het kruispunt
Broekkstraat/Oude Baan bewonderen we een moderne Mariakapel. Achteraan een
groen plantsoen werd eveneens een halfronde boog gemetseld. Een open kapel als
het ware. Achter een raster staat een heilig beeld van Maria met kind. Op het
Strijtemplein werd de Sint-Martinuskerk gebouwd in 1840 ter vervanging van een
vroegere kerk. De hoge toren heeft een met sterren versierde bolspits en is
daardoor al van ver herkenbaar. We kunnen niet in de kerk. Ik had ook niet
anders verwacht. De begraafplaats bevind zich nog steeds rond het gebouw. De
gedenkplaat Voor alle Strijtemnaars die sinds eeuwen en tot 1995 binnen deze
kerkhofmuur begraven werden. Ook voor hen die hier naamloos rusten. De
gedenksteen werd in 2015 geplaatst. Het monument voor de gesneuvelden werd
opgericht ter ere 'Aan Hare Helden van 14 18'. In het centrum bevinden zich
nog enkele bolle kassei weggetjes, en we hebben bijna elke kassei gevoelt.
Voorbij het gemeentelijk Cultuurcentrum vinden we rechts het oud gemeentehuis
van Strijtem. Tijdelijk vinden er de kleuter en lager onderwijsschool Triangel
hier onderdak.
We rijden naar de Zevenbeukenstraat. De kapel van
de zeven beuken is een arduinen kapel van 1918 en vervangen voor een grotere
kapel uit 1931. Ze werd gerestaureerd in 1987-88 door de landelijke gilde met
de financiële steun van de inwoners van Strijtem. Hier verdedigde priester
Daens in 1904 de belangen van de Hopboeren. De kapel is afgesloten. Door het
getraliede raam kunnen we het interieur toch bekijken. De muren werden in het
hemelsblauw geschilderd. Het Heiligenbeeld houdt de handen samen en bidt tot
God terwijl ze haar gezicht naar boven kijkt. Twaalf stoelen voor het altaar
geven een idee van de grootte van de kapel. Kaarsen en bloemen fleuren het
geheel op. De kapel verwijst naar het aantal beuken rondom de gebedsplaats. Ze
werden recent vervangen en bij elke boom werd een kleine kapel geplaatst. De
voorspelling van Simeon in de tempel vermeld één van de kleine kapellen. De
vlucht naar Egypte staat er bij het volgende. Twee infoborden vermelden een
gedicht van Bert de Korte. Aan de overzijde van de straat werd met de hulp van
het Davidsfonds en de cultuurraad Roosdaal een gedicht geplaatst van Eric
Heyman.
Verderop rijden we door het centrum van
Borchtlombeek en onmiddellijk daarna krijgen we het centrum van Liedekerke te
zien.Bij het kruispunt
Monniksbosstraat/ Sint Gabrielstraat werd het Sint-Gabriel-instituut gebouwd in
1919. Ooit liepen hier honderden leerlingen school maar dit aantal liep de
laatste jaren fors terug. De school is gesloten sinds september 2015.
Het bos dat we doorrijden is van Liedekerke.
Liedekerke en Pro vermeld een infobord. Bij knooppunt 10 moeten we knooppunt
85 volgen langsheen de Dender. Er zitten nog steeds talloze vissers langs de
oever. Een van hen haalt een zijn dobber omhoog, maar laat hem teleurgesteld
weer zakken.
We zijn weer terug bij onze auto en achter ons
bevindt zich de Onze-Lieve-Vrouw Opdrachtkerk vanOkegem, waarvan al sprake was in de 14de
eeuw. Ze werd tijdens de daarop volgende eeuwen meermaals afgebroken, vergroot
en gerestaureerd. Slechts de toren uit de 14de eeuw bleef bewaard. De kerk
kreeg haar huidig uitzicht na de laatste vergroting in 1905-06. Zon hebben we
niet meer gezien. Na onze fietstocht staat de teller op 39 kilometer. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.