|
Fietsknooppunten:
28-29-87-53-25-45-17-18-13-14-33-43-35-34-30-28.
Geplande afstand: 40 kilometer.
Dit is de derde en laatste fietslus van de
Brabantse Kouters. De route is ongeveer 40 km lang zonder afwijkingen. In
tegenstelling tot de vorige Brabantse Kouterroutes laten we vandaag de
afwijkingen voor wat ze zijn. De routes worden te lang en we rijden dan
gewoonlijk nog verkeerd ook. We volgen op deze route gewoon de knooppunten en
bezoeken de oorlogsrelicten die we langs de fietslus passeren, genietend van
mooie vergezichten, van het prachtige weer en van elkaars gezelschap. De
Brabantse Kouters liggen tijdens de eerste oorlogsweken in niemandsland. Een gespannen
situatie. Af en toe breekt er geweld uit en huizen worden in de as gelegd. Een
uitval van het Belgische leger uit Antwerpen eindigt met gevechten in Zemst,
Grimbergen en Meise.
Maandag 7 augustus 2017. We parkeren vlakbij
knooppunt 28 in de Spoorwegstraat te Kapelle-op-den-Bos. Als we met de fietsen
vertrekken wijst de temperatuur al 20° Celsius aan. En het beloofd een warme
zomerse dag te worden. We rijden terug tot aan de spoorwegbrug, bij knooppunt
28 en slaan rechtsaf. We rijden via de stalen Jan Bogaertsbrug over de
Willebroekse vaart. Het zijn twee bruggen, één brug voor het wegverkeer en over
de ander loopt het dubbel spoor van spoorlijn 53. De wegbrug werd gebouwd in
1979 en de spoorbrug twee jaar later. Links toornt de uitkijktoren hoog de
lucht in. De getinte ruiten geeft de bruggenwacht een onbeperkt uitzicht over
het water. Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Met het graven van het kanaal werd
gestart in 1550 en is daardoor één van de oudst bevaarbare kanalen van Europa.
Inmiddels vaart een binnenschip, geladen met meer dan twintig grote containers
in het ruim, zonder moeite onder de brug door. De Franse vlag wappert achteraan
het schip. Voor grotere schepen moeten de bruggen opgehaald worden. We rijden
even in een kring. Daarnet hadden we de uitkijktoren links van ons. Nu zien we
de toren recht voor ons en fietsen onder de Jan Bogaertsbrug door. Twee
passagierstreinen ratelen net boven ons hoofd over de brug. Gelukkig kruisen ze
elkaar. Tot knooppunt 29 fietsen we naast de Willebroekse vaart. We houden halt
voor het grondgebied van Willebroek. Een wegwijsbord geeft de richting aan naar
een 'Hopveld'. We volgen rechtsaf knooppunt 87. Het hopveld weet van de
droogte. Enkele ranken zijn verdroogd en geen enkel is volgroeid. Toch zien we
de bloempjes op de zijscheuten van de ranken. Nog even en er kan geoogst
worden.
Via de Alemstraat rijden we het centrum binnen van
Leest. Het dorp is een deelgemeente van de stad Mechelen. Niets roert zich in
de straten van Leest. Geen levende ziel te bespeuren ondanks de grote vakantie.
We horen geen kinderen joelen of roepen. De bewoners zijn hoogstwaarschijnlijk
gaan werken of naar het buitenland op vakantie. Eens uit het centrum fietsen we
langs akkers met spruitplanten. De vruchten zijn nog zo klein als mini
knikkers. In september begint de oogst die in maart eindigt. Tussen de planten
groeien savooikolen. Het zijn typische groenten die aardig wat vorst kunnen
verdragen. Tractors verwijderen de laatste hectaren koren in de omgeving.
Ondanks de droogte in het voorjaar is de graanoogst een succes geworden. Maïs
domineert de regio. Tussen de plantages in is het warm. De temperatuur stijgt.
Er staat bijna geen wind.
Vlak voor knooppunt 25 fietsen we langs spoorlijn
53 en houden halt bij een klein monument langs de kant van de weg. Dit R.A.F.
monument werd ingehuldigd op 10 mei 2013 voor het 158ste eskadron dat tijdens
de nacht van 23 juni 1943 met hun Halifaxvliegtuig neerstortte in het
omringende veld en de bemanning doodde. Hun namen worden op het monument vermeld.
Aan landbouwgronden is hier geen gebrek. In een afgespannen weide grazen
tientallen schapen. Mooie uitzichten worden ontsiert door de stalen pilaren met
vuistdikke elektriciteitskabels. In een groene poel verderop zoekt een reiger
naar prooi. Hij houd ons scherp in de gaten opdat we niet te dicht naderen.
We rijden door het dorp Laar. Een gehucht van
Zemst. Bij het kruispunt staat een kapel in de schaduw van een grote den. Het
opschrift boven de deur luidt: 'God ziet mij'. Daarboven werd een oog in de
bekende driehoek geschilderd. Het beeld van 'Moeder Maria' kleurt het
interieur. De kapel splits de straat in twee. Het naast gelegen Café 'Hof van
Laar' is vandaag gesloten. Het is niet direct duidelijk of het zijn
sluitingsdag is of dat de eigenaars op vakantie zijn. Het café was, enkele
jaren geleden, het decor voor de populaire VRT-reeks 'Loslopend Wild'. We
rijden rechtdoor en laten de Sint-Engelbert en Bernardus kerk, uit de late 19e
eeuw, links liggen. Bij de Larestraat, buiten het centrum, houden we halt bij
de kapel van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. De kapel dateert uit het midden van
de vorige eeuw. Ze wordt door de buurtbewoners prachtig onderhouden. De deuren
staan uitnodigend open. Verse bloemen sieren het altaar. Het beeldje staat in
een nis achter glas en traliewerk ervoor. Een bezienswaardigheid is het met
rode ledlampen verlichte kruis in de nok. Er werden zitbanken en een
picknicktafel naast de kapel geplaatst waar we dankbaar gebruik van maken. Tijd
om het innerlijke te versterken.
Voorbij knooppunt 45 fietsen we langs het park
'Wormelaar' of het 'Dalemansbos'. Een 20 ha groot park met vijver dat werd
aangelegd rond 1880. Een pracht locatie die uitnodigt te wandelen langs
monumentale oude bomen. Het natuurgebied wordt beheert door Natuurpunt. Nog
verder naar knooppunt 17, op de Singelweg, houden we weer halt bij een
bijzonder mooi onderhouden kapel. De O.L. Vrouw van zeven smarten kapel werd
gebouwd aan het eind van de 19e eeuw in opdracht van de familie
Deudon. Rondom werden zeven nissen in de muur gemetseld waarin de zeven smarten
van Maria staan afgebeeld. Slechts door een getralied raam kunnen we het
prachtig interieur bewonderen. Het altaar werd gedecoreerd met kantwerk.
Vervolgens stoppen we even bij het 'Impelkasteel'. Het slot ontstond in de 11e
12e eeuw als een omwalde hoeve. De hoeve werd op termijn omgeven
door water en op een motte geplaatst en evolueerde zo tot een kasteel. In 1783
werd het slot omgebouwd tot een landhuis en kreeg het zijn huidige gedaante.
Het park werd in de 18e eeuw voorzien van een 300 m lange gracht en
een eilandtuin. Tussen 1812 en 1820 werd het naar Engels model omgevormd tot
een romantisch rivierlandschap van 5,5 hectare.
Aan knooppunt 18 bevinden we ons in het centrum van
Eppegem. Het dorp is een deelgemeente van Zemst en ligt aan de Zenne rivier. De
gemeente Eppegem werd zwaar geteisterd tijdens WOI. Er werden 176 huizen
platgebrand en er vielen acht burgerdoden. We fietsen door de Rekelstraat tot
bij nummer 37. Het is de weer opgebouwde hoeve Pickaerts, genoemd naar de
laatste uitbaters. In de nazomer van 1914 werd de hoeve volledig verwoest en
rond 1918 terug heropgebouwd. Het toenmalige gemeentehuis en ook de kerk liepen
zware schade op tijdens WOI. De Sint-Clemenskerk dateert van de 16e
eeuw en bezit een noord toren, wat zeer uitzonderlijk is. In het oorlogsjaar
1914 werden de daken en gewelven grotendeels vernield, om pas in 1920-21 in hun
volle glorie te worden hersteld. De parochiekerk werd recent opnieuw
gerestaureerd. Ervoor werd het monument voor de gesneuvelden geplaatst. Het
herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens beide
Wereldoorlogen. Het wordt omringt door een ijzeren hekwerk. Ook hier is de
dorpskroeg gesloten. Al goed dat we nooit zonder flesjes water van huis vertrekken.
We rijden naar de Belgische Militaire begraafplaats van Eppegem op de
Brusselsesteenweg. We kunnen het niet laten om even van onze route af te
wijken. Normaal gesproken moeten we nog verder van onze route afwijken. De
brochure 'Brabantse Kouters' stuurt de fietser naar de Begijnhofstraat en de
Schoondonkstraat. In deze straten vond de Duitse heropbouw plaats van een
'Noodwoning' in 1915. De frontlinie van augustus september 1914 kwam daarvoor
in aanmerking. De nieuwe huizen verschilden erg van de traditionele huizen. In
Eppegem werden zo'n 20 tal Duitse huizen gebouwd. We fietsen naar de opgegeven
locatie maar zien niets anders dan vrijstaande moderne villa's. Waarom men de
mensen langs hier loodst is ons een raadsel.
Maar bon, we houden onderweg halt voor een
welverdiende verfrissing op het zonovergoten terras van café Richelieu. Een
Palm en een Vedett extra dragen bij om de fietsende mens niet te laten
uitdrogen. Daarna rijden we tot bij de militaire begraafplaats. Naast de
Belgische begraafplaats bevond zich vroeger een Duitse begraafplaats met
militairen die sneuvelden tijdens deze periode. Na WOI werden de Duitse graven
naar Wespelaar overgebracht. Op de begraafplaats, die in juni 1918 werd
ingewijd, kwam een beeld te staan dat in 1939 naar de militaire begraafplaats
van Lier werd verhuisd. Vanaf dan werd het een Belgische begraafplaats. Met de
'Uitval van Antwerpen', die plaats vond van 24 tot 26 augustus 1914, sneuvelden
227 soldaten waarvan er 46 niet meer konden geïdentificeerd worden. De meeste
slachtoffers vielen vooral op 24 augustus 1914. Het zijn voornamelijk 2de en
3de Jagers te Voet die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden. Het metalen
gedenkkruis werd vervaardigd uit twee kanonlopen. Na ons bezoek rijden we terug
naar knooppunt 18. We volgen de Zenne rivier die ontspringt in het gehucht
'Naast' (Henegouwen) op 123 meter hoogte. Na 103 kilometer vloeit ze over in de
Dijle.
Bij knooppunt 13 maken we weer een afwijking. Even
volgen we knooppunt 14 tot de eerste straat links, de Havendoklaan tot het
eind. Rechtsaf op de drukke Mechelsesteenweg tot bij de ingang van de
stedelijke begraafplaats van Vilvoorde. Een groot perk is voorbehouden met
grafstenen van oud-strijders rondom een monument voor de gesneuvelden van WOI.
Er werd ook een monument opgericht voor de slachtoffers van de ontploffing van
de springstoffenfabriek op 31 mei 1919. Het monument is van het 'Pompiers korps
van Vilvoorde die hulde brengen aan de kameraden-slachtoffers van hun
zelfopoffering'. Het onderhoud om en rond de zerken laat te wensen over.
Distels groeien op het wandelpad. Terug naar onze fietsroute. We fietsen langs
de twee koeltorens van Vilvoorde die vanaf 2014 niet meer gebruikt worden. De
centrale is niet meer rendabel.
Bij knooppunt 14 slaan we rechtsaf en rijden de
Zenne over. Bij knooppunt 33 rijden we over de 'Verbrande Brug' van Grimbergen.
De brug overspant het zeekanaal Brussel Schelde en werd gebouwd in 1968. De
naam 'Verbrande Brug' is afkomstig van de houten brug over het kanaal die in 1577
in brand werd gestoken door een Spaans garnizoen uit Vilvoorde. Oorspronkelijk
moeten we rechtsaf maar wij fietsen rechtdoor tot bij de Heilig -Hartkerk van
Grimbergen. De kerk werd in 1873 gebouwd en in 1887 ingewijd. In 1923 werd ze
hersteld na oorlogsschade. De gebrandschilderde ramen in het koor bleven
gespaard. Ze dateren van rond 1889. De glasramen worden momenteel verwijderd
voor renovatie. Spaanplaten vervangen tijdelijk de glas-in-loodramen. Rond de
kerk bevinden zich geen burgerlijke graven meer. Er is slechts nog een perk met
20 Belgische gesneuvelden waarvan er acht niet meer konden geïdentificeerd
worden. Ook hier ontbreekt het onderhoud. Er werden kleurige bloemen voor de
zerken geplaatst maar door het hoge onkruid verliezen ze hun waarde. Er werd
ook een zerk geplaatst voor korporaal Léon Trésignies waarvoor men een monument
bij de Verbrande Brug oprichtte. Een Brits oorlogsgraf is van soldaat Thomas
Martin. Hij was slechts 21 jaar jong toen hij sneuvelde op 21 mei 1940. Deze
zerk wordt regelmatig onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Terug naar de brug over het kanaal Brussel
Schelde. Voor de brug linksaf tot het monument dat werd opgericht voor Léon
Trésignies. Soldaat Trésignies meldde zich, op 26 augustus 1914, als vrijwilliger
om het kanaal over te zwemmen en de brug naar beneden te draaien zodat zijn
peloton kon oversteken. Op het moment dat hij het mechanisme van de brug in
werking zette werd hij dodelijk getroffen. Hij kreeg de graad van korporaal. Op
de Westoever werd een monument opgericht met een tekst van Koning Albert I die
herinnert aan deze heldendaad. Verderop is knooppunt 33. Linksaf voor 3,2 km
fietsen naar knooppunt 43.
Onderweg naar knooppunt 43, te Grimbergen, moeten
we over de Oyenbrugstraat met kasseien fietsen. Dat is geen lachertje. Al onze
spieren en botten voelen we. Als we denken dat het voorbij is, kondigt zich
weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld. Best
niet te hard in het stuur knijpen om pijnlijke vingers en polsen te voorkomen.
Hoe sneller je fietst, hoe minder je schokt, maar een hoge snelheid aanhouden
is niet vol te houden. Op het laatst rijden we nog stapvoets. Hoofdpijn en een
pijnlijk zitvlak als eindpunt. In een scherpe bocht werd 'De Liermolen' gebouwd.
De molen dankt zijn naam aan het geslacht 'De Lire', één van de vele eigenaars
uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. Een eerste vermelding dateert
van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de 17e
en de 18e eeuw. De molen bleef actief tot begin jaren zeventig van
vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd.
In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het
MOT. Het molengebouw is nu een taveerne geworden. Het is een drukbezochte
herberg waar we in de schaduw van een parasol van een fris streekbiertje kunnen
genieten.
In Grimbergen is een straat die aan winkelen doet
denken. Geloof me, de Winkelveldstraat is een landelijk smal asfaltbaantje
naast een open gracht met enkele prachtige vrijstaande woningen. Geen enkel
gebouw staat er te koop. Na knooppunt 34 rijden we terug op het grondgebied van
Kapelle-op-den-Bos. Vlak voor knooppunt 28 linksaf naast het spoor tot bij onze
auto. De dagteller op de fiets duidt 48 kilometer aan. Tot schrijfs.






|