Wij reizen om te leren.

15-08-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frontzateroute

Fietsknooppunten: 36-39-5-2-74-49-48-3-38-35-22-7-67-8-9-10-23-36.                            Afstand: 34km.

Zaterdag 31 mei 2014. Er hangen veel witte wolken tegen een helder blauwe lucht. We zijn extra vroeg opgestaan, om 07:30u. We rijden vandaag naar de westhoek, noordwesthoek. De temperatuur bedraagt voor het moment 17° en er staat een zwakke wind. Maar hoe zal het in de westhoek zijn? Uit ervaring weten we dat er steeds een hartig windje waait. Maar het blijft beslist droog, volgens de weerman. Dus we klagen niet.

Om 09:00u bevinden we ons al op de E17 snelweg, richting Gent. Door het vroege uur is het rustig op de weg. Er rijden bijna geen vrachtwagens. We mogen zelfs 100 km/u rijden in de Kennedytunnel. Dat moeten ze geen tweemaal zeggen. Lucy (GPS) loodst ons voorbij Gent op de E40, richting Oostende. Vanaf Drongen verdwijnt de zon achter de wolken. De temperatuur blijft echter 18°. De weerman had het gisteren voorspelt, zegt ons Rina. In het westen moeten ze wat langer wachten op de zon.

Bij afrit 4 nemen we de afslag van Middelkerke. We rijden tussen een groen landschap. Landbouw- en weidegrond wisselen elkaar af, soms verstoort door een grote boerderij. Op de weilanden grazen paarden, koeien en schapen. Voor ons duikt de kerk op van Sint-Pieters-Kapelle. Lucy stuurt ons even richting Diksmuide maar algauw moeten we rechtsaf naar Schore. Voorbij het centrum steeds rechtdoor tot over de IJzer. Om de auto langdurig te parkeren kiezen we voor het kleine dorpje Stuivekenskerke, aan knooppunt 36, vlak bij de kerk. Aankomst 10:30u.

Met de fiets volgen we knppnt 39 omgeven door hectaren koren. Tarwe of gerst? Het is van hieruit niet te zien. De meest gebruikte graansoort is echter tarwe. Van tarwekorrels kunnen verschillende meel- en bloemsoorten worden gemaakt. Nu is de tarwe nog groen. Het oogsten vind plaats wanneer de korrel voldoende gedroogd is. Hier en daar een weiland met hoge gele bloemen. Het zijn koolzaadbloemen waaruit koolzaadolie wordt getrokken. Men kan er ook biodiesel van maken. In pure vorm wordt het vermengt met dieselolie. Sinds juni 2005 rijdt “de Lijn” op koolzaadolie. Een mooi initiatief. Zo gaan er jaarlijks enkele tonnen CO2 minder de lucht in.

Na knppnt 5 komen we bij Oud-Stuivekenskerke. Een infobord verteld ons: “Archeologische site. Op deze weide zijn resten zichtbaar van middeleeuwse bewoning. Mogelijk was hier een “castrale motte”, dat is een wooncomplex van een feodale heer. Archeologen leiden dit o.m. af aan de vorm van de walgracht en aan de lichte bult in het landschap. Ook de datering van de resten (vermoedelijk zijn ze uit het begin van de 12de eeuw) wijst in de richting van een castrale motte. Op de kunstmatig aangelegde heuvel, het opperhof, stond in de middeleeuwen de versterkte toren van de heer. Op het neerhof stonden enkele woningen en de bedrijfsgebouwen. De hoeve, den Hoogen Rooker genaamd, was tot aan de Eerste Wereldoorlog in bedrijf. Nu rest nog een landelijke woning.

De straat Oud Stuivekens deelt de site in twee. Aan deze kant bevonden zich vroeger het opperhof en het neerhof met hun omwalling. Het Reigersvliet deed dienst als buitenste omwalling. Aan de andere kant van de straat lag het noordelijke deel van de wal.

Het ruilverkavelingscomité Stuivekenskerke heeft het noordelijk deel van de omwalling gereconstrueerd en de vroegere perceelgrens hersteld. Ook de vroegere wal rond het opperhof is door uitgraving beter zichtbaar gemaakt.

De stad Diksmuide is eigenaar van deze site. Ze zorgt ervoor dat de beide terreinen begraasd worden door schapen”. Tot zover de tekst op het bord. De archeologische site is tevens in kleur uitgetekend zodat we een beter beeld krijgen hoe het er hier ooit heeft uitgezien.

Vervolgens belanden we in het O.L.Vrouwhoekje. De herdenkingskapel “O.L.Vrouw ter zege” werd opgericht in 1924-25. Aan beide zijden staat een gedenkzuil. Een van 1928 die ingehuldigd werd voor het 1ste en het 2de bataljon karabiniers-wielrijders. De andere gedenkzuil werd geplaatst voor het 5de regiment lansiers. Ingehuldigd in 1948. Tussen 1956- 64 werden rondom de kapel 41 gedenkzuiltjes geplaatst. Op de schuine voorzijde staan de kentekens en nummers van de onderscheiden regimenten van alle eenheden van het Belgisch veldleger die tijdens WOI aan het front streden. In 1955 vond de inwijding plaats van de 15 nieuwe brandglasramen in de kapel. We zien koning Albert I en koningin Elisabeth en nog enkele taferelen van de “Grooten Oorlog”. De roze granieten demarcatiepaal met oorspronkelijke opschriften is van 1924.

Op het infobord heeft men drie oude foto’s geplaatst. De eerste toont ons de kerktoren van Oud-Stuivekenskerke van 1914. Eronder staat de volgende tekst: “Tot 1870 had Oud-Stuivekenskerke een kerk toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Later bleef alleen de toren uit 1572 staan”. Er wordt niet bij vermeld waarom het schip, van de kerk, verdwenen is en nooit meer opgebouwd werd. Ik raadpleeg Wikipedia, en deze vrije encyclopedie schrijft het volgende: “In 1866-1872 wil men de Sint-Pieterskerk restaureren. Omdat dit te veel werk bleek, besliste burgemeester J.B. De Graeve om een nieuwe kerk te laten bouwen. De nieuwe kerk zou echter een tweetal kilometer ten noorden van de dorpskern worden gebouwd, in de nabijheid van zijn landgoed Vicogne. De jaren erna ontstaat al gauw een nieuwe dorpskern rond deze kerk, met een pleintje, een schooltje, een pastorie, een herberg en een kruidenierswinkel. De oude kerk wordt afgebroken, op de toren na. De oude dorpskern vervalt tot een klein gehuchtje, met enkele kleine woningen en een hoeve. Het krijgt de naam "Oud-Stuivekenskerk". Op foto twee zien we dezelfde site met de westertoren in mei 1915. Geheel kapot gebombardeerd. Zelfs enkele woningen op de achtergrond hebben hun portie gehad. Alleen het dak geraamte en de buitenmuren bleven overeind. Het infobord vertelt: “Na de slag aan de IJzer (18 tot 31 oktober 1914) en de onderwaterzetting van het frontgebied was Oud-Stuivekenskerke een eiland. Vanaf november 1914 werd er een Belgische voorpost ingericht. De kerktoren of de hoeve ernaast was de observatiepost van artilleriewaarnemer reserveluitenant Edouard Lekeux. Hij bleef hier van december 1914 tot mei 1916, toen zijn divisie werd afgelost. Later werd hij reservecommandant en pater franciscaan, frater Martial. Gedurende de eerste oorlogsjaren (de stellingoorlog) werd hier een grote wachtpost uitgebouwd. Er waren loopgraven en verbindingsgangen, schuilplaatsen en bunkers. In de torenruïne maakte de genie een betonnen schuilplaats, met daarbovenop een bunker als waarneming en mitrailleurs post. In deze sector was dit de Grote Wacht Zuid of de Grote wacht van Oud-Stuivekenskerke, naast de Grote Wacht Noord rondom de hoeve Reigersvliet. Zij maakten deel uit van een reeks vooruitgeschoven luister- en observatieposten op de hoger gelegen terreingedeelten in het overstroomde gebied. De Grote Wacht Zuid, op de plaats nu genoemd ‘Het-Onze-Lievevrouwehoekje’ was een sleutelpositie op de linkerflank van de sector Kaaskerke, aan de IJzer en tegenover Diksmuide”. De restanten van de westertoren zijn toegankelijk. Een bronzen gedenkplaat, in de twee landstalen, werd tegen de muur bevestigt als aandenken aan Martial Lekeux. Een nog ouder gedenkplaat tegen de muur waarop te lezen is in verweerde letters: Mardaga Georges, de tekst is volledig in het Frans. De korporaal van het 12de regiment vond hier de dood op 14 December 1914. Opzij, van de trap, staat nog een oude grafsteen tegen de muur van de voormalige dis- en kerkmeester van 1789. Langs een betonnen draaitrap gaat het naar boven. De oriëntatietafel werd verwijdert. Deze maakte plaats voor een houten constructie die kan beklommen worden en van waaruit we een mooi uitzicht over het landschap hebben. Hier wappert de Belgische vlag. In de verte de IJzertoren, gehuld in mist. Als we 360° draaien zien we ontelbare spitse en stompe kerktorentjes. Onmogelijk te zeggen van welk dorp of stad ze zijn. Spijtig dat de zon het laat afweten. Het zouden mooie foto’s zijn. Wat mij niet duidelijk is, op het infobord, men schrijft duidelijk: “… een kerk toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw”. Andere sites, op Google, waaronder Wikipedia, schrijft dan weer: “… Sint-Pieterskerk”? Na een telefoongesprek met de archivaris van Diksmuide wordt het duidelijk. De ruïne is wel degelijk het restant van de Sint-Pieterstoren uit 1572. Na WOI werd de gedenkkapel “Onze-Lieve-Vrouw ter Zege” gebouwd. Sindsdien spreekt men over de Onze-Lieve-Vrouwetoren. Vandaar de verwarring. Ik lees verder op het bord: “Na de oorlog ijverde pater Lekeux – die zijn belevenissen neerschreef in twee boeken: ‘Mes Cloîtres dans la tempête’ en ‘Le patelin de Notre-Dame’ – voor de bouw van een herinneringskapel ter nagedachtenis aan de gesneuvelde soldaten. De kapel werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Zege. Ze werd op 6 september 1926 ingewijd. Vijftien brandglasramen, met oorlogstaferelen en een afbeelding van de geknielde Lekeux voor het Onze-Lieve-Vrouwebeeld, sieren de kapel”. Het bord besluit: “De vzw ‘De vrienden van het Onze-Lieve-Vrouwehoekje te Oud-Stuivekeskerke’ (1954) staat in voor het beheer van deze belangrijke oorlogssite”.

Diep onder de indruk vervolgen we onze weg. Ons fietspad is autovrij en slingert zich tussen groene weilanden. Boterbloemen en distels groeien hier in weelde. Het is een plezier om hier te fietsen. Zelfs al schijnt de zon niet. Een mens moet tegenwoordig al blij zijn als het droog blijft. Onze volgende halte wordt de kapel voor G. Delacave en alle gesneuvelden van de streek. Boven de lage deuropening is een bas-reliëf ingemetst. Het vertoont Sint-Joris die te paard een gevleugelde draak doodt. Op het altaar staat een buste van het Heilig Hart, plastiek bloemen en twee kandelaars. Enkele marmeren gedenkplaten  met Franse opschriften over de dapperen van de streek in 1914-18. We zijn op weg naar de dodengang bij knppnt 2. We slaan rechtsaf en fietsen over de IJzerdijk langs de IJzer. Rechts van ons wordt een nieuwe WOI site opgericht. Hier stonden tijdens WOI twee silo’s van petroleumtanks. Van hieruit hielden sluipschutters van de vijand de dodengang onder schot met mitrailleurs. Een 50m voor de dodengang stoppen we voor een enorme Duitse schutsbunker. Tijdens WOI bouwden de Duitsers enkele bunkers in gewapend beton als ondersteuning tussen de Petroleumtanks en de dodengang. De ruïne is afgezet met hekken. We zien duidelijk de ijzeren profielen die de bunker ondersteunen. Er is geen infopaneel voorhanden. Wordt de site gerestaureerd of afgebroken?

De dodengang is een netwerk van meer dan een kilometer Belgische loopgraven en bunkers. Het was de gevaarlijkste stelling op amper 50 meter van de Duitse stelling van daarnet. Hier lezen we op een infopaneel: “De hel van de soldaten in 1914-1918! In 1914, lanceert het Belgische leger meerdere aanvallen om de Duitse machinegeweren te neutraliseren die zich op een paar honderd meter van de stellingen bevinden. Deze eindigen echter telkens in een bloedbad. De soldaten graven dan in erbarmelijke omstandigheden loopgraven in de dijk langs de IJzer in de richting van de petroleumtanks. Het dagelijkse aantal doden loopt in deze sector dermate op, dat hij al snel omgedoopt wordt tot ‘Dodengang’”.  Het bezoekerscentrum is niet toegankelijk.              Er worden restauratiewerken uitgevoerd. We kunnen wel langs een geveltrap tot het balkonterras voor een mooi uitzicht. Hier is het druk. Mensen van alle leeftijden. Zelfs jonge ouders met heel jonge kinderen. Terug beneden wandelen we tussen de borstwering met cement gevulde zandzakjes. Ze liggen hoog opgestapeld. Er groeien hier en daar klaprozen tussen de muur van “zandzakjes”. Wij kunnen er niet over kijken. We volgen een betonnen pad. In een vierkante ruimte werd een gebetonneerde uitkijkpost gereconstrueerd met schiet- en granaatgaten. De demarcatiepaal nr. 12 staat op het uiterste punt van de gang opgesteld. We wandelen als in een labyrint door gangen, over betonnen trappen, aarden plateaus, observatieposten en kleine bunkers waar soldaten rusten of gewonden verzorgd werden.  

Na afloop houden we onze picknick aan een tafel vlak naast de kronkelende rivier “de IJzer”. Een pleziervaartuig legt aan bij de nieuwe aanlegsteiger. De twee koppels komen de “dodengang” bezoeken. Dat dacht ik toch. Ze stevenen langs de dijk naar beneden, recht naar de overzijde van de straat, de kroeg in. De dorstige laven.

We rijden verder langs knppnt 74 naar Kaaskerke. Een deelgemeente van Diksmuide. We volgen nog steeds de rivier over het jaagpad. Er zijn tientallen luxe-jachten aangemeerd.  Aan de overzijde van de IJzer staan hoge luxeappartementen. Ze hebben een mooi uitzicht op de IJzertoren. We houden inmiddels halt bij een grote oude kapel. Een calvariemonument ter herinnering aan alle doden van de Eerste Wereldoorlog. Het werd ingehuldigd op 23 september 1928. Ooit werden naar deze plek bedevaarten georganiseerd. Alle tekst is in het Frans.  Twee metalen vleugelpoorten staan open. Een kleine foto van koningin Astrid staat op het altaar naast Moeder Maria met kind. Naast het altaar een hoge kandelaar zonder kaarsen. Plastieken bloemenkransen van de jaren stillekes vooraan. Verdorde bladeren van afgelopen herfst draaien door de wind in een kringetje.

Met de historische boodschap ‘Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus’ groet de IJzertoren ons al van in de verte, die we uiteraard bezoeken. Het is 13:10u. Voor een bezoek moeten we langs een nieuw betonnen complex lopen. Voor €8 p/p krijgen we een ticket. Het nieuwe ontmoetingscentrum heeft bronzen maquettes van de verschillende sites. Platen met brailleschrift voor de blinden en slechtzienden. Buiten stappen we over een geïmproviseerde hangbrug door een verwoest landschap. In een krater, gevuld met water, kwaken de kikkers tot een kanonschot klinkt. Water spuit omhoog. Sommige bezoekers slagen een gil, en grijpen de reling vast. Rechts liggen de resten van een gespan met het kadaver van een paard. Geen echt paard natuurlijk. Maar zo zag het landschap er wel uit tijdens de oorlog van ’14-‘18. Infoborden vertellen ons meer. We komen naast de parking op een reconstructie van een ondergrondse spoorbedding. Een info bord verschaft ons informatie over de projectielen die men gebruikte tijdens de Eerste Wereldoorlog: “De artillerie tijdens WOI schoot geen stenen of ijzeren bollen meer zoals vroeger.

 De projectielen waren cilindervormig maar droegen nog altijd de naam granaat. Die verwijst naar de granaatappel, een zaadrijke appelvormige vrucht. Een volledige granaat bestaat uit drie delen: de huls (ofwel het zakje) met de stuwlading kruit, de eigenlijke granaat as projectiel en daarin de ontstekingsbuis. Er zijn veel soorten granaten: springgranaten en granaatkartetsen, rookgranaten en gasgranaten, licht- en seingranaten, berichtgranaten… Ze krijgen vaak een naam volgens de doormeter van de loop waaruit ze geschoten worden (bijvoorbeeld 75mm, 10,5mm). Bij de Franstaligen en de Vlamingen wordt de naam obus gebruikt. Die komt van de Franse benaming van een houwitser. De artilleriegranaten die men nu nog vindt, worden vaak als bommen bestempeld. Nochtans is er een duidelijk onderscheid. De krachtterm ‘duizend bommen en granaten’ getuigt daarvan”.   

De hele site bestaat uit de heropgebouwde Pax-poort, restanten van de oude IJzertoren met crypte en de eigenlijke IJzertoren. In mei 1928 begint men aan de bouw van de eerste 52m hoge IJzertoren. Op 24 augustus 1930 wordt de toren ingewijd tijdens de elfde IJzerbedevaart. Eerst in ’36 wordt de toren en de crypte opengesteld voor het publiek. Tien jaar later, we schrijven 1946, word de IJzertoren door onbekenden in de nacht van 15 op 16 maart gedynamiteerd en volledig verwoest als reactie op de collaboratie van een groot deel van de Vlaamse beweging. Bovenop de ruïne wordt een groot “Heldenhuldekruis” opgericht. Onder het enorme witte kruis lezen we de tekst: “Hier liggen hun lijken als zaden in ’t zand. Hoop op de oogst o Vlaanderland”. Met de puinresten wordt achteraf de Paxpoort gebouwd en in 1950 ingehuldigd. De monumentale beelden worden gerecupereerd en op de hoeken van de poort aangebracht. Begin jaren ’50 besliste men een nieuwe IJzertoren te bouwen, naar het vorige model, maar de toren wordt 34m hoger, die in 1965 wordt ingehuldigd. De IJzerbedevaarten groeien uit tot massabijeenkomsten van Vlaamsgezinden.

Het pad naar de IJzertoren is in beton gegoten. Vooraan de tekst ‘Gemmenich 4 augustus 1914’. Links en rechts werden naamplaatjes ingemetst van een stad of dorp waar de Groote Oorlog heeft plaatsgevonden. Op de hoeken van het pad staan vier kunstwerken uit oud ijzer. Verroest materiaal van WOI werd samengeperst tot een vierkante kubus met, obussen, prikkeldraad, helmen… Een nieuwe site, de muur van herinnering, is nog in aanbouw. Hier komen alle namen op te staan van alle Belgische soldaten die sneuvelden tijdens WOI en WOII. Een infobord legt uit: “Drie doden. Het Belgische leger bleef sinds de lente van 1915 erg passief om zo weinig mogelijk manschappen te verliezen. Op 26 maart 1917 zette het voor het eerst sinds lang een infanteriecompagnie in voor een aanval op een Duitse loopgraaf bij Stampkot op het grondgebied van Steenstrate. Daarbij sneuvelden drie jongens die als vrijwilliger de oorlog waren ingestapt. Hun namen zijn: Edward en Frans Van Raemdonck en Amé Fiévez, twee Vlamingen en een Waal. Ze worden ter plekke in een voorlopig graf ter aarde besteld. Later wordt het stoffelijk overschot verzameld en in een gemeenschappelijke kist gelegd. Daardoor liggen ze nu in de crypte van de IJzertoren. Zij staan symbool voor de 42.252 gesneuvelde militairen die wij een naam willen geven op deze muur. Daarom zijn zij de eersten”. Tot zover de herdenkingsmuur.

Het kruis bovenaan de IJzertoren bevat het opschrift “AVV-VVK” en “Nooit meer oorlog”, in het Engels, het Frans en het Duits. In het gebouw is een museum ondergebracht van 22 verdiepingen. Langs automatische schuifdeuren treden we binnen. Rechts van ons een tekst op de muur: “Wat rest van het leven. Wat blijft van het land. Deze merkwaardige toren heeft de vorm van een reusachtige grafzerk en werd gebouwd ter herdenking van de Vlaamse soldaten die sneuvelden tijdens de Groote Oorlog. ‘Nooit meer oorlog’ is de vloek aan de oorlog die de toren in het landschap plaatst waarin zich van 1914 tot 1918 het Belgisch-Duits front uitstrekte. De tentoonstelling ‘Wat rest van het leven. Wat blijft van het land’ herleest de geschiedenis van de ‘Groote Oorlog’ en de IJzertoren. Wat rest van het leven’ toont de rampzalige impact van elke oorlog op ieders bestaan, maar ook: hoe het leven ondanks alles verder gaat. ‘Wat blijft van het land’ verwijst naar de littekens die de oorlog in deze velden trok maar stelt evenzeer vragen over nationale identiteit”.

Op het gelijkvloers worden we vriendelijk ontvangen door een jonge vrouw, die ons verteld hoe we moeten lopen. Met de lift naar het hoogste verdiep. Daarna met de trap naar beneden. Verdiep per verdiep langs half verlichte ruimtes die de rode draad vormt en de bezoeker meevoert langs foto’s en tekstuitleg verstrekt over WOI en uiteraard over de IJzertoren. Opzij van de lift bevindt zich een kapel met glasramen.

Met de lift reizen we in enkele seconden naar de 22ste verdieping. Hier komen we in de panoramazaal met tegeltjes tegen de muur met de namen van de talrijke schenkers. Het Davidsfonds, de Vereniging van Oud-Strijders en de VTB… om enkele bekende te noemen. Boven onze hoofden hangt het tafereel van het frontlandschap in een cirkel dat geschilderd is door Pieter Vermeersch. Een paar trappen hoger kom je op een “balkon”. We staan in open lucht. De wind nemen we erbij. De zon komt zelfs de IJzertoren bekijken. We nemen mooie panoramische foto’s. De mensen beneden ons zijn talrijke mieren. Dan nemen we de trap naar de twintigste verdieping. Op elke etage is een ander thema van WOI aangebracht. We nemen de tijd om alles te zien. We slagen geen enkel verdiep over. Het ene verdiep is al wat interessanter dan het andere, maar we genieten. Voor zover je van de oorlog kan genieten dan. Op het 17de gaat het om het leven als mollen onder de grond. Een verdiep lager over het Kerstbestand. Enzovoort. Ook de Tweede wereldoorlog komt aan de beurt vanaf het 10de. De twee laatste etages gaat over de modder en de Dug-out. Op het gelijkvloers komen we in het auditorium met videofilm, museumwinkel en de broodnodige toiletten.

We wandelen naar de resten van de eerste IJzertoren. We dalen enkele trappen af tot de crypte. In de muren zijn nissen uitgespaard, waarin heldenhuldezerkjes staan. Pas in 1932 tijdens de 13de IJzerbedevaart werden de eerste IJzersymbolen in de crypte begraven. Hun heldenhuldezerken liggen op de grond. Enkele bekende namen: “Joe English, de gebroeders Van Raemdonck en Amé Fiévez. De originele klok (“Klok Nele”), die in de kruiskop van de IJzertoren hing en 1200kg woog, barstte tijdens het dynamiteren van de IJzertoren. Ze werd nadien overgebracht naar de crypte. Omwille van waterinfiltratie, barsten, scheuren, verzakte muren werd in overleg met Monumenten en Landschappen beslist de crypte grondig te restaureren. Op 2 juni 1997 werden de kisten van de IJzersymbolen naar de kapel in de toren overgebracht. De restauratie was ingrijpend, maar de restanten van de oude toren bleven zichtbaar en de steen van Merkem, de klok Nele, de eerste steen van de eerste toren, de naamstenen en de oorspronkelijke ingangsdeuren werden verwerkt in de nieuwe crypte. Op 18 augustus 2001 werden de kisten van de IJzersymbolen bijgeplaatst in de Crypte. Het wijden van de zerkjes gebeurde op de Bedevaart van 2001. Het is niet duidelijk hoeveel mensen er exact in de crypte begraven liggen.

Na ons bezoek is het 15:45u. We hebben amper 7km gereden. We hebben nog een eind te gaan. Ondertussen schijnt de zon. Als de wolken voor de zon schuiven zakt de temperatuur met enkele graden. Even terug oriënteren. We volgen nu route 49 tot voorbij de parking van de IJzertoren. Bij knppnt 49 moeten we naar rechts. Vanaf hier begint de “Frontzate”.

“Deze vroegere spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort, een aftakking van de lijn Gent-De Panne, is in 1868 aangelegd en deed dienst tot  in 1974”. 14km rijden we over de voormalige spoorwegbedding. Nu ligt de spoorweg links van ons een paar meter hoger. Een grindpad brengt ons naar knppnt 48. “Op de akkers en weiden aan de IJzer willen de manschappen van het Belgische leger midden oktober 1914 de Duitse troepen kost wat kost stoppen. De Duitse staf wilde namelijk de kanaalhavens Calais en Duinkerke veroveren om zo de aanvoer van geallieerde troepen en voorraden vanuit Engeland af te snijden. Als de tegenstander over de IJzer komt, wordt de spoorweg van groot belang”. Bij een picknicktafel houden we halt. Links van ons is het centrum van Kaaskerke. Een infobord verteld de geschiedenis van het dorp tijdens WOI. “Door de ligging op de frontlijn wordt Kaaskerke volledig verwoest en omgebouwd tot een groot loopgravencomplex, met aan de IJzer de beruchte Dodengang”. “In 1921 begint de eigenlijke wederopbouw, waarbij de dorpskom – om de onbewaakte spoorwegovergangen te vermijden – zo’n 250m verder heropgebouwd wordt. Na de kerk, de pastorie en de gemeenteschool ontwikkelt het dorp zich tot een typisch straatdorp”.

We rijden verder richting Nieuwpoort. De wind wakkert aan. We nemen een extra ondersteuning voor onze e-fietsen. Ook hier enorme velden met korenaren. Niet zo hoog als daarstraks. Dat heeft misschien iets te maken met de koude westenwind? “Heel wat schuilplaatsen, bunkers, monumenten, gedenktekens en oorlogsbegraafplaatsen langsheen de spoorlijn herinneren aan de bloedige ‘Slag aan de IJzer’ en vier jaar stellingenoorlog”. Verderop een rust en schuilplaats in de vorm van een kiosk. Hier drinken we de laatste druppels koffie uit ons thermos. Vanaf hier zien we nog steeds de IJzertoren. Het volgende dorp dat we passeren is Pervijze. Net voor knppnt 35. We moeten een drukke baan oversteken. Het voormalige treinstationnetje van Pervijze is een gerenoveerde woning. Het is slechts aan de dorpsnaam te zien dat het een station geweest is. “De treinsporen verdwenen eind zeventiger jaren en de Frontzate is nu een vredevol wandel- en fietspad”. “Het gebied bezit een heel eigen biotoop met karakteristieke planten zoals: pastinaak, vroegeling, koningskaars en sleutelbloem”. Soms grazen hier schapen en ze beklemtonen de rust die hier is weergekeerd. Van de voormalige bunkers die we te zien krijgen, zijn het enkel  brokstukken die tussen het hoge gras tevoorschijn komen. Tussen knppnt 35 en 22 is een landschapskunstwerk van 1914-1918 tentoongesteld. Het is een sobere herdenking aan de lokale oorlogsgebeurtenissen. 104 gelijkvormige betonblokken zijn in een wel bepaald ritme in het perceel gelegd. Deze blokken vormen getallen die verwijzen naar de begin- en einddatum van de Eerste Wereldoorlog. Na een tijdje kunnen we het ontcijferen. Vier augustus 1914 – 11 november 1918. Voorbij de voormalige “Booitshoeke Statie” houden we halt bij onze eerste bunker. Betonnen zandzakjes steken een eind boven het fietspad uit. Slechts aan de buitenzijde te bezichtigen. De ingang achteraan is zorgvuldig afgesloten. Een brug over een brede beek draagt het opschrift “Ramskapelleleed”. We naderen Ramskapelle. Langs onze weg vinden we brokstukken van wat ooit bunkers geweest zijn. Sommige bunkers zijn overwoekerd door onkruid. In de verte, omgeven door weiland, een grote bunker. Bij het voormalige stationnetje van Ramskapelle stoppen we voor enkele foto’s te maken. Enkele jaren geleden waren we hier ook. Sindsdien werd er het één en ander veranderd. Voor de muur van betonnen zandzakjes verwijst een bord naar het 14de Linieregiment dat op deze plaats in oktober 1914 heldhaftig strijdt leverde voor de herovering van Ramskapelle. De ingang is afgesloten en een kunstwerk werd geplaatst van drie soldaten die zitten te kaarten. Een knipoog naar het Kerstbestand. In hun nabijheid staat een kerstboom. Een moment van vrede tussen Belgen en Duitsers.

Hier wijken we even af van onze route. We slaan linksaf en komen bij de begraafplaats van Ramskapelle. Achteraan staat een vlaggenstok waaraan de Belgische vlag wappert. Tussen de grafzerken groeien witte rozen. Hier rusten 632 gesneuvelde soldaten waarvan er meer dan 400 niet meer konden geïdentificeerd worden. In 1952 werd de laatste soldaat bijgezet. Bij het ploegen werden de stoffelijke resten van Louis Notaert teruggevonden in Stuivekenskerke.

Om 17:45u rijden we langs de spaarbekken Nieuwpoort binnen. We rijden naar het strand langs de houten voetgangersdijk. We volgen eerst route 67 en dan 82 langs de winkels met dure merkkleding. Via de jachthavenwijk rijden we voorbij luxeappartementen. We parkeren onze fietsen vlak bij het strand van Nieuwpoort-Bad. Er is bijna geen wind. Zeiljachten komen binnen gevaren langs de havengeul. De zeilen steken majestueus boven de kade uit. We wandelen langs het mulle strandzand tot aan het water. Het is afnemend tij. Rechts in de verte de rood witte vuurtoren. We zien veel verbrande mensen. Hun huid is roze rood gekleurd. Onze weerman had er gisteren nochtans voor gewaarschuwd. Insmeren en insmeren. De zon brandt. Wie niet horen wil moet voelen. Aan de horizon nog tientallen grote witte zeilboten. Het is vandaag een excellente dag geweest om te zeilen. Na enkele foto’s slenteren we terug naar de wandelboulevard. We willen iets eten voor we terug vertrekken. Op het verhoogd terras van hotel Sandeshoved is nog plaats. Tijdens onze maaltijd zien we een ex-collega voorbij wandelen met vrouw en kleinkind. Roepen helpt niet. Er is te veel lawaai. Erachteraan lopen is ook geen optie. Ik stuur thuis wel een mailtje. Na onze hoofdschotel van varkenshaasje, witloof en snijboontjes met aangepaste saus wachten we op ons dessert. Komt Ludo weer voorbij gewandeld. Deze keer hoort hij ons wel roepen. Spijtig dat we niet samen konden zitten. Onze tafel verlaten zonder betalen gaan ze niet graag hebben. We zien elkaar beslist weer.

Het is 20:30u als we met de fiets terug vertrekken. We moeten nog eind. Maar we hebben energie opgedaan en fietsen iets sneller. We volgen knppnt 08 door het centrum van Nieuwpoort. Richting het monument van Koning Albert I. Langs het kanaal Nieuwpoort-Diksmuide, vlak bij het sluizencomplex houden we nog even halt bij een gedenksteen van 1914-’18. Hier moet de schuilplaats gestaan hebben van de sluiswachters.   

Tussen knppnt 09 en 10 rijden we langs de grote spaarbekken. Een oord voor vissers en zonnekloppers. Rechts de kerk van Sint-Joris. Vanaf knppnt 10 loopt het mis. We stoppen nog bij het monument op de linkeroever langs de IJzer, vlakbij de Uniebrug. Hoog op de sokkel staat het beeld van een soldaat met de handen over het geweer. Het opschrift is in het Frans en herinnerd aan de deelname van het Belgische 7de Linieregiment aan de Slag van de IJzer van 17 tot en met 23 oktober 1914. En de gevechten bij Lombardsijde op O4 november van datzelfde jaar. Het monument werd onthuld in 1932.

Als we de Uniebrug willen overrijden zien we nog een monument. Een muur gebouwd in hardsteen voor het 14de Linieregiment. Links de Franse tekst. Rechts staat in het Nederlands te lezen: “Hier verdedigde het 14de Linieregiment op 22, 23 en 24 oktober 1914 het laatste stukje vaderlandse bodem. 900 helden vergoten er hun bloed”. Ook dit monument herinnerd aan de deelname aan de Slag aan de IJzer.

We rijden de IJzer over en volgen knppnt 23. Voorbij een taveerne die te huur staat. Enkele jaren geleden hebben wij hier nog iets gedronken op het terras. We moeten op een brede baan verder rijden. Niet zonder gevaar. Het is niet druk. Tot hier toe konden we steeds apart op een fietspad rijden. Gescheiden van de baan. Ons Rina vindt dat het lang duurt voor we weer een bordje van ons knooppunt te zien krijgen. We stoppen en kijken op ons meegebracht plannetje. Ik zie dat we het water rechts van ons moeten hebben. Op dit moment is het water links van ons. We rijden in tegenovergestelde richting. We moeten terug. Weer een bordje gemist? Aan de Uniebrug zien we wat er gebeurt is. Bij de taveerne die te huur staat moesten we linksaf onder de brug door. Dat bordje hebben we gemist. We werden afgeleid door het etablissement. We rijden op het jaagpad van de IJzer. Het begint frisser te worden. We moeten onze jassen aandoen. De zon gaat langzaam onder. We halen het misschien nog voor het donker wordt.

Om 22:OOu zijn we terug bij de auto. Nog anderhalf uur rijden tot thuis. Tot schrijfs.




















15-08-2014 om 21:38 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
27-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eekloroute

Fietsknooppunten: 87-84-79-74-64-61-55-52-51-50-54-53-57-62-59-70-73-76-80-79-84-87. Afstand 36,2 kilometer.

Woensdag 25 juni 2014. We zijn wakker voor de radioklok opspringt. Ons Rina kon mij gisterenavond overhalen om vandaag een fietstocht te maken. Het komende weekend is al voor andere doeleinden gereserveerd. Ze moet niet echt haar best doen om me te overtuigen. Folders worden uit de kast genomen en we kiezen na enige tijd voor het Meetjesland. Eén van de officieel erkende Vlaamse regionale landschappen. Met Eeklo als centrumstad, is Meetjesland een dynamische plattelandsregio in Oost-Vlaanderen. In het noorden vindt men polders met verschillende waterlopen en kreken en in het zuiden bosrijk gebied.

De weerman beloofde gisteren dat het een mooie zonnige dag zal worden. Het zal mij benieuwen want er hangen witte en grijze wolken in het noordoosten. In het westen is alles opgeklaard. Daar is de lucht hemelsblauw. Er is echter weinig beweging in de atmosfeer. Dus het kan nog wat duren voor alle bewolking is opgelost. De temperatuur bedraagt 18°.

Om 08:00u zijn de fietsen opgeladen. Nog tanken en we kunnen vertrekken. Ik vermijd het centrum van Ekeren en rij langs “Schoonbroek” naar de “Ekersesteenweg”. Ik ben verrast dat “Lucy” ons op de “Noorderlaan” linksaf stuurt. Gewoonlijk moeten we rechtsaf, de snelweg E19 op. Onze GPS leidt ons naar de “Italiëlei” en langs de “Waaslandtunnel” om dan langs “Linkeroever” verder te rijden. Daar nemen we de E34, richting Brugge.

Een paar kilometer voor onze afslag verdwijnt de zon geheel achter de wolken. De temperatuur blijft echter op 17° hangen. Om 09:30u staan we op de parking van het Streekcentrum Huysmanhoeve, Bus 1, op het grondgebied van de stad Eeklo. De hoeve, is de ideale uitvalsbasis om het Meetjesland te ontdekken. Het Streekcentrum opent zijn deuren eerst om 10:30u. We bevinden ons vlak bij ons vertrekpunt: fietsknooppunt 87. We worden onmiddellijk omringt door landerijen. De smalle asfaltbanen slingeren zich tussen weilanden met koeien en paarden. Op dit uur is het rustig fietsen. Als de temperatuur niet klimt denk ik dat er weinig gefietst wordt vandaag. In de verte toch blauwe lucht. Of is het een fata morgana? Het is uitkijken voor auto’s die ons passeren. In volle vaart racen sommigen ons voorbij zonder de verkeersregels na te leven. Slechts af en toe is er toch een hoffelijke chauffeur die vertraagt en ons rustig voorbij rijdt, en zelfs een meter ruimte geeft.

Ons eerste kapelletje vinden we langst route 84. Gelegen in “Bus”. Gebouwd in 1954 als aandenken aan het Mariajaar. In rode baksteen met scherp puntdak en zwarte dakpannen. Een klein Mariabeeld met kind achter glas met ijzeren tralies. Mooi onderhouden.

We fietsen over het viaduct van de E34. De Europese we weg of kortweg E34 loopt van Knokke-Heist tot aan het Duitse Bad Oeynhausen. Links van ons een klein woud van hoge lindenbomen. We genieten met volle teugen van het landschap. De maïs is nog niet zo hoog dat het ons uitzicht beperkt. We naderen Kaprijke. We passeren hier de ene villa na de andere. Een zekere welstand. Ook hier hangt onze driekleur op diverse plaatsen om onze Rode Duivels te steunen in Brazilië. Morgenavond spelen ze tegen Zuid-Korea. We zijn benieuwd.

Voor het bord “centrum” slaan we linksaf. We rijden door het Molenstraatje, maar er is geen molen te zien. Teneinde de straat moeten we linksaf, maar we gaan eerst het centrum van Kaprijke bezoeken. Rechtsaf dus. Het Plein, een groot rechthoekig dorpsplein dat we bereiken langs een dubbele rij monumentale bomen, is het grootste dorpsplein van Oost-Vlaanderen. Het zuidelijke deel van het vroeger veel grotere Plein is in de 19de eeuw verkaveld.  

We plaatsen de fietsen bij de parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart. De kerk is nog steeds omringend met een kerkhof. Een infobord verstrekt ons de volgende informatie: “Deze kerk is gebouwd in 1787, doch er was reeds melding van een gebedshuis in 1241. In 1755 besloot men, na een verwoestende brand, een nieuwe kerk te bouwen rond de 13de-eeuwse westertoren. De werken vatte aan in 1760. De bisschop wijdde de nieuwe kerk in op 6 juli 1790. In de daarop volgende eeuwen werden uiteraard nog verschillende uitbreidingen en restauratiewerken uitgevoerd. Na de Tweede Wereldoorlog werden herstellingen uitgevoerd van de in 1940 beschadigde torenspits. In een nis aan de buitenzijde van het portaal bevindt zich een 17de-eeuwse Lievevrouwbeeld”. De ingangspoort staat tegenaan geleund. Verder dan het sas kunnen we echter niet. De andere deuren zijn afgesloten. Ik lees verder: “Het merkwaardigste stuk meubilair, in de kerk, is ongetwijfeld de preekstoel. Oorspronkelijk gemaakt door de Gentenaar Jan Vernieuwen, maar later bij de wederopbouw van de kerk in 1788 enigszins omgebouwd. De preekstoel heeft een vierkante kuip met op de hoeken de symbolen van de vier evangelisten. Op het middenpaneel staat een hostiekelk met twee biddende engeltjes. Op het linker paneel staan twee vrouwen figuren met slangenstaart en op het rechter paneel eveneens twee engeltjes”. Tot zover het infobord.

We bezoeken het kerkhof. De huidige aanleg van het kerkhof met zijn ommuring dateert vermoedelijk uit het einde van de 18de eeuw. Een deel van de oude kerkhofmuur komt vermoedelijk overeen met de huidige muur van de pastorietuin ten oosten van de kerk,  daterend uit het eerste kwart van de 19de eeuw, op de plaats van de oude pastorie. In de tweede helft van de 20ste eeuw kreeg het pand een nieuwe bakstenen voorgevel. Nadien werd deze rode voorgevel overschilderd. De deur bleef echter behouden  met het bovenlicht in arduinen omlijsting. De paadjes naar het kerkportaal worden nu afgezoomd met leilinden. Het kerkhof wordt ingesloten door lage bakstenen muren, aan de Voorstraat afgedekt met hardstenen dekplaten; zij werden herhaaldelijk vernieuwd. Tegen de muren, omheen het kerkhof is een dubbele rij knotlinden aangeplant. Ten noorden van de kerk staan twee mooie exemplaren van bruine beuk. De schors van de beuk is zeer gevoelig voor zonnebrand. De takken van de bomen hangen dicht tegen de grond. Zo zorgt de boom dus voor eigen schaduw. Het kerkhof bevat nog een groot aantal arduinen grafstenen en kruisen uit de eerste helft van de 20ste eeuw, onder andere van de parochiepastoors en burgemeesters. Naast het koor staat nog een gewit bakstenen gebouwtje uit de 19de eeuw dat nu dienst doet als berging voor de kerk, maar vroeger bekend was als knekelhuis en in de 16de eeuw als “kraamhuis” voor het opbergen van de kramen bij de jaarmarkten die plaats vonden op het Plein. Het gebouwtje werd vermoedelijk weer opgebouwd in 1842 en in 1858 gesplitst in twee delen: een deel voor het opbergen van de kramen van de markt en een deel als opbergplaats voor kerkmeubilair.

Een zeskantige zuil werd recent geplaatst voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De tekst is duidelijk: “Gevochten met al jullie krachten blijven jullie als helden in onze gedachten”. De Calvarieberg tegen de zijgevel heeft een grondige poetsbeurt nodig. De beelden zijn bedekt met stof- en spinnenwebben. De gekruisigde Christus met Maria en Johannes boven een rotspartij is vermoedelijk van eind 19de eeuw. Naast de Calvarieberg, tegen de gevel, staat nog een heel oude arduinen grafzerk. Het Frans opschrift is wat verweerd. Onder het wapenschild zijn de namen nog duidelijk zichtbaar. De jaartallen dateren van het begin 19de-eeuw. We lezen o.a. “de Heer Eugene Van Hoobrouck, baron van Moorecken en senator van België.       Hij was de jongste telg van 12 kinderen en erfde de Heerlijkheid Moregem. Moregem ligt in het zuiden van Oost-Vlaanderen. Eugene werd geboren in Gent op 27 april 1756 en stierf op 8 oktober 1843 op 87 jarige leeftijd. In oktober 1830 werd Van Hoobrouck burgemeester van Moregem en bleef deze functie behouden tot aan zijn dood. In 1831 werd hij tevens senator voor het arrondissement Oudenaarde. In de zijgevel, boven de plint en naast de deur van de berging, vinden we elf ingemetselde stichtingsstenen met de namen van notabelen en de stichtingssteen 1787. Alles hier heeft te lijden onder het bladerdek van de majestueuze bomen. De glas-in-loodramen komen niet echt tot hun recht door het weinige licht dat de bomen doorlaten. Achter de kerk staan vijf natuurstenen kruisjes van nonnetjes.

Langs de twee rijen knotwilgen verlaten we het ommuurde kerkhof. Tegen de gevel van het volgende huis hangt een groot spandoek met oude prentbriefkaarten. Ze vertonen de omgeving van Kaprijke in vervlogen tijden. Een mooi initiatief. We wandelen tot bij het groot monument van de beide Wereldoorlogen. De arduinen steen is bovenaan over de volledige breedte gebarsten. Waarschijnlijk door de wortels van de vele bomen. Het monument vertoont een ridder met zwaard. Het heft in de hand, terwijl de punt rust op de grond. Geplaatst voor: “Zij die vielen voor het vaderland hebben recht op erkentelijkheid van het volk”. Links van de ridder lezen we de 9 namen van gesneuvelden uit WOI, onderaan nog een apart arduinen opschrift voor de Onderofficier “Vuylsteke De Lapshipp Jos. Rechts de 12 namen van gesneuvelden van WOII. Twee wapenschilden geven aan het geheel een beetje kleur. De Vlaamse Leeuw en het rode wapenschild met acht witte kappen van de gemeente Kaprijke.

Het gemeentehuis of stadhuis van Kaprijke werd voor het eerst vermeld in 1425 en in 1455, bij de bouw van een nieuw schepenhuis, in de loop der tijd verschillende malen vernieuwd. Het huidige gebouw dat we nu zien is in barokstijl opgericht in 1662-1663. De eerstesteenlegging vond plaats op 31 juli 1662. Het dak werd reeds vernieuwd na een verwoestende brand in 1683. Grondig herstellingswerken drongen zich op in 1885 en in 1931, met onder meer de toevoeging van een nieuwe aanbouw rechts, in 1993 gewijzigd en voorzien van een bovenverdieping. De pui werd een laatste maal wederopgebouwd in 1998. De deur is toegankelijk via dubbele bordestrap van blauwe hardsteen met gesmeed ijzeren leuning, vernieuwd in 1931. Onder de trap is een rechthoekige toegangsdeur naar het gelijkvloerse verdieping. “Anno 1663” is in basreliëf aangebracht, bovenaan op de voorgevel links. Rechts staat op dezelfde hoogte “Verbrandt Anno 1683”. Op het moment loopt binnenin een tentoonstelling over de Eerste Wereldoorlog. Het bronzen standbeeld achter de hoek stelt een man voor in een lange jas met de handen diep in de zakken. Voor de mond een “megahoorn”, waardoor hij iets wil verkondigen dat iedereen kan horen. Het is een beeldhouwwerk van de Antwerpse kunstenaar Philip Aquirre y Otegui (neef van Terzake-journaliste Phara). Zijn ouders vluchten uit het Baskenland tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939). Philip werd geboren en getogen in Vlaanderen. Tegen de zijgevel van het stadhuis is een infobord bevestigt met de volgende tekst: “Beeld voor Vlaanderen, 11 juli 2003. De man met de hoorn is een eerbetoon aan Kaprijkenaar Hippoliet Van Peene, de Gentenaar Karel Miry, respectievelijk de tekstschrijver en toondichter van de ‘Vlaamse Leeuw’ en aan de Meetjeslandse Taalminnaars: Jan Frans Willems, Karel Lodewijk Ledeganck, Pieter Ecrevisse, Mevrouw Courtmans en Victor De Lille.

Voor het oude stadhuis strekt zich de indrukwekkende dorpsweide uit. Dit marktplein dateert vermoedelijk uit de Romeinse tijd en was oorspronkelijk 6 ha groot. Tijdens de Middeleeuwen werd het plein gebruikt voor de bloeiende lakennijverheid. Het laken werd hier op het plein gewassen, gedroogd en gebleekt. In 1841 werd het plein eigendom van de gemeente. Het zuidelijke deel van het zogenaamde Veld werd vanaf 1850 verkaveld, onder meer voor de bouw van woningen en de gemeenteschool. Vandaag functioneert het plein, met haar monumentale dubbele bomenrij, vooral als ontmoetingsplaats tijdens feesten en kermissen. In de noordoostelijke hoek staat de 18de-eeuwse beschermde St.-Franciscuskapel. Een achtkantige kapel, met aan de westzijde toegevoegd portaal uit de 19de eeuw. Een gepleisterd en rood geschilderd bakstenen gebouwtje onder leien puntdak met ijzeren kruis. Portaal met puntgevel en rondboogdeur. Het glas in de deur is ingegooid. Een heiligenbeeld is verdwenen. Alleen twee antieke kandelaars zakken weg op het vermolmde houten altaar. Schuin tegenover de kapel staat het grote herenhuis bij een voormalige, achterin gelegen brouwerij dat gebouwd werd in opdracht van Victor Standaert in 1893. De fraaie voorgevel bevat decoratieve ornamenten.

Klooster St.-Vincentius, nu Woon- en zorgcentrum Sint-Vincentius van de Zorgsaam Zusters Kindsheid Jesu werd in 1842 gebouwd onder de leiding van de stichteres moeder Vincentia, Joanna Rampelberg, afkomstig van Meuzeghem bij Brussel.                Het klooster bezat een pensionaat, weeshuis, kantschool, kleuter- en een lagere school voor meisjes. Er werd les gegeven tot in 1981. Het klooster werd gesloopt in 2001.  

We verlaten het centrum en volgen terug knppnt 74. Terug tussen landbouwgrond. Aardappel- en maïsvelden domineren het landschap. Het loof van de aardappel heeft in de kruin een witte bloem. Het geeft een mooi panoramazicht van hectaren aardappelbloesems. Als het loof afgestorven is begint de rooitijd. Tussen de velden zien we de sierlijke luxueuze vrijstaande woningen of landhuizen. De zon doet haar best om door te breken. De grijze wolken zijn echter hardnekkig. Er steekt een wind op. Dat helpt misschien om de wolken te verjagen. In de verte de spitse toren van Bassevelde.

Bassevelde is een deelgemeente van Assenede. Ook in dit centrum wijken we even af om de bezienswaardigheden te bezoeken. Eerst het voormalige gemeenteschool en gemeentehuis van Bassevelde dat dateert van 1859. Nu verbouwd tot dienstencentrum en bibliotheek. Op het plein voor de kerk heeft het afgelopen weekend een kermis plaatsgevonden. Een grote vrachtwagen komt het plein opgereden om het voorlaatste kermiskraam weg te slepen. We parkeren de fietsen bij een fietsenstalling.

In het midden van het dorpsplein staat de witgeschilderde O.L.Vrouw Hemelvaartskerk met zijn vele torentjes. De kerk is de blikvanger van het dorp. Ze werd ooit omschreven als “één der mooiste kerken van het noorden van Vlaanderen”. De vele aanpassingen en verbouwingen in de loop der jaren hebben haar echter aan schoonheid doen inboeten. De kerk heeft de vorm van een Latijns kruis, wat typisch was voor middeleeuwse kerken. Na de beeldenstorm in de 16de-eeuw, dichte men een aantal vensters. Een infobord vermeld: “De oudste gedeelten van de kerk, met name de vieringtoren, het transept (kruisbeuk), het traptorentje en de eerste vijf traveeën van het schip, dateren uit de tweede helft van de 13de-eeuw en het begin van de 14de-eeuw. Ze vallen onder de vroeg gotische baksteenarchitectuur. In de 18de-eeuw werden echter verschillende verbouwingen uitgevoerd waardoor de kerk haar huidige vorm kreeg. Rondom de kerk ligt het kerkhof, dat nog volledig omheind is. Op 22 september 1981 werden kerk en het ommuurde kerkhof geklasseerd als monument”. Tot zover het infobord. We lopen langs de centrale toegang naar binnen. In deze kerk mogen toeristen binnen. Op voorwaarde dat ze de stilte eerbiedigen. Er klinkt muziek op de achtergrond. Radio-Maria gok ik, of gewoon een Cd-speler die wordt afgespeeld. We zijn aangenaam verast door de mooie uitstraling van het gebedshuis. De glasramen zijn in 1968 geplaatst. Er staan veel Heiligenbeelden. O.a. de H. Rochus en de H.  Franciscus. De mooie doopvont in een nis. De H. Anthonius van Padua. Terug buiten lopen we om de kerk. In 1997 werd er nogmaals een aannemer aangesteld voor een restauratie. Voor de kerkramen zijn tralies aangebracht. Achteraan een grafzerk met enkele namen van priesters die sinds 1830 hier in de kerk van Bassevelde de mis opdroegen. Ernaast een perk met negen kruisjes van zusters. De laatste werd hier begraven in 2004.

Over de kerk staat het oorlogsmonument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Geplaatst op een heuveltje en in de schaduw van enkele vrijheidsbomen in een omheind perk. Het beeld werd ingehuldigd op 5 september 1920. De gebeeldhouwde soldaat met een vlag en een Belgische leeuw. Op de voorzijde van de obelisk staat het wapenschild van Bassevelde. De tekst op de voorkant luidt “Het dankbare  Bassevelde aan zijne helden 1914-1918. Achteraan lezen we: “Hulde aan onze  gesneuvelden 1914-1918” en de namen van slachtoffers uit WOI. Verder werden op de sokkel de namen aangevuld van de slachtoffers van WOII. Op de zijkanten hangen bronzen laurierkransen en op het lint staat: “Aan onze gevallene makkers sept. 1920”. De twee zomereiken naast het monument zijn herdenkingsbomen. De oudste is in 1830 geplant ter herdenking van de oprichting van het Koninkrijk België. De andere werd geplant in 1919 na de bevrijding van de vijand in WOI.

Bassevelde heeft een mooi dorpsplein, omzoomd met wilde kastanjes. De muziekkiosk hier is niet zo oud. In 1905 werd hier de eerste houten kiosk gebouwd naar aanleiding van het 100 jarig bestaan van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecelia. Weer en wind kon niet beletten dat het geheel moest vervangen worden. Deze achthoekige constructie is vervaardigd in steen en ijzer en werd op 18 mei 1930 ingehuldigd. Het laatste onderhoud vond plaats in 2004. Tijdens renovatiewerken van Basseveldedorp in 2004 werd een drinkwaterput blootgelegd uit de zestiende eeuw. Hij werd vakkundig terug op gemetst, maar bovenaf wel afgesloten met een dikke glazen plaat.

De oude arduinen waterpomp staat niet op de oorspronkelijke plaats. Ze vervangt een houten dorpspomp van voor de 16de-eeuw. De locatie, van de oude waterpomp, werd teruggevonden bij wegenwerken tijdens de dorpsvernieuwing van eind 19de-eeuw. Men plaatste in 1876 deze arduinen pomp op dezelfde plaats. Toen het oorlogsmonument werd geplaatst, moest de waterpomp op de huidige plaats gezet worden.

Op een zitbank verorberen we onze picknick met een beker koffie uit de thermos. We hebben er zowaar honger van gekregen. Daarna rijden we verder tot aan knppnt 55 waar we rechtsaf slaan op de oude spoorwegbedding Bassevelde-Zelzate. De smalle asfaltbaan die bijna kaarsrecht door het land loopt is 3 meter breed en ongeveer 10km lang. Ze vormt een belangrijke verbinding tussen de kernen Bassevelde, Boekhoute, Assenede en Zelzate. Voor het eerst ingereden op 17/11/2008. We verlaten het centrum en worden onmiddellijk omgeven door weilanden met vee. Rechts nog enkele villa’s. We mogen bij sommigen een blik in de tuin werpen, (figuurlijk dan). Naast de spoorwegbedding is een brede gracht. De zon doet haar uiterste best om door de bewolking te breken. Ze faalt.

We rijden Assenede binnen, langs een modern gebouw dat sterk doet denken aan een treinstation. Het voormalige station werd nog tot 1976 gebruikt als goederenstation. Daarna werd het volledig gesloopt en men plaatste een nieuwbouw. De Post huurde het pand nog enkele jaren, maar ook zij vertrokken. Het “stationsgebouw” werd gemoderniseerd en is nu  een gezinswoning. Bij knppnt 52 verlaten we de spoorwegbedding en slaan linksaf.

In de verte zien we de spitse toren van Boekhoute kerk. We zijn in de helft van onze fietstocht als we onze volgende bestemming bereikt hebben. Boekhoute is een eveneens als Kaprijke een deelgemeente van Assenede. Langs een nieuwe woonwijk rijden we het rustig en gezellig dorpsplein op. “Boekhoute, een vissersdorp zonder haven” lezen we op een bord langs ons pad. In 1952 lag Boekhoute nog aan de zee dankzij de Braakman, een voormalige zeearm van de Westerschelde die tot voorbij Philippine aan de Belgisch-Nederlandse grens kwam. Toen sloten de Nederlanders de Braakman af en werd Boekhoute een vissersdorp zonder haven. Maar er zijn nog wel garnaalvissers, die dagelijks de Westerschelde opvaren vanuit Breskens en Terneuzen. Boekhoute is zijn vissersverleden nog lang niet vergeten. Aan de kerk houden we halt en plaatsen de fiets in de fietsenstalling. Bij de kerk ligt de “Bou-8” of de “Isabella”. Het stadsbestuur kocht in 1973 de vissersboot en plaatste hem hier om de herinnering aan het vissersverleden van het dorp levendig te houden. Het schip was veertig ton zwaar, zijn mast was tien meter hoog en zijn netten twintig meter lang. Drie luiken geven toegang tot het ruim, machinekamer en de leefruimte. De stad liet hem enkele jaren geleden overkoepelen omdat de zure regen grote schade aanricht aan het oude schip.

De Parochiekerk “Heilig Kruis” werd opgericht in 1866-68 ter vervanging van een kleinere, die volledig verwoest werd door een felle brand. Na WOII drongen zich dringende herstellingen op na het dynamiteren van de westertoren. Ook hier is de kerk open voor bezoekers. Deze kerk is nog prachtiger dan de vorige. Niet zo veel H. beelden. Zoals de meeste kerken bezit deze ook drie beuken. Links en rechts van de middenbeuk wordt een tentoonstelling gehouden van beide Wereldoorlogen. Links moeten we langs opgestapelde zandzakjes en prikkeldraad. Een knipoog naar de stellingoorlog van 1914-18. Mooi en duidelijk geïllustreerd. Vanaf het begin tot de inval in Boekhoute. Met duidelijke foto’s. De rechterbeuk bezit nog meer foto’s van Boekhoute tijdens WOII en de bezetting van de stad. Vooraan in de kerk heeft ze veel te lijden van optrekkend vocht. Afbladerende verf en schimmelvorming. Het grote altaar is sober. De glasramen van 1899 tonen de Heiligenbeelden. Ze werden gerestaureerd na oorlogsschade in 1950-51. Het lijden van Christus is op doek geschilderd en dateert van 1871.

De Calvarieberg is van na WOII en tegen de zijgevel gebouwd van het volgende huis. Het stond hier vroeger ook toen rondom de kerk nog een begraafplaats was. Nu is het een plein geworden. Ook hier staat het monument centraal voor de gesneuvelden van WOI en II. Opgericht in 1920 in arduin met een reliëf voorstelling van een soldaat in een loopgraaf. Duidelijk te zien aan het hoofd dat boven zandzakjes uitsteekt. Op de achtergrond een vrouw met kinderen. Op de zijpanelen lezen we de namen van gesneuvelden en opgeëisten.

Het bezoekerscentrum was voorheen het stadhuis met visserijmuseum dat opgericht werd in 1906 met een onderwijzerswoning. Boven de linker deur is een gevelsteen aangebracht met opschrift en wapenschild. Ook de toeristische diens is hier ondergebracht. Het bezoekerscentrum opende in juni 2007 haar deuren. Het voormalige visserijmuseum werd in een nieuw kleedje gestoken en nodigt uit voor een bezoek. Op de benedenverdieping verneemt u alles over de BOU 8, maar je kan er ook terecht voor de reservatie van een uitstap, de aankoop van toeristische routes of souvenirs. Op de eerste verdieping krijg je het verhaal van het vissersdorp dat Boekhoute is. Via multimedia en interactieve elementen geeft het vissersdorp haar geheimen prijs. Deze middag uitzonderlijk gesloten. Tegenover het stadhuis staat het bronzen borstbeeld van Prudent Van Hyfte. Prudent werd in 1916 geboren en was een gevierd accordeonist met uitstraling tot ver buiten de landsgrenzen.  Zijn bekendste hit uit de jaren 50 was “Pour toi seul”. Hij stierf in 1989.

“Kasteel Ter Leyen is privaat eigendom en is geheel omringd door een walgracht en prachtige tuin. Al in 1410 was er sprake van de eigendom van een zekere Jan Sloeven uit Gent, onder de naam “Goed Ter Leyen”. In eerste instantie zou het gebouw gefungeerd hebben als een versterkte herenhoeve. Sinds 1580 kreeg het de naam “Kasteelhof”. Het kasteel kreeg haar huidige uitzicht in renaissancestijl onder leiding van Architect Valentin Vaerwijck.” Tot zover het infobordje bij de ingang. Tegen de andere pilaar hangt het gedicht van “Thomas Rubico” met de Engelse naam “Secrets of Ter Leyen castle”. De huidige Nederlandse eigenaar verhuurt het kasteel voor verscheidene activiteiten.

Tijd om de dorstige te laven. Over de kerk houden we een sanitaire stop op het terras van café “De Gouden Appel” met een Tripel Karmeliet. Dit bier word gebrouwen in Buggenhout en werd voor het eerst in 1996 gelanceerd met een volume van 8,4%. In 2009 won Karmeliet de “World Beer Awards”. Daar hoort uiteraard een wafel met aardbeien en slagroom bij. Om de nodige calorieën op te slaan die we er hopelijk terug kunnen affietsen.

Om 14:30u verlaten we het centrum van Boekhoute. Dit was ons laatste dorp. Nu fietsen we verder tot Kaprijke. De kapel op de hoek van de Notelaarstraat en Meuleken ligt net buiten het stadscentrum. Gebouwd na WOII in rode baksteen. Het puntdak heeft rode dakpannen. Achter glas staat het O.L.Vrouwebeeldje. Het kapelletje wordt overschaduwd door een lindenboom.

Verderop wanen we ons even in St-Truiden. Velden met laagstammige perenbomen. Het Meetjesland heeft een fruitig verleden. Zo vertrokken in de jaren ‘50 nog treinwagons vol peren naar de fruitmarkten van Londen. Hier en daar zijn nog mooie restanten van die boomgaarden te zien. We rijden op de Noorddijk. Een meter hoger dan de velden. Natuurpunt beheert een beperkt deel van de Noorddijk als natuurgebied. Hier ligt een uniek krekengebied  met grillige omtrekken. Het is een wijds gebied met dijken en landerijen. Het landschap is getekend door de strijd van de mens tegen de zee. De historische dijken die het land tegen het water moesten beschermen (vroeger was dit gebied een kustgebied) zijn duidelijk zichtbaar in het landschap. Mooie vergezichten over de aardappelvelden met witte bloesem. Mooie foto’s. We voelen de wind en horen hem huilen. De bomen links van ons staan gebogen van het constante geduw van de wind. Het zijn statige eikenbomen met miljoenen bladeren die ritselen in de wind. Een kreek met aan beide zijden een perenplantage. In de verte de stompe toren van Bassevelde. Vervolgens fietsen we langs slingerende asfaltwegen en brede waterplassen. Langs kreken waar vogels hun habitat hebben. Waar eenden en meerkoeten zwemmen. Brede lanen die afgezet zijn door eiken- of beukenbomen. Langs de ondiepe beken hebben de knotwilgen het naar hun zin. Wegeltjes die uitsluitend door tractors worden gebruikt om naar hun land te rijden. Voor de aardappel wordt het een vruchtbaar jaar. Hectaren en hectaren hebben we gezien vandaag. Benieuwd of de prijzen zullen dalen.

Om 15:30u zijn we terug in Kaprijke. Toch  moeten we nog acht kilometer trappen. We hadden er totaal geen weet van dat hier nog zoveel weide- en landbouwgrond was. Onze volgende stop is bij de Kleemkapel. De dag van vandaag worden er nog elke woensdagavond vanaf begin mei, de Mariamaand, tot ongeveer halfoogst missen opgedragen in de kapel. De eerste zondag na 15 augustus heet in Kaprijke “Kapellekenszondag” en wordt nog steeds in eren gehouden met een kaarsjesprocessie. In 1874 en 1894 kreeg de kapel haar huidige neogotische uitzicht. Eerst liet de toenmalige pastoor een grotere kapel bouwen, maar al snel bleek zelfs dat te klein. Onder pastoor Sanspeur werd de kapel verder uitgebreid. Opvallend is het elegante torentje en de fraaie glasramen in de kapel. Die glasramen waren schenkingen van welgestelde burgers. Rond de kapel bouwde men ook een ommegang van 15 staties: vijf blijde, vijf droeve en vijf glorierijke mysteries. In 1932 werden zowel de kapel als de ommegang helemaal gerestaureerd. Dat jaar organiseerde deken Aloïs Boeykens een omhaling om alles te bekostigen. De Kaprijkse inwoners toonden zich erg vrijgevig en er werd zoveel geld opgehaald dat alle statiekapelletjes in steen konden gerestaureerd worden.    We kunnen ook deze kapel bezoeken. De vloer van de kapel is bedekt met een ruitvormig patroon van gele en zwarte cementtegels, in het koor met zwarte marmeren tegels. De lambrisering met voornamelijk bruine en groene faiencetegels in het koor dateert van de renovatiewerken van 1932. De lambrisering in de beuk met blauwe tegels, tegels met de dooreengevlochten letters MM, afgeboord met rijen witte, groene en rode tegels zijn aangebracht in 1938. Het houten altaar bezit onder andere vier panelen met heiligenfiguren tegen een vergulde achtergrond, lelies en voorzien van een tabernakel versierd met het Lam Gods. In het koor staat sinds kort een klein orgel. Aan de wanden hangen de veertien taferelen van de kruisweg in klein reliëf, een Calvarie en vijf heiligenbeelden op sokkels.
In zeven van de negen vensters werden in 1934 glasramen aangebracht met heiligenfiguren of taferelen. De glasramen in het koor, met links de H. Familie en rechts De Bruiloft van Cana, zijn ouder en werden geschonken door de familie Taelman. De glasramen in het koor met links de voorstelling van H. Bernadette en Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en rechts Heilige Godelieve en Heilige Theresia. Vervolgens staan we stil bij enkele taferelen met “De geboorte van Jezus, Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans, Maria onder het Kruis en Maria Boodschap”. De Hemelvaart van Maria hangt boven het portaal. Aan de buitengevels, onder de vensters hangen zeven reliëfs met de VII Weeën van Maria.

We rijden de parking voorbij, waar onze auto trouw staat te wachten, en rijden 100m verder tot het bezoekerscentrum “Huysmanhoeve”. Langs een heel oude toegangspoort rijden we op het binnenplein. Het monumentale poortgebouw is het enige nog resterende bouwwerk uit de Middeleeuwen in Eeklo. Samen met het woonhuis is de poort sinds 1993 beschermd als monument. De dreef, de omwalling, de dienstgebouwen, het hof en de boomgaard zijn geklasseerd als dorpsgezicht. Maar ook op de hoeve zelf gonst het van de activiteit. In het provinciaal streekcentrum Huysmanhoeve kan je neuzen in het erfgoed van het Meetjesland. Verschillende collecties brengen de geschiedenis van de streek tot leven. Hier ontdek je nog talrijke sporen van het verleden. Je kan er de tentoonstelling ‘Winkelen in het erfgoed van het Meetjesland’ bezoeken. Verder is er een cafetaria waar hoeve- en streekproducten geserveerd worden. Een hele zomer lang zijn er leuke gezinsactiviteiten op de Huysmanhoeve, tijdelijke exposities, theater op het domein, een feestelijke sfeer, fiets- en wandeltochten en meer van dit alles. Krulbollen, de Meetjeslandse volkssport bij uitstek, kan hier niet ontbreken: de krulbolbaan is dan ook vrij te gebruiken, krulbollen zijn gratis te bekomen in de cafetaria.

Rechts is het infokantoor met tentoonstelling. Het is een oude, gerestaureerde hoeve waar bezoekers meer kunnen leren over de geschiedenis, cultuur en natuur van het Meetjesland. De geschiedenis van de site begint vermoedelijk in 1241. Op dat moment verkoopt Johanna Van Constantinopel een stuk grond aan het Gentse Rijke Gasthuis (de Onze Lieve Vrouw ter Lazarie). Het Gasthuis (of klooster) gebruikt de gronden, die toen ‘het Groot Goed’ werden genoemd, in de eerste plaats als cultuurgrond. Aanvankelijk werden de gronden bewerkt door broeders zelf, maar vanaf 1348 wordt de uitbating van de hoeve uit handen gegeven. Vanaf dan begint de periode van de verpachting. De hoeve zal tot 1736 verpacht worden aan inwoners van Eeklo en omstreken. In 1736 neemt Joannes Huysman (1691-1777) zijn intrek op de hoeve, wat meteen de start betekent van de generatie Huysman. Zij zullen de hoeve verpachten tot 1996.

Na de tentoonstelling nemen we afscheid. Rijden naar de parking en vertrekken terug naar Ekeren. Tot schrijfs.














27-07-2014 om 16:00 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
06-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dodendraadroute

Fietsknooppunten: 08-81-08-87-05-87-82-91-92-80-94-22-18-19-20-19-52-11-12-99-08   Afstand: 38km.

Zondag 25 mei 2014. Het is mooi weer. Na onze wettelijke kiesplicht, vertrekken we met de wagen naar Zondereigen. Het is kwart over negen en de temperatuur wijst 19° aan. Lucy,  GPS, vertelt ons dat het 47,7km rijden is en dat we na 47 minuten ter plaatste zullen zijn. Vanaf “Kleine Bareel” is het sterk vertraagt verkeer. Er wordt een spitsstrook aangelegd tot Sint-Job-in-‘t-Goor. Het wordt een extra rijstrook die op drukke momenten de capaciteit van de weg vergroot. De werken zullen nog duren tot eind juni. We volgen 24km de E19, richting Breda, tot Loenhout, afrit 2. Via de N144 rijden we langs de kerk van Hoogstraten. Rechtsaf naar het centrum van Wortel. Tien minuten later parkeren we ons nabij de kerk van Zondereigen. Het dorp ligt tussen twee riviertjes, het “Merkske” en de “Noordermark”. Op 3 november 1914 werd Zondereigen als laatste plaats in België door de Duitsers bezet. De kern van dit mooi en rustig plattelandsdorp van Baarle-Hertog bestaat uit twee straten die elkaar kruisen bij de Sint-Rumolduskerk. Deze neogotische kerk werd gebouwd in 1859-60  op de plaats waar ooit een kapel stond. Tijdens WOII werd de kerk verwoest en in 1949 heropgebouwd en vergroot. Recent is de doopkapel verfraaid met een glasraam ter ere van pater Ladislas Segers, brancardier tijdens WOI en later pionier van de kapucijnen in Canada. Tegen de zuidkant van de kerk staat wellicht het enige in de provincie Antwerpen bewaard gebleven herdenkingsmonument met Keltisch kruis en de afkortingen AVV en VVK. Dit monument werd opgericht door de plaatselijke afdeling van de Vlaamsche Oud-Strijdersbond en brengt hulde aan drie gesneuvelde soldaten uit de parochie Zondereigen. De tekst is echter onleesbaar geworden op de arduinen zerk.

België werd door Duitse soldaten bezet vanaf augustus 1914. Nederland bleef neutraal. Radeloze mensen vluchten massaal over de grens. De bezetter plaatste vanaf april 1915, van de badplaats Knokke tot in Gemmenich, bij Aken, een prikkeldraadversperring en er tussenin een hogere constructie onder hoogspanning van bijna 2000 volt. Om de bijna 450km lange versperring in te korten, kwamen grote stukken Belgische grond achter de “dodendraad” te liggen. De Duitsers wilden vooral deserteurs, vluchtelingen en spionnen tegenhouden. Om de 100m stond een schildwachthuisje met schijnwerpers, alarmlampjes, mijnen… Vooral smokkelaars werden slachtoffer van de “dodendraad”. Kleinere dieren zoals katten, honden, konijnen en hazen werden vaak geëlektrocuteerd. Om dierenkadavers bij de draad weg te halen, gebruikten Duitse grenswachters een goed beveiligde grijper, voorzien van een porseleinen isolator. Het bleef desondanks een levensgevaarlijke taak. Grensgidsen gingen uiterst creatief te werk bij het passeren van de dodendraad. Een grenswacht werd soms omgekocht, een postpakket over de draad geworpen, een bodemloze ton eronder geschoven, een ladder werd tegen de palen geplaatst, enzovoort.   

Vanaf hier vertrekken we voor een fietstocht naar opmerkelijke plaatsen uit ‘Den Grooten Oorlog’. Langs ons traject staan 15 infoborden met foto’s en teksten die vertellen hoe het leven was voor militairen en burgers tijdens het vier jaar durende oorlogsgeweld langs de Nederlandse grens. We zijn nog niet uit het centrum en we stoppen al bij de begraafplaats van Zondereigen. Links van de ingang een kleine wegkapel. Opgedragen  aan O.L.Vrouw... bid voor ons. De rest van de tekst is onleesbaar geworden. De ingangspoort is als aandenken versiert met gehaakte klaprozen. Bijna vooraan staat een monument voor de gesneuvelden van WOII. Achteraan de begraafplaats een wit gekalkte Calvarieberg. Een hoog Christuskruis, zonder Jezus, met links moeder Maria, en rechts de meest geliefde leerling van Jezus, Johannes-de-doper. Jezus ligt opgebaard in de afgesloten grot onderaan. Links een grafzerk met herinneringsbord voor de bemanning van de Handley Page Halifax. Een viermotorige bommenwerper die hier in de nacht van 12 op 13 mei 1944 is neergestort en waarbij alle zeven inzittenden om het leven kwamen. Zes Australiërs en één Engelsman waarvan drie officieren en vier sergeanten.

Enkele minuten later staan we bij ons eerste infobord van de dodendraad. Bord nr 13. Het is voor de eerste keer dat we de dodendraad aanschouwen. Het is een reconstructie die men op 12 september 2008 hier als vredesmonument aan alle slachtoffers van de draad heeft opgericht. Een pakkend moment. Begin 2007 werden tijdens akkeronderzoek scherven van de elektrische draadversperring uit WOI ontdekt. Palen en draden werden na de oorlog voor landbouwdoeleinden hergebruikt, maar de isolatoren waren nutteloos bij gebrek aan elektriciteit en werden ter plaatse stukgeslagen. Door de vondsten ontstond het idee om een stukje dodendraad op de juiste locatie herop te richten: als een vredesmonument en eerbetoon voor de 850 gedocumenteerde doden. Het vredesmonument “Dodendraad” werd opgericht door de basisscholen van Baarle-Hertog, de heemkundekring Amalia van Solms, de heemkundige werkgroep Zondereigen, de kerkfabriek Zondereigen en het gemeentebestuur van Baarle-Hertog. Zij willen hiermee een blijvende hulde brengen aan alle slachtoffers van de elektrische draad en doen tevens een oproep tot vrede tussen alle mensen. Alleen al langs het 15,5km lange traject ten zuiden van Baarle-Nassau stierven minstens vierenveertig personen.  

In 2013 werd een toeristisch project gerealiseerd, bestaande uit de “Dodendraadfietsroute” van 38km in Baarle-Hertog-Nassau, Hoogstraten, Merksplas en Ravels. Het “Dodendraadpad” is een wandelpad van 3,6km in Zondereigen en het WOI-Verzetspad heeft een wandeltocht van 4,2km door Baarle-Hertog-Nassau. Op het infobord staat de bekende scancode. We horen het verhaal van Louis Van Den Heuvel. Hij werd op 19 december 1915 door een Duitse soldaat neergeschoten toen hij een mandje met etenswaren over de draad wierp. Zijn 15 jarige dochter Trees zag alles gebeuren. Zij werkte in Zondereigen als dienstmeid bij de weduwe Gillis. Louis overleefde het incident. De prikkeldraad vertoont bovenaan gehaakte klaproosjes over de volledige lengte.  

Terug naar knppnt 08, om route 87 te volgen Langs het voormalige klooster van de zusters Annonciaden van Huldenberg en meisjesschool. Hier kregen de kinderen hun dagelijkse portie kindersoep. In de klas werd gebeden voor een vlugge beëindiging van de oorlog en opdat de jongemannen niet voor het werk in Duitsland zouden opgeëist worden. Ernaast, in nr 8, staat het oude noodgemeentehuisje. Na het sluiten van de grens geraakten de dorpelingen en hun raadsleden niet meer bij het gemeentehuis dat zich in de enclaves bevond. Dit huisje was van eerste schepen Toontje Gillis. Het werd door de Duitse overheersers op 13 oktober 1915 als noodgemeentehuis ingericht. Voor de Duitsers was hij de eerste contactpersoon. Hier werd voorlopig de burgerlijke stand en een bevolkingsregister bijgehouden. Zijn zoon Jan was voorzitter van het comité voor de voedselverdeling.

Het tweede kapelletje staat net buiten het centrum van Zondereigen, meer bepaald in Gel. Een hoge smalle kapel met puntdak. Gemetst in gele, rode en donkere baksteen. Het is één van de mooiere kapelletjes. Versiert met blauwwitte slingers, ter ere aan moeder Maria in de maand mei. De tekst onderaan luidt: “O-L-Vrouw van Vlaanderen bescherm ons”. Rond 1850 moet er al een voorloper hebben gestaan. Deze kapel werd in 1939 gebouwd. Het mooie beeldje achter beschermglas en rasterwerk is afgebeeld met de Vlaamse Leeuw en een verpletterende draak, die het symbool is van al het kwaad op aarde. De letters op het wapenschild verwijzen naar de Vlaamse ontvoogdingsstrijd: Allen voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus. Twee stevige, knoestige lindebomen zorgen voor de nodige schaduw. Het planten van lindebomen bij kapelletjes is een restant van de oude gewoonte om godsdienst te beoefenen onder deze bomen.

Als de wolken voor de zon schuiven wordt het toch een pak frisser. Bij een open vlakte voelen we de koude wind nog intenser. Het is slechts van tijdelijke aard en straks wordt het beslist warmer. Het is nog vroeg. De mais rondom ons staat amper 10 à 15cm hoog. We hebben nog enorme mooie panoramazichten. Voorbij het gehucht Gel stoppen we bij ons tweede infobord, nr 14. Vlakbij een reconstructie van schakelhuis K5. Gebouwd naar een model van foto’s uit Putte en Arendonk. Men heeft er de ampères- en voltmeter terug in aangebracht. Verschillende schakelaars, draaiwielen en meters. Aan de andere kant van het schakelhuis, bijna hetzelfde tafereel. Een ampèremeter tot 300 volt. Drie schakelaars, isolatoren met een hendel om heel de boel op en af te zetten. De groep van 68Kw staat op de grond. Alles is veilig afgeschermd met konijnendraad. Alleen de stoel ontbreekt.

De verdere afwerking moet nog gebeuren. Bij de dodendraad stond om de twee kilometer een wacht- en schakelhuisje van waaruit delen van het traject stroomvrij gemaakt werden voor onderhoud of voor het weghalen van slachtoffers. De stroom in Zondereigen was beurtelings afkomstig uit Merksem en Stevensvennen bij Lommel. Wachtbeurten werden tot op het laatste moment geheim gehouden. Duitse soldaten moesten van het ene schakelhuisje naar het andere patrouilleren. Wanneer twee grenswachters elkaar halfweg ontmoetten, maakten ze rechtsomkeer. Ze droegen altijd een geladen geweer bij zich. Alleen richting Nederland mochten zij niet schieten.             

Dodelijke slachtoffers bij de grens tussen de infoborden 14 en 15: -drie gedeserteerde soldaten uit Duitsland op 16 maart 1916. – Wilhelm Kindling uit Duitsland werd op 16 februari 1916 begraven. Hij was een soldaat uit de derde compagnie van het Landstürm Infanterie-Bataillon ‘Halberstadt’. Over de omstandigheden van zijn dood deden indertijd twee versies de ronde. De officiële versie vertelt dat de streng Lutheraanse Kindling moreel kapot ging aan het soldatenleven en daarom zelfmoord had gepleegd, dit was volgens het gemeentearchief van Baarle-Hertog. Grensgids Jan Snoeckx kroop in de nacht van 16 februari 1916 door de dodendraad. Plots stond hij voor twee Duitse soldaten die bezig waren met het stelen van aardappelen. Dit is de tweede versie van Kindlings dood. Bij het daarop volgende gevecht werd Wilhelm Kindling doodgeschoten. In de buurt werden huiszoekingen gedaan. Uiteindelijk werd alleen grondeigenaar Gust Jansen voor verhoor opgepakt en nadien weer vrijgelaten. - Bernhard Synalinski uit Duitsland stierf op 1 mei 1917.

De dodendraad zag er overal anders uit. In een open landschap volstond een drietal stroomdraden, in bosrijk gebied waren er vijf of zes en soms meer. Ook de isolatoren verschilden al naargelang de regio. Bij de reconstructie van dit schakelhuis werden kleine isolatoren gebruikt. Ze zijn afkomstig van de oorspronkelijke dodendraad en werden ter plaatse  bij akkeronderzoek gevonden. De dodendraad versperde de oprit van de boerderij van Gust Jansen op Zondereigen nr 14. Daarom maakte hij een ontsluitingsweg over zijn akkers. De buurtkinderen konden niet meer samen spelen, de contacten met de buren in Nederland waren zeer beperkt. Alleen wanneer de doodsklok luidde, werd er bovenop de hooimijt over en weer geroepen wie het slachtoffer was. De mensen op het platteland kenden geen elektriciteit noch de daaraan verbonden gevaren. Dit verklaart de bijzonder hoge tol aan mensenlevens. De slachtoffers hadden gruwelijke wonden. Hun lichaam was vaak helemaal verkoold, waardoor ledematen gewoon eraf vielen. Via de QR-code luisteren we naar het verhaal van Liza Huybrechts, dochter van Karel Huybrechts en Amelie Nooyens. Liza woonde een tiental meter op Nederlands grondgebied. Toen Zondereigen bezet werd op 3 november 1914, keerde zij met haar broer en zus van school terug. Duitse soldaten hadden de grens met takkenbossen en prikkeldraad afgesloten en de drie kleuters mochten niet naar huis. Na veel smeekbeden en traantjes mochten ze alsnog de grens passeren.

Langs ons pad staat af en toe een grote boerderij, verscholen door bomen. Als beschutting tegen de wind. Rondom hectaren landbouwgrond. Mais en aardappelen. Af en toe een weiland met koeien en paarden. Bij knooppunt 87 nodigt een picknicktafel uit om even halt te houden. We genieten van een thermos warme koffie die we hebben meegebracht. We zijn omgeven door groene bossen dat enkel doorsneden word door een smalle asfaltbaan. We rijden over de oude spoorwegberm “Bels lijntje”. Onder het asfalt lagen de sporen van de voormalige spoorwegverbinding tussen Turnhout en Tilburg in Nederland. Het Bels Lijntje loopt over een lengte van 22km op Nederlandse en 8km op Belgische grond. Tijdens WOI werd de lijn door de Duitsers bij de grens met prikkeldraad in twee gedeeld. Na de bevrijding in 1918 werd het treinverkeer opnieuw gestart. In 1934 werd het personenvervoer definitief gestaakt. In 1994 werd de spoorweg omgevormd tot verhard fietspad. Zoals aangegeven volgen we eerst route 05, voor ons volgende infobord. Daarna komen we terug naar hier om knppnt 82 te volgen. Hier heeft men kruisjes op het asfalt geschilderd, en de letters B en NL. De kruisjes doen mij denken aan de prikkeldraad die men gebruikte om de grenzen af te sluiten.

Bij infobord nr 15 staat geen afspanning. Maar het informatiebord spreekt boekdelen. Ongeveer één miljoen Belgen vluchtten tijdens de eerste oorlogsmaanden naar het neutrale Nederland. Ze werden bij burgers of in vluchtoorden ondergebracht en kregen voedsel aangeboden. Tal van hulporganisaties werden opgericht. De grote toevloed kwam pas op gang na de belegering en overgave van Antwerpen op 09 oktober 1914. In Baarle verbleven toen niet minder dan 24.000 vluchtelingen. Sommigen kwamen via het spoor, anderen langs de weg van Turnhout naar Breda. Het internationale treinstation van Weelde en Baarle-Grens werd door vluchtelingen overspoeld. Gelukkig keerden heel wat mensen na enkele dagen of weken terug. In vluchtoord Baarle-Grens was een tekort aan kleding, dekens, warmte en licht. Mensen sliepen op verontreinigd stro. Dat gaf veel stof, was een kweekplaats van ongedierte en een bron van besmetting. Vluchtelingen die in het vluchtoord werkten kregen punten waarmee zij in een winkeltje terecht konden. Later werd dit Baarlese puntensysteem in andere vluchtoorden overgenomen. Op hun vlucht verloren gezinsleden elkaar uit het oog. Moeders renden met hun kinderen op hun arm, bittere angstkreten slakend en naar andere familieleden zoekend. Vaders van een groot gezin bonden de kinderen met touwen aan elkaar. Een jongetje dat in de avond van 27 oktober 1914 zwervend tussen Chaam en Ginneken was aangetroffen, werd in Baarle met zijn moeder herenigd. Ook nabij dit infobord werden dodelijke slachtoffers betreurd: Jos Bax uit Ravels stierf op 22 november 1914. Een brandweerman uit De Damsvaart in Overijsel liet het leven op 13 maart 1915. Armand Selos uit Frankrijk verloor het leven op 28 december 1915. Léon de Fressanges uit Brussel (1 februari 1916). Twee krijgsgevangenen uit Rusland op 25 mei 1916. Werner Offer uit Duitsland op 26 mei 1916. Jan van Thurenhout uit Mechelen stierf op 05 oktober 1916. Om er slechts enkele te noemen.  

We rijden terug naar knppnt 82. Het wordt drukker van fietsers en wandelaars.                   Van wielertoeristen blijven we echter gespaart. Het is hier te druk om met een colonne laagvliegers het fietspad te terroriseren. De vogels trekken het zich helemaal niet aan.       Hun lied klinkt luid vanuit de toppen van de bomen. Mooie vergezichten zonder een woning te zien. Tussen knppnt 82 en knppnt 91 rijden we voorbij Schaluinen. Een kleine bewoonde plaats zonder kerk of marktplein in de gemeente Baarle-Nassau. Voor het centrum van Baarle-Hertog vinden we het volgende infobord, nr 1. De gemeenten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog zijn al eeuwenlang met elkaar vergroeid. Tijdens WOI was Baarle-Nassau als Nederlandse grensgemeente in staat van beleg. Ondanks de voortdurende oorlogsdreiging slaagde Nederland erin om neutraal te blijven. Baarle-Hertog was in staat van oorlog.          De Belgische enclaves konden niet bezet worden door het Duitse leger zonder neutraal grondgebied te betreden. Deze enclaves vormden samen met de vrij gebleven dorpen in West-Vlaanderen het Koninkrijk Vrij België.

Zondereigen, een gehucht van Baarle-Hertog, was wel bereikbaar en werd door Duitsland bezet. Dat ene dorp Baarle werd dus vanuit drie landen bestuurd! Een overbelichte foto op het infobord toont hevige Militaire bedrijvigheid bij het treinstation van Baarle-Nassau. Duitsland drong erop aan om het smokkelen van voedsel, kranten, brieven en mensen te beletten. Pas toen in Nederland voedsel tekorten ontstonden, kwam er ook een streng uitvoerverbod. Er mochten vanuit Baarle-Nassau zelfs geen etenswaren naar de Belgische enclaves worden geëxporteerd.

In Baarle was er vaak discussie over de nationaliteit van de dienstplichtigen. Een aantal jongens verkoos de veilige bewakingsopdracht van het Nederlandse leger boven de gevaarlijke strijd in België. Belgische jongeren uit de enclaves werden heel de oorlog lang opgeroepen om hun dienstplicht te vervullen, leeftijdsgenoten in bezet gebied niet. Zij konden na verloop van tijd het leger niet meer vervoegen omwille van de elektrische draad.

Terwijl alle gemeenten verplicht waren het juk van de bezetter te dragen, bleef Baarle-Hertog een bij uitstek bevoorrechte gemeente. Zij was een doorn in het oog van de Duitsers, een symbool van het onoverwonnen vaderland en een smet op het Duits palmares. Tijdens WOI behoorde deze gemeente administratief en gerechtelijk tot het arrondissement Veurne.  

Tot in de 19de eeuw behoorden Baarle-Hertog en Baarle-Nassau tot dezelfde parochie die onder de St-Remigiuskerk viel. De kerktoren van ruim 46m hoog is uitgerust met een uivormige bol en versiert met kalkzandsteen. De huidige 16de eeuwse Sint-Remigiuskerk in Kempische gotiek is gebouwd op de plek waar ooit in de vroege middeleeuwen een Romaans kerkje stond. Tijdens WOII werd ze zwaar beschadigd en rond 1959 in de oorspronkelijke stijl herbouwd. In de linker pilaar van het portaal bevindt zich een kadasterbout van waaruit de omgeving nauwkeurig kadestraal werd opgemeten. De gebrandschilderde ramen zijn van de Antwerpse tekenaar en glazenier Jos Hendrikx die hieraan werkte van 1959 tot 1970. Elke zondag is het hier koopjesdag.

We dwarsen negen keer de Nederlandse en Belgische grens. We belanden uiteindelijk in Baarle-Nassau, en Baarle-Hertog bij knppnt 92. Overal nadarbarelen. Straten zijn afgespannen met rood-wit lint. Op een affiche lezen we dat hier een wielerwedstrijd wordt gehouden. Maar eveneens een motortreffen. Het zal hier druk worden. We wandelen naast onze fietsen. We willen iets drinken. De terrassen zitten overvol. Er is amper plaats. We kunnen onmogelijk voorbij de afspanning. Onze fietsen ergens achterlaten is geen optie. We volgen nog altijd route 92 en komen vanzelf bij het VVV-kantoor. Infobord nr 2 hangt aan het eerste gemeentehuis van Baarle-Hertog. Gebruikt tot 1987 en gebouwd in 1877. Het doet nu dienst als heemhuis. Baarle-Hertog was tijdens WOI het centrum van de brievensmokkel. Hier was het enige Belgische postkantoor, (in Kerkstraat 1), aan de grens met Nederland dat niet door Duitsland gecontroleerd werd. Om het moreel van de Belgische soldaten te breken, weigerde de Duitse censuur brieven van en naar het front. Al vlug werden netwerken voor de smokkelpost opgericht. Brieven werden in elke provinciestad verzameld en via Brussel naar Baarle-Hertog gebracht. Vanaf hier gingen de brieven en postkaarten via Baarle-Nassau, Den Haag, Vlissingen, Londen, Folkestone en Calais naar het front en omgekeerd. De organisatie “Aide aux Sodats Belges” verzond van hieruit pakjes met tabak, voedsel en kledij naar de frontsoldaten. Eind 1916 passeerde hier zeker 80% van alle Belgische smokkelbrieven. Maandenlang leefden gezinnen in de onzekerheid over het lot van hun vader of zoon aan het front. Brieven brachten opluchting, maar konden niet via de gebruikelijke kanalen bezorgd worden. Een der eerste brievensmokkeldiensten was “Post der Geallieerden. Deze werd in Folkestone opgericht in samenwerking met de Belgische militaire censuur.

 Toen de Duitsers in 1918 een dankbrief uit Engeland onderschepten, werd Miet Verhoeven, een grensgids uit Hoogstraten, aangehouden wegens het verlenen van hulp aan rekruten voor het Belgische leger. Tijdens WOII was zij nogmaals actief in een Baarlese pilotenvluchtlijn. Aan de zijkant van het oud-gemeentehuis staat een standbeeld voor deze heldhaftige vrouw. Na de bevrijdingsoptocht van 12 augustus 1919 werden soldaten uit Baarle-Hertog in het gemeentehuis ontvangen. Een foto toont de helden op de trappen voor de ingang. Boven had een gendarmerieafdeling haar kantoor. Hier werden duizenden rekruten voor het Belgische leger geregistreerd en vond de militaire keuring voor dienstplichtigen plaats. In 1918 was hier ook het vredegerecht ondergebracht. Het grote gezin van de veldwachter woonde beneden.

We verlaten Baarle-Nassau en volgen route 80, richting Loveren. Dit dorp is een gehucht binnen de grenzen van  de gemeente Baarle-Nassau. Hier vinden we kort achter elkaar 2 infoborden. Infobord nr 3 verteld het verhaal van de zendmast die in Baarle-Hertog werd gebouwd. Het Belgische leger bouwde een draadloos afluister-, zend- en meetstation: “MN7”. De centrale mast was veertig meter hoog. Op elke hoek van het perceel stond een mast van zestien meter. Er stonden barakken waarin de gezinnen van de radio-operateurs woonden. De houten gebouwen werden opgetrokken onder het voorwendsel dat dit een vluchtelingenkamp was voor Belgen die in Nederland niet langer welkom waren. Nederlandse soldaten hielpen een handje met het rechttrekken ervan. Bovenaan de hoofdmast werd de Belgische vlag gehesen onder het alziende oog van Duitse officieren op het dak van het treinstation in Weelde-station, vijf kilometer verderop. Een complete zendinstallatie werd clandestien binnengesmokkeld. Kleine apparatuur arriveerde onder groenten in een hondenkar. Grotere voorwerpen werden in de auto van de burgermeester vervoerd. Zijn dochters moesten bij het vervoer naar de Nederlandse soldaten en douaniers zwaaien. Die konden niet aan de lieftallige blikken van de meisjes weerstaan en hadden geen oog voor de geheime lading. De ontvangst- en zendapparatuur aan de Chaamseweg was aan drie zijden door Nederland omgeven. Bij een vijandelijke beschieting zou ook Nederlands grondgebied getroffen worden, wat een Duits bombardement onmogelijk maakte. Om storingen te vermijden, werd de meetinstallatie wat verderop geplaatst, aan de Pastoor de Katerstraat. Het woonhuis van de burgemeester stond tussen de twee locaties in. Op 16 oktober 1915 werd het eerste bericht ontvangen. MN7 verzond spionage berichten naar de geallieerde legers en stoorde Duitse zenders. Er werden Duitse berichten onderschept over de soldatenopstand, onderhandelingsmarges in Compiene en de capitulatie. In Baarle-Hertog wist men nog voor de vredesonderhandelaars dat de oorlog voorbij was.

Het meetstation berekende de koersrichting van zeppelins en duikboten. Bondgenoot Groot-Brittannië kon vervolgens gewaarschuwd worden voor op til zijnde bombardementen van steden en torpederingen van schepen. Op die manier werden ongetwijfeld veel mensenlevens gered. Burgemeester Henri van Gilse leidde in Baarle-Hertog het verzet en speelde een belangrijke rol bij de oprichting van MN7. Hij stelde grond ter beschikking en in zijn huis, waar we nu staan, was het militaire hoofdkwartier gevestigd. Tijd voor het innerlijke van de mens te versterken. Bij de eerste de beste picknicktafel eten we onze meegebrachte boterhammekes op. Een ouder echtpaar rust uit op de bank. Ze vinden het niet erg als we erbij komen zitten. We houden een gezellige babbel met de mensen.

Infobord 4 gaat vooral over het neutrale Nederland. Anderhalf miljard mensen waren met elkaar in oorlog. Dat was 80% van de toenmalige wereldbevolking. Nederland was een vredesbaken te midden van oorlogvoerende volkeren. Berlijn respecteerde de Nederlandse neutraliteit om militaire en economische redenen. Een neutraal Nederland bood rugdekking aan het Duitse leger en de Rijn was de belangrijkste aanvoerroute voor het Ruhrgebied. Ook Nederland leed erg onder de oorlog: door mobilisatie, de vluchtelingenopvang, de voedsel- en brandstof tekorten en de economische crisis. Op een oude zwart wit foto zitten een dertigtal rode huzaren op hun paarden. Ze waren afkomstig uit Amersfoort en hier in Loveren gekazerneerd. Het Nederlandse leger verstevigde zijn greep op de samenleving.      In 1918 stond driekwart van het grondgebied onder militair gezag. Het leger kon door het uitroepen van de staat van beleg tot evacuatie van de bevolking overgegaan.

Zo werden alle behoeftige vluchtelingen uit de grensprovincies verwijderd en naar een vluchtoord landinwaarts gestuurd. Ook werd een avondklok ingesteld. Baarle-Nassau werd onder de voet gelopen door 2.000 Nederlandse grenswachters. Er kon niets gebeuren zonder de toestemming van de militaire oversten. Zo gaf de divisiecommandant van het Nederlands veldleger zijn toestemming om Sinterklaas met zijn knecht in kostuum in het dorpscentrum te laten verschijnen. Een optocht naar de kinderen aan de grens werd echter geweigerd.

Tachtig soldaten van het Nederlands garnizoen die in de barakken op Loveren sliepen waren elke nacht klaar om uit te rukken bij alarm. Men was ervan overtuigd dat Duitsers met een gepantserde trein een aanslag tegen het Belgische militaire zendstation zouden plegen. Omwille van de neutraliteit wilde men dit absoluut voorkomen. Op maandag 6 december 1915 werden in het station van Baarle-Nassau vijfenzestig gewonde Britse krijgsgevangenen uit bezet België aan het Nederlandse rode kruis overgedragen. Twee dagen later spoorden vijfenveertig gekwetste Duitsers huiswaarts. Nederland speelde als neutraal land een belangrijke rol bij deze uitwisseling.

Na knooppunt 80 rijden we langs de Ulicotense- of de Bleeke Heide. In beide gevallen is de Heide een weidevogelreservaat. De natte weilanden rond de vennen oefenen een grote aantrekkingskracht uit op weidevogels zoals de kievit en de scholekster. De vennen worden bewoond door verschillende soorten kikkers en salamanders. Dit voormalige landgoed ligt op de grens met België. De bossen liggen net op Hollands gebied. Behalve bossen en heide zijn er op het landgoed ook akkers en lanen. Ook bijzondere uitheemse dennensoorten zoals de alpenden en de zeeden, geplant door een vroegere eigenaar, zijn hier te vinden.    Rechtsaf voor infobord 5. Nederland was het eerste West-Europese land dat tot de algemene mobilisatie overging op 31 juli 1914. Op 3 augustus telde het Nederlandse leger al 204.000 soldaten. Zij werden ingezet voor de bewaking van vluchtelingen en gearresteerde buitenlandse militairen. De meeste jongens werden echter zuidwaarts gestuurd voor de grensbewaking. Baarlenaren kwamen vaak in de omgeving van Bergen op Zoom terecht. In Baarle-Nassau verbleven veel jongens uit Amsterdam. De katholieke bevolking van Baarle keek met argusogen naar al die protestanten en joden. Sommige soldaten waren zelfs socialist. Zowel Nederlandse als Belgische jongens van Baarle waren onder de wapens. Op minstens één plaats stonden zij regelrecht tegenover elkaar, namelijk in het interneringskamp van Harderwijk. Nederlandse kampwachters uit Baarle bewaakten daar Belgische geïnterneerden, waaronder dorpsgenoten. Elke grensstrook kreeg een eigen bewakingsploeg. Het werk bestond in de eerste plaats uit het arresteren van buitenlandse gedeserteerde soldaten. Die werden ontwapend en naar interneringskampen gestuurd. Ook werd getracht om de smokkelhandel richting België af te stoppen. Sommige wachtposten in Baarle-Nassau lagen ver van de bewoonde wereld. In Baarle-Nassau werd huisvesting gevorderd voor tweeduizend grenswachters. Inkwartiering van een soldaat gaf recht op een schadeloosstelling van 20 cent per dag. Voor inkwartiering met voeding werd tachtig cent betaald. Zo kwam veel geld naar de grensregio. De welvaart op het platteland nam toe, ook al dankzij de hoge landbouwprijzen. De mobilisatiemoeheid nam steeds grotere vormen aan, zeker toen tegen het einde van de oorlog ook in het Nederlandse leger de honger toesloeg. De leefomstandigheden waren slecht en er waren veel zorgen over de achterblijvende gezinnen. Die kwamen in moeilijkheden door de prijsstijgingen en het wegvallen van inkomens.

Aan knppnt 18 dwarsen we voor de zoveelste keer de grens en rijden terug op Belgisch grondgebied. Landbouwgrond met koren van 1 meter hoog. Nog een maand en het mag geoogst worden. De roze rode vingerhoedskruid geeft enig kleur tussen het gras langs de kant van ons traject. De plant bloeit van mei tot oktober en kan tot 150cm hoog worden.   Na de Brabantse bossen rijden we door een stilte gebied. Enkel de vogels houden daar geen rekening mee. Hoog in de bomen zingen ze hun mooiste lied. De merel en de vink maken er een spelletje van, om ter hards fluiten. We rijden door een kleine gemeenschap van enkele boerderijen. We stoppen om een infobord te lezen dat door de kippenkwekerij is geplaatst. “Wat was er eerst? De kip of het ei?” het is een eeuwenoude vraag die nog steeds op een antwoord wacht. Ook dit bord zal het raadsel niet oplossen. We komen wel iets meer te weten over de eieren. Waar ze naar toe gaan en wat er met de kuikentjes en de kippen gebeurt. We rijden door het oude, afgelegen grensgehucht Hal. Het is slechts een vertakte straat, die vertrekt van de Bredaseweg. Bestaande uit enkele boerderijen en een grote wegkapel. In rode baksteen opgetrokken in 1924 gewijd aan O.L.Vrouw. Na W.O.II sterk vergroot. Het interieur is nochtans erg sober. Niet minder dan zes kerkstoelen staan voor het kleine altaar. Een klein Mariabeeld met kind in een nis. Erboven twee dankbetuigingen met tussenin een ingemetste reliëfsteen met de naam “Maria”. Het plafond is gewelfd. Houten banken tegen de zijmuur. De vloer is in schaakmotief van rood witte tegels gelegd.  

Ook bij het gehucht Hal voor de Belgische-Nederlandse  grens houden we halt voor infobord 6. De blikvanger is ongetwijfeld het wachthuisje van een grenswachter. Een oude foto toont op de voorgrond twee grenswachters. De bajonet op het geweer en de kolf op de grond staan ze in houding. Twee heuptasjes met munitie om hun middel gebonden. De mensen achter de prikkeldraadversperring zijn Nederlandse toeristen. De eerste ramptoeristen.

De rivier “Het Merkske” vormt hier de grens. Aan knppnt 19 moeten we even route 20 volgen voor ons paneel nr 7. We rijden op het grondgebied van Castelre, een gehucht van Baarle-Nassau en Minderhout, een deelgemeente van Hoogstraten zijn gelegen in een ander land en behoren tot een verschillend bisdom. Doch vormen ze evenwel van oudsher één parochie. Na het sluiten van de rijksgrens door het Nederlandse en Duitse leger waren vanuit Castelre de gezamenlijke parochiekerk en –school in Minderhout niet meer bereikbaar. Met financiële hulp van de Nederlandse regering werd op 16 maart 1916 een houten noodkerk en –school ingewijd. Eerst werd de H. Mis nog opgedragen in het nabijgelegen dorpscafé “Den Hooiberg”. Er werd zelfs lesgegeven. Tijdens de mis en de schooluren werd er uiteraard niet getapt. De regendruppels vielen van het gewelf en de kaarsen regenden uit. Elke zondag werden mensen ziek. Boven het altaar van de noodkerk hingen de Nederlandse en Belgische vlag. Twee klaslokalen waren door een houten wand van de kerk gescheiden. Al was in Nederland het onderwijs neutraal, toch werd in Castelre les gegeven in het katholieke geloof. Dit gaf aanleiding tot een ware schoolstrijd, die na WOI gewoon verder ging. De noodkerk en –school werden na de oorlog afgebroken. Op de plaats bouwde men een herdenkingsmonument uit dankbaarheid omdat WOI weinig schade had aangericht in Castelre. Dit “kapelletje” werd op Hemelvaartsdag 1938 ingewijd en staat op de exacte plaats  van het vroegere altaar van de noodkerk. De heemkundekring Amalia van Solms liet het restaureren en opnieuw inhuldigen op 15 augustus 2004. Castelre heeft een grillige, ongeveer 14km lange grenslijn. Het is de enige plaats in Nederland die zowel ten noorden, ten westen als ten zuiden aan België grenst. Op de foto tellen we exact 43 Nederlandse infanteristen die poseren voor de camera. Achter hen een Vlaamse schuur op het Groeske. In totaal werden een tachtigtal grenswachters hier ingekwartierd. Op 27 december 1914 mochten kerkgangers uit Castelre om 11.00u nog naar huis terugkeren. Daarna werd de weg tussen Minderhout en Castelre door Duitse soldaten afgesloten. In de namiddag werd Jeanne Philipsen hier doodgeschoten toen zij met haar moeder en broer alsnog probeerden om de grens te passeren. Jeanne ligt begraven ten zuiden van de Sint-Katharinakerk in Hoogstraten. De grensbewaking gebeurde door oudere soldaten die behoorden tot de reserve van het Duitse leger. Ze waren niet echt inzetbaar aan het front, maar in de ogen van het Duitse opperbevel waren zij goed geschikt om de grens te bewaken. Met extra patrouilles per fiets en te paard werd het smokkelen bestreden. Foto nr 6 toont ons Leon Baes. Tot priester gewijd op 30 december 1914. Op 6 februari 1915 werd hij tot noodpastoor van Castelre benoemd. Baes stond aan het hoofd van een speciale inlichtingsdienst van het Belgische leger. Hij was de spilfiguur in een organisatie die spionageberichten, smokkelbrieven en vluchtelingen over de grens hielp.

Tot aan het knppnt 52 is het 2,5km rijden. Over de rivier Mark. Infobord 8 is op de grens vlak voor het centrum van Minderhout. Enkele foto’s op dit bord vertonen het einde van de oorlog. De vlucht van de bezetter en de feestvreugde van onze landgenoten. Nederland verleende op 10 november 1918 politiek aan Wilhelm II, de Duitse keizer. De Nederlandse traditie om plaats te bieden aan al wie vervolgd wordt werd niet terzijde geschoven om de overwinnaars van de oorlog wraak te laten nemen. Voor dit standpunt was er bij de geallieerde maar weinig begrip. België was woedend over de terugtocht op 12 november 1918 van 70.000 Duitse soldaten, beladen met oorlogsbuit over Nederlands grondgebied. In Baarle-Nassau staken 190 Duitse soldaten de grens over. Zij werden ontwapend en keerden per trein via Eindhoven en Kaldenkirchen naar huis terug. Spanning op de vredesconferentie in Versailles (1919), waar België de herziening van zijn grenzen vroeg. Voor zijn defensie moest het kunnen steunen op de Maas- en Scheldelinies. Zeeuws-Vlaanderen en Nederlands Limburg werden opgeëist. Ook werd een grenscorrectie in Baarle gevraagd. Baarle-Nassau werd alvast ingekleurd als toekomstig Belgisch gebied. Een foto uit Minderhout van 1919 tijdens de vredesoptocht. Victor Donckers poseert met zijn ossenspan voor de camera. Door de Duitse opeising van paarden moesten de landbouwers overschakelen op ossen om hun land te bewerken. Op de kar staat een beerton met daarin een pop die keizer Wilhelm II voorstelt. Zo werd wraak genomen op de bezetter.

We komen niet echt door het centrum van Minderhout. We beginnen nochtans dorst te krijgen. We houden halt bij de volgende kapel. De O.L.Vrouw van den Akkerkapel of de kapel van O.L.Vrouw van zeven weeën. Een éénbeukig bakstenen bedehuis uit de 17de eeuw. Tot tweemaal toe kende de kapel een uitbreiding in de 18de eeuw. Boven de ingang is houtsnijwerk met engelenhoofdjes aangebracht met datum 1663. Naast de deur is een infobordje geplaatst waarop eveneens een datum opstaat, namelijk 1650. Het H. Hart bovenaan is van recentere datum. Het interieur heeft twee gebeeldhouwde groepen uit 1935.  Beiden zijn kopieën uit 1694. Het 17de eeuwse portiekaltaar met bustes van de H. Joachim en St-Anna zijn het bekijken waard. Na WOII moest ze grondig herstelt worden. De gebrandschilderde glas-in-loodramen van 1956 spreken tot de verbeelding. Bedevaarders van overal kwamen naar de kapel. Maria werd er vooral aanroepen tegen koorts.

Infopaneel 9 is nabij knppnt 52. We gaan eerst de “Laermolen” bezoeken aan de overkant. Reeds vanaf 1381 is hier sprake van een, vermoedelijke, houten olieslagmolen, eigendom van de Heer van Hoogstraten. Deze molen brandde af in het geweld van de tachtigjarige oorlog van 1586. Daarna werd de molen meermaals “verbeterd en uitgebreid”: een verstening rond 1615, een dubbele molen met gigantisch strodak over de Mark in 1716, en een recht trekking van de Markrivier in 1744. Eind 19de eeuw werd de molen minder rendabel en in 1911 stopte alle maalactiviteiten. Er restte in het jaar 2000 slechts een ruïne van het rechtergebouw, welke door VZW De Laermolen succesvol gerestaureerd werd. Vanaf april 2004 kan men het proces “van koolzaad tot olie” terug aanschouwd worden. Ook vandaag is de molen opengesteld voor publiek. Er is enorm veel belangstelling. We nemen een kijkje binnenin. Alles lijkt nieuw. Alles kraakt en knarst en piept.

Op infobord 9 valt de eerste foto enorm op. Een majestueuze villa in Hoogstraten. Villa de Ruyter. Begin 1916 verhuisde de Duitse telefooncentrale van de rijkswachtkazerne naar deze villa. Voor de bewaking van de grens met Baarle-Nassau was hier een verbinding met de buitenpost in het Withof te Minderhout. Eind 1917 installeerden de Duitsers in Kalmthout een radiotelegrafiecentrale; die was minder gevoelig voor sabotage. Tweemaal eerder waren in Minderhout de telefoondraden doorgeknipt. Villa “De Ruyter” is inmiddels, op de voorgevel na volledig verbouwd en ingedeeld in appartementen.

België betaalde Duitsland een maandelijkse oorlogsschatting van veertig miljoen frank, eind 1916 werd dit bedrag verhoogd naar vijftig miljoen. Daarnaast waren er opeisingen van voedsel en grondstoffen. De oorlog was een miserabele tijd door strenge Duitse controles, hongersnood, ontmanteling van de Belgische industrie, deportaties en verplichte tewerkstelling in Duitsland. De bewegingsvrijheid werd beknot, nieuws was schaars. Correspondentie en drukwerk werden streng gecensureerd. De horizon werd versmald tot de grenzen van de eigen gemeente.

De rododendron bloeit weelderig. Rechts van ons de kerktoren van Hoogstraten. Ons geduld wordt beloond. Vlak voor infobord 10 is een café ‘In Holland’. Hier lessen we onze dorst op het terras achteraan met een streekbier “Lepe”. In maart 2009 vierde Theatergroep “De Lepe Hoek” hun 25-jarig bestaan en bracht daarom een eigen bier op de markt. Dit blond bier van 6,2° kreeg de gepaste naam Lepe en wordt nog steeds in Meer gebrouwen. We genieten van de zon en de rust. Een portie kaas met augurk hoort er eenmaal bij.

Wat later staan we bij infobord 10 dat vertelt dat België geïsoleerd raakte van de rest van de wereld, door de economische blokkade tegen Duitsland. Dat leidde tot grote tekorten, voortdurende prijsstijgingen en hongersnood. Aan Belgische schoolkinderen werd dagelijks “kindersoep” bedeeld. Tijdens de oorlog was het onderwijs er slecht aan toe. Er was een tekort aan onderwijzers en nogal wat leslokalen waren door de bezetter opgeëist. Door een gebrek aan steenkool werd in 1916 de grote vakantie verschoven naar de winterperiode. Dan moest het schoolgebouw tijdens de koudste maanden niet verwarmd worden.

Er verschenen steeds meer nieuwe oorlogskookboeken met surrogaatrecepten en ersatzproducten omdat het voedselaanbod alsmaar veranderde. Koffie werd vervangen door cichorei, melk door een kalkpapje met aardappelbloem, vlees door haring en uien door tulpenbollen. Plantaardig bakvet, bereid uit kokosnoot, nam de plaats in van boter. Vooral de stadsbevolking had onder de tekorten te lijden. Neutrale landen, de Verenigde Staten voorop, richten in november 1914 een hulporganisatie op: “The Commision for relief in Belgium”. De hulpgoederen op de foto vermelden aantallen per duizend kilogram, waaronder: Melk 81.677, rijst 339.675, spek 378.058, om er maar enkelen te noemen. De getallen spreken voor zichzelf. Omdat de rantsoenen op verschillende plaatsen en dagen beschikbaar kwamen, moesten huisvrouwen urenlang hun beurt afwachten in koude, hitte, regen en wind. Brood ging op de bon, net als andere schaarse voedingswaren. Het rantsoen voor brood kwam op 400gr per dag. In februari en maart 1918 werd deze hoeveelheid gehalveerd. Het tekort aan meel was zo groot dat het met aardappelmeel vermengd werd. Het brood dat men hiervan bakte, werd “regeringsbrood” genoemd.

Overal aan de Nederlandse en Belgische grens stonden schildwachthuisjes. Ons Rina poseert in het plaatselijk “huisje” nabij het infobord. Zo zagen ze er tijdens WOI niet uit. Ze waren van stro, plaggen, takken of planken. Er was geen standaardmodel.

Aan knppnt 11 is het 16:30u gepasseerd. Bij ons volgende Mariakapel rusten we uit op de zitbanken. De kapel is omgeven door bomen en struiken. Een oase van rust en meditatie. Tussen de knooppunten 11 en 12 ligt de begraafplaats van Wortel-Kolonie. Vlakbij de ringgracht rond de strafinrichting. Boven de halfronde boogingang staan de jaartallen: 1870 – 1986. We wandelen binnen langs de gietijzeren poort met granaatappel. Het symbool voor de “onderwereld”. Een dreef brengt ons tot de gemetste sokkel met betonnen kruis, waar vroeger het beeld van Christus hing. In het midden van de sokkel een arduinen plaat met de woorden: Hulde aan onze oorlogsslachtoffers Wortel-Kolonie 13 – 10 – 1944. Links en rechts kleine oude kruisjes op een vierkante sokkel. Ooit helemaal wit geschilderd. De jongste overledene die hier zijn laatste rustplaats heeft gekregen dateert van 2012. Een zekere Adrianus van Wellen. Overleden op 86 jarige leeftijd. Er liggen enkele bloemen, knuffels en bloemenkransen op de grond. Al zijn het dan plastieken. Sommigen hebben een loden plaatje met een nummer, of soms alleen de datum van overlijden. Alles verweert door weer en wind. De begraafplaats zelf heeft dringend een onderhoud nodig. Het onkruid tiert welig. Nergens een bloemetje of een ander aandenken. Landlopers zonder familie? Rond de begraafplaats groeit de rododendron welig. Hij staat in volle bloei. Verder staan hoge bomen en struiken die het geheel wat opfleuren.

Om 17:20u zijn we bij ons voorlaatste infobord. Bij foto 5 poseren zes Duitse soldaten voor een barak met een enorm groot zoeklicht. De barak stond ten zuiden van de Grensdreef, de oude baan van Hoogstraten naar Den Bosch. Dichtbij Baarle-Brug. De schijnwerper had als doel mensen op te sporen. Overdag hingen luchtballonnen boven de draadversperring.

Grensgids Jozef Bax werd op 9 juli 1917 aan de dodendraad in Merksplas geëlektrocuteerd. Zijn lichaam vertoonde geen andere kwetsuren dan een lange, zwarte streep. Bax was stadsarbeider in Turnhout en vader van vijf kinderen. Hij maakte deel uit van een Brits spionagenetwerk. Agenten van de Britse spionagediensten zorgden ervoor dat de grensgidsen inzicht kregen in wat elektriciteit was en hoe men ermee om diende te gaan. Allerlei hulpmiddelen werden geleverd, zoals rubberen laarzen en handschoenen, geïsoleerde tangen en al dan niet plooibare houten kaders voor het smokkelen van mensen.

Ons laatste bord is slechts een paar meter verder. Infobord 12 gaat voornamelijk over het smokkelen zelf. Allerlei tekorten veroorzaakten nooit geziene activiteiten aan de rijksgrens. De voornaamste smokkelproducten waren: bloem, boter, bukvet (cocosboter), erwten, koffie, rijst, suiker, tarwe, benzine, kaarsen, etc. Daarnaast werd er gesmokkeld vanwege de grote winsten op de smokkelwaar. Op de Spaarkas van de Belgische Boerenbond stegen de tegoeden van 16 miljoen in 1914 naar ruim 171 miljoen in 1918. In Nederland steeg het aantal miljonairs van 465 naar 1.239. Men noemden deze mensen “oorlogswinstmakers”. Alleen al in de provincies Noord-Brabant en Limburg werden 40.000 personen wegens smokkelactiviteiten uitgezet.

Klaveren Vrouwke, alias Geert Schrauwen uit Sint-Willebrord bij Roosendaal, is ongetwijfeld de bekendste smokkelaar uit die tijd. Vermomd als oud vrouwtje, pastoor of non geraakte hij voortdurend ongecontroleerd over de grens. Op 5 mei 1916 werd hij in Horendonk (Essen) neergeschoten. Na de oorlog werden op die plaats de initialen KV in een grenspaal gekrast. Jaak Verstraelen, een 57-jarige vader van 10 kinderen woonde 750 meter verderop in een boerderij, rechts van de weg. Op 1 september 1915 was hij op weg naar de dodendraad om een brief op te halen van zijn zoon. Hij werd door een Duitse soldaat in de rug geschoten. Vrouwen vertrouwden op de schroom van de grenswachters. Een vrouw die vaak over de grens ging, zei drie jaar lang dat ze hoogzwanger was. Tot ze bij een warme kachel werd geplaatst en de boter uit haar kleren droop. Wanneer de diensthond bij vrouwen niet weg te slaan was, zat er ongetwijfeld vlees onder haar lange rokken.

We moeten knppnt 08 blijven volgen tot de kerk van Zondereigen. Van ver zien we twee grote ijsco-hoorntjes langs de kant van de weg. Als blikvanger voor de verkoop van hoeve ijs. De bollen ijs waren dan nog in onze driekleur geverfd. Met het oog op de nakende Wereld Kampioenschappen voetbal. Maar wij fietsen verder. Helaas… na een tijdje zien we langs onze route het knooppuntenbordje staan met het nummer 31. Wat??? Wat is er gebeurt? Te ver gereden? Een bordje gemist? Zoveel vragen en geen enkel antwoord. We nemen de kaart erbij. Wat doen we? Terug rijden? Ik weet niet hoeveel kilometer we te ver zijn gereden. Als we deze optie kiezen kan het zijn dat we het bordje nog niet vinden. We weten niet waar we verkeerd zijn gereden. We kiezen ervoor om knppnt 31 te volgen. Dan knppnt 10 en vervolgens route 99. Dan moeten we weer helemaal knppnt 08 volgen. Niets aan te doen. Vanaf de strafkolonie begint route 08 en  is het nog 6km rijden tot onze auto. Balen is dat, maar niets aan te doen. Dan zien we waar we verkeerd zijn gereden. Net voor de ijscrème hoorntjes hangt ons bordje. Hier moeten we linksaf slaan. Met dat hoeve-ijs daarstraks hebben we dit bord gemist en rechtdoor gereden.

We rijden langs de plastieken serres met aardbeien. De rode vruchten lonken. We kunnen er echter niet bij. Een brede gracht verspert ons de weg. Wat verder zijn jonge aardbei plantjes gezet in open lucht. Hier schuift ons Rina met haar achterwiel van het fietspad. Met dat opzij zien, rijdt ze te dicht bij de zijberm. Het achterwiel met motor doet niet wat zij wil en schuift weg. Ons Rina slaat een gil, maar kan nog net de fiets recht houden. Ze houdt er een pijnlijke knie aan over. De tocht gaat verder. Uitgeput komen we bij de auto. Het is 18:30u en we hebben 48 kilometer gereden. Dat verdiend een etentje. Tot schrijfs.






06-07-2014 om 13:50 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-06-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voetbalgekte
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De voetbalgekte is nu wel echt losgebarsten. Je kan geen straat indraaien of je ziet onze  driekleur wapperen aan enkele huizen. Achter ramen of uit een dakraam… Aan een appartementsblok hangen minstens 15 vlaggen. Een kleurrijk gedoe. Een horecazaak in Deurne heeft de voorgevel in onze nationale kleuren geverfd. Anderen hebben dan weer hun ramen laten schilderen met karikaturen van de Belgische spelers. In Kapellen is de winkelketen “Promenade” eveneens versierd met vlaggen en nog meer in de drie kleuren.  – “Het is niet overdreven”; zegt ons Rina, maar toch. Auto’s zijn ook versierd. De zijspiegels krijgen een mantel achteraan in zwart, geel en rood, soms met een duivel hoorn bovenop. De autodeuren vooraan hebben  Belgische vlaggetjes. Op de hoedenplank een sjaal in onze driekleur. Je kan het niet zo gek genoeg bedenken. Zet radio en TV aan en de kans is groot dat het over de Rode Duivels gaat. Onze kleinkinderen zijn ook in de ban van de Rode Duivels. Morgen mogen ze zelfs in voetbaltenue naar school. Geschminkt en al. Vooral onze oudste, Joey, heeft het flink te pakken: stickers, boeken, voetballen, T-shirts, kousen… Als het maar met de voetbal te maken heeft. Zelfs kleindochter, Yuna,  wordt er “willens nillens” in meegesleurd door grote broer. Zelfs hun Bomma, ons Rina, doet gezellig mee. Ze verzameld mee prentjes van de Rode Duivels, schildert bloempotjes in zwart, geel en rood. Stickers, van alles, wat maar met Brazilië te maken heeft wordt er netjes opgeplakt. Ze staan in de voortuin als blikvanger. Ze breidt een sjaal voor Joey in de nationale driekleur. Cola blikjes worden verzameld en verschillende snuisterijen worden door de winkels zelfs gratis aangeboden. Morgen is het zover. Om18:00u spelen de Rode Duivels hun eerste WK match tegen Algerije. Volgens mij zitten er dan miljoenen supporters tegen het scherm gekluisterd. Op sommige plaatsen heeft men reuzen Tv-schermen geplaatst. Als Lukaku scoort davert België beslist op zijn grondvesten. De sfeer is er nu al. Morgen moeten onze Rode Duivels laten zien of de voetbalgekte terecht is. Tot morgen.


16-06-2014 om 21:16 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
04-06-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloesemroute

Knooppunten: 146-173-149-171-170-162-153-148-121-145-144-146. Afstand: 38,5 Km.

Zaterdag 12 april 2014. Om 08:15 plaats ik de fietsen op de auto. Een uur geleden hing er nog veel mist. Nu breekt de zon door in het oosten. We rijden naar de Limburg, naar Haspengouw. Hopelijk zijn we niet te laat om de bloesems te bewonderen. De lente was dit jaar vroeger in ’t land dan anders. Onze GPS, Lucy, wijst 55minuten rijden aan over een afstand van 89km. Bij de ring rond Antwerpen nemen we de E34, richting Luik. Bij het knooppunt van Ranst rijden wij rechtdoor, Turnhout is rechtsaf. De mist wordt dikker. De zon doet haar best om door de witte massa te breken, maar tevergeefs. De temperatuur wijst 9° aan. Hoe zou het in Limburg gesteld zijn?

Om 09:17 heten de Limburgers ons welkom op een groot bord langs de snelweg. De mist wordt nog hardnekkiger. Het zicht is beperkt tot 100 à 150 meter. Nog 24km tot de afrit van Sint-Truiden. Momenteel rijden we langs Han. Om 09:30u nemen we afrit 28 Hasselt Zuid.

Het is frisjes. Amper 7° wijst een thermometer aan in het centrum van Alken. Het dorp is vooral bekend door zijn brouwerij en het bier Cristal Alken dat er gebrouwen wordt en waaraan de gemeente haar naam gegeven heeft. We houden halt op een grote parking, waar we langdurig kunnen parkeren. Het is nog vroeg en er staan slechts enkele auto’s geparkeerd. De kerk is nog omringt door een koude grijze mist. We willen eerst iets warm drinken en gebruik maken van het sanitair. Het is nog geen tien uur. Geen enkel café of taveerne opent zijn deuren. Bij het speeltuintje is een kantine. Een dame is zo vriendelijk om de toiletten te openen. We drinken koffie uit ons meegebrachte thermos.

We vertrekken met de fietsen naar knppnt 146. We rijden langs de kerk met zijn groot monument voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Vervolgens staan we stil bij het H. Hartkruis. De kerk staat in de steigers. Vlakbij staat de grote kapel naast de begraafplaats. De kapel is opgericht ter ere van St. Aldegondis. “Behoedt ons voor kanker en maak onze zielen blanker”. Tralies beschermen de Heiligenbeelden op het altaar. Kaarsen zijn dichtbij het hek geplaatst. Alsook het offerblok. Het schooltje “’t Laantje”, is een oud schoolgebouw. Rechts naast de kapel leidt een pad naar de toeristische dienst. Boven het portaal een gevelsteen met opschrift: “Gebouwd in 1914 ter ere Gods en tot welzijn van der gemeente”. Het is de voormalige Gildezaal met spitse siertorentjes. Gelegen in een mooi plantsoen, met een oude waterput. Achteraan in het kleine park  nog een monument met twee tondragers. De toeristische dienst is tijdens het weekend niet open. Raar maar waar. We rijden door de Hoogdorpstraat langs het gemeentehuis van Alken. Het gebouw werd door de gemeente aangekocht in 1929. Het werd onlangs nog gerestaureerd. De vaandels wapperen in de wind.

Na 1300m verlaten we het centrum van Alken. We hebben de bloesems onmiddellijk links en rechts van ons. Er hangt nog steeds een hardnekkige mist. Het heeft niet het gewenste effect. Bij zonneschijn en blauwe lucht komen de bloesems het meest tot hun recht. We rijden op een nieuwe baan. Je ruikt nog het zwarte baanasfalt en de rode verf van het fietspad. Als eerste komen de kersenbloesems. De hoogstammige bomen steken majestueus hun kruin in de mist. Door hun omvang dragen ze meer bloesem dan de laagstammige appel- en perenboom. Door de zachte temperaturen staan de bloesems echt op springen. Zelfs in de mist is het uitzicht prachtig. De kersenboom is samen met de peer een vroege bloeier. De kers- en perenbomen dragen witte bloesems terwijl bij appelbomen de kleur varieert van wit tot roze. Ook de boomstam kan helpen om de aard van het fruit vast te stellen: appelbomen hebben een eerder gladde stam terwijl de stam van een perenboom eerder een “craquelé” uitzicht toont. De ene na de andere fruitakker met bloesems rijden we voorbij. Het is toch frisjes tussen de open velden. We hadden afgelopen winter moeten komen. Toen was de temperatuur hoger dan nu. Het enige nadeel: dan waren er geen bloesems. We houden halt om een foto te nemen van laagstammige appelbloesems. Het veld ernaast is van peren. De groene ranken zijn bloesem loos. We trekken onze handschoenen aan. We krijgen het koud. Een muts op ons hoofd is geen overbodige luxe. Aan ons volgende kapelletje houden we halt. Een zitbank nodigt ons uit om plaats te nemen en een beker warme koffie te drinken. De kapel dateert van 1953 en is gebouwd voor de maagd der armen. Het is een indrukwekkend altaar met het Heiligenbeeld van de maagd  der armen. Ze staat in een nis omringt door bloemen van plastiek. Het geheel wordt mooi onderhouden. Ons Rina laat een kaars branden, in de hoop dat het zonnetje gaat schijnen. Verderop slingert ons fietspad tussen weiland, met op de achtergrond de bloesems. Het uitzicht is mooi, ondanks de mist. Fietsend langs al dat groen horen we een kakafonie van vogelzang. Verschillende vogels laten zich horen. De mannetjes lokken de vrouwtjes met hun serenade. De vink steekt er bovenuit met haar “Suskewiet”. Een vrouwtjes fazant loopt over een braakliggend weiland. Ze hebben een bruin verenkleed en zijn beter gecamoufleerd dan de mannetjes. Ons Rina wil er een close-up foto van maken, maar het dier is sneller. Het  verdwijnt tussen de bomen en het hoge onkruid langs de weg. We zullen iets anders moeten eten vanavond.

Bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van het Gezin houden we weer een korte pauze. Een groot spandoek is rond de boom bevestigt. Op 29 augustus 2012 zijn hier op het kruispunt twee tieners verongelukt. Het is hier ook een drukke baan. De kapel is gebouwd als eerbetoon aan de stichter van de kapel, die in 1905 deze kapel bouwde. De zwarte Madonna met kind staat achter beschermglas, geflankeerd door kandelaars en de eeuwige plastiek bloemen. Vooraan op een schab enkele relikwieën met een foto van de twee verongelukte vrienden.  

Route 149 leidt ons tussen de twee kleine dorpen, Ulbeek en Wellen. Verderop weer de appelbloesems en perenplantages. Ook de hoge kriekenbomen met hun witte bloesems sieren het uitzicht. Vanaf nu moeten we een tandje bijsteken. Het wordt heuvelachtig. Met onze e-fietsen worden we het zelfs gewaar. De afdaling is dan ook een aangename afwisseling. Telkens laden we onze batterijen een beetje op. In de verte, achter groene landbouwgrond hebben we een mooi panoramazicht op hectaren bloesems. Ons Rina neemt foto’s, maar door de mist komen de kleuren niet tot hun recht. Het is nog steeds koud. Doch zien we boven ons de contouren van de zon. Ze doet haar best om de mist te verdrijven. Rechts van ons weer een klein kapelletje. De St-Antoniuskapel is gebouwd in 1959. Dit keer met een rustbank. Door het raam van de gesloten deur zien we het Heiligenbeeld van moeder Maria. Drie bloemstukken en vier kaarsen. Rechts vooraan een borstbeeld van een heilige op een pedestal. Het wordt mooi onderhouden.

We dwarsen de Vloedgracht en de Spaasbeek. Verderop weer hectaren weiland met appelbloesems met op de achtergrond mooie villa’s. Voor het centrum van Ulbeek houden we halt bij een weggeworpen klokhuis. Een reuzenklokhuis. Het is een kunstwerk zonder nadere informatie. Het lijkt alsof het net is weggegooid door een wandelaar of fietser. De boven- en onderkant zijn rood en groen geschilderd. De stengel hangt er ook nog aan. We rijden door het centrum van Ulbeek. Het dorp is sinds 1977 een deelgemeente van Wellen. Het kleine dorpsplein is een beschermt dorpsgezicht. De Sint-Rochuskerk is gebouwd in 1716. Ze werd herhaalde malen vergroot en gerestaureerd. In 1938 echter besloot men verderop een nieuwe kerk te bouwen. Sinds mei 2012 is de overdekte begraafplaats in de voormalige Sint-Rochuskerk officieel geopend. Heel indrukwekkend. De kerk bezit nu 40 graven en een columbarium voor 21 urnen. In het koor staat een levensgroot beeld, gesneden uit de stam van een eeuwenoude eik. Het kunstwerk stelt een treurende familie voor. Het achterste gedeelte van de kerk heeft een glazen dak gekregen. Het is er licht en luchtig. In de hoeken van de “kerk” staan nog kruisen van enkele oude graven die dateren van 1660. De tekst is door de tand des tijds niet meer te ontcijferen. Ik vindt het uniek. Ons Rina en ik zijn er van onder de indruk. Dit moet je zien om te geloven.

Tegenover de kerk staat de brouwerij Sint-Rochus. Deze bottelarij is de voormalige Hayen brouwerij die in 1890 werd aangekocht. In 1936 werd ze echter al stopgezet door de verouderde infrastructuur. VZW Aski renoveerde een deel van dit patrimonium en maakte er verschillende locaties. Een vergaderruimte, kunstgalerij en op het gelijkvloers, achter de inrijpoort een taveerne met groot zonneterras. Vanaf april 2009 kan men hier dus genieten van Limburgse bieren en allerlei streekgebonden dranken en gerechten in een rustig kader.  Een “binnenstebuiten fietscafé”. Tijd om iets te drinken. Ondertussen verdrijft de zon de bewolking en wordt het enkele graden warmer. De kaars in de wegkapel heeft blijkbaar toch geholpen. Of is het omdat we op een zonneterras zitten? We bestellen een donker abdijbier Ter Dolen. Een bruin bier met een alcoholpercentage van 7,1%. Het abdijbier wordt gebrouwen te Helchteren in kasteel “De Dool”.

We volgen verder knooppunt 149. Bij het verlaten van Ulbeek rijden we de gemeente Wellen binnen. We houden halt bij de kapel die opgericht werd door het echtpaar Hayen. Een mooi onderhouden kapel. Hier maken we gebruik van de zitbank om onze picknick te nuttigen.

Even verder houden we weer halt om de bloesemvelden te fotograferen. Nu de zon schijnt komen de kleuren van de bloesems tot hun recht. Met bloesems kan je vele kanten op. De mooiste foto’s maken we tegen een staalblauwe hemel. We maken de meeste foto’s tussen de takken door. Ook de kersenbomen staan te pronken met hun bloesems. Route 171 brengt ons door een holle weg. Het ruikt hier naar vers afgereden gras. Een tractor rijdt tussen de plantages het gras kortaf. Het gras zorgt ervoor dat de stoffige grond niet opwaait. Het wordt drukker op de fietspaden. De middag is gepasseerd. We rijden op het hoogste punt van Wellen, ongeveer 82 meter boven de zeespiegel. Bij helder weer kan men van hieruit de mijnterrils zien. Door de mijnbouw in Genk kwamen er enorme hoeveelheden afval vrij tijdens het delven en sorteren van de steenkool. Op deze manier ontstonden de bergen van mijnsteen (terrils). We turen in de verte, maar er hangt te veel nevel.

We rijden voorbij de Canadawinning uit de 19de eeuw. Een Vierkants hoeve in baksteen. Het voorste gedeelte, de bakstenen omheining met toegangspoort, is volledig verouderd en klaar om af te breken. Achter deze muur bevindt zich echter een nieuw gerenoveerde woning of hoeve. Het is privaat domein en dat respecteren we. We rijden verder onze route af. Onze volgende halte wordt de kapel van Oestersloven. De omgeving bestaat uit oude perenbomen en een meidoornhaag. In 1187 werd hier de eerste kapel gebouwd door de toenmalige heer. Op deze manier kon hij na een kruistocht hier bidden voor zijn behouden terugkeer. Deze grote kapel is van de 15de eeuw. Een ontmoetingsplaats voor bedevaarders die O.L.Vrouw van de zeven smarten vereerden. De kapel werd totaal vernield in 1466. Maar een jaar later weer opgebouwd. In de 18de eeuw werd er nog een Kluis bijgebouwd om Kluizenaars en pelgrims op te vangen. Dat werd echter in 1894 afgebroken om de huidige sacristie te bouwen. Op het altaar staat het heiligenbeeld van Maria. Ernaast nog enkele gips en houten beelden. Vele dankbetuigingen voor bewezen diensten. De kapel bezit nog enkele banken en stoelen. Het is duidelijk dat hier nog erediensten worden gehouden. De glasramen zijn eveneens indrukwekkend. Boven de ingang, op het balkon, bevindt zich het koor. Tegen de binnenmuren de volledige kruisweg van Jezus.  

We vervolgen onze weg heuvelaf. Het kapelletje aan de Daalstraat en de Kerselaarstraat is al heel oud. Gebouwd in baksteen met een rood pannendak. De vermolmde houten deur moet dringend vernieuwd worden. De houten dwarsbalk is al enkele jaren vermolmd. Men spreekt hier van het Jonckmans kapelletje. Het eerste Jonckmanskapelletje werd 200 jaar geleden gebouwd. Dit kapelletje is van 1988. Het interieur is mooi onderhouden, maar de deur is gesloten en op slot. We rijden verder en genieten. Soms lijkt het uitzicht op een foto uit het aardsparadijs. We zien hoge kriekenbomen in volle bloei. De achtergrond is licht bewolkt. Het gras is groener dan ooit. Wilde paardebloemen groeien tussen het gras. Ons Rina neemt er een foto van. En het wordt de mooiste foto van vandaag. We zetten onze longen open en snuiven de geur op van de bloesem die door de wind worden verspreidt. Er staat slechts 1 à 2 beaufort. Er wordt hier nog aardig nieuwbouw gezet. Het zijn geen arbeiderswoningen. Dat kan ik gerust zeggen. Het is mijns inziens een welgestelde familie die hier een nieuwe fruitplantage beginnen en een bescheiden woning laten bouwen. Kleine villa is hier de juiste benaming. Weer een stuk landbouwgrond dat verdwijnt. Wat doen we eraan?

Er wordt langs onze route veel gewandeld. Met rugzak en stapschoenen. Men kiest voor de knooppunten of de thema routes. Haspengouw is een echt wandelparadijs. Slenteren tussen de talrijke boomgaarden, ruikend aan de verschillende appel- peren- en kersenbloesems. De geur van de natuur opsnuiven. Gewoon genieten. Na ons volgend knooppunt volgen we route 170 langs een brede beek.  Ondanks het hoge waterpeil in deze regio staat de beek droog. We rijden Rijkel binnen. Een deelgemeente van de stad Borgloon. Bekend om haar waterkasteel “Kasteel van Rijkel”. Het sprookjes kasteel is omgeven door een hoogstammige boomgaard van ongeveer 8 hectaren. De provinciale diensten zijn er thans in ondergebracht. De seringen langs ons fietspad verspreiden een zoete aangename geur, die een eindje met ons mee fietst. Meestal zie je de kleur van de bloem in paarslila tinten, maar af en toe kunnen we de witte, gele, roze en blauwe kleuren bewonderen. De struik heeft een vochtige, waterdoorlatende grond nodig. Ze gedijen het liefst in volle zon. Een panoramazicht laat ons genieten van fruitbomen in de verte. Boven de toppen zien we de punttorens van verschillende kerken. Onmogelijk uit te maken van welke gemeenten ze zijn. Aan ons volgende kapelletje moeten we linksaf.

Om 14:00u zijn we in het centrum van Hoepertingen. Eveneens een deelgemeente van Borgloon. 150 meter verder onze zoveelste kapel op de hoek van de Lange grachtstraat en de Truienweg. Ze dateert van 1923. Hoge kapel met bordes van 6 treden. Mooi gerestaureerd, maar afgesloten. Door het raampje in de deur bewonderen we het interieur. Een uitgesneden houten altaar. De vele kandelaars en bloemen fleuren het geheel op. De muren zijn vakkundig geschilderd in tegelreliëf. Een eveneens geschilderd Heiligenbeeld van O.L.Vrouw van Altijddurende bijstand siert de muur boven het altaar.

Na de kapel gaat de weg heuvelaf. Het is zowat iets anders dan klimmen. We rijden het dorp Hoepertingen binnen dat een deelgemeente is van Borgloon. Eerst houden we halt bij het kasteel. Het kasteel was ooit een middeleeuwse burcht uit 1150. In de 17de en de 18de eeuw werd het volledig verbouwd tot adellijke woningen. Van 1930 tot 1985 werden er opnieuw verbouwingswerken uitgevoerd tot een meisjesinternaat. Toen zwaaiden de zusters Annuntiaten hier de plak. Na een grondige renovatie in 1987 werd het kasteel Mariagaarde VZW gesticht. Nu worden er retraites, zomerstages en filosofische avonturenkampen voor  9- tot 12 jarigen met overnachting gehouden. Er worden cursussen gegeven voor beeldhouwers en steenkappers voor het kappen en tekenen van letters. Onze volgende halte is de kerk van Hoepertingen. De Sint Vedastuskerk dateert van 1788. De toren, het enige wat rest van de vroegere kerk, werd in de 12de eeuw gebouwd. De classicistische pastorie is van 1790. Na meerdere renovaties kreeg het gebouw zijn mooie gevel. Onze volgende kapel bevindt zich op de kruising van de Truierweg, Nieuwmolen en de Weg op Berlingen. Gebouwd in 1632. Boven de deur, in de dwarsbalk, zijn de woorden gegraveerd van de Heilige Job. Het bezit nog steeds zijn oorspronkelijk wit marmeren altaar. Oude kerkstoelen nodigen uit. Ook de offerbak nodigt uit. De enkele heiligenbeelden maken het geheel compleet. Om 15:00u zijn we bij het kasteel van Rullingen, gelegen in de vallei van de Herk. Er was reeds sprake van het kasteel in 1623. In de 18de en de 19de eeuw werd het grondig gerestaureerd volgens de normen van de moderne tijd. De tuin werd aangelegd in 1850. Na een brand in 1920 werd er nogmaals gerenoveerd. Tot augustus 2013 was kasteel Rullingen een Hotel-Restaurant. Nu staat het samen met het jachthuis te koop voor de prijs van € 1 250 000.    

Als we knooppunt 121 volgen komen we in het centrum van Herten. Een deelgemeente van Wellen. De Sint-Lambertuskerk is gelegen op een steile helling van de Herkvallei. De kleine kerk met prachtige glasramen en met kerkhof errond dateert van 1693. Werd herhaaldelijk gerestaureerd. De laatste verbouwingen dateren van 1960. Ze werd nog uitgebreid met een zijbeuk. Een hond blaft vlakbij. Hij herkent de geur van vreemden. Het oorlogsmonument is gebeeldhouwd voor Luitenant Etienne Dufossez. Hij stortte in de buurt neer met zijn vliegtuig tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het centrum van Herten, rijden we onmiddellijk in het centrum van Wellen. Niet zonder een kapel. De kapel van de Heilige Rochus. De brede, gesloten, toegangsdeur is het enige lichtpunt van de hoge kapel. Door het glasraam kunnen we het interieur zien. De Heilige Rochus met kind en een trouwe hond staan op een voetstuk boven het altaar. Wat kandelaars en gedoofde kaarsen fleuren het geheel wat op. Boven de Heilige Rochus hangt het kruis van Jezus. De zon verlicht het altaar met nog meer heiligenbeelden. 

Bij de kerk van Wellen houden we halt bij het monument van de gesneuvelde helden van beide Wereldoorlogen. Bij de kerk hoort een bijkerk die nu dienst doet als bibliotheek. Ondertussen verdwijnt de zon achter de bewolking, die vanaf het westen komt opzetten. Het wordt opslag een pak frisser. We bezoeken de St-Jan de Doperkerk langs de binnenkant. Het interieur is  bewonderenswaardig. Het orgel boven de inkom is volledig in hout en uitgehouwen. We zien de vier apostelen en de vele engelen. Fraai stukje vakmanschapswerk. Ook het kleine altaar vooraan is vakkundig uitgesneden. Spijtig dat men een doek over het offertafel heeft gedrapeerd. We zien slechts een gedeelte van het kunstwerk. De Ursulinnen kapel behoorde tot een schoolcomplex van Wellen die onderwijs gaven voor meisjes. Opgericht in 1853. In 1930 telde de school 400 leerlingen met internaat. De kloosterkapel dateert van 1899. Vanaf 1985 werd het schoolgebouw geleidelijk gesloopt. Enkel de kapel bleef bewaard en werd gerestaureerd. Het gebouw is nu eigendom van de gemeente en kreeg een culturele bestemming. De kapel is enkel te bezoeken na telefonische afspraak.

Op de hoek van de Rechtstraat en de Smalstraat in Alken staat onze laatst kapel. Ze is gebouwd in 1954. Om 16::40u zijn we terug op de parking waar we vanmorgen onze auto hebben achtergelaten. Mat dit verschil, dat nu de parking volledig vol staat. Dat is te zien aan de plaatselijke horeca. De terrasjes zitten overvol. Tot schrijfs














04-06-2014 om 10:20 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
26-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Speeltuin
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een stralende dag vol zonneschijn. Onze kleinkindjes blijven het weekend logeren en we maken er gebruik van om samen naar een speeltuin te gaan. Deze keer kiezen we voor het park Hof de Bist te Ekeren. Vooraan bij de parking is een gezellige eigentijdse speeltuin voor de kleintjes. Ze voldoen aan de hoogste veiligheidseisen. Yuna (4) is meteen in de wolken en wil meteen geduwd worden op de schommel. Joey (7) vindt het niet avontuurlijk genoeg. Wij gaan eerst voetballen, maar dan krijgt hij het de grote klimtorens in de gaten. In het midden van de speelweiden staat, enigszins verscholen, een gesofistikeerd speeltuig voor grotere kinderen. Het is een constructie die tot de verbeelding spreekt. Er reizen hoog in de lucht twee spitse klimtorens die op een afstand van elkaar staan. Een hangbrug van gevlochten touwen verbindt de torens op ongeveer negen à tien meter hoogte. Langs gevlochten touwen klimmen de kinderen omhoog tot bij een eerste platform. Niet zonder gevaar. Ik houdt meermaals de adem in en sla een zucht van verluchting als Joey op het platform verschijnt. Over de hangbrug gaat hij dan naar het tweede platform. Best leuk en vermoeiend. Na enkele minuten ben ik toch blij dat hij langs de aluminium glijbaan naar beneden zoeft en weer met beide benen op de grond staat. Doch, om hem te motiveren, vraag ik overdreven enthousiast of hij nogmaals het gevaarte wil beklimmen? Hij schudt zijn hoofd van neen: - Saai! Is zijn antwoordt. 

De lach om mijn mond verdwijnt als sneeuw voor de zon. Hoe haal ik het in mijn hoofd om ons kleinkind op een “saai” speeltuig te laten spelen? Mijn gedachten gingen razendsnel terug naar de tijd dat we met onze beide zonen naar de speeltuin gingen. Houten toestellen, amper 1,5m hoog. Het enige grote gevaarte in die tijd was de “vliegende Hollander”. Alles in ijzer vervaardigt en door weer en wind afgebroken wegens roest en onveilig. Onze kinderen hebben zich steeds goed geamuseerd in de speeltuin van het Veltwijckpark.

Ik dwaal zelfs verder af. Toen ik zo oud was als Joey, had ik nog nooit een speeltuin gezien. Ik kom van “den Deuzeld”. De straat was onze speelplaats. Weiland was onze speeltuin. Als er dan een speeltuin zou zijn hadden mijn ouders nooit tijd om met vijf kinderen er naar toe te gaan. Maar ja, dat waren de jaren stillekes. Saai! Tot schrijfs.


26-05-2014 om 20:00 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een fietstocht in de Kempen

Fietsknooppunten: 94-25-26-87-88-34-33-32-58-57-56-29-13-23-22-21-20-95-94.       Afstand: +/- 38km.

Woensdag 12 maart 2014. Het is 08:30u, de zon schijnt en het wordt 15° tot 17° in de schaduw. Vervolgens beloven de weerprofeten een windkracht 2. Dat beloofd. Voor onze fietstocht vandaag kiezen we voor de Antwerpse Kempen. Het ideale decor om te fietsen of te wandelen. Het wordt een schitterende tocht die we zelf uitgestippeld hebben aan de hand van het fietsknooppuntennetwerk in de Kempen. Als we vertrekken, om 09:15u, wijst de temperatuur amper 9° aan. Het is nog fris.                       Onze bestemming is Retie, Kastelsedijk 1.      De GPS loodst ons op de snelweg aan de Noorderlaan en we rijden richting Antwerpen. Na Antwerpen-Oost draaien we de E313-E34 op, richting Eindhoven-Hasselt. Bij Ranst is het vertraagt verkeer.                 Het is aanschuiven. Sinds maandag 5 augustus 2013 voert NV De Scheepvaart werken uit aan de brug van de E34 over het Albertkanaal in Oelegem. De aannemer is bezig met het aanpassen van de doorvaarthoogte van alle bruggen over het Albertkanaal aan de Europese norm van 9,10 m. Op die manier kunnen er containerschepen met vier lagen containers onder de bruggen varen en kunnen ook grotere kustschepen het Albertkanaal gebruiken. Dat brengt uiteraard de nodige drukte mee.

Het is 67,3km en 55 minuten rijden vanuit Ekeren, volgens Lucy, onze GPS. Om 10:30 staan we op de parking van het Prinsenpark. Er staan al enkele auto’s. Waarschijnlijk van vroege wandelaars of sportieve joggers. Of mensen die hun hond in het Domein uitlaten. Het is redelijk rustig. Met mijn 4/5 op woensdag zou ik nog vergeten dat het vandaag een gewone werkdag is en dat de scholieren nog achter hun lessenaars zitten. Vanmiddag wordt het beslist drukker.                

Ook de wandelknooppunten hebben hier hun intrede gedaan. In oktober 2009, enkele jaren geleden, hebben ons Rina en ik hier in het Prinsenpark een themawandeling gemaakt. Van wandelknooppunten was hier toen nog geen sprake. Samen maakten we die dag een verkwikkende wandeling door de diepgroene bossen van dit bijzondere natuurgebied.  Het provinciebestuur van Antwerpen kocht domein Prinsenpark in februari 1972. Toen nog 126 hectare groot en met de jaren uitgebreid tot 215 hectare. Het hele gebied ademt rust en schoonheid uit. De bossen van Prinsenpark bestaan hoofdzakelijk uit naaldhout. Maar ook het loofhout is sterk aanwezig, zoals; de eik, beuk, berk en els. 

Op onze fiets rijden we terug naar de baan en staan we voor ons eerste knooppunt. Knppnt 94. Aan de natuur is het nog niet te zien dat het weldra lente wordt. Hoog in de bomen is de suskewiet aan zijn ochtend serenade bezig. De vink (suskewiet) is een standvogel en komt in België en Nederland veelvuldig voor. Hun zang is kort, maar is de hele dag te horen. De suskewiet wordt ook gebruikt in de Vinkensport. Sinds 1972 mogen geen vinken meer gevangen worden, maar de vinkenhouders mogen ze wel kweken en ze laten deelnemen aan zangwedstrijden. Ons pad slingert zich rechts van het Provinciaal Domein. Rechts van ons fietspad strekt zich weiland uit. De akkers liggen er nog kaal bij. Als het weer blijft zoals vandaag kan de landbouwer beginnen met de werkzaamheden. Sporadisch kan de akkerman een perceel bieten en de eerste uien zaaien of planten. Nu genieten we nog van verre panoramazichten. Als we ons eerste knooppunt naderen wijst de temperatuur 12° aan. Nog frisjes, maar we genieten van droog weer. Route 25 loopt rechtdoor. Ons pad blijft slingeren. We fietsen alleen op ons breed fietspad. Geen enkele tegenligger. Een haas springt dwars over het fietspad en verdwijnt in de wilde begroeiing langs de weg. Het was lang geleden dat we dit zoogdier nog gespot hebben. De haas lijkt op een konijn, maar is duidelijk groter. Naast het provinciaal domein liggen de Kastelse bossen. Kleine vogels schrikken boven onze hoofden op en vliegen snel naar een nieuwe schuilplaats.   We proberen de zang van enkele vogels te herkennen. Vooral de vink en de merel steken er boven uit. De berk domineert hier in de regio. Hij groeit bij voorkeur in drassige gronden. Ze groeien hier massaal aan de beken, die verwonderlijk leeg staan.       Er is nochtans de afgelopen weken veel hemelwater gevallen. De katwilg siert zijn of haar takken met fluwelen “katjes”. De lange twijgen worden vaak gebruikt voor het vlechten van manden. De takken zijn vooral gegeerd als bonenstaken.                         Na de landbouwgrond is het de beurt aan weilanden. De afspanning verraad dat er binnenkort paarden grazen. Nu staan ze nog op stal. Af en toe rijden we voorbij een grote hoeve met erachter de vele paardenstallen. Hectaren grond eromheen.               Er hangt in de verte nog veel mist. De zon verdampt de regen van de afgelopen weken. Vanmorgen hadden de vliegtuigen vertraging opgelopen bij het opstijgen en landen in Zaventem door de dikke mist.

We naderen ons volgende kruispunt. Route 87 volgen we langs een smalle betonbaan die afgeboord is met berkenbomen. Erachter loopt een beek. De omgeving straalt rust uit. In de verte kraait een haan. Aan knppnt 87 wijken we van onze route af.      We draaien de Brevensedijk in en rijden richting centrum Kasterlee. Op de grote baan slaan we linksaf. We volgen de  Houtumstraat, niet richting Camping. We naderen de rivier, de “Kleine Nete”. Ze slingert zich door de Kempen met een lengte van 44 km. Het seizoen is nog niet begonnen, maar de rivier is uiterst geschikt om te kajakken. Zelfs met de kano is het een uitzonderlijke belevenis om de Kempense landschappen op een rustige manier te bewonderen. Bij de brug over de Kleine Nete stoppen we bij het info-bord dat “Erfgoed Kasterlee” hier heeft geplaatst. Een zwart-wit foto, die dateert van 1930, toont ons een groep jongeren die tot hun knieën in het water staan. Achteraan op de foto zien we de woning of schuur met het waterrad. Het is de vroegere “Watermolen van Brustele”. Deze watermolen is sinds 1957 uit bedrijf genomen.  Als we de Kleine Nete overgestoken zijn zien we de watermolen, met op de achtergrond,  een zeer bosrijk gebied. We houden halt om een kijkje te nemen. Momenteel zijn er schilderwerken aan de omheining van de vijver. Het rad is slechts te zien door twee kleine raampjes. Het oorspronkelijk rad hangt nog aan de zijgevel, maar heeft geen functie meer. Een kleiner moderner rad neemt het werk nu over. Langs een ijzeren hek komen we op het terras van Hotel-restaurant-seminaries “De Watermolen”. Het heeft de naam om een culinair hoogstaand te zijn. We worden vriendelijk bediend door de gastvrouw. We hebben een tafeltje in de zon genomen.     We genieten met volle teugen van onze sanitaire stop.

Na de watermolen rijden we naar de Keeses molen in de Geelsebaan te Kasterlee. Hier werd eveneens een bord geplaatst door Kasterlee. De oude foto is van 1922 en toont ons de molen bovenop de Molenberg. Oorspronkelijk was de molen van Antwerpen-Dam, waar hij gebouwd was in 1650. Hij werd opnieuw in 1853 gebouwd te Heist-op-den-Berg. In november 1921 waaide een zware storm  de molen te Kasterlee omver. De familie kocht de molen van Heist en bouwde de molen  hiervoor in de plaats. In 1954 werd de molen overgebracht naar deze locatie na aandringen van de Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon. In 1970 werden restauratiewerken uitgevoerd en vanaf 1980 werd de molen af en toe weer in werking gesteld.      De molen is ook nu in restauratie. Volgens het infobord tot maart 2014. Taverne “Aan De Molen” is een piekfijn gerenoveerde zaak met ruime parking, vlak voor het centrum van Kasterlee. In mei 2012 waren we hier met onze jongste zoon en schoondochter, Edwin en Elke en de kleinkindjes Joey en Yuna. Yuna, toen net 2 jaar, mini-golfde niet mee op het mooi onderhouden parcours. Wij amuseerden ons in de speeltuin en de trampolines voor de kinderen. Achteraf aten we pannenkoeken a volonté op het terras. Een leuke aangename middag.

Aan de overzijde van de Geelsebaan bekijken we eerst de zwart-wit foto van het vroegere Commonwealth oorlogskerkhof. De foto is een oude prentbriefkaart van het Engels kerkhof. Toen nog met houten kruisjes, maar met heel wat meer bomen.        Een kerkhof is het nooit geweest. De bevolking noemde het zo. We betreden de begraafplaats langs een afgeronde steektrap met in het midden een kruisbeeld. Aangelegd in 1945 voor 97 Britse en drie Canadese soldaten die in 1944 in Geel-ten-Aart sneuvelden. Het geheel wordt onderhouden door de “Commonwealth War Graves Commission”.  Het gras is net afgereden. De houten kruisjes werden reeds lang vervangen door witte Portlandstenen zerken, gegroepeerd in vijf rijen.

We zijn in het centrum van Kasterlee. Een gemeente van de provincie Antwerpen op een hoogte van 18 meter. Centraal gelegen in de Kempen tussen Geel, Turnhout en Herentals. We maken de fietsen vast aan een fietsenrek, vlakbij een groen plein met talrijke bomen. Het standbeeld van een ouderpaar met kind brengt hulde aan de talrijke politieke- en burgerslachtoffers, waaronder vijf kinderen, van de Tweede Wereldoorlog. Het monument werd in 1969 ingehuldigd. Naast het monument staat een hoog kunstwerk in de vorm van een paddenstoel. Onderaan de hoed nog enkele kapot geslagen lichtbakens. Het is een oude waterpomp. Bovenop heeft men bloementjes geplant. Het is nauwelijks te zien, zo hoog is de witgekalkte waterpomp.

De Sint-Willibrorduskerkklok slaat 12:30u. ook hier toont het info-bord een oude foto van de kerk. Op het eerste zicht zijn er geen verschillen. Het plein ervoor was toen ook een oase van groen met enkele kleine bomen. De waterpomp is duidelijk zichtbaar op de voorgrond.  In 1735 brandde de kerk af. Alleen het onderste gedeelte van de westertoren uit 1531 bleef gespaard. In 1740 werd de kerk heropgebouwd. In de 19de eeuw werd ze nogmaals herbouwd en vergroot. De toren kreeg in 1900 een nieuwe spits. De grote, mooie kerk is afgesloten. De hoofdingang is van wit natuursteen met verschillende siertorentjes. Het lijkt alsof de klokkentoren in het midden van de kerk gebouwd is. We maken een ommetje rond het complex en zien dat het gezichtsbedrog is. De toren is aan de Westzijde gebouwd. Opzij van de toren hangt het grote Christus kruis. Vanaf deze plek vertrekken een aantal thema- en knooppuntenwandelingen.

 

 

Rechtover de kerk, op het Marktplein, prijkt een groot monument met wapperende vlaggen van Monseigneur Heylen. (1856-1941) De “Kerkvorst Kempenzoon” werd hier in Kasterlee geboren. Hij stierf op 27 oktober 1941. Het monument is van de Vlaamse Toeristenbond, naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de bisschop. Het werd ingehuldigd op 17 juni 1956. De waterpomp naast het monument is niet dezelfde als op de oude foto. Dit hier is een robuuste arduinen blok die de oude waterpomp moet vervangen. Ze werd onlangs nog gerestaureerd.

Links van het plein staat het gemeentehuis. Een laag breed gebouw. Het is de voormalige onderwijzerswoning die in 1874 verbouwd werd tot gemeentehuis. In 1995 nog extra uitgebreid met een politie kantoor. De gedenksteen in de voorgevel is voor Jozef De Ceuster (1864 – 1949). Hij was hoofdonderwijzer van deze voormalige school. De tekst onder zijn profiel luidt: “Gaf zich met liefde aan de opvoeding van zijn volk”. Voor het gebouw een klein standbeeld van “Kasterlee pompoendorp”. Rond 1700 was de aardappel nog onbekend en at men nog zijn dagelijkse portie bonen. Pompoen kende men echter al wel. De dorpsbewoners van Kasterlee genoten op de kermis van pompoensap. Deze rage is herstart in 1990 met een pompoendag op de laatste zondag van oktober. Vooraan lonkt een zitbank in volle zon. Een uitgelezen kans om te picknicken. Aan het uitstalraam van de plaatselijke apotheek hangt het groene logo met het uur en de temperatuur. Hij verteld ons dat het ondertussen 14° is.

Na onze picknick rijden we verder. We verlaten het centrum van Kasterlee en rijden onder de snelweg verder. Een korte smalle tunnel die enkel geschikt is voor voertuigen tot 2,3Om hoog. Eens in de Vijverstraat rijden we op een smalle asfaltbaan die slingert tussen de ruime villa’s. We naderen “De Hoge Rielen”. Een gezond jeugdverblijfscentrum van 230 ha met bestemming voor jongeren met een jeugdige geest. Het jeugdkamp in het uitgestrekte natuurdomein biedt alle comfort. Dit domein is een oude militaire kazerne geweest. Er staan nog vele loodsen die dienst deden als munitieopslagplaats. Ze zijn ondertussen herbouwd tot leerrijke lokalen en slaapplaatsen. Op het domein bevinden zich ondertussen 17 paviljoenen waarin verschillende groepen te gast kunnen verblijven. Bij de Rielenkapel in de  Rielenven houden we halt. We staan hier op de grens van Kasterlee en het gehucht Zandhoef. Op de foto van het “Erfgoed Kasterlee” zien we een zittende vrouw met een paternoster in de hand. De grote kapel werd oorspronkelijk gebouwd in 1564, ter verering aan Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. Uiteraard werden tijdens de volgende eeuwen meerdere herstellingen en verbouwingswerken uitgevoerd. De laatste verbouwing dateert van eind 20ste eeuw. Verschillende bakstenen werden opnieuw gebruikt. Sommige van deze stenen vertonen nog de negen kerven, gekrast met de kruisjes van hun paternoster. Stille getuigen van aanstaande moeders die hier toen kwamen bidden om een gezond kind te baren. Op het leien dak staat een zeskantig torentje met klokken. Ze spelen sinds 1999 op regelmatige tijdstippen een vertederend lied. De oude glasramen vertellen ons de legende van de kapel. Hoogstwaarschijnlijk was rondom de kapel nog een begraafplaats. Nu staan er enkel nog de oude lindebomen. Voorbij de kapel rijden we door en naderen knppnt 33.

Voor het centrum van Tielen moeten we linksaf, om route 57 verder te volgen. We rijden terug door de natuur, weliswaar op een asfaltbaan. We slalommen langs de beek. Paarden grazen in de weiden. Onverstoord en zonder stress. We houden halt bij een panoramazicht op het dorp Tielen. De kerktoren steekt majestueus boven de rode pannendaken uit. We blijven nog even nagenieten. Straks staat hier de mais drie kontjes hoog en weet de voorbij rijdende fietser niet wat hij mist. Voor ons stroomt de Kleine Nete. Aan knppnt 56 moeten we rechtsaf en rijden het bos in. Het “Zwart Water”. Gelegen tussen Lichtaart en Herentals aan de rechterzijde van de N123. Het is een geklasseerd landschap met moeras en een weelderige plantengroei. Het domein is niet toegankelijk maar er zijn uitkijkposten ter observatie van broed- en trekvogels.

In het midden van de bossen in Lichtaart staat al een eeuw een herdenkingskruis voor Nestor Bayot. Het hofke van Bayot genoemd. Het bijhorende info-bord toont de foto van 1919 tijdens de plechtige inhuldiging van het kruis. Bayot was een soldaat uit Lens Saint Servais in de provincie Luik. Op 20 augustus 1914 liep hij op die plaats in een hinderlaag van Duitse ulanen. Toen hij plots oog in oog kwam te staan met de vijand loste hij een paar schoten maar werd dan zelf dodelijk getroffen. Hij viel van zijn paard dat samen met de medesoldaten ongedeerd kon ontsnappen. Een paar dagen later werd Bayot aan de kerk van Lichtaart begraven. In 1919 lieten zijn ouders de stoffelijke resten naar zijn geboortedorp overbrengen. Nestor Bayot was 21 jaar toen hij stierf. Rond 1919 werd op de plaats van het vuurgevecht een kruis opgericht dat nu nog steeds herinnert aan de gruwel van de oorlog.  Bij camping Floreal op de Herentalsesteenweg te Lichtaart gaan we nog iets drinken. In de taverne/bistro kan je eveneens terecht voor snacks of een uitgebreide maaltijd. We plaatsen een stoeltje, buiten in de zon, vlakbij de grote speeltuin en genieten van een plaatselijk streekbiertje. Ik kies voor het streekbier “Witte Madam”. Een goudblond en dubbel gegist biertje. Het heeft een alcohol percentage van 8,5%. De “Witte Madam” is een mythische figuur uit het oud Kastels geloof. Ons Rina kiest een “Kastel” bier dat gebrouwen is in Lochristi. Een amberkleurig bier op basis van 6 mout en 2 hopsoorten. Het heeft “slechts” een inhoud van 7% alcohol. Het getal op het glas, “2460” verwijst niet naar een jaartal. Het is het postnummer van de gemeente Kasterlee. Het is ondertussen 14:30u. geworden.

Verder op de Herentalsesteenweg wordt het druk. Tegenliggers op het fietspad. Het monotone gezoef van auto’s en het gedreun van vrachtwagens. Nabij Bobbejaanland kunnen we gelukkig links afslaan en de drukte achter ons laten. Na het domein van Bobbejaanland fietsen we terug tussen weilanden. Rechts van ons pad is de ‘Snepkensvijver’. Een bekend natuur- en vogelreservaat. Tussen de kale bomen zien we grote waterpartijen. Ze hebben een grote aantrekkingskracht op verschillende watervogels. Het privédomein is slechts met een kleine groep te bezoeken. Maar, langs de Lichtaartseweg is een vogel observatiehut met een mooi zicht op de vijver. We rijden langs vele loofbomen zonder bladeren. Vooral de witte berk domineert de regio. We komen bij knppnt 13. Vanaf hier rijden we langs het water. Het kanaal van Herentals naar Bocholt. Het jaagpad langs het kanaal wordt druk bereden door fietsers die het fietsnetwerk volgen door de Kempen. We blijven de kanaaldijk volgen tot na knppnt 23. Dan slaan we linksaf en onmiddellijk rechtsaf tot knppnt 22. Hier wijken we van onze route af voor “De Molen van ’t Veld’. Sinds de inhuldiging op 14 mei 1993 bevindt zich ten westen van “Ten Aard” een standerdmolen, die voordien in Elsum stond. Nabij de molen is een bakkerijmuseum ondergebracht, met gratis toegang. Er is een gids aanwezig van april tot en met september. Het is aan te raden om vooraf te reserveren. Het natuurgebied “De Zegge” ligt aan de overzijde van de Zeggendijk. Het is het oudste natuurreservaat van België. Eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. Ook Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos zijn mede-eigenaars. Het is een waar paradijs voor de vele zeldzame vogelsoorten. Het domein is echter uitsluitend te bezoeken met een ervaren gids. We rijden terug tot ons knooppunt aan het kanaal, slaan linksaf en volgen knooppunt 21. 2,3km verder is knooppunt 21, vlakbij de kerk van Ten Aard. Het dorp werd gesplitst door de aanleg van de weg Turnhout-Diest. De kerktoren werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield door de Duitsers. Dit was hier een strategische plaats en vormde een onderdeel van de Slag om Geel. Eind jaren veertig werd de kerk weer opgebouwd en in 1950 plechtig ingehuldigd door bisschop Everaerts. We fietsen voorbij de “Yachting Club”. Talloze jachten schommelen zachtjes op het water. Ik heb er al over nagedacht om met zo’n motorjacht het kanaal af te varen. Tot in het zuiden van Spanje. Wat een avontuur! 

We rijden op de Sasachtweg tot knppnt 20. Ons pad brengt ons voorbij het domein ‘De Kasseman’. Een recreatiedomein van de stad Geel. Het is er zalig vissen, fietsen en wandelen. Na sluis 7 zijn we bij knooppunt 95. We steken opnieuw het water over en rijden richting Prinsenbos.

Het laatste stuk is het zwaarst. We rijden opnieuw door het Prinsenbos. Een smal pad met oude kasseien. Het pad ligt nog bol ook. We proberen naast het pad, in de berm te rijden. Dat doen ze allemaal, denk ik. De ene kuil na de andere. Ik heb meer zin om te voet te gaan dan te fietsen. Maar kom, het is beslist niet ver meer. We dachten dat dit slechte stuk ons terug bij de auto zou brengen. Niet dus. We komen terug op het slingerend fietspad naast het Domein. Maar dit is beslist het laatste stuk.      Door de bomen zien we de auto’s op de parking staan. Het laatste stuk heeft ons gekraakt. Tot schrijfs.










07-05-2014 om 16:56 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toernooi Olse Merksem

Donderdag 01 mei 2014

09:30u, het fluitsignaal voor de eerste voetbalmatch van het toernooi op de pleinen van Olse Merksem. Onze zeven pupillen zijn present, en willen er alles aan doen om de nederlaag van vorige week recht te zetten. Het werd uiteindelijk de zevende plaats, van de acht aanwezige  ploegen. Niet om over huis te schrijven. Begrijpelijk toch? – Dat mag je niet vergelijken, zeggen nonkel Danny en papa Edwin, onze beide zonen. Maar leg dat maar eens uit aan onze pupillen. Mijns inziens:  nog zo’n nederlaag en er komt geen enkele Pupil meer opdagen. Maar soit…

De arbiter fluit en Seja geeft de aftrap voor 2x10 minuten spelplezier. Olse gaat onmiddellijk in de aanval. Het is van het begin duidelijk dat onze Pupillen “thuis” spelen. Alsof ze willen zeggen: - “Helaba!! Dit is hier ons speelveld hé!!” Vanaf de zijlijn roept Stefan zijn pupillen toe. Dat hebben ze nodig. Seja gooit in vanaf de zijlijn en onmiddellijk wordt de bal onderschept. Joey staat vooraan en krijgt de bal toegespeeld van Yannic. Hij speelt hem op zijn beurt naar Yannick. Beiden lopen naar de goal. Nils krijgt de bal en trapt. Een eerst punt voor Olse. Ze spelen mooi in teamverband. Hier kunnen de Rode Duivels nog van leren. Ze krijgen ook de kans om de bal naar elkaar toe te spelen. Jarenlange training werpt eindelijk zijn vruchten af. Het volgende doelpunt is van Joey. Hij krijgt een voorzet van Yannick en scoort. Mama en papa zijn apetrots. Nonkel Danny en Bompa ook natuurlijk. Ik SMS naar Bomma. Ze heeft spijt dat ze er niet bij is. Na nog een doelpunt loopt Joey naar zijn teamspelers en geeft een dubbele (hai five). Leuk toch? Ook Kiani speelt de pannen van het dak. Als Seja dan eens een kans krijgt om de bal naar de goal te trappen, houdt onze doelman ze nog tegen ook. – “Goed bezig Kiani!” Maar ook de jongens van Seja scoren en de eindstand is 3 – 1. Eén goal van Joey. (De zon schijnt precies eens zo fel.)

Veel tijd om te rusten krijgen onze pupillen niet. Match twee is tegen Stabelino, een ploeg uit Deurne. Een paar spelertjes gaan tegen de vlakte. Niet voor lang. Trainer Stefan wrijft over de pijnlijke plek en ze springen opnieuw recht. Na een voorzet van Joey scoort Yannic. Maar dan scoort Joey opnieuw… met een schot van ver. De Seja doelman duikt er nog naartoe… maar de bal rolt tot in het net. (De zon begint te branden.) Weer zien de toeschouwers een mooi samenspel. Vijf goals op een rij. Eindstand 5 – 0. Euforie onder de toeschouwers. Indien onze Pupillen de volgende match winnen spelen ze de finale. Voor de eerste of de tweede plaats. Zou dat niet tof zijn? Dan drinken we champagne. Nou ja… Een Stella aan de kraampjes gaat er ook in. De hamburgers en de frietjes worden door de zonen geweldig geapprecieerd.

Om kort te gaan. De derde match tegen Helderhoek winnen onze jongens met 5 - 2. Weer door fantastisch samen te spelen. Het zweet staat op onze jongens hun voorhoofd. (We krijgen dorst, de zon heeft ons volledig uitgedroogd.) Van achter de zijlijn gaan de ouderen uit de bol. Ze moedigen de spelertjes nog verder aan.  – “Komaan Olse! ’t Is nog ni gedaan, hé!?” Stefan staat te glunderen. Dit hebben onze jongens nog nooit meegemaakt. Het is duidelijk te zien dat Olse B1 geëvolueerd is. Dankzij de trainingen. Vooral Stefan speelt hierin een grote rol. We mogen echter de hulptrainers niet vergeten. Ook de afgevaardigden zijn steeds van de partij. Pupillen B1 speelt de finale voor de eerste of de tweede plaats. Maar tegen wie? Hopelijk niet tegen hun eigen makkertjes Pupillen B2. Onze jongens hebben de beker bijna in hun handen. Stefan is er echter om ze met beide voeten op de grond te houden. Er moet nog gespeeld worden.

De finale is Olse tegen Simikos. De twee beste ploegen van het toernooi. Van hun leeftijd natuurlijk. Ze hebben hun best gedaan, maar Simikos is sterker. Olse kreeg mooie kansen, maar de bal ging er net naast en zelfs twee keer tegen de lat. Het mocht niet zijn. Misschien sloeg de vermoeidheid toe. Ze shotten al van half tien vanmorgen. Joey krijgt de kans om op het doel te schieten, maar de bal heeft geen kracht genoeg. De doelman kan zonder problemen de bal stoppen. Eindstand 0 - 5. Toch een tweede plaats. Wel verdiend. Proficiat Olse B1. Proficiat Joey – Nils - Wout – Lukas - Yannick – Kiani en Yannic. Eveneens proficiat aan de trainers Stefan en Wim, en de afgevaardigden  Seth en Freddy.  Aan de ouders, grootouders, ooms, tantes en sympathisanten die supporteren vanaf het eerste uur. Tot schrijfs.








05-05-2014 om 16:39 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandelen door Schoonselhof

Zondag 23 februari 2014. Een zonovergoten dag. Het is 10:30 en de temperatuur bedraagt 9°. De weerman voorspelt voor vanmiddag zelfs 13°. Als we buiten komen verrast de wind ons toch. Een koude snijdende wind. De gevoelstemperatuur zakt met minstens 5°.

Schoonselhof werd in 1911 aangekocht door Stad Antwerpen met als doel, niet alleen  een  begraafplaats, maar om er ook een mooi park met brede dreven en waterwegen aan te leggen. Waar het fijn kuieren is en waar men kan genieten van prachtige monumenten. In deze sfeervolle omgeving komt men tot rust. Een ideale locatie voor wie aan onthaasting toe is. Een begraafplaats als toeristische bestemming? Waarom niet? Voor de overledenen doet dat zeker geen afbreuk aan het respect dat ze verdienen. Op de begraafplaats is zoveel te ontdekken. Bij de ingang stuiten we al op onze eerste gedenksteen. “Ter nagedachtenis van Technicus Van Put Frans-Louis. Geboren te Wilrijk op 09 maart 1893 en overleden te Edegem op 02 januari 1945. Een slachtoffer van de V-bommen.”

Bij het kastje met beschermend plexiglas nemen we een boekje met de: “Beroemde wandeling door het Schoonselhof”. We gaan rechtsaf, de brede dreef in, tot bij de rotonde met een enorm monument in het midden. Het beeld is gemaakt voor Peter Benoit. De componist en eerste directeur van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium. Dit monument stond oorspronkelijk op de Kielbegraafplaats. Het werd in 1939 naar deze plaats overgebracht.

We betreden het eerste perk “Z1” achter het monument van Peter Benoit. Het perk bestaat uit heel oude grafzerken. We blijven staan voor het graf van Camille Coquilhat. De ontdekkingsreiziger trok samen met Henry Stanley, in opdracht van koning Leopold II, door Afrika.  Camille Coquilhat werd vice-gouverneur van Kongo, waar Coquilhatstad naar hem werd genoemd. Hij stierf aan galkoorts.

Even verder rust Laurent Mathieu Brialmont. Hij werd geboren in 1789. Op 23 jarige leeftijd vertrok hij als sergeant-majoor naar Rusland. Daar werd hij tot onderluitenant bevorderd. Na Waterloo nam Brialmont dienst in het Nederlandse leger. Hij nam deel aan de schermutselingen van 1830. In 1836 werd hij militair bevelhebber in Antwerpen. Koning Leopold I bevorderde hem in 1850 tot minister van oorlog. Hij overleed in 1885.

Halverwege rij 10 pronk het mooie monument van de familie Bracht. De familie was van Duitse oorsprong en één van de eerste die hun stempel plaatsten op het economische leven in Antwerpen. Hij had een vooraanstaande functie in talloze Antwerpse firma’s, gespecialiseerd in verzekeringen, bankwezen, vastgoed, rubberplantages, leerhandel en wol. Ook was hij ereconsul van Oostenrijk. Baron Charles-Victor Bracht werd op 7 maart 1978 in een garage te Antwerpen ontvoerd door een zekere Marcel “Dexter” Van Tongelen. Hij vroeg losgeld in ruil voor de vrijlating van de baron, maar de rechercheurs herkenden Van Tongelens stem.  Een paar maanden later, op 10 april 1978, werd Charles-Victor vermoord terug gevonden.  Van Tongelen werd opgepakt en op 29 februari 1980 ter dood veroordeeld (wat volgens de Belgische wet destijds automatisch in levenslang werd omgezet).

Aan dit monument gaan we rechtsaf. Op het tussenstuk links zien we het monument van Gustave Royers. Als ingenieur ontwierp hij het TIR-gebouw in Hoboken. Ook het Kattendijk-, Lefebvre- Amerikadok en de alom bekende Royerssluis werden naar zijn ontwerp gerealiseerd. Hij overleed in 1923.

Het volgende perk is eeuwigdurige grond. Enkelen worden nog prachtig onderhouden. Te oude en gevaarlijke arduinen platen werden vervangen. Soms in zwart marmer. Naar de alleroudste zerken, met Frans opschrift, wordt niet meer naar omgekeken. Ons Rina is er niet over te spreken. Zerken overwoekerd met klimop. Wildgroei van bomen en struiken. Kleine monumenten die wegzakken. Het kost allemaal stukken van mensen. Misschien geen nabestaanden meer.

Door de hoge omheining van struiken voelen we de koude niet meer. Een verademing. Ons volgende perk is nog indrukwekkender dan de vorige. Bij een groot monument staat de bronzen deur op een kier. Nieuwsgierig kijken we binnen. Twee kapotte antieke kerkstoelen staan voor een klein altaar in wit marmer. Bovenop staat een kleine terracotta vaas met verwelkte bloemen. Arduinen platen met de namen van de overledenen die hier in het familiegraf herdacht worden. Het is duidelijk dat er geen nabestaanden meer zijn.

Het grafmonument van de familie Donck is enorm groot. Tijdens de wandeling komen we er niet langs, maar het majestueuze gebouw trekt onze aandacht. Ook hier staat de deur uitnodigend open. Deze mini-kapel wordt nog onderhouden. Langs beide zijden komt licht binnen door de kleine gekleurde glasramen. Op en onder het altaar de verschillende naamstenen van de familie.

Links of rechts van de dreven zijn brede sloten met water. Verdorde planten rijzen nog hoog boven het water. De lisdodde is nog sterk aanwezig hier. Een zwerm eenden vliegt boven ons richting kasteelvijver. Bij de monumenten van Frans Hendrick-Mertens en Karel Lodewijck-Torfs zijn de grafopschriften door de ‘tand des tijds’ amper te lezen.

We worden naar het volgende perk geleidt via ons wandelboekje. Links en rechts van ons mooie artistieke grafzerken van schilders, dichters en schrijvers. Zoals: Karel Verlat(1824-1890). Hij was eveneens directeur van de Koninklijke Academie voor Schone kunsten. Henri De Braekeleer (1840-1888), Theodoor Verstraete (1850-1907). Theodoor van Rijswijck was tijdens de eerste helft van de 19de eeuw een volksdichter. Hij stierf in 1849. Jan Baptist, zijn broer ligt aan de overzijde begraven. Hij was eveneens een dichter, volksredenaar en schrijver. Hij stierf 20 jaar later. Hij was de vader van burgemeester Jan Van Rijswijck.

In rij “C” vinden we nog enkele beroemde zerken van burgemeesters en schepenen. Jos Cauwenbergh was schepen van Financiën, provincieraadslid en gerant van de Antwerpse Volksbank. Hij stierf in 1909. Jan De Vos was burgemeester van Antwerpen van 1909 tot 1921. Tijdens zijn burgemeesterschap brak de Eerste Wereldoorlog uit.

We worden naar perk “X” geleidt waar we voor een muzikale grafzerk blijven staan. Voor ons ligt de zanger Robert Mosuse. Samen met zijn broer Ronny en Bart Peeters richten zij de bekende groep “The Radios” op. Rond zijn twintigste werd bij hem een hersentumor ontdekt. Als gevolg van zijn tumor leed hij aan epilepsie en uitputting. In de laatste maanden van zijn leven trok hij zich noodgedwongen terug omdat zijn ziekte alsmaar harder toesloeg. Op 20 april 2000 overleed hij te Wilrijk als gevolg van zijn ziekte. De uitvaart werd volledig gepland door Mosuse zelf. De plechtigheid vond plaats in de kathedraal van Antwerpen. Tijdens de begrafenis sprak Bart Peeters over Mosuse: Hij kon de sterren van de hemel zingen en sinds donderdagavond kent hij ze persoonlijk. De kist werd weggedragen op de tonen van Teardrops, ingezongen door hemzelf.

We keren terug en slaan rechtsaf. We wandelen alleen in de dreef. De zon schijnt nog wel, maar de wind doet ons iets sneller stappen. Honderd meter verder zien we rechts van ons nog meer schrijvers en dichters. Hendrik Conscience werd na zijn dood in 1883 begraven op de Kielbegraafplaats. Na de sluiting werd zijn monument hier geplaatst. Als schrijver is zijn bekendste werk ongetwijfeld: De Leeuw van Vlaanderen. Hij staat bekend als ‘de man die zijn volk leerde lezen’. Zijn monument kreeg in 2011 nog een uitgebreide opknapbeurt.

Aan ons volgende rondpunt slaan we linksaf en betreden we perk “R”. Nog een ereperk voor kunstenaars. Hier vinden we: Jan Broeckx (1880-1966), Amand de Lattin (1880-1959), jeugdauteur van: De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees, en Constant De Kinder (1863-1943). Op rij 5 vinden we de zerk van Armand Preud’homme. De componist heeft enorm veel gedaan voor de erkenning van het Vlaamse volkslied. Wij kennen van hem nog het ‘Kempenland’ en ‘Op de purperen heide’ hij stierf in 1986.

We houden halt bij de grafzerk van Bob Davidse. Bij onze generatie beter bekend als Nonkel Bob. Hij was in de jaren vijftig en zestig de presentator van kinderprogramma’s van de toenmalige BRT. Bob Davidse overleed op 89-jarige leeftijd na een korte ziekte, in het Erasmusziekenhuis te Borgerhout, waar hij drie weken eerder was geopereerd. Enkele zerken verder, is de laatste rustplaats van de geestelijke vader van Jommeke, Jef Nys. Geboren te Berchem op 30 januari 1927 en overleden te Wilrijk op 20 oktober 2009. Een getekend profiel van Jommeke en zijn papegaai versieren de grafzerk.

Ook de bekende acteur Julien Schoenaerts ligt hier in de rij van de Bekende Vlamingen. Na een theateropleiding speelde Julien in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg van Antwerpen. Zijn bekendste filmrol was die van bisschop Antoon Stillemans in Daens. Hij stierf in 2006 op 71 jarige leeftijd. In 2008 werd in Antwerpen een beeld van Julien Schoenaerts onthuld.

We verlaten perk “R” naar rechts en komen bij het grafmonument van de gewezen burge-meester van Antwerpen, Leopold De Wael. Deze man realiseerde veel voor de koekenstad. Vooral de dokken en kaaien werden voltooid waardoor de Antwerpse haven sterk kon worden uitgebreid. Enkele grote gebouwen, het Museum voor Schone Kunsten, het Stuivenbergziekenhuis en de Nationale Bank werden tijdens zijn ambtsperiode opgericht.

Perk “N” is het ereperk van de stad Antwerpen. We wandelen voorbij het graf van Gerard Walschap. De schrijver overleed in 1990. Pol De Mont, schrijver, dichter en conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Hij leefde en werkte van zijn geboorte in 1857 tot zijn dood in 1931. Jef van Hoof, Jos Van Eynde en Gaston Burssens. Stuk voor stuk waren dit mensen met een uitgesproken verleden. Iets verderop aan de linkerkant, het graf van Floris Jespers. Schilder en beeldhouwer, geboren in een kunstenaarsgezin. Samen met zijn vader en broer vormden ze samen met enkele anderen een groep jonge Antwerpse kunstenaars.

In de uiterste hoek van het ereperk zien we Frans Van Cauwelaert (1880-1961). Burgemeester van Antwerpen van 1921-1932. Onder zijn bestuur kwamen de eerste Scheldetunnels. Ook zijn dochter ligt, bijna, naast hem begraven. Mia Van Cauwelaert was schepen van de stad Antwerpen en realiseerde de Rubensmarkt, de Groothandelsmarkt en het Sint-Annabos. Tussen de Van Cauwelaerts ligt Paul Willem Segers, schepen en minister. Leo Delwaide (1897-1978), waarnemend burgemeester en schepen. Lode Craeybeckx (1897-1976), burgemeester van Antwerpen tot aan zijn dood in 1976. Frans Detiège was eveneens burgemeester, schepen, volksvertegenwoordiger en vader van ex-burgemeester Leona Detiège. Als laatste van de rij ligt Camille Huysmans tweevoudig burgemeester, minister en eerste minister. Hij was in 1910 een van de drie kraaiende hanen in de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit. Hij stierf op late leeftijd van 97 jaar in 1968. Minder bekend is wellicht Willem Eekelers. Hij was naast directeur van de Volksgazet ook schepen, minister en waarnemend burgemeester van Antwerpen, van 1946-1947). In het midden van het volgende perk rust Rika De Backer (1923-2002). Zij was de eerste vrouw die een volwaardig ministerambt bekleedde.

We wandelen terug en achter de beplanting gaan we linksaf. Aan onze linkerzijde het graf van Willem Elsschot. Hij werd geboren als Alfons de Ridder in een bakkersgezin. Toen hij zijn carrière begon als schrijver nam hij het pseudoniem aan van Willem Elsschot. Hij werd samen met zijn echtgenote, die een dag later overleed, hier begraven in 1960. Op het Mechelseplein in Antwerpen staat een bronzen standbeeld van de schrijver. We passeren nog een aantal schrijvers en dichters. Paul van Ostaijen. Een beroemd en berucht dichter en schrijver. Hij stierf in 1928 op 32-jarige leeftijd, aan tuberculose, in de Ardennen. In 1952 werd hij naar hier overgebracht en vindt hij rust onder het kunstwerk van Oscar Jespers “De Luisterende Engel”. Op dezelfde rij rusten ook; August Van Cauwelaert (1885-1945), Lode Zielens (1901-1944), Emiel Vloors (1871-1952) en Lodewijk Mortelmans (1868-1952). In de hoek van het ereperk ligt dichter en schrijver Marnix Gijsen. Hij werkte ook voor het gemeentebestuur van Antwerpen en in New York als Belgisch Commissaris voor Informatie. Hij werd plechtig begraven in 1984. Ernaast rust Jan Van Rijswijck (1853-1906), burgemeester van Antwerpen en overtuigend flamingant in een tijd dat het Nederlands nog niet evident was. Iets verder aan de rechter zijde, rust onder een grafsteen Hugo Schiltz. Gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger en voorzitter van de Volksunie.

We verlaten het ereperk en wandelen rechtsaf. Aan het volgende kruispunt slaan we de volgende wandelweg in en belanden bij perk C en D. hier rust sinds 1933 Alice Nahon. Een verpleegster en dichteres. Ze komt uit een strenggelovig gezin van 11 kinderen. Ze is bekend geworden met één van haar gedichten: “’t is goed in ’t eigen hert te kijken, nog even voor het slapen gaan…” Van haar dichtbundels werden meer dan 250 000 exemplaren verkocht. De oudste bekende ligt achteraan. Pierre Bourla (1783-1866). Hij was stadsarchitect van 1819-1861. Hij werd in Parijs geboren en nam deel aan de veldslagen van Napoleon in Duitsland, Spanje en Portugal. Eenmaal in België was zijn belangrijkste werk het neoclassicistisch Théatre Royal Francais op de Komedieplaats, beter bekend als de Bourlaschouwburg.

Na de wandeling komen we voorbij de achterzijde van het kasteel. Richting de Belgische vlag voor de Militaire ereperken van de beide Wereldoorlogen. Nog voor de officiële ingebruikname van de begraafplaats Schoonselhof werd in 1914 een perk aangelegd voor gesneuvelde soldaten.
Op 29 augustus 1914 vond hier de eerste militaire teraardebestelling plaats van Otto Frocke, een Duits soldaat. In 1928 werd een begraafplaats voor de Duitse soldaten aangelegd met een groot houten kruis. In 1943 werd perk 1 op bevel van de Duitse bezetter vergroot om alle Duitse gesneuvelden te kunnen ontvangen. In hetzelfde jaar werd een Duits gedenkteken opgericht. Tussen 13 en 24 mei 1949 werden 1032 stoffelijke overschotten van gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog hier ontgraven en overgebracht naar Lommel. Op 20 juni 1956 werden 612 Duitse stoffelijke overschotten ontgraven. De geïdentificeerde soldaten werden overgebracht naar Vladslo, de overige naar het “kameradengraf” van Langemark.

Perk 4 is te betreden langs de ons welbekende toegangshekken. Volledig aangelegd voor Britten en Canadezen die gesneuveld zijn tijdens WOII. De begraafplaats wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Naast de ingang, links van ons, werd op 12 januari 1945 een stemmige kapel ingericht. We treffen hier ook de Stone of Remembrance, geplaatst op dodenakkers met meer dan 400 graven, een ontwerp van Edwin Luytens aan. Het Cross of Sacrifice, witte steen met bronzen zwaard, is een ontwerp van Reginald Blomfield. Vandaag doet de kapel dienst als schuiloord tegen de wind. Hier is tevens het  register kastje. Alles gebouwd in witte natuursteen, geflankeerd door urnen. Links een schuine tafel met de tekst van de bevrijding van België en Nederland. Van september 1944 tot mei 1945. 1473 gesneuvelde soldaten hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. Vlak ervoor staat het Kruis van opoffering.

We verlaten perk 4 en houden even halt bij de zuilen. Deze twee zuilen, voor de Franse soldaten, stonden oorspronkelijk op het Sint Laurentiuskerkhof. De eerste obelisk herdenkt de gekwetsten van de veldslag van Belfort, nabij de Vogezen, in 1870-1871 die naar Antwerpse hospitalen werden overgebracht. Het monument bevat een hommage van de hand van Victor Hugo.

De tweede obelisk herdenkt de gevallen Franse soldaten tijdens het beleg van de Antwerpse citadel in november-december van 1832. Het monument “Honneur et Patrie” werd opgericht in 1905 op het Sint Laurentiuskerkhof en brengt hulde aan de Franse maarschalk Gérard die in 1832 België ter hulp kwam en de Hollandse bezetter van het Zuidkasteel generaal Chassé tot overgave dwong. Beide obelisken werden in 1930 naar hier overgebracht.
De Franse gesneuvelden kregen een ereperk op 19 februari 1930 en een monument van de hand van architect Max Winders.

 

We betreden perk 3. Nog voor de definitieve aanleg werden, in 1919, de stoffelijke resten van 23 gefusilleerde burgers hier begraven onder een eenvoudig houten kruis. Ook werd een gedenksteen opgericht.

Vanaf 1924 werden de kruisjes vervangen door het befaamde “kleerkastmodel”. Zij dragen de naam, voornamen, rang, regiment of eenheid, geboorteplaats en geboortedatum en aan de onderzijde “Stierf voor België” of “Mort pour la Belgique”, de overlijdensplaats en overlijdensdatum en afbeeldingen van eretekens. De driekleur bevat een kruis of een leeuw. 42 Italianen die sneuvelden tussen 1915 en 1918 liggen hier onder arduinen kruisjes opgericht in september 1930. Op 4 november 1936 werd een monument “a nostri glorios mort 1915-1918” opgericht. Het was een pijler met een helm op een krans van eikenbladeren. Tijdens WOII werd hier fascistische symboliek aangebracht. Die werd onmiddellijk na de bevrijding verwijderd. Hier liggen zeven Portugezen die werden ingezet in het Noorden van Frankrijk waarbij, tussen 9 en 29 april 1918, niet minder dan 398 Portugezen gedood werden. De arduinen stèles voor deze onbekende soldaten dragen het opschrift “desconhecido militar” en ze werden opgericht in mei 1928. Het arduinen monument met twee bronzen mannen werd opgericht in januari 1934. Het monument draagt de naamloze resten van de slachtoffers van de V-bommen, die oorspronkelijk over een aantal perken verspreid lagen, werden in 1972 nabij de vrijgekomen plaats waar eerder Duitse soldaten begraven waren verzameld. Het beeld “Solidariteit” van de hand van Ernest Denis werd eerst elders geplaatst en in 1975 naar hier verplaatst. Voor dit monument stonden twee brandweermannen model.

Een perk werd voorbehouden voor politiek gevangenen. De Belgische vlag wappert in de wind bij de obelisk die opgericht werd door de Stad Antwerpen. Ter ere aan de Militaire en Burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Het ereperk met gesneuvelden van 14-18 en 40-45 zijn niet minder dan vier lange rijen van de Royal Air Force. De meesten zijn gesneuveld op 19 december 1944. Rechtsaf komen we bij de gesneuvelden van WOI. Grafzerken verwijzen naar februari 1918. Gestorven tijdens de strijdt of van ontbering. Dat wordt niet vermeldt. Tegen een verdorde haag liggen 13 Russische krijgsgevangenen die van ontbering omkwamen in de Eerste Wereldoorlog.

Hier stopt onze leerrijke wandeling door het Schoonselhof. We zijn er erg van onder de indruk. Dit is niet de Westhoek waar honderden geallieerde slachtoffers rusten. Dit zijn mensen die gestorven zijn voor de bevrijding van Antwerpen. Deze slachtoffers staan dichter bij ons, dan wie ook. Tot schrijfs.








01-05-2014 om 19:44 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-03-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op vervroegd pensioen
Nog negen lange maanden, dan is het zover. Ik ga op brugpensioen. Het is genoeg geweest. Ik heb mijn werk altijd graag gedaan. Schilderen of behangen, het was mij om het even. Altijd mijn best gedaan opdat de klanten tevreden zouden zijn. De laatste vijf jaar wou ik iets anders doen in mijn carrière. Stoppen met schilderen. Geen ladders of stellingen meer. Kwam er dan nog bij dat de synthetische verven stillaan verdwenen en plaats moesten maken voor watergedragen verven. Niet echt mijn ding.
Nu ben ik sleutelmaker-magazijnier. Het woord is groter dan mijn salaris. Maar soit. Het is iets rustiger, dus minder stresserend. Het laatste anderhalf jaar sturen ze ons naar Deurne. Het gebouw in Ekeren wordt verkocht. Ze willen er een school in onderbrengen. Dat is tot hiertoe niet gelukt. Het gebouw staat leeg.
Mijn nieuwe collega’s zijn bezorgt omdat ik op pensioen ga – ‘Wat ga je doen de hele dag? Je valt beslist in een diep zwart gat!’ vertellen ze. Ik probeer hen duidelijk te maken dat ik hoogst waarschijnlijk tijd te kort kom om alles te doen wat ik wil doen. Wij, ons Rina en ik willen wandelen en fietsen wanneer we willen. In het verleden konden we dat slechts in het weekend doen. Vanaf mijn pensioen doen we het wanneer wij willen. Wandelen en fietsen, bedoel ik. Ik vertoef ook graag in de boekerij. Op een rustige manier de krant of een tijdschrift lezen. Iets opzoeken in speciale boeken die niet in bruikleen zijn. Ik wil tevens ons Rina helpen in de huishouding en de kleinkindjes opvangen. Bij mooi weer gaan voetballen met Joeyke, of naar de speeltuin met ons Yunake en Brentje. En “last but not least”, terug schaken. Nog een droom van vroeger. In de jaren tachtig van vorige eeuw kreeg ik de microbe te pakken. Ik oefende thuis na de werkuren. Boeken uit de bibliotheek verslond ik met tientallen. Enkele schabben van ons boekenrek thuis staan vol met boeken van de grootmeesters Kasparov en Karpov. Maar ook enkele leerrijke boeken van Dr. Max Euwe.  Mijn eerste schaakboek dat ik nooit zal vergeten kreeg ik voor mijn verjaardag. Het trainingsschaakboek van de ‘Polgàr’ zusjes. Het boek bevat meer dan 5 000 schaakproblemen. Ik heb er veel uit geleerd.
Ik had mij in 1996 en 1997 bij de ‘Schaakkring Centrum Ekeren’ aangesloten. Bijna 20 jaar geleden, maar ik herinner mij nog goed die eerste avond in oktober. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik voelde de adrenaline stromen. De stress bezorgde me schele hoofdpijn. Ik heb gelukkig een doorzettingsvermogen. Na enkele weken bleef slechts de stress over. Goeie stress dan. Met tien mannen waren we op de eerste avond. Handjes schudden en elkaar voorstellen verliep vlotjes. Vijf minuten later wist ik niet meer wie wie was. De enige voornaam die ik nu nog ken is van de oudste deelnemer. Jozef, hij was 83, en de op één na beste van de groep. Van hem heb ik nog veel geleerd. Spijtig genoeg stierf hij twee jaar later. Daarover later meer. 
Die avond speelde ik dus mijn eerste match. De zenuwen tot het uiterste gespannen. Ik verloor glansrijk, maar dat is een leerproces dat elke beginneling meemaakt. Mijn tegenspeler wenste mij veel geluk en opende het spel met wit: 1. e2-e4 (een traditionele opening),Pg8-f6 (niet al te best, maar wat wil je? Het is mijn eerste partij) 2. e4-e5, Pf6-d5 3. Pg1-f3, d7-d6 4. d2-d4, Lc8-g4 (sterk hé?) 5. Lf1-e2, c7-c5 (ik krijg nog meer hoofdpijn van de spanning, maar ook een korte adempauze. Vic, mijn schaakpartner rokeert) 6. 0-0, Dd8-b6 7. e5xd6, e7xd6 (achteraf leek mij Db6xd6 of Lf8xd6 veel beter. Spijt komt altijd te laat.) 8. Tf1-e1, Lf8-e7 9. Le2-c4, Lg4xf3 (een rokade was beter geweest.) 10. Dd1xf3, Pd5-f6 (een betere zet! Als het goed is zeg ik het ook.) 11. Pb1-c3, Pb8-c6 12. Pc3-d5 (een uitstekende zet. 3 zwarte stukken worden bedreigt. Ik breng mijn Dame in veiligheid), Db6-d8 (back to basics) (Dan speelt wit met zijn Dame. Vic speelt echt om te winnen) 13. Df3xf6, g7xf6 (wit is zijn Dame kwijt, maar geeft mat in 2 zetten. 14. Pd5xf6, Ke8-f8 15. Lc1-h6, MAT. Bloed, zweet en tranen. Ik was blij dat de avond afgelopen was. Ik bleef toch volharden en met succes. Tot schrijfs.

05-03-2014 om 17:06 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-02-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Portable radio
Ons Rina en ik wandelen over de dijk langs de Middellandse zee. Het is begin september en de temperatuur bedraagt nog meer dan 25° in de schaduw. We genieten van de rust op de boulevard en we praten en lachen. Uit mijn ooghoeken kijk ik naar de mensen die ons passeren. Jonge mensen die arm in arm voorbij wandelen. Velen met oortjes waaraan een draadje hangt. Dat leidt naar een broekzak of jaszak. Een MP3 speler is dan mijn eerste gedachte. Sommigen lopen er zelfs mee in de hand. Ook joggers lopen ons voorbij met draadjes in hun oor. Hun MP3 speler is duidelijk om hun arm gebonden, bij gebrek aan een broekzak natuurlijk. Kortom, bijna iedereen loopt met een MP3, of een MP4 toestel over straat. 
Op zichzelf niets verwonderlijk natuurlijk. Ikzelf heb dat vroeger ook nog gedaan. Ook ik liep met een radio rond. Het was wel iets groters. Een transistor radio. Een radio die volgens onze normen klein was. Een 20 à 25cm lang, 10 à 15cm hoog en 5cm dik. Het was midden jaren zestig. Ik zal het nooit vergeten. Ik kreeg het toestel voor mijn verjaardag van mijn ouders. Ik rende er onmiddellijk de straat mee op, want iedereen mocht het weten. Ik heb mijn eigen radio. Hij woog zwaar van de batterijen. Bovenaan naast het handvat een minuscuul antennetje. Frontaal twee knoppen. De op en off-knop. Deze knop werd tevens gebruikt als volume knop. De tweede knop was de frequentie knop. Je kon hem in drie standen draaien. De korte- midden- en lange golf. Links de luidspreker. Ik voelde me de koning te rijk. Ik liep heel de tijd met dat ding naast mijn oor. Opzij een draaiknop om van zender te veranderen. Ik draaide voortdurend aan die knop. Ergens moesten ze toch rock- ‘n - roll draaien? Wat ik te horen kreeg was voornamelijk gepraat. De mannelijke stem, de radio presentator praatte aan één stuk door. Ik begreep er niets van. Het waren meestal Franstalige zenders. Niet meteen mijn beste vak. Er moet toch muziek uit die radio komen? Nog maar eens op een andere post zetten. Een andere stem, weer in het Frans. Na een tijd moest ik het ding vlak bij mijn oor houden. De batterijen geraakten leeg. De volume knop nog wat meer open. Weer een andere post opzetten. Niets gekort, weer een vreemde taal. Ditmaal leek het Russisch. Dan op zeker moment: “Beste luisteraars…” Joepie, eindelijk een begrijpelijke taal. Nederlands. – Luister mee naar de laatste nieuwe plaat van Elvis Presley. “Return to sender”. Mijn dag was meteen goed. Mijn geduld werd beloond. De begin tune begon en…. Gedaan. De batterijen leeg, plat. Niets meer. In vier haasten terug naar binnen. Voor nieuwe batterijen. – Zeg manneke! Dat kost allemaal geld hoor! Denk je dat het op mijne rug groeit? De transistor radio verdween in de kast en voor zo goed ik nog weet is hij daar nooit meer uitgekomen. Tot schrijfs. 

22-02-2014 om 18:13 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    salenes_kijk_op_de_wereld
    www.bloggen.be/salenes
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    destylus
    www.bloggen.be/destylu
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    guy42
    www.bloggen.be/guy42
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    tilloenk
    www.bloggen.be/tilloen
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    belgiumkayakvisser
    www.bloggen.be/belgium
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    liefdenetwerk
    www.bloggen.be/liefden
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    speel_maar_mee
    www.bloggen.be/speel_m

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs